2 ONZE EILANDEN VAN ZATERDAG 23 AUGUSTUS 1919. bruikbaar is en in de tweede plaats zaait men planten, die blijkens hare aanwezig heid in de omgeving voor de grondsoort gepast zyn en waarvan men dus met vrü grooie zekerheid mag aannemen, dat ze flink zullen groeien en een zoo hoog mogelijke opbrengst zullen bereiken. Maar het middel, dat de „bouwboer" ter bereiking van zyn doel wil toepassen, zal beslist falen (aldus de heerït.) Want— de verschillende grassoorten bloeien te onge lijk, dan dat men per slot een goed mengsel zou bekomen van de diverse soorten. „Op een goed stuk grasland, althans op de klei. komen minstens een achttal verschillende grassoorten voor. Daarvan bloeien sommige vroeg, andere laat en weer andere tusschen deze bloeityden in, de een naar den vroegen, de andere naar den laten kant." 't Gaat er net als op een akker, welke bezaaid ware met wintergerst, zomergerst, wintertarwe, zomertarwe, haver, winterrogge en zomer- rogge. Wanneer hier de wintergerst ryp zou zy'n, stond misschien de haver pas in bloei. Als men den maaitijd voor de eene graan soort op lijd koos, zou men voor de andere al reeds te laat zijn en voor een derde nog te vroeg. Ik sta te dezen opzichte heelemaal aan de zijde van den heer R. Alleen geloof ik, dat de practische boer het in zyn macht heeft, dat al te groote verschillen in oogst- rijpbeid een weinig te doen verdwijnen. Door de voor „zaadwinning" te bestemmen perceelen eerst vóór te weiden, zéér kort, zullen de vroeg in 't zaad schietende soorten knap worden „geremd" en is de kans op meer gelijkmatig ry'pen van de diverse soor ten beslist heel wat grooter. Doch ik geloof, dat de boer, die een goede wei wil aanleggen ten aanzien van het zaad maar 't beste doet, 6@n goed graszaadmengsel te koopeD, een mengsel van goed zaad wel te verstaan. Dat hij daarbij de hulp van het bekendeLandbouwproefstation voor de zaad- contröle moeilijk, ja onmogelijk missen kan da's dunkt my - buiten kyf. Dan volgt bespreking van een derden brief te weten, van iemand, die over een paar jaar nog al wat graszaad zal moeten gebruiken. Schrijver meent dat het heel goed mogelijk zijn zou zelf te telen, wat hy noodig heeft. De heer R. zegt in dit verband er zich altijd over te hebben verwonderd, dat in Friesland de zaadteelt in het algemeen en die van graszaad in het bijzonder zoo weinig wordt beoefend. Hy acht er den grond, zoo wel op zand als op klei, uitstekend.geschikt voor en de cultuur staat in het algemeen hoog genoeg om in staat te zijn, de moeilijk heden, welke zich mochten voordoen te over winnen. Toch zou de heer R. op dit oogenblik niet gaarne den raad geven, om als boer nu maar te beginnen met de teelt van eigen graszaad. Schrijver meent dat het juiste oogenblik van den oogst by graszaad moeilijk te kiezen zyn zal en feitelijk door en in de practyk moet worden aangeleerd. Te vroeg en te laat maaien beide zullen te veel invloed hebben op het resultaat, dan dat niet heel gemakkelijk zeer duur zaad zal worden ge oogst. Waarmee de heer R. echter niet wil afraóeD, doch de risico's goed wil doen voelen. Ik ben van meening, dat ervaren graan verbouwers ook wel heel gauw een goeden kyk zullen hebben op den juisten oogsttyd van diverse graszaadsoorten. Volledigheidshalve zij hieraan nog toege voegd, dat de heer R. het gerstgras uitzon dert van laatst bedoelde raadgeving. Het zaad hiervan is niet in den handel. En toch is 't hoogst wenschelyk het in graszaadmeng sel voor nieuw aan te leggen weiland op te nemen. Waarom ten sterkste wordt aange raden met het zelf winnen van dit zaad proeven te nemen. Het wordt niet gauw te duur. g. van der