I iLSDIJK. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD, ZUID-HDLLANDSCHI EN Z1EUWSCHH EILANDEN i nkeii - 'apierhandel MKEN léfoon". HOLLARDSGH OUWCREDIET. Hulp- of schotbank ade Goederen, enz. iureau •DELHARNIS i ontvangen zeer fijne l, Portret-, Ansicht-, es, Inktstellen, Inkt- >eidrukkers, Zelf- ippen, Akten- elen. VOORHANDEN rijf-, Kantoor- en Co- Copieëerpersen en iermachines. Kwi- n-, Huur- enNotulen- iekeningpapier enz. inktsoorten. S dan een •REN. MG te verkrijgen. ET LAGE PRIJZEN. r Schenk, ent der PATHÉFOON. in de bizonder groote MBOEKEN. thuis bezorgd. ii keil - NTOOR ALKMAAR. II. Teletoon 73. CNTSCHAPPEN ENKHUIZEN, Westerstraat 6. 's-GRAYENHAGE, Molenstraat 45. ROTTERDAM, Leuvehaven 107. 16. >urg •aat. )rie Millioen Gulden :st en volgestort f 2.000.000.— E DEPOSIT. ïito rente 3l/z °/o. t 30 September 1914. dieten f 7.258.495.88 - 1.075.809.07 - 292.073.42 jorzitter Do Directio irissen J. F. MOENS. NAVILLE. Mr. M. MOENS ;nt voor Middelharnis en i DER KOOGH IIDDELHASOIO. r het Departement Middel- Isdijk der Maatsch. tot Nut n, verleent onder borgtocht van f 25 tot f 500. moeten geschieden bij den tningmeester KADE, MIDDELHARNIS. ale Levertraan, Haematogen, Soma- (cel Cacao enz. enz. arnis en Omstreken ver- LHOUWER, fcstdljk Middelharnis. ONZE EILANDEN VOOR DB Dit Blad verschijnt eiken Zaterdagmorgen. Prijs per kwartaalf 0,50 Afzonderlijke nummers- 0,05 No. 5 Zaterdag 19 December 1914 22E Jaargang Alle voor de Redactie en Administratie bestemde stukken en Advertentiën worden uiterlijk Vrijdagmorgen ingewacht bij de Administratie te Middelharnis. Prijs per advjrtentiën van 15 regels f 0,50 Iedere regel meer- 0,10 Groote letters naar plaatsruimte. Wegens de Kerstdagen zal ONZE EILANDEN de volgende week NIET verschijnen. Militairen van ons eiland kannen indien zjj bun adres opgeven, GRATIS „VOORUIT!" en ONZE EILANDEN ontvangen. Men gelieve zich op te geven aan de administratie te Middelharnis. Socialistisch Imperialisme. Het sociaaldemocratische Rjjksdaglid Heinrich Peus uit Dessau schrijft in een aitikel het volgende: „In het geval van een Duitsche zegepraal zou ik wenscheD, dat door stichting van een onder Oostenry ka's souvereiniteit staand nieuw Polenrijk en eenige opschuiving van onze Oost-Pruisische grens, onze veiligheid tegen den Russischen kolos voor de toekomst verhoogd werd. Een volkomen souverein Polen zou onmogelijk zijn... Het zelfstan dige klein bedrijf is ook in politiek opzicht niet meer mogelijk. Een dergelijke ontwik keling zou ik in het Westen met Luxem burg, Belgiö en Holland wenschen. Ook deze kleinbedrijven zijn anomaliön (ongewenschte afwijkingen)De nationale staat wordt voor de komende wereld een te kleine een heid. Wij hebben den cultuur-staat, het cultuur-imperium noodigIk stel voorop, dat de Belgen, Luxemburgers en Hollanders slechts in militair opzicht metDuitschland verbonden zouden zijn. De ekonomische en sociale band zou van zelf groeien. Na tuurlijk zou slechts een vrijheidlievende politiek dezen midden-Europeeschen cultuur- bond bijeen kunnen houden. (Een vrijheid lievende politiek op militairen grondslag! Hoe verzint men den onzin Red. O. E.) Ook met Oostenry k-Hongarye moet ons voortaan een nauwere band verbinden; minstens een militaire overeenkomst Zwitserland moet eveneens uitgenoodigd worden, zich bij den midden-Europeeschen cultuurbond aan te sluiten. Indien dat ge schiedde, zou aan Frankrijk nauwelijks iets overblijven, dan ook mee te doen Enge- land's zeemacht kan niet verboden worden, maar aan de ontwikkeling der zeemijnen, torpedobooten en onderzeebooten ten gronde gaan... De groot-iDdustrieel en de groot handelaar, steunend op wetenschap en tech niek worden de