A. J. EHi Hulp- of Voorschofbankl /erkoopingen. Een voliedigen Inboedel. BOUWLAND. iaat niet door. EERSTE BLAD van NIEUW-HELVOET eiken Zaterdag van 1-sl ir te spieken 111 Hotel SPEE Sommelsdijk. Uitgegeven onder leiding van J. J. L. VAN ZUYLEN door de N.V. Uitgeversmaatschappij „Onze Eilanden", Voorstraat 210 Middelharnis. Telef. Interc. No. 15. Adres voor Redactie en Administratie: Bureau „Onze Eilanden" te Middelharnis. AGENTEN te: Brielle: W.delfan, Zuideinde 26. HellevoetsluisBoekhandel P.J. C. Pieters, Ooligensplaat: fa. Breur Zonen. Oude TongeH. Simonse. Nieuwe Tonge: W. van de Ree. Ouddorp: C. de Mooij. Stad aan' t Haringvliet: J. C. Elvé. Dirksland: fa. Binkhorst Zaaijer. Melissant: H. Rooij. Herkingen: A. Munters. Den Bommel: J. Woudstra. Oudenhoorn: A. Tuk. Zwarteioaal: D. Hoftijzer Tzn. Nieuw Helvoet J. Nooteboom. Rockanje: Pi. Monster. Goedereede: Jac. v. d. Tol. Stellendam: N. J. van Dongen. Eiland Rozenburg: J. v. d. Vliet Cz., Zanddijk D 38. Middelharnis en Sommelsdijk: Bureau „Onze Eilanden". Zuidland: C. v. d. Werf. Spijkenisse: G. E. van Gent. Heenvliet: W. Hoepel Bz. Alle brievengaarders nemen advertentiën en abonnementen op dit blad aan. ;»0rich t door hetDeparteznen t Mid- |barnis-Soinmel8dykd9rMaatsch. Nut van 't Algemeen, verleent mier borgtocht voorschotten van, 5 tot t 500. aanvragen moeten geschieden tyj 1 secretaris-penningmeester C. SIPIDS. KADE, HIDDKLHARHIS Dp Donderdag 27 Februari 1919, Boorm. half 10 uur, te Dirksland 1 den Kerkring, van hooi, stroo rkaros, tuimelkarn, wielploeg, irkast, niest enz. ten verzoeke 1 den Meer Abr. Vreeswijk. Notaris Van der Sluijs. !Dp Donderdag 27 Februari 1919, oorm. II uur, te Dirksland aan 1 Vroonweg, op de werf bij den er D. Poortvliet, van 13 loop- keus. Notaris Van der Slujjs. i/ERKOOPING. 'p Yrydag 28 Februari 1919, d&9 10-12 uur en des nam.van af mr ten verzoeke en ttn woon- Mze van Mej. C. E. Teepe aan den stdijk te Middelharnis: OM CONTANT GELD. [dag: Donderdag 27 Febr. 1919, voorm. van 10—12 uur en des van 2—4 uur. Notaris VAN BUÜREN. lip Woensdag 5 Maart 1919 by ET en p Woensdag 12 Maart 1919 bij -LAG, telkens des avonds 7 uur iotel Spee te Sommelsdijk, van: 09 50 H.A. (7 gem. 192 roeden imelsdyksche Maat) vroon Bouw- I in den hoek van den Staver en Weg en den Proostweg te imelsdyk, kad. Sectie C. nrs. 78 510, zijnde 8 meeden in 8 per- :en rhuurd tot blootschoof 1919 voor I},— per jaar plus tiendrente san en C. Gouswaart te Sommels- Ten verzoeke van den Heer g. Slis te Middelharnis. Notaris VAN BUUREN. Iakkerij - Sommelsdijk. e openbare verkooping van het jn en Winkelhuis, waarin bak- j, te Sommelsdijk, ten verzoeke de Erven Mevr. A. E Bakker- vink te 's Gravenhage Notaris VAN BUUREN. Da Vlektyphus. Aan het verzoek der redactie van „Onze Eilanden" om enkel* opmerkingen aangaan de vlettyphus ten beste te geven, voldoe ik bierbij. De buitengemeen besmettelijke typhus exanthematicua of vlektyphusisgekenmerkt door een ongeveer twee weken durende hoog* koorts en door verschijnselen, die er op wijzen, dat de voornaamste organen, speciaal het ceutraalzenu wstelsel, zwaar aan getast zijn. De koorts begint plotseling en bereikt direct een groote hoogte. Van d«n aanvang af is ook het bewustzijn van den patiënt meestal gestoord, welke stoornis zich uit in versuft zijn (status typhosus). Niet zelden treden echter ook prikkelings ver schijnselen vaa den kant van hetcentraal- zenuwstelsel