ZUID-HOLLANDSCHE EN ZEEUWSGHE EILANDEN
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD,
OTHEEKBANK
LIGATLËN
srnationale
lotheekbank
IRDHOLLANDSGH
VDBOUWGREDIET.
ordreehtsehe
Nederlandsche Staatsloterij,!
20f 25.-
sorloofcL).
3 Rotterdam en bij HH. agenten,
RINGEN zijn
NDEREN met
F Co's
I HANDEL.
GRACHT 410.
EN 100.
ZIGER.
irvan een REIZIGER, die hande-
t om een gemakkelijk mede te
an concurreert, te plaatsen,
i de firma LEITER-NIJPELS,
te Apeldoorn.
.nk geeft 5 °/0 Pandbrieven uil
len koers van 96 °L, plus
i rente in stukken van f 2506.
ƒ500,—/250,- en/'lOO;
ijgbaar ten kantore der Bank en
eeren
iE GAST ZOON
te sommelsdijk.
3KANT00R
4M C 11.
ALKMAAR.
Telefoon 73.
AGENTSCHAPPEN:
ORN,
iarkt 16.
[DEN,
aponburg
reestraat.
1LFT, 4
aarkt 99.
ENKHUIZEN,
Westerstraat 6.
's-GRATENHAGE,
Molenstraat 4ö.
ROTTERDAM,
Leuvehaven 107.
al: Drte Millloeii Gnldet
jeplaatst en volgestort f 2.000.000.
ENNOOTSCHAP verleent Credie-
hat gelden in déposito, belast zich
aan- en verkoop van effecten en
sluit beleeningen en prolongatie
cht verder alle werkzaamheden
hassiersvak behoorende.
\FE DEPOSIT.
Deposito rente 3 °/o
A AT op 31 Maart 1915.
e Credieten f 7.349.903.15
•s- 976.693.71
- 302.187.42
■-«■Voorzitter
ntnissarissen
De Directie
J. F. MOENS.
P. v. FOREEST. Mr. M. MOENS,
pondent voor Middelharnis en
Ibu:
rAN DER KOOGH
TE IHIDDELHARWIS.
iffd te JDOFtDFtEOJElT,
De Bank geeft uit:
/O
id brieven worden afgelost k par
en door middel van jaarlijkschi
;en worden verstrekt door den heet
Ui, tfl VIDDELRARSIS
rpipip&ppiiiiiflvpiiiïiiil
VOOR OE
Dit Blad verschijnt eiken Zaterdagmorgen.
Prijs per kwartaalf 0,50
Afzonderlijke nummers- 0,05
No 35
Zaterdag 17 Juli 1915
22E Jaargang
Alle voor de Redactie en Administratie bestemde stukken en Advertentiên worden uiterlijk
Vrijdagmorgen ingewacht bij de Administratie te Middelharnis.
Prijs per advortentiën van 1—5 regels f 0,50
Iedere regel meer- 0,10
Groote letters naar plaatsruimte.
Officiëele Mededeelingen.
PROCES-VERBAAL
VAN DE ZITTING VAN HET HOOFDSTEMBOREAU,
BEDOELD BIJ ARTIKEL 93 DER KIESWET.
Proces-verbaal van de zitting van het lioofdstem-
hurean tot het vaststellen van den uitslag der herstem
ming ter verkiezing van vier leden van den Gemeen
teraad van MiddelharniB, in de Gemeente Middelharnis
(Gemeentelijk kiesdistrict Middelharnis), op den 14
Juli 1915.
Het hoofdstemburean neemt zitting in het stem
lokaal des avonds ten 7'/a ure.
De Voorzitter maakt bekend, dat zijn uitgebracht
590 geldige stembiljetten en wel op.
C. Alblas 275, J. C. Bom 292, W. Buth 261,
J.J.Nipins 2S6, D. Slis 270, J. Zaaijer 292,
J.H. Zeedijk 302, S. Zeedijk 304.
terwijl 8 stembiljetten van onwaarde zjjn verklaard.
