1- Boel 'rovinciaal Pi Lan< V M.DEG voor Electr licht Mijn ONZE EILANDEN VAN ZATERDAG 7 DECEMBER 1918. Land- en Tuinbouw. Werkverschaffing aan gedemobiliseerde militairen. H et Bureau van het Koninklijk Ne de; landsch Landbouw-Comité verzoekt u drin- gend ernstige aandacht te willen wyden aan het volgende. De belangrijke gebeurtenissen, welke zoo Da aan onze grenzen zyn voltrokken, zijn Zondag jl. langs de wereldkabels en door het luchtruim naar alle deelen van de wereld Duitschland heeft de voorwaarden voor een wapenstilstand aangenomen. Wij mogen dus gerust aannemen, dat de vrede binnen zeer korten tijd zal zijn gesloten. De gevol gen van deze gebeurtenissen zijn van zoo'n groote beteekenis, dat wij er de volle draag wijdte nog niet van kunnen overzien. Hoe het maatschappelijke in ons land zich ook moge veranderen, dit staat vast, dat niets aan de levensmiddelenvoorziening in den weg mag worden gelegd. De plicht, welke de boeren in 's lands belang hebben te vervullen, is: door te gaan met de bevordering van de productie en met het afleveren van de voor de Nederlandsche bevolking noodige levensmiddelen. Men moet zich geen illusie maken, dat de hoeveelheid graaD, welke noodig zal zijn voor de voeding van mensch en dier on middellijk uit het buitenland aangevuld zal kunnen worden. Daarom is hel noodzakelijk, dat de graanvoorraden, waarover wij in eigen land de beschikking hebben, met den xneesten spoed worden iDgeleverd. Volgens het besluit van de Regeeriug zul len van 14 tot 19 November 1918 ruim 100.000 militairen in de gelegenheid worden gesteld om het leger te verlaten en hun maatschappelyken arbeid weder op te vatten. In den tijd van het jaar, waarin wij thans zijn, brengt dit bezwaren mee. Waar de Regeering echter vóór gaat om aan die be zwaren zooveel mogelijk tegemoet te komen, daar mag en moet verwacht worden van de landbouworganisatie en van eiken land bouwer individueel, dat al het mogelijke gedaan zal worden om aan de terugkeerende militairen onmiddellijk werk en daardoor levensonderhoud te verschaffen. Als er geen werk is moet er werk gemaakt worden. Het afdorschen van graan kan zoo veel mogelijk door handenarbeid geschieden, het omleggen van grasland kan voor een groot gedeelte door spitten worden ver kregen. Het mag niet ontkend worden, dat een groot gedeelte van den boerenstand winst gevende jaren achter den rug heeft en het mag evenmin ontkend worden, dat deze goede jaren een gevolg zijn van het strikt handhaven van onze neutraliteit. Wij hebben dit niet alleen.te danken aan onze Regee ring maar ook aan de nauwgezette plichts betrachting en aan het uithoudingsvermogen van onze militairen. Het is daarom een dure plicht van onze landbouwers om alles te doen wat in hun vermogen is om hen, die gedurende meer dan vier jaren aan hunne gewone werkzaam heden onttrokken waren, de plaats terug te geveD, die zij voor het begin van de crisis in de maatschappij innamen. Het Bureau meent een dringend beroep te moeten doen op alle landbouworganisa ties in Nederland om met behulp vau hunne afdeelingen en leden medewerking te willeD verleenen. Daarvoor zal onverwijld hande lend en raadgevend moeten worden opge treden, niet alleen ten behoeve van de gedemobiliseerden, doch ook ten bate van het Nederlandsche Volk. Het Bureau van het Koninkl. Ned. Landbouw-Comité, (w.g.) C. P. Zaaijer, Voorz. (w.g.) H. Molhdijsek, Secret. Bovenstaande brief door bet Hoofdbe stuur der Hollandsche Maatschappij van Landbouw een afschrift toegezonden van de secretarissen der afdeelingen is zpker waard in zeer wijden kring te worden gelezen. Dus meen ik er goed aan te doen, hem door middel van onze krant onder veler oogen te brengen. Ik twijfel niet, of velen zullen in dezen ook nog meer doen dan enkel van Zeker, bij gaf den keizer gelijk. Men