Verkoopingen.
BOUWLAND
immerhout
IOFSTEDE
EERSTE BLAD
ge flanKonoiging.
NIEUWHELVOET.
Johannes Dirt, z. v. J, Galjori,
Corr.elig, z. v. W. van SIrieJ
5' w00»"1? d. v.
A.. W. Huyberts.
iwd: B. R. Kerkhof en M. W.
j. J. Stougje en J. IJoogenboe?.
rockavje.
Pieter. z. v. J. Moree en W. K[
Jaapje, d. v. D. Hoogvliet en L
J. Sprnijl en M. Stolk, C. WarJ
uy a. u'
Een als levenloos aangegeven k
'D 't Veld en S. v. d. Velde
ZWARTEWAAL.
wd: Jacob Sluimer 26 j. en L
■ler 30 jaar (Rotterdam). i
Cornelia van der Pijl 77 jaar ec
Hendrik Ruighaver.
fabrikant van
ement-Betonwerkeiil
Speciaal adres voor
lp Donderdag 13 Maart 191!
oorm. half 10 uur, te DIRKs
NU, aau de Nieuwstraat, van ee|
■-jarig merriepaard,
ERENWAGEN, RULBLO
Je Wei
la. VAN ES.
Notaris VAN DER SLUÏ
1 ftlJag H Maari 1319, 's nvoncl
K 7 uur, to IIIKRSLAN», ter he,
e van 0. DE BRUIN, afslag vat
20 Heet, (7 Gem. 161R.V. Maatl
Wachtjo te DIRKSLANI);
older Dirkslaad, aan den Smal-
Blokweg.
Notaris VAN DER SLU7S.
nb. Vrijwillige Verkooping
van
als:
ken, delen, ribben, latten enz,,
HERRINGEN op Maandag dent
taart 1919 des namiddags ten'
3 op het dorp.
ACHTHUIZEN op Dinsdag
tl Maart 1919 des namiddags
- ure aan het tramstation.
OUDE TONGE op Woensdag
.2 Maart 1919 des namiddags
ure aan het tramstation.
'•TAD AAN 'T HARINGVLIET
hjdag den 14 Maart 1919 des
adags ten 2 ure aan de Kaai
vaarder P. J. GROENENDIJK.'
aria AKKERMAN ie Ooltgsns-
is voornemens in den loop van
land Maart 1919
lubliek te verkoopen
>N BOMMEL, eene
met annexe
'derijen en bijgebouwen
ongeveer 33 hectaren gelegen
en Oudelandsciien dijk in den
.Jen Bommel", met
ee arbeiderswoningen
le aan den Oudelandschen
jten verzoeke van den heer
1IJENDIJK te den Bommel.
kris AKKERMAN te Ooltgens-
Js voornemens in den loop van
land Maart 1919, publiek te
>pen op de Bouwhoeve „Veld-
-e DEN BOMMEL,
eene groote partij
nen, steenen, deuren,
i, kozijnen, planken, bal-
ibben en gegalvaniseerde
platen,
zoeke van den heer J. J. VAN
7ALUW te Achthuizen.
Dit blad verschijnt iederen ZATERDAGMORGEN.
Prijs por kwartaal bij vooruitbetaling. f 0,75
Losse nummersf 0,07'
ZATERDAG 15 MAART 1919
1E Jaargang, N°. 19
Advertentiën van 1—6 regelsf 0,90
Elke regel meerf 0,15
Bij contract aanzienlijk korting.
Uitgegeven onder leiding van J. i. L. VAN ZUYLEN door de N.V. Uitgeversmaatschappij „Onze Eilanden", Voorstraat 210 Middelharnis. Telef. Interc. No. 15.
Adres voor Redactie en Administratie: Bureau „Onze Eilanden" te Middelharnis.
AGENTEN te: Briclle: W. de Man, Zuideinde 26. HellevoetsluisBoekhandel P. J. C. Pieters, Ooltgensplaat: fa.Breur Zonen. Oude Tonga H. Simonie. Nieuwe. Tonge: W. van de Ree. Odddorj)O. de Mooij. Stad
amit HaringvlietJ. G. Eïvé. Dirksland: fa. Binkhorst Zaaijcr. Melissant: H. Rooij. Herkingen: A. Munters. Ben Bommel: J. Woudstra. Oudenhoorn: A. Tuk. ZuiarteioaalIa Hoftyzer Tzn. Nieuw Helvoet:
J. Nooteboom. Rockavje: PI. Monster. Goedereede: Jae. v. d. Tol. Stellendam: N. J. van Dongen. Eiland RoeenburgJ. v. d. Vliet Cz., ZanddijkD 38. Middelharnis en Sommelsdijk: Bureau „Onze Eilanden".
