GRASGEWAS EERSTE BLAD op Woensdag 2 Juli 1919, 's avonds 7,J0 uur in het Hotel „HOBBEL" te Ooltgensplaat, ten verzoeke van de Ambachtsvrouwe van St. Adolps- ïanrt on de Administratie van het 1 9. [>00 vindt het schrijven boven- Spr. begrijpt niet, waarom er jen genomen wordt met 16 c. jtsen is de gasprjjs aanmerkelijk Indam, Apeldoorn, Vlaardingen, lITTER. Daar is een progressieve p BOO: Zeker, maar de eerste iook maar 8 c. De Raad is de genoeg ter wille geweest. Spr. aandacht op, dat uit den aan- Sontract blókt, dat particulieren iabtiek te maken hebben, alleen Hó stelt daarom voor, dat de verschuldigde bedrag voor het s int, en wel op de volgende jepaalt aan de hand van de n heer Flander den gasprijs. eemt bij de menschen op, hoe- Jikt hebben, schrijft dat op de levert die in bij den gemeente- ze vult den prijs in en int de hij daarna aan den heer PI. TTER acht dit praktisch en T steunt het voorstel-de Boo. TTER wenscht niet als de den heer PI. beschouwt te pelt alleen mee, wat deze hem Hó heeft hem dikwijls ge- rooit één der raadsleden. Spr. ut de heer PI. volkomen cor- N DORSSER is er voor, dat net den heerFl.gaatspreken. |T: Komen dan al zijn com- Iook bó, anders moet hij toch Jegen? 'HEM zou de N.V. Gasfabriek jen een gevolmachtigde te gebracht, wordt dit voorstel aangenomen. Tegen stemde fo, omdat hy meent, dat er bereikt wordt. |)e heer HAAS informeert iigsdienst. Nadat de VOOR- aeegedeeld, dat er nog geen n inspecteur van den geuees- 118 ontvangen, zegtspr.dat eft, dat er binnenkort een ng op den keuringsdienst ■n, en dat hij gaarne zag, i werden aangewend, dat Voorne en Putten te H.sluis I! worden. S wenschte grond in den ndustrie te verhuren, ge nie vijf jaar voor f 100 per Ivoor f250. Weliswaar legt En eerst ongeveer 5 X flOO kan er ten zeerste mee in één der groote bladen e advertentie te plaatsen. j'3 stelt voor te vragen om het Glacis beschikbaar te jtterrein. jtingcommandant worden JEN verzoekt voor de 3de aken in het plantsoen te sn op f 12,50 het stuk )uder wint. Zy zullen er 'il trachten hier een gar- Hó heeft vernomen, dat j izoen, tengevolge van het srne, in een kamp bivak- pogingen om een andere s krygen geen resultaat i". zóu de aandacht der luis willen vestigen, ig omtrent de opheffing s nog niet is gevallen, verzoek aan te houden, ïaad om 9 uur in comité. L. ilaatsgebrek kan- rsïagen niet wor- U1VE.IS UKAA1- n SMEEDWERK -IAJLE INRICHTING VOOR ■GENISCH LASSCHEN 'DAGENTSCHAP VAN DE IRONSMOTOREN Dit blad verschijnt iederen ZATERDAGMORGEN. Prijs per kwartaal bij vooruitbetaling. f 0,75 Losse nummersf 0,07s ZATERDAG 5 JULI 1919 V Jaargang. N°. 35 Advertentiën van 1—6 regelsf 0,90 Elke regel meerf 0,15 Bij contract aanzienlijk korting. Uitgegeven onder leiding van J. J. L. VAN ZUYLEN door de N.V. Uitgeversmaatschappij „Onze Eilanden", Voorstraat 210 Middelharnis. Telef. interc. No. 15. Adres voor Redactie en Administratie: Bureau „Onze Eilanden" te Middelharnis. AGENTEN teBriclle: Boekhandel L. Kluit. HellevoetsluisBoekhandel G. M. van der Maesen, Ooltgensplaat: fa. Breur Zonen. Oude Tonge: H. Simonse. Nieuwe Tonge: W. van de Ree. OuddorpC. de Mooij. Stad aun't Haringvliet: J.C.Elvé. Dirksland: fa. Binkhorst Zaaijer. Melissant: H. Tieleman Cz.. Her king en: A. Munters. DenBo-mmel: J. Woudstra. Oudenhoorn: A. Tuk. Zwarteioaal: D. Hoftjjzer Tzn. Nieuw Helvoet: J. Nooteboom. Rockanje: PI. Monster. Goedereede: Jac. v. d. Tol. Stellendam: N. J. van Dongen. Eiland Rozenburg: J. v. d. Vliet Cz., ZanddijkD 38. Middelharnis en Sommelsdvjk: Bureau „Onze Eilanden". ZuidlandC. ZevenbergenNz.. Spijkenisse: G. E. van Gent. Heenvliet: W. Hoepel Bz. Alle brievengaarders nemen advertentiën en abonnementen op dit blad aan. De Landarbeiderswet. (Slot). Nemen wij nu aan, dat de landarbeider in het be.it is gekomen van een