inoesl aan die kuiperijen, aan dat dreigende gevaar een einde maken, maar daarom was hij niet blind voor al de verschrikkingen, welke de oorlog zeker brengen zou. Pére Cigogne had mooi praten en de dikke apotheker eveneens, die behoefden niet mee te gaan en hun huid te wagen. Wat zou zijn moeder zeggen? Ze wist misschien nog van niets, schoon een herberg wel de eerste plaats was, waar de loopende geruchten werden verteld. Is u ook uil Koimar? vroeg eensklaps de naast hem zittende, die het gesprek met zijn buurman plotseling staakte. Ik?zei Jacques, neen. ik ben niet uit Koimar. Hoe komt u daar zoo bij? Ik meende u er wel eens gezien Ie hebben. -Dat is zeer goed mogelijk, want ik woon er niet al te ver vandaan en kwam er dikwijls. Hebt ge gehoord, dat er gisteren in 1' Aigle d'or twee gevangen genomèn zijn? De monnik lichtte het hoofd op en keek den spreker aan, inaar hij sloeg hijua op 't zelfde moment zijn oogen weer in T gebedenboek en prevelde zacht voor zich heen het gebed, dat hij zeker al lang uil hel hoofd inoest kennen, Wat voor twee? vroeg Jacques. Wel, spionnen natuurlijk. Die vindt men nu overal. Oppassen is de boodschap Heel Koimar is er vol van en ze zullen in Straatsburg ook wel zijn. 't ls mogelijk. den inhoud kennis te nemen. Niet waar, wij voélen 't toch, hoe er hier gevraagd wordt, een ietsje eigenbelar.g op te offeren voor dat van 't algemeen. Dien kant moet 't uit. Al sedert lang had dit zoo moeten z\jn. Wie weet, hoeveel narigheid dan voor komen warel Laat echter hetgeen achter ons ligt tot leering strekken, tot leering van een iegelijk. Dan zal zeker het beroep in bovenstaanden brief van 't Koninklijk Nederlandsch LaDd- bouw-Comité niet tevergeefs blijken te z\jn gedaan en het algemeen belang ten zeerste gebaat zijn bij het werken van deu enkeling. Dat ieder s'n juicht doe! 6. v. d. M. Wij zijn er nog niet! Daar zijn veel boeren en niet alleen boeren die meeuen, dat we nu wel haast alle moeilijkheden (gevolgen van den oorlogs toestand) te boven zullen zijn. En hoewel ik altijd een optimistische le vensbeschouwing verre verkies boven al wat naar pesimisme zweemt, meen ik in dezen toch tegen te veel luchthartigheid te moeten waarschuwen Wij zijn er nog niet! Laat ik U eens dit telegram voorlezen, hetwelk door mij werd aangetroffen in de bladen van 21 Nov. j.l. „De Amerikaansche voedselregelaar heeft, alvorens naar Europa te vertrekken de volgende mededeeling verspreidDe toestand van de leveusmiddelenvoorziening is op het oogenblik buitengewoon ingewikkeld. VaD 362.000.000 menschen in Europa hebben feitelijk alleen die in Zuid-Rusland, Dem marken en Hongarije (die 40 millioen zielen telleD) voldoende voedsel tot aan den volgen den oogst. Zonder invoer heeft Amerika een overschot van IS it 20 millioen ton voedsel en men kan den toestand baas blijven als dit vervoerd kan worden. De moeilijkheid wordt vermeerderd door dat ruim 200 millioen menschen by woelin gen zijn betrokken. De boeren hebben er opgehouden voor de markt te produceeien en daardoor zijn de moeilijkheden voor de steden toegenomen. Maatregelen om de ge allieerden te proviandeeren zjjn reeds lang genomen. De eerste zorg ipoet z\jn de blok kade zooveel mogelijk te verlichter!, zoodat de neutralen in Europa, die ook op kort rantsoen zijn, in staat zullen zijn voor zich zelf te zorgen." Hebt ge 't wel verstaan geachte lezer. Men zal trachten de neutralen in staat te stellen voor zichzelf te zorgen. En dan zijn we er nog niet. Dan zal nog menig graslaDd in bouwland moeten verkeeren. Te bevoegder plaatse is mij verzekerd, dat er in Zuid-Holland nog minstens 10.000 H.A. groenland dient te worden zwart gemaakt. Laten wij niet mopperen daarover en daar tegen. Met mopperen schieten we niemendal op. De hand moet aan den ploeg in werkelyken zin