molen, Landbouwonderwyzer. Vlaardingen, Augustus 1919. Eindelijk weer Chilisalpeter in den Herfst. Men schrijft ons: Gedurende den oorlog, dus gedurende vy'f lange jaren is het chilisalpeter ons zoo raond- in Samarinda met een klein clubje Europeanen, allemaal ongetrouwd eD met den luitenant Müller en den sergeaDl-majoor, wiens naam ik vergeten ben hebben wy veel gejaagd op orang-oetaugs en krokodillen." Van Vlolens oogen schilterden. Zyn belang stelling word gewekt en hij herinnerde zich zijn eigen avonturen. „De jacht op apen is een mooie jacht. Ge vaarlijk! Wat zyn die beesten sterk." 't Gaf daar dat dooie nest wat afwisseling. Ik geloof dat we onze ziel zouden verkocht hebben om eón dag ons verdriet tc kunnen vergelen Ik zie Van Vrijenban hall houden. Waar is dat voor? „We moeten afstijgen. De jacht gaat beginnen. De heide was ten einde en men was het bosch genaderd dat tot den „Dollenkamp" behoorde. Een troepje mannen dat by hun aankomst op den grond lag, was opgestaan en hoorde de bevelen aan, hen door den graaf gegeven. Hun taak zou bestaan ïq het oppassen der paarden, liet gezelschap begaf zich nu onder leiding van Van Vloten hel bosch in. Men volgde een smal pad dal aan weerszijden door zwaar begroeid kreupelhout was begrensd. Van Vloten die de eenigste was, die hier goed bekend was, ging voorop, terwijl de anderen hem volgden. Na een kwartier bereikte men een laagte, die een open plek vormde in hel bosch. Deze lag als een smalte rechthoek tusschen het geboomte. I.inks daalde de bodem af en zag men een meertje, aan de oevers begroeid met hoogopgaand riet. Dit grasveld behoorde tot de bezitting van den jesmaat toebedeeld geworden, dat er aan een bemesting met chilisalpeter in den Herfst niet gedacht kon worden. Het weinige, dat we machtig konden worden hadden we noo dig in het voorjaar en den vroegen zomer voor suikerbieton e.d. Nu echter weer nor male tijden gaan aanbreken, de kunstmest vry is, en er genoegzaam chilisalpeter voor radig zal zy'd, moeten we weer met ver dubbelde energie aan 'twerk. We zyn aan ons zelf en aan de gemeenschap verplicht den bodem zooveel mogelijk te doen produ- ceeren. Tot de voornaamste producten be hoort nog altijd het graan. De TOgge en de wintertarwe, ziedaar de twee cultures op welker intensieve verbouwing wy ons moeten toeleggen. En daarom moeten we in den herfst even na deo uitzaai of na de opkomst, zoo mogelyk na beide een kleine hoeveel heid chilisalpeter uitstrooien op de tarwe en rogge. De granen zyn daardoor vóór den winter reeds wat krachtiger van bouw en doorstaan de vorst beter dan de kleinere tengere plant jes. Per Hectare kan men voor de herfst- bemesting met chilisalpeter volstaan met 50 h 100 KG. Correspondentie. Van den heer K. te S. ontving ik een schrijven om inlichting in zake de teelt van uien op een stuk grond dat thans suikerbieten draagt. Volgende week hoop ik hem van antwoord te dienen. o Brief uit Kopenhagen. De bijzondere R.A.P.A.-correspondent schrijft ons uit Kopenhagen: In de Deenscbe hoofdstad bemerkt men by een reis naar het Noorden voor het eerst iets van de actie door de Russische bolsje- wiki in het leven geroepen. In de haven liggen verschillende oorlogsschepen der ge associeerden, welke schepen van Rusland komen; in Tivoli, Kopenhagens wereldbe roemde en dan ook uitgebreide en vermake lijke zomerkermis, drentelen Fransche, Engelsche, Italiaansche en Amerikaanscbe zeelieden gemoedelijk tusschen de feestvie rende Denen. Te Kopenhagen mocht ik ontmoeten den kapitein van hetDeensche leger C.V.Nyholm, met wien ik in hotel Phonix eon laDgdurig onderhoud had. Kapitein Nyholm is enkele dagen geleden teruggekeerd uit Finland en