ALLES BENUTTEN
SAMENWERKEN
2
ONZE EILAND
EN VAN ZATERDAG 11 OCTOBER 1919.
slotte bleken de Avro's te zijn. Wij althans
moeten bekennen, dat er even een ril
ling door ons heen liep. Het spel ging
beginnen. Even later arriveerde num
mer vier.
Kapitein Hinchcliffe, de man met één
oog (het andere verloren in den oorlog),
een Braziliaansche dame en een groote
witte hond stapten uit het eerste vlieg
tuig. De andere machines cirkelden nog
wat en daalden ten slotte alle keurig op
het witte kruis, dat het midden van het
terrein en het noorden aanwees.
We brachten het gezelschap met twee
auto's naar hotel Meijer. Direkt konden
we merken dat de heeren op hun gemak
waren. Ze vonden de rust van Middel-
harnis aaDgenaam en voelden 2ich dade
lijk thuis.
Ongeveer twee uur, de muziek uit
Rotterdam was inmiddels gearriveerd,
ging de eerste machine de lucht in met
de heeren Presburg en Hoogzand. En
daarna liep het zoo kalm door. Een
veertigtal Flakkeeënaars ondergingen den
luchtdoop.
Hinchclilïe voerde twee maal gedu
rende een kwartier accrobatische toeren
uit. Het was bewonderenswaardig. Voor
dezen man blijkt niets onmogelijk. Hij
duikelt, hij schiet loodrecht naar bene
den, hij laat zich als hulpeloos vallen,
en het is als spel. Aan het eind van den
middag bevonden zich twee Avro's in de
lucht, die als kwajongens om elkaar heen
tolden. Eenigszins ontdaan kwamen en
kele passagiers beneden, de aviateurs
hadden meer met ze gedaan, dan ze wei
wenschten 1
Maar Zaterdag was toch het hoogte
punt van het leest. Een 5000 betalende
bezoekers, daarenboven een groot aantal
buiten het terrein. Want dht was onze
bedoeling geweest: men moest veel kun
nen betalen of weinig of niets, maar ieder
moest in de gelegenheid zijn, te zien
opstijgen en landen. Zaterdagmorgen heb
ben we zelf de grootste tocht mee gemaakt
van beide dagen. Een kleine drie kwartier
waren we in de lucht, we cirkelden
boven Ouddorp en Goeree, vlogen om
den toren van Brielle, daalden laag boven
de huizen, gingen regelrecht naar Helle-
voetsluis, om over het Haringvliet terug
te keeren. Beneden lag als 'n stip op
het water de tramboot. We vlogen de
dorpen voorbij, wierpen op een teeken
van den bestuurder strooibiljetten uit
keerden dan terug om te zien, hoe de
menschen er naar grepen. Het was in
éen woord een schitterende tocht, En
we weten nu ook, wat „looping" is.
Verder is er dien morgen weinig ge
vlogen.
Maar 's middags des te meer. Drie,
vier Avro's waren vaak tegelijk in de
lucht. Kapitein Hinchcliffe zelf zag zich
genoodzaakt, de acrobatiek uittestellen
om de liefhebbers van een tochtje af te
werken. Geen dorp van Flakkee is er
meer, of iemand vandaar heeft gevlogen.
De heer Lodder van Goedereede en
Breesnee van Nieuwe Tonge hebben hun
woonplaats vanuit de lucht bekeken.
Eindelijk ging Hinchcliffe nog eens de
lucht in met zijn Braziliaansche gezellin.
Het enthousiasme steeg ten top. Als hij
laag over de hoofden scheerde, juichte
de menschenmassa en klapte in de han
den en zwaaide met de hoeden.
Toen hij geland was, hebben wij hem
en zijn makkers gehuldigd met een krans.
Toen was het publiek niet meer te hou
den. In enkele oogenblikken was het een
kolossaal gedrang op het vliegveld. Er
was geen houden meer aan, de heiningen
werden genegeerd en men drong om de
vliegeniers samen. Hinchcliffe, die zich
nogal onverschillig betoonde voor hulde,
was even geroerd.
Het veld werd ontruimd en spoedig
was alles weer rustig. In het vallend
donker stonden de groote vogels.
