L
slier
die»
ONZE EILANDEN VAN ZATERDAG 29 MAA'RT 191$
UITSLAG
van de jpp 18 Maart j.l. door Notaris Akkerman g kennen
„Nooit Gedacht"
auuuou dat er dit jaar buitengewoon veei
tw i me,fc diverse pei vraag naar pootaardappolen was, zoodat ook
gemeenten Den Bommel en Ooltgensplaat, tezamei de niet te velde goedgekeurde poters werden
Inzetters. verkocht. Dit neemt echter niet weg, dat
J. Korteweg Lz vele solide afnemers steeds eerst trachten
J. van Ree te velde goedgekeurde aardappelen te koopen
H. C. van Rossum' en slecbts noodgedwongen de ongekeurde
J. Korteweg kochteD-
jj van Ree ^et a,S- 8eiZ0en zullen de te velde
P*. M. v. d. Capelle' goedgekeurde pootaardappelen gemakkelijk
J. Korteweg
T. van Gurp c.a.
Perceel 1
woning,
schuur,
zaadschuur,
wagenhuis,
paardenstal,
pulpbak,
varkenshok,
ajuinrennen,
te plaatsen zijn.
De vooruitzichten voor den afzet zyn zeer
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
24
25
34
35
36
39
J. Both Snnstig. Men wil in vele provincies poot-
u£/2jiu/mii imt JSJülOÜL,
in den ouderdom van 52 jaar en
7 maanden, na een gelukkige echt-
vereeDÏging van bijna 2(5 jaren.
Allen die hem hebben gekend
zullen heseffen hoe zwaar ons dit
verlies valt te dragen, doch we
hopen Gode te zwijgen, die geen
rekenschap geel't van Zijne daden.
Ons van Uwe deelneming over
tuigd houdende,
Wed. L. VAN DEN TOL-
Breesnee.
C. VAN DEN TOL.
M. C. VAN DEN TOL.
j Ooltgensplaat, 15 Maart 1919.
C. Snijder Pz,
C. Snyder
C. Snijder
L. Jansen
B. Jongeling
G. M. van Oorschot
T. van Everdink
C. Snijder
J. P. Mast.
B. Melissant
J. van Oorschot
C. v. d. Capelle
denzelfde
B. Jongeling
J. Korteweg
J. van Oorschot
C. Snijder
C. Snijder
C. Snyder
B. Melissant
J. van Oorschot.
denzelfde
J. van der Zanden
L. Wolfert.
J. Mijs Azn.
J. van der Zanden
H. C. van Rossum.
J. Melissant
J. P. Polie.
D. Wolfert
aardappelen betrekken uit Zuid-Holland. Wil
men dus zijn afnemers tevreden stellen en
zekerheid hebben dat zij als geregelde af
nemers jaarlijks terug komen, dan is het een
eerste vereischte dat goede waar wordt ge
leverd en steeds groote hoeveelheden voor
aflevering beschikbaar zijn.
Teneinde a.s. najaar over een flinke voor
raad te velde goedgekeurde pootaardappelen
te kunnen beschikken, is het gewenschtdat
zooveel mogelijk alle pootaardappelen, af
komstig van de in 191S te velde goedgekeur
de gewassen, welke dit jaar worden uitge-
poot, voor keuring te velde worden aange
geven. De gelegenheid tot aangifte blijft
voorloopig nog open gesteld, doch echter
met dien verstande dat geen aangiften in
aanmerking komen, waarvan de herkomst
van het pootgoed vóór het poten niet kan
worden vastgesteld.
De Hoofdcontroleur v\d
Holl. Mij, v. Landbouw,
G. A. v. d. WAAL.
Het veilingsbestuur heeft het volgende
request verzonden:
Middelharnis, Maart 1919.
Heden overleed du een kortslon- I
I dig lijden, bnze geliefde Broeder I
J en Zwager, de lieer
j LEENDERTVAN DEN TOL, j
j ïu den ouderdom van 52 jaar en
7 maanden.