Zuidland: C. v. d. Werf. Spijkenisae: G. E. van Gent. Heenvliet: W. Hoepel Bz. Alle brievengaarders nemen advertentiën en abonnementen op dit blad aan.
Oe Garantie-prijzen.
Er werd reeds meermalen op gewezen, i
dat sedert de vaststelling van garantie-!
prijzen voor die landbouwproducten
oogst 1919 welke voor de voeding
van het Nederiandsche volk van het
hoogste belaDg zijn, de omstandigheden
een groote wijziging hebben ondergaan.
Van bet broodkoren, het meest belang
rijke dier artikelen, zijn de prijzen, waar
voor hot buitenland levert, reeds nu I
belangrijk lager dan de gestelde garantie
prijs voor den komenden oogst. De teeke-1
nen wijzen er op, dat het verschil bij
bet vallen van den oogst nog grooter zal
zijn.
Men stelt zich in landbouwkringen de
vraag of de regeering ten deze hare
plichten royaal zal nakomen en zal kun
nen nakomen.. De onaangename erva
ringen, dio velen reeds bij den afzet van
oogst 1918 opdoen, is een begrijpelijke
aanleiding voor twijfel op dit punt.
Vraag en aanbod regelen onder nor
male omstandigheden de mark'bij vast
stelling der garantieprijzen kon uitslui
tend met den tactor „vraag" worden ge
rekend, aanbod moest worden afgedwon
gen, een zeer ongezonde basis al zoo voor
de prijsstelling! Hoe noodzakelijk en on
misbaar het systeem van prijsgarantie
destijds ook was, nu de toestand zich
geleidelijk aan het wijzigen is, dringt zich
de vrees naar voren, dat voor de naaste
toekomst, bij handhaving van bet systeem
een gewrongen toestand zal ontstaan,
waarvan de gevolgen noodlottig kunnen
zijn, zoowel voor den Staat als voor den
Landbouw.
Er moet met alle kracht naar gestreefd
worden het bedrijfsleven zoo spoedig
mogelijk in geregelde banen terug te
brengen.
Het lijkt mij daarom noodig, dat onver
wijld de vraag gesteld worde, of er een
weg le vinden is, om zonder gewold en
met wederzijdse® goedvinden hel CON
TRACT tusschen regeeringen landbouw
te niet te doen.
De Regeering eenerzijds moet zeker
kunnen zijn, dal de oppervlakte, beteeld
mei broodkoren, niet wordt verminderd
door "ombouw voor andere gewassen in
het a.s. voorjaar, zij kan dan vrijwel ge
rust zijn wat betreft uitzaai der overige
gewassen, ook zonder garantie-prijzen
bij vrije teelt.
De landbouw anderzijds dient te krij
gen: le. Behoorlijke schadeloosstelling
per Hectare (denkbeeld van den heer
W. Kakebeeke te Goes) voor het uitge
zaaide beslag tarwe en rogge; 2e.Com
pensatie voor de kosten reeds gemaakt
b'i de voorbereiding van den akker in
verband met de gestelde garantie-prijzen.
Voor bet broodkoren stelle men reeds
nu een matige vergoeding per Hectare
vast; per 1 Juni worde gecontroleerd
hoeveel hectaren ieder landbouwer te
velde heeft staan; uiterlijk 15 Juli de
schadeloosstelling in contanten voldaan.
Als compensatie bedoeld onder '2e geve
men den landbouwer de vrijheid in zijn
bedrijf terug en heffe men alle teelt-
beperking met de daaraan verbonden
misstanden en ellende op. Zekerheid dient
tevens te worden gegeven, dat de export
niet willekeurig zal worden belemmerd
en zooveel mogelijk directe handel met
het buitenland worde toegestaan, opdat
de baten in hun geheel handel en land
bouw ten goede komen.
Bij onver wijlden terugkeer van de vrij-
feuilx^eton.
JOHANNA VAN VRIJENBAN.
Oorspronkelijke Roman door JAN VAN GELDER
(Nadruk verboden).
„Dollenkamp", 18 Augustus 1901.
Mijn jonge vriend,
Je beul verleden week vertrokken en ik zal
je wel niet weerzien. De laatste dagen die je bij
mij doorgebracht hebt zjjn niet prettig voor je
geweest. Gerrit althans beweert, dat ik als een
standbeeld mijn gaog ben gegaan Op het oogen-
blik ben ik wat opg-knapt. maar ik zal je toch I
maar niet terugroepen. Vanitas vanitalum! Ik
zal het zonder jou wel stellen Je moet begrijpen,
dat ik helder iDzie, spoedig te zullen sterven.
