ff ff
n
n
ff ff
B
n
n
ff ff
ONZE EILANDEN VAN 17 APRIL 1915.
3
iet ongeluk met zijn hand
geraken en de top van een
den, waardoor geneeskun-
worden ingeroepen.
iding van de advertentie tot
van uitvoer van schokker-
nu toe door landbouwers
me opgave van 4200 H.L.
'er gemeente-secretarie ligt
opgave van de uitkomsten
chatting van de gebouwde
eigendommen.
ran den hoofdelyken omslag
.ar 1915 is door den gemeen-
ld op f 4401,02.
verzorgers van kinderen die
a.s. naar de openbare school
iden moeten daarvan vóór
imeente secretarie aangifte
r zijn door den gemeente-
inderen gevaccineerd.
In deze gemeente komen
ran roodvonk meer voor,
3 als geweken kan worden
slid van den Polder Sint-Eli-
nd de beer L. Warnaer Juz.
in de plaats van zyn vader
naer.
wachter J.v. Helden, alhier,
plaatst te Overschie, alwaar
yzeer is uitgebroken "onder
irikken van het draaien der
n korenmolen sprong het
met berijder over de haag
yliggenden tuin. Paard en
ivenwel ongedeerd.
ngd Nieuws.
reemde vloeistof
(N-H) spoelt de laatste da-
loeveelheid van een op teer
tof aan. Het strand is er tot
nd mede bedekt. Men her
deze vloeistof ooit gezien
Chef van den Generalen
hayn is hedenmorgen hier
reg naar Berlyn.
ina en Japan.
New. York Herald" meldt
Japan nieuwe eischen heeft
t toelaten van Japansche
i in Chineesche havens.
Inf. Bur. wordt uit Havre J
ndag 6 April de hertog van
.d koning Albert van Belgie,
lan het 12e linie-regiment, I.
hij is geplaatst. De koning
i toespraak gehouden, waar-
•nfeiten opsomde, waaraan
roemrijke wijze heeft deel-
i in het gevolg van uw ri-
ien zeide de koning ten-
'j gelukkig u een blijk van
vertrouwen te geven. De
bijtyds in de leerschool van
en opgevoed en er bestaat
een leger zooals het onze,
je wyze de natie belichaamt,
pouwt het als een eer, de
appere soldaten te dragen.
tsche luchtvloot heeft de
aaf Zeppelin 't een en ander
een verslaggever van de
hrichten (wij citeeren uit
o):
loot bestaat nu uit 1866
rvan 36 bestuurbare lucht-
bben veel grooter verliezen
rerwaclit hadden 9 lucht-
ert het begin van den oorlog
maar zy zyn reeds ver-
uwe, die bewapend zyn met
groot kaliber en machine-
an Juli kunnen wy lölucht-
in aanmerkelijk verbeterd
Zij zullen gepantserd zijn
ontplofbare stoffen kunnen
•mee zullen we lange toch-
tste mist en de donkerste
doen.
jrnemens een tocht naar
en niet alleen om te ver
is doel was bij den tocht
t zal een werkelijke oorlogs-
n. Wij zullen Londen met
van vyf luchtkruisers aan-
iet door verliezen laten af-
eer9t moeten alle nieuwe
jndat zal ongeveer Augus-
jisers zullen zeer snel kun-
alen.
toopman, die uit Hamburg
:ad Kolding is aangekomen,
Sngelsche bladen dat erop
de Eimsbuttelerstrasse te
ag bommen zijn geworpen
g. Of het een Engelsch of
was, schijnt niet vast te
-ne brandde nog toen de
c. Het vliegtuig ontkwam.
ienschen getroffen.
lein Weddigen.
aal Ztg. wordt uit Kopen-
Kapitein Malley, van het
ndalusia, door de U 29 in
;rd, heeft aan een verslag-
ily News het volgende mee-
s de laatste die ons schip
in een der booten afdaalde,
stig aan de zjjde gekwetst,
n de duikboot verzochten
ord te komen, waar ik in j
.pitein Weddigen werd ver-
bonden. Het bleek dat ik een rib had ge
broken. Men behandelde my met alle moge
lijke achting.
Kapitein Weddigen bood mij sigaren en
port aan en toen wij zaten te praten, nam
ik de gelegenheid te baat om hem myn
meening over den Duitschen duikboot-oor
log te zeggen.
Wy doen onzen plicht, antwoordde Wed
digen kalm, maar wy willen ook geen bur
gers dooden, het is ons te doen om sche
pen, niet om menschen te vernietigen.