Oude Tönge,
B. VRÈESWIJK-
van den Tol,
Z. VREESWIJK.
Middelharnis,
As. VAN DEN TOL.
L. VAN DEN TOL-Sus.
Ooltgensplaat,
A. VAN DEN TOL.
C. VAN DEN TOL-
de R citer.
Wed. J. VAN DEN TOL-
van Beek.
Oude Tonge,
Wed. C. VAN DEN TOL-
Veriiaas.
Oollgensplaat, 15 Maart 1919.
Heden overleed Le Ooltgensplaat,
j na een kortstondig lijden, onze
9 geachte Schoonzoon en Zwager,
de Heer
ILEENDERT VAN DEN TOL,
in den ouderdom van ruin 52jaren.
Nieuwe Tonge,
Wed. M. C. RREESNEE.
D. BREESNEE.
Nieataerkerkbij Zierikzee,
Aan Zijne Excellentie den Minister van
I Souime Landbouw.
'm!'i Geeft met verschuldigen eerbied te ken-
L.'jnen het bestuur der Vereeniging Centrale
Veiling voor Overflakkee en Goeree, geves-
Sommclsitigd te Middelharnis, zoo voor hare leden
ais voor een groot aantal uientelers, niet
leden der veiling, binnen het gebied waarin
de veiling bovengenoemd werkt.
In pi; Dat de uien op het eiland Goeree en
Voor dp Overdakkee, oogst 1918, blijkens destijds
gedane mededeeliog door het Rijkskantoor
neming, o voor Qr0enten en Fruit voor de distributie
lijden onz bestemd waren en daarvoor beschikbaar
huwdzustt moesten blijven voor zoover ze niet direct
A n R11 °P de stapelplaatsen te Middelharnis konden
(7. worden opgeslagen.
Weduwe rW mnr Ho „ion
betuigen
dank.
Dit voor de uien die niet direct werden
afgenomen een bewaarloon werd vastgesteld
ingaande 1 December en vanaf dien datum
geleidelijk stijgende.
Dat de prijs werd vastgesteld op S'/a cent
per kilo plus bewaarloon.
Middelha] Dat er reeds in December en later by
herhaling door het Veilingbestuur, o.a. bij
v r monde van den Voorzitter, op is gewezen
voor ae v ,jat voor ,j0 Distributie om zeer voor de
neming uOband liggende redenen, veel minder uien
het overli gevraagd zouden worden dan door bet Rijks-
vrouw, ni kantoor werd verwacht, en op vrijlating
grootmoedi voor uitvoer werd aangedrongen.
Dat echter het Rijkskantoor geen vrijheid
daartoe meende te kunnen vinden en speciaal
voor het eiland Flakkee uitsluitend verlof
gaf tot veilen in beperkte hoeveelheden van
die uien, welke niet houdbaar waren en
alzoo voor distributie ongeschikt.
Dat aan dit systeem uitsluitend voor Flak
kee door het Rijkskantoor is vastgehouden
tot en met den veilingsdag van 11 Maart
voor welke veiling het Rijkskantoor voor
het eerst verlof gaf 20 der nog aanwezige
uien te veilen, onverschillig of de uien houd
baar of niet houdbaar waren.
Dat deze machtiging tot vrije veiling eerst
kwam op een tijdstip waarop alle uien reeds
hadden moeten zijn, in plaats van
betuigen
dank.
's-Gravenb
Lincoln
Nebraska I
's-Gravenb
's-Gravenh
Zoo sp
vraagt! e0 slechts 51 o/© van den geheelen voorraad,
zooals het Rijkskantoor blijkens schrijven
dd. 10 Maart, no. 21569 (waarvan hierbij
copie) systematisch ten behoeve van de
binnenlandsche distributie had bewerkt.