Hinchcliffe heeft ons gezegd, hoe tevre
den hij was over de regeling op het veld.
„Als u beroeps-vliegenier was geweest,"
zei hij, „had het niet beter gekund."
Een complimentje, waarop wij trotsch
meenen te mogen zijn.
Hij heeft ons gevraagd, binnen eenige
dagen nog eens in den van Pallandts-
polder te mogen landen en benzine
in te nemen. Hij komt dan met drie machi
nes terug uit Engeland waarheen ze
Zondagmorgen vroeg vertrokken. Ver
moedelijk zullen ze dan in Midclelharnis
het middagmaal gebruiken. "Wij zien
terug op welgeslaagde dagen.
Voor wij de lijst afdrukken van hen,
die gevlogen hebben, mogen wij nog wel
een persoonlijk woord neerschrijven. Wij
hebben drukke dagen gehad. Alles moest
in zeer korten tijd gebeuren. Wij hebben
zeer veel steun gehad van den heer
Presburg van Rotterdam, dien wij hier
wenschen te danken.
In de tweede plaats danken wij alle
anderen, die medewerkten aan het slagen
van de demonstraties. Wij denken aan
de muziek van Sempre Crescendo. Het
deed ons veel genoegen, dat ons eigen
korps den tweeden dag wilde musiceeren
en de stemming verhoogen. De heer
Hollen heeft het terrein keurig versierd,
de heer Hossen meegewerkt aan de in
terne regeling en controle. Wij danken
voorts de politie, die zorgde dat de orde
zoo uitnemend werd gehandhaafd.
Tenslotte zeggen wij dank aan allen,
die door hun woord ons zegden, dat ze
ons werk op prijs hebben gesteld. Wij
hebben getoond, meenen wij, in welke
richting wij liefst werken, tot onze blijd
schap is er een geest, die onze richting
de juiste acht en op prijs stelt wat wij
deden. Wij zeggen daarvoor allen dank.
Dit zet over andere teleurstellingen heen.
Een passagiers vlucht hebben de vol
gende personen gemaakt:
OP VRIJDAG,
de heer A. Hoogzand, Middelharnis.
de heer C. H. v. Oosteroom, Sommelsdijk
Mevr. v. Oosteroom-Dokkum,
de heer Guérand, Stellendam
de heer H. Vroegindeweij, Sommelsdijk
de heer D. Lodder, Goedereede
de heer van Thiel, Middelharnis
de heer C. F. Arends, Middelharnis
Mejuffr. N. Weijerse, Oostvoorne
de heer Jas, Oostvoorne
Mevr. JasWeijerse, Oostvoorne
de heer L. Goudswaard, Sommelsdijk
de heer Matth. Blok, Middelharnis
de heer P. v. d. Doel, Nieuwe Tonge
de heer J. A. Slis, Sommelsdijk
de heer W. v. d. Hoek, Sommelsdijk
de heer J. J. Meesters, Sommelsdijk
de heer B. v. d. Stad, Sommelsdijk
de heer C. Kramers, Rotterdam
de heer D. Poortvliet, Dirksland
de heer Overzier, Dirksland
de heer C. de Graaf, Dirksland
de heer L. Molendijk, Nieuwenhoorn
Mevrouw L. Molendijk, Nieuwenhoorn
de heer C. Penning, Dirksland
de heer T. de Gast, Sommelsdijk
de heer van Beek, Melissant
Mejuffrouw Hendriks, Den Haag
de heer C. Bresijn, Middelharnis
de heer C. van Schelven, Middelharnis
de heer C. van Nimwegen, Oolfgensplaat
de heer A. Hobbel Lt.zn., Ooltgensplaat
de heer F. K. J. Blokhuis, Middelharnis
de heer J. Bouman, Sommelsdijk
de heer J. D. van Beek, Zuidland
de heer W. Knüps, Middelharnis
de heer L. Verkerke, Middelharnis
de heer D. van Bergen, Nieuw Helvoet
de heer J. Mooldijk, Nieuwenhoorn.
