ipitale Hofstede EERSTE BLAD Mslag □it blad verschijnt iederen ZATERDAGMORGEN. Prijs par kwartaal bij vooruitbetaling. f 0,75 Losse nummersf 0,07' ZATERDAG 26 JULI 1919 1E Jaargang. N°. 38 Advertentiën van 1—6 regelsf 0,90 Elke regel meerf 0,15 Bij contract aanzienlijk korting. Uitgegeven onder leiding van i. J. L. VAN ZUYLEN door de N.V. Uitgeversmaatschappij „Onze Eilanden", Voorstraat 210 Middelharnis. Telef. Interc. No. 15. Adres voor Redactie en Administratie: Bureau „Onze Eilanden" te Middelharnis. AGENTEN teBrielleBoekhandel L. Kluit. HellevoetsluisBoekhandel G. M. van der Maesen. Ooltgensplaatfa. Breur Zonen. Oude TongeH. Simonse. Nieuwe TongeW. van de Ree. OuddorpC. de MooijStad aan't Haringvliet ;J. C.Elvé. Dirksland: fa. Binkhorst Zaaijer. Melissant: H. Tieleman Cz.. HerkingmA. Munters. Ben Bommel: J. Woudstra. Oudenhoorn: A. Tuk. Zwartewaal: D. Hoftijzer Tzn. Nieuw Helvoet: J. Nootehoom. Rockanje: PI. Monster. GoedereedeJac. v. d. Tol. Stellendam: N. J. van Dongen. Eiland Rozenburg: J. v. d. Yliet Cz., Zanddijk D 38. Middelharnis en Sommelsdyjk: Bureau „Onze Eilanden". Zuidl'and: C. ZevenbergenNz.. Spijkenisse: G. E. van Gent. Heenvliet: W. Hoepel Bz. Alle brievengaarders nemen advertentiën en abonnementen op dit blad aan. In memoriam Mr. C. Zaaijer. In den vroegen morgen van 21 Juli is Mr. G. Zaaijer Burgemeester van Renkum, ontslapen, nog pas 46 jaren oud, na een ziekbed van vele weken. De overledene was gedurende 16 jaar burgemeester van Dirksland Melissant en Herkingen, en als zoo danig is hij nog niet vergeten en zal hij ook niet spoedig vergelen worden. In 1901 als nog jonge man tot burgemeester van deze 3 gemeenten geroepen, vond hij geen bijzonder hartelijke verwelkoming. Immers, de drie gemeenteraden waren in politiek opzicht zijn tegenstanders. Maar dat is anders geworden. Hij wist zich in de gemeentezaken zoo danig in te werken, dat hij steeds de leiding hield en met zijne advie zen rekening gehouden moest wor den. Zijn politieke tegenstanders moesten dat erkennen en hebben hem dan ook leeren waardeeren. Daartoe werkten ook zeker mee zijn rechtvaardigheid, zonder aan zien des persoons, en zijn steun waar zijn tegenstanders goeds wil den. Er was dan ook geeu politieke strijd, de belangen van de gemeente gingen voor alles. Wegenverbetering,opruiming van slechte hygiënische toestanden op peil houden van het onderwijs zoowel openbaar als bijzonder wijkverpleging en groene-kruis- feüilleïon. werk, hadden zijne warme belang stelling. Voor Dirksland zorgde hij dat uitbreiding van de gemeente noodig werd door aankoop van goedgelegen gronden, iets wat reeds vele jaren hoog noodig was; in 1917 werd reeds op zijn initiatief met woning bouw voor arbeiders begonnen een gasfabriek kwam tot stand, iets wat in de donkere oorlogsjaren een zegen is gebleken. Aan een zuinig beheer van de gemeentefinanciën hield hij streng de hand door persoonlijke controle. Wat hij voor zijn vrienden is geweest, weten zij 't best. Wat had Renkum nog veel van hem te wachten! Hij ruste in vrede. David Lloyd George. II. En toen in 1897 de Zuid-Afrikaansche oorlog kwam, is hij een der weinigen geweest, die op hun standpunt zijn blij ven staan, den oorlog hebben veroordeeld vanaf het eerste oogenblik. Hij was in Canada op het oogenblik, dat de oorlog uitbrak; hij kwam ijlings terug en be merkte, dat geen der liberale leiders zich tegen den oorlog had durven verklaren; dat zelfs in het kleine Wales de „disci pelen van Christus" door den oorlogsbacil waren aangetast. Anderen zouden zijn teruggeschrikt voor de taak die hem wachtte; zouden zich het eigen geweten in slaap hebben gesprokeD, met de ver zekering, dat tegen zulk een tegenstand één man niets