Op myn vraag of hy niet degene was die
drie EDgelsche kruisers in den grond had
geboord, antwoordde hij toestemmend. „Ik
was toen gezagvoerder van de U 9, nu van
de U 29."
Intusschen was de bemanning van de An
dalusia uit de reddingsbooten, die de U 29
op sleeptouw had genomen, op het dek van
de duikboot overgegaan. De Duitsche officie
ren gaven hun sigaren en waren zeer voor
komend, vooral toen we afscheid namen.
De duikboot had nl. een Fransche bark in
gehaald en wy kregen bevel in onze boo
ten erheen te roeien.
Mijn onderhoud met kapitein Weddigen
zal wel 't laatste zyn geweest dat iemand
met hem heeft gehad.
Uit St. Petersburg wordt aan de Daily
Telegraph geseind:
Indien de stafofficieren hier juist oordeelen
vormt de huidige strijd in de Karpathen de
hevigste worsteling welke sedert het begin
van den oorlog heeft gewoed. Want de
troepenmachten der beide tegenstanders
worden op tennaastebij 4 millioen man ge
schat. Blijkbaar worden van beide zyden
nog steeds meer troepen op dit deel van het
front samengetrokken en het valt nog niet
te voorspellen wanneer dit een einde zal
nemen. Voorloopig doen de gevechten in
alle sectoren van het front op het Oostelijk
gevechtsterrein in belangrijkheid onder voor
het geweldige gevecht om 't bezit van den
bergketen die Galiciö en Hongarije scheidt,
en waarschijnlijk hebben alle aanvallen van
den vijand op andere deelen van het front
geen ander doel dan het vasthouden van
Russische troepen die mogelijkerwijze naar
de Karpathen konden worden overgebracht.
Het is reeds duidelijk dat de uitslag van
dezen slag een grooten invloed zal oefenen
op den toekomstigen loop van de veldtocht
en wanneer de slag zich blijft ontwikkelen
zooals thans, kunnen de gevolgen beslissend
zijn.
In gezaghebbende kringen wordt ronduit
erkend dat het offensief der bondgenooten
in het Westen Rusland belangrijke diensten
bewyst by den huldigen stand van zaken,
daar het Duitschland belet versterkingen aan
dat gevechtsterrein te ontleenen.
Tegelijk is het aanvaarden van een zoo
grooten slag door Rusland op een ©ogenblik
dat juist algemeene rust op het Oostelijk
gevechtsterrein werd verwacht, een groote
verlichting van Engeland's en Frankryk'a
taak.
Wij zijn nog niet geheel op de hoogte van
de oogmerken der Duitschers en van de
sterkte der troepen die zij voornemens zyu
naar Hongarije over te brengen, maar het
is niet onmogelyk, dat zij hopen door een
hevigen slag de kracht van Rusland tijdelijk
te verlammen, teneinde hun geheele aan
dacht te kunnen richten op Belgie en Frank
rijk.
Men denkt dat Duitschland thans al zyn
strategische reserves heeft aangesproken en
dat het één front slechts kan versterken
ten koste van het andere.
Op het front in de Karpathen schieten de
Russen óf nog gestadig op, óf zy slaan alle
aanvallen met reusachtige verliezen voor
den vijand af. Het aantal gevangenen dat
tot voor enkele dagen in de honderden per
dag liep, is nu tot duizenden gestegen. De
slag woedt thans feitelijk in het geheele ge
bergte. Enkele mijlen ten westen van de
linie Sanok-spoorweg naar Homonna zyn de
Russen ongeveer 20 mijl op Hongaarsch
grondgebied doorgedrongen, De Uzsok-pas
is nog in handen van den vijand en daar
wordt het hardnekkigst gevochten. Zes
mylen ten Oosten van den pas hebben de
Russen het dorp Vaisokonizi veroverd en
bedreigen vandaar de rechterzijde van de
stelling der Oostenrijkers. Ten Oosten van
den Uzeok-pas ligt het front ten Noorden
van de Hongaarsch-Galicische grens. Daar
doen de Duitschers, tot dusverre met weinig
succes, verwoede aanvallen op Koziuvka,
de stelling die den kortsten weg naar Lem-
berg beheescht.
Dat de vijand zijn offensief ten Noorden
van Czernowitz heeft hervat, is van belang
maar men kent er hier uitsluitend een de
monstratief karakter aan toe.