OP ZATERDAG,
de heer J. J. L. v. Zuylen, Middelharnis
de heer W. Presburg, Rotterdam
de heer R. Tabbers, Sommelsdijk
Mevr. TabbersPeters, Sommelsdijk
de beer A. Jansen Jr., Middelharnis
de heer G. Degenhart, Middelharnis
de heer A. A. Mijs, Sommelsdijk
Mejuffr. J. H. Mijs, Sommelsdijk
de heer J. Koert, Middelharnis
Mevrouw J. Koert, Middelharnis
de heer L. Bosschieter, Dirksland
Mevr. L. Bosschieter-Lammerse, Dirksl.
de heer A. Luijendijk, Stellendam
de heer L. v. d. Vlugt, Ooltgensplaat
Mejuffr. K. J. Slis, Middelharnis
de heer C. Zoeteman, Dirksland
de heer N. Tanis, Ouddorp
de heer (D. van Beelen, Sommelsdijk
de heer D. J. Voegindeweij,
de heer L. G. Steehouwer,
de heer P. van Oudgaarden, Brielle
de heer C. Vis, Sommelsdijk
Mejuffrouw G. J. van Beek, Melissant
Mejuffrouw D. van Beek,
de heer G. J. Hückenzwager, Monster
de hr. N. J. v. Nieuwenhuizen, Ooltg.p.
de heer G. Spoon, Zuidland
de heer D. Breesnee, Nieuwe Tonge
de heer C. Warnaer, Dirksland
de heerlT. Renaud, Goedereede
Mevr. Renaud-v. d. Wende, Goedereede
de heer P. M. v. Gapelle, Ooltgensplaat
Mevrouw P. Jacobs, Achthuizen
de heer T. van de Wende, Goedereede
Mevrouw v. d. Wende-Witte,
de heer J. Buth Dzn., Dirksland
de hr. J. A. v. Nieuwenhuizen, Ooltg.p.
de heer G. Knaape, Oude Tonge
de heer Joh. Daamen, Sommelsdijk
de heer J. J. Nipius, Middelharnis
de heer N. C. But,
Mejuffr. A. van de Tol,
Mejuffrouw T. Dijkers,
de heer J. Vroegindeweij, Sommelsdijk
de heer A. S. Kobus, Rotterdam
de heer J. v. Nieuwenhuizen, Ooltg.p.
de heer A. P. Nipius, Middelharnis
de heer II. van Gent, Den Bommel
de heer J. L. Waling, Stellendam
de heer A. Waling, Ooltgensplaat
de heer P. Goumare, Stad a/t Haringvliet
de heer J. M. Buskop, Sommelsdijk
de heer I. A. Luijendijk, Den Bommel
Mevrouw Mijs-Koltï, Sommelsdijk
Mejuffrouw A. E. Mijs,
de heer M. Jansen, Stellendam
de heer C. M. Jansen,
Mejuffrouw N. Touw, Dirksland
de heer T. H. Holleman, Nieuwe Tonge
Mevrouw W. Presburg, Rotterdam
Mevrouw van Pottum,
Vergadering van Onderwijzers en Onder
wijzeressen in het Arrondissement Mid
delharnis op Donderdag 25 Sept. in het
Hotel Meyer.
Donderdag 25 Sept. 's middags om half
een was door den Heer Schoolopziener in
het ArrondissementMiddelharnis, den Weled.
Heer De Winter, een arrondissements-ver-
gadering uitgeschreven voor heel het onder
wijzend personeel op Goeree en Overilakkee.
De groote zaal was geheel gevuld met pae-
dagogen, die uit alle plaatsen van het eiland
waren gekomen om van hun belangstelling
blijk te geven.
Wij juichen 't houden van dergelijke ver
gaderingen toe, ze moesten eigenlijk meer
dere keeren gehouden worden. De onderwij
zers van Flakkee vinden dan een mooie gele
genheid om elkaar in 'n gezellige bijeenkomst
te ontmoeten, waar zoowel 't nuttige als 't
aangename gevonden wordt. Leerrijke en
actueele onderwerpen kunnen geregeld be
handeld worden, zooals nu b.v. de mooie
inleiding van den Heer Ruiter over Geschie
denisonderwijs en zedelijke opvoeding.