op in den vorm van deliria (ijlen.) Enkele dagen na het begin der ziekte vertoont zich een eigenaardig huiduitslag bestaande uit vlekjes, die JaDgzamerband weer verdwijnen. Bij gunstig verloopende gevallen eindigt de ziekte meestal weer plotseling, met een z.g. crisis; binnen een of twee dagen daalt dan ineens de tempe ratuur van groote hoogte (43° C. is waargeno men) tot 37° C. en vertoont de patiënt een betrekkelijk welbevinden. De groote zwakte blijft natuurlijk nog een tijd bestaan. Het lijkt mij onnoodig en ongewenscht nader op de verschijnselen dezer ziekte in te gaan. Wie daar meer over weten wil kan, indien zijn wensch tot weten niet alechtB uit zenuwachtige nieuwsgierigheid voort spruit, en hij zich eenige moeite getroosten wil, genoeg lectuur over dit onderwerp machtig worden. De bovenstaande korte en onvolledige beschrijving heb ik echter ge meend niet achterwege te moeten laten, daar ik haar voor het volgende van noode heb. Ten onrechte wordt, zooals onlangs in de Haagsche Post nog vermeld stond, aan Frascatorius, die een epidemie in Italië, welke van 1505—1508 duurde, beschreef, de eer toegekend het eerst deze ziekte als een zelfstandig ziektebeeld herkend en gepubli ceerd te hebben. Sommige Fransche onder zoekers beweren reeds by Hippocrates (onge veer 436 jaar vóór Christus) tekstplaatsen I gevonden te hebben, deze2iekte aanduidende. Zeker heeft de Fransche geneesheer Jacob de Partibus, die in 1463, (dus vóór 1605) stierf, reeds de ziekte beschreveD. In Duitsch- land geschiedde dit omstreeks denzelfden tijd door Agricola. De ziekte treedt meestal in epidemiön op, dus bij veel gevallen tegelijk. Er ziju echter ook op zichzeif-staande, sporadische gevallen bekQDd. In Berlijn b v. komen bijna steeds enkele gevallen van vlektyphus voorin Amsterdam gaat bijna ook nooit een jaar voorbij zonder een of meerdere gevallen. Meestal is het dan na te gaan, waar deze gevallen bun oorsprong vinden. En zoo zijn er enkele baarden van besmetting bekend geworden, waar van uit meestal door landverhuizers en dergelijken, zoo nu en dan de ziekte als het ware uitgezaaid wordt. Valt het zaad in goede aarde, met andere woorden zijn de omstandigheden voor uitbreiding der ziekte gunstig, dan kan zich uit het spora disch geval een epidemie ontwikkelen.Voor Europa is de meest belangrijke baard hot Westelijk deel van het Rusland van voor den oorlog. Enkele minder belangrijke haar den bevinden zich in Ierland, Bretagne, Mexico, Mandchoerije en de hellingen van het Rotsgebergte in Noord-Amerika. Deze laatste haard, door den Amerikaan Brill beschreven, zou als merkwaardigheid heb ben, dat de smetstof van een niet zeer kwaadaardig soort is, en de meeste gevallen door baar veroorzaakt een licht verloop hebben. Volgene dr. Aldersüoff behoort het niet tot de onmogelijkheden, dat hetbilandUrk ook een dergelijke baard met zwakke smet stof vormt. Het zou te ver voeren hier uit voerig op in te gaaD. Ik wil echter Diet nalaten te vermelden dat op dit eiland feuilleton. JOHANNA VAN VRIJENBAN. Oorspronkelijke Roman door JAN VAN GELDER (Nadruk verboden). „Jammer genoeg en misschien gelukkig. Stel je voor, Odysseus op een automobiel of Helena legen een mijlpaal oprijdende. Gelukkig dat ik dat niet behoef te beleven. Nu kan ik m(j althans wijsmaken, dat de oude tijd beter was". „Dat is toch maar een waanvoorstelling" waagde ik op te merken. ,Wat! Waanvoorstelling. Lees je Heraklitus"? „Helaas, ik versta niet voldoende Latijn De grijsaard lachte sarcastisch'. „O dat jongere geslacht. Zeker heb je het gym nasium afgeloopen „Ja, in Arnhem." „Doet er niets toe Zes jaren oude talen geleerd en je weet nog niet, dat Heraklitus geen Romein was. 