wel te verstaan. Hier zoo goed al3 elders in den lande. En liefst zoo spoedig mogeiyk. Voor hen, die zulks nog maar niet willen inzien, kan 't nuttig zyn hier aan te halen, wat door den heer De Clercq, de Directeur van 'tProvinciaal Productiekantoorin Noord- Holland werd gezegd tot degenen, die denken, „dat we er wel zyn." „Ondanks de bekendmaking in de Staats courant, overgenomen door de dagbladen van 15 Nov. jl." aldus de heer De Clercq „verwachten velen nog, dat de Regeering tenslotte de scheurwet niet zal uitvoeren, of dat zy het aantal te scheuren H.A. nog verder zal verruiuderen. Ja, er worden pro testvergaderingen belegd en moties aange nomen togen de uitvoering der scheurwet." ,Ik acht my verplicht er op te wijzen, dat my nog heden is gebleken, dat de ver antwoordelijke persoDen het scheuren van de vastgestelde 58.000 H.A. grasland nog steeds een noodzakelijkheid achten." „Van de uitvoering der scheurwet kan niet worden afgezien. Evenals alle thans protesteerende landbouwers betreur ik deze noodzaak. Doch slechts de Regeering kan beoordeelen, hoe de vooruitzichten voor onze voedselvoorziening in den eerstkomenden tyd zyn, hoe de houding der Ententemogend- heden is ten opzichte van aanvoeren hier heen en wat dus onzerzyds gedaan moet worden." Ja, en wat het vreemdst is, ze werden gisterenmiddag gevangen genomen en waren gisterenavond al gevlucht. Dat is heel sterk, zei Jacques, om tenminste iets te antwoorden. Was u gisteren niet in Koimar? zei de vreemde weer, zich opeens omdraaiende en den jongen man scherp aanziende. Ik? Dat zou moeilijk gaan. Ik was gisteren en heel wat weken daarvoor al in Straatsburg en nérgens anders. Ilm! U komt me toch verbazend bekend voor. Jacqiies haalde de schouders op. keek voor zich uit, recht in de hardblauwe oogen van den monnik, die verlegen aan het koord frommelde dat zjjn pjj gesloten hield. Gedurende de verdere reis werd geen woord meer gewisseld en de twee mannen naast hem staakten zelfs hun onderling gesprek. Voor de deur van 1' Aigle d' or hield men stil. Monsieur Eckboff stond aan den ingang de reizigers op te wachten. Ilij reikte Jacques de baud en vroeg hem hoe hij 't maakte. Heel goed m'sieur EckhofF, totnogtoe ten minste. Ik zou wel een cider lusten met ijskoud water, als dal er is. - Zeker is er dut, zei de hotelier en ging zijn gasten voor naar de gelagkamer. Een oogenblik later zat Jacques aan een tafeltje stopte zijn pijp en dronk zijn cider. De monnik volgde zjjn voorbeeld in den tegenovergestelden hoek en de twee mannen, die naast hem gezeten „Wy, als buitenstaanders, mogen daar een meening over hebben, het blyft echter by gissen en wy moeten tenslotte aanvaar den, wat de RegeeriDg in 's lands belang beslist." „Ik zou daarom aan de protesteerende vereenigingen en afzonderlijke landbouwers wel in overweging willen geven, hun pogin gen te stakeD, aangezien deze ons niet zullen baten, doch wel tengevolge kunnen hebben, dat ounoodig ontevredenheid wordt aange kweekt en sommigen (zeer lot hun eigen nadeel) zich blijven verzetten." „De taak om een weinig populairen maat regel uit te moeteu voeren, is toch al niet pleizierig of gemakkelijk: men verzware die niet onnoodig. Wy moeten ons allen in het onvermijdelijke schikken en gezamenlijk trachten de moeilijkheden te overwinnen." Tot zóóver de heer De Clercq. Dat ook in zijn betoog heel duidelijk naar voren ge bracht wordt de gedachte, dat we er nog niet zyn, dat moei, dunkt my, iedere lezer met mij eens zyn! Alzoo laten wij niet te optimistisch zyn. Doch evenmin willen we blijven zitten zuchten en treuren, niet waar. Wij pakken maar weer aan. En zetten er deD ploeg in, zoodra zulks maar eëuigszins mogelijk is. Het „vele handen maken licht werk," geldt ook ongetwijfeld in dezen. Wanneer ieder wat doet, zoo zullen we te zamen heel gauw aan de 10.000 H.A. voor heel Zuid-Holland komen. En dan na den oogst 1919 dan hopen we zal van lieverlee de loop der zaken wel weer ietwat normaal gaan wor den. G. v. d. M. Het uitwendige van het Paard. Bijzonder met betrekking op het koudbloedpaard „Belgische type." LEERGANG gegeven gedurende njyne interneering in het Kamp van Harderwijk. 