teuSial EERSTE BLAD |_19. ^LLENDAM. t K d. v. FJ. Rooi en N v 'efernelta, d. v R 7 acob Anthonie, z. v.Czeedfik SwSJSl'lx" G- Br«ki»aa, aeussanf) j. en E. JJoord- i'llSTrK6" fe"J° I;; K'ink 9 ra„,i. 7 wed rl:ioiii«r' j. Leendert Troost, 8fij. ech^j' I EDEREEDE. h'd-v- ▼•d. Wende Pz. p^-^s- 'a°is' wedl"™ ™n Didudu, JDDOBP. V'/?""1 Hock en Eliza- 'y Z"»T»r?" 7; d- Mast eo J. }^?ir,ten J-Nieuwen- J. Noteboom en P. Braber Png,jia. 25j. enWiiSge a Holster, 72 i wm„ am Nieuwlaod, 75 j.'geh! p TONGE. bv7J^es ved" Teunis de Leeuw eo cl.' «sjsr--* haringvliet. Mariana eao Oaiorne en p haan Jacobus, z. v B!i m yan Sphnter nie Wesdijk, jm. 201' en bptfvanMiddelbarnisijd .im. 20 j. en Engeltje Jo- B>etsluis. Hi September. Poortvliet, d.; J.Das- B'ster, jm. 29 j. en H. VV -. a. Jongepier, jm. 24.j) fmg. jm. 52 j. en F r P W°TBvim-26 j' en V Foster, jm. 29 j. jri.')22f.'A ",0Dgeia"' Ojrp, Jin. 21 j.; j n Iguslus 1919. lendr/tus, z. v. J. 4af. Gerritje Jannetje, d. v fieearda Anlje.d.v; ■et, Aagje, d. v. P M mom; Annetje, d. v. c. er «n Vermaal - F Ïïg*+V' Mol'en en H. VVVermeulen Aoomers. j.i B. Trouw JeJoaker,56j.wednw. hoo'rn. mat us 1919. ■- H Boutkan en C. J uzanna, d. v. J. A. den •r, 30 j. en C. van Diik, 5 J- en M. E. ran der Mr, 26 j. pa C G a 1,23 j. en P.Sjouw,20j. gen, 72 j. echtgenoot vf J- (van Bolter- ecbtgeaoote van L. ^AAL. -omelia Vrij, 29j.en °°>J. 38 j. J'-5'J*cn 31 j - en Jacoba Voogt van Rooij, 33 j. en Hj. weduwnaar van a biljetten te bezorgen bit AN BUUREN te Middel of op 13 September 1919, entingen te bekomen zyn. rij willige Verkooping. ,Z0M®9Ae SEP- 1819 on Afslag W0EXS- SPTEMBEK1919, telkens 7 uur (zomertijd/ ia het B. Snnls te Stad aan 't van het 'is en Erf laden Sindsdien Zeedijk Haringvliet, kad. toot 1 Are 85 centiaren, Van de0 beer M. HI.Pz. Notaris VAN BUUEEN. fltisctie-Geneesmlddelen gratis prijscourant. GERRITSEN iat 94a - ROTTERDAM Dit blad verschijnt iederen ZATERDAGMORGEN. Prijs per kwariaal bij vooruitbetaling. f 0,75 Losse nummersf 0,07s ZAtERDAG 20 SEPTEMBER 1919 I6 Jaargang. N°. 46 Advertentiën van 1—6 regelsf 0,90 Elke regel meerf 0,15 Bij contract aanzienlijk korting. Uitgegeven onder leiding van i. J. L. VAN ZUYLEN deer de N.V. Uitgeversmaatschappij „Onze Eilanden", Voorstraat A 16 Middelharnis. Telef. Interc. No. 20. Adres voor Redact.e en Administratie: Bureau „Onze Eilanden" te Middelharnis. AGENTEN te: Brielle: Boekhandel L. Kluit. HellevoetsluisBoekhandel G. M. van der Maesen. Ooltgensplaal: fa. Breur Zonen. Oude Tonge: H. Simonse. Nieuwe Tonge; W. van de Ree. Ouddorp: C. de Mooij. Stad aan 't Haringvliet: 3. C. Elvé. Dirksland: fa. Binkhorst Zaayer. Melissant: H. Tieleroan Cz.. Her king en: A. Munters. Den Bommel: J. Woudstra. Oudenhoorn: A. Tuk. Zwartewaal: D. Hoftyzer Tzn. Nieuw Helvoet J. Nooteboom. Rockanje: PI. Monster. Goedereede: Jac. v. d. Tol. Stellendam: N. J. van Dongen. Eiland Rozenburg: J. v. d. Vliet Cz., ZanddijkD 38. Middelharnis en Sommelsdijk: Bureau „Onze Eilanden". Zuidland: C. ZevenbergenNz.. SpijkenisseG. E. van Gent. Heenvliet: W. Hoepel Bz. Alle brievengaarders nemen advertentiën en abonnementen op dit blad aan. LEESZAAL EN BISLIOTHcEK. De zaak is van te veel belang, zoo schreven wij de vorige week onge eer, ora zo'> maar eveuljes te worden be handeld en afgemaakt. Vooral de vraag, we ke lektuur er moet liggen en we ke moet worden geweerd, is niet zoo ge makkelijk uit te maken. Daar wij eenige ervaring hebben opgedaan met een door ons opgerichte leeszaal en bibliotheek, zij het in kleiner afmeting, in den mili tairen dienst op ons uitgestrekte fort, willen wij op verzoek, aan deze zaak gaarne