A. J.
EHi
Hulp- of Voorschofbankl
/erkoopingen.
Een voliedigen Inboedel.
BOUWLAND.
iaat niet door.
EERSTE BLAD
van NIEUW-HELVOET
eiken Zaterdag van 1-sl
ir te spieken 111 Hotel SPEE
Sommelsdijk.
Uitgegeven onder leiding van J. J. L. VAN ZUYLEN door de N.V. Uitgeversmaatschappij „Onze Eilanden", Voorstraat 210 Middelharnis. Telef. Interc. No. 15.
Adres voor Redactie en Administratie: Bureau „Onze Eilanden" te Middelharnis.
AGENTEN te: Brielle: W.delfan, Zuideinde 26. HellevoetsluisBoekhandel P.J. C. Pieters, Ooligensplaat: fa. Breur Zonen. Oude TongeH. Simonse. Nieuwe Tonge: W. van de Ree. Ouddorp: C. de Mooij. Stad
aan' t Haringvliet: J. C. Elvé. Dirksland: fa. Binkhorst Zaaijer. Melissant: H. Rooij. Herkingen: A. Munters. Den Bommel: J. Woudstra. Oudenhoorn: A. Tuk. Zwarteioaal: D. Hoftijzer Tzn. Nieuw Helvoet
J. Nooteboom. Rockanje: Pi. Monster. Goedereede: Jac. v. d. Tol. Stellendam: N. J. van Dongen. Eiland Rozenburg: J. v. d. Vliet Cz., Zanddijk D 38. Middelharnis en Sommelsdijk: Bureau „Onze Eilanden".
Zuidland: C. v. d. Werf. Spijkenisse: G. E. van Gent. Heenvliet: W. Hoepel Bz. Alle brievengaarders nemen advertentiën en abonnementen op dit blad aan.
;»0rich t door hetDeparteznen t Mid-
|barnis-Soinmel8dykd9rMaatsch.
Nut van 't Algemeen, verleent
mier borgtocht voorschotten van,
5 tot t 500.
aanvragen moeten geschieden tyj
1 secretaris-penningmeester
C. SIPIDS. KADE, HIDDKLHARHIS
Dp Donderdag 27 Februari 1919,
Boorm. half 10 uur, te Dirksland
1 den Kerkring, van hooi, stroo
rkaros, tuimelkarn, wielploeg,
irkast, niest enz. ten verzoeke
1 den Meer Abr. Vreeswijk.
Notaris Van der Sluijs.
!Dp Donderdag 27 Februari 1919,
oorm. II uur, te Dirksland aan
1 Vroonweg, op de werf bij den
er D. Poortvliet, van 13 loop-
keus.
Notaris Van der Slujjs.
i/ERKOOPING.
'p Yrydag 28 Februari 1919, d&9
10-12 uur en des nam.van af
mr ten verzoeke en ttn woon-
Mze van Mej. C. E. Teepe aan den
stdijk te Middelharnis:
OM CONTANT GELD.
[dag: Donderdag 27 Febr. 1919,
voorm. van 10—12 uur en des
van 2—4 uur.
Notaris VAN BUÜREN.
lip Woensdag 5 Maart 1919 by
ET en
p Woensdag 12 Maart 1919 bij
-LAG, telkens des avonds 7 uur
iotel Spee te Sommelsdijk, van:
09 50 H.A. (7 gem. 192 roeden
imelsdyksche Maat) vroon Bouw-
I in den hoek van den Staver
en Weg en den Proostweg te
imelsdyk, kad. Sectie C. nrs. 78
510, zijnde 8 meeden in 8 per-
:en
rhuurd tot blootschoof 1919 voor
I},— per jaar plus tiendrente san
en C. Gouswaart te Sommels-
Ten verzoeke van den Heer
g. Slis te Middelharnis.
Notaris VAN BUUREN.
Iakkerij - Sommelsdijk.
e openbare verkooping van het
jn en Winkelhuis, waarin bak-
j, te Sommelsdijk, ten verzoeke
de Erven Mevr. A. E Bakker-
vink te 's Gravenhage
Notaris VAN BUUREN.
Da Vlektyphus.
Aan het verzoek der redactie van „Onze
Eilanden" om enkel* opmerkingen aangaan
de vlettyphus ten beste te geven, voldoe ik
bierbij.
