fen 1920. AAL. IILflIRE !s» Gulden rOBER a.s. EERSTE BLAD ringen van de kend, dat land- Offst 1920 fe r zaaigoed, kennis moeten tinnegracht 27 bij den Hoofd- or de provincie d. WAAL, te i pootgoed, of nde kweekers, n tegen over- euring in aan- leel te nemen, ig aangegeven yimissie Zuid-Holland t voor U alles, Inter Zonen bljjven de hoogste prjjzen te alles, wat U wenscht op feral le ontbieden;gratis 52-3 Zodbd, Oude Tonge. Siïf TE ZIERIKZEE. IEVEN in omloop ruim irkrjjgbaar: indbrieven 100 Middelharnis, Nieuwe- nsplaat en Oude-Tooge Ie Heeren Agenten en ten. Directie; H. J. KORtflKKE. E-NASSAU. lat 101, Rotterdam. Voonhuis", Tilburg. acties en geeft uit p afbetaling f 1,10 5—3 K~. Voorts preraiën eet na de trekking. Dordrecht, jratis toegezonden, n Notaris. AARLE-NASSAU. POS Oz.t Voor- sland. Melissant Oude Tonge Oude Tonge Zuidzijde Ooltgensplaat Ouddorp Goedereede Uitgegeven onder leiding van J. J. L. VAN ZUYLEN door de N.V. Uitgeversmaatschappij „Onze Eilanden", Voorstraat A16 Middelharnis. Telef. Interc. Ne. Adres voor Redactie en Administratie: Bureau „Onze Eilanden" te Middelharnis. 20. AGENTEN te: BrielleBoekhandel L. Kluit. HellevoetsluisBoekhandel G. M. van der Maesen. Ooltgensplaat: fa. Breur Zonen. Oude Tonge: H. Simonse. Nieuwe Tonge: W. van de Ree. OuddorpC. de Mooij. Stad aan't Haringvliet: J. C. Elvé. Dirksland: fa. Binkhorst Zaaijer. Melissant: H. Tieleman Cz.. Herkingen: A. Munters. Ben Bommel: J. Woudstra. OudenhoornA. Tuk. Zwartewaal: D. Hoftijzer Tzn. Nieuw Helvoet: J. Nooteboom. Rockanje: PI. Monster. Goedereede: Jac. v. d. Tol. Stellendam: N. J. van Dongen. Eiland Rozenburg: J. v. d. Vliet Cz., ZanddijkD 38. Middelharnis en Sommelsdyk: Bureau „Onze Eilanden". Zuidland: C. Ze ven bergen Nz.. Spijkenisse: G. E. van Gent. HeenvlietW. Hoepel Bz. Alle brievengaarders nemen advertentiën en abonnementen op dit blad aan. LANDVLIEGTUIGEN. Onder landvliegtuigen verstaan we vliegtuigen, die van het land af starten en daar weder op landen, in tegenstelling dus met watervliegtuigen, die alleen van het water af kunnen starten om daarop weder neer te komen. De landvliegtuigen zijn dan ook te onderkennen aan hun landingschassis, dat voorzien is van wielen, waardoor een vlugger opgaan en landing wordt ver zekerd. Aan een vliegtuig onderscheidt men de volgende hoofdonderdeelen: 1Motor met daaropgekoppelde schroef, 2. De vleugels of draagvlakken, 3. De romp roet plaats voor bestuurder, waarnemer en tanks, 4. Het landingschassis. 5. De verschillende stuurorganen, te onderscheiden in a. hoogtesturen voor veranderingen in hoogte, b. zijstuur of sturen voor veranderin gen in richting, c. ailerons of beweegbare bij vleugels voor het zijdelingsch evenwicht. Wat motoren aangaan, onderscheidt men vaste of s'ationaire motoren en rotatie-motoren. Bij de laatste draaien cylinders en carter mede rond en maken, althans bij de meesten, betzelfde aantal omwentelingen als de schroef. De motor brengt door draaiing van de schroef, die uit 2 of 4 bladen bestaat, de trekkracht te weeg, benoodigd om het toestel te doen vliegen. Door eene voorvvaartscbe verplaatsing door de lucht met een bepaalde snelheid en onder een feuilleton. johanna van vrijenban. Oorspronkelijke Roman door JAN VAN GELDER (Nadruk verboden). zekere hoek ten opzichte vaD de bewe gingsrichting van de draagvlakken