i ik en H. B. E. Blaisse. Stations- I uis „Zomerzorg" te Leiden, i: 21 JULI, 7 uur. Afslag weiland wei]. Not. van der Sloy3. Herberg ernan Nieuwe ïonge. 22 JULI, G1/2 aar. Afslag bouw- ruilie Kolft van Ooslerwyk. Not. Ispelen. Logement WaaieOude b 23 JULI, 10 uur. Tarwe, haver, ;n booneD. Not. vau der Sluys. K C. Troost te Stellendam, r. Meubilaire goedereu. Notaris r Sluys. Voorstraat A 9, Som- te. BIG M JULI, 11 uur. Afslag -answoning eu landerijen en j ind "VVed. van der Meer Hollaar. ;u den Blink. Koffiehuis Gez. van 1! 'uidland. ir. Tarwe, haver enz. Not. van ys. Herberg H. van den Dool, ld. 5 JULI, 11 uur.Gunningsteen- „Rijustroom", bouwinanswo- ,deHoochkamer"en „Westburg" rse landerijen. Notarissen L. A. k en H. B. E. Blaisse. Stations- ■gjfliis „Zomerzorg" te Leiden. Jgerlijke Stand. MIDDELHARNIS. Magchiel Hendrik, z. v. Johanuis Jannetje Margcbie van Paasse. Leendert Cornells Buurveld en mnna Jansen. Hendrik, z. v. Wouter Picterlje Laugbroek (le Dordrecht), /d: Cent Tieleuian37j.cn Jannetje aar. eendert v. d. Meide30j.en Jacoba |lperoord 20 j. Cornelis lüevit28j. sperina Bruggeman 32 j. Willempje Boom, 9 maanden. 1 MELISSANT. acobus Koppeuaal j.ro. 24 jaar en r Vliet j.d. 23 jaar. Hedricus Jozepli 1. 2(5 j. te Kerkerade en Anthonia 28 jaar. STELLENDAM, annclje, d, v. A. Melissant en M. je, d. v. K. lloekinan en J. van d, z. v. H. Brinkman en A. Troost. C. Grootenboer en A. v. Scters. v. Soest 23 jen D. v. Lenten 23 j. Johannes Cornelis Kreefl 5 j. z. v. J, M. Burbach. Jobauna v. Leuten v. Lenten en A. v. Wijk. GOEDEREEljE. [dA. Grinwis 29 j. en M. Tanis s Gz. 27 j. en K. Redert 19 j. OUDDORP. Vouter, z. v. Abraham Heerschap e Witte. Jucoinina Geerlruide, d. n Noord eu Grietje van der Bok. bannis Meijer en Ariaant je Hoek. \ren Klepper en MartijntjeGrinwis. h, z. v. Simon Voorlman en Jan» Cornelis, z. v. Jan Willem Bake- de Lange. Arie. z. v. Aren Bakelaar a Visser. Neellje, tl. v. Jan Meijer e Jong. Cornelia, d. v. Jacob van ?n Neellje Marina van Loozen. laas Cornelis Meijer en Jannetje Levenloos aangegeven kind van it en van Neellje Tanis. i IELLEVOETSLUIS. den IJzermanv. d. Heuvel, z. Waijenberg, d. A. Molleman, wedr. van D. J.G. n A. Orjjnus, gehuwd geweest met |1>. A. Schippers, ecktg. van J. de ROCKANJE. ina Petronella, d. v. S. J. Wage- van Beesten. Dirk Arie, z. van p en M. Warhout. Cornelis z. v. en J. Poldervaart. Willeraes 'en S. Man in 't Veld. \rendje Moree, 6 jaar. friEUWENUOORN. rianus, z- v. P. v. d. Hoek enP. 2o. z. v. C. Snoek en M. Lugteu- ia, d. v. J. Hage en J. H. Vlie- i Aaltje, d. v. C. M. v. Herwaarden M. Krjjgcr en L. de Grujjler. HEENVLIET. Andries vuu Dijk 09 j. eclilg. v. itribbr. vernoovenae Destanaaeelen, zoo als zoovele andere z.g. maag- 1 middelen. De Abdijtabletten zijn daarom absoluut onschadelijk, nochtans snel van werking Over al verkrijgbaar a 1,25 p. doos. Lischt onze bandteekening li. I. Akker, Botterdam. Dit blad verschijnt iederen ZATERDAGMORGEN, prijs psr kwartaal bi] vooruitbetaling. f 0,75 e nummersf 0,07' ZATERDAG 19 JULI 1919 1E Jaargang. N°. 