ONZE EILANDEN TWEEDE BLAD ONZE EILANDEN VAN ZATERDAG 5 JULI 1919. 5 No. 35 5 Juli 1919. Vrede geen uitbundigheid. Er zijn oogenblikken, waarin wij eens iep ademhalen, opzien naar den blauwen eaiel en de zon en ons innig-gelukkig evoeïen omdat het weer vrede is. Naar ate de verschrikking langer duurde, aar die mate is onze vreugde grooter. Maar dat zijn toch niet meer dan oogen- likken. Wij voelen doorloopend, dat de ruk nog niet geweken is. Ons leger is iet meer gemobiliseerd,en dedistribuiie- "nsielJingen en bepalingen worden gere- eld meer ingetrokken. En toch is tnu vrede. Althans indien wij dit woord durven gebruiken voor den toestand, dien wij nu wachten. Vrede is. immers veel meer dan niet-oorlog, Waar geen oorlog is, is daarom nog geen vrede. Het zal dus nu het einde zijn van den oorlog. En wij merken het bijna niet op. Iloe hebben wij ons dezen dag geheel anders voorgesteld! Het zou een stralende morgen zijn, waarop wij plotseling ons werk in den steek zouden laten, de straat op zouden loopen, de menschen lachend aanzien, een koffiehuis zouden doen dave- reu van onze vreugdekreten, en thuis komend. zouden zeggenVrouw, vrouw, het is vrede! Zoo hadden wij gemeend dat de tegen hanger zou wezen van den 31sten Juli 1914, toen wij vernamen dat het oorlog was. En nu alles anders. liet is alsof, als wij dwaze dingen zouden willen doen, in het openbaar den dolle zouden willen spelen, van vreugde ons als dwazen zouden willen gedragen, men tot ons zegt: wees stil, daar is een doode in huis. Gewis, er is meer dan een doode in ons huis. Ons rustig, tevreden bestaan is dood. Wij kunnen niet meer leven van wat ons vroeger een rojaal bestaan gaf. Wij willen allen steeds meer. Wij móeten wel, waut de geheele menschheid zit achter ons en jaagt ons voort. Onze idealen zijn voor een goed deel dood. De meesten onzer jonge mannen hebben langer of korter gediend, en al het goede, het ideëele is uit hun wezen getrapt, mobilisatie, dat weten wij nu uit een heel harde les, is demoralisatie. Slechts nog wat puinhoopen zijn er over van wat voor 1914 onze trots uit maakte. In ons huis is meer dau éen doode En erom heen, bij onze buren, is nog meer reden tot stilzijn en zwijgen bij dezen vrede. In alle landen, ook die der overwinnaars is de schade eindeloos grooter dan de winst. De wonden zijn ontelbaar. Zoo zullen wij dan gaan neerzitten en treuren. Neen, waarachtig niet. Op elke puin hoop kan een nieuw gebouw gezet worden, schooner en hooger dan het vorige. Men kan bijna dankbaar zijn, voor wat de oorlog heeft vernield. Want vóór 1914 was er bijna geen plaats rneer voor nieuwe gebouwen. Er was schier geen werk meer voor onze handen. En nu ligt de gansche wereld voor ons te wachten, te wachten op óns. En zij roept om onze hulp. Zij smeekt ons aan den arbeid te gaan. Zij laat ons geen tijd tot treuren. Het is nu meer dan ooit zondeom moedeloos te zijn. Wij mogen niet tot elkaar zeggen, dat deze vrede den kiem legt voor een nieuwen oorlog. Of dat zoo zal zijn, zal liggen aan óns. Wij zijn de makers van de toekomst. Als wij zien hoe verward het in Europa is, mag ons dat. niet doen wanhopen. Wijzelf zijn het, die over tien, over twintig jaar onzen wil zullen doen zegevieren. Het geslacht, dat dezen oorlog maakte, zal voorbijge gaan zijn. Wij kunnen bijna vroolijk worden, als wij zien op het groolsche werk, dat ons wachl. Zooveel gelegenheden, zooveel kansen als nooit tevoren. Het kwam nooit zoo aan op den arbeid van ieder, ook den geringste, als juist nu. Als onze oude idealen dan weg zijn, vernietigd voor goed, welaan dan, wij zullen nieuwe scheppen uit het niet. Ja ze zullen grooter zijn dan ooit tevoren, zoo