of vleugels, wordt het vliegtuig in de lucht gehouden. Deze voorwaartsche verplaat sing kan plaats vinden met of zonder behulp van den motor, in het laatste geval echter is verlies aan hoogte nood zakelijk (vol plané). Als meest gebruikelijke vorm voor onderbrenging der bemanning en be vestiging der hoogte- en zijsturen heett men thans gekozen de rompvorm, daar deze vele voordeelen biedt boven de open- staartvorm, waarbij de bemanning, olie- en benzinetanksin een schuitje zijn onder gebracht, waarvoor of waarachter de motor en schroef zijn gemonteerd. De verbinding van de besturingsorganen en de celluie (draagvlakken) wordt verkre gen door 4 door stijlen (montants) en kabelsonderling verspannen staartbuizen, die niet met doek zijn overtrokken. Achteraan den romp zijn bevestigd het verticale zij- of richtingsstuur en het horizontale hoogtestuur, terwijl aan den achterkant van de uiteinden der vleugels of alleen van de bovenvleugel de ailerons of beweegbare bijvleugeltjes zijn aange bracht voor het zydelingsch evenwicht. Bij een vliegtuig heeft men dus te maken met 3 soorten van stabiliteit, hoogte, breedte en lengte; door eene combinatie der drie opgenoemde stuur organen houdt men het toestel geheel in evenwicht, en kan men ook het toestel alle willekeurige standen doen innemen. Om een kort overzicht te geven van de ontwikkeling der vliegtuigen moeten we teruggaan tot den aanvang van den oorlog in 1914. De toen uitgebrachte toestellen waren voor het meerendeel de 2 persoons verkenningsvliegtuigen (z g.n. type militaire). Het groote belang der vliegluigen kwam eerst tot zijn recht, toen de bewegingsoorlog overging in een stelling-oorlog, dus toen na den slag aan de Marne in 1914 de voorwaartsche be weging der Duitschers werd stop gezet. De taak der cavalerie als verkennings- en ophelderingsorgaan moest toen worden overgenomen door de vliegtuigen en na dat tijdstip werd met koortsachtigen ijver aan de verbetering en volmaking der vliegtuigen gewerkt. Geld speelde geen rol, fabrieksge ieimen of technische ge heimen, patentrechten bestonden niet meer; de eene fabriek maakte gebruik van en bouwde voort op de gegevens van baar concurrent, werd zelfs ge dwongen diens vliegtuigen na te bouwen zoo deze beter voldeden dan eigen maaksel. Daar de oorlogvoerende mogendheden een suprematie in de lucht van het groolste belang achtten, was bet le be grijpen, dat zij, ieder voor zich hun uiterste krachten inspanden om dat doel te bereiken. Dit leidde tot hel aanbrengen van mitrailleur-bewapening op de toe stellen en tot verbetering van het afweer geschut. De afweerkanonnen noodzaak ten den vliegers grootere hoogten op te zoeken, dientengevolge moest men snel ler en hooger stijgende machines hebben en daar de mede te nemen belasting ook grooter werd (mitrailleurs, patronen, photographie-toestel, draadlooze telegra fie, bommen enz.), werden de motoren sterker. Waar men bij het begin van den oorlog kon volstaan met motoren van maximum 100 H.P. eneenoorlogs hoogte van 1500 M., zag men aan het einde als minimum 130 H. P. motoren, en dat dan nog voor de lichte 1 persoons jachtvliegtuigen met als maximum een 6 motorig vliegtuig, waarvan elke motor 300 H.P. gaf, terwijl de oorlogshoogte 33) Van Vloten sprong in het zadel en reed spoor- stags heen. Tarkof begat zich terug naar het slot, waar