Nieuwe gezichtspunten kunnen dan geo
pend worden. De onderwijzers krijgen dan
'n mooie gelegenheid om met elkaar eens
van gedachten te wisselen over belangrijke
vraagstukken op onderwijsgebied, waartoe
't onderwerp van den Heer Ruiter ruim
schoots ook aanleiding gaf. En zulke bijeen
komsten zyn ook in hooge mate leerrijk,
haar paedagogische waarde is niet gering
te schatten. Maar wat 't aangename betreft
zullen velen ook goede herinneringen aan
deze vergadering behouden. Hier op 't eiland
wordt ons zoo weinig, zoo vreeselijk weinig
gegeven op 't gebied van Kunst, daarom,
't geen Mej. L. Thielman (zang) en de Heeren
J. Kleeuwens eD L. Bol (viool) en P. Vis
(orgel) gedaan hebben om 't gezellige van
deze bijeenkomst te verhoogen, verdient
alle lof. Ze hebben ons 'n middag doen
vergeten, dat we op 'n afgelegen eiland
zitten, ze hebben ons werkelijk doen genie
ten van hun begaafdheden. De Trio's, die
gegeven werden door de Heeren waren in
één woord magnifiek, als je die mooie accoor-
den hoorde, vergat je alles om je heen,
ging je geheel op in die heerlijke muziek
van Schumann, Mendelssohn enFlotow;de
zangnummers gegeven door Mej. Thielman
begeleid door orgel en viool, waren niet
minder mooi. Haar prachtig geluid dwong
ieders bewondering af, en 't da verend applaus
dat haar ten deel viel telkens, was ruim
schoots verdiend. Hoe mooi klonken niet
't Ave Maria van Gounod, dat toch altijd
blyft bekoren, verder 't prachtige Zonnelied
van C. v. Rennes, enz.)
In zyn openingswoord zeide de voorzitter,
de Heer De Winter, dat het nu elf maanden
was geleden dat de vorige arrondissements-
vergadering was gehouden die in alle op
zichten zoo uitstekend geslaagd kon ge
noemd worden. De tyd, die nu achter ons
ligt, is van groot belang geweest, veel is er
in dien betrekkelyk korten tyd voorgevallen
enkele onderwijzers, die verleden jaar nog
hier in ons midden tegenwoordig waren, zijn
uit dit leven gescheiden. De vorige maal
woedde de vreeseiyfee wereldoorlog nog met
alle kracht, nu is het vrede, al is niet overal
de rust teruggekeerd. We mogen ook opti
mist zijn over de salarisverhooging, die dit
jaar tot stand is gekomen en die voor velen
een aanmerkelijke verbetering is, verder
over de eindelijke gelijkstelling van het
Bijzonder onderwijs met 't Openbaar. Dan
is nu een wetsontwerp ingediend tot reor
ganisatie van het geheele onderwijs. We
kunnen dus gerust spieken van een belang
rijken tijd, die achter ons ligt en van ge
wichtige dingen die staan te gebeuren. Aan
deze vergadering hebben wy het nuttige en
het aangename verbonden en ik verklaar
met het uitspreken van de hoop, dat deze
bijeenkomst een noggrootersucceszal worden
dan de vorige de vergadering voor geopend.
Nog las de voorzitter een schrijven van Zyne
Excellentie den Minister van Onderwijs voor,
dat deze verhinderd was tot zijn groote spijt
om de vergadering bij te wonen, verder een
bericht van verhindering van den Heer
District-Schoolopziener. In verband met de
te houden bespreking door den Heer Pollee
had de voorzitter den Heer Pool, directeur
der R.H.B.S., uitgenoodigd, maar deze bad
ook een bericht van verhindering gezonden.
Over de vergadering zelf willen we zoo
kort mogelijk zyn. De heer K. Ruitër hield
'n inleiding over Geschiedenisonderwijs en
zedelijke opvoeding „Mea Culpa".
De wereldbrand heeft groote verwoestingen
aangericht, niet alleen materieel, maar ook
in de harten der menschen en dat alles mag
door ons, opvoeders der jeugd, niet met
stoïcynsche kalmte aangezien worden. We
hebben verplichtingen tegenover 'tkomend
geslacht, waarvan de opvoeding aan onze
zorgen is toevertrouwd. Velen hadden vóór
den oorlog de illusie gekoesterd, dat een
bloedige krijg 1° de moderne 20e eeuw on
mogelijk zou zyn, helaas, die illusie is een
hersenschim gebleken, maar moet werkelijk
heid worden.