plaatsje ot in pacht van los land. Wat bepaalt de wet ten aanzien van de afdoening zijner schulden, ten aanzien van de ver krijging van zijn volledig eigendom op het plaatsje? De landarbeider, die een plaatsje in eigendom verkrijgt, betaalt in de eerste drie kalenderjareu een vaste rente van 4°/0 over het bedrag der koop som; daarna geschiedt de betaling dezer rente gezamenlijk met de aflossing der schuld in 30 annuïteiten, die ieder 5*/6 °/0 van het genoemde bedrag groot zijn. De landarbeider wordt in de gelegenheid gesteld zoowel de rente als de annuïteiten in wekelijksche termijnen te jvoldoen omtrent vervroegde afbetaling en terug la neming van het bedrag wordt steeds tus- Vschen partijen overeengekomen. Tot ze kerheid van de voldoening van het ver- pchuldigde bedrag verleent de landarbei der een eerste hypotheek op het plaatsje 'de notarissen zijn verplicht om voorde jhiervoor op te maken acte hun diensten belangeloos te verleenen. Bovendien kan 'de landarbeider, echter slechts vóórdat hij definitief gezegd heeft met de voor- i waarden, waaronder hem het plaatsje in i eigendom wordt gegeven, in te stemmen, een jaarlijksche grondrente op zijn plaatsje vestigen van ten hoogste 25 ook deze grondrente wordt berekend naar 4°/o per jaar; zij is afkoopbaar, doch eerst na de geheele aflossing van het overig gedeelte der schuld. FEÜILLETOIX. JOHANNA VAN VRIJENBAN. Oorspronkelijke Roman door JAN VAN GELDER (Nadruk verboden). Het losse land wordt onderhands en schriftelijk gepachtde pachtovereen komst bevat een regeling betreffende het wederinhuven den landarbeider, wiens overeenkomstig deze wet aangegane pacht door eigen toedoen geëindigd is of' ein digen zal, hetzij tusschentijds, hetzij door afloop van den termijn zonder weder- inhuring, behoeft na twee jaren na het eindigen der pacht geen land verpacht te worden. Hel is volkomen begrijpelijk, dat men maatregelen beeft willen trtffen, waardoor voorkomen wordt, dat den land arbeider, zonder meer na het alloopen van zijn pacht, deze pacht zou worden opgezegd. Evenwel, men moest zich wel met een algemeene bepaling betreiïende het wederinburen tevreden stellen en aan partijen overlaten hoe de regeling betreiïende het wederiuhuren zal zijn, want het is onmogelijk om in de wet alle gevallen op te nemen, waarin de ver pachter tot wederinhuring zal zijn ge noodzaakt, en de gevallen te vermelden, waarin de pachter zijn recht op weder inhuring zal verliezen. Tweeërlei waren de bezwaren, tegen het ontwerp van deze wet ontwikkeld. Eenerzijds werden zij gevonden in de overweging, dat men het algemeen be lang niet gediend achtie doorgeiden toe te staan voor een doel, dat slechts aan een deel onzer bevolking zal ten goede komen. Maar anderzijds had men over wegend bezwaar tegen, het aantasten van de eigendomszekerheid, dat uit deze wet noodzakelijk voortspruit. Stel, dat een vereeniging of stichting, hoezeer zij heeft getracht met voortvarendheid te handelen, geen grond voor plaatsjes of los land heeft kunnen aankoopen dat zij de eigenaars van geschikte gronden Haar roman vorderde tlians goed, opgewekt als zij was door het geestelijk verkeer met Van Vloten en aangespoord door de gedachte, dat zjj in zjjn oogen slagen wilde. Het bewustzijn.dat het vol tooide boek meer zijn werk zou wezen dan het hare, gaf haar geen wroegingen de meerderheid van den ander kwam haar zoo natuurlijk voor, dat zij er geen aandacht aan wijdde. Eens had zij hem gevraagd, waarom hjj het werk zelf niet ter hand nam hem eerlijk bekennende, dat hij meer recht had op het handschrift dan zijzelf. Maar op zijn onverschillige wjjze van zeggen, had bij geantwoord: j „In geen geval. Ten eersle heb ik het in alle opzichten te druk en ten tweede ben ik te oud om mij nog een andere carrière te scheppen". En ofschoon Johanna vaag