De buitengemeen besmettelijke typhus
exanthematicua of vlektyphusisgekenmerkt
door een ongeveer twee weken durende
hoog* koorts en door verschijnselen, die er
op wijzen, dat de voornaamste organen,
speciaal het ceutraalzenu wstelsel, zwaar aan
getast zijn. De koorts begint plotseling en
bereikt direct een groote hoogte. Van d«n
aanvang af is ook het bewustzijn van den
patiënt meestal gestoord, welke stoornis zich
uit in versuft zijn (status typhosus). Niet
zelden treden echter ook prikkelings ver
schijnselen vaa den kant van hetcentraal-
zenuwstelsel op in den vorm van deliria
(ijlen.) Enkele dagen na het begin der ziekte
vertoont zich een eigenaardig huiduitslag
bestaande uit vlekjes, die JaDgzamerband
weer verdwijnen. Bij gunstig verloopende
gevallen eindigt de ziekte meestal weer
plotseling, met een z.g. crisis; binnen een
of twee dagen daalt dan ineens de tempe
ratuur van groote hoogte (43° C. is waargeno
men) tot 37° C. en vertoont de patiënt een
betrekkelijk welbevinden. De groote zwakte
blijft natuurlijk nog een tijd bestaan.
Het lijkt mij onnoodig en ongewenscht
nader op de verschijnselen dezer ziekte in
te gaan. Wie daar meer over weten wil kan,
indien zijn wensch tot weten niet alechtB
uit zenuwachtige nieuwsgierigheid voort
spruit, en hij zich eenige moeite getroosten
wil, genoeg lectuur over dit onderwerp
machtig worden. De bovenstaande korte en
onvolledige beschrijving heb ik echter ge
meend niet achterwege te moeten laten,
daar ik haar voor het volgende van noode heb.
Ten onrechte wordt, zooals onlangs in de
Haagsche Post nog vermeld stond, aan
Frascatorius, die een epidemie in Italië,
welke van 1505—1508 duurde, beschreef, de
eer toegekend het eerst deze ziekte als een
zelfstandig ziektebeeld herkend en gepubli
ceerd te hebben. Sommige Fransche onder
zoekers beweren reeds by Hippocrates (onge
veer 436 jaar vóór Christus) tekstplaatsen I
gevonden te hebben, deze2iekte aanduidende.
Zeker heeft de Fransche geneesheer Jacob
de Partibus, die in 1463, (dus vóór 1605)
stierf, reeds de ziekte beschreveD. In Duitsch-
land geschiedde dit omstreeks denzelfden tijd
door Agricola.
De ziekte treedt meestal in epidemiön op,
dus bij veel gevallen tegelijk. Er ziju echter
ook op zichzeif-staande, sporadische gevallen
bekQDd.
In Berlijn b v. komen bijna steeds enkele
gevallen van vlektyphus voorin Amsterdam
gaat bijna ook nooit een jaar voorbij zonder
een of meerdere gevallen. Meestal is het
dan na te gaan, waar deze gevallen bun
oorsprong vinden. En zoo zijn er enkele
baarden van besmetting bekend geworden,
waar van uit meestal door landverhuizers
en dergelijken, zoo nu en dan de ziekte als
het ware uitgezaaid wordt. Valt het zaad
in goede aarde, met andere woorden zijn
de omstandigheden voor uitbreiding der
ziekte gunstig, dan kan zich uit het spora
disch geval een epidemie ontwikkelen.Voor
Europa is de meest belangrijke baard hot
Westelijk deel van het Rusland van voor
den oorlog. Enkele minder belangrijke haar
den bevinden zich in Ierland, Bretagne,
Mexico, Mandchoerije en de hellingen van
het Rotsgebergte in Noord-Amerika. Deze
laatste haard, door den Amerikaan Brill
beschreven, zou als merkwaardigheid heb
ben, dat de smetstof van een niet zeer
kwaadaardig soort is, en de meeste gevallen
door baar veroorzaakt een licht verloop
hebben.
Volgene dr. Aldersüoff behoort het niet
tot de onmogelijkheden, dat hetbilandUrk
ook een dergelijke baard met zwakke smet
stof vormt. Het zou te ver voeren hier uit
voerig op in te gaaD. Ik wil echter Diet
nalaten te vermelden dat op dit eiland
feuilleton.
JOHANNA VAN VRIJENBAN.
Oorspronkelijke Roman door JAN VAN GELDER
(Nadruk verboden).