Wy allen wenschen vrede op aarde, wij
willen de menschen beter maken,maar we
vergeten geheel ons zelf. Door 't geschiedenis
onderwijs wordt de jeugd in kennis gebracht
met allerlei ruwe, bloedige daden van onze
voorouders. By'voorkeur wordt den leerlingen
verteld van vreeselijke burgeroorlogen, van
moord en doodslag en bij zulke verhalen
„geniet" ons toekomstig geslacht. De jeugd
wordt dus als 't ware op de school by het
geschiedenisonderwijs vertrouwd gemaakt
met de menschonteerende daden van onze
voorvaderen, vindt daar genoegen in en zal
dus later alles, wat met zooveel „smaak"
aangehoord is, in toepassing brengen. De
onderwijzers zyn dus indirect door hun
onderwijs in de historie oorzaak geweest
van den vreeselijksten aller oorlogen.
Inleider wil daarom niet alleen een „Mea
Culpa" uitspreken over zichzelf, maar liever
ook een „Nostra Culpa" omdat alle onder
wijzers op den ouden wegblijven voortgaan
met hun onderwijs. Door andere onderwys-
vakken wordt de jeugd liefde aangekweekt
voor 't schoone, maar door 't geschiedenis
onderwijswordt alles weer ongedaan gemaakt
Inleider wil ook liever geen vaderlandsliefde
opwekken bij de jeugd, want aangekweekte
vaderlandsliefde wekt chauvinisme en chau
vinisme voert onverbiddelijk tot oorlog.
(Luide teekenen van instemming.) Dat echter
allen bet met dit laatste niet eens waren,
bleek duidelijk uit 't debat, dat zich na de
keurige inleiding van den heer Ruiter ont
spon. Goed aangekweekte vaderlandsliefde
leert ook de handelingen van onze nationale
tegenstanders waardeeren, zal dus niet voe
ren tot chauvinisme. Alles, wat door onze
vijanden gedaan werd, moet niet dadelijk
in een kwaad daglicht gesteld worden, onze
voorouders wareu zelf ook zoo zuiver niet.
De conclusies, die inleider ten slotte maak
te, waren, dat de 200 a 800 uur, die aan 't
onderwijs in geschiedenis gegeven worden,
beter moeten besteed, beschavingsgesch.
is echter voor onze jeugdige leerlingen te
hoog, gesch. zooals die tot nog toe onder
wezen is, deugt niet, 't menschdom is steeds
opgevoed met moord, doodslag, verwoesting,
enz. we moeten dus iets anders zoeken, dat
beter is. 't Doel van ons gesch. ond. moet
zijn, de menschen hooger te stellen, liever
dus hun mooie daden aan de jeugd mede-
deelen, dan de leerlingen te laten „smullen"
van allerlei bloederigheid.
De heer J. Kleeuwens heeft enkele litte
raire voordrachten gehouden. Hy droeg de
beide gedichten van Marie Boddaert „In de
Smidse" en „Van twee Koningskinderen"
voor met zeer veel gevoel, vooral 't eerste
was prachtig te noemen, de wyze waarop
hij 't deed, dwingt bewondering af.
Na de pauze hield deze heer nog 'n voor
dracht over 'n Vlaamsche verkiezing naar
Justus van Maurik, waarin op 'n bepaald
komische manier geschetst wordt, hoe in
Belgie 'n verkiezing plaatsheeft. Wy, kalme
Hollanders, kunnen ods geen voorstelling
vormen vau de woeste tooneelen, die zich
daarbij afspelen, 't Applaus, dat den Heer
Kleeuwens ten deel viel beide keeren, was
wel verdiend en hij heeft ook 't zijne er
toe bijgedragen om de vergadering 'n groot
succes te doen worden.
De Heer Pollee uit Oude Tonge hield
causerietjes onder 't motto „Schetsjes uit
't tijdperk der zeeoorlogen" (naar Joh. H.