1914-'15-'16-'17. door EMILE MATTON, landbouwleeraar aan de Werkschool", oud leerling der landbouwschool van Leuze, hengsleu- houder tot Huisse-Lozer. Oost-Vlaandereu, België, HOOFDSTUK I Karaktereigenschappen van het koudbloed paard „Belgische type." Hieronder zullen wij eene korte beschrij ving laten volgen over de karaktereigen schappen van het Belgisch trekpaard, in den zin zooals Pr. J. Leyder ze besproken heeft. Om goed te laten zien, dat de bouw van het Belgisch trekpaard, dezen der andere rassen overtreft, behoort het eerst een be knopte uitleg te geven over do algemeene hoedanigheden van het paard, het beschou wend als wedstrijd- handels- 6n trekpaard. Elk paard, om goed te zijn, wat ook zyn gebruik weze, moet de bovenlyn recht heb ben met korte rug en lendenen, den hals lang, de borst diep en ruim, de ledematen goed gespierd en voorzien van breede, reine, magere gewrichten, de standen en gangen juist en de voeten onberispelijk van bouw en vormen. Te meer moet het trekpaard diep, breed, groot en zwaar zijn, breed van borst achter de ellebogen, kort, recht, breed van rug en lendenen, het kruis matig schuin en breed, de vormen goed evenredig en ineengedron gen, zwaar en grof van beeudergestel, de romp moet voorzien zijn van goed gewelfde ribben, die diep nederdalen en zoo het paard bij den grond brengen, zooals men zegt. Het zijn juist deze verecnigde eigenschappen, die by het Belgisch trekpaard zich in een vol maakter mate bevinden dan by gelijk welk ander trekpaardenras, welke zijne voortreffe lijkheid in hooge mate doen uitkomen, en waardoor on3 paard erkend is in gansch de wereld. Dit zullen wij derhalve hierna in eene omstandige en met proeven bygeleide omschrijving bevestigen. Een rappe oogslag op het geraamte laat toe de bemerkenswaardige toepassing aan te toonen vau het trekgestel en zal beter dan gelijk wat ons Belgisch paard doen uit komen als het beste geschikte zijnde voor deze werkwijze. hadden waren in druk gesprek met den loge menthouder. Eensklaps trad degeen, die hem in het rijtuig aangesproken hud. op hem toe. Ik hoor dut u een zoon is van madame Delu, zei hij. Als u mij gevraagd had wie ik was, had ik u dat zelf ook kunnen zeggeD, antwoordde Jacques min of meer onaangenaam gestemd door de eigenaardige wyze van optreden van zijn reisgenoot. Neem me niet kwalijk, maaru leek zoo sterk op een van de twee mannen, die gisteren ontsnapt zyr dat ik u wezenlijk een oogenblik voor hem heb aangezien. Zeer vereerd lachte, Jacques, maar voor spion heb ik geen bijzouderen aanleg. Ik beu een goed patriot en hoop dat ook te blijven. Wie is die monnik? fluisterde de ander. Hij zat over ons in 't rijtuig, dat is al wat ik van hem weet. Ik heb den man nooit van tevoren gezien. 't Is een zeer gevaarlijke tijd, jongmensch we moeten oogen en ooren de kost geven. ik vertrouw dien snuiter niet. Och wat, zei Jacques vroolijk ik "geloof dat u overal spionnen ziet. Inlusschen was de monnik opgestaan, betaalde zyn vertering en vertrok. Vertrouwt u dien snaak, m'sieur Eckboff? Ik zie hem voor het eerst, zei de hotelier. Die anderen gisteren maakten ook den indruk niet spionnen te zijn! Men zal dus wel willen bemerken, dat schijn hier bedriegt, en dat het trekpaard de te verplaatsen lasten achter hem niet trekt, maar vooruitstuwt. Bij het ingespannen paard is het inderdaad aan de schouders, die het gareel dragen, dat de weerstand ge plaatst is, welke het moet overwinnen