„Jammer genoeg en misschien gelukkig. Stel
je voor, Odysseus op een automobiel of Helena
legen een mijlpaal oprijdende. Gelukkig dat ik
dat niet behoef te beleven. Nu kan ik m(j althans
wijsmaken, dat de oude tijd beter was".
„Dat is toch maar een waanvoorstelling" waagde
ik op te merken.
,Wat! Waanvoorstelling. Lees je Heraklitus"?
„Helaas, ik versta niet voldoende Latijn
De grijsaard lachte sarcastisch'.
„O dat jongere geslacht. Zeker heb je het gym
nasium afgeloopen
„Ja, in Arnhem."
„Doet er niets toe Zes jaren oude talen geleerd
en je weet nog niet, dat Heraklitus geen Romein
was. 't Is wel treurig. Neen jonkman, de wereld
gaat achteruit. Maar laat ik daar niet over klagen.
Hier is de „Dollenkamp", waar ik woon".
Wy waren aan het eind van het bosch gekomen,
ook het bouwland was reeds lang vervangen
door weideen rietland. Het was donker geworden
de sterren stonden aan den hemel, doch in den
helderen zomernacht zag ik nog duidelijk een
groot landhuis oprijzen. Hel was omgezen door
meerdere malen epidemiën optraden, waar-1
van die 1892 en 1918 het meest bekend
2i)D, en dat in de tusschen-perioden geregeld
ziekte gevallen voorkomen, die de verschijn
selen Vbrtoonen van lichte vlektyphus.
Of dit inderdaad vlektyphus gevallen zijn,
was vroeger niet, doch is thans met groote
waarschijnlijkheid wel uit te maken. Onze
grootere kunde in het herkennen van vlek
typhus is een vaD de weinige zaken, waar
voor we den grooten wereldoorlog kunnen
danken. De moderne wetenschap is indirect
door hem rijker geworden twee waardevolle
methoden van onderzoek bij vlektyphus-
lijders, te weten, een bepaald soort bloedonder
zoek (reactie van Weil Felix), betwelk in ons
land meestal verricht wordtin het Centraal
Laboratorium voor de Volksgezondheid te
Utrecht, nadat door den behandelenden arts 1
enkele kubieke centimeters patientenbloed
opgezonden zijn, èn het microscopisch on
derzoek van een uit den huid gesneden
vlekje (volgens Frankel).
Wat den verwekker van de vlektyphus
betreft verkeeren we nog totaal in het duis
ter. Verschillende onderzoekers meenen de
ziektekiem gevonden te hebben. De resul
taten zijn echter verre van overeenstem
mend, zoodat onzekerheid bier heerscht, in
tegenstelling met wat bij buiktyphus of
febris typhoidea bet geval is. Van de laatste
ziekte, waarmee vlektyphus vaak verward
wordt, is toch de ziektekiem wel bekend en
wordt algemeen de bacil van Ebertb als de
schuldige aangezien.
Toch is, hoe vreemd het uit het voor
gaande moge lijken, de oorzaaksleer dervlek-
typhus den laatsten tijd met groote schreden
vooruitgegaan, sinds door Nicolle en anderen
ontdekt is, dat de besmetting bij vlektyphus
in hoofdzaak plaats vindt door luizen en
speciaal door kleerenluizen.
Deze gezellige beestjes nemen door bloed-
zuigen by een vlektyphuslyder de smetstof]
in zich op. Gaan ze zich daarna vergasten
aan het bloed van een gezonde, dan wordt
een wondje in diens huid gemaakt en zoo
doende de smetstof, welke zich aan snuit
en in speeksel van den snoeper waarschijn
lijk bevindt, geënt in het gezonde lichaam
van den gastheer, met het gevolg, dat bij na
zeker na ongeveer twee wekeD bij dezen de
eerste verschijnselen van vlektyphus zich
openbaren.
Al moge dan ook, zooals sommige onder
zoekers aannemen, de bovengenoemde ma
nier van besmetting niet de eenige zyn,
verreweg de meest belangrijke is ze zeker.
Als bijkomstige wijzen van besmetting wor-1
den nog genoemd, die welke plaatsvinden
door beet van hoofdluis, door beet van plat-
of schaamluis, door beet van vloo en volgens
enkelen ook door directe aanraking vaD
lijder of van lijder afkomstige voorwerpen
en door inademing van lucht, waarin fyne
druppeltjes, door lijder uitgehoest, zweven.