De Voorzitter maakt bekend, dat alzoo de meeste
stemmen hebben verkregen J. C. Born, J. Zaaijer,
J. H. Zeedijk, S. Zeedijk.
Zijn derhalve benoemd tot leden van den Gemeen
teraad van Middelharnis J. C. Born, J. Zaaijer,
J. H. Zeedijk, S. Zeedijk.
En zijn door de in het lokaal aaowezige kiezers
geene bezwaren ingebracht. En is na afloop van dit
een en ander proces verbaal opgemaakt in tegen
woordigheid van allen, die zich in het lokaal bevonden.
Gedaan te Middelharnis, den 14 JuU 1915.
(was get.) J. J. SLIS
C. T. ZEEDIJK LEDEN.
J. BRABER
(was get.) ULBO J. MIJS Voorzitter.
Voor Afschrift.
Burgemeester en Wethouders van Middelharnis.
De Secretaris, De Burgemeester,
NIJGH. ULBO J. MIJS.
UITSLAG VERKIEZING.
Burgemeester en Wethouders der Gemeente Mid
delharnis maken bekend, dat een afschrift van het
proces-verbaal, meldende den uitslag der op 14 dezer
gehouden herstemming, ter verkiezing van vier leden
van den gemeenteraad
is aangeplakt en voor een ieder ter Gemeentesecre
tarie ter inzage ligt.
Middelharnis, den 15 Juli 1915.
Burgemeester en Wethouders voornoemd.
De Secretaris, Dc Burgemeester,
NIJGH. ULBO J. MIJS.
rekening". Het is duidelijk wanneer de over
heid hetzfj Rijks-, Provinciale- ofGeineen-
telijke weigert haar personeel duurte-
toeslag te geven, dat, aangezien het eene
in het andere grijpt, de geheele arbeiders
klasse er van de dupe wordt. Niemand zal
de juistheid dezer bewering, die de feiten
in het volle licht stelt, kunnen ontkennen.
Duurte-toeslag is ook naar onz9 meening
noodig om de arbeiders in den duren tijd
tegemoet te komen.
(Uit de Vrijz. Dem.)
Duurtetoeslag.
In deze tijdsomstandigheden is het meer
dan ooit noodzakelijk, dat eisch van duurte
toeslag op het loou worde ingewilligd. De
gemeente als overheid hierin voorgaan, zij
behoort een modelwerkgeefster te zijn. Geeft
de gemeente het goede voorbeeld, door duur
tetoeslag te verstrekken aan hare arbeiders
en lagere ambtenaren in het algemeen, dan
is dit niet een rechtvaardige daad, die slechts
ten goede komt aan een bepaalden kring
op zichzelf. Neen, het is een daad van onme
telijk verre, zedelijke strekking. Het is een
krachtig zedelijk argument, wanneer de over
heid erkent, dat duurtetoeslag noodzakelijk
is, voor hen, die werkzaam zijn in particu
liere bedrijven en inrichtingen. Het is een
opwekkingsleuze voor alle vakvereenigingen
en arbeiders tot het instellen van een alge
meens actie voor duurtetoeslag. Men onder
schatte niet bet effect van de erkenning
van den rechtmatigen eisch „DUURTE
TOESLAG" door de overheid. Wat was toch
het gevolg van de weigering der regeering
om aan hare werklieden en lagere ambte
naren in 't algemeen, een duurte-toeslag toe
te kennen? Een sprekend voorbeeld hiervan
is gelegen in het feit dat de Holl. IJzeren
Spoorw. Mij. weigerde haar personeel duurte
toeslag te geven en zich geenszins daartoe
verplicht achtte, op grond, dat zelfs de Regee
ring geen termen aanwezig achtte duurte
toeslag aan haar ambtenaren toe te kennen.