37 Advsrtentiën van 1—6 regelsf 0,90 Elks regel meerf 0,15 Bij contract aanzienlijk korting. Uitgegeven onder leiding van J. J. I. VAN ZUYLEN door de N.V. Uitgeversmaatschappij „Onze Eilanden", Voorstraat 210 Middelharnis. Telef. Interc. No. 15. Adres voor Redactie en Administratie: Bureau „Onze Eilanden" te Middelharnis. jA.GENT.EN te: Br kik: Boekhandel L. Kluit. HellevoetsluisBoekhandel G. M. van der Maesen. Ooltgensplmtfa. Breur Zonen. Oude Tonge: H. Simonae, Nieuwe Tonge: W. van de Ree. OuddorpC. de Mooij. Stad aan 't Har ingvliei: J. C. Elvé. Dirksland: fa. Binkhorst Zaayer. Melissant: H. Tieleman Cz.. Her king en: A. Munters. Den Bommel: J. Woudstra. Oudenhoorn: A. Tuk. ZwarteioaalD. Hoftfjzer Tzn. Nieuio Helvoet |J. Nooteboom. Röckanje: PI. Monster. Goedereede: Jac. v. d, Tol. Stellendam: N. J. van Dongen. Eiland RozenburgJ. v. d. Vliet Cz., ZanddijkD 38. Middelharnis en Sommelsdijk: Bureau „Onze Eilanden". Zuidland: C. ZevenbergenNz.. Spijkenisse: G. E. van Gent. Heenvliet: W. Hoepel Bz. Alle brievengaarders nemen advertentiën en abonnementen op dit blad aan. Dr. P. C. Cleijndert Jr. Dr. Cleijndert is benoemd tot genees heer-Directeur van het lterson-ziekenhuis te Gouda, welke benoeming hij aange nomen heeft. Dat beteekent een verlies, niet alleen voor Middelharnis maar voor oas geheele eiland. In de ruim vier jaren, dat hij hier gevestigd w,.s, heeft hij vele patiënten en meuigen collega bijgestaan in moei lijke omstandigheden. Geen moeite was hem le veelzoodat hij niet spoedig ver geten zal zijn, en maar moeilijk vervangen zal kunnen worden. Wij zien hem met spijt vertrekken en gunnen Gouda hem eigenlijk niet. Zonder twijfel zal de energieke, kundige jonge man zich in zijn nieuwen loopbaan spoedig inwerken en dezelfde steun en vraagbaak voor zijn collegae en patiënten worden als hier. Wij wenschen hem en zijn gezin veel goeda toe in hun nieuwe woonplaats. Jammer toch, dat ons eiland de laatste jaren zooveel flinke mannen moet zien vertrekken. Ze konden nog zooveel nut tigs hier verrichten. De gewezen Duitsche Keizer. Soldaten-eer gold bij hem steeds voor het hoogste. Lafheid was het ergste, dat een man kon ontsieren, en hoe menig soldaat is in den oorlog in zijn naam neergeschoten als een hond, omdat hij het gevaar den rug toekeeren wilde. Laf heid was steeds, vooral daar in Duilscb- land, slechts den dood waardig. FEUILLETON. JOHANNA VAN VRIJENBAN. Oorspronkelijke Roman door JAN VAN GELDER (Nadruk verboden). Maar toea voor hemzelf het gevaar ging dreigen, liet hij zijn arme volk in den steek, en het heeft de zwaarste uren moeten doorworstelen zonder zijn leiding. Hij die tot op het godslasterlijke af, een Keizer bij Gods gratie zich gevoelde zoo lang hij omringd was van aanbidders en een volk, dat blind was voor zijn groote fouten, die hêt in den afgrond zouden brengen, vluchtte, toen de zorg aanwiekte, in den nacht. En zijn volk is den don kersten van allo tijden ingegaan zonder hem. O, als hij toen, in November, gegaan was naar Berlijn, zich aan zijn uitgehon gerd volk had vertoond, en gezegdZie hier ben ik. Als gij wilt, zal ik ook nu bij U zijn en U leiden. Als gij niet wilt, ook danhier ben ik. 11c weet, dat ik U verkeerd heb geleid, mijn arme, arme volk. Duizenden en millioeuen heb ik in rouw gedompeld, maar