Een telegram van 5 dezer van veldmaar
schalk French meldt, dat de Engelsche ver
liezen by Nieuw Kapelle hebben bedragen:
190 officieren en 2337 man gesneuveld, 359
officieren en 8173 man gewond, 23 officieren
en 1728 man vermist.
De bereikte resultaten zijn evenwel zoo
groot en verstrekkend, dat ze niet te duur
zijn gekocht. Verscheidene duizenden lyken
van vijanden zyn op het slagveld geteld en
12.000 gewonden zyn per spoor vervoerd.
Alle Engelsche verliezen zyn binnen en
kele dagen aangevuld.
Aan het slot van zyn bericht dringt French
op het verschaffen van een bijna onbeperk-
ten voorraad munitie aan.
In een extra nummer van de staatscou
rant te Londen is een rapport van veld
maarschalk French aan den minister van
oorlog opgenomen, gedagteekend van 6 April
en behelzende een relaas der gebeurtenissen
van 2 Februari af.
Het belangrijkste wapenfeit wordt daarin
genoemd de overwinning in den slag bij
Neuve Chapelle op 10, 11 en 12 Maart.
De hoofdaanval werd ondernomen door
troepen van het eerste leger onder aanvoe-
1 ring van Sir Douglas Haig, gesteund door
I een groote afdeeling zware artillerie, een
f divisie cavalerie en infanterie van de alge
meene reserve.
Het behaalde voordeel is te danken aan
het schitterende gedrag en den ontembaren
moed, aan den dag gelegd door de troepen
van het vierde korps en de Indische troe
pen. Intusschen heeft de bekwame leiding
van generaal Haig veel bijgedragen tot de
nederlaag van den vijand en de verovering
van de stelling.
Haig heeft zich als een kundig en krach
tig bevelhebber doen kennen.
Een andere belangrijke krijgsverrichting
is het gevolg geweest van den verrassenden
aanval der Duitschers op 14 Maart tegen
de 27ste divisie, die de loopgraven bezetten
ten O. van. St. Eloi. Er was daar veel ge
schut samengebracht onder dekking van den
mist en plotseling werd een hevig vuur op
de loopgraven g opend Om 5 uur's middags
werden bovendien twee mijnen tot ont
ploffing gebracht.
De verwarring, die het gevolg was van
den plotselingen aanval, stelde de Duit
schers in staat St. Eloi te nemen, doch na
enkele uren had een krachtige aanval, waar
in het 5e legerkorps grooten moed en vol
harding aan den dag legde, de zaak voor
ons weer in het reine gebracht.
French zet dan uiteen, dat tegen het einde
van Februari tal van belangrijke overwe
gingen hem deden besluiten zoo spoedig
mogelijk een krachtig offensief te onder
nemen. Een gewichtige reden was het be
langrijke succes der Russen, die de hevige
aanvallen der legers van Von Hindenburg
afsloegen, en de blykbare verzwakking van
den vyand. Het was daarom van belang
dat de Engelschen de Russen hielpèn.door
zooveel mogelyk Duitsche troepen op het
westelijk front vast te houden. Den doorslag
gaf echter de wenschelykheid om den offen
sieven geest van de Engelsche troepen aan
te vuren na de vermoeiende en enervee-
rende wintermaanden in de loopgraven.
French legt er den nadruk op dat een
oorlog tusschen tot de tanden gewapende vol
ken, groote verliezen onvermljdelyk maakt.
De geringste onnoodige blootstelling kan
duur te staan komen. De kracht der ver
dediging met moderne wapenen is de voor
naamste oorzaak van den langen duurder
tegenwoordige slagen. Intusschen kan deze
verspilling van menschenlevens worden ver
minderd, indien de aanvallen worden ge
steund door doeltreffend optredende zware
artillerie.
Maar er moet haasteen onbegrensde hoe
veelheid munitie beschikbaar zyn. Alleen
op deze wijze kunnen groote uitkomsten
worden verkregen met de geringste verliezen.
Een medewerker van de Vorw&rts vertelt
ter waarschuwing tegen ondoordachte uit
latingen het volgende geval uit het volks
leven
„Verleden Zondag was ik getuige van een
pijnlijk tafereel. Ik zat in de buurt van het
Treptower Park ineen eenvoudig logement
Er waren eenige soldatenvrouwen, die
's middags in het park met haar kinderen
aan 't wandelen waren geweest en zich nu
de weelde van een kan koffie veroorloofden.
Er zaten ook nog een paar mannen.