't Is wel treurig. Neen jonkman, de wereld gaat achteruit. Maar laat ik daar niet over klagen. Hier is de „Dollenkamp", waar ik woon". Wy waren aan het eind van het bosch gekomen, ook het bouwland was reeds lang vervangen door weideen rietland. Het was donker geworden de sterren stonden aan den hemel, doch in den helderen zomernacht zag ik nog duidelijk een groot landhuis oprijzen. Hel was omgezen door meerdere malen epidemiën optraden, waar-1 van die 1892 en 1918 het meest bekend 2i)D, en dat in de tusschen-perioden geregeld ziekte gevallen voorkomen, die de verschijn selen Vbrtoonen van lichte vlektyphus. Of dit inderdaad vlektyphus gevallen zijn, was vroeger niet, doch is thans met groote waarschijnlijkheid wel uit te maken. Onze grootere kunde in het herkennen van vlek typhus is een vaD de weinige zaken, waar voor we den grooten wereldoorlog kunnen danken. De moderne wetenschap is indirect door hem rijker geworden twee waardevolle methoden van onderzoek bij vlektyphus- lijders, te weten, een bepaald soort bloedonder zoek (reactie van Weil Felix), betwelk in ons land meestal verricht wordtin het Centraal Laboratorium voor de Volksgezondheid te Utrecht, nadat door den behandelenden arts 1 enkele kubieke centimeters patientenbloed opgezonden zijn, èn het microscopisch on derzoek van een uit den huid gesneden vlekje (volgens Frankel). Wat den verwekker van de vlektyphus betreft verkeeren we nog totaal in het duis ter. Verschillende onderzoekers meenen de ziektekiem gevonden te hebben. De resul taten zijn echter verre van overeenstem mend, zoodat onzekerheid bier heerscht, in tegenstelling met wat bij buiktyphus of febris typhoidea bet geval is. Van de laatste ziekte, waarmee vlektyphus vaak verward wordt, is toch de ziektekiem wel bekend en wordt algemeen de bacil van Ebertb als de schuldige aangezien. Toch is, hoe vreemd het uit het voor gaande moge lijken, de oorzaaksleer dervlek- typhus den laatsten tijd met groote schreden vooruitgegaan, sinds door Nicolle en anderen ontdekt is, dat de besmetting bij vlektyphus in hoofdzaak plaats vindt door luizen en speciaal door kleerenluizen. Deze gezellige beestjes nemen door bloed- zuigen by een vlektyphuslyder de smetstof] in zich op. Gaan ze zich daarna vergasten aan het bloed van een gezonde, dan wordt een wondje in diens huid gemaakt en zoo doende de smetstof, welke zich aan snuit en in speeksel van den snoeper waarschijn lijk bevindt, geënt in het gezonde lichaam van den gastheer, met het gevolg, dat bij na zeker na ongeveer twee wekeD bij dezen de eerste verschijnselen van vlektyphus zich openbaren. Al moge dan ook, zooals sommige onder zoekers aannemen, de bovengenoemde ma nier van besmetting niet de eenige zyn, verreweg de meest belangrijke is ze zeker. Als bijkomstige wijzen van besmetting wor-1 den nog genoemd, die welke plaatsvinden door beet van hoofdluis, door beet van plat- of schaamluis, door beet van vloo en volgens enkelen ook door directe aanraking vaD lijder of van lijder afkomstige voorwerpen en door inademing van lucht, waarin fyne druppeltjes, door lijder uitgehoest, zweven. Bij het behandelen van vlektyphuslijders moeten we de