een artikeltje wijden. Wij doen dat in aansluiting aan de uitnemende dingen, die de heer Buur- veld heelt gezegd op de publieke ver gadering van den vrijzinnig-democra- tisehen bond verleden week Zaterdag. Wij boeven niet te herhalen wat hij gezegd heelt, onze lezers vinden t|at elders in dit nummer van ons blad. liet zou zeer zeker gansch verkeerd ziju, een gelegenheid op te richten, waar ieder zonder eenig onderscheid alle lek tuur, die hij verlangt, zonder eenige raadgeving of verhindering, zou kunnen vinden en lezen. Immers afgezien van de vraag naar bet zedelijkheidsgehalte van veel, wat als lektuur op de markt wordt gebracht, is een boek zeer nuttig vooreen bepaalde categorie van menschen, terwijl datzeltde boek voor anderen bepaald verdertlijk moet worden geacht. Denk bijvoorbeeld maar aan boeken over de kunst van het teekenen. Daar zullen in een leeszaal stellig boeken over moeten te vinden zijn. Maar het is daarom nog niet gewenscht, aan iederen jong n elk willekeurig boek over de proporties van het menschelijk lichaam in handen te geve». Er wordt allerlei uitgehaald, wat er niet inzit, maar wat toch op de verbeelding van zoo'n jongen verderflijk kan werken. Zoo, om een ander voorbeeld te noe men, een blad als de Tribune. Men zal mij wel uiet verdenken van Bolsjewis tische tendenzen. En toch zou ik niet graag het orgaan van de communistische partij missen in een leeszaal, al was het alben, maar bierom, dat ikzelf op de hoogte wil blijven van alle geestelijke slroomingen in Nederland en daarbuiten en het toch ook niet aangaat, je op alles te abonneeren Wil ik in staat zijn, het communisme behoorlijk te bestrijden, dan moet ik het verschijnsel bestudeeren uit de bronnen zelf, en daarvoor heb ik de Tribune zeker uoodig. Maar dat wil niet zeggen, dat ik het gewenscht acht, een jongen van de II.U.S. op een leeftijd, waarop ieder fatsoenlijk jongmeusch nu eenmaal wat wild en oproerig is aan gelegd, opruiende lektuur iu handen te geven. De Tribune zal mij niet opruien maar genoemden jongen wel. Nu is hel heel gemakkelijk, hel stand punt in te nemen, dat men zich moet onthouden, wanneer men twijfelt, maar dan blijft er werkelijk weinig over wat ieder goed vindt. Uit den aard der zaak vindt eön sociaal democraat De Standaard even verderflijke lectuur als een anti revolutionair Het Volk. Er is natuurlijk een aantal bladen en boeken, dat volgens algemeen mensche lijk oordeel tot de pornografie behoort en dat dan ook met alle kracht zal moeten worden geweerd. De grens is voor iemand met een -uimen blik niet moeilijk te trekken. FEÜILLÜTOrV. johanna van vrijenban. Oorspronkelijke Roman door JAN VAN GELDER (Nadruk verboden). 31) „Ik dacbt, dal jelui bloemen zoudt meebren gen," vroeg Van Vrijenban. Johanna verraadde zich door te blozen, doch baar gezel zei met de hem eigen rustigen glimlach. „Ik had de freule beloofd bilzenkruid voor haar te zoeken, maar we kunnen het niet vinden." „Foei", zei Mevrouw, wat een idee om naar zulk vergiftig goed te verlangen." „Och,'l was louter nieuwsgierigheid, Mevrouw," verzekerde Johanna, „ik heb nog nooit bilzen kruid gezien en mijnheer Van Vloten beweert, dat het zoo'n eigenaardige plant is." „Maar we hebben wel wat anders gezien. We zagen in de verte het volk naderen met de paarden." „Drommels, hoe laat is hel dan?" riep Van Vrijenban opspringend. Men haalde de horloges voor den dag en het bleek half vier te zijn. „We moeten vlug weg, als we tënminste de roijte willen volgen, die we ons zelf voorgeschre ven hebben. Wie gaat even de anderen roepen?" „Ik zal wel even gaau", zei Tarkof en ging de Toch zal er eenige leiding