vermag. Velen, talloozen hebben het gedaan bij het uitbreken van den grooten wereldoorlog. Lloyd George johanna van vrijenban. Oorspronkelijke Roman door JAN VAN GELDER (Nadruk verboden). I 23) Van Vloten maakte zich meesier van den nieuwen gast en haalde hem over 's middags mede te gaan naar den „Uollenfeamp" belgeen deze aanuam, nadat de graaf hem verzekerd had, dat hij zich met zooveel dingen moest bemoeien, dat op zjjn gezelschap niet te reke nen viel. Dit was in zekeren zin een tegenvaller voor Rose en Romelia, die zich reeds voor gesteld hadden den middag door te brengen met Van Vloten, maar de invitatie werd strek ondersteund door den graaf en Jobanna, die zicb bij het gezelschap gevoegd had en het idee maar niet van zich kon afzetten, dat haar nichten voor good beslag op den rijken grondbezitter wilden leggen, schoon zij uit het feit, dat Van Vloten weer vertrok, moest afleiden, dat hij dit spelletje wel begreep. Aan de koffietafel trachte Romelia nog indruk te maken door het feit, dal zij nu alleen op het slot achterbleven, maar Johanna verzekerde beslist, dat neef Jan uit Arnhem zou komen met eenige vrienden en dat het dus ge- wenscht was, dat gezelschap aanwezig was. om heu te ontvangen. Dit argument gaf den doorslag en er werd overeengekomen, dat men elkaar aan het diner zou ontmoeten. „Laat U dan extra hard luiden?" vroeg Van Violen, .dan hooren wjj het op den „Dollen- kamp" en als we het dan even tueel vergelen, zjju we hier toch op tijd". „Ik zal er om denken", verzekerde Johanua die zich op dit moment ernstig roeide in baar waardigheid van slotvrouw, „als U dan n: genoeg wind hebt". „Neen, wjj komen te paard terug. Je kunt toch rjjden, Tarkof? Niet verleerd in Indifi?" „Neen, wjj onderhouden dat in het gezegde land dagelijks, dut wil zeggen, als je nog contro leur beut. In de laatste jaren heb ik altijd ge reden in een rijtuigje vanwege de luiheid, die je in dat nare land allengs vermeestert. Maak je geen zorg, ik zal nog best hierkomen, als je geen al le wild beest hebt". Toen Van Vloten en Tarkof waren weggezeild, keerde de gewone rust weer op IJselo terug. De graaf, die vermoeid was, trok zich terug in de bibliotheek om een uiltje te knappen. Rose en Romelia gingen in bet park van de vredige Geldersche rust genieten in een stoel met een handwerkje en Johanna ging quasi haar plichten als huisvrouw waarnemen, maar begaf zich inder daad naar haar kamer om eveneens wat rust te nemen. De taak, die zjj op zich genomen had, viel haar zwaar genoeg en haar levendige geest kon zich nu eenmaal moeieljjk vereenigen met de ondankbare werkzaamheden, die de leiding van een groot huishouden meebrengt. Zjj had zich den ganschen morgen loopen ergeren en de zenuwspanning, die haar had boheerscht, niet. Bekend is zijn campagne tegen den oorlog, waarinhij sprak lotinBirmingham, I de woonplaats van Chemberlain, dien hij persoonlijk voor den oorlog verant-i woordelijk stelde; een campagne, die hem bedreigde in zijn politieke toekomst, in i zijn rust, ja waarlijk in zijn leven. Hij beeft stof opgeworpen, hij is gewaar-, schuwd, maar hij ging door. Hij ver-] vreemde zijn vrienden van zich, liep, gevaar niet herkozen te worden, maar hij hield vol. En zijn kiezers in "Wales zijn hem getrouw gebleven, al slonk zijn meerderheid. Toen de vrede van Vereeniging in 1902 werd gesloten, waren Lloyd George en de liberalen weer tot elkander gekomen. In het kabinet, dat na de algemeene ver kiezingen van 1905, die een ongekend groote liberale overwinning brachten, aan bet roer kwam. kon men heen een plaats niet weigeren. Hij werd eerst Minister van Handel, kwam dusaan het hoofd van een departement, dat gewoonlijk een secundaire plaats inneemt. Maar hij werkte