grootst mogelijke voorzichtig heid in acht nemen en moeten onze maat regelen natuurlijk ook gericht zijn op het voorkomen van deze bijkomstige wyzen van besmettiDg. Over de behandeling van een vlektyphus- patiëDt kan ik bier kort zyn. Alle genees- heeren met ervaring op het gebied van typhusexantbematicus zijn het erovereeos dat eerste vereischteD voor dergelijke patiën ten zyn: goede ligging, goede verpleging, veel frissche lucht en veel licht. Sommigen gaan er zelfs toe over, om de patiënten, natuurlijk met bed en al, naar buiten te brengen, als de weersgesteldheid bet eeDiga- zins toelaat, nl. als de luchttemperatuur meer dan 120 C. bedraagt en er niet te veel wind is. Voor een weinig regen zorgt een een simpel afdak of zeil volgens hen vol doende. Zoo ver doorgevoerd is, Daar ik meen, de1 lucht- en lichtbehandeling in Holland nog nergens by deze zwaar zieken. Wel tracht I men zooveel mogelijk aan de bovengenoemde eischen te voldoen door luchtige, goed ver lichte en ruime verplegings-localiteit. I Verder kan er niet veel gedaan worden, behoudens dat *r by mogelijke complicaties ingegrepen wordt, dus b.v. by hartszwakte j moeten hartmiddslen gegeven wordenwordt de koorts te hoog dan leveren koele baden, een breedo gracht, waarover een rustieke brug lag. Het huis was verbazend uitgestrekt, doch telde slechts eeDe verdieping. Ik wilde geestig zijn en zeide: „De architect van dit huis was zeker bang voor aardbevingen." „Neen voor trappenkiimmen," repliceerde de ander. „Dit huis is een variant van een gewone boerenwoning, zooals men ze in deze streken veel ziet. Het is voor een Amsterdammer wat ongewoon, maar wij hebben hier grond en lucht in overvloed en behoeven ons niet te bekrimpen". Hij ging my voor bet huis in en riep om zijn knecht Gerril. Deze kwam echter niet te voor schijn en wij vonden hem in de woonkamer rustig 1 pijpje zitten rooken. .,Heb je mij niet gehoord, Gerril?" vroeg van Vloten. „Jawel, was het antwoord van den knecht, die eveu oud scheen als zyn meester, maar ik dacht dat wei hierkomen zou". „Goed, ik heb iemand opgevischt onderweg, die hier vannacht moet slapen. Daarvoor kan jij we) zorg dragen. Is Jan er nog? „Neen hij is voor een uur geleden weggegaan". „Dal is jammer, want anders kon hjj een flets naar den smid brengen. Nu zal het morgen moeten gebeuren Je.hebiimmersvacantie WiilemMeier?" Ik knikte toestemmend. „En zorg dan voor het avondeten, Gerrit. Dan zal ik onderwal zien, dat ik mijn jongen vriend hier aaDgenaam bezig houd. Kun je pianospelen1'? „Tot myn groote spijt" „Ja dat jongere geslacht. Maar 't komt nu nogal goed uit, want myn vleugel zal wel een duim onder het stof zitten. Kun je schaken? „O, ik ben een groot liefhebber," haastte ik mij hem te antwoorden, blyde, dat ik een nieuwe hatelijkheid ontgaan kon. „Mooi dat treft. Dan zal ik eens zien, of ik in de twintig jaren, dat mijn stukken stdan te ver teren, het ook verleerd ben". Hy ging nanr een groote kast, die vol boeken stond en haalde daaruit een schaakbord en een kistje met antieke schaakstukken. ,,'t Is wel ouderwetsch. Tegenwoordig schaakt zelfs het canaille met Stauntonstukken maar in den ouden Ijjd, jongeling, hadden wjj zulk werk. Zie dit kistje, uit een stuk worlelhoul gesneden. Ik veronderstel, dat de beeldhouwer er een heel stel beitels op heeft verwerkt. Dergelyke pronk stukken zijn tegenwoordig niet meer te koop. Ik sprak niet meer tegen, want ik