Deze Regeeringsdaad oefent, het is niet te
ontkennen, een zeer in het oog springendeu
slechten invloed uit op de particuliere werk
gevers. Deze daad vloekt met de moraal-
spreuk, die de zedelijke kracht aan de over
heid geeft„Wat de overheid doet is goed, en
wat ze verbiedt is kwaad." Het sprak toch
wel van zelf, dat de geheele arbeidersklasse
er door belemmerd zou worden in haar actie
voor den rechtmatigeu-eisch van duurte-
Buiteiilandsch Overzicht.
Weigert de Rijksregeering duurtetoeslag,
vele groote, particulieren bedrijven en in
richtingen beroepen zich op het voorbeeld
der Regeering. Weigert de gemeentelijke
overheid, de nadeelige gevolgen voor alle
in de gemeente wonende arbeiders zullen
öiet uitblijven. Vragen in die gemeenten
de door de tijdsomstandigheden ondersteu-
den aan de steuncomité's verhooging van
uitkeering, de weigering van duurte-toeslag
door den Gemeenteraad bewijst weer groote
diensten, in slechten zin altoos. De onder
steunden zijn dan ook het .kind van
Kort voor de heirlegeis van NapoleoD,
einde Juni 1812, de Russische grenzen over
schreden, vaardigde Tsaar Alexander een
manifest uit, waarin hij alle SlaveD tot den
heiligen krijg voor Godsdienst en Vaderland
opriep.
Tsaar Nicolaas heeft thans iets dergelijks
gedaan en hij tracht Rusland tot de uiter
ste iuspanning te bewegen, door o.a. de sa
menroeping der Doema toe te staan.
Ongeveer tegelijkertijd kon een Nowoje
Wremja-artikel de censuur passeeren. dat
zeer de aandacht verdient en dat bewijst,
hoe Rusland zich het ontzettend recept te
gen Napoleon herinnert. Ruslaud gaat weer
zyn onmetelijkheid in het geding breugen
en een reusachtig offer plengen. De invaller
mag enkel een woestenij binnenvallen. De
grensbevolking moet optrekken het binnen
land in met al haar meeneembare have en
goed en het overige ten vure doemen. En
zoo de bevolking in het vernielingswerk
niet bedreven genoeg mocht zijn, geen nood,
de achterhoede der legers zal het land vol
komen kaal maken, zoodat de vijand geen
grasspriet meer vindt.
Napoleon deinsde niet terug en hij groef
zijn graf, wat zal Duitschland doen?
Blijkbaar overdenkt ook Duitschland Na
poleon's lot, of hebben de zonderlinge, laco
nieke Duitsche telegrammen van het Ooste
lijk front, dat er niets voorviel, een andere
beteekenis? Een week geleden gewaagden
die telegrammen nog van alles omver ren
nende marschen, van onstuitbare élans en
van schitterende wapenbuit en nu opeens
is het stil geworden. En ook de Oostenrij
kers zijn hun spraak kwijt, nadat zij bij
Krasnik een gevoeligen stoot in de borst
kregen, die hen eenige mijlen achteruit
wierp. Wat beteekent dit? Is het een ver
zamelen tot den laatsten stoot, die den Rus
buiten heel Galicié moet werpen? Of heeft
het Hoofdkwartier het „Staat en houdt vast"
bevolen, terwijl alle te missen troepen naar
het Westen worden vervoerd, zooals tal
rijke particuliere berichten ons willen doen
gelooven
Uit een artikeltje van den bekenden ma
joor Morath in het Berl. Tagebl. blykt, dat
ook deze deskundige zich niet zeker van zijn
zaak noch gerust gevoelt.
Het schijnt, zegt hy met het oog op het
artikel der Nowoje Wremja, voor de Rus
sen zeker, dat wij, na het laatste verzet der
Russen neergeslagen te hebben, verder voor
uit zullen rukken.