Bij het behandelen van vlektyphuslijders
moeten we de grootst mogelijke voorzichtig
heid in acht nemen en moeten onze maat
regelen natuurlijk ook gericht zijn op het
voorkomen van deze bijkomstige wyzen van
besmettiDg.
Over de behandeling van een vlektyphus-
patiëDt kan ik bier kort zyn. Alle genees-
heeren met ervaring op het gebied van
typhusexantbematicus zijn het erovereeos
dat eerste vereischteD voor dergelijke patiën
ten zyn: goede ligging, goede verpleging,
veel frissche lucht en veel licht. Sommigen
gaan er zelfs toe over, om de patiënten,
natuurlijk met bed en al, naar buiten te
brengen, als de weersgesteldheid bet eeDiga-
zins toelaat, nl. als de luchttemperatuur
meer dan 120 C. bedraagt en er niet te veel
wind is. Voor een weinig regen zorgt een
een simpel afdak of zeil volgens hen vol
doende.
Zoo ver doorgevoerd is, Daar ik meen, de1
lucht- en lichtbehandeling in Holland nog
nergens by deze zwaar zieken. Wel tracht I
men zooveel mogelijk aan de bovengenoemde
eischen te voldoen door luchtige, goed ver
lichte en ruime verplegings-localiteit. I
Verder kan er niet veel gedaan worden,
behoudens dat *r by mogelijke complicaties
ingegrepen wordt, dus b.v. by hartszwakte j
moeten hartmiddslen gegeven wordenwordt
de koorts te hoog dan leveren koele baden,
een breedo gracht, waarover een rustieke brug
lag. Het huis was verbazend uitgestrekt, doch
telde slechts eeDe verdieping. Ik wilde geestig
zijn en zeide: „De architect van dit huis was
zeker bang voor aardbevingen."
„Neen voor trappenkiimmen," repliceerde de
ander. „Dit huis is een variant van een gewone
boerenwoning, zooals men ze in deze streken
veel ziet. Het is voor een Amsterdammer wat
ongewoon, maar wij hebben hier grond en lucht
in overvloed en behoeven ons niet te bekrimpen".
Hij ging my voor bet huis in en riep om zijn
knecht Gerril. Deze kwam echter niet te voor
schijn en wij vonden hem in de woonkamer rustig
1 pijpje zitten rooken.
.,Heb je mij niet gehoord, Gerril?" vroeg van
Vloten.
„Jawel, was het antwoord van den knecht,
die eveu oud scheen als zyn meester, maar ik
dacht dat wei hierkomen zou".
„Goed, ik heb iemand opgevischt onderweg,
die hier vannacht moet slapen. Daarvoor kan jij
we) zorg dragen. Is Jan er nog?
„Neen hij is voor een uur geleden weggegaan".
„Dal is jammer, want anders kon hjj een flets
naar den smid brengen. Nu zal het morgen moeten
gebeuren Je.hebiimmersvacantie WiilemMeier?"
Ik knikte toestemmend.
„En zorg dan voor het avondeten, Gerrit. Dan
zal ik onderwal zien, dat ik mijn jongen vriend
hier aaDgenaam bezig houd. Kun je pianospelen1'?
„Tot myn groote spijt"
„Ja dat jongere geslacht. Maar 't komt nu nogal
goed uit, want myn vleugel zal wel een duim
onder het stof zitten. Kun je schaken?
„O, ik ben een groot liefhebber," haastte ik mij
hem te antwoorden, blyde, dat ik een nieuwe
hatelijkheid ontgaan kon.
„Mooi dat treft. Dan zal ik eens zien, of ik in
de twintig jaren, dat mijn stukken stdan te ver
teren, het ook verleerd ben".
Hy ging nanr een groote kast, die vol boeken
stond en haalde daaruit een schaakbord en een
kistje met antieke schaakstukken.
,,'t Is wel ouderwetsch. Tegenwoordig schaakt
zelfs het canaille met Stauntonstukken maar in
den ouden Ijjd, jongeling, hadden wjj zulk werk.
Zie dit kistje, uit een stuk worlelhoul gesneden.
Ik veronderstel, dat de beeldhouwer er een heel
stel beitels op heeft verwerkt. Dergelyke pronk
stukken zijn tegenwoordig niet meer te koop.