groot, dat we er ons vijf jaar geleden ziek aan zouden hebben gekeken zonder ze nog te hebben overzien. „De wereld wacht den hoogen Held, Die 't al herstelt, Wat ligt verneerd, onteerd, Terneer geveld." Zouden niet wij allen zulke Helden willen en kunnen zijn? Ook in het kleine werk, dat misschien ónze laak is? Distributie van Levensmiddelen. BROODKAART. De directeur van het Rijksbureau voor de Distributie van Graan en Meel, maakt bekend, dat de broodkaart van 't 102de tijd vak geldig is van 9 Juli tot en met 17 Juli. MIDDELHARNIS. De Burgemeester van Middelharnis maakt bekend, dat voor de week van 7 Juli 1919, tot en met 12 Juli 1919 zal worden beschikbaar gesteld op: Bon 61 3ons Suiker. STAD AAN 'T HARINGVLIET. Deze week wordt gedistribueerd op: Bon 244 3i/a ons suiker. 11 van de kinderkaart 3i/2 ons suiker. ZWARTEWAAL. De komende week is bij de verschillende winkeliers verkrijgbaar op Bon 68 3'/i ons suiker. Zomerrantsoen steenkolen. Losse bons zijn ongeldig. ROCKANJE. Volgende week verkrijgbaar Bon 25 31/2 ons suiker. NIEUW HELVOET. Voor de volgende- Op bon 7 der Suikerkaart 3'/j H.t-I. Plaatselijk Mieuws. MIDDELHARNIS- Te IJmuiden zijn binnen gekomen de vischsloepen „Albatros", ach. J. de Waard en „Oranje Nassau", sch. D. Koster, met een besomming van respect, f 2600 en f 2280. In het 2e kwartaal van dit jaar zyu door de schutsluizen alhier geschut, 258 vaartuigen met een tonneninhoud van 20.640 ton. De viscbsloep „Albatros" van de reederij P. L. Slis Zn. alhier is verkocht aan de heeren Poortman te Maassluis, waardoor de visschersvloot, behalve de „Oranje Nassau" tot het verleden behoort. De metselaar H. P. v. d. V. had het ongeluk met zijn rijwiel te vallen en zich bloedend aan het hoofd te verwonden. Dr. Cleyndert uit deze gemeente komt als no. 1 voor op de voordracht voor genees heer-directeur aan het gemeente-ziekenhuis te Gouda. Een kind van J. Auperlee geraakte al spelende in de sloot aan den Oudelandschen dijk. Haar zusje, die bij het ongeluk aan wezig was, begaf zich schreiend op weg naar huis, wat de aandacht van den heer W. Peeman trok, die haar tegemoet kwam. Gevraagd wat zij scheelde, zeide zü, dat haar zusje in de sloot lag; de heer Peeman spoed de zich naar de aangewezen plaats, begaf zich gekleed te water en had het genoegen het kind, dat reeds zinkende was, nog in tjjds te redden. De heer J. Hartogs uit deze gemeente slaagde te Utrecht voor candidaat-Arts. Naar wij vernemen is de heerTiggel- man door de Nationale Bankvereeniging niet benoemd tot procuratiehouder van haar op te richten bijkantoor alhier, maar evenals de heer Zaaijer tot directeur. Postcheque en Girodienst. Aan het postkantoor Middelharnis en de daaronder ressorteerende hulpkantoren werd gedurende de maand Juni 1919 gestort f 112031,22, uitbetaald wegens chèques f 17041,03. Op de postrekeningen van dit postkantoor werd bijgeschreven: a. wegens stortingen f 40368 85; b. wegens overschrijvingen f 11173,64. Afgeschreven: a. wegens over schrijvingen f 13539,61; b. wegens chèques f 28706,22. Op den laatsten der maand wa9 't aantal rekeninghouders van dit kantoor 27. De zoon van A. S. had het ongeluk den inhoud van een ketel kokende koffie over zijn voet te krijgen, waardoor deze ernstig verbrandde. —Donderdag werden alhier voor het laatst de aardappelen gedistribueerd, zoodat de handel daarin vrij is. De landbouwer O. Verhage wondde zich bij zijn werkzaamheden zoodanig met een mestriek aan den voet, dat genees kundige hulp moest worden ingeroepen. Posterijen. Met ingang van 20Julia.s. wordt de bestelling op Zondag en Hemel vaartsdag beperkt tot brieven, briefkaarten, kennisgevingen van overlijden en