1-
Boel
'rovinciaal Pi
Lan<
V
M.DEG
voor
Electr
licht
Mijn
ONZE EILANDEN VAN ZATERDAG 7 DECEMBER 1918.
Land- en Tuinbouw.
Werkverschaffing aan
gedemobiliseerde militairen.
H et Bureau van het Koninklijk Ne de;
landsch Landbouw-Comité verzoekt u drin-
gend ernstige aandacht te willen wyden
aan het volgende.
De belangrijke gebeurtenissen, welke zoo
Da aan onze grenzen zyn voltrokken, zijn
Zondag jl. langs de wereldkabels en door
het luchtruim naar alle deelen van de wereld
Duitschland heeft de voorwaarden voor
een wapenstilstand aangenomen. Wij mogen
dus gerust aannemen, dat de vrede binnen
zeer korten tijd zal zijn gesloten. De gevol
gen van deze gebeurtenissen zijn van zoo'n
groote beteekenis, dat wij er de volle draag
wijdte nog niet van kunnen overzien. Hoe
het maatschappelijke in ons land zich ook
moge veranderen, dit staat vast, dat niets
aan de levensmiddelenvoorziening in den
weg mag worden gelegd.
De plicht, welke de boeren in 's lands
belang hebben te vervullen, is: door te gaan
met de bevordering van de productie en met
het afleveren van de voor de Nederlandsche
bevolking noodige levensmiddelen.
Men moet zich geen illusie maken, dat
de hoeveelheid graaD, welke noodig zal zijn
voor de voeding van mensch en dier on
middellijk uit het buitenland aangevuld zal
kunnen worden. Daarom is hel noodzakelijk,
dat de graanvoorraden, waarover wij in
eigen land de beschikking hebben, met den
xneesten spoed worden iDgeleverd.
Volgens het besluit van de Regeeriug zul
len van 14 tot 19 November 1918 ruim
100.000 militairen in de gelegenheid worden
gesteld om het leger te verlaten en hun
maatschappelyken arbeid weder op te vatten.
In den tijd van het jaar, waarin wij thans
zijn, brengt dit bezwaren mee. Waar de
Regeering echter vóór gaat om aan die be
zwaren zooveel mogelijk tegemoet te komen,
daar mag en moet verwacht worden van
de landbouworganisatie en van eiken land
bouwer individueel, dat al het mogelijke
gedaan zal worden om aan de terugkeerende
militairen onmiddellijk werk en daardoor
levensonderhoud te verschaffen.
Als er geen werk is moet er werk gemaakt
worden. Het afdorschen van graan kan zoo
veel mogelijk door handenarbeid geschieden,
het omleggen van grasland kan voor een
groot gedeelte door spitten worden ver
kregen.
Het mag niet ontkend worden, dat een
groot gedeelte van den boerenstand winst
gevende jaren achter den rug heeft en het
mag evenmin ontkend worden, dat deze
goede jaren een gevolg zijn van het strikt
handhaven van onze neutraliteit. Wij hebben
dit niet alleen.te danken aan onze Regee
ring maar ook aan de nauwgezette plichts
betrachting en aan het uithoudingsvermogen
van onze militairen.
Het is daarom een dure plicht van onze
landbouwers om alles te doen wat in hun
vermogen is om hen, die gedurende meer
dan vier jaren aan hunne gewone werkzaam
heden onttrokken waren, de plaats terug
te geveD, die zij voor het begin van de
crisis in de maatschappij innamen.
Het Bureau meent een dringend beroep
te moeten doen op alle landbouworganisa
ties in Nederland om met behulp vau hunne
afdeelingen en leden medewerking te willeD
verleenen. Daarvoor zal onverwijld hande
lend en raadgevend moeten worden opge
treden, niet alleen ten behoeve van de
gedemobiliseerden, doch ook ten bate van
het Nederlandsche Volk.
Het Bureau van het
Koninkl. Ned. Landbouw-Comité,
(w.g.) C. P. Zaaijer, Voorz.
(w.g.) H. Molhdijsek, Secret.