zoodanig, dat zich aller aandacht op hem vestigde, zoowel om de verbete ringen in de haven van Londen, als om de wet op de koopvaardijvloot. Hij heeft vertrouwen weten te wekken, en hoe groot dat vertrouwen was bleek wel, toen hij in 1908 na het overlijden van Ban- nermann tot kanselier van de schatkist werd benoemd. Hadden de „Times" en audere conservatieve bladen hem gepre zen, zij zouden misschien spoedig berouw krijgen, want reeds voor 1909 ontwierp hij zijn begrooting, die groote sociale hervormingen in uitzicht stelde en een belastingheffing verlangde, waardoor meer dan tevoren de bezittende klassen zoudeD worden getroffen. Feller strijd dan tegen deze begrooting is nooit ge streden; hel Hoogerhuis heeft zich tegen wekle nu in haar een reactie,die haar dwong cenigc rust tc nemen. Toch zou die rust niet lang duren, want zjj kon er nauweljjks een half nur van genoten hebben, toen het geluid van vrooljjke stemmen aankondigde, dat er nieuwe gasten bijgekomen waren- Zy wist dal haar papa sliep in de bibliotheek en durfde het er niet op wagen, dat hjj wel wakker zou worden. Met oen loom gevoel door baar gehcele lichaam begaf zy zich dus naar het park, waar zy Rose en Romelia in druk gesprek vond met baar neef en diens vriend. Jonkheer Jan Van Vrijen ban geleek veel op zijn oom, den graaf. Hij bad dezelfde gelaatstrekken en dezelfdelangegestalte. Gerard Renswoude was daarentegen klein en tenger, zjjn uniform sloot hem keurig om het lichaam en hij had een beschaafd gezicht. Doch hij was geen aantrekkelijke verschijning en maakte te veel den indruk van een zwakkeling te zyn. Johanna, die hem wel vaker ontmoet had, mocht hem niet best lyden. De Vryenbans waren een te kloek ras om spontaan iets te voelen voor teerdere fynere en zwakkere naturen. Het was haar een raadsel geweest, hoe haar neef altyd in gezelschap van dien Gerard wilde wezen; zij kende de wereld maar ten halve en wist niet, dat dergelijke vreemde combinalie's maar al te gewoon zyn. Hier in dit geval was het probleem volstrekt niet ingewikkeld. Gerard Renswoude had een vriend noodig die zelfstandigheid bezat voor hen beiden en Van Vrijenban was het niet ongevallig een kameraad te hebben, die wat meer crediet had dan hijzelf. deze begrooting verzet en daardoor zijn eigen val teweeggebracht. Twee achter eenvolgende verkiezingen zijn noodig ge weest alvorens de begrooting werd goed gekeurd en het veto-ontwerp, dat aan het Hoogerhuis het veto-recht ontnam als een voorstel twee keeren is verworpen, aan de overwacht van het Hoogerhuis een einde maakte. Heftig zijn beide verkie zingscampagnes geweest; geen woorden bleken te sterk om ze tegen Lloyd George te gebruiken. Maar hij zegevierde even zeer als hij het deed in zijn strijd voor de sociale verzekering, die hij op Duit- schen leest schoeide. En waren de oorlog niet tusschenbeide gekomen, zijn ont werp tot hervorming van de Engelsche landwetgeving, bestemd om een einde te maken aan den toestand,dat in Engeland 290 personen over x/8 van de totale opper vlakte beschikken, zou zijn aangenomen I Algemeen erkend zijn de verdiensten, die Lloyd George zich verwierf bij het uitbreken van den oorlog. Hij was een der mannen in het kabinet, op wie men bouwde. Toen het liberale kabinet werd omgezet in het nationale kabinet, werd hem den nieuwen post van Minister van Munitie toevertrouwdbij had een geheel nieuwe industrie te scheppen. Op 12 Juni 1915 nam hij zijn nieuwe funclie ter hand; er stonden hem slechts 345 fabrieken ten dienste; nauwelijks een jaar later was het aantal tot 3337 geste gen met totaal bijna 2 millioen arbeiders. Hij heeft tegen Asquith en anderen in de strooming verdedigd van doorzetten tot het uiterste; doorzetten totdat zoo