Been), waarin op uitvoerige wijze enkele
zeeslagen uit onze oorlogen met de Engel-
schen geschetst worden. Velen uit de verga
dering zullen 't misschien bloederig en
beestachtig genoemd hebben, anderen
juichten mogelijk alles als pure vader
landsliefde toe.
Nog werd door den Heer Pollee een korte
bespreking gehouden over 't toelatingsexa
men voor de R. H. B. S. te Middelharnis.
Hij begon met te zeggen, dat hij dit by de
rondvraag ter sprake had willen brengen,
maar 't nu als punt van de agenda op 't
programma zag staan, waarom hij dus fei
telijk onvoorbereid deze zaak, die zuoveel
stof heeft doen opwaaien, moest bespreken.
Ods inziens hoorde een dergelijke uiteen
zetting en 't onverkwikkelijk debat, dat
daarna gehouden werd, niet thuis op een
openbare feestelijke vergadering, 't Was
hoofdzakelijk een persoonlijke stryd, die
gevoerd werd en die beter achterwege had
kunnen blijven, 't Was jammer, dat de ove
rigens zoo goed geslaagde vergadering in
zooveel heftigheid en stryd moest eindigen.
Spreker gaat dan 't toelatingsexamen na,
dat vooral voor de Ned. Taal dit jaar veel,
veel te zwaar was, als bewijs haalt hij eenige
voorbeelden aan van dingen, die gevraagd
werden en die ook ons inziens voor 13- en
14-jarige leerlingen te moeilijk waren. Hij
bespreekt dan nog even zijn polemiek daar
over gevoerd met den Heer Pool in „Onze
Eilanden"; de Heer Pool ging niet op de
eigenlijke zaak, waarom 't ging, de te hoog
gestelde eischen, in, maar had 't te veel
over de inlichtingen door de H.H. Hoofden
verstrekt. Na deze uiteenzetting vraagt de
Heer Kappetein, leeraar aan de R. H. B. S
't woord. Hij heeft enkele bezwaren tegen
't door den Heer Pollee gesprokene. Spreker
komt op tegen de slechtheid en onbetrouw
baarheid van de inlichtingen van sommige
H.H. Hoofden. Hij geeft echter toe, dat de
opgaven in sommige opzichten voor ver
schillende leerlingen te moeilijk waren, maar
volgens spreker is de opleiding op de ge
wone scholen hier op 't eiland toch op den
goeden weg, dat heeft 't laatste toelatings
examen bewezen. Hij wil echter protesteeren
tegen de onbetrouwbare inlichtingen, die
soms gegeven worden en haalt daarvan
eenige typische voorbeelden aan, die reeds
door den Heer Pool in „Onze Eilanden" in
zyn polemiek met den Heer Pollee meege
deeld werden.
Er ontspint zich nu een vrij heftig debat
tusschen de Heeren Pollee en Kappetein,
dat 'n sterk persoonlijk tintje krijgt.
De Heer Pollee zegt in 1914 'n groote
fout gemaakt te hebben, maar dit ontneemt
hem toch niet het recht nu zyn luid protest
te doen hooren tegen de hoog gestelde eischen
van 't toelatingsexamen.
De Heer Bouman wil een middenweg
aanwijzen waarmee beide partijen tevreden
kunnen zijn. Hy heeft voorgesteld, dat een
minimum, dat door allen gemaakt moet
worden, aan de leerlingen zal voorgelegd
worden, verder een toegift, waaraan ieder
zyn krachten kan beproeven, maar dit uiet
behoeft te doen.
Na eenige discussies sluit de voorzitter
de vergadering en brengt 'n woord van dank
aan allen, die medegewerkt hebben om de
vergadering te doen slagen. Hij vindt'techter
jammer, dat op 't eind nog zulke heftige
persoonlijke discussies gevoerd werden.
Wegens 't vergevorderde uur had de Heer
van Eek geen gelegenheid meer om een
bespreking te houden over 't Herhalings-
onderwijs.
Verslag van het verhandelde in do ver
gadering van den Raad der gemeente
Nieuwe Tongeop 26 Sept. 1919.