door zijne trekkingskracht. Als nu het paard, gedragen door zijne ge- wriebte ledematen, een last te verplaatsen heeft, vastgehecht aan het gareel, dat tegen de schouders rust, kan het voorbeen, even zeer door zynen bouw als door zijnen staud ten opzichte van den te verplaatsen last, niet veel meer doen als de voorhand onder steunen. Het achterbeen zich uitstrekkende door de gedeeltelijke rechttrekking zyner gewrichtshoeken, brengt aan zijne twee uit einden eene drukking teweeg, evenredig aan de ontplooide kracht zyner strekspiereiï. De drukking, naar beneden vernietigd zijnde door den weerstand van den grond, verplaatst zich gansch de ontworpen kracht naar boven, gaat van de heupgewrichten over naar de wervelkolom en van deze naar den schouder, aaDhechtingspunt vau den weerstand, om er de vooruitstuwing voort te brengen. 't Is dus het achterledemaat, dat de groote rol speelt in de voortbeweging, aan dewelke zyn stand en zijne gewrichtshoeken het buitendien bijzonder toeeigenen; want deze laatste zyn zooals gespannen veren, waarvan de ontspanning bepaald is door de aange paste strekspieren. Deze spierbundels zyn van een anderen kant bijzonder begunstigd in hunne werking door de sterke hefboom- armen, waarop zy werken. Deze zyn: het dijbeen, door hetwelk de spieren van het kruis de bil naar de heup, die aan de romp gevestigd is, oprichten; de knieschijf door dewelke de strekspieren van het been, dit laatste op de bil oprichten het hielbeen, op hetwelk de tweelingsspieren van het been handelen voor de uitrekking van den hoek vin het sprouggowricht. Om den schouder te bereiken, toepassings- punt van den te overwinnen weerstand, moet de zoo voortgebrachte kracht zich du vervolgen dooi de lendenon- en rugdeelen van de wervelkolom, zooals men wel weet, is de wervelkolom geen stijve beenderige balk, maar zij is gevormd door talrijke naast elkander geplaatste beenderige ringen, die samengekleefd zyn door eeDe soort lijm achtige veerkrachtige stof. Daaruit volgt, dat zy eene zekere buigzaamheid bezit en ten einde gunstig mede te kunnen werken aan de trekkingskracht, moet zy stijf ge houden worden in de lendenen en rug door eene èigenschappelyke daad der spieren, welke deze deelen bezitten. Dit is eene zeer belangrijke opmerking, ook moet de trekregel goed in het geheugen geprent blijven, want 't is van daar, dat de goede bouw van het trekpaard uitgaat, bovendien zullen wy later wel de gelegen heid vinden er op tejug te komen. Nu gaan we over tot een verslag, dat moet dienen tot het aantoonen en verdedigen der hoedanigheden, die het Belgisch trek paard kenmerken, als voorbeeldig trekpaard. De hoogte en het gewicht. De spieren zyn de eerst werkende oorzaak der krachtvoortbrengingdikke korte spieren zijn altyd beter dan magere en lange by het trekpaard. Een zwaar trekpaard moet minstens 1,60 M. hoog zijn. Groote paarden mogeu wy echter niet met hoogbeenige verwarren want deze laatste kunnen onmogelijk dienen om het ras te verbeteren, heïgene de praktijk meermalen bewezen heeft. By groote paarden daaren tegen, by wie massa en gewicht in goede verhouding staau 'tot hunne hoogte, en, die dus ook diep zijn, is juist de grootte eene kostbare eigenschap, daar het een teeken is van kracht, en kracht is een der eerste ei3cben die men aan een trekpaard mag stelleD. Gewicht is voor het trekken van zware lasten hoogst noodzakelijk, het speelt daarbij dezelfde rol als het vliegwiel bij do stoom motor. Het groote gewicht van het trekpaard moet te danken zijn aan zware, sterke beenderen en aan krachtige spieren over het geraamte, daar dit de eerste en bijzon derste krachtvoortbrengingsdeelen zyn. Het mag niet veroorzaakt zyn door een overmaat van vet en men diene er goed op te letten In T gebeel niet en allerminst hel jonge meisje, dut zy