exem plaren van het kort verslag der vergadering van de 2e kamer der S. O., voor zoover die 'stukken voorzien zijn van eene strook „Bestellen op Zondag." Nieuwsbladen zullen met ingang van dien datum slechts besteld worden indien zij ten minste éénmaal per werkdag verschijnen. Kennisgevingen van aankomst van aan- geteekende en geadviseerdestukken, alsmede brieven en briefkaarten uit het buitenland worden ook besteld. Voor expresse bestelling en de bestelling van portvrije stukken blijven de bestaande bepalingen van kracht. Strooken „Bestellen op Zondag" worden met ingang van 10 dezer aan alle kantoren der posterijen voor het publiek verkrijgbaar gesteld tegen betaling vanl cent per lOstuks. Vergadering der Veiling. Vrijdag 28 Juni had een buitengewone ledenvergadering der Centrale Veiling plaats in hotel Meijer. De Voorzitter zegt in zijn openingswoord, dat deze vergadering uitsluitend is belegd op verzoek van den heer van den Boogaard c.s. Men wil, gelijk bekend is, op deze vergade ring een stemming uitlokken over de uit betaling der in kas zijnde gelden, de meer opbrengst der geveilde uien. Het standpunt van het Bestuur is voldoende bekend en daarom geeft de voorzitter dadelijk het woord aan den eersten onderteekenaar van den brief aan het bestuur, den heer Van den Boogaard. Deze acht zich ook ontslagen, na al wat er op de vorige vergadering is gezegd, van den plicht, breed over de zaak uit te weiden. Het bestuur is het persoonlijk blijkbaar eens met de onderteekenaars van het adres, maar men is niettemin tot nog toe weinig opgeschoten. Wij wenschen stemming over de vraag of de meeropbrengst der uien toekomt aan ons of aan de partij van Mozes de Haas. De heer Ouwens krijgt het woord. Hü is voor ons slecht te volgen. Hij leest, zooveel maken wij eruit op, een vorig pleidooi vóór de zaak der onderteekenaars voor, haalt er Wilson, minister van Karnebeek, de hyena's en de Bolsjewiki bij, vertelt eenige voor gevallen feiten, en raakt ten slotte zoo in vuur, dat hij overgaat in dichtvorm. Mee- sleepende poëzie wordt het, als hij het goede recht bezigt van de adressanten; het gaat zoo snel, dat we slechts de laatste regels weten te noteeren: „Steunt Boogaards eisch met vaste hand, En stuurt de Haas naar Ouddorp's strand!" Men ziet, de heeren zijn niet erg wraak gierig. In Ouddorp is het zomers nog wel uit te houden, beterdanopdeMookerheide. Tenzij de reis per R.T.M. de straf inhoudt. Ja, dan maar de heer de Haas zal, als hij naar Ouddorp moet, wel gebruik maken van zijn auto, dunkt ons. De Voorzitter, na de groote opgewonden heid der vergadering en het luide applaus, weer aan hetwoord komende, had nietdurven hopen, zegt hij, dat deze vergadering zoo genoegelijk zou worden. Hij is den dichter erkentelijk voor zijn woorden en deelt voor de duidelijkheid nog eens in zeer prozaïsche woorden mee, wat blijkbaar zijn bedoeling is. Is er nu in de vergadering iemand die het standpunt-de Haas nog wil toelichten? De heer de Haas is zelf blijkbaar afwezig. Wellicht reeds in Ouddorp? De heer van den Doel wil niet veel woor den vuil maken over het standpunt der wederpartij. We kunnen niet zeggen, dat hy zijn positie zeer versterkte, toen hy niets anders deed, dan een persoonlijk feit tegen over den heer van de Boogaard ophalen. De Voorzitter onderdrukte dan ook met alle macht deze pogiDg, niets ter zake doende particuliere kwesties in het debat te brengen. De beer Slis vraagt of stemming wel tot iets zal leiden. De Voorzitter antwoordt, dat dat bekend is. Het resultaat zal zeer gering zyn. Niet temin heeft het bestuur geen bezwaar, tot de stemming over te gaan. Nu ontstaat er eenige moeilykheid. De schiü