bracht eenige weken door bij het witte, Russische Noord-West leger en wat hy mij vertelde over het optreden der bolsjewiki nadert het ongelooflijke. Edoch, kapitein Nyholm is, naar mij verscheidene Denen vertelden, een zeer achtenswaardig, botrouw- baar en algemeen gezien man. Wij Neder landers zyn evenwel al te bereid om by de berichten over het bolsjewiki-wanbeheerte meenen, „dat het wel niet zoo erg zal zyn", maar kapitein Nyholm verzekerde my, dat het veel erger was, dan men zou kunnen beschrijven. In het Russische Roode Leger, aldus ver klaarde my de Deensche kapitein, behoort geen 10% der manschappen tot de bolsje wiki, maar een kleine minderheid terrori seert op de ontzettendste wijze de meer derheid. Desertie moeten vrouw en kinderen van den deserteur met den dood bekoopen. Ook officieren van het oude Russische leger dienen by de bolsjewiki. Zy doen het staf- werk, doch mogen geen wapens dragen en steeds zijn hun eenige commissarissen toe gevoegd. De aviateurs by het Roode Leger zijn voor het allergrootste deel evenmin vrienden der bolsjewiki en dat weten de leiders ook wel. Daarom worden van een vliegenier, zoodra hy opstijgt, drie bloed verwanten, of zyn deze er niet, vrienden in gijzeling gesteld. Keert de vliegenier niet terug en is niet volkomen zeker, dat hij is neergeschoten door den tegenstander, dan worden de gijzelaars ter dood gebracht. Als deze „roode" vliegeniers evenwel met bommen werpen, waken zij zeer zorgvuldig, dat de projectielen geen doel raken. Zoodra het Roode Leger den indruk krygt, dat de Witten de overwinning zullen behalen, is het getal deserties legio. Kapitein Nyholm maakte het persoonlijk mede, dat drie regi menten, het Sminovsky-regiment en het le jonker van Zandwijk en was eerst kort tot den .Dollenkamp" overgegaan. „Hier op het „Muizenveld" zullen wij ons posteereD. ik zal ieder een plaats aanwijzen en dan is afwachten de boodschap". Het was op dat oogenblik half elf. De graaf verklaarde, dat men nog een half uur den tyd had eQ dal men dat brood noodig zou hebben. Ieder kreeg nu een plaatsje in den boschrand aan weerskanten van bet veld. „De beste schutters blijven aan dezen kant", zei Van Vloten, want ik vrees, dat jelui anders op elkaar gaat schieten." Na een kwartier lag hel veld verlaten. De officieren, die eerlijk verklaard hadden, niet zeker van hun schot tc zijn bevonden zich aan bet andere uiteinde met do dames, twee aan twee verborgen achter het groen. Halverwege hadden do graaf, Van Asperen en Van Wittekerke een plaats ingenomen. De jonker bevond zich met den notaris ter hoogte van den vijver. Zij vorm den de élite van het gezelschap, want de jonker jaagde gedurende het ganschc seizoen en Labori had een zeer vaste hand. Van Vioten maakte een verkenning in bet bosch en verscheen na eenige minuten aan den boschrand, roepende: „Attentie. Ik hoor ze in de verte." „Dc vent heeft vervloekt fijne ooreu", zei Van Wittekerke, „ik hoor niets dan liet gelach van nicht Romelia". „Ik verbeeld me toch iets le hooren", gaf Van Asperen ten antwoord, die naast hem in het gras lag. „Of zou bet de wind zyn?" en 2e Kroonstad-regiment in hun geheel naar het Witte leger overliepen. HetSemi- novsky-regiment kwam zelfs met volle mu ziek eu voerde de commissarissen, die aan dat regiment waren toegevoegd, geboeid met zich mede. Daar van de mannen van het Witte Leger de meesten een of meer familieleden ver loren door terechtstelling, is de verbittering tegen de bolsjewiki ontzettend hevig. Daar komt nog b(j, dat de bolsjewiki bun krijgs gevangenen op de onmenschelijkste wyze mishandelen. Wat kapitein Nyholm me daarvan vertelde, wil mij nog niet uit