Dat het naar het oordeel van ons bestuur
in hooge mate onbillijk is, dat de schade
die tengevolge van de maatregelen van het
rijkskantoor door vele telers wordt geleden,
geheel komt voor rekening dezer telers, die
gedwongen werden hun uien voor distributie
beschikbaar te houden tot op hetoogenblik
Loon f
Adres Ho'
G
tig gebouwde grijsaard, die zich aan hem voor
stelde als Van Vrijenban.
„Is U soms mijn buurman? Ik heb gehoord,
dat naast mij een graaf Van Vrjjenbaan woont?"
vroeg Van Violen, verwonderd dezen naam in
dit hötel en in dit gezelschap aan te treffen;
immers hjj had aanstonds in den ander den
edelman herkend.
„Ongetwjjteld," antwoorde de grijsaard. En daar
op had zich tusschen beiden een aanvankelijk
stijf, later ongedwongen gesprek ontwikkeld, dat
langzamerhand hun respectieve bezittingen tot
onderwerp had. Zy behandelden elkander met
veel deferentie. Van Vloten respecteerde in den
graaf den adeljjken titel, omgekeerd werd hij
door dezen, die geljjk later bleek, zoo arm was
als een kerkrat, gewogen naar zyn rijkdommen.
Het spel had een snaf verloop, geen der vier
spelers was een matador, zoodat het feit, dat
Van Vloten in meer dan tien jaren de queue
niet gehanteerd had, niet tot zijn recht kwam.
Aan tafel had Van Vloten zich naast den graaf
geplaatst en geïnformeerd, wanneer hjj weer
naar zijn bezittingen dacht te vertrekken. Hjj
vernam toen dat Van Vryenban zich nooit langer
dan één dag van zyn kasteel verwijderde en
voornemens was zich nog dienzelfden avond
naar huis te begeven. Toen bij vernam, dat Van
Vloten ook nog huiswaarts wilde, boodlhij hem
een plaats aan in zyn rjjtuig, maar gene had
zich moeten verontschuldigen met het oog op
zyn zeiljacht, dat in de haven lug. Het bleek nu
dat de graaf een oud liefhebber was, en er ont
stond een geanimeerd gesprek over dézeilsport,
„Ja ik heb U meermalen benyd als ik U over
den IJsel zag vliegen," liet Van Vrijenban zich
ontvallen, „zelf bad ik vroeger een aardigschuitje
„De Meteoor," maar 't is allengs te oud geworden,
Ik kan er niet meer mee voort en wegens om
standigheden heb ik mij geen nieuw kunnen
aanschaffen."
Van Vloten begreep, dat die omstandigheden
wel beslaan zouden hebben in geldgebrek. Tevens
dat de graaf zich meer met hem bezig gehouden
had, dan hij vermoed had. Hij kreeg een ge
moedelijke bui en zeide:
„Laat ik dan Uw voorstel overnemen en U
aanbieden met mij mede te gaan. De avond zal
overheerlijk zyn, ik verwacht niet veel wind,
maar toch genoeg om U niet al te laat thuis te
brengen."
Van Vryenban dacht even na over het voor
stel, maar by zag er toch niets bijzonders in,
Hij kon eenvoudig zijn rijtuigje wegsturen,
Weliswaar was Van Vloten een eigenaardige
persoonlijkheid, die sinds jaren verzuimd had,
zich te laten voorstellen, maar hij scheen toch
een fatsoenlijk man, keurig gekleed en hy was
bovendien schatrijk. Trouwens Van Vrijenban
had zich gedurende de jaren van zijn armoede
wel eens meer over zyn adeltrots moeten heen-
zetten en het zeiltochje lokte hem buitengewoon
aan.
„Och ik heb eigenlijk niets, dat mij belet, met
U mede te gaan. 't Is meteen een goede gelegen-
beid om eens kennis te maken. U hebt lang bjj
dat ze verrot en waardeloos waren.