noodjgzijn vooral voor hen, die in een leeszaal komen om voedsel voor hun geest, per sonen, die zich willen ontwikkelen, en die men toch niet zoo maar los kan laten op al wat daar in de kasten staat en op de tafels ligt. Er zijn tsvee middelen, die dringend noodzakelijk moeten worden toegepast, om de verkeerde invloed, die stellig van een openbare leeszaal ook kan uitg an, te weren. Daar is in de eerste plaats zeer uil- nemende leiding. De bibliothecaris en chef van de leeszaal moet een buiten gewoon mensch zijn. De eisehen, die aan dien man moeten worden gesteld, kunnen niet hoog genoeg genomen worden. Hij moet algemeen ontwikkeld zijn, op elk gebied op de hoogte van zijn tijd zijn. Hij moet voorts met menschen kunnen omgaan, vooral met jonge menschen, hun vertrouwen weten te wekken, en hun vraagbaak worden. Van hem moet in een woord leiding uitgaan. Zonder zich op te dringen, moet hij van zelf door de menscben, vooral de jonge men schen, die in de leeszaal komen, worden gevraagd om zijn meening en zijn raad. Hij moet, zonder barsch te zijn, en zonder te verbieden, taktvol de verkeerde men schen afhouden van de verkeerde lektuur. Het is een taak, die bijna niet door een rnensch kan worden gedragen, en daar om zou h t zeer wenschelijk zijn, een raad va» bestuur van b.v. drie leden te benoemen, die alle met hart en ziel zich wijden aan hun taak en den directeur krachtig steunen met raad en daadeen drietal personen, die zelf zoo dikwijls mogelijk iu de leeszaal komen, zitteu te praten met de bezoekers en hun we> ken geven. Op deze wijze alleen kan een lees zaal en bibliotheek woiden een instituut van volksontwikkeling en volksopvoeding, gelijk toch de ware bedoeling van een dergelijk instituut is. Daar is nog een tweede punt, dat wij zouden willen noemen. Het werk van de leeszaal, dat op zichzelf dood is, moet worden gesteund en gedragen door bet levende woord van personen, die lezingen en vooj drachten komen boude» over ver schillende onderwerpen. Daarom zouden wij het zoo toejuichen, als de zaak niet te bekrompen werd opgevat, maar aan de leeszaal werd verbonden een zaaltje, waaraan wij zoo'n groot e behoefte bebben op ons eiland, een zaaltje waar gelegen heid is voor het doen houden van voor drachten en lezingen. Op bet gebied van kunst worden wij hier niet verwend. Kunstgenot, de vereeniging, doet wel veel, maar er kan nog veel meer gedaan worden. Ontspanning kan zeer goed samengaan met ontwikkeling. Als men bier voor een publiek uit het volk een uitvoering geeft van stukken van Chopin of Bach of men draagt een stuk voor uit een drama van Shakespeare, zal het hoogstwaarschijnlijk door het volk ver velend en onbegrijpelijk worden ge vonden. En toch is het zeer goed moge lijk, het op te voeden tot waardeering voor wat werkelijk hooge kunst is. Wij hebben in dienst daarvan alleraange naamste ondervindingen opgedaan. Op ons fort hadden een vriend en ik in een winter de soldaten, toch ook jongens uit elk milieu en uit eiken kring, voor d groote meerderheid zelfs vrij onontwik keld, zoover gebracht, dat ze niets meer moesten hebben van het gewone gehalte van uitvoeringen, als gegeven werden namens de afdeeling Ontwikkeling en Ontspanning van het algemeen hoofd kwartier, door slangenmenschen, twijfel achtige duo's enzoovoorls, maar dat ze struiken in, terwjjt by in de banden'klapte en riep: „Renawoude, Van Asperen!" Labori begaf zich naar den anderen kaDt e schreeuwde: Jonker Jan, freule Romelia! Mevrouw Van Zandwijk vertrok onderwijl met Johanna naar het rijtuig, waarmee z(j zich samen naar IJselo zouden begeven. De anderen bleken zich slechts weinig