begreep intuïtief, dat myn gastheer veel scherper van geest was dan ik zelf. Bovendien had hij op my het voordeel, dat ik hem totaal niet kon thuis brengen. Hjj scheen verbazend geleerd te zjjn. i11 de kast zag ik althans voor zoover het lamplicht het toeliet, een volledige Platoon staan, een wijs heid, diet mijn natuurkundige hersens verre te boven ging. Hy bewoog zich met gemak en élé- gance door het vertrek. Hij had hier niets van het buitenmanachtige, dat ik een oogenblik in hem had meenen op te roerkeD, integendeel, by was beschaafd puntig en zyn bewegingen waren vol meeaterschap. H ij haalde een karaf wyn voor [den dag en presenteerde mij: omslagen en afwaaschingen goed resultaat, etc. Een opmerking moet over de behandeling nog gemaakt worden. Nooit mag een vlek typhuslyder een oogenblik zonder toezicht zijn. Berucht by deze ziekte zyn toch de heftige prikkelingstoestanden. Zondereenig voorafgaand waarschuwingsteeken begint patient midden in zyn versuften toestand te ijlen, en nog meer, hij kan zoo opge wonden worden, dat hy tot aanvallende daden jegens zichzelf en anderen overgaat. Plotselinge zelfmoord door b.v. uit een raam te springen, is hierbij meerdere malen waar genomen. Zeer sceptisch staan de meeste Neder- landsche artsen, ook zij die vlektyphus ervaring hebben, tegenover de in de jongste publicaties aangeprezen inspuitingen met colloidaalzilver en diverse sera. Bij deze ziekte geldt in hooge mate het bekende gezegde: „het 13 beter te voorko men, dan te genezen." Onze energie, moet natuurlijk naast het helpen der vlektypbuslyderszelf, in de eerste plaats gericht zyn op het voorkomen der ziekte, met andere woorden we moeten in de eerste plaats zorged, dat er zich geen vlektyphusgevallen makkelijk kunnen voor- doeD, en zoo ze onverhoopt mochten voor komen, moeten we trachten de verspreiding der ziekte tegen te gaan. Hier staan we gelukkig niet machteloos en vooral de kennis van den rol, die de luis by de besmetting en verspreiding van den vlektyphus speelt, heeft dit gemaakt. De hedendaagsche vlek- typhus-bestry ding staat dan ook in het teeken der luizenbestrijding. Indien men een vijand wil aanvallen, dient men hem zoo goed mogelijk te ver kennen, dus tracht men zooveel mogelyk van hem aan de weet te komen, speciaal zijn zwakke en sterke zijden. De eersten om hem daar aan te vallen, de tweeden om zich daar tegen te hoeden. Dezen weg heeft men ook ingeslagen bij de bestrijding van kleeren luizen. Men heeft deze beestjes nauwkeurig bestudeerd, zoowel hun bouw, als hun doen en laten, als de manier waarop men hen „Kan ik je dienen, zoon van den nieuwen tyd, Bourgogne of Tokayer. Anderen wjjn heb ik op dit oogenblik niet by de hand" „Dank u, ik drink uit principe Op zyn gelaat verscheen weer de Satanische lach, die my reeds zoo gehinderd had Ik bevroedde by instinct dat myn geheelonthoudersbeginsel zijn spotzucht zou wekken. „Helaas, ik had dit vermoed. Beweer nu nog dat de tijden vooruitgaan. Onze jongelingschap drinkt geen wyn meer. Wat zal je dan gebruiken. Melk misschien"? ,,Dat is tenminste rayn gewone draok ,Ja, ja, juist als zuigelingen, katten en jonge hon den. Maar ik vereer het hoog iD je, dat jezoo'n groot respect hebt voor je geestesgaven. Laten we maar gaan schaken. Gerrit zal aanstonds wel melk brengen". Wy zetten ons aan tafel, ik mocht als gast hel eerst mei wit spelen en had het genoegen een solide Spaansche party van hem te