Dat het Bestuur met de meer-opbrengst
boven 8 c®nt per kilo der tijdig vrijge
geven, niet houdbare uien het tekort op 81/2
cent plus bewaarloon der te laat vrijgegeven
uien meende te kunnen dekken.
Dat echter krachtens Uwer Excellence's
laatste beschikkingen ter zake, de verkoo-
pers der partijen die meer opbrengst gaven
op die meer opbrengst aanspraak maken en
zelfs langs gerechtelijken weg hun doel zul
len trachten te bereiken, waardoor het vei
lingbestuur machteloos staat om langs ge
noemde weg de grove onbillijkheid ten deze
eenigszins te verzachten.
Redenen waarom het Bestuur voornoemd
er ernstig by Uwe Excellentie op aandringt
aan die houders en telers van uien, die geen
compensatie voor geleden schade hebben
gevonden in prijzen boven 81/2 cent per
K. G. voor oen deel van hunnen oogst, als
nog uit ie betalen een bedrag van S cent
voor de door hen geteelde uien. Als maatstaf
voor schadevergoeding zouden de veiiingre-
gisters kunnen dieneD, waarin reeds in Octo
ber 1918 de schatting van het door iedere
verbouwer geteelde kwantum staatgeboekt.
Het Bestuur voornoemd
A. A. MIJS, Voorzitter.
C. KOLFF, Secretaris.
Gierstmelde.
In de Haagsche Post van S Maart j. 1.
vond ik een opstel over de gierstmelde.
Schrijver vertelt ons van de proefresul-
taten die hij bereikte door den uitzaai van
5 grammen zaad op 160 M2 grond. „De
opbrengst bleek te zyn 19 K.G. of 3800
maal de hoeveelheid, welke werd uitgezaaid.
Zóó sterk vermenigvuldigden onze graange
wassen niet. Als die „80 voudige Vrucht"
voortbrengen, is 't al heel veel. Maar die
„30 voudige vrucht" is in totaal gewicht
heel wat zwaarder dan de overweldigendt(
opbrengst van de gierstmelde.
Enkele cijfers mogen dit verduidelijken.
160 M2 grond leverde 19 K G. gierstmelde.
Laten we er, omdat de opbrengst volgens
den schrijver niet zoo groot was als men
voorspelde, 24 K.G. van maken. Da's dan
per 10 M2 1,5 K.G., per 100 M2 of Are 15
K.G. en per H.A. 1500 K.G.
Wintertarwe levert gemiddeld per H.A.
45 H L. zaad van gemiddeld 76 K.G. Alzoo
45x76 K.G. 3420 K.G.
Zomertarwe alswintertarwejgewoonlyk
iets minder.
Winterrogge (op gewone zandgronden)
gemiddeld 22% H.L. ;i 72 K.G. 1620 K.G.
op betere gronden 35 H.L. of 2520 K.G.
Zomerrogge vaak veel minder doch
zelden beneden 1500 K.G.
Wintergerst 50 H.L. d 62s K.G. is ruim
3000 K.G.
Zomergerst heel wat minderdoch zeker
niet beneden 170.0 K.G.
Allemaal dus opbrengsten, die vry wat
grooter zyn dan die van de gierstmelde.
Gierstmelde bevat van 17—23 °/0 ruw
eiwit, dus gemiddeld 20 en 57 71
stikstofvryeextractiefstoffen, gemiddeld 64%
Van 1 H.A. oogst men alzoo 300 K.G. ruw-
eiwit en 960 K.G. extraciiefstoffen.
Deze getallen zyn voor wintertarwe: eiwit
12,1 en extractiefstoffen 69 °/0; of per
H.A.: ruim 400 K.G. eiwit en 2365 K.G.
extractiefstoffen
Voor winterrogge (met 11,5 eiwit en
1,5 stikstofvrije extractiefstoffen) 275
K.G. eiwit en. 1700 K.G. extractiefstoffen;
Voor zomerrogge (met 14,5 eiwit en
62,6 stikstofvrije extractiefstoffen.