Bovenstaande brief door bet Hoofdbe
stuur der Hollandsche Maatschappij van
Landbouw een afschrift toegezonden van de
secretarissen der afdeelingen is zpker waard
in zeer wijden kring te worden gelezen.
Dus meen ik er goed aan te doen, hem door
middel van onze krant onder veler oogen
te brengen. Ik twijfel niet, of velen zullen
in dezen ook nog meer doen dan enkel van
Zeker, bij gaf den keizer gelijk. Men inoesl
aan die kuiperijen, aan dat dreigende gevaar
een einde maken, maar daarom was hij niet
blind voor al de verschrikkingen, welke de
oorlog zeker brengen zou. Pére Cigogne had
mooi praten en de dikke apotheker eveneens,
die behoefden niet mee te gaan en hun huid te
wagen.
Wat zou zijn moeder zeggen? Ze wist misschien
nog van niets, schoon een herberg wel de eerste
plaats was, waar de loopende geruchten werden
verteld.
Is u ook uil Koimar? vroeg eensklaps de
naast hem zittende, die het gesprek met zijn
buurman plotseling staakte.
Ik?zei Jacques, neen. ik ben niet uit Koimar.
Hoe komt u daar zoo bij?
Ik meende u er wel eens gezien Ie hebben.
-Dat is zeer goed mogelijk, want ik woon
er niet al te ver vandaan en kwam er dikwijls.
Hebt ge gehoord, dat er gisteren in 1' Aigle
d'or twee gevangen genomèn zijn?
De monnik lichtte het hoofd op en keek den
spreker aan, inaar hij sloeg hijua op 't zelfde
moment zijn oogen weer in T gebedenboek en
prevelde zacht voor zich heen het gebed, dat
hij zeker al lang uil hel hoofd inoest kennen,
Wat voor twee? vroeg Jacques.
Wel, spionnen natuurlijk. Die vindt men
nu overal. Oppassen is de boodschap Heel Koimar
is er vol van en ze zullen in Straatsburg ook
wel zijn.
't ls mogelijk.
den inhoud kennis te nemen. Niet waar,
wij voélen 't toch, hoe er hier gevraagd
wordt, een ietsje eigenbelar.g op te offeren
voor dat van 't algemeen. Dien kant moet
't uit. Al sedert lang had dit zoo moeten
z\jn. Wie weet, hoeveel narigheid dan voor
komen warel
Laat echter hetgeen achter ons ligt tot
leering strekken, tot leering van een iegelijk.
Dan zal zeker het beroep in bovenstaanden
brief van 't Koninklijk Nederlandsch LaDd-
bouw-Comité niet tevergeefs blijken te
z\jn gedaan en het algemeen belang ten zeerste
gebaat zijn bij het werken van deu enkeling.
Dat ieder s'n juicht doe!
6. v. d. M.
Wij zijn er nog niet!
Daar zijn veel boeren en niet alleen
boeren die meeuen, dat we nu wel haast
alle moeilijkheden (gevolgen van den oorlogs
toestand) te boven zullen zijn. En hoewel
ik altijd een optimistische le vensbeschouwing
verre verkies boven al wat naar pesimisme
zweemt, meen ik in dezen toch tegen te
veel luchthartigheid te moeten waarschuwen
Wij zijn er nog niet!
Laat ik U eens dit telegram voorlezen,
hetwelk door mij werd aangetroffen in de
bladen van 21 Nov. j.l.
„De Amerikaansche voedselregelaar heeft,
alvorens naar Europa te vertrekken de
volgende mededeeling verspreidDe toestand
van de leveusmiddelenvoorziening is op het
oogenblik buitengewoon ingewikkeld. VaD
362.000.000 menschen in Europa hebben
feitelijk alleen die in Zuid-Rusland, Dem
marken en Hongarije (die 40 millioen zielen
telleD) voldoende voedsel tot aan den volgen
den oogst. Zonder invoer heeft Amerika een
overschot van IS it 20 millioen ton voedsel
en men kan den toestand baas blijven als
dit vervoerd kan worden.