de pen. Ik zelf hoop binnenkort de gelegenheid te hebben my van deze dingen van meer nabij persoonlijk te overtuigen. Het zyn Chineesehe compagnieën die de straffen ten uitvoer brengen. Een groot deel dier Cbi- neezen was vroeger als arbeiders toegevoegd aan het oude Russische leger en deze menschen zyn, eenvoudig omdat ze toch te eten moesten hebben en zonder zich reken schap te geven van wat er om hen heen gebeurde, by de bolsjewikische legermacht overgegaan. Om aan het verschrikkelijke lot, dat den krijgsgevangenen by de bolsjewiki beschoren is, steeds te kunnen ontkomen, dragen de mannen der best uitgeruste regimenten van het Witte leger, steeds een doodelyk portie zeer snel werkend, vergif by zicb. Aan de andere zijde treedt het Witte Le ger ook zeer streng op tegen de krijgsgevan genen, van wie men zeker weet, dat zij wer kelyk uit eigen verkiezing met het bolsje- wiki-leger mede uittrokken. Deze heeren, een klein deel echter slechts der gevangenen, krygen een koord en moeten dan zichzelf ophangen. De Chineezen, die in haDden der Witten vallen, worden eenvoudig achter het front aan den arbeid gezet, zonder ge straft te wordeD, daar deze menscheD slechts werktuigen zyn in banden der bolsjewiki. De bevolking in het door de bolsjewiki bezette gebied ziet reikhalzend uit naar be vrijding van het bloedig regime en kapitein Nyholm maakte het mede, dat in bevrijde dorpen de bevolking nederknielde yoor de Witte troepen en soldaten en officieren dankbaar de hand kuste. De geest in het Witte Leger is uitstekend groote geestdrift heerscht er voor de bevrij ding van het vaderland, niettegenstaande de verpleging zeer veel te wenschen over laat. Er is namelijk geen voldoende aan voer, noch van levensmiddelen noch van ammunitie. Dit gebrek aan levensmiddelen is den Witten al herhaaldelijk noodlottig geworden. Zoo b.v. gedurende het groote of fensief in Mei j.l. Hetbolsjewiki-leger werd toen volkomen verslagen en vluchtte in de grootste verwarring. Petrograd lag open voor den inmarsch der Witte troepen, maar dezen konden, aangezien geen levensmidde len werden aangevoerd, niet optrekken en moesten wachten. Van dezen tijd maakten de bolsjewiki gebruik volkomen betrouwbare troepen aan te voeren en de Witten, zoo dicht by een zeer belangrijke overwinning, moesten 50 K.M. terugtrekken. De val van Petrograd zou wel niet de gobeele neder werping der bolsjewiki met zich brengen, doch zou een onschatbare moreele uitwer king hebben. Het Witte noordwest-leger telt ongeveer zestigduizend man, maar heeft geen vlieg machines, terwijl er duizenden in Europa ongebruikt liggen. De eenige vliegmachine, die het had, is onlangs nedergestort. De legermacht, die de bolsjewiki tegenover deze zestigduizend man stellen, bedraagt200.000 man, doch indien de Witten slechts van het noodige voorzien waren, zou Petrograd by na zonder een schot te lossen zijn te nemen. Indien de bolsjewistische troepen zouden beseffen, dat een ernstige, goed georganiseer de aanval gaande was, zou de groote meer derheid, die anti-bolsjewistisch gezind is, niet meer voor de straf van de zyde der bolsjewiki vreezen en in groote massa's overloopen. De Witten hebben een dringende behoefte aan voedsel, ammunitie en geld. Zy moeten zich heel veel ontzeggen en de eenvoudigste dingen zijn er luxe. Zoo was een enkele sigaret, die kapitein Nyholm een generaal aan bood, een kostbaar geschenk. Nu en dan als een hoofdkwartier der bolsje wiki werd genomen, was dit tijdelijk anders. Dan werden groote hoeveelheden wyn en delicatessen buit gemaakt, want de bolsje- „Ja, dat is de wind". Op dat oogenblik sprong een baas te voorschijn, die met onzekere