als het drastisch heette Duitschland op de knieën zou liggen. Hij heeft het conflict met Asquith aan het einde van 1916 veroorzaakt, zulks op een oogeDblik dat de verdere gang van zaken van psycho logische beteekenis was. Hij heeft optre- Zy waren (e paard van Arnhem gekomen en zagen er vreeselyk stoffig en bezweet uit. Hun rijdieren waren reeds door Aloysius op stal gezet, zij zeiven verlangden allereerst naar een verfrisschiug en wat eten. „Ga dan maar mee", verzocht Jobanna, „je zult bet bier niet zoo gcrieielijk hebben als in de kazerne, en je zult je dus met bet weinige wat we je to geven hebben, moeten tevreden stellen". Zij wees bun ieder de voor hen bestemde kamer en ging toen vlug voor wat eten zorgen, na eerst haar papa verteld le liebbeD, dal er weer gasten aangekomen waren. De oude Van Vrijenban, die veel van zyn neef hield haastte zich naar beneden, waar hij spoedig door de officieren werd begroet. De graaf vond, dal zijn vermoedelijke opvolger er flink uitzag, deze op zjju beurt constateerde, dat zijn oom honderd jaar zou worden, als hy volhield met de gezond heid die hem op dat oogenblik eigen scheen te zyn. „Maar hoe is U er zoo toegekomen, om Uw kennissen eens te inviteeren", vroeg neef Jan, die al jaren een juisten kyk op dc financien van zijn oom bad en die maar niet begrijpen kon op welke wijze deze nu een jachtpartjj kon organiseeren die toch altyd op buitengewone kosten kwam. De graai had een dergelijke vraag voorzien en het antwoord reeds dagen te v< geprepareerd. „Och, wat zou ik er vroeger aan gehad hebben het was hier zoo doodsch en saai. Maar dat ia dend als hoofd van het kabinet, den oorlogsraad ingesteld; hij heeft critiek in zeer sterke bewoordingen men denke aan zijn rede te Parijs na de Itali- aansche nederlagen van October 1917 niet geschroomd. Of hij al dan niet in zijn overtuiging zoozeer naast president Wilson stond als uit vele zijner vroegere redevoeringen valt af te leiden, dient in het midden te worden gelaten, maar bij had oog voor een theoretische vaststelling der oorlogsdoeleinden. Men kan al dan niet Lloya George's optreden als premier in dezen oorlog bewonderen; den lof van te hebben georganiseerd, van Enge land te hebben geprikkeld tot een uiterste krachtsinspanning, kan hem niet worden onthouden. Op de Vredesconferentie te Parijs heeff, Lloyd George, althans naar het uiterlijk te oordeelen, niet die positie ingenomen, welke men voor en van hem verwachtte. Dat is voor een deel ongetwijfeld te wijten aan de omstandigheid, dat de conferentie plaats had ie Parijs en zoo doende onder voorzitterschap van Cle- menceau, die zich van al de voordeelen van dit voorzitterschap heeft bediend. Voor een deel echter ook daaraan dat ongetwijfeld Lloyd George niet afkeerig is geweest van een politiek, die Duilsch- land van zeer vele zijner natuurlijke voordeelen zou berooven, al werd daarbij niet, zeker niet genoegzaam, gevraagd naar de toestanden, die door een vredes verdrag als h.t tegenwoordige worden geschapen. Lloyd George is politicus, slim, handig politicus, dikwerf slimmer en handiger dan men het van een man met zoo groote gaven zou wenschen en verwachten. Hij heeft Er geland, achterlijker dan eenig ander land in de sociale wetgeving, be trekkelijk spoedig tot de gelijke op dit tegenwoordig veranderd, we hebben nieuwe buren gekregen en sinds eenigen tyd een jachtover- eenkoinst gesloten, waarbjj ieder zijn grond door de anderen laat bejagen. Wjj hebben morgen byna twee duizend bunders jachtgebied". „Potslauzend, dat is de moeite waard. Nu be grijp ik er iets meer van". De graaf gevoelde, dat een zekere onbevredig- heid nog door deze woorden heenstraalde, maar by kon geen nadere uitlegging geven trachtte het gesprek op andere banen te leiden. „Komt de Kolonel nog, Jan? „Ja zeker oom, maar hij kon nog niet zeggen wanneer, 't Is best mogelijk, dat het morgen wordt. Doch hy heeft mij gisteren nog verzekerd, dat U er vast op kunt rekenen. Er is eenige kans, dat generaal Kampman vandaag in Arnhem komt om inspectie te houden en dan is de chef liever present". „Natuurlijk. Zoo is Kampman nog alljjd in specteur van de artillerie. Dat is hy nu al jaren. Wordt by nog niet gepensionneerd „Waarom? 