Ik sprak niet meer tegen, want ik begreep
intuïtief, dat myn gastheer veel scherper van
geest was dan ik zelf. Bovendien had hij op my
het voordeel, dat ik hem totaal niet kon thuis
brengen. Hjj scheen verbazend geleerd te zjjn.
i11 de kast zag ik althans voor zoover het lamplicht
het toeliet, een volledige Platoon staan, een wijs
heid, diet mijn natuurkundige hersens verre te
boven ging. Hy bewoog zich met gemak en élé-
gance door het vertrek. Hij had hier niets van
het buitenmanachtige, dat ik een oogenblik in
hem had meenen op te roerkeD, integendeel, by
was beschaafd puntig en zyn bewegingen waren
vol meeaterschap. H ij haalde een karaf wyn voor
[den dag en presenteerde mij:
omslagen en afwaaschingen goed resultaat,
etc.
Een opmerking moet over de behandeling
nog gemaakt worden. Nooit mag een vlek
typhuslyder een oogenblik zonder toezicht
zijn. Berucht by deze ziekte zyn toch de
heftige prikkelingstoestanden. Zondereenig
voorafgaand waarschuwingsteeken begint
patient midden in zyn versuften toestand
te ijlen, en nog meer, hij kan zoo opge
wonden worden, dat hy tot aanvallende
daden jegens zichzelf en anderen overgaat.
Plotselinge zelfmoord door b.v. uit een raam
te springen, is hierbij meerdere malen waar
genomen.
Zeer sceptisch staan de meeste Neder-
landsche artsen, ook zij die vlektyphus
ervaring hebben, tegenover de in de jongste
publicaties aangeprezen inspuitingen met
colloidaalzilver en diverse sera.
Bij deze ziekte geldt in hooge mate het
bekende gezegde: „het 13 beter te voorko
men, dan te genezen."
Onze energie, moet natuurlijk naast het
helpen der vlektypbuslyderszelf, in de eerste
plaats gericht zyn op het voorkomen der
ziekte, met andere woorden we moeten in
de eerste plaats zorged, dat er zich geen
vlektyphusgevallen makkelijk kunnen voor-
doeD, en zoo ze onverhoopt mochten voor
komen, moeten we trachten de verspreiding
der ziekte tegen te gaan. Hier staan we
gelukkig niet machteloos en vooral de kennis
van den rol, die de luis by de besmetting
en verspreiding van den vlektyphus speelt,
heeft dit gemaakt. De hedendaagsche vlek-
typhus-bestry ding staat dan ook in het teeken
der luizenbestrijding.
Indien men een vijand wil aanvallen,
dient men hem zoo goed mogelijk te ver
kennen, dus tracht men zooveel mogelyk
van hem aan de weet te komen, speciaal
zijn zwakke en sterke zijden. De eersten om
hem daar aan te vallen, de tweeden om zich
daar tegen te hoeden. Dezen weg heeft men
ook ingeslagen bij de bestrijding van kleeren
luizen. Men heeft deze beestjes nauwkeurig
bestudeerd, zoowel hun bouw, als hun doen
en laten, als de manier waarop men hen
„Kan ik je dienen, zoon van den nieuwen tyd,
Bourgogne of Tokayer. Anderen wjjn heb ik op
dit oogenblik niet by de hand"
„Dank u, ik drink uit principe
Op zyn gelaat verscheen weer de Satanische
lach, die my reeds zoo gehinderd had Ik bevroedde
by instinct dat myn geheelonthoudersbeginsel
zijn spotzucht zou wekken.
„Helaas, ik had dit vermoed. Beweer nu nog
dat de tijden vooruitgaan. Onze jongelingschap
drinkt geen wyn meer. Wat zal je dan gebruiken.
Melk misschien"?
,,Dat is tenminste rayn gewone draok
,Ja, ja, juist als zuigelingen, katten en jonge hon
den. Maar ik vereer het hoog iD je, dat jezoo'n groot
respect hebt voor je geestesgaven. Laten we maar
gaan schaken. Gerrit zal aanstonds wel melk
brengen".
Wy zetten ons aan tafel, ik mocht als gast
hel eerst mei wit spelen en had het genoegen
een solide Spaansche party van hem te winnen.