De moeilijkheid wordt vermeerderd door
dat ruim 200 millioen menschen by woelin
gen zijn betrokken. De boeren hebben er
opgehouden voor de markt te produceeien
en daardoor zijn de moeilijkheden voor de
steden toegenomen. Maatregelen om de ge
allieerden te proviandeeren zjjn reeds lang
genomen. De eerste zorg ipoet z\jn de blok
kade zooveel mogelijk te verlichter!, zoodat
de neutralen in Europa, die ook op kort
rantsoen zijn, in staat zullen zijn voor zich
zelf te zorgen."
Hebt ge 't wel verstaan geachte lezer.
Men zal trachten de neutralen in staat te
stellen voor zichzelf te zorgen.
En dan zijn we er nog niet. Dan zal
nog menig graslaDd in bouwland moeten
verkeeren.
Te bevoegder plaatse is mij verzekerd, dat
er in Zuid-Holland nog minstens 10.000 H.A.
groenland dient te worden zwart gemaakt.
Laten wij niet mopperen daarover en daar
tegen. Met mopperen schieten we niemendal
op. De hand moet aan den ploeg in
werkelyken zin wel te verstaan. Hier zoo
goed al3 elders in den lande. En liefst
zoo spoedig mogeiyk.
Voor hen, die zulks nog maar niet willen
inzien, kan 't nuttig zyn hier aan te halen,
wat door den heer De Clercq, de Directeur
van 'tProvinciaal Productiekantoorin Noord-
Holland werd gezegd tot degenen, die denken,
„dat we er wel zyn."
„Ondanks de bekendmaking in de Staats
courant, overgenomen door de dagbladen
van 15 Nov. jl." aldus de heer De Clercq
„verwachten velen nog, dat de Regeering
tenslotte de scheurwet niet zal uitvoeren,
of dat zy het aantal te scheuren H.A. nog
verder zal verruiuderen. Ja, er worden pro
testvergaderingen belegd en moties aange
nomen togen de uitvoering der scheurwet."
,Ik acht my verplicht er op te wijzen,
dat my nog heden is gebleken, dat de ver
antwoordelijke persoDen het scheuren van
de vastgestelde 58.000 H.A. grasland nog
steeds een noodzakelijkheid achten."
„Van de uitvoering der scheurwet kan
niet worden afgezien. Evenals alle thans
protesteerende landbouwers betreur ik deze
noodzaak. Doch slechts de Regeering kan
beoordeelen, hoe de vooruitzichten voor onze
voedselvoorziening in den eerstkomenden
tyd zyn, hoe de houding der Ententemogend-
heden is ten opzichte van aanvoeren hier
heen en wat dus onzerzyds gedaan moet
worden."
Ja, en wat het vreemdst is, ze werden
gisterenmiddag gevangen genomen en waren
gisterenavond al gevlucht.
Dat is heel sterk, zei Jacques, om tenminste
iets te antwoorden.
Was u gisteren niet in Koimar? zei de
vreemde weer, zich opeens omdraaiende en den
jongen man scherp aanziende.
Ik? Dat zou moeilijk gaan. Ik was gisteren
en heel wat weken daarvoor al in Straatsburg
en nérgens anders.
Ilm! U komt me toch verbazend bekend voor.
Jacqiies haalde de schouders op. keek voor
zich uit, recht in de hardblauwe oogen van den
monnik, die verlegen aan het koord frommelde
dat zjjn pjj gesloten hield.
Gedurende de verdere reis werd geen woord
meer gewisseld en de twee mannen naast hem
staakten zelfs hun onderling gesprek.
Voor de deur van 1' Aigle d' or hield men stil.
Monsieur Eckboff stond aan den ingang de
reizigers op te wachten.
Ilij reikte Jacques de baud en vroeg hem hoe
hij 't maakte.
Heel goed m'sieur EckhofF, totnogtoe ten
minste. Ik zou wel een cider lusten met ijskoud
water, als dal er is.
- Zeker is er dut, zei de hotelier en ging
zijn gasten voor naar de gelagkamer.