't Is een goede, oude man, die niemand kwaad doet en zoolang hij geon pensioen vraagt, zal men het hem niet geven, tenzij we een njjdigen minister vao Oorlog krjjgen". „Nu ik hoop, dat de heer van Asperen maar komt. 't Is nog een oude kennis van me, zooals jo weet en het spreekt dus vanzelf, dat ik hem graag zie. Trouwens, ik wou met hem eens een onderhoud hebben over je promotiekansen. Wan neer wordt je kapitein „Dat weet ik uiet, oom. Arnhem bevalt rajj Verkoopingen, Op Woensdag 23 Juli 1919 0 uur (zomertijd) te jr herberge van C. Troost, erschoidene perceelen TARWE, HAVER, GERST en B00NEN, assende onder Stellendam, in M driaDa- Eendrachis en Halspoll ara, breeder bij biljet omschreven) in verzoeke van de beeren T. C, oekoop te Goedereedo en P. B rezee te Stellendam. 2-2 Notaris VAN DER SLUYS. Op Vrijdag 25 Juli 1919, 's voorn 1 uur (zomortjjd) te Dirksland, tor irge van H. van den Doel, van er vele perceelen TARWE, HAVER, GERST, RWTEN en AARDAPPELEN den Halspolder, de polders Oud elissant, Kraaijenisse, Nieuw raayer, Roxenisse, Oude Plaat, ïwaard, Oudeland van Sommels- k, Roxenisse en Dirksland, bree r by biljet omschreven. 2-2 Notalis VAN DER SLUYS. Op Donderdag 24 Juli 1919,'s avonds uur, (zomertijd) te Sommelsdijk, ■ii de Voorstraat, vóór het huis i aatselyk get.; ekend A 9 van 2-2 1EUBILAIRE GOEDEREN. Notaris VAN DER SLUYS. OPENBARE R1JWILL1GE VERK00PING, j 1 verzoeke van den Hoogwelgeb, er Jhr. Mr. R. SCHUURBEQUE ETJE e.a., door Notaris J. VAN 3ELEN te Oude Tonge, bij veiling Woensdag 30 Juli 191!), ia het el „Moelker" te Ooltgonsplunt 'bij afslag op Woensdag G Angus- 1919, in het hotel „Hobbel" aar, telkens des voormiddaga uitr (zomertijd) van eene touwmanswoning t diverse perceelen BOUW- en üILAND, foooingaaru, tuin en tor, in den polder de Galathee Ooltgensplaat, groot 52 H A., A., 73 c.A.. alsmede diverse por iën BOUWLAND in den Wei- der en in den polderden Grooten- i te Ooltgensplaat. reeder omschreven by notitien, evenals nadere inlichtingen, franco aanvrage gralis verkryg- r zijn ten kantore van genoem- Notaris, alwaar ook de stukken, Iden verkoop betrekkelijk, ter .ge liggen. 9—1 idland - Ondenliooru. DONDERDAG 24 JULI 1919, -orgens elf uur, in het koffiehuis Gezusters VAN DRIEL te Zuid- van de aldaar den lOen JULI geveilde met Schuren, Wagenhuis on verder getim merten en uitmuntend Boomgaard, Tuin, Wei en Bouwland amen groot 26-09-00, aan elkander aan den Haasdyk, Lageweg en den Ruigendijk r Zuidland, Oudenhoorn en mbroek, in huur bij den heer i OORDERMEER tot over 1920 woning tot Mei 1921.) brengstin veiling f87169,75 en >1=70 BOUWLAND den Oudenhoornschen Zeedijk r Oudenhoorn tot over 1920 in by deD Heer A. VAN DER kL Cz. brengst in veiling f 7047,60. :ale opbrengst in veiling f 94217,35 onder de vaste sommen, es beboorende tot de nalaten- van Mejuffrouw de Weduwe DER MEER HOLLAAR- ERT. verder veilingannouce en bil- i met schets, met Iy'sten der elsgewyze opbrengst en com- jien verkrijgbaar ten kantore •Jota» is L. P. VAN DEN BLINK elle, die alle inlichtingen geeft. 'oi a ceutisclie-Geneesmiddelen raagt gratis prijscourant. J. GERRITSEN janstraat 94a - ROTTERDAM.

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1919 | | pagina 1