Daarom schrijf ik je dezen brief. Erfgenamen
wil ik niet hebben, mijn land geef ikvoormjjn
dood weg, d. w. z. 't is al gebeurd. Ik heb het
aan de boeren hier verkocht en omdat ik nog
niet onder curateele sta, kan men de wettigheid
van dien verkoop nooit betwisten. Tk wil natuurlijk
geen geld hebben, maar als ik testamentair beschik,
/iJ.1 men mijn „Laatste Wil" nietig verklaren.
Ten minste dat verzekert Labori mjjn notaris.
Na mjjn dood zal hij je mijn bibliotheek zenden
en mjjn manuscripten. Wat jeer van gebruiken
kunt, moet je houden, de rest geef je maar weg.
Mijn journaal en levensbeschrijving, zou ik je
aanraden vljjtig te lezen. Er is uil mijn leven het
een en ander te genieten. Geld krijg je niet van
mij, want dan ga je den verkeerden weg op,
Gerrit komt in liet bezit van den „DoileDkamp",
tot hjj doodgaat en dan vervalt huis en erf aan
den slaat.
Het ga je overigens wel in bet leven. J(j hebt
ra (j nog in veel opzichteu met den dood verzoend.
Sinds ik je heb leeren kennen, is rajjn overtuiging
omtrent het Noodlot, dat over onze hoofden gaal,
versterkt.
van Vloten.
Deze brief maakte op mjj een Ireurigen indruk.
Ikzelf bezat nog niet de rust, die de schrijver
zich zelf verwonnen had en de overweging, dat
deze rijke natuur gestorven was, zondereenig
spoor na le laten, deed mjj schreien. Ik gevoelde
de onvruchtbaarheid vau zjjn leven als een onrecht
hem door 's werelds loop aangedaan. Zijn dagboek
heb ik gelezen en daarin maakte ik kennis met
een leven zoo vreemd en zoo rjjk aan lotgevallen 1
dat het mij een verlichting zal zijn, als ik ze
opteeken en aan de vergetelheid ontruk. O, ik
weet zeer goed, dat menigeen bjj het lezen van
mijn boek, de opmerking zal maken, dat de ge
schiedenis, die ik verhaal nog in geenen deele
zoo ongewoon is als ik beweerd heb, doch dezulken
moeten bedenken, dat niet het leven de menschen,
maar de meuschen het leven maken. Van Vloten
zelf heeft dat nooit begrepen; in al zjjn kracht
en zelfbewustzijn, geloofde hij zich slacht oil er.
Onverschillig en sarcastisch is hij de oneindigheid
heid in het teeltplan zullen er mogelijk
eenige hectaren meer geteeld worden
met speculatieve of export-gewassen. De
treurige ervaring in den laalsten tijd
met onze export-cultuur opgedaan, is
echter waarborg, dat die uitbreiding voor
1919 uiterst gering zal zijn.
Is een oplossing in dezen geest moge
lijk? Wanneer de Minister het wenscht,
is voor het vragen van antwoord aan den
landbouw slechts korte lijd noodig.
Ongetwijfeld zou een meer gezonde stand
van zaken worden bevorderd, vele tien
lallen millioenen aan de Staatskas worden
bespaard en op korten termijn meerdere
crisis-irfstellingen en ontelbare landbouw-
commissie kunnen worden opgeioekt.
Intusschen is het kort dag, de zaaitijd
nadert, o;n den landbouw tehoorenzou
op korten t-rmijn HelLandbouw-Comilé,
de Provinciale landbouw Maatschappijen,
de Vereeniging van Akkerbouwers en
andere betrokken Vereenigingen met
spoed inalgemeene Vergaderinggeroepen
kunnen worden en zou de Minister van
Landbouw uit de besprekingen te dier
plaa'se zijn conclusie kunnen trekken.
Mocht bet tot onderhandelen komen,
dan bedenke men aan de zijde van den
landbouw, dat de garantie-prijzen onder
den drang van abnormale omstandig
heden zijn tot stand gekomen en een
zijdige aandrang om ze te handhaven,
zich wel eens juist op den landbouw zou
kunnen wreken. Gezien echter het luid
geroep om vrijheid voor den landbouw
zal men in- principe met mijn denkbeeld
instemmen.
Sommelsdijk. A. A. MIJS.
Tegen de Vlektyphus.