Een oogenblik later zat Jacques aan een tafeltje
stopte zijn pijp en dronk zijn cider. De monnik
volgde zjjn voorbeeld in den tegenovergestelden
hoek en de twee mannen, die naast hem gezeten
„Wy, als buitenstaanders, mogen daar
een meening over hebben, het blyft echter
by gissen en wy moeten tenslotte aanvaar
den, wat de RegeeriDg in 's lands belang
beslist."
„Ik zou daarom aan de protesteerende
vereenigingen en afzonderlijke landbouwers
wel in overweging willen geven, hun pogin
gen te stakeD, aangezien deze ons niet zullen
baten, doch wel tengevolge kunnen hebben,
dat ounoodig ontevredenheid wordt aange
kweekt en sommigen (zeer lot hun eigen
nadeel) zich blijven verzetten."
„De taak om een weinig populairen maat
regel uit te moeteu voeren, is toch al niet
pleizierig of gemakkelijk: men verzware die
niet onnoodig. Wy moeten ons allen in het
onvermijdelijke schikken en gezamenlijk
trachten de moeilijkheden te overwinnen."
Tot zóóver de heer De Clercq. Dat ook in
zijn betoog heel duidelijk naar voren ge
bracht wordt de gedachte, dat we er nog
niet zyn, dat moei, dunkt my, iedere lezer
met mij eens zyn!
Alzoo laten wij niet te optimistisch
zyn. Doch evenmin willen we blijven zitten
zuchten en treuren, niet waar. Wij pakken
maar weer aan. En zetten er deD ploeg
in, zoodra zulks maar eëuigszins mogelijk is.
Het „vele handen maken licht werk,"
geldt ook ongetwijfeld in dezen. Wanneer
ieder wat doet, zoo zullen we te zamen
heel gauw aan de 10.000 H.A. voor heel
Zuid-Holland komen.
En dan na den oogst 1919 dan
hopen we zal van lieverlee de loop der
zaken wel weer ietwat normaal gaan wor
den. G. v. d. M.
Het uitwendige van het Paard.
Bijzonder met betrekking op het
koudbloedpaard „Belgische type."
LEERGANG
gegeven gedurende njyne interneering in
het Kamp van Harderwijk. 1914-'15-'16-'17.
door
EMILE MATTON,
landbouwleeraar aan de Werkschool", oud
leerling der landbouwschool van Leuze, hengsleu-
houder tot Huisse-Lozer. Oost-Vlaandereu, België,
HOOFDSTUK I
Karaktereigenschappen van het koudbloed
paard „Belgische type."
Hieronder zullen wij eene korte beschrij
ving laten volgen over de karaktereigen
schappen van het Belgisch trekpaard, in den
zin zooals Pr. J. Leyder ze besproken heeft.
Om goed te laten zien, dat de bouw van
het Belgisch trekpaard, dezen der andere
rassen overtreft, behoort het eerst een be
knopte uitleg te geven over do algemeene
hoedanigheden van het paard, het beschou
wend als wedstrijd- handels- 6n trekpaard.
Elk paard, om goed te zijn, wat ook zyn
gebruik weze, moet de bovenlyn recht heb
ben met korte rug en lendenen, den hals
lang, de borst diep en ruim, de ledematen
goed gespierd en voorzien van breede, reine,
magere gewrichten, de standen en gangen
juist en de voeten onberispelijk van bouw
en vormen.
Te meer moet het trekpaard diep, breed,
groot en zwaar zijn, breed van borst achter
de ellebogen, kort, recht, breed van rug en
lendenen, het kruis matig schuin en breed,
de vormen goed evenredig en ineengedron
gen, zwaar en grof van beeudergestel, de
romp moet voorzien zijn van goed gewelfde
ribben, die diep nederdalen en zoo het paard
bij den grond brengen, zooals men zegt. Het
zijn juist deze verecnigde eigenschappen, die
by het Belgisch trekpaard zich in een vol
maakter mate bevinden dan by gelijk welk
ander trekpaardenras, welke zijne voortreffe
lijkheid in hooge mate doen uitkomen, en
waardoor on3 paard erkend is in gansch de
wereld. Dit zullen wij derhalve hierna in
eene omstandige en met proeven bygeleide
omschrijving bevestigen.