Het blijkt dus duidelijk, dat de gierstmelde
het in totaal hoeveelheden eiwit en extrac
tiefstoffen alleen wint van zommerrogge.
Tegen onze wintergraangewassen legt het
't ver af. En dan wordt nog stilzwijgend
verondersteld dat de ver teer baarheid van de
genoemde voedende bestanddeelen in de
zaden van gierstmelde gelijk staat met die
in de bekende graankorrels, wat op z'n
minst twijfelachtig heeten mag. Immers
fijne zaadsoorten met niet minder dan 3%
honderdduizend zaden in 1 liter van 625
gram (gelijk we In het betrekkelijk opstel
lezen) bezitten zeker met z'n allen heel wat
meer zaadhuidjes dan grovere soorten en
dus ook meer minder goed verteerbare of
voor de voeding haast waardelooze deelen.
Uw tenten zitten morren. Waarom is U niet
eens komen op loopen? Zoo prettig zult U het
op den „Dollenkamp" ook niet hebben.
„Omstandigheden, graaf," glimlachte Van Vlo
ten, den ander ongemerkt te recht wijzende,
„de verveling heeft my niet gehinderd, anders
was ik er weer tusschenuit getrokken,"
Van Vryenban moest met deze vage opmer
king, die hoogmoedig genoeg was, tevreden zijn.
Na het diner gingen zij onder het genot van een
sigaar de stad in. De graaf, die Deventer goed
kende, liet hem een en ander van de stad zien.
Zij maakten een wandeling langs de oude ves
tingwerken, die juist gesloopt werden, en be
gaven zich langs de „Linden" naar de haven.
„Als U weer eens in Deventer komt," zeide Van
Vrijenban, „kunt U ook wel een ander hotel
nemen. De „Moriaan" is waarschijnlijk beter ge-
geschikt voor U. Ik maak daar ook meermalen
gebruik van.
Maar ik moest vandaag met dien Hulzen confe-
reeren over den verkoop van eenig te veld staand
graan. „Die raenschen zyn wel eens lastig."
„Zoo, lachte Van Vloten, die den ouden graaf
beter begon te begrijpen, „ik had geen kans,
want myn knecht had mjj uitgelegd dat ik van
uit de „Keizerskroon" het gemakkelijkst notaris
Labori kon vinden. Trouwens het kan my bitter
weinig schelen, waar ik ben, als het maar
goed is."
„O, ik hecht ook weinig aan stand. De tijden
zyn wel veranderd en iemand, die zooveel ge
reisd heeft als U, zal onze Hollandsche begrip
voor de volksvoeding zal dus het nuttig
effect van een H.A. gierstmelde zeker heel
wat lager blijven dan dat van een H.A.
tarwe, rogge of gerst, inzonderheid, wanneer
men de wintervariöteïten bedoelt.
Ook van een practisch standpunt bezien,
verdient de gierstmelde weinig aanbeveling.
Ze levert pas begin October ryp zaad. De
dan afgesneden stengels, „moeten nog gerui-
men tijd buiten drogenzegt onze Haagsche
Post schryver. Doch wanneer moet de oogst
dan geborgen worden, stel dat er de boer
dén, twee H.A. mee bezaaid had? Zou dit
kunnen geschieden, terwyl men met aardap-
pelrooien druk doende is en er voor den
bietenoogst haast handen en paarden te
kort zyn?
Ten slotte is ook nog dit op te merken.
In geval van voedernood kan de boer na
een gewonen korenoogst nog eenig stoppel-
gewas verbouwen. Spurrie en herfstknollen
zyn als zoodanig al zeer bekend. De stop
pelwortelen in sommige streken „moren"
genoemd niet minder. Na gierstmelde
is natuurlijk niets meer te winnen van
dien aard.