Doch hy gunde my klaarblijkelijk dezen kleinen
triomf Diet want hy sprak geringschattend:
„Ook het schaken is tegenwoordig achteruit
gegaan, In myn tyd speelde men het spel van
Buy Lopez maar zelden. Wy lieten dit over aan
doode geesten, die anders geen party konden
wiDDen, Ikzelf, die vroeger een hartstochtelijk
schaker was en o. a, mede oprichter was van
„Discendo Discimus" in den Haag, heb in myn
dagen nooit Spaansch gespeeld. Lot op jonge
vriend, de beurt is aan mij- Ik h*b wit".
I Hg schonk zich een nieuw glas wyn in ik vulde
mynen melkbeker en zette de steenen recht.
Ditmaal was ik minder gelukkig. Myn gastheer
wikkelde my in do duistere varianten van het
Muziogambiet en ik had na een twintigtal zetten
bet spel verloren. Wy speelden dien avond vijf
partyen, die ik op de eerste na alle verloor. Toen
wy het avondmaal, dat zeer sober was, gebruikt
badden, was ik blyde, dat ik naar bed kon gaan.
Het duurde een goed uur, eer ik den slaap kon
vatten. Het spel en de omgang met den ietwat
zonderlingen van Vloten hadden my bovenmate
opgewonden. Ik droomde dien nacht zeer onrustig
en werd eerst laat in den morgen wakker.
Toen ik opgestaan was, bemerkte ik nergens
een waschkom of iets dergelijks. Mijn slaapkamer
bleek mij een klein vertrek, waarvan ik bet doel
niet gissen kon, tenzy bet dienen moest als logeer
kamer, eene gedachte, waartoe de ruime bedstede
waarin ik geslapen had, gereedelijk aanleiding
gaf. Het meubilair bestond slechts uit een tafel
en twee stoelen en eeüige zwarlkrytteekeniDgen
die aan spijkers los tegen den muur bingen. Ik
zag in, dat ik buiten om water zou moeten vragen
en opende de deur. Daardoor kwam ik terecht
in de kamer, waar wy den avond hadden door
gebracht en waar myn gastheer thans aan een
tafel zat te schryven. Ik wenschle hem goeden
morgen.
„Ah, ben je eindelijk wakker"? vroeg hy,,ja
de jeugd houdt van slapen. Je zoekt zeker water
hé? Ga even buiten onder de pomp en vraag
Gerrit om zeep. Hij is in de keuken bezig".
1 Vervolgens ging hij door met zyn werk.
wd; Job van Gulikjm.29j enElii
ialis, jd. 27 j. te Rotterdam.
Adriaanlje van Nimwegen, 67
i Jan Verwey; Teuntje Both, 74 i
i Dimmes van der Waal.
MELISSANT.
Willempje d. v. M. Both en S. C.vs
'ais z. v. L. Gootjes eD B. II. OorbeeÏ!
a z. v. W. Stolk en C. VermeuLj]
raham z. v. Th. v. d. Spaan en N.y
e.
OOLTGENSPLAAT.
Anthouia d. v. Magchiel Kortewe
a '1 VeldPieter z. v. Marinus Ve;
ria Troost.
Cornells Gerardus van Gent, ou
Hendrik van Genten Wilheloiij
j -.tiaauseMarliena Koopman oud 82
Jan RobbeKornelïs Tuns, oud 79-
ran Maria Lichthart.
D AAN '1' HARINGVLIET.
Machiel, oud drie dagen, z. v. Het
chter en Hanna Catbarina Schaaf.
iVOETSLUIS 1-14 Februari.
D. E. OverkleeftBode, z„ L. f.
Vielaard, z„ C. Tol—Breure, d i
IsKraak, z.
A. Laudheer, echtg. van J. Vet
M. Klyu, echt. van N. F. Eekman «>0j
4NJE, 1G Jan,—15 Febr. 1919.
Willempje Myna d. v. A. v. d. Blinl
ders; Willem z. v.S. M. J. IleiDdijt
I v. P. Bruggemao en A. v. d.Vchlf
wd: J. Spruijt en M. Stolk; C. War
i Ie Bruin.
P, Timmersen en B. Hazelbag
en J. v. d. Velde.
Arnoud Kloos, echtg. vanJ. Stolt
Dit blad verschijnt iederen ZATERDAGMORGEN.
Prijs per kwartaal bij vooruitbetaling. f 0,75
Losse nummersf 0,07'
ZATERDAG 1 MAART 1919
1E Jaargang. N°. 17
Advertentiën van 1—6 regelsf 0,90
Elke regel meerf 0,15
Bij contract aanzienlijk korting.