ik was blind. Nu zie ik de ontzettende waarheid. Vergeeft mij. En als wat ik misdeed, te zwaar is om vergeven te worden, zoo neemt mij en doet met mij wat goed isinuwoogen. En hij was dan vermoord, zooals Rosa LuxemburgenLiebknecht vermoord zijn., dan ware hij een held geworden in onze oogen. Wij allen dwalen en dwaling is te vergeven. Ook deze vreeselijkste dwa ling van alle eeuwen ware te vergeven. Mits hij dapper ware geweest. En nu komt weer een gelegenheid, om soldatenmoed en soldaten-eergevoel te toonen. Wij hebben hem ontvangen in dien Novembernacht, toen hij vluchtte. Wij hebben hem gevoed en bewaakt. Hier is hij veilig. Maar men zoekt hem. En hij schuilt weg. Wij komen in moeite om zijnentwille, en wederom biedt hij zich niet aan. Als bij nu sprak tot onze regeering en ons volkAls hij nu zeide: het is genoeg ik dank u. Ik wil vrij willig gaan Dan moeston wij antwoordengij móogt' niet. 'Gij zijt dapper. En een ridder is bij ons veilig. Gij zijt onze dappere gast en dat zult gij blijven. Gij hebt veel misdreven, maar wij vergeven u om dit eeneuw moed. Want diep in ons hart leeft toch ook nog deernis. Zelfs voor dezen van alle rnenschen verlatene. Er is geen tragiek in zijn figuur, maar hel is wel zeer zielig. Na zóo'n hoogte nu deze diepte van val. Nu zóo te moeten afwachten, wat over hem zal worden beslist. Bijna de zeker heid dat men zijn leven zoekt. Hij is laf en dies vreest hij den dood. Maanden en maanden lang. Hij zaagt hout, maar de vergetelheid wil niet komen. Het geroep der kinderen is opgeklommen tot den hemel. En hel dondert hem nu in de ooren, dagen nacht. Zouden wij dezen man nog langer be schermen 1 Zullen wij hem niet liever verjagen van onzen grond? Alleen Labori had: geschreven, dat hjj, als de jacht begon, hetgeen Van Vrijenban tegen zijn dochter had doen opmerken, dat de notaris zijn wereld goed kende, en zich niet opdroDg in gezelschappen waar h|j eigenlijk niet thuis hoorde. De drukte begon al vroeg. Daar Van Zandwijk en Vau Vloten ook kwamen kon men dien dag rekenen een twaalf tot veertiental gasten aan tafel te hebben. Daarvoor kon Dina onmogelijk alleen zorg dragen, Johanna had voor die paar dagen meiden moeten aannemen, en zag zich toch genoodzaakt op het kritieke oogenblik b|j te springen. Willem was met de equipage naar Zutfen gestuurd, om den heer Tarkof af te halen en Karei en Gerrit Veldkamp deden me^r kwaad dan goed tijdens zjjn afwezigheid. De oude Veld kamp was bruikbaar, maar deed dienst in de stallen, want de kans was groot, dat de officieren te paard van uit hun garnizoen zouden komen, terwijl men in ieder geval den volgenden dag een gevulden stal zou hebben. De graaf was met de nichten op de wandeling, zoo dat Van Vloten, die tegen tien uur inet de Zwaluw in de slotgracht verscheen, hem niet thuis trof. pas kwam, „Maar hij komt gauw", verzekerde Johanna, „ze zjjn bjjna een uur weg en langer kunnen mijn nichtjes toch niet loopen". .Ze zijn toch niet naar den „Dollenkamp" toe"? „Niet waarschijnlijk. Moet U papa noodzake lijk spreken"? „Ja, ik heb van morgen de dryvers hun instruc ties gegeven en Van Vrijenban heeft morgen de leiding en dan moet bij natuurlijk precies