Het is dus mijns inziens niet wel mogelijk
dat de gierstmelde een blijvende plaats zal
innemen op de lijst der geregeld verbouwde
gewassen.
De ophef, welke er in 1917—1918 door
onze Oostelijke buren van gemaakt is, zal
wel vooral toe te schrijven zyn geweest
aan het feit, dat men daar ontzettend krap
in z'n broodkoren zat en dus ook voorden
uitzaai voor een nieuwen oogst uitermate
zuiüig zyn moest. En zeker kon men moei
lijk een gewas vinden, waarvoor men minder
„zaaigoed" noodig had dan van degierstmelde.
Te dezen opzichte spande het de kroon.
Maar voor 't overige?
M\j lijkt de teelt van gierstmelde voor
onze streek en ons klimaat weiDig de aan
dacht waard.
Ja met het oog op den invoer van een
lastig onkruid (want dat zal het ook worden)
zelfs ongewenscht.
Vlaardingen 17 Maart 1919.
G. van der Molen,
Landbouwonderwijzer,
Aardappelen of Suikerbieten.
(INGEZONDEN).
Ofschoon de heer v. d. Molen in uw blad
van 22 Maart een zeer goed overzicht geeft
van de finantiöele uitkomst vermoedelijk
to wachten van de twee bovengenoemde
producten, vergeet hy toch een paar factoren,
die de balans al meer naar de suikerbieten
teelt zullen doen overslaan, le de risico
der aardappelziekte; menig jaar komt daar
door de opbrengst der aardappelen op
en minder dan de heer v. d. M. aanneemt,
terwyl van suikerbieten iedere geteelde kilo
tot zyn recht van betaling komt. 2e de
kosten van rooien, sorteeren, bewaren, nog
eens en nog eens sorteeren en uitzoeken
van aardappelen met het gebruik van stroo
zyn aanzienlijk en by een groot gewas
tegenwoordig veilig te stellen op f200
per Hectare terwyl het rooien van suiker
bieten hoogstens op f70 is te stellen.
3e De suikerbieten zyn half of laatst
November verzilverd; de helft van den aard
appeloogst eerst Mei of Juni van het volgend
jaar.
4e de pry's der suikerbieten moge f30
zijn bij de speculatieve fabrieken: die pry's
was in 1918 bij de coöperatie fél a f42
(DiDteloord).
Goedereede 22 Maart 1919.
C. A. VOGEL.
Rijks- en provinciale Stierenkeuring
te Heenvliet op 2G Maart 1919.
Staat Flakkee wat qualiteit van den paar-
denstapel betreft in Zuid-Holland in het
voorste gelid, Voorne en Putten is zeer
terecht trots op zijn rundvee en de vier
aldaar gevestigde fok vereenigingen bet wisteD
elkaar jaarlijks den eerepalm op de districts
keuring te Heenvliet.
Het aantal aangiften bedroeg 57.
De stieren zyn onder verdeeld in rubrieken.
Rubriek I Stieren ouder dan 81/2 jaar
met bekende afstamming en voldoende
productie gegevens.
Rubriek II Stieren van 21/23i/2 jaar als
boven.
Rubnek Hl Stieren van U/2—2% jaar al
boven.
Rubriek IV Stieren beneden 1% jaar al:
boven.
Rubriek V Stieren zonder bekende afstam
ming of onvoldoende productie.
Aan de laatste rubriek kunnen slecht!
diploma's worden toegekend.
De stieren krijgen een aantal puntei
voor exterieur, dat kan worden vermeerden
voor afstamming met 2 voor preferent!
ouders of groot ouders met 2 en voor melk
productie der moeder met 2 punten ah
maximum.