vers van den brief hebben zich blykbaar niet precies ingedacht in den vorm, die ge kozen moet worden. Ze willen stemming over de wenschelykheid van uitbetaling, dat is duidelyk. Maar moet dat in den vorm van een motie, of van een lastgeving aan het bestuur? Het bestuur voelt voor een motie niets. De heeren Kolff en van Schouwen verdedigen dat. Maar het is, als of de heeren onder teekenaars daar ietwat huiverig voor zijn. De heer Overdorp vraagt nog, of, als de heer de Haas het proces eens mocht winnen, behalve de eene, ook de andere party zyn geld zou kunnen krygen. De Voorzitter: Neen, al het geld zou op gaan aan uitbetaling tot 8i/2 cent en be waar- loon. De heer J. Born deelt nog mee, dat het bestuur volgens zyn advocaat gerust kan uitbetalen; wie het geld het eerst heeft, heeft het en dan is er geen verhaal meer op voor de Haas c.s. Dit is evenwel voor bet bestuur niet voldoende, om morgen-aan-den-dag het geld te verdeelen. De stemming heeft dan plaats. Men zal beslissen of de leden het wenschelyk achteD, dat de meeropbrengst der uien, berustend by bet bestuur, zal worden uitbetaald aan hen, die minder hebben ontvangen dan 81/2 cent Per kilogram. Met overweldigende meerderheid,(118 vóór. 22 tegen en-6 blanco) wordt deze wensche lykheid uitgesproken. De heer D. Joppe vraagt thans nadrukke lijk aan het bestuur, of het zal overgaan tot de uitbetaling. De Voorzitter antwoordt dat het bestuur hiertoe gaarne zou overgaan, maar het voors hands niet kan doen. Een tweede vraag van den heer Joppe luidt: Zou het bestuur bereid zyn, over to gaan tot de verdeeling der gelden, als de beide partyen tot overeenstemming konden geraken over de wyze? En ten derde vraagt hy, of het bestuur bereid is, een nieuwe vergadering, niet alleen van leden, maar van alle veilers samen te roepen. De Voorzitter zegt in antwoord op het eerste punt: De beide partyen de Haas en Joppe vertegenwoordigen niet alle belang hebbenden. Zouden deze beide partyen echter een schikkingsvoorstel doen, dan zal het bestuur al het mogelijke doen, om lang3 rechtvaardigen weg daaraan te voldoen, en ieder, die aanspraak kan maken op de gelden, tevreden te stellen. Een vergadering, dit in de tweede plaats, waar ook niet leden der veiling tegenwoordig zouden- zyn, acht het bestuur niet in overeenstemming met de reglementen en bovendien zeer onvruchtbaar. De heer J. VroegindeweijHet zal nooit zoover komen, dat allen ervoor zyn, dat recht gedaan wordt. Wat zal echter het bestuur doen met de uitspraak der vergade ring. Wy willen de centen deelen, roept hy uit op een toon, alsof by op den preekstoel stond. Hy komt in vuur. Er moet recht gedaan worden! Het bestuur zal in ons aller achting stijgen, als het recht zal doen. Het zal er nooit kwaad mee kunnen, als het tot de verdeeling besluit. Hoeveel, vraagt hy vervolgens, zou er noodig zyn om tot 8 1/2 cent uit te betalen? De Voorzitter wil op die laatste vraag wel antwoorden. Het Bestuur heeft geen bezwaar tegen openhartigheid. Maar de heer Vroegin deweij moet niet meer van voren af aan beginnen. Het bestuur kan niet tot uitbe taling overgaan, dat weten de heeren, en als we nu niet opschieten, dan is dat niet de schuld van bestuur of voorzitter, maar van menschen, die praten als een kip zon der... ik bedoel als Vroegindeweij. De heer Vroegindeweij blykt dit niet te begrijpen. 