voelde, dat de oor zaak elders lag, want zijn afwijzing sneed geen hout, verdiepte zij zich maar niet verder, blijde, dat zij naar hartelust mocht grasduinen in de oude papieren en baar verhaal kon construeeren in sierlijke, glad geschaafd zinneljes. Het werk werd haar een genot, terwijl zij zat in de ruime boekenkamer van den graaf aan diens bureau niet bereid vindt om deze ten bate van het doel der Landarbeiderswet af te staan zouden dan deaanvragenden,inhoegroo- ten getale zij zich ook voordeden, moeten worden afgewezen? Terecht heeft men ingezien, dat dit te onbillijk moest wor den geheeten niet alleen zou de toe passing der wet verschillend kunnen zijn naar de geaardheid der landbouwbevol king in verschillende streken, maar zij zou van de inzichten, vrijwel de welwil lendheid van de landbouwende bevolking, van de grondeigenaars afhankelijk wor den. In het geval dus, dat de vereeniging of stichting niet over grond voor plaats jes of voor los land de beschikking goed schiks kan verzekeren, door bij Ged. Staten de onteigening van daarvoor ge schikte gronden aan te vragen. Niemand zal ontkennen, dat hierdoor aan de Onteigeningswet een groote uit breiding word t gegeven. Maar niet alleen is uit sociaal oogpunt het doel deze uit breiding meer dau waard, doch zij is met de noodige waarborgen omgeven. Het besluit tot onteigening wordt niet genomen dan nadat de belanghebbenden iD de gelegenheid zijn gesteld hun be zwaren te doen hooren en nadat gebleken is, dat tenminste twee aanvragen voor los land zouden moeten worden geweigerd. Voor het doel, dat de onteigening beoogt, moet een uitgewerkt plan met uitvoerige kaarten en met duidelijke aan wijzing van de te onteigenen eigendom men ter secretarie der gemeente worden neergelegd; daarvan wordt mededeeling in de plaatselijke nieuwsbladen gedaan, en naar aanleiding van deze nederlegging kunnen de belanghebbenden binnen veer tien dagen hun bezwaren indienen. Ged. Stalen nemen binnen vier maanden na afloop van den termijn vat\ nederlegging een met redenen omkleed besluit; zij ministre en op groote folio vellen de hoofdstuk ken in het net overbracht, zorgvuldig gezuiverd van taalfouten en andere onnauwkeurigheden Zij schreef op liet oogenblik ijverig voort met haar mooie, fjjne jougedameshand en was zoo danig in haar werk verdiept, dat zjj haar papa niet hoorde binnenkomen, die zjjn dochter blijk baar zocht en na zich overtuigd te hebben, dat i zjj zich in het vertrek bevond, naderbij kwam. „Ik kou je niet vinden. Zit je hier? We mogen er wel aan denkeu, dat onze gasten binnen een half uur hier kunuen wezen". „Onze gasten O, ja". Zij verwachtten dien avond de beide freules van Willekerke, de eerste van de genoodigden, die den volgenden dag voor hel grootste gedeelte moesten komen. Johanna was het totaal vergeteD, hetgeen wel een bewjjs was, welk een groote ommekeer in haar leven had plaats gevonden. Ecnige maanden geleden zou zij naar een gelegen heid als deze gesmacht hebben als naar de uit komst van jarenlange afzondering, nu zag zij den dag, voor wat hij in de werkelijkheid zjjn zou, een dag van veel onrust cn beslommeriog, die geheel op haar schouders neerkwam. Het plan van Van Vloten had werkelijk ziju beslag ge kregen. De graaf zou een jachtpartij houden, de gasten zouden op IJselo ontvangen worden en de kosten zouden gedeeld worden naar draag kracht. Van Vloten had dagenlang in zich zeiven geglimlacht als hjj eraan dacht, hoe hjj den ouden aristocraat tot deze schikking had weten over te halen. Wat hem zelf betrof, trok hjj zich van kunnen daaraan een nader onderzoek doen voorafgaanzij moeten besluiten niet te onteigenen, als daardoor een grooter geheel, waartoe ter onteigening aangewezen eigendommen behooren, de geschiktheid voor het daarop uitgeoefende bedrijf zou verliezen. Is de