Het gesprek kwam op wat thans ieder
mensch bezig houdt. Onnoodig te vertellen
wat de mannen en vrouwen zeiden. Wie
onder 't volk leeft, weet wat er werd gezegd.
Het eenige verlangen, de eenige wenscb
W6rd levendig besproken
Aan een tafel zat een man alleen. Toen
er een kleine pauze was in het gesprek,
zei hij: „Wat mij betreft kan de oorlog nog
tien jaar duren. Ik neb in tien maanden
al meer dan 1000 mark gespaard 1"
Eea ijzig stilzwijgen volgde. De vrouwen
waren bleek geworden en keken den man
aan als een ondier, als iets afschuwelijks.
Geruimen tijd was bet stil. De man, die de
uitwerking van zyn wooiden merkte, was
zoo rood als een kreeft geworden, en als
ter verontschuldiging zeide bij zacht: „Ik
ben zadelmaker. We verdienen nu geld."
Die woorden maakten aan bet stilzwijgen
een einde. De vrouwen zeiden den man ruw
de waarheid. Hij zweeg, dronk zyn bier uit
en verliet het lokaal. Maar de opgewonden
heid was nog niet bedaard. Een vrouw was
in huilen uitgebarsten. Eindelijk vertrokken
de vrouwen, en nog bij het heengaan uitten
ze zich in bittere bewoordingen
BERLIJN. Uit Zwitsersche bron wordt
bericht dat men te Bourg sedert 9 Maart
zonder bericht is omtrent het aldaar gele
gen Fransche infanterie-regiment dat in de
Vogezen streed. Men weet niet of het regi
ment vernietigd, gevangen genomen of van
het hoofdleger afgesneden is.
By het laatste bombardement van Nancy
door een Zeppelin verbrandden een groot
verfmagazyn en bewaarplaatsen van brand
stoffen. De zoeklichten traden pas in wer
king toen de Zeppelin oostwaarts verdween.
De Lokal Anzeiger bericht over de hero
vering van de Ceremchahoogte. De Russen
trachten sedert verscheidene dagen de ver
dedigers van de Uszakerpashet Umdal in den
rug aan te vallen, en daardoor de sterke
posities die alle frontaanvallen weerston
den onhoudbaar te maken. In de daarbij
met wisselend succes gevoerde gevechten
mislukte het Russisch plan wel giootendeels
doch gelukte het den vyand niettemin de
belangrijke Ceremchahoogte te nemen. Dit
steunpunt is in den nacht op 14 dezer door
de brigade van kolonel Durfeld den Russen
ontrukt. De brigade bestond uit de Hon-
gaarsche infanterieregimenten 19 en 26.
Daarmede is ook het laatste gevecht afge
sloten en een belangrijke phase derKarpa-
thenworsteling beëindigd.
VLIELAND 15 April. Alhier passeerde
een Zeppelin komende uit het Oosten, koer
sende naar het Westen.
Ook op Terschelling werd een Zeppelin
waargenomen, gaande inWestelyke richting.
LONDEN. V. D. De onder-staatssecretaris
van oorlog heeft in het Parlement mede
gedeeld, dat het totaal der Engelsche ver
liezen tot 11 April 139.347 man bedragen.
LONDEN. V. D. Het s.s. „Ptarmigan" 784
ton groot, is niet ver van de Nederlandsche
kust getorpedeerd en gezonken. Elf leden
van de bemanning zyn te Gravesand aan
land gebracht. Elf andere worden vermist.
Gevecht in het Suez-kanaal.
Het s s. Tamaiinda van de Rotterdamsche
Lloyd, dat zich tijdens de gevechten tus
schen de Engelschen en de Turken in het
Suez-kanaal daar juist bevond, is op 1 Maart
te Batavia aangekomen. Het Bataviaasch
Nbl. heeft aan boord het volgende over het
gevecht vernomen:
In den ochtend van den len Februari
kwam de Tamarinda te Port Said aan.
Dadelijk begaven zich eenige Engelsche offi
cieren aan boord, die de plaats kwamen
opnemen, voor de zakken zand, waarachter
kapitein en stuurman, loods en roerganger
op de commandobrug zich dienuen op te
stellen. Er werd namelijk gevreesd, dat de
Turken op de boot zouden schieten, waar
door het schip uit zyn roer kon loopen en
dan den weg door 't kanaal zou kunnen
versperren. Twee honderd zakken zand
wer-Jen dien ochtend aan boord gebracht.