Hoe ver, vragen wij (Moraht). Het Rus
land van 1915 is niet meer de aan menscben
arme steppe van 1812 en Napoleon's opera
tie basis was een andere, dan de onze zou
kunnen zijn. Hy steunde op onderworpen
volken, wij hebben twee tot alle offers be
reid zijnde volken achter ons. Een dief
achtige, onbekwame intendance bemoeilijkte
den opmarsch van het Groote Leger, wy
hebben spoorwegen en auto's. De afstan
den schrompelen in een, en een platgebrand
Rusland zal ons prachtig toegerust leger
niet ophouden.
Moraht schijnt er ook aan te twijfelen, of
de Russische bevolking het verwoestings
bevel wel zou opvolgen.
Duitschland en Oostenrijk zaaiden, zegt
hij, geen baat, richten geen scheidingsmu
ren op en den oorlog wierp neer, wat het
Tsarisme tegen ons opbouwde: het denkbeeld
van het verpletteren van onze zelfstandig
heid. Uit den grond van Rusland schiet
zonder onze hulp een grooter gevaar voor
al het bestaande op, dan onze legers en dit
gevaar zal de gewenschte brandfurie slechts
kunnen vergrooten.
Voor eenige dagen werd door den Duit-
schen kroonprins op het Westelijk front
een poging tot doorbraak gedaan by Four
de Paris.
Zoodra de Franschen, dio blijkbaar door
den aanval verrast waren geworden, hunne
reserves naar voren konden brengen, sloot
zich de yzeren muur weer, en week niet
ten tweede male voor den aanvaller.
Het schijnt echter dat dit slechts een in
leidende operatie is geweest, en dat men
het thans in diezelfde streek is gaan be
proeven op verschillende punten tegelijk.
Four de Palis ligt tusachen de twee punten
waarop nu de aanval geschiedde.
Het volgende moge dienen om zich eenigs-
zins te oriönteeren.
Four de Paris ligt ongeveer halfweg tus-
schen Vienne le Chateau, dat aan de Aisne,
en Varennes, dat aan de Aire gelegen is.
Westwaarts van Vienne le Chateau begin
nen de gevechtslinies van Champagne Oost
waarts van Varennes richt de frontlijn ^ich
naar de Maas, ten N. van Verdun. De ge
heele afstand is; van Varennes tot Four de
Paris 10 K.M. van Four de Paris naar Vienne
le Chateau 8 K.M.
De aanval werd uitgevoerd door onder
scheidene regimenten. Volgens het Fran-
scbe bericht herkende men er reeds 5, alle
behoorende tot het zesde legercorps, en on
der oppercommando staande van den Duit-
schen Kroonprins.
Bij Vienne la Chateau werd de voorste
Fransche linie door den onverhoedschen
aanval over een front van 1000 Meter door
de Duitschers veroverd. Het aantal gevan
genen bedroeg 140.
Op het tweede punt van aanval, nabij
het dorpje Boureuil, ten Z. van Varennes,
was het succes der Duitschers van meer
beteekenis. Zij veroverden de stelling der
Franschen op een heuvel, „La Ville Morte",
drongen op andere plaatsen tot in de stel
lingen der Franschen door, maakten konon-
nen buit, namen 2600 FraDSCben gevangen,
en dwongen de overigen tot terugtrekken,
waarbij dezen genoodzaakt waren, 8 hunner
kanonnen in den steek te laten, na ze vooraf
onklaar ,te hebben gemaakt. De Franschen
wij volgden bij bovenstaande beschrijving
nog altijd het Duitsche bericht, waren
ten gevolge van dit alles genoodzaakt zich
in hunne meer achterwaarts gelegen stel
lingen terug te trekken, terwijl de voorste
door de Duitschers bezet schijnen te zijn. De
vernagelde kanonnen tusschen deze twee in
Nemen wy nu het Fransche bericht ter
hand, dan vinden wy daar het gebeurde ver
meld als een échec der Duitschers. Welis
waar weken de linies der Franschen een
oogenblik terug. Maar zoodra de Franschen
zich hersteld hadden en een tegenaanval
deden, moesten de Duitschers achterwaarts.