verwijderd te hebben en spoedig was het gezelschap weer voltallig. Men volgde hel zandpad, waarlangs men was gekomen en weldra lag het „Muizenveld" verlaten en slechts het plekje bij het meertje, waur de grond bedekt was met papieren, glasscherven cn vruchtenscha len getuigde van de menschen, die hier dien morgen geweest waren. Van Vrjjenban dreef ieder aan lol haast terecht bewerende, dat de tjjd beperkt was. Men steeg spoedig op en achter elkaar gingen de ruiters door den drogen sloot langs het bosch, die op dit oogenblik een uitstekend pad voor de paarden vormde. De graaf ging weer voorop en Vau Violen- sloot den stoel Hjj had opzelteljjk deze plaats uitgezocht om rustig te kunnen voortrüden.alleen met z'(jn gedachten zonder dooreenandergestoord te worden. Voor zich zag hjj den breeden rug van den notaris en deze hield niet veel van praten en nam trouwens in dit gezelschap nog altjjd de égards in acht, die hij meende aan zjjn princi palen verschuldigd te zjjn, zoodat hjj zonder uitnoodiging geen vertrouwelijk gesprek begon. Plotseling kreeg Van Vloten behoefte aan een dollen rit en h\j boog zich naar den notaris over „Ik heb mjjn mes ginds laten liggen. Ik ga even terug. Als ze Daar me vragen zeg dan maar, dat ik aanstonds kom." Labori knikte zwjjgend.de ander wendde zjjn paard om en snelde langs den boschrand terug. Op de plaats gekomen,waar hjj zoo juist gezeten had, hield hij zijn paard in en verdiepte zich een oogenblik in het goddeljjkeschouwspcl.dat de hemel aanbood, Een weemoed steeg als een golf in hem op, en hjj begreep, dat het een onzienljjke macht was, die hem teruggetrokken had naar de plaats, waar hjj daareven een geluks extase had doorleefd-Hjj liet zijn paard het zand pad volgen en bij voortduriug had hij het denk beeld, dat de schaduwen van nimfen over zijn pad vielen en dat een zilverachtig lachen blonk tusschen het geruisch van de boombladeren. Het was hem wondervreemd te moede. Hjj naderde het „Muizenveld" en verbeeldde zich elfen te zien vluchten in hel omringende struikgewas. Verlaten baadde het giasveld zich in het zon nelicht, er bevond zich geen enkel levend wezen maar de lucht was vol van een geheimzinnige trilling. Een korte wijle kreeg hij een bang gevoel, maar dat ging spoedig over ineen verdriet, dat hem vertrouwd voorkwam, ats een oude bekende. Een paar malen liet hjj zjjn paard het grasveld loopen, zjjn oogen speurden langs den grond, als zochten zjj hel jachtmes, dat hi! toch op zjjn buks bevestigd wist, met geweli moest hij zich uit de omgeving losrukken en het geschiedde mei zulk een inwendige smart, dat hij hot uoodlottig gevoel kreeg, dal hjj zjjn kost baarste geluk hier had verloren en moest achter laten Hjj wilde niet meer terug naar de heide, maar reed langs ljet meertje naar den straatweg. Indien hjj dezen volgde, zou hij het gezelschap zelfs langs een korten weg kunnen bereiken. Maar hjj maakte geen haast, want hjj was ervan overtuigd, dat de snelheid waarmee men voort ging. niet groot was. Bovendien was hij liever alleen met zijn gedachten. De weg, dien hij volgde, was juist geschikt om de wonderljjke stemming, welke hom bcvaDgen had, te bevor deren. Het was een van die stille straatwegen, zooals men ze alleen in onze zandstreken aantrelt, aan beide zjjden begrensd door dichte bosscheD, die den weg als hooge muren vergezellen en ervan gescheiden ziju door een smalle strook grond, bedekt met dor gras. Soms opent zicb een schrale weide, links of rechts en ziet mei een boschwachtcrswoniug, een schaapstal of een klooster Die wegen schijnen thuis te belioorcn in een vreemd land, men ontmoet er weinig menschen, een