Den volgenden ochtend stoomde het schip
't kanaal in, doch moest 's middags by El
Kantara reeds weder voor anker, daar verder
varen verboden was. By Ismailia waren de
Engelschen en Turken slaags geraakt en
't zou daarom hoogst gevaarlijk zyn, den
tocht voort te zetten.
In den ochtend van den 3en Februari werd
veraf kanongebulder gehoord, even later
werd er vóór en achter ons ook geschoten.
Vóór ons uit waren het de kanonnen aan
den wal, die vuur gaven, terwijl achter ons
een oorlogsschip te vuren lag.
De uitwerking van het vuur konden wy
niet waarnemen.
Wjj lagen vlak by een Engelsch kamp en
zagen ver weg in de woestyn de Turken
optrekken naar 't kanaal. Er vertrokken
Engelsche voorposten onder de dekking der
kanonnen.
Den geheelen dag van 's ochtends vyf tot
's middags drie werd er flink gevochten,
toen werden de Turken teruggedreven, 't Ge
weervuur had den geheelen dag geknetterd,
de kanonnen hadden gebuldert zonder op
houden.
De troepen bleven den geheelen dag in de
weer, de bewegingen der Engelschen waren
goed te volgen, wy zagen de infanterie in
de loopgraven en een kameelkorps druk in
actie.
Vliegers stegen op, zweefden 't kanaal
over tot het doen van verkenningstochten
om later met berichten terug te keeren naar
't Engelsche kamp.
Hoogst interessant was het, den strijd te
volgen, al was dan ook de afstand, waar
de Turken zich bevonden, te ver af.
Op den morgen van den 4en Februari
mochten zij verder stoomen, de weg was
weder veilig.
Wy gingen dus de plaats tegemoet, waar
den dag tevoren nog hevig was gevochten.
't Eerste, wat we zagen, was een Engel
sche hulpkruiser van de Canadian Pacific
waarvan de halve commando-brug was weg
geschoten. De le officier was op slag ge
dood, den loods werden een arm en oeen
afgeschoten terwijl 7 manschappen werden
gewond.
In den middag arriveerden wy in 't Klein
Bittermeer, vlak bij Tomailia. De kogels wa
ren daar in de stad gevallen. Even later
mochten wy doorgaan, zoodat 'tonsgeluk
ken kon, vóór 't invallen der duisternis in
't Groot Bittermeer te arriveeren. Tusschen
beide meren hadden de Turken getracht hei
kanaal over te steken.
Ze hadden gebruik gemaakt van alumini-
umbouten, die van Konstantinopel waren
gekomen en geheel door de woestyn waren
gesleept. Wy zagen tal van die booten welke
door de Engelschen waren genomen en ook
lag overal langs den wal het materiaal, waar
mede een brug gebouwd moest worden.
De aanblik van dit kleine stukje woestyn
was ontzettend. Overal waar men zag, stuk
geschoten booten en lyken, ontzaglijk veel
lijken. Ze lagen naast en over elkaar. Som
mige strijders hadden getracht de vluchtte
nemen, wy konden duidelijk breede bloed
sporen in 't woestijnzand zien, anderen weer
lagen dood in de booten Onder de gesneuvel
den meenden wy een Duitsch officier te her
kennen, naar zyn uniform te oordeelen.
Op den morgen van den 5en Februari
mochten wjj weder verder varen en des
middags kwamen wy behouden te Suez aan.
Steeds passeerden wy oorlogsschepen, die
op bepaalde plaatsen in 't kanaal voor an
ker lagen; eens op een nacht zagen wjj een
gepantserden trein met sterke zoeklichten,
waarmede onophoudelijk de omgeving ver
kend weid.
De stations langs de spoorlijn zijn geheel
verlaten, de chefs en het andere personeel
wonen in ondergrondsche verblijven, welke
zeer comfortabel moeten zjjn ingericht.
Den 15den April is te Rotterdam opgericht
de verzekerings Vereeniging „Haringvis-
scherjj Onderlinge" gevormd uitdeReeders-
vereeniging van de Nederlandsche Haring-
visscherij.
De statuten der Vereeniging werden vast
gesteld en besloten werd dat zy lid zal
worden van de vereeniging Zee-Risico, welke
onder meer ten doel heeft het gezamenlijk
nakomen van de verplichtingen voort
vloeiende uit de oorlogszeeongevallenwet.
Aan het Bestuur werd machtiging verleend
de Koninklijke bewilliging op de Statuten
aan te vragen.