Voorts wordt in het Fransche bericht de
onderneming voorgesteld als gericht tegen
een kort geleden door de Franschen ver
overde strook grond in deze streek, maar
tevens als geheel mislukt.
Daar er tusschen die twee berichten een
onverzoenlijke tegenstelling bestaat, is het
niet mogelijk de juiste toedracht van het
voorgevallene er met zekerheid uit op te
maken. In het opgeven van hunne gevan
genen echter zijn de Duitschers in den regel
zeer accuraat. Trouwens in het Fransche
bericht wordt niet ontkend (hoewel ook niet
bevestigd), dat men zulke groote verliezen
geleden heeft.
Meestal komen nadere bijzonderheden, die
in staat zijn om van het gebeurde een hel
der denkbeeld te geven, eerst later, soms
na dagen. En daarop zullen we dus moeten
wachten.
Dit echter schijnt reeds nu vast te staan
De Duitschers in de Argonne laten het denk
beeld niet varen om, door het verbreken van
de Fransche linies, te trachten Verdun aan
de westzijde dichter te naderen. Dit toch is
het duidelijke strategisch doelwit van de
herhaaldelijk terugkeerende doorbraakpogin
gen in die buurtnu eens in het klein (zoo
als by Four de Paris), dan weder op groo
ter schaal, zooals nu bij Vienne le Chateau
en Boureullles.
Of zij ooit slagen zullen, zal afhangen van
verschillende factoren aan weerszijden en
wel: de sterkte der troepen, de wyze waar
op de artillerie haar taak vervulten voor
de Franschen vooralde snelheid waarmee
hun reserves naar het bedreigde punt kun
nen worden overgebracht.
dat Dinsdag werd afgedaan, was het ont
werp van Minister Lely tot uitvoering van
verschillende werken ter bestrijding der
werkeloosheid. Dit ontwerp gaf den Minister
gelegenheid na de redevoeringen van de
H.H. Albarda en de Muralt aan te toonen,
dat de werkloosheid in de bouwvakken door
den oorlogstoestand een dusdanigen omvang
heeft aangenomen, dat het hoogst noodig
ia de werken, die minister Lely voorstelt,
te doen uitvoeren.
Woensdagmorgen kwam het ontwerp-
Vlootwet aan de orde. Zooals men weet,
vraagt de minister twee snelvarende krui
sers en twee onderzeebooten die tezamen
25 millioen moeten kosten. Dat was het
oorspronkelijke bedrag. Er is intusschen
tusschen de Memorie van Antwoord en de
Openbare Beraadslaging nog eens eventjes
3 millioen bijgekomen, omdat de tonnenmaat
der schepen van 6000 op 7000 ton is ge
bracht, daar men zich vergist had in de
berekeningen. Zoo'n paar müUoentjes zyn
in den tegenwoordigen tyd maar kleinig
heden.
Tot heden hebben over het vlootontwerp
gesproken de H.H. v. d. Voort van Zyp,
Hugenholtz, Bichon van IJselmonde, Van
Deventer, Boogaerts en de Meester. Uit alle
redevoeringen krijgt men dezen indruk
Als de minister deze schepen krijgt,
b'ijgl hij ze, terwijl bijna de geheele
Kamer er tegen is.
De heer de Meester kondigde aan het slot
van zyn redevoering een motie aan, waarin
de minister wordt uitgenoodigd den bouw
van twee kruisers voorloopig terugte nemen.
Men stelle zich nu eens voor, hoe het met
die kruisers staat. Zy zullen klaar zijn over
twee of drie jaar. Door de duurte der mate
rialen, moet op het oogenblik een veel groo
ter prijs betaald worden dan anders. Uit
het buitenland kunnen geen grondstoffen
bv. pantserplaten worden betrokken. Het
staat dus geenszins vast, dat de contractee-
rende maatschappijen op tijd zullen kunnen
leveren. Om al deze redenen kondigde de
heer de Meester de bovengenoemde motie
aan. Als men nu weet, dat de voorzitters
der antirevolutionaire,christelyk-historische,
katholieke en vrijzinnigdemocratische ka
merclub met deze motie instemmen, ziet
men wel, dat de kamer niets van de kruisers
op dit moment moet hebben.