De Gezondheidscommissie te Middel
harnis zond aan de directie der Rotter-
damschetramwegmaalschappij een schrij
ven van den volgenden inhoud:
„In verband met het voorkomen van
gevallen van vlektyphus in uwe en andere
gemeenten komen wij tot u rnet het
volgende;
Het behoeft geen betoog, dat aan het
tegengaan van verbreiding der ziekte
bevorderlijk kan zijn het zooveel mogelijk
reinhouden der personenrijtuigen van
uw tram.
Wij vertrouwen, dat u wel in deze
lichting werkzaam zult doen zijn; niet
temin meenen wij deze aangelegenheid
in uwe welwillende aandacht te mogen
aanbevelen.
Voorts komt het ons zeer wenschelijk
voor, dat bedelaars en dergelijke perso
nen, die gevaarlijk geacht kunnen worden
voor overbrenging der besmetting en die
zich zonder noodzaak vóór het vertrek
der tram ophouden in wachtkamers en
in tramrijtuigen, worden geweerd.
Wij geven u beleefd in overweging,
daartoe wel te willen medewerken."
De Gezondheidscommissie zond van
dit schrijven afschrift aan dergelijke com-
missiên te Brielle, Oud-Beijeiland en
Barendrecht, met verzoek zich in gelijken
geest tot de tramdirectie uit te spreken.
De commissie te Middelharnis ontviug
van die directie het volgende antwoord.
»Wij hebben de eer u de goede ont
vangst te berichten van uw schrijven
dd. 2G Februari jl. no. 10, naar aanleiding
waarvan wij u raededeelen dat wij gaarne
zoo mogelijk onze medewerking zullen
verleenen tot het tegengaan van verbrei
ding van de gevreesde ziekte.
Wij gaven ons person eel opd i achtstreng
de hand te houden aan de reeds bestaande
nstructie betreffende bet weren van bede
laars uit de treinen."
ingegaan en bjj heeft er zich niet ofn bekommerd
of zijn ziel lot God zou gaan, geljjk werd uitge
drukt op deu steen dien de boeren uit den omtrek
hem schonken op zjjn graf. In dit probleem wil
ik mjj niet verdiepen, de raadselen, die ods om
ringen zjjn zoo menigvuldig, dat onze beperkte
begrippen nooit eene oplossing zullen bevatten.
Zijn zonden en tekortkomingen waren menig
vuldig, cn wij weten niet, of de boete, die bjj
als een vloek gedragen heefl, groot genoeg is
geweest, om hem gelouterd te doen ingaan in de
wereld waarvan niemand onzer kennis draagt.
HOOFDSTUK II.
Willem van Vloten was in zijn jeugd een man
mei een groot aanpassingsvermogen. Tot zijn vijf
en twintigste jaar was bjj klerk geweest aan het
Ministerie van Koloniën en in dezen eenvoudigen
werkkring had hij zjjn plicht gedaan van's mor
gens tien tot 's middags vijf. Omdat zijn talenten
echter buitengewoon waren en zjjn eerzucht meer
dan bescheiden, had hjj gedurende zijn lange
avonden veel en geregeld gewerkt om een groot
man le worden. Waarsehjjuljjk zou hem dit ge
lukt zjjn, want een eerlijk man die op zijn zaken
past, maakt zich in Holland nog wel carrière.
In het jaar 1859 erfde hij zijn oom, die gepensio
neerd Kapitein was van het Indische leger, een
kapitaaltje van eenige duizenden guldens. De
oude vrijgezel had op zjjn wijze veel van hem
gehouden en tegenover vrienden en kennissen
met veel voorliefde gegeurd over zjjn knappen
neef, die vloeiend een aantal moderne en antieke
talen sprak en zonder moeite schitterende exa
mens aflegde. Dat hjj bovendien van tjjd tot tjjd
wel uit den band durfde springen en zich bijna
gecompromitteerd had met een mooi Jodinnelje
vaD de Gedempte Gracht, had uan die genegen
heid geen kwaad gedaan. De oude soldaat had
geoordeeld, dat een raensch geen stuk hout is
en dat veel zonden konden vergeven worden, als
de bedrijver maar fatsoenljjk was, een theorie,
die in 1859 zoo goed opgang maakte als in het
Paradijs of de tegenwoordige eeuw. Hij zelf ver
klaarde in Indië ook niet alljjd geleefd te hebben
als ee» Trappist en wanneer er van zjjn driemaan-
delijkscbe pensioen-uilkeering eenige tientallen
guldens overschoten, bedacht hjj daar geregeld
zjjn armen neef mede, in de heilige overtuiging,
dat aan een jongmensch toch heusch wel wat
toekwam
Eenmaal in het bezit van genoemde erfenis
begon van Vloten zich een bezadigd man te ge
voelen en overwoog hjj het denkbeeld van te
zullen trouwen. Ilij correspondeerde er over met
zjjn vader, die gemeente-secretaris was van een
klein welrarend dorpje in de Betuwe. Deze maakte
hem opmerkzaam op de dochter van den notaris
van dit dorp. Weliswaar bracht deze een twintig
duizend gulden mee ten huwelijk, weshalve haar
vader eenige aspiratie's koesterde, maar Willem
bezat nu ook iets, buiten zijn vooruitzichten, die
met wat kapitaal ongetwjjfeld zouden verbeteren.