In rubriek I was de ranglijst als volgt
1. Ceres Albert geboren in 1915 van di
stierhoudery' Ceres te Abbenbroek met"
punten voor exterieur, 1 punt voor afstam
ming, 2 punten voor preferentie en 1 2 punt
voor melkproductie te zamen 87.8 punten
2. Dorus geboren in 1912, Eigenaar S.
van der Eijk te Hof van Delft gestationneerd
by den heer Vyfvinkel te Nieuwenhoorn
met 84.2 1 1 0.8 87 punten
3. De Verwachting, geboren in 1915. Eig
de Heer A. Vyfvinkel te Nieuwenhoorn met
82.7 1 1 2 S6.7.
In rubriek II geboren in 1916.
1. Adolf van de stierhoudery Concordia
te Nieuw-Hel voet met 80.9 0 0+ 2=82 9J
2. Jonge Albert van den Heer P. J. v. d,
ZandeteSpijkenisse75.6 1 0+1.2=77 8,
3. Cornelis v/d Heer A. Wevels te Biert
met 75.7 0.75 0 1.20 77.65.
Rubriek III. Stieren geboren in 1917.
1. Jonge Ceres van P. Scheygrond e. a.
te Abbenbroek 82.1 1.25 0.5 2 85.85,
2. Hendrik V van W. Scheygrond Azn,
van Vierpolders 80,8 0.5 0 2 83.3.
3. Lucht en Veld Gerard van H. Noor-
dermeer Czn. te Hekelingen 78.7 1+1
1.2 81.9.
4. Nico van P. v. d. Linde te Vierpolders
met 78 6 1 0 0.8 80.4.
5. Eduard II van K. de Snoo Lzn. te
Geervliet met 75.5 0.75 0 2 78.25.
In rubriek IV jarige stieren zyn er negen
gepunt geworden.
1. Kooisteö's Dorus van A Vyfvinkel te
Nieuwenhoorn met 83 punten (Vader Dorus.)
2. Roosjes Barend van L. v. d. Hoonaard
teAbbenbroek met79.95 (VaderCeresAlbert.)
3. Wim van L. Hoogvliet te Nieuwen
hoorn met 79.S5 (Vader Cor.)
4. August Hendrik II van H. Emmerzaal te
Nieuwenhoorn 79.55 (Vader August Hendrik.)
5. Adolf van K. Biesheuvel te Nieuwen
hoorn.
6. President III, A. Tol te Simonshaven,
7. Gustaaf, F. v. d. Meer te Hekelingen,
8. Hubrecht, A. Troost te Simonshaven,
Zoodra alle districtskeuringen zyn afge-
loopen, kunnen eerst definitief de pryzeD
naar het aantal punten worden meegedeeld.
De jury bestaande uit de heeren Hartog,
chef-inspecteur van het N. R. S. en Dr. Over
boek te Rotterdam deelde ons mede, dat
Heenvliet dit jaar zeker het beste district
in de provincie moet worden genoemd.
Prachtexemplaren hebben de fokkers laten
zien. Men vindt hier voor een groot deel
een fokken langs een goed beraamd plan,
dat met zorg en zaakkennis uitgevoerd,
uitsluitend en alleen verbetering kan bren
gen. Byna alle hoogstbekroonde dieren zijn
aangekocht in Friesland en wel van het
allerbeste bloed, wat deze provincie bezit.
Zijn ze feilloos? Zeker niet. Zoo noemen
enkelen Ceres Albert iets overfokt, vinden
anderen de Verwachting wat minder lieflijk,
veroordeelen Doris om zijn slechte horens,
misprijzen de sabelbeenen van de Jonge
Ceres, keuren Hendrik V om zijn billen af,
maken gegronde aanmerkingen op het kruis
van den stier van den Wolvenpolder, zouden
Adolf gaarne wat sterker rug en lenden
gunnen, maar tegenover al deze fouten staan
prachtige eigenschappen die moeten worden
gewaardeerd. De goede fokker, die zyn
dieren van a tot z kent, zal het geen moeite
kosten een extra passende stier voor zyne
beste stamboekkoe te vinden. Hy zal er
gaarne een reisje voor over hebben.