't Was anders nogal duidelyk. Maar hy herhaalt zyn 2e vraag, waarop de Voorzitter antwoordtVoor hetuitkeeren van de meeropbrengst der uien tot 81/2 cent per geleverde kilogram is noodig de som van f126.000. Dan is er bynaf 200.000 over. Om ook nog het bewaarloon uit te keeren zooale dat destyds geregeld was, zou noodig zyn f 225.000, zoodat men hiervoor f 25.000 te kort zou komen. Na nog twee opmerkingen te hebben be antwoord, sluit de Voorzitter de vergadering. SOMMELSDIJK- Vrijdag jl. had de vrouw van P. v. d. V. het ongeluk uit te glijden en te vallen, waardoor zy haar enkel brak. De he6r M. J. de Gast slaagde dezer dagen voor het eindexamen A aan het gymnasium te Delft. L. O. alhier werd door een stier, dien hy uit de weide wilde halen, zoodanig aange vallen, dat by zich bloedend verwond onder geneeskundige hulp moest stellen. De dochter van Mde V., die eens fietsen wilde leeren, reed pardoes in een sloot. Zy kon zich spoedig uit haar benarde positie redden, zoodat zy er met een nat pak en de schrik afkwam. D1RKSLAND- De heer B.J.Mooyaart alhier is benoemd Lot lydelyk onderwijzer aan de Openbare school te Ooltgensplaat. De brievenbesteller P. Poortvliet had Zondag het ongeluk toen hy voor een paar kinders moest uitwijken met zyn flets te vallen waarby hy een sleutelbeen brak. Woensdag werden onze brandspuiten geprobeerd. Alle waren in de beste orde. Voor de jongens was het een heel pretje. Verscheidene zyn met een nat pak naar huis gemoeten. A.s. Woensdagmiddag te 4 ure zal ten gemeentehuize alhier gelegenheid bestaan tot kostelooze in en herinenting. MELISSANT- Heul praatjes of klachten van publiek. Klokkelina nog niet erg in orde, ongeregelde polslag nog steeds merkbaar. De slooten slecht voorzien van water. Dien tengevolge de karreman een kanaal? aan 't graven. Hierdoor is in geen 2 weken de vuilnis opgeruimd van de gemeentewegen en straten... Ieder inwoner kweet zich van de in de politieverordening voorkomende regel onder Art. 69 welkealdusluidt. „Daarna zal ieder hunner het vuil aan bekwame hoopen aan den kant derstraatbyeenvegen". Elke landbouwer in de kom der gemeente woonachtig kreeg juist in die vuile weken aanzeggingdat zyn mestvaalt binnen veertien dagen moet worden leeggereden, en zulks voortaan elke maand zal moeten bijgehou den worden. By de beproeving der brandspuit veel publiek tegenwoordig. De hilariteit was groot doordat veel jongens een nat pak kregen. Dit brak echter op toen de geaf- fecteerden der brandspuit hun karig loon van 15 cent werd uitbetaald. Er waren er die 30 cent hadden verlet en nog meer. Een ander klaagde dat hy zyn aanslagbiljet van den Hoofdelyken omslag had ontvangen en 2 maal zooveel moest betalen als hel vorige jaar. En dit was toch ook maar een daglooner. Hedenmiddag kwam hier langs de gemeente een windhoos, welke alles op zijn weg voorkomende vernielde. Te beginnen aan den buitendijk der polder Roxenisse baande hy zich een weg door alle voor komende gewassen, het hooi werd opge nomen en hoog door het luchtruim geslin gerd. De nog vaststaande gewassen werden plat tegen den grond geslagen. Over de geheele breedte van het eiland is de weg door de polders te zien. De heer W. v. d. Werff heeft zijn woon huis met broodbakkery onderhands ver kocht aan de heer L. Maaskant van Ridder kerk voor de som van f 11000. Van den landbouwer L. J. Kwak is een koe uit nood geslacht. Het vleesch werd voor de consumptie goedgekeurd en ver kocht voor f 0,50 het pond. Onze vroegere dorpsgenoot de heer S. v. d. Zande, thans werkzaam op het kantoor der Registratie en Domeinen te Eindhoven, is met ingang van 1 Juli be vorderd tot Ryksklerk derde klasse. De beer P. Nagtegaal Pz. heeft zyn woonhuis met schuur en erf onderhands verkocht aan W. v. d. Werff voor de som van f 4500. In den nacht van Zondag op Maandag is van het emplacement der R. T. M. een waschkuip ontvreemd, toebehoorende aan den agent der R. T- M., A. v. d. Klundert. Een krasse oude. Den 68 jarigen L. v. Oudenaren