hij Johanna in de benedensalon vond. „Nog een kopje thee?" vroeg ze. „Welja. Waar zjjn de anderen? „Nog steeds in den tuin". „Ik had ook maar weg moeten gaan", vond Tarkof. „Waarom? „Wel, dan had U ook in den tuin kunnen wezen". „Johanna kleurde, zjj riep: Foei, mijnheer Tarkof', maar overigens deed ze het beste, wat ze in deze situatie doen kon en lachte hartelijk met den resident mee. HOOFSTUK VIII. De herfst duurde dat jaar lang. September had onafgebroken mooie dagen gegeven. Daarna was het weer omgeslagen, maar halfweg October had het zomersche weer zich nogmaals verheven en tot verin November hadden de boomen hun bladeren en de weiden hun groenen dracht be houden. Gelyk zulks soms meer gebeurt, liepen de boomen weer uit juist alsof het voorjaar was en op „IJselo" stonden eeD paarkanstanjeboomen voor den tweeden maal in bloei. In zjjn herinneringen nam deze herfst voor Van Vloten later een verschrikkelijke plaats in. Hjj had aan zijn voornemen gevolg gegeven en aan Van Vrjjenban de hand van Johanna ge vraagd. Deze had hem ronduit zijn meening ge zegd en opgemerkt, dat hjj liever een anderen schoonzoon had gehad, maar apiés tout op Van Vloten ook niets tegen had. „Ik vind je een Hinken, sympathieken kerel' aldus had de graaf zich uitgelaten „eu mjjn bezwaren liggen niet in je persoonlijkheid. Goed er mogen fouten in je verleden zijn, maar daar stap ik overheen. Moeilijk is het voor mjj, om roe te verzoenen met je burgerlijke afkomst. Daar voel jjj niets van. Enfin, Johanna wil je hebben en dat geeft den doorslag." Van Vloten zelf had deze manier van doen solide gevonden. In zjjn bari bad bij een weinig den spot gedreven met de gefingeerde „aarze lingen" van zjjn toekomstigen schoonvader, eenvoudig het vermogen missende, om iets van diens levensbeschouwing op dat punt te begrij pen. Hjj had IJselo als huwelijksgift gevraagd, maar daar had Van Vrijenban niet aan gewild. Ronduit had hjj toegegeven, dat het kasteel met de aangrenzende landerijen slechts een bezit in naam was, maar het was sinds eeuwen tainiliegoed geweest en moest familiegoed bljjven. Er was twist over ontstaan. Van Vloten had gedreigd de hypotheken op te koopen en met tertijd het goed onder den hamer te brengen, doch daartegenover bad de graaf met een duren eed gezworen, dat er dan van een huweljjk niets zou komen. Het was toen een oogenblik hard tegen hard gegaan en waarschijnlijk zou Van Vloten zjjn dierbaarste wenschen nog aan zjjn koppigheid geofferd hebben, als Johanna niet tusscheubeide was gekomen en de twee maDnen verzoend had Immers er was op den „Dodenkamp'' nog terrein g$noeg om er een nieuw slot op te zetten en wat zou er tegen zijn geweest naast het oude „JJselo", een waar diger en grootscher „Nieuw IJselo" te doen verrjjzen? Aldus was dan besloten en men had het goedgevonden de verloving publiek te maken tegeljjk met deeersle-steenleggingvan het nieuwe gebouw. Voor Johanna en Van Vloten waren nu heer lijke dagen aangebroken- Zjj mochten thans on gestoord genieten van elkanders bjjzjjn. In deze wonder schoone natuur onwikkelde zich hun liefde met een kracht, en een glorie, die hun leven voorgoed richting en structuur gaf. Samen brachten zjj hun dagen door op den IJsel ot in de bosschcn. die deel uitmaakten van den „Dol- lenkamp". Vooral op Johanna had de liefde een geweldigen