VLISSINGEN, 15 April. De „Katwijk"
lag om half acht gisteravond geankerd zes
mjjlen ten Westen van het lichtschip „Noord-
hinder". Om acht uur toen de kapitein,
stuurman en eerste machinist aan tafel
zaten, kreeg het schip een schok. Het meu
bilair in de kajuit schoof van zijn plaats.
Het schip bleek midschbeps getroffen. Alle
hands vlogen aan dek. Alle 23 opvarenden
waren direct present, dus niemand was
gewond. Op zes meter afstand dwars van
het schip zag men duidelijk een peroscoop
van een onderzeeér, die echter niet boven
water geweest is, zoodat de nationaliteit
niet bekend is. Het schip zonk in 15 minuten,
er was tijd om twee booten neer te laten.
In de eene boot zaten 10 man, in de andere
13 man. Zij roeiden naar de „Noordhinder"
waar zij om twee uur vannacht aankwamen
en liefderijk werden opgenomen. Sommigen
werden van kleeren voorzien. Niemand bleek
gewond. Om 10 uur vanmorgen kwam het
loodsvaartuig van Vlissingen ze afhalen.
Om 4 uur hedenmorgen zjjn zij in hotel
„Zeeland" ondergebracht en zullen vermoe
delijk met den trein van 6 uur naar Rotter
dam vertrekken. Van de bezittingen werd
niets gered.
By het op last van het departement van
marine ingeBtelde onderzoek is het volgende
gebleken
Het stoomschip K a t w ij k kwam van
Baltimore en was bestemd naar Rotterdam
met een lading graan, geconsigneerd aan
de Nederlandsche Regeering. Het was des
middags door het vaarwater van de
Dows geloodst naar het Sunk lichtschip en
had van daar koers gesteld langs de Gallo-
pei naar het lichtschip Nooro-Hinder.
Daar de gezagvoerder vóór het uitgaan
den raad had gekregen, dit traject alleen
overdag te bevaren, kwam hjj ongeveer
halfacht ten anker, in 20 vaam water, op
7 myl afstand ten Westen van laatstge
noemd lichtschip. Het ty liep om de West,
zoodat het schip O. N. O. voorlag. Dadelijk
werd het ankerlicht geheschen, en werden
de twee groote electrische lampen klaar
gemaakt, die het schip buiten boord moes
ten verlichten. Als kenmerken dat het schip
buiten boord geschilderdde Nederlandsche
vlag voorop, lang 15 Meter, en achterop
lang 10 Meter en Katwijk—Rotterdam.
Bovendien liet men de natievlag waaien,
benevens Kantoorvlag en het naamsein.
De tweede stuurman was met twee matro
zen bezig met de lampen, die, aan dek1
staande, de vlag en het naamsein goed ver
lichtten, doch met spieren buiten boord ge
voerd moeten worden om ook den romp
te verlichten. Op de brug stond een uitkijk,
overigens was er niemand aan dek.
Plotseling voelde men een hevigen schok,
en de stuurman zag aan bakboord vóór de
brug een groote waterkolom boven de ver
schansing komen. De olielampen vlogen uit
de beugels, en er ontstond dadelijk brand.
De kapitein en de geheele bemanning
kwamen onmiddellijk aan dekde booten
werden uitgedraaid en afgevierd. De tweede
stuurman ging met negen man in stuur
boordboot, en de kapitein, nadat by eerst zjjn
portefeuille met papieren uit de kajuit had
gehaald, in bakboordboot met twaalf man.
In de hoop, dat het schip nog zou blijven
drijven, bleven de booten eerst in de nabij
heid. Zy zagen toen plotseling vlak by een
duikboot uit het water oprijzen. Nummers
of naam werden niet gezien.
Zy had een rechten voorateven met laag
voorschip, daarna een verhooging, waarop
eenige opstanden, vermoedelijk microscopen,
en daarachter weer een laag achterschip.
Zoowel in het Duitsch als in het Engelsch
werd de duikboot, die op ongeveer 15 meter
passeerde, aangepraaid, doch men ontving
geen antwoord.
Menschen had men niet kunnen onder
scheiden. De kapitein praaide ook noi om
de sloepen naar de Noord-Hinder te slee
pen, doch ook daarvan werd geen notitie
genomen. De duikboot verdween daarop in
de duisternis.
Na omstreeks 20 minuten zonk de Kat
wijk.
De booten roeiden toen naar het licht
schip Noord-Hinder, waar zy achtereenvol
gens omstreeks 2 uur en half drie aankwa
men.