bewegingen links en rechts over het veld liep en langs den vyver verdween. Volgens afspraak mocht men niet schieten voor het eerste schot gelost werd door Van Vloteü, om hel wild niet te vroeg te verschrikken, zoo dat het niet iu de goede richting zou vluchten. ,,Hij heeft hel al in de gaten", zei de jonker op den haas wijzend. „Er zullen wel meer komen", zei Labori, die ernstig achter zijn buks lag met den vinger aan den trekker. „Hoor je nog niets?" vroeg Van Vloten die naar hen toekwam. Zy luisterden oplettend. Zwakjes klonken van heel ver verwarde geluiden door de lucht, ver oorzaakt door de drijvers, die het wild voor zich uitjoegen. „Ja, het is nu erg duidelijk", verzekerden beiden. Er kwam meer leven in het bosch. Voortdu rend kwamen dieren te voorschijn, bazen, konij nen, wezels, bunzings en muizen. Zy namen spoedig weer de wijk links en rechts in het hout, doch schenen ook daar niet op hun gemak te zijn en keerden terug, om ten slotte alle den weg langs het meertje le nemen. „Nu is het tyd"! zei de notaris. .Vooruit dan maar". Zij legden alle drie aan. Kort na elkander weerklonken de losbrandingen, men zag een aan tal dieren over den kop duikelen en andere verschrikt wistische leiders leven er goed van en wonen in de keurigste salonwagens. Wat in Rusland gebeurt, aldus kapitein Nyholm heelt mot klassenstrijd, met eman cipatie der arbeidersklasse, in het algemeen met politiek of economie, niets te maken. De bolsjewistische leiders hebben de macht in handen en genieten ervan, zonder zich ook in het minst om rechtvaardigheid of om het welzijn der massa te bekommeren. Op papier bestaat er een grondwet, waarby de rechten der Russen zeer nauwkeurig zijn omschreven, maar deze groDdwet is niet meer dan een vodje papiei. De arbei ders- en soldatenraden hebben in werkelijk heid niets, maar dan ook totaal niets, te zeggen. Er heerscht een dictatuur, zoo abso luut en zoo wreed, dat het régime van Iwan den Verschrikkelijke erby in het niet verzinkt. Verbazingwekkend is het, merkte kapitein Nyholm op, dat in sommige landen, met name in Engeland, nog groepen der arbeiderspartijen sympathie toonen voorde bolsjewiki. De eenige verklaring biervoor is, dat de menschen absoluut verkeerd zyn ingelicht. De bolsjewiki besteden namelijk millioenen aan de propaganda in bet buiten land. Alle beschaafden van welken stand, van welke nationaliteit zij ook mogen zyn, behoorden samen te gaan tegen de misda- digersbende, die, onder het mom van maat schappelijke hervormers, zich verrijkt ten koste van het geluk en het bloed van mil lioenen. De leiders der bolsjewiki zyn thans vele malen millionnair en zy hebben er voor gezotgd, zelf waardevolle papieren en goud in handen te hebben. Voor de anderen laten zy papieren geld drukken, zooveel er noodig is. Elke bolsjewiki-divisie heeft haar eigen machine om bankpapier te vervaar digen, en dat er met dat papier zonderling wordt omgesprongen, kan blyken uit het feit, dat onlangs door de Witten een een voudig soldaat werd gevangengenomen, die 600,000 roebel aan papieren geld by zich had. Hoe weinig de leiders der bolsjewiki zich bekommeren om het welzyn van ande ren. bleek bij den opmarscb der Witten in Mei jl. In een hoofdkwartier der bolsjewiki vond men toen groote voorraden w(jn, de fy'nste sigaren en sigaretten, allerlei gecon serveerde levensmiddelen, maar nog geen tien minuten verder was een hospitaal, waar de zieken en gewonden, die niet meer in staat geweest waren om verder te trek ken ten einde zich voedsel te verschaffen, den hongerdood waren gestorven. Op myn vraag, in hoeverre Joden mede schuldig zyn aan de ontzettende bolsjewiki