invloed. Zij was de jongste en nog in dat tijdperk, waarin de hartstocht ontwaakt, als de rozenroode dageraad van bet leven. Met recht kon beweerd worden, dat zjj voor dien tjjd niet geleefd had. De prille jeugd gaat den tusschen 4 en 6000 M. lag. De verschillende opdrachten, die het vliegtuig moest uitvoeren, waren zuo uiteenloopend en strijdigmetelkaar, dat van een standaard-type geen sprake kon zijn. Aan het einde van den oorlog had roen dan ook de volgende types: I. Verkenningsvliegtuigen, voor het doen van verkenningen, nemen van foto's enz. II. Jachtvliegtuigen, bemand met 1 persoon, voorzien van 2 vaste door de schroef schietende mitrailleurs, of 1 vaste en 1 beweegbare mitrailleur. III. Bombardements-vliegtuigen, toe stellen met 2 of meer motoren. IV. Aitillerie-vliegtuigen, bestemd voor het leiden van het Artillerie-vuur en waarneming der te beschieten doelen. V. Infanterie-vliegtuigen, laagvliegen- de toestellen, waarvan de vitale deelen (motor, bestuurder, tanks en waarnemer) gepantserd zijn en die o m. dienen voor het verband houden met eigen infanterie tijdens een aanval. Nu echter met de vrede de oorlogstaak der vliegtuigen is geëindigd, biedt de aviatiek voor snel verkeer ongelimiteerde mogelijkheden. Wel is waar zullen nog veel moeilijkheden overwonnen moeten worden, zal nog veel aan de bouw en inrich ting der moderne verkeersmachines veranderd en gewijzigd moeten worden eu last not least staat of valt het geheele luchtverkeer met de mate van betrouw baarheid der motoren of de aanwezigheid van niet te ver van elkaar gelegen landingsterreinen. De tegenwoordige ver- keerstoestellen zijn tot op ditoogenblik gepacificeerde bombardements-vliegtui gen, met goede oorlogseigenschappen, doch die voor verkeersdoeleinden niet rendeerend zouden zijn, daar ze alles behalve economisch arbeiden. mensch voorbji als een doellooze dag, waarop vaak een nacht volgt vol duisternis en ellende. Doch wanneer het Nootlot ons oproept tot het volle menscbenleven, dan verrjjst na dien nacht een heerljjke morgen vol licht en vol belofte. Dan ontwaken in de ziel ongekende krachten en ongemeten energie. De wereld erlangt een nieuw aanzijn, wanneer men haar aanschouwt, brandt zij zich in den menschengeest in en deze indrukken zjjn onuitwischbaar en behouden levendigheid en diepte tot in verren ouderdom. Op haar verre tochten met Van Vloten, langs de heidevelden en de akkerlanden, verbaasde Johanna zich, dat zij nooit moe werd, dat zjj des morgens verkurkt opstond na gezonden slaap, bereid hem te volgen, waar hjj haar voeren zou. Van Vloten lachte dan en gaf als veronderstel ling, dat zjj het langzaam wel leeren zou, maar bjj was menscbenkenner genoeg om het anders te weten. Hij herinnerde zich zjjn eigen jeugd, de moeilijkheden, waarmee hjj te worstelen had gehad, voor hjj klaarheid had gebracht in zijn ziel. En soms benijdde hjj Johanna, dat zjj zonder verdriet en ellende het leven inging. Hjj had anders gekend en feitelijk had hij vanaf zjjn vjjf en twintigste jaar niet anders dan hopeloos gevochten om vrede en harmonie. En vandaar dat zijn liefde anders was, en dat hem dat ook helder voor den geest stond. Voor Johanna was de oorsprong van haar gevoelens een raadsel en wanneer Van Vloten vroeg, waarom zij hem liefhad, moest zjj het antwoord schuldig bljjven. Voor toekomstig