Een rappe oogslag op het geraamte laat
toe de bemerkenswaardige toepassing aan
te toonen vau het trekgestel en zal beter
dan gelijk wat ons Belgisch paard doen uit
komen als het beste geschikte zijnde voor
deze werkwijze.
hadden waren in druk gesprek met den loge
menthouder.
Eensklaps trad degeen, die hem in het rijtuig
aangesproken hud. op hem toe.
Ik hoor dut u een zoon is van madame
Delu, zei hij.
Als u mij gevraagd had wie ik was, had
ik u dat zelf ook kunnen zeggeD, antwoordde
Jacques min of meer onaangenaam gestemd door
de eigenaardige wyze van optreden van zijn
reisgenoot.
Neem me niet kwalijk, maaru leek
zoo sterk op een van de twee mannen, die
gisteren ontsnapt zyr dat ik u wezenlijk een
oogenblik voor hem heb aangezien.
Zeer vereerd lachte, Jacques, maar voor
spion heb ik geen bijzouderen aanleg. Ik beu
een goed patriot en hoop dat ook te blijven.
Wie is die monnik? fluisterde de ander.
Hij zat over ons in 't rijtuig, dat is al wat
ik van hem weet. Ik heb den man nooit van
tevoren gezien.
't Is een zeer gevaarlijke tijd, jongmensch
we moeten oogen en ooren de kost geven.
ik vertrouw dien snuiter niet.
Och wat, zei Jacques vroolijk ik "geloof dat
u overal spionnen ziet.
Inlusschen was de monnik opgestaan, betaalde
zyn vertering en vertrok.
Vertrouwt u dien snaak, m'sieur Eckboff?
Ik zie hem voor het eerst, zei de hotelier.
Die anderen gisteren maakten ook den
indruk niet spionnen te zijn!
Men zal dus wel willen bemerken, dat
schijn hier bedriegt, en dat het trekpaard de
te verplaatsen lasten achter hem niet trekt,
maar vooruitstuwt. Bij het ingespannen
paard is het inderdaad aan de schouders,
die het gareel dragen, dat de weerstand ge
plaatst is, welke het moet overwinnen door
zijne trekkingskracht.
Als nu het paard, gedragen door zijne ge-
wriebte ledematen, een last te verplaatsen
heeft, vastgehecht aan het gareel, dat tegen
de schouders rust, kan het voorbeen, even
zeer door zynen bouw als door zijnen staud
ten opzichte van den te verplaatsen last,
niet veel meer doen als de voorhand onder
steunen. Het achterbeen zich uitstrekkende
door de gedeeltelijke rechttrekking zyner
gewrichtshoeken, brengt aan zijne twee uit
einden eene drukking teweeg, evenredig aan
de ontplooide kracht zyner strekspiereiï. De
drukking, naar beneden vernietigd zijnde
door den weerstand van den grond, verplaatst
zich gansch de ontworpen kracht naar boven,
gaat van de heupgewrichten over naar de
wervelkolom en van deze naar den schouder,
aaDhechtingspunt vau den weerstand, om
er de vooruitstuwing voort te brengen.
't Is dus het achterledemaat, dat de groote
rol speelt in de voortbeweging, aan dewelke
zyn stand en zijne gewrichtshoeken het
buitendien bijzonder toeeigenen; want deze
laatste zyn zooals gespannen veren, waarvan
de ontspanning bepaald is door de aange
paste strekspieren. Deze spierbundels zyn
van een anderen kant bijzonder begunstigd
in hunne werking door de sterke hefboom-
armen, waarop zy werken.
Deze zyn: het dijbeen, door hetwelk de
spieren van het kruis de bil naar de heup,
die aan de romp gevestigd is, oprichten;
de knieschijf door dewelke de strekspieren
van het been, dit laatste op de bil oprichten
het hielbeen, op hetwelk de tweelingsspieren
van het been handelen voor de uitrekking
van den hoek vin het sprouggowricht.