Kry'gt de minister ze niettemin, omdat
hy de kabinetskwestie stelt, dan blijkt hier
uit wel, dat men den minister in de buiten
gewone omstandigheden niet naai huis wil
sturen, doch noodgedwongen, zonder een
greintje van sympathie voor het in den
Oceaan werpen van 20 millioen stemt. Over
ettelijke jaren wordt de collectie oud-roest
opnieuw vermeerderd. Wij begrijpen dan
ook niet, hoe de kamer nu in dezen tyd,
nu de materialen zoo buitengewoon duur
zyn, met deze aanvraag kan komen. De
verantwoordelijkheid berust dan ook alleen
by den minister. Het zal nog wel een week
of drie aanloopen, eer de kamer op reces zal
gaan. Tal van wetsontwerpen moeten nog
worden afgedaan, terwijl verschillende nog
in de afdeelingen der kamer onderzocht
moeten worden.
Het zomerreces zal dus ditmaal kort zyn 1
Uit de Tweede Kamer.
In de zitting van de Kamer van Dinsdag
waren allereerst verschillende kleinere ont
werpen aan de orde. Het meest belangrijke
SCHETSEN UIT DE RECHTZAAL.
„Adviseur" „Buitenkansje"
Neen, mijnheer" zei de nieuwe kennis van
renteniertje, toen de andere leden van
clubje zoo-ongeveer waren vertrokkenzy
met hun beiden nog wat zaten na te hoo
rnen,„neen, mynheer" als ik U een goeden
raad schuldig mag blijven, houdt u dan in
vredesnaam buiten al zulke speculaties
En nieuwe kennis nam een zeer voorzichtig
slokje van z'n glas bier. De ander, sinds
een half jaar uit provincie-plaats in groot
centrum gekomen, was zeer wantrouwend.
Z'n vrouw had weten door de dryven dat
ze naar groote stad verhuisden.'t Was feite
lijk tegen z'n zin geweest. Hij voelde zich zeer
genoegelykin het klein stadje. Wascandidaat
voor den Gemeenteraad geweest, secretaris
van de „Nuts" afdeeling geworden. Elk jaar
maakte hij en z'n vrouw een bescheiden
uitstapje. Vroeger, toen hun Annetje nog
niet getrouwd was, op reis werd meege
nomen, ging dat heel zuinigjes. Later kon
den zy 't er wat ruimer van nemen. En
de leiding met stevige hand. Hij, mannie, had
er zich aan gewend, maar toch waren er mo
menten, waarin onafhankelijksheidsdwang
zich aan hem openbaarde. Maar, mevrouw
wist precies, tot in de kleinste finesses, van
hun beider bezit. Hield notitie van den tijd,
waarop couponnetje vervielen, huurpennin
gen moeten geïnd, kleine pachtsom geïn
casseerd. Dat ging met een regelmaat van
een welverzorgde klokMeneer had z'n
zakduitje, en wanneer 't eens gebeurde,
dat hy eenige „suppletie" behoefde, dan
kostte dat steeds tikje-strijd. Mevrouw was
de „caissière"- En als-ie zoo zinspeelde, niet
zonder zweem van schuchterheid, op aan
vulling van z'n kasje voor „meneer plaiair",
dan ging dat tusschen een paar ietwat-
nerveuse pijpblazingen.
„Apropos, vrouw" zei hij dan. „Geef me's
effentjes een rijksdaalder... 'tis goed, dat
ik er aan denk. Ik ben totaliter blut!"
En mevrouw de renteniersche was bet
beeld van matelooze verbazing. Deed of-ie
een grapje verkocht.