luchtverkeer komen m.i. alleen in aanmerking de meer motorige toestellen, die in staat zijn zich in de Jucht te houden, ook al valt een gedeelte der motorkracht wegens defect uit. W. G. J. Versteegh. Land- en Tuinbouw. Uit de praktijk—voor de praktijk. De Heer O. te R. vroeg mjj inlichtingen omtrent de voedering van zijn vee. Hy schrjjft: Wil U mg berichten of het voeder rantsoen van mgn vee goed is? Het zjjn vaarkoeien, levend gewicht ongeveer 550 pond. Het doel is: melkende weg wat vleesch er op te krjjgen. Ik geef ze per dag ieder 15 K.G. pronkboonen, 25 K.G. bieten, 1 K.G. mais, 1 K.G. ljjnmeel, 2 K.G. goed hooien nog een paar K.G. pronkboonen ranken. Natuurlijk wil ik den geachten Vraag steller zeer gaarne van dieDSt z(jn; doch de door hem verstrekte gegevens zijn van dien aard, dat ik daarop niet recht durf in te gaan. Daar is vooreerst het levend gewicht, 550 ponden I Dat is slecht 275 K.G. En dat wil mjj nu wel wat heel weinig voorkomen. Ik weet wel dat het niet zoo heel gemak kelijk is, het levend gewicht te taxeeren, maar 276 K.G. is toch zeker niet goed. Dat moet te laag z(jn. Vaarkoeien, die men melkende vet wil maken, zullen toch, dunkt mij, bjj den aanvang van de periode licht zoo'n 400—450 K.G. wegen. In de tweede plaats meen ik le moeten betwijfelen, of de opgave het kwantum pronkboonen betreffende, wel juist is. 15 K.G. per dag komt mg bepaald wat heel veel voor. Die opgave moet op een misver stand berusten. Ik verzoek dus den Geachten Viaagsteller zjjne gegevens nog eens te willen nagaan en mij de uitkomsten van zijne betrekke lijke overwegingen te doen toekomen. Om hem een beetje op streek te helpen „Ik houd van je," zei ze dan eenvoudig „en ik zou nooit van een ander kunnen houden." Doch voor hem bleef dat een phrase. Hij zag weliswaar in, dat hjj zelf den tijd had doorge maakt, dat hij precies hetzelfde zou geloofd hebben, maar hij hield rekening met het feit, dat hjj vroeger wel anderen had liefgehad en nochtans die liefde was vergelen voor een nieu were. En daarom gaf hij zich rekenschap van zjjn gevoelens en met een soort cynisme over woog hjj dan, dat bjj Johanna gevraagd had, omdat zjj ouchter beschouwd (och de eenigste was, die hij vragen kon, wijl hjj immers niemand anders kende en Eu zij evenmin Evenwel was zjjn neiging diep en oprecht en hjj was de eerste om te erkennen, dat zij een omwenteling had gebracht in zjjn leven. En met volle overtuiging liet lig zich meevoeren door den stroom van nobele aandoeningen, die in hem ontwaakte. Inderdaad had hjj recht dezen tjjd verschrikkelijk te noemen, want de herinnering daaraan heett naderhand zijn leven dubbel verbitterd, en zulk een verlangen in zijn ziel gelegd, dal bij het nimmer te boven kwam. De derde week in November veranderde het seizoen. De wind die lot dusver constant uit het Oosten had gewaaid, liep om naar het Zuid- Westen en huilde eenige dagen als een storm over het land, terwijl zware regens de wegen in poelen en de landerjjen in moerassen her schiepen. (Wordl uemolpd.) Dit blad verschijnt iederen ZATERDAGMORGEN. Prijs per kwartaal bij vooruitbetaling. f 0,75 Losse nummersf 0,07' VRIJDAG 3 OCTOBER 1919 1E Jaargang. N°. 48 Advertentiën van 1—6 regelsf 0,90 Elke regel meerf 0,15 Bij contract aanzienlijk korting.

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1919 | | pagina 1