ziet men nog dagelijks het maai- erswerk verrichten. Hierbij doet hij zelfs niet onder voor zyn kameraden welke nog in de kracht van hun leven zyn. En dit reeds 3 volle weken lang. Alle oude leden der muziekvereeniging „Tot Nut en Genoegen" worden opgeroepen tegen Zaterdagavond 7 uur oude tyd in het voormalig distributiekantoor. En zy die lid wenschen te worden op Dinsdagavond op hetzelfde uur en plaats. HERRINGEN- De geloofsbrieven der geko zen raadsleden zyn onderzocht en in orde bevonden, zoodat tot toelating is besloten. Het Distributiebedrijf behoort tot het verleden. Alle loopende zaken worden ter Secretarie op de gewone wyze afgedaan zoo als broodkaarten, suikerbons enz. Voor even- tueele distributiezaken vervoege men zich dus nog ter Secretarie. Naar aanleiding van een ingediend adres van het brandweerpersoneel iB door den Gemeenteraad besloten het loon van 15 op 30 cent te brengen by het beproeven der brandspuit. Jl. Maandag sloeg het paard van bakker A. B. uit Oude-Tonge op hol met de brood- kar, doordat naar meD zegt het dier door kinderen werd verschrikt. Kar en tuigage beliep nog al schade. Tot 2e helpster in de nuttige handwer ken aan deO.L. school alhier, is met ingang van 1 Juli jl. benoemd Mej. J. C. Kalle. Door den Gemeenteraad is het tracte- ment van den telegrambesteller verhoogd en gebracht op f 100,— 'sjaars. Het grasgewas aan den zeedijk van den polder Oud-Herkingen beeft dit jaar by pu blieke verkooping ruim f 1900,— opgebracht. Verleden week zyn over deze gemeente een tiental lepelaars overgekomen, welke vogels hier zeldzaam worden gezien. STELLENDAM- Tengevolge van het slechte weer hebben de garnalenvisschers weinig gevisebt. Sommigen gingen 1 anderen 2, sommigen 3 dagen uit. Gemiddeld werd per dag en per vaartuig 80 K.G. aangebracht. In deze gemeente woedt de ziekte onder het vee zeer hevig. By één boer stierven reeds 7 beesten, terwy'l ook andere landbouwers één of meer dieren verloren. Door de visschers worden gevischt en aangebracht kleine ronde zakjes, die gevuld zyn met kruit. Woensdagavond is door verscheidene ingezetenen vergadering gehouden met het bestuur van de Ned. Herv. kerk alhier, ten einde middelen te beramen om den finan- tiëelen toestand der kerken der diakonie te verbeteren en dientengevolge ook het traktement van den predikant te verboogen. Daar de heer P. Roon zijn benoeming tot lid van den gemeenteraad niet heeft aangenomen is de heer W. v. Eek verkozen verklaard. GOEDEREEDE- Op het strand alhier zyn 5 mijnen aangespoeld, die door militairen zyn onschadelijk gemaakt. De opbrengst van de verkooping van het grasge was in den Woutrinapolder bedroeg tweemaal zooveel als vorige jaren. OUDDORP- Mej. Arends, onderwijzeres in de Handwerken had tegen 1 Juli ontslag aangevraagd en heeft dit gekregen tegen 1 Augustus. Alhier worden pogingen aangewend voor het oprichten van een Gymnastiek- vereeniging. Naar we vernemen zal hier een Auto- dienst worden ingericht op de Middelhar- nissche boot, reden daarvan zullen zyn dat de reizigers die hier 's morgens 7,20 uur met de tram vertrekken te laat voor hun zaken te Rotterdam aankomen. Door de garnalenvisschers werd vorige week om de andere dag gevischt en werd 70 Kilo garnalen per dag en per vaartuig gevangeD. De abonné C. van Dam alhier vond Woensdagmiddag te Middelharnis een boek Wereld bibliotheek, en omdat Onze Eilanden zooveel gelezen wordt verzocht de abonné dit te plaatsen en is het boek by hem terug te bekomen. NIEUWE TOXGE- Op Maandag 7 Juli a.s. des avonds ten 6 ure (oude tyd) zal er een aanbesteding worden gehouden van 800M.

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1919 | | pagina 5