onteigening uitgesproken, dan legt de onteigenende partij ter griffie van de rechtbank het besluit van Ged. Staten en de Koninklijke goedkeuring over en doet zij blijken dat de bepalingen der wet zijn nageleefd. De rechtbank stelt de schadeloosstelling vast, waarbij zij niet let op getimmerten of op veranderingen, die zijn gemaakt na de nederlegging der plannen en waarbij zij als de werkelijke waarde, in de Ont eigeningswet aangegeven, aanmerkt de verkoopwaarde met dien verstande, dat het doel waarvoor de onteigening ge schiedt, daarop van geen invloed mag zijn. De wenschelijkheid, die men gevoeld heeft, dat zekerheid zou worden verkre gen, dat het aldus onteigende stuk grond ook werkelijk aan het doel der Landar beiderswet wordt dienstbaar gemaakt, heeft de wet van de „gebondenheid van het onroerend goed" doen spreken. Aanvankelijk werden den landarbeider, eigenaar van een plaatsje geworden, ver schillende beperkende bepalingen opge legd als: het land moest zoo worden bebouwdhet moest zoo worden geëx ploiteerder mocht geen grond bij geno men worden; e. d. Bij Memorie van Antwoord werdén deze bepalingen uit de wet genomen, maar bij de mondelinge behandeling kwam een amendement, dat voor den landarbeider inhield een verbod van verhuring of andere wijze van in gebruikgeving onder de levenden en van vervreemdingeen verbod om het plaatsje met hypotheek te belasteneen bepaling die overeenkomsten, strijdig met een de heele jacht niets aan en hjj had ook wel be grepen, dat zulks roet Johanna evenmin het ge val was, maar bjj slot van de rekening kostte hem de hcele grap een paar duizend gulden en dat was hem het zonderlinge van de situatie volop waard. Een oogenblik liad hij er zelfs over- gedacht om in bet geheel niet op het feest te verschijnen en zich bijvoorbeeld ziek te houden In stille bad hij genoten van het denkbeeld, dat men van zjjn geld feest zou vieren, terwijl hij rustig op den „Dollenkamp" aan het werk zou zjjn, doch do overweging, dat men waarschijnlijk op ziekenbezoek zou komen, had hem van dit parvenu-achtig denkbeeld afgebracht. Maar wel had hjj zich voorgenomen, zich op den achter grond te houden, want om te worden gepresen teerd als Croesus en jachtbjjzonderheid lachte hem niet toe. Indien Johanna deze gedachte ge kend had, zou zjj zich wel tienmaal bedacht heb ben, alvorens een stap voor het welslagen van do partij te hebben verzet, maar gelukkig wist zij er niets van en was zelfs niet volkomen op de hoogte van de financieële regeling, die men had getroffen. De eenigste, die zich werkelijk, ingenomen met de festiviteit betoonde, was de graaf. Het vooruitzicht een paar oude kennissen te spreken, een paar dagen de glans van hel; huis „ÏJselo" te doen opleven, stemde hem prettig en hij had volstrekt geen oog voor het gezicht van zijn dochter dat duidelijk de ontstemming uitdrukte over het feit, dat hij haar kwam storen. Maar zjj begreep, dal zij nu vooral niet kon achterblijven en geduldig legde ze de papieren op elkaar tot een stapel en borg ze in het bureau. „Hoe gaat het met je historische roman" vroeg Van Vrjjenban, die in den laatsten tijd mede door invloed van Van Vloten een milderen kjjk op het papieren kind van zjjn dochter gekregen bad en op het oogenblik trouwens volstrekt geen neiging had om te kwetsen: .Schiet je goed op naar je zin „O, papa, 't gaat allerheerlijkst. Mijnheer Van Vloten heeft uijj ecu mooi eind op weg gebracht. Die man kan en weel nu letter lijk alles". „Ja, ja, we hebben tegenwoordig uitstekende kennissen Heb je nu goed voor alles gezorgd Willem is al naar het station. Wat stond hem ziju nieuwe livrei prachtig, hü was er zelfver legen mee, die beste jongen. Moet jjj je ook niet een beetje verkleeden?" „Ja zeker, papa," antwoordde Johanna, die in haar hart een heftigen hekel aan haar