winnen. Doch hy gunde my klaarblijkelijk dezen kleinen triomf Diet want hy sprak geringschattend: „Ook het schaken is tegenwoordig achteruit gegaan, In myn tyd speelde men het spel van Buy Lopez maar zelden. Wy lieten dit over aan doode geesten, die anders geen party konden wiDDen, Ikzelf, die vroeger een hartstochtelijk schaker was en o. a, mede oprichter was van „Discendo Discimus" in den Haag, heb in myn dagen nooit Spaansch gespeeld. Lot op jonge vriend, de beurt is aan mij- Ik h*b wit". I Hg schonk zich een nieuw glas wyn in ik vulde mynen melkbeker en zette de steenen recht. Ditmaal was ik minder gelukkig. Myn gastheer wikkelde my in do duistere varianten van het Muziogambiet en ik had na een twintigtal zetten bet spel verloren. Wy speelden dien avond vijf partyen, die ik op de eerste na alle verloor. Toen wy het avondmaal, dat zeer sober was, gebruikt badden, was ik blyde, dat ik naar bed kon gaan. Het duurde een goed uur, eer ik den slaap kon vatten. Het spel en de omgang met den ietwat zonderlingen van Vloten hadden my bovenmate opgewonden. Ik droomde dien nacht zeer onrustig en werd eerst laat in den morgen wakker. Toen ik opgestaan was, bemerkte ik nergens een waschkom of iets dergelijks. Mijn slaapkamer bleek mij een klein vertrek, waarvan ik bet doel niet gissen kon, tenzy bet dienen moest als logeer kamer, eene gedachte, waartoe de ruime bedstede waarin ik geslapen had, gereedelijk aanleiding gaf. Het meubilair bestond slechts uit een tafel en twee stoelen en eeüige zwarlkrytteekeniDgen die aan spijkers los tegen den muur bingen. Ik zag in, dat ik buiten om water zou moeten vragen en opende de deur. Daardoor kwam ik terecht in de kamer, waar wy den avond hadden door gebracht en waar myn gastheer thans aan een tafel zat te schryven. Ik wenschle hem goeden morgen. „Ah, ben je eindelijk wakker"? vroeg hy,,ja de jeugd houdt van slapen. Je zoekt zeker water hé? Ga even buiten onder de pomp en vraag Gerrit om zeep. Hij is in de keuken bezig". 1 Vervolgens ging hij door met zyn werk. wd; Job van Gulikjm.29j enElii ialis, jd. 27 j. te Rotterdam. Adriaanlje van Nimwegen, 67 i Jan Verwey; Teuntje Both, 74 i i Dimmes van der Waal. MELISSANT. Willempje d. v. M. Both en S. C.vs 'ais z. v. L. Gootjes eD B. II. OorbeeÏ! a z. v. W. Stolk en C. VermeuLj] raham z. v. Th. v. d. Spaan en N.y e. OOLTGENSPLAAT. Anthouia d. v. Magchiel Kortewe a '1 VeldPieter z. v. Marinus Ve; ria Troost. Cornells Gerardus van Gent, ou Hendrik van Genten Wilheloiij j -.tiaauseMarliena Koopman oud 82 Jan RobbeKornelïs Tuns, oud 79- ran Maria Lichthart. D AAN '1' HARINGVLIET. Machiel, oud drie dagen, z. v. Het chter en Hanna Catbarina Schaaf. iVOETSLUIS 1-14 Februari. D. E. OverkleeftBode, z„ L. f. Vielaard, z„ C. Tol—Breure, d i IsKraak, z. A. Laudheer, echtg. van J. Vet M. Klyu, echt. van N. F. Eekman «>0j 4NJE, 1G Jan,—15 Febr. 1919. Willempje Myna d. v. A. v. d. Blinl ders; Willem z. v.S. M. J. IleiDdijt I v. P. Bruggemao en A. v. d.Vchlf wd: J. Spruijt en M. Stolk; C. War i Ie Bruin. P, Timmersen en B. Hazelbag en J. v. d. Velde. Arnoud Kloos, echtg. vanJ. Stolt Dit blad verschijnt iederen ZATERDAGMORGEN. Prijs per kwartaal bij vooruitbetaling. f 0,75 Losse nummersf 0,07' ZATERDAG 1 MAART 1919 1E Jaargang. N°. 17 Advertentiën van 1—6 regelsf 0,90 Elke regel meerf 0,15 Bij contract aanzienlijk korting.

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1919 | | pagina 1