tyrann'e, antwoordde kapitein Nyholm: „De eigenlijke leiders zyn voor het mee- rendeel geen Joden, maar ze maken een dankbaar gebruik van het Joodsche intel lect. De Joden zijn hun goede dienaren, daar een Jood zich by de Russen niet ge makkelijk aansluit en dus door hen moei lijk een samenzwering op touw gezet kan worden. In de van de bolsjewiki bevryde streken is de haat tegen de Joden dan ook ontzettend groot. Natuurlijk mag men de wandaden van enkele Joden niet schuiven op het geheele Joodsche volk, maar de onontwikkelde Rus beseft dit niet. In het belang der Russische Joden zou het myns inziens zyn, dat hun geloofsgenooten iu andere landen zich aaneensloten om de besti ijders der bolsjewiki krachtig te steunen. Dit zou zeer veel goed maken en van groote beteekenis zijn voor het toekomstig lot der Joden in het toekomstige Rusland". Ingezonden Stukken. Buiten verantwoordelijkheid der Redactie. Mijnheer de Redacteur1 Tijdens den oorlog waren alle levensbe hoeften tegen door het Rijk vastgestelde prijzen verkrijgbaar. Dit heeft het gevolg gehad dat de verkoo- pers van die levensbehoeften zich hebben vereenigd om zoodoende gedaan te krygen dat zij in hun winst niet al te veel benadeeld zouden worden. Nu er geen maximumprijzen meer zyn, komen die heeren tot de conclusie dat het heel best mogelyk is, niet als concurrent naast elkaar te leven, maar als vrienden, om zoodoende een hoogere winst te kunnen het bosch weer invluchten. Van alle kanten begon men nu te schieten. „Het veld is niet groot genoeg", merkte de jonker ontevreden op, „je zult zien dat de uitslag niet mee zal rallen". „De dieren zyn oogenblikkelyk weg. Ze schieten daarginds slecht. Ik heb aan den overkant nog niets zien vallen. „Ze maken zich te druk mei de dames. 11c een paar fasanlen. Vlug anders jagen ze ginds de beesten weer weg". Bijna zonder aan te leggen, schoten ze naar de vogels, die eenige oogenblikken met de vleu gels klapperend in het rond draaiden en vervol gens dood neervielen. Van alle kanten nam het getier toe. De drijvers schenen le naderen eu het veld en het omringende hoscli wemelde van levend gedierte. Het was den deelnemers echter streng verboden in het hout te schieten vanwege het gevaar, dat dat opgeleverd zou hebben. Van Vloten schoot zelden. Deze wijze van jagen, die veel op doodschieten in koeien bloede geleek beviel hem niet. Hij liet de andereu rustig hun geweer afirekken en speurde onverschillig over het veld, Ilel was een aardig hoekje grond, in gesloten als het daar lag iussclien het eikenhak hout en weelderig begroeid met gras. Daar hij voorover op den grond lag, scheen de zon hem op den rug en by gevoelde zich in de koeslering van de warme straten, lekker gestemd. In stilte nam hij zich voor in de toekomst vaker van dit mooie plekje te profiteereD. „Het is bjjna idyllisch", ducht bij, „bosch, maken. Er is geen enkele tak van nijverheid, industrie of nering in iedere gemeente of ze zyn vereenigd. Deze vereeniging heeft niet ten doel om gezamentlijk al het benoodigde te koopen om zoo doende een flinke winst te behalen tegen verminderde verkoopsprij zen. Neen, al deze vereenigingen hebben geen ander doel dan hun eigen belang en voeren allen bet wapen „boe worden wy het vlugst ry'k." Zie eens naar de slagers. Waar men ook gaat de prijzen zyn overal precies even hoog. Terwyl iu Rotterdam de prijzen onge veer f0,50 per pond lager zyn dan op de gemeennte ten plattenlande. Spykenisse maakt, naar ik hoor daarby een uitzonde ring. Daar is een nieuwe slagerij opgericht, waarvan de baas nog niet bij de vereenigiug is aangesloten, die het vleesch ook veel lager verkoopt dan de andere slagers. Nu