De jonge van Vloten koesterde een oprechte ver
eering voor menschen van gezond verstand, hjj
vond de opmerking van zjjn vader een nadere
Ongeregeld Goed.
Rondvraag in de gemeenteraadszitting van
Tohoe-Wabohoe (Australiö)
De Voorzitter: Meneer Jansen, heeft u nog
iets voor deze vergadering?
JansenDank u.
De Voorzitter: U meneer Pietersen?
Pieter sen: Dank u.
De Voorzitter: Meneer Klaasen?
Klaasen: Ja, meneer de Voorzitter; voor
het huis van mijn buurman Kareisen liggen
twee 9teenen los; zou u daar niet eens naar
willen laten kyken
De Voorzitter: Ik zal erin de vergadering
van B. en W. over Bpreken. Heeft u anders
nog iets?
KlaasenNee, dank u, meneer de voorzitter.
De Voorzitter: XJ, meneer Jacoosen?
JacobsenJa burgemeester, de rooster van
het zinkputje bjj de weduwe Lambertsen
ligt scheef. Is daar niets aan te doen?
De Voorzitter: We zullen er naar kjjken
en dat roostertje zoo noodig recht laten leg
gen. Anders nog iets?
Jacobsen: Nee dank u.
De Voorzitter: U, meneer Mejjer?
MeijerJa, meneer de voorzitter.
Ik heb er nu al drie keer de aandacht op
gevestigd, maar het schijnt niet te helpen.
Ik wou nog eens ernstig de aandacht vestigen
op de droevige toestand der wegen in deze
gemeente. Eergisteren beeft iemand een been
gebroken op de Schelpenweg, doordat hjj
uitgleed; en zooeven heb ik zelf gezien, dat
een kind is gestikt in de modder op diezelfde
plek. Het wordt nu toch meer dan tjjd, die
zaak te veranderen, en grondig. Het kalf is
nu wel verdronken, maar de put moet dan
ook met de meeste spoed worden gedempt.
Het is onverantwoordelijk deze toestand te
laten voortduren.
De Voorzitter: Zulke onbelangrijke zaken
hooren hier niet thuis. Ik sluit de openbare
vergadering.
bespreking overwaard, vroeg acht dagen verlof
en vertrok naar Waalkerke, dat hjj in ruiin ander
half jaar niet gezien had. Hjj werd zeer harteljjk
ontvangen, legde visites afbijden burgemeester
den dominee, den dokter en de» notaris. Hjj vond
Christine van Leeuwen, de dochter van delaatste,
eene knappe verschjjning en constateerde met
voldoening, dat zijn welgebouwde en goedgekleede
gestalte indruk bad gemaakt op haar ongerept
gemoed. In die dagen maakte Willem zicb vol
strekt niet druk over de liefde. De atmosfeer
van 's Lands bureaux is nimmer geschikt geweest
om in een mensch de gevoelens op te wekken,
die hem de wereld anders zouden doen beschou
wen dan uit een ambtenaarsoogpunt. De harts
tocht wordt noch geboren op de kantoorkruk,
noch iu de buraustoel en onze held maakte geen
uitzondering op zijn collega's. Hij zag in Christine
dan ook niets meer dan zjjn toekomstige huis
vrouw en dat beteekende voor hem op dat oogen-
blik bitter weinig. Hoofdzaak was liet kapitaal,
dat zjj meebracht en overigens was het een voor
deel, dat zij niet krom of gebocheld was. Hij
overlegde dan ook met zijn papa, dat de zaak
geen haast had en samen besloten zjj om voor-
loopig geen nadere stappen te doen. Een trage
afhandeling van deze zaak stond aristocratisch
en Willem giug rustig naar Koloniën terug. Als
er kapers op de kust kwamen, zou zjjn papa hem
wel waarschuwen. Terug gekoineu in de resi
dentie, wachtte hem eene verrassiug. In de nala
tenschap van zjjn oom bevond zicb een Brusselsch
premielot, waarop tijdens zijn afwezigheid de