weten, wat er gebeurt. Ik heb een plattegrond van de terreinen meegebracht dan kunnen w(j i eens praten. Wat zie je er opgewonden uit". „Ik heb het druk, mijnheer Van Vloten. Ik moet zorgen, dat U vanmiddag niet van liODger omkomt". „Wat een huisvrouw"? „Ja, spot maar. Dina kan het alleen onmogelijk af en die meiden hier uit de buurt, 't is eenvou dig vrecselijkl Ze kunnen niot eens aardappel schillen. Dat heb ik ze van morgen zelf moeten voordoen. Ja lacht UmaartU moest eeus welen hoe druk ik het van morgen al gehad heb. Ik zeg tegen die meiden, dat ze de kamers, waai de gasten van nacht moeten slapen een beetje moeten luchten en wat doen nu de schepse's? Ze zetten boven alle ramen en deuren een mijl wjjd tegen elkaar open, zoodat ik bijna van de trap afgewaaid ben en de schilderijen op de gang als vlaggen hingen te wapperen. Maar daar hoor ik papa, gaat U hem gauw opzoeken om over de „leidiDg van de jacht" te spreken, dat is veel belangrijker en daar hebt U veel meer verstand van dan van de „leiding van het huis". David Lloyd George. Onder de staatslieden van bet tegen woordig Europa, die de aandacht der wereld tot zich trekken, behoort onge twijfeld de Engelscbe premier, die bij de laatste verkiezingen een vooral per soonlijke overwinning had te boeken. Hij behoort daartoe om de macht, welke hij als Engeland's eerste minister uil- oefent, maar evenzeer om de persoon lijke verdiensten, die hij zich op velerlei gebied, zoowel voor zijn vaderland in het bijzonder als voor de menschheid in het algemeen, heeft verworven. Gedu rende den oorlog is Lloyd George in veler oogen niet een der meest sympa thieke figuren geweest; men heeft duide- Coquet draaide Johanna .zich om, Van Vloten zag haar lachend na, z|j wendde in de gang nog eenmaal het hoofd om, en toen z|j bemerkte, dat hij haar nastaarde, zette zij het blozend op een loopen eu verdween weer in de keuken. Van Vloten liep langzaam naar den anderen kaut van het buis en rolde een sigarette.Hy bad volstrekt geen haast, want een conferentie met Van Vrijen ban was niet bepaald noodig. Als liij hem zijn papier had laten zien, waar alles op aangeteekend en aangegeven stond, en de graaf ging cr een kwartiertje op sludeereD, dan kwam de „leiding van de jacht" wel terecht. Hij had het schetsje door Hendrik Labori laten maken en was eerst van plan geweest, het ook door dezen te laten wegbrengen, maar hij had bij zich zelf gedacht dat hjj de rnenschen op „IJselo" wel even .Goeden morgen" kon wenschen. Hjj had toch niets van belang te doen. Labori zorgde evengoed voor de zaken als hy zelf, eu zoodoende had hij de „Zwaluw" in orde gebracht en was onder zeil gegaan, wetende, dat hij welkom was. En zoo als het meer gaal, nu hij eenmaal deel van de jacht moest uitmaken, begon hjj cr zelf belaDg in te stellen en wilde hij de verschillende leden van liet gezelfechap leeren kennen. Hij vond den graaf in de salon en voor hij tjjd had, om met zjjn schetsteekening voor den dag tc komen werd hij door Romelia in beslag genomen, die hem de verzekering gaf, dat zjj het dolprettig vond, dat hij zoo vlug aan zijn belofte gevolg kwam geven, om hen een keer mede te nomen op het water. Ofschoon