Tegenwoordig de heeren J. Overdorp,
Burgemeester-Secretaris, A. Dorst, Dk. Bree
snee, C. de Haas van Dorsser, A. C. Bree
snee en L. NeJisse Lzn.
Na opening der vergadering met gebed,
zijn de notulen der vorige vergadering ge
lezen en onveranderd goedgekeurd.
Wordt gelezen een schrijven van Jobs.
Bakker alhier, d.d. 20 Sept. 1919 houdende
verzoek om geheele ontheffing van zyn aan
slag in de Hondenbelasting dienst 1919.
Besloten wordt aan den heer Bakker ge
heele ontheffing te verleenen.
Wordt nogmaals in behandeling genomen
de door B. en W. in concept opgemaakte
verordening tot regeling van do wyze van
uitbetaling der jaarwedden van de onder
wijzers aan de o, 1. school in deze gemeente,
en tot regeling van de inhouding dier jaar
wedden bij verlof tot afwezigheid welke in
de vorige vergadering was aangehouden.
Tegen deze verordening worden geene
op- of aanmerkingen gemaakt, waarna deze
met algemeeno stemmen wordt aangenomen.
Wordt met 5-algemeene stemmen be
sloten tot af- en overschrijving en toevoe
ging van enkele posten aan de begrooting
dienst 1919.
Daarop wordt overgegaan tot de uitloting
van een aandeel der geldleeDing groot
7500,-, ter. laste der gemeente, aflosbaar
op den 15 Febr. 1920. Door den heer Dk.
Breesnee wordt uit de daarvoor bestemde
bus getrokken no. 6.
Op de vraag van den Voorzitter, of nog
een der leden iets te vragen heeft of voor
te stellen, vraagt" de heer Dorst of er reeds
nadere stukken of berichten inzake den
landaankoop zijn ingekomen, waarop de
Voorzitter zegt, dat deze zaak eenige ver
traging ondervindt; by zijn bezoek aan den
Ambtenaar aan het Departement, welke
met de uitvoering van de Landarbeiderswet
is belast, was deze met vacantie, doch kreeg
hy de belofte dat de aanvrage om ver
hooging der som ingevolge art. 4 bespoe
digd zal worden.
Ook het Diaconie Armbestuur onder
vindt wat betreft de goedkeuring van het
Classic. Bestuur eenige vertraging, daar,
door geheime invloeden in deze gemeente,
een spaak in 't wiel gestoken schijnt te
zyn; deze zaak zal echter zoo spoedig mo
gelijk worden behandeld.
Door den heer de Haas van Dorsser wordt
gevraagd of de afsluiting van de Noordl.
Achterweg nog noodig js en of bij het
bouwen van de woning van G. de Geus de
rooiiyn van de straat reeds is aangegeven.
De Voorzitter zegt dat de Noordl. Achter
weg op advies van den straatmaker nog is
afgesloten, omdat de nieuwe straat inplaats
van medewerking, tegenstand ondervindt,
daar de sluitingen al eens zijn afgebroken
en over de straat is gereden, wat niet in
't belang der straat is, zoodat deze nog is
afgesloten.
Wat betreft de rooilijn voor de woning
van G. de Geus, hieraan wordt stipt de
hand gehouden en niet afgeweken van het
vastgestelde plan.
Ook vraagt de heer van Dorsser nog
eenige inlichtingen aangaande de vertraging
van de goedkeuring van het Classic. Best.
i.z. de landaankoop, waarop de Voorzitter
zegt dat de goedkeuring nog niet is inge
komen, omdat het besluit van het Diac.
Armbest. wordt tegengewerkt en het nu in
een groote vergadering van het Classic. Best.
zal worden behandeld.
De heer A C. Breesnee vraagt, voor wien
de kosten zijn van het maken van een be
stek voor de te bouwen woningen, ingeval
deze meer bedragen, dan de met Korteweg
overeengekomen som.
De Voorzitter zegt, dat de menschen met
Korteweg deze zaak moeten regelen ingeval
dit zoo is.
Door den Voorzitter worden aan de leden
nog eenige inlichtingen gegeven i. z. den
landaankoop, waarna de vergadering ia ver
band met de behandeling van het suppl.
kohier van den Hoofdeiyken Omslag in ge
heime zitting overgaat.