De andere stieren vooral werden netjes
en in extra conditie voorgebracht.
't Lijdt geen twyfel of de stieren van
Voorne en Putten zullen op de Centrale
keuring te Rotterdam op 24 April a.s. wel
nader van zich doen spreken.
Adverten
li
pen wel heelemaal vergeten zyn. U hebt immers
veel gezworven."
„Ja, <le omstandigheden zyn mij wel ongunstig
geweest en ik heb een groot deel van myn leven
zonder vaste woonplaats doorgebracht. Holland
is een zeer geregeld land en ik weet zeer goed,
dat men daar den graaf Van Vrijenban anders
behandelt en hem ook andere eischen stelt dan
op andere plaatsen der wereld. Maar ik ben b v.
in Italic geweest met zijn gedesorganiseerden
adel en in Amerika, waar heelemaal geen adel
is en ik heb altyd ondervonden, dat men my
weegt naar mijn geld, onverschillig waar ik wood.
Ik wil eerlyk bekennen, dat ik mij niet erg
geciviliseerd gevoel. Zoo pas hadden wij bet
over de kwestie, waarom ik nooit bjj U geweest
ben. De oorzaak is, dat ik daaraan geen behoefte
gevoeld heb en uit louter beleefdheid je moet
mjj dat vergeven, Van Vryenban, maar de be
leefdheid vergeet men allengs in deD strijd des
levens."
„Ik had dit wel begrepen, Van Vloten," ant
woordde de graaf rustig, hem vanzelf ook be
ginnende te tutoyeeren, „wjj hebben het wel
eens over je gehad en je dan voor lomp en
verwaand uitgekreten. Maar 't zal wel zoo zijn,
als je zegt, dat je noodzakelijk op de menschen
gaat neerzien, als je veel reist in onafhankelijk
heid."
„Neerzien is het woord, niet," verbeterde Van
Vloten, „maar ik vond jelui net zoo min wat
bijzonders, als ik zelf bjjzonder ben en ik ben
niet van Amerika gekomen, om hier weer de
zelfde vervelende komedie te moeten meespelen,
die mjj vroeger in Holland zoo hinderde."
Zjj waren nu aan de haven genaderd en Van
Vloten ging naar de woning van Staalman, om
hem kennis te geven, dat hjj weer vertrok. De
schipper, die den graaf zeer goed kende, was
veel onderdaniger dan 's middags, waar Van
Vloten in zjjn hart om moest lachen. Doch hij
deed, of hij die voorkomendheid zeer op prjjs
stelde en liel Staalman het vaartuig losmaken
en de zeilen in orde breDgen.
Het was nu acht uur iu deu avond. De zon
was juist onder, de wind was uitgeschoten en
begon zich met zuchten te verheffen uit het
Noorden. Staalman gaf de „Zwaluw" een duw
en Van Vloten roeide het jacht de haven uit.
Eenmaal op de rivier dreef het spoedig stroom
afwaarts en dreigde tegen den schipbrug op te
loopen. Van Vrijenban, die zeer enthousiast was
over het sierljjk gebouwde vaartuig, hielp aan
stonds mede om het grootzeil op te zetten en de
„Zwaluw" voor den wind ie brengen. Toen ook
de fok geheschen was, draaide het jacht den
kop stroomopwaarts en begon vlug voor den
wind weg te loopen. Het bleek, dat de oude
edelman een juiste waardeering had voor de
snelheid en de kwaliteiten van het vaartuig.
Hjj verzocht het roer te mogen houden, wat de
ander hem onverschillig toestond, na gevraagd'
te hebben, of hjj zwemmen kon, want hij besefte
zeer goed het gevaar, dat eraan verbonden was, het
roer te doen voeren door een onhandig stuurman.
(Wordt vervolgd).