scharensliep of een kermiswagen met Zigeuners. Van Violen voelde zich volkomen aanpassen hjj die omgeving van louter rust en vrede. Hjj ondervond de natuur in haar machtige openbaring, wanneer zij namelijk onmiddellijk spreekt tot de ziel en haar eigen stemming daar in over plant. Het mystieke, dat somtjjds aan de natuur ten grondslag ligt, leefde op dit oogen blik sterk in het landschap en voerde strijd met het koele levensinzicht van den ruiter. Hij voelde Politiek debat in Tohoe Wabohoo. De heer van der Maes vraagt h6t woord. Een nichtje van zija dienstbode is onlangs bij hem gekomen en heeft hem medegedeeld dat haar vader, een partijgenoot van den spreker, gehoord zou hebben, dat een zekere heer Leendert Jansen uit goede bron wist, dal bij de laatste gemeenteraadsverkiezingen te Tohoe Wabohoe zou zijn geknoeid door des sprekers tegenpartij. Hij deelt daarover een en ander mede. In zyn antwoord deelt de voorzitter en spreker van den avond mede, dat hij onder eede verklaren wil, dat er van deze praatjes niets, maar dan ook niets waar is. De debater, de geachte debater, neemt dit voor kennisgeving aan, maar is toch niet. overtuigd, dat de berichten van het nichtje van zjjn dienstbode niet juist zouden zijn. Zij heeft nog nooit gelogen zoover hij weet. De spreker vaD den avond zegt hierop, dat hij niet begrijpt, dat de geachte opponent dan niet regelrecht naar den voorzitter van zijn tegenpartij is gegaan, en de zaak heeft verteld, ten tinde een onderzoek mogelijk te maken. Neen, zegt de debater, ik heb direkt gezegd, dat onze partij er te hoog voor moest staan iets om deze praatjes te geven en doen moest alsof er niets gebeurd was. Waarop de voorzitter dan weer vraagt, waarom hij er dan op deze politieke verga dering mee aan komt zeulen. Ziedaar, lieve lezers, de politiek. Wij heb ben meermalen betoogd in ons blad, dat politiek een vies ding is, en dat we er ons liever niet aan zouden bezoedelen. Nadat wij bovengenoemd debat hebben meegemaakt, moeten wij erkennen, van de dwalingen onze3 weegs tezijn teruggekomen. Voortaan zullen wij de politiek heel mooi vindeD. Wij hebben ons vergist. Het boete kleed ontsiert den man niet. de zaal geheel vulden en ademloos van begin tot einde een voordracht volgden deze momenten als wonderschoon, maar aarzelde, of bjj ze ook zwak zou Doemen. Iu zjjn hart was hij fatalist en zonder het te durven bekennen, geloofde bij aan de onzienlijke machten, in wier handen ons bestaan slechts een speelhal is. En hij twijfelde en neigde evenwel tol een aan vaarden dat een kracht sterker dan de zijne, hem had teruggedreven naar hel „Muizenveld" om hem te waarschuwen Hjj Irachlle koel te redeneeren. „Zulke oogenblikken zijn uiij niet vreemd en ze zullen ieder mensch wei overkomen. Ik beu wat overspannen, ik ben bang voor het geluk Is niet de liefde een gewoon verschijnsel Ik ben toch geen kind meer, dat ik zal gaan droomen als een maanzieke Pierrot op klaarlichten dagt Hjj zocht in zijn binnenzak naar sigaren en begon te rookeu. De leugels hingen slap op den nek vau hel paard, dat zich gemakkelijk geschikt had in den slentergang, die zijn meester had goedgevonden. Deze scheen totaal te vergeten, dal zijn jachtgenooten hein een groot eind voor kwamen. Links eindigde het bosch en maakte plaats voor de heide, die hetgezelschap 's morgens was overgestoken en van waar Van Vloten nu ook juist was teruggekeerd Werktuigelijk zag hij de sporen van een groep ruiters overgaan op de keien en eensklaps herinnerde lijj zich, dat hjj daar ook bijbekoorde. (Wordl vervolgd.

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1919 | | pagina 1