Om den schouder te bereiken, toepassings-
punt van den te overwinnen weerstand,
moet de zoo voortgebrachte kracht zich du
vervolgen dooi de lendenon- en rugdeelen
van de wervelkolom, zooals men wel weet,
is de wervelkolom geen stijve beenderige
balk, maar zij is gevormd door talrijke naast
elkander geplaatste beenderige ringen, die
samengekleefd zyn door eeDe soort lijm
achtige veerkrachtige stof. Daaruit volgt,
dat zy eene zekere buigzaamheid bezit en
ten einde gunstig mede te kunnen werken
aan de trekkingskracht, moet zy stijf ge
houden worden in de lendenen en rug door
eene èigenschappelyke daad der spieren,
welke deze deelen bezitten.
Dit is eene zeer belangrijke opmerking,
ook moet de trekregel goed in het geheugen
geprent blijven, want 't is van daar, dat de
goede bouw van het trekpaard uitgaat,
bovendien zullen wy later wel de gelegen
heid vinden er op tejug te komen.
Nu gaan we over tot een verslag, dat
moet dienen tot het aantoonen en verdedigen
der hoedanigheden, die het Belgisch trek
paard kenmerken, als voorbeeldig trekpaard.
De hoogte en het gewicht.
De spieren zyn de eerst werkende oorzaak
der krachtvoortbrengingdikke korte spieren
zijn altyd beter dan magere en lange by
het trekpaard. Een zwaar trekpaard moet
minstens 1,60 M. hoog zijn.
Groote paarden mogeu wy echter niet met
hoogbeenige verwarren want deze laatste
kunnen onmogelijk dienen om het ras te
verbeteren, heïgene de praktijk meermalen
bewezen heeft. By groote paarden daaren
tegen, by wie massa en gewicht in goede
verhouding staau 'tot hunne hoogte, en, die
dus ook diep zijn, is juist de grootte eene
kostbare eigenschap, daar het een teeken is
van kracht, en kracht is een der eerste
ei3cben die men aan een trekpaard mag
stelleD.
Gewicht is voor het trekken van zware
lasten hoogst noodzakelijk, het speelt daarbij
dezelfde rol als het vliegwiel bij do stoom
motor. Het groote gewicht van het trekpaard
moet te danken zijn aan zware, sterke
beenderen en aan krachtige spieren over
het geraamte, daar dit de eerste en bijzon
derste krachtvoortbrengingsdeelen zyn. Het
mag niet veroorzaakt zyn door een overmaat
van vet en men diene er goed op te letten
In T gebeel niet en allerminst hel jonge
meisje, dut zy bij zich hadden.
Wat? riep Jacques uit, een jong meisje?
Kijk die snuiter eens vuur vatten! lachte
m'sieur EckliofT. En Jacques op den schouder
kloppende, ging hij voort: In de eerste plaats
is dat niets voor jou vriendlief, want liet is een
heel fijn poppetje en bovendien een Duilsche,
waar je, hoop ik, zooals de zaken nu staan, toch
zeker uiets voor voelen zou. Bovendien meende
ik dat Anette en jy
Was ze bleek? Had ze zwart haar? Was
ze vroolyk of stond haar 't huilen nader dan
het lachen Heeft ze geen woord gesproken
•oeg de jonkman, zonder op de plagerij in te
gaan.
Crc uoin, men zou zeggen, dat hij haar
kent... En vanwaar dan? De twee uuderen
schoven wal dichterbij, bevreesd dat zij een
woord zouden missen.
Ik heb baar ééns gezien in Straatsburg
bekende Jacques. Ze was toen in gezelschap van
een stomme en logeerde hij pére Cigogne. van
waar zij ontvluchtte door uit een raam te springen.
Ze schijnt liet dus in dat gezelschap niet
al te prettig te vinden, merkte een van zijD
medereizigers op.
Blijkbaar niet, zei de hotelier.
En toen die spionnen werden ingerekend,
wat is er toen met het meisje geschied?