beweren de slagers wel dat dat allemaal minderwaardig vleesch is maar by onder vinding kan ik hier getuigen dat dit een leugen is. Het vleesch is minstens zoo goed als het vleesch dat men hier van de slagers ontvangt. Er zullen meer dergelijke voorbeelden, ook van andere neringdoenden kunnen wor den opgesomd, maar dat is nu niet mijn bedoeling. Het doel van myn schrijven is alleen te vragen of wij ons die afzetterij moeten laten welgevallen? Moeten wij ons laten knijpen en uitzuigen door die categorie van de menschen die toch feitelijk geheel van ous moeten leven? Ik zeg neen. Het is hoog tijd dat ook wij ons gaan vereenigen met het doel onze inkoopen te doen tegen prij zen die te verantwoorden zyn. Wie doet er mee. UW ABONNÉ. Wy hoeven ons dat alles zeker niet te laten welgevallen. Wat we kunnen is in de eerste plaats elkaar aanbevelen de win kels, waar geen woekerwinsten worden gemaakt, en in de tweede plaats coöperatie. Het doet ods geweldig genoegen, dat daar aan gewerkt wordt. Onze Inzender zal daar ook al wel van gehoord hebben. Red. Zy sluim'ren niet! Zy sluim'ren niet in erafkuil vuns eu kil, Die w' oDze dooden wanen en beweenen Wat op de baar gaat plechtig grafwaarts [henen... Is niet de doodeslee hts zij u aardscheschil Die grove schil diende den geest tot kluis, Was voor dit kort bestaan zijn werktuig tevens Tot aanbrak daar de dag des nieuwen levens, En dood slaakte den band met 't wrakke huis. In reiner sfeer gaat voort dan 't geest'lyk leven Van wat op aarde zorgen baarde ontheven Was hier door naastenliefde 't leven schoon. Maar was het aardsch bestaan zoo grof, zoo [zinn'lijk Slechls koude zelfzuchtIrols ..zoo onbe [minn'lyk Geen vreugd wacht nog de geest in nieuwen [woon. Rock. Dalend zonlicht. In gouden bark gaat scheideD trouwe zod, Beeld van die Liefdemacht, die nimmer [draalde, Die wenkt weer't licht, hoe zwart een nacht [ook daalde, En scheidend nogde rijkste schoonheids- (bion Waarputzelfsuithetstommeveeaan't strand, Dat opgetogen staakt het traag herkauwen Zelfs 't meeuwgekrysch vergaat in stil aan schouwen Van 't lichtfestyn bereid aan zee en land En langlangs purpre zee reeds weggevaren Vol majesteit... die trouwe dagvorstin... Blikt nog het oog een rozenrijkdom in. GehaDgen daar aan schucht're wolkenbrok- [keD Tot 't stargebloemt' geheimnisvol ontluikt. Nieuw troostvol licht uit donk're diepte duikt. Ro ck. zandgrond en water byeen vereenigd. Ginds zijn een paar zwaardere stammen, waarlusschen met gemak een hangmat kan uilgespannen worden. Ik zal hier met Johanna eens terugkeeren". Hy zag op zyn horloge en bemerkte, dat het twaalf uur was. Er zou spoedig een eind aan gemaakt worden. Johanna had beloofd om twaalf uur hier te zullen zijn met het rijtuig maarhy wist niet, van welken kant ze moest opdagen. Hy informeerde bij Van Zandwyk: „Je vrouw komt immersom een uur of twaalf"? „Ja", antwoordde deze zonder opzien tevens zyn buks afvurende. „Van welken kant komt ze al"? „Van den Apeldoornschen straatweg, achter hel Riesebosch, een minuut of vijf'. Van Vloten zag in de aangeduide richting. Laogs den vyver liep een pad, dat waarschijnlijk vanzelf ontstaan was Men kon zyn loop slechts koit volgen, daar het spoedig verdween in het riet. Na een minuut of tien zag hij inderdaad de dames te voorschijn komen, met groote behoed zaamheid zicli voortbewegend door hel hoogop- gaande gras. Hy boorde Jobanna zeggen. „Hier is het, maar ik zie niets." Van Vloten sprong op en liep op-de dames toe. „Loopt U niet verder", zeide hij „men schiet nog, zooals U hoort". „Veel geluk gehad"? vroeg Mevrouw. Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1919 | | pagina 2