nichten had en voor al de schatten der wereld niet graag zou gezien hebben, dat ze haar overtroffen zouden hebben in kleederdracht. „Ik ga al heen, om me zelf een beetje op te knappen". Zjj liet den graaf alleen. Deze liep eenige malen vergenoegd heen en weer-, IJselo was wel oud, maar hjj kon er toch mee voor den dag komen en ze zouden in den Haag niet behoeven te zeggen, dat ze daar buiten in Gelderland verboerden en afdaalden tot den rang van slotratten. Als hjj nu IJselo eens vergeleek met Zandwijk, dan bleef zijn kasteel onbedingd in hel voordeel. Wanneer hij door het raam in den tuin keek, dan over- dier verboden, nietig verklaarde. Het bleek duidelijk, dat men in de Kamer aan een dergelijke beperking van de vrijheid van den landarbeider niet aan- wildehet betreiïende amendement werd verworpen. Toen bleef evenwel de vraag, over of de vereeniging of de stichting" of het gemeentebestuur, dat het perceel aan den landarbeider uitgeeft, bet recht heeft om zoodanige beperker.de bepalin gen in de coi tractueele overeenkomst, die met iederen landarbeider persoonlijk wordt aangegaan, neder te leggen. Een amendement anderzijds om dit uitdruk kelijk te verbieden, werd evenzeer ver worpen. Geheel in overeenstemming daar mede heeft de Minister van Landbouw bij de behandeling in de Eerste Kamer verklaard, dat hij, naar aanleiding van deze gevallen uitspraken, in den alge- meenen maatregel tot nadere regeling der wet de beperking van de vrijheid van den landarbeider niet kan regelen; evenmin echter zou hij in den algemee- nen maatregel aan stichting of gemeente bestuur verbieden zoodanige beperkingen in overeenkomsten op te nemen. Het is niet waarschijnlijk, dat zoodanige beper kingen veelvuldig zullen voorkomen niet alleen mag men aannemen, dat beroep op Ged. Staten in dit opzicht vele malen succes zal hebben, maar het zou de land arbeiders weerhouden om het perceel te aanvaarden, vooral in verband met de mogelijk heildat zij op een gegeven, oogenblik naar elders willen trekken. De Landarbeiderswet, die geruimen lijd vóór het uitbreken van den oorlog werd ingediend en waarover door de Tweede Kamer Voorloopig Verslag werd uitgebracht korten tijd voordat de oorlog een aanvang tam die werd behandeld, woog hij knus, dat het er toch netjes uitzag en dat de rozenboompjes, die hij zelf den vorigen dag had bjjgeknipt en van overdadig loof ge zuiverd had, echt den indruk maakten van thuis te behooren in een grafelyken tuin. Hjj ging het huis nog eens door en overal trof hethem.dat het kasteel solide was en er geen enkele grondige aanmerking viel te maken. Nu ja, men kon zien, dat hjj arm was, maar dat was zjjn schuld nooit geweest. Hij had het slot in vervallen toestand geërfd en zijn vader had vergelen er de fondsen bij te doen voor degeljjk onderhoud. Wanneer men alles overwoog, moest men erkennen, dat hij zich voorbeeldig van zjjn plicht had gekweten. Hjj begaf zich naar de benedenkamer, die voor ontvangsalon was ingericht. Het vertrek maakte een ietwat somberen indruk, aangezien het op het Oosten uitzag en dus in den namiddag geen zon had. Van Vrjjenban schoof de gordijnen wat verder open, om het geheel een frisscher aanzien te geven, maar toen vond hij, dat het verschoten zjjn van hel tapijt te veel in het oog viel en daarom schoof hij de gordijnen weer toe met de bjjgedachle, dat getemperd licht in een kamer toch ook zeer goed stond. Johanna kwam binnen en bleef lachend staan. „Wat doet U, papa?" „Och, zoo maar, kindlief. Ik dacht, dat de gor dijnen niet goed hingen. Je ziet er lief uit". I Johanna lachte gevleid. Zij droeg een crème japon, die rjjk afgezet was met kant en die werke- I ljjk uitstekend kleedde. In heur haren droeg zjj kammen, versierd met edele sleeueu,

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1919 | | pagina 1