hjj door deze opmerking lijk bezwaren geopperd tegen de doori hem gevoerde politiek; men heeft die' bezwaren zien toenemen, naarmate bij Lloyd George de wil tot eindelijke over winning zich scherper toespitste. En al is ook tijdens de handelingen der gealli eerde conferentie te Parijs Lloyd George tal van malen op de meest ernstige oogenblikkeu president Wilson ter zijde getreden, dit heeft in de oogen van tal van critici de door hem begane fouten niet kunnen verminderen. Dat er in de op hem geoefende critiek waarheid schuilt, laat geen twijfel bestaan; dat evenwel deze critiek Diet altijd, en zeker niet in voldoende mate, heeft weten rekening te houden met de omstandigheden, waar onder Lloyd George arbeidde, mag even zeer als vaststaand worden gerekend. Als men- van „self-made men" in de politiek spreekt, zal zeker niemand ook maar een oogenblik aarzelen Lloyd George daartoe te rekenen. Want nederig is zijn afkomst, zoo nederig zelfs, dat rnen dui zelt van de hoogte, die hij in betrekke lijk korten tijd heeft bereikt. Zijn vader was een eenvoudig schoolmeester, die het platteland van Wales vaarwel zei om naar de groote stad te trekken, doch, die in deze groote stad (hel smokige Manchesier) allerminst dat vond, waaraan hij behoefte had. Op jeugdigen leeftijd stierf hij en liet zijn vrouw met een drietal kinderen, van wie David de oudste was, achter. Het was zjjn oom, Richard Lloyd, de eenvoudige schoenmaker op een dier dorpen in Wales met een onuit- spreekbaren naam (Llanystumdwy), die zijn moeder hielp bij de opvo ding dezer kinderen, die zoozeer de wetenschappe lijke carrière, welke David zich voorloo- pig had gekozen, ter harte nam, dat hij. om den joDgeu Fransch te doen leeren, zelf de Fransche taal ging beoefenen. verrast was en zy hem ergerde, liet bij daar niets van merken en zei, dat hij ten zeerste prjjs zou stellen op het gezelschap der dames. „Dan moet je maar aanstonds gaan," zei Van Vrijenban, „'t is nu juist een geschikt uur. 'I Spijt mij dat ik niet mee kan, want ik verwacht den beer Tarkof met zijn vrouw" „Tarkof"? vroeg Van Vloten, „dezelfde die indertijd als ambtenaar naar Iudiö is gegaan"? „Heb je hem gekend"? „Gekend? Ach, een klein beelje maar. 't IVas in zijn dagen een vroolijke jongen. Schatrijken niet bang voor een klein beetje. Maar loeu hij wegging, was hjj zoo arm als een Portugees. Ik heb menig pleiziertje met hem beleefd, wacht hoe noemdon wij hem ook weer? Ah juist, ik weet het al, Don Cèsar'T „Dan is het wel dezelfde. Hij ral wel veranderd z|jn, je moet deüken getrouwd en dan .Indië"! „Ja, zegt U dat wel," viel Romelia in. „Dat Indit!, schijnt zoo'n vreeselijken, moorddadigen invloed op de rnenschen uit te oefenen. Naast ons woont ook een familie, die juist uit Indiö is teruggekeerd, nietwaar Rose"? „Je bedoelt zeker de Batterings." „Ja, en die mijnheer Buttering is zoo slecht voor zijn vrouw, dat is meer dan bar. Trouwens ik vind haar ook een serpent, wat jy Rose"? „Och, ik vind het nog niet zoo erg. Maar daar stelt mijnheer Van Vloten waarschijnlijk toch geen belaDg in. Laten wjj liever den raad van oom volgen en onzen tjjd goed gebruiken. Ten l minste als mynheer Van Vloten vindt