Schepen waren er op het oogenblik vaD
de vamp niet in zicht.
De bemanning heeft niets kunnen redden.
Gelukkig is er niemand omgekomen of ge
kwetst.
Onder de geredde papieren bevinden zich
de bewijzen, dat de lading geconsigneerd
was aan het Nederlandsche goevernement.
Niemand, ook de uitkijk op de brug niet,
heeft vóór den schok iets van de duikboot
gezien of heeft iets hooren praaien.
Een Jubileum.
Vrydag 16 April herdacht de Algemeene
Paarden- en Veeverzekering-Maatschappij,
gevestigd te 's-Gravenhage, Pieter Both-
straat 38, haar 20 jarig bestaan.
Deze Maatschappij werd 16 April 1895 door
den Directeur, den Heer D. P. Linthout te
Zwolle opgericht, terwijl in 1906 de zetel
naar 's-Gravenhage werd verlegd en vanaf
dat tydstip aan den naam der maatschappij
werd toegevoegd: „De Oude Zwolsche van
1895".
Was het destijds voor den Directeur, den
Heer Linthout, een moeilijke onderneming
om een assurantie van paarden en rundvee
op uitgebreide schaal te beginnen, daar be
proefde gegevens totaal ontbraken, zoo toont
de beduidende ontwikkeling, die deze Maat
schappij verkregen heeft, aan, dat eene goede
leidiug heeft voorgezeten.
Uit de navolgende cijfers blijkt, welke
omvang na een 20-jarig bestaan is bereikt:
a. De Maatschappij werkt thans met ruim
1600 Agenten, 12 Hoofdagenten en 2
Inspecteurs.
b. Het verzekerd kapitaal be
droeg per 1 Januari 1915. 6.487.735,—
c. De jaarlyksche premie-in
name bedraagt gemiddeld 260.000,—
d. Aan schadevergoed. werd
tot 1 Jan. 1915 uitbetaald 2.038.005,82
e. Het gestort maatschappe
lijk kapitaal en de reserve,
in Staatspapieren belegd en
by de firma A. v. Deventer
Zn. te Zwolle gedepo
neerd, alsmede de onbe
zwaarde kantoorgebouwen,
stallen en woning vertegen
woordigen een gezamenlij
ke waarde van 123.808,65
f. Gedurende haar 20-jarig bestaan werd nog
nimmer een na-omslag geheven en sedert
16 jaren wordt metuasfepremiön gewerkt.
g. De Maatschappij heeft reeds tal van jaren
de paarden en runderen van den Staat
der Nederlanden geassureerd.
Wij wenschen den Directeur dezer Maat
schappij, den Heer Linthout, geluk met de
door hem verkregen resultaten en hopen
dat zijne Maatschappij een gelijk succes zal
blijven volgen.
VARIA.
Krupp, de Duitsche Wapensmid.
Indien men de Duitsche fabriekstad Essen
bezoekt, zal ieder kind U het kleine huisje
kunnen toonen, waar de stichter van de
firma Krupp, die thans met 80.000 menschen
arbeidt, met 6 man werkte. Thans heeft de
firma haar eigen steenkolen-en ijzermijnen
en kan men zien hoe in de hoogovens uit
giet- en smeedijzer, staal gemaakt wordt.
Zeer interressant is ook het gieten van
blokken nikkeistaai en het bewaisen van
pantserplaten, beide van 80.000 K G. De
afdeeling die het meest bezienswaardig is,
is deze, waar de persen staan met een
drukvermogen van 10 millioen kilogram,
teneinde de platen den gewenschten vorm
te geven. Verder zyn er nog de groote
afdeelingen voor kanonnengietery en voor
het maken van granaten.
De grootste oorlog ter wereld.
Volgens een persoonlijk onderzoek van
de „Matin" bedraagt het front waarop thans
gestreden wordt 2.668 kilometer.
In het westen bezetten de Franschen
870 K.M., de Engelschen 60 K.M. en de
Belgische troepen 28 K.M., totaal 948 K.M.
In het Oosten heeft het Russische front
een respectabele lengte van 1370 K.M. In
het Zuiden strijden de wakkere Serviöis en
Montegrynen over een gevechtslinie van
350 K.M. Men vecht dus, globaal gerekend
op een front van 2.668 K.M.
Nog nooit hebben de gescbiedboeken van
zulk een feit gewag gemaakt.
iDgezonden Stukken.
'Buiten verantwoordelijkheid der Redaotie)
Geachte Redactie!