Die is meegegaan natqurlyk en ook mee
ontvlucht. Of een spion een man of een vrouw
is, daar wordt in dezen tijd niet zoozeer op gelet.
by de beoordeeling, dit punt zullen wy verdeiyher cliönten, aangezi
grondiger behandelen en de nadeelige geyn zaken steeds ten g
volgeD doen kennen, die vetmesting heefiegenstelling tot ieman
op de goede ontwikkeling der jonge paardeitMikjes aan de hand h
en hoe het de slytage in de hand werkt byi
ouderen.
Daar h6t spierstelsel, alle overige organen per slot van rekenin
aan gewicht overtreft, is het te begrijpen^
dat een groot gewicht een zeker teeken is
van de groote ontwikkeling van dit orgaj q cliënten tal zien verv
nisme.
Een goed trekpaard van 1,60 M. hoogte
en 2,20 M. borstomloop weegt daaromtrent
S00 Kgr. 6D beantwoordt ten dien opzichte
aan hetgeen men van een goed trekpaard
mag eischen. Zulke cijfers passen zich toe
op den belgischen hengst voor gemiddelde
gestalte.
Wordt vervolgd.)
Onze financieele zelfkant.
EEN NUTTIGE LES.
Dezer dagen hadden wy een zeer aange
naam en tegelykertijd belangwekkendonder
houd op ons kantoor, zoo belangwekkend,
dat wy niet kunnen nalaten, een en ander
eens voor onze lezers op te teekenen.
In den loop dezer week. dan, kwam by
ons een provinciaal, by bad jaren lang in
een klein provinciestadje gewoond en was
nu verhuisd naar de stad. Hy kwam binnen
en Da de voorstelling etc. begon by te ver
tellen, hoe hy in de stad reeds eenigen tyd
had gezocht, naar een klein, goed kantoor
voor zyn eftectenzaken, er waren wel genoeg
groote banken, maar dat vond hij niet zoo
prettig, daar voelde hij zich niet zoo thuis
Opdat U weet, wat U aan mij heeft, zoo
ging hij voort, wil ik U zoo'n klein beetje
myn lotgevallen op financieel gebied mede
lieelen. Die kwamen in het kort hierop neer.
Hij was fabrikant en grossier geweest, jaren
lang en had daar geen kwade zakeu mee
gemaakt. Steeds had hij zoo in het klein,
wel eens gegokt en ook wat beleggings
stukjes aaDgoschaft. Een jaar of wat geledeD.
toen hjj op bet punt stond zyn zaken over
te doen, ging hij eens by zijn bankier, een
jaren gevestigde, goed ter naam en faam
bekend slaande firma, zooals wy later hoor
den, eens praten op welke wijze hy zyn
kapitaal dan het beste zou kunnen beleggen.
Die raadsman was juist bezig een groote
fabriek op te richten, ziin zoon zou de zakeu
drijven, was voor dat doel' reeds enkele
maanden op reis om andere, soortgelijke
bedrijven in werking te zien, en gaf hy mij
de raad, een gedeelte van zyn geld, daarin
te beleggen. De gegevens door hem verstrekt,
waren zeer positief en duidelijk.Maar, heeren,
zoo ging hy verder, U weet hoe het in der
gelijke zaken zoo dikwyls gaat., een profeet
is niet in eigen land geëerd. Het stoDd my
wel aan, maar besluiten kon ik niet. Enfin,
om kort te zyn, ik giDg naar een vriend
van my, deze had een kantoor van vaste
goederen, assurantiën etc., zoo'n soort van
manusje van alles, sinds eenigen tyd voerde
deze vriend ook effectenorders voor kennis
sen uit; met hem besprak ik eveneens én
de op te richten fabriek én de belegging
mijner vrijkomende gelden. Onmiddellijk
vatte hy vuur, die fabriek werd op alle
mogelijke wyzen afgekamd en de bankier
er bti. Spoedig had hij mij zoo overtuigd,
dat ik hem opdracht gaf myn geld te be
leggen. En, vroegen wjj, een'gs/.ins nieuws
gierig, hoe heeft de man dat er afgebracht?