bij zich hadden. Wat? riep Jacques uit, een jong meisje? Kijk die snuiter eens vuur vatten! lachte m'sieur EckliofT. En Jacques op den schouder kloppende, ging hij voort: In de eerste plaats is dat niets voor jou vriendlief, want liet is een heel fijn poppetje en bovendien een Duilsche, waar je, hoop ik, zooals de zaken nu staan, toch zeker uiets voor voelen zou. Bovendien meende ik dat Anette en jy Was ze bleek? Had ze zwart haar? Was ze vroolyk of stond haar 't huilen nader dan het lachen Heeft ze geen woord gesproken •oeg de jonkman, zonder op de plagerij in te gaan. Crc uoin, men zou zeggen, dat hij haar kent... En vanwaar dan? De twee uuderen schoven wal dichterbij, bevreesd dat zij een woord zouden missen. Ik heb baar ééns gezien in Straatsburg bekende Jacques. Ze was toen in gezelschap van een stomme en logeerde hij pére Cigogne. van waar zij ontvluchtte door uit een raam te springen. Ze schijnt liet dus in dat gezelschap niet al te prettig te vinden, merkte een van zijD medereizigers op. Blijkbaar niet, zei de hotelier. En toen die spionnen werden ingerekend, wat is er toen met het meisje geschied? Die is meegegaan natqurlyk en ook mee ontvlucht. Of een spion een man of een vrouw is, daar wordt in dezen tijd niet zoozeer op gelet. by de beoordeeling, dit punt zullen wy verdeiyher cliönten, aangezi grondiger behandelen en de nadeelige geyn zaken steeds ten g volgeD doen kennen, die vetmesting heefiegenstelling tot ieman op de goede ontwikkeling der jonge paardeitMikjes aan de hand h en hoe het de slytage in de hand werkt byi ouderen. Daar h6t spierstelsel, alle overige organen per slot van rekenin aan gewicht overtreft, is het te begrijpen^ dat een groot gewicht een zeker teeken is van de groote ontwikkeling van dit orgaj q cliënten tal zien verv nisme. Een goed trekpaard van 1,60 M. hoogte en 2,20 M. borstomloop weegt daaromtrent S00 Kgr. 6D beantwoordt ten dien opzichte aan hetgeen men van een goed trekpaard mag eischen. Zulke cijfers passen zich toe op den belgischen hengst voor gemiddelde gestalte. Wordt vervolgd.) Onze financieele zelfkant. EEN NUTTIGE LES. Dezer dagen hadden wy een zeer aange naam en tegelykertijd belangwekkendonder houd op ons kantoor, zoo belangwekkend, dat wy niet kunnen nalaten, een en ander eens voor onze lezers op te teekenen. In den loop dezer week. dan, kwam by ons een provinciaal, by bad jaren lang in een klein provinciestadje gewoond en was nu verhuisd naar de stad. Hy kwam binnen en Da de voorstelling etc. begon by te ver tellen, hoe hy in de stad reeds eenigen tyd had gezocht, naar een klein, goed kantoor voor zyn eftectenzaken, er waren wel genoeg groote banken, maar dat vond hij niet zoo prettig, daar voelde hij zich niet zoo thuis Opdat U weet, wat U aan mij heeft, zoo ging hij voort, wil ik U zoo'n klein beetje myn lotgevallen op financieel gebied mede lieelen. Die kwamen in het kort hierop neer. Hij was fabrikant en grossier geweest, jaren lang en had daar geen kwade zakeu mee gemaakt. Steeds had hij zoo in het klein, wel eens gegokt en ook wat beleggings stukjes aaDgoschaft. Een jaar of wat geledeD. toen hjj op bet punt stond zyn zaken over te doen, ging hij eens by zijn bankier, een jaren gevestigde, goed ter naam en faam bekend slaande firma, zooals wy later hoor den, eens praten op welke wijze hy zyn kapitaal dan het beste zou kunnen beleggen. Die raadsman was juist bezig een groote fabriek op te richten, ziin zoon zou de zakeu drijven, was voor dat doel' reeds enkele maanden op reis om andere, soortgelijke bedrijven in werking te zien, en gaf hy mij de raad, een gedeelte van zyn geld, daarin te beleggen. De gegevens door hem verstrekt, waren zeer positief en duidelijk.Maar, heeren, zoo ging hy verder, U weet hoe het in der gelijke zaken zoo dikwyls gaat., een profeet