„Schei toch uit met je malligheid", zei ze
„my krijg je toch niet te pakken. Maar hy
hield aan. Waarachtig, z'n portemonnaie
was leeg. Hy verzon iets van extra contri
butie, of van bijdrage voor den krans op
't graf van deze of geneJe kunt je nu
eenmaal niet van zulke dingen steeds af
maken, hè?
En meestal eindigde mevrouw met prui
lend, knorrig, een simpel guldentje voor
den dag te halen. Verklarend, dat al3 zy
ook niet voor de belangen van hun bezit
zorgde, 't eind nog zou wezen dat „ze alle
bei op stroo moesten sterven" want mannie
mocht dan in theorie nog zoo'n pienter
zakenmannetje geweest zyn, „hy was veel
le „royaal" En het sermoentje duurde nog
een poos. Maar 't gebeurde ook wel eens,
dat de kas gesloten bleef... En toen ze in
grootstad waren gaan wonen, had mevrouw
haar strenge controle gehandhaafd. Hy was
braaf solied mannetje, maar de echtelijke
hoede drukte hem nu wat ergerZonder
dat hij een middel wist om er verbetering
in te brengen. Toen ontmoette hy nieuwe
kennis in café clubje.
Lang, zeer lang zelfs, was hy gereser
veerd, koel teruggetrokkengaandeweg,
zachtjes aan, ontplooide hy zich. De nieuwe
kennis deed hem telkens denken aan de
vrienden uit kleine stad. Hij was sober,
bedachtzaam, ernstig, drong zich niet op.
Had nooit een poging beproefd om hem
over te halen tot eenige speculatie, van
welken aard ook, wat een paar andere
leden van de club wel hadden geprobeerd.
Rentenier begon wel wat toeschietelijker
te worden, zelfs wel eens hoogst-vertrou-
welyk... ondertusschen nog steeds behoed
zaam oog in 't zeil houdend. Hij had eens,
o, heel in 'tvaag algemeen, alsof 't hem
in 't allerminst niet betrof, „gezinspeeld op
„eigenaardigheden van sommige dames",
die naast en met vele voortreffelijke prach
tige, sublieme eigenschappen, toch wel
Ja, hoe zou hy 't noemen uitdrukken
Iets bazigs, „een bijzonder stevig willetje
over zich hebben Nieuwe kennis deed
of rentenier 't had over vrouwen, die hy
nooit van aangezicht tot aangezicht had
aanschouwd
„Tja" zei hij, „wat zal ik U daarvan zeg
gen 1 In sommige gevallen is 't wel goed,
als een vrouw de leidsels in handen houdt,
somsMaar ik erken volkomen zeker,
zeker IWaarop de heeren een gansch
ander chupitu aanroerden.
Een poos later was rentenier,—die soms
behoefte scheen te hebben om z'n hart uit
te storten, op 't onderwerp teruggekomen.
En gaandeweg werden zy vertrouwelijker
in hun toespelingen en bespiegelingen.
't Zeer groote treffende toeval deed zich
voor, dat nieuwe kennis/n precies hetzelfde
geval verkeerde1
„Maar U is toch te veel man van de wereld,
man van doorzicht en ervaring, zou 'k zoo
zeggen", aldus begon meneer Gerbrandsz,
de meergenoemde nieuwe-kennis, „om niet
te weten, hoe men zulke zaken behandelt.
Mijn devies en daar ben ik, mag 'k rust
zeggen, altyd goed bij gevaren, - mijn
devies was steeds primo uiterst voorzichtig
niks wat op speculatie of zoo lijktDaar
komt men ten slotte toch altyd bedrogen
mee uit. En secundo geen ruzie, geen kra
keel. Men mag niet vergeten, dat de vrouw,
die op de duitjes past, 't niet om loffelijk
maar overigens
mevrouw had mannie steeds onder controle
gehouden: paste zyn quantum sigaren,z'n doel doet, hè?.,
half flescbje feestelijke reiswijn af. Hield Ivoor de eerste maal dat zij met elkander