Het autwoord was, zooals wij dit vorwacht-
Mynheer, het kon niet slechter. Het
grootste gedeelte bestond uit Buitenlandscbe
waardeD, van de meestcn trek ik reeds lang
geen route meer, myn kapitaal van circa
"150,000.— is tot op een dorde verminderd.
En, vroegen wy toen, de bewuste fabriek,
hoe is het daaimede gegaan? Die ging van
het begin af, hoewel de oprichter door het
wantrouwen van menschen zooals ik, veel
moeilijkheden had te overwinnen, goed, heel
goedmaar dat zult U beter weten, de
koersen hebben de 200 overschreden.en de
gemiddelde renteopbrengst is meer als 10°/0
per jaar.
Langzamerhand heb ik leeren iDzien het
verschil tusschen een bankier van standing,
die van zyn vak werkelijk zijn beroep maakt,
en die zooveel mogelijk werkt ten voordeele
it van rekening ook ij
probeert.
dupe van de onbe
viseur. De U genoe
iend, de huisjesmelk
emd, zijn allen die
af gekoiyen als ik
Wij hadden oprecht
die, omdat hij z
inderen, zijn woonp
aar verheelden hem
oot gedeelte eigeu st
n hem onder net o
et naar een kruiden
es te laten trekken
aker om zich een p:
et effecten vak vereis
s en veel studie en
jrgeten.
Wat wy voor den
iet rentegevende, v
)or verkoop in aanm
ij voor hem verkoi
>ede, serieuse, binnen
en teruggenomen. In
aas op flinke rente,
edeelte daarvan teri
30 gemakkelijk niet:
u is, mag hij niets
VRAGI
(Iedereen heeft b
jet). Op het adres
Onze Eilanden" te X
echterbovenhook, „Zf
orgt dan, dat de ba
ereiken.)
C. te S. schrijft ons,
H.H. Hand
e bekomen. Te l
lergstraat te Ar
Inlichtingen
n Uwe Gemeenlj
Bestellingen
wacht bij het Pi'.
3arel van Bylani
Toch wil ik weten wat er van haar geworden
is, zei Jacques. Ik ga itndelyk op onderzoek uit.
M'sieur EckholT haulde de schouders op.
't Zal hopeloos werk wezen. Men heelt
reeds alles afgezocht, dat bcgryp je.
Maar als de eigenaar van 1'Aigle d'or meende
dat de jonge man zich hierdoor uit het veld
zou laten slaan, kende hjj hem niet. Hjj betaalde
zjjn vertering eu vertrok.
Waar nu heeu? Vroeg hy zichzelf al, (oen
hij buitouslond in de brandende zod. Wel ja
inr de gevangenis!
Hjj werd door den heumbte niet al te vrien
delijk ontvangen, toen hij het doel van zyn komst
verteld had.
Waarom wou je dat welen, vriend?
Omdat 'k onderstel, dat hier eeu misdaad
gepleegd wordt tegenover het jonge meisje, dat
die kerels bij zich hebben.
Och kom, een meid, die in zulk gezelschap
verkeert, is geen haar beter dan de andereu.
Je maakt mij niet wys, dat daar niet wat anders
achter steekt. Hoe ken je die lui?
En weer moest Jacques zyn geschiedenis ver
tellen, zonder dat' hem dit iets nader by zijn
doel bracht.
Nu wij weten hier niet waar dat tuig ge
bleven is. Als wij 't wisteD, zouden we ze wel
terug halen.
Wordt vervolgd.;
Effecten-, Ka*
Telco
BEZORGEN de
Buitenlandsche B!-
KOOPEN en V<
noten.
SLUITEN Prolc?
NEMEN gelden
INCASSEERINt
BEZORGEN ge
Gebouweu.
CORRESPOND!
theekbanken.
AGENTSCHAP
,de Salamander"
en Roerende Goej
SLUITEN Ver?i
Bankbiljetten en
SLUITEN vers
Kon
GRONINGE
- VRIESC
zal U vrijware
delyk. ZindeU
streepig, rood
te geven. Get
Nergens ver
W. KEL