Onderteekend door een „landbouwer"
uit Stellendam vonden wy in Onze Eilanden
van 10 April jl. een ingezonden stukje
't welk bedoelde aan te toonen dat een ver
hooging van den Hoofdelyken Omslag, te
vinden op het belastbaar bedrag der winst
per Gemet, niet kon omreden er zulke hooge
pachten betaald moeten worden.
Om dat aan te toonen maakt deze land
bouwer gebruik van de pachtsommen,
die men te Stellendam betaalt voor zgn.
meedjes land, welke ieder jaar publiek ver
pacht worden. Heeft men zoo'n meedjeland
gepacht dan is men in het oog van dien schrij
ver onmiddellijk gepromoveerd tot landbou
wer, maar meenen toch dat deze raar op
zou kijken als zoo'n pachtertje hem als col
lega begroette
Laten wy U dan even uit den droom hel
pen en in een paar woorden bepalen wie
landbouwer is en wie niet. „Hy die in het
landbouwbedrijf zijn hoofdbestaan vindt is
een landbouwer
Die pacbtertje8 zyn geen landbouwers
maar meest arbeiders of visschers en worden
ook als zoodanig in den H. O. aangeslagen.
Wy geven overigens toe dat die pachten veel
en veel te hoog zyn maar onze vriend moet
deze cijfers niet gebruiken voor het doel wat
hy beoogt.
Dit schijnt hy ook te begrijpen en daarom
plaatst hij ook niet zyn naam onder zijn
epistel, hetgeen wij niet eerlijk vinden want
voor de waarheid hoeft men niet bang te
zijn. Dat de pachten der groote boeren lager
zijn kunnen wy U aantoonen met een geval
uit uwe gemeente, waar een boer is die een
meed land verhuurt aan zijn arbeider voor
f 90 per gemet terwijl hy zelf f 30 betaalt.
Kom, doet ons nu eens het genoegen en
publiceert ook eens een lystje van de pacht
sommen die door de groote boeren betaald
worden, dan kan ieder oordeelen of dat nu
heusch zulke arme jongens zijn, dat zy geen
26 cent per gemet meer belasting kunnen
betalen.
Wij zyn benieuwd naar uw onderteekend
antwoord.
Dankend voor de plaatsing.
Dirksland. D. POORTVLIET.
Marktberichten.
Ingezonden door Jac. Knoop, Commissio
nair in aardappelen, Tel. 7833, Amsterdam.
Amsterdam 14 April 1915.
Zeeuwsche Bonten
f
3,50
v f
4,20
Zeeuwsche Blauwen
3,50
4,20
Spuische Eigenheimers
3,10
n i>
3,30
Flakkeesche
3,10
3,30
Drentsche
0,-
n n
0,-
Friesche Borgers
2.50
n ff
2,80
Friesche Blauwen
3,30
ff
3,60
Eigenheimer Pooters
2,30
2,50
Blauwe Pooters
2.80
2,50
Bonte
2,30
ff
2,50
Beverwyker zand
Bravo's
6,-
n
7,-
3,40
3,60
3,10
Roode Star
2,90
ff 0
Oude Malta
14,-
15,-
Nieuwe Malta
0,-
Industrie's
n
3,20
340
Kerknieuws.
Predikbeurten op Zondag 18 April 1915
NED. HERV. KERK.
Middelbands, vm. (bediening Heilig Avondmaal) en
'b av. Dankzegging, De. Braining.
Sommeledijk, vm. (bed.JHeilig Avondmaal) en 'aay.
Da. Westrik.
Dirksland, vm. en 's av. Da. Steenbeek.
Melissant, vm. en nm. De. Kroese.
Herkingen, vm. en nm. De. Addink.
Stellendam, vm. en 'e av. De. Hoogendijk.
Goedereede, vm. en nm. De. de Gldle.
Ouddorp. vm. en nm. De. van der Kooij.
Nieuwe Tonge, vm. en nm. Db. Wentink.
Oude Tonge, vm. en 's av. De. Verkerk.
Ooltgeneplaat, vm. en 'e av. De. Lane.
Den Bommel, vm. en 'eav. De. Emmen.
Stad aan 't Haringvliet, vm. en nm. De. Polhuijs.
Langstraat, vm. en nm. de Eerw. heer Hack.
EV AN GELIE8 A TIE GEBOUW.
Middelharnie, vm. en 'eav. De. W. Zij la tra, Herv.
I Pred. te Groot-Ammere,