dat wjj Niet alleen materieel, maar ook moreel was Richard Lloyd de weldoener van David en de beide andere kinderen. Hij was het hoofd van een dier eenvoudige godsdienstige secten, die alle uiterlijke praal terzijde stellen; zijn hoofdschap "egde hem slechts plichten op en schonk hem geen rechten. David leerde bij hem de beginselen van den godsdienst; werd door hem gehard in den strijd der onaf hankelijkheid van Wales, waarin de reli- gieuse beginselen zeker geen onderge schikte rol speelden. Reeds op school toen hij de kinderen opstookte, om den landheer hij het jaarlijksch examen niet te antwoorden op de vragen naar den Anglicaanschen ritus, toonde hij zie t organisator. Toen hij, eenmaal advocaat geworden, zich al spoedig in de politiek begaf, bleek hij een slagvaardig debater, die zijn leermeesters in de smidse van het dorp geen oneer aandeed. Als jongen had hij daar toegeluisterd, wanneer de ouderen de vragen van den dag bespra ken nu bracht hij dit alles in toepassing. Lloyd George heeft het eerst de alge- meene aandacht op zich gevestigd bij een opzienbarend proces, dat de begra fenis betrof van een inwoner van LJan Frothen,' behoorende tot de nonconfor misten, die voor zijn sterven den wensch had uitgesproken te worden bijgezet naast zijn dochter die op het kerkhof der Anglicaansche kerk rustte. De rector van de parochie had aanvankelijk geen bezwaar gemaakt, doch toen hij vernam, dat het in de bedoeling lag om de begra fenis te doen plaats hebben volgens de nonconformistische gebruiken en zulks op het kerkhof zelf, trok hij zijn toestem ming in en gelastte, dat het reeds ge opende graf zou worden dichtgemaakt. Óp advies van Lloyd George, die door de bloedverwanten werd geraadpleegd,dron- geen misbruik maken van zjjn beleefdheid". De grondbezitter zag in, dat bij niet aan de freules zou ontsnappen en deed, wat in de gegeven omstandigheden het bcsle was. Hy lachle met het hem eigen gulle geluid en ging toen voor naar de „Zwaluw". Toen zij afvoeren, stond de graaf en zijn dochter op den steiger. Johanna was tot haar innige spijt genoodzaakt om thuis te blijven. Hoe graag zij ook uieewilde, moest zjj toegeven, dat het ouuiogelijk was. De zorg voor de komen de gasten was zoo omvangrijk, dat zjj niet op het kaslcei gemist kon worden. Toch kon zjj de onaangename gedachten, die in haar opwelden, niet onderdrukken, toen zij het sierlijke vaartuig met ontplooide zeilen langs de rivier zag scheren en zeide: „Daar heb je nu je gaslen voor, oiu met je beste kenuissen op den loop te gaan". „Wees blij, kindlief, dat wij Van Vloten op het oogenblik tot onze beschikking hebben. Het wordt mij anders veel tedruk eu jy k unt een oogen blik rustig aan liet werk gaan. 't Is een kwestie van een paar dagen. Je bent toch niet jaloersch „Maar, papa!" „Nu, 't zou zoo erg niet zjjo. Ik heb al laug gemerkt, dat je Van Vloten graag moogt lijden". „Vindt U het erg?" „Wat zal ik er van zeggen, meisje. Men moet het leven nemen, zooals het is. Als jij idee in hem hebt, moet je het zelf maar welen. Je zult het rfjker hebben dan je oude papa het ooit ge- had heeft".

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1919 | | pagina 1