is niet in eigen land geëerd. Het stoDd my wel aan, maar besluiten kon ik niet. Enfin, om kort te zyn, ik giDg naar een vriend van my, deze had een kantoor van vaste goederen, assurantiën etc., zoo'n soort van manusje van alles, sinds eenigen tyd voerde deze vriend ook effectenorders voor kennis sen uit; met hem besprak ik eveneens én de op te richten fabriek én de belegging mijner vrijkomende gelden. Onmiddellijk vatte hy vuur, die fabriek werd op alle mogelijke wyzen afgekamd en de bankier er bti. Spoedig had hij mij zoo overtuigd, dat ik hem opdracht gaf myn geld te be leggen. En, vroegen wjj, een'gs/.ins nieuws gierig, hoe heeft de man dat er afgebracht? Het autwoord was, zooals wij dit vorwacht- Mynheer, het kon niet slechter. Het grootste gedeelte bestond uit Buitenlandscbe waardeD, van de meestcn trek ik reeds lang geen route meer, myn kapitaal van circa "150,000.— is tot op een dorde verminderd. En, vroegen wy toen, de bewuste fabriek, hoe is het daaimede gegaan? Die ging van het begin af, hoewel de oprichter door het wantrouwen van menschen zooals ik, veel moeilijkheden had te overwinnen, goed, heel goedmaar dat zult U beter weten, de koersen hebben de 200 overschreden.en de gemiddelde renteopbrengst is meer als 10°/0 per jaar. Langzamerhand heb ik leeren iDzien het verschil tusschen een bankier van standing, die van zyn vak werkelijk zijn beroep maakt, en die zooveel mogelijk werkt ten voordeele it van rekening ook ij probeert. dupe van de onbe viseur. De U genoe iend, de huisjesmelk emd, zijn allen die af gekoiyen als ik Wij hadden oprecht die, omdat hij z inderen, zijn woonp aar verheelden hem oot gedeelte eigeu st n hem onder net o et naar een kruiden es te laten trekken aker om zich een p: et effecten vak vereis s en veel studie en jrgeten. Wat wy voor den iet rentegevende, v )or verkoop in aanm ij voor hem verkoi >ede, serieuse, binnen en teruggenomen. In aas op flinke rente, edeelte daarvan teri 30 gemakkelijk niet: u is, mag hij niets VRAGI (Iedereen heeft b jet). Op het adres Onze Eilanden" te X echterbovenhook, „Zf orgt dan, dat de ba ereiken.) C. te S. schrijft ons, H.H. Hand e bekomen. Te l lergstraat te Ar Inlichtingen n Uwe Gemeenlj Bestellingen wacht bij het Pi'. 3arel van Bylani Toch wil ik weten wat er van haar geworden is, zei Jacques. Ik ga itndelyk op onderzoek uit. M'sieur EckholT haulde de schouders op. 't Zal hopeloos werk wezen. Men heelt reeds alles afgezocht, dat bcgryp je. Maar als de eigenaar van 1'Aigle d'or meende dat de jonge man zich hierdoor uit het veld zou laten slaan, kende hjj hem niet. Hjj betaalde zjjn vertering eu vertrok. Waar nu heeu? Vroeg hy zichzelf al, (oen hij buitouslond in de brandende zod. Wel ja inr de gevangenis! Hjj werd door den heumbte niet al te vrien delijk ontvangen, toen hij het doel van zyn komst verteld had. Waarom wou je dat welen, vriend? Omdat 'k onderstel, dat hier eeu misdaad gepleegd wordt tegenover het jonge meisje, dat die kerels bij zich hebben. Och kom, een meid, die in zulk gezelschap verkeert, is geen haar beter dan de andereu. Je maakt mij niet wys, dat daar niet wat anders achter steekt. Hoe ken je die lui? En weer moest Jacques zyn geschiedenis ver tellen, zonder dat' hem dit iets nader by zijn doel bracht. Nu wij weten hier niet waar dat tuig ge bleven is. Als wij 't wisteD, zouden we ze wel terug halen. Wordt vervolgd.; Effecten-, Ka* Telco BEZORGEN de Buitenlandsche B!- KOOPEN en V< noten. SLUITEN Prolc? NEMEN gelden INCASSEERINt BEZORGEN ge Gebouweu. CORRESPOND! theekbanken. AGENTSCHAP ,de Salamander" en Roerende Goej SLUITEN Ver?i Bankbiljetten en SLUITEN vers Kon GRONINGE - VRIESC zal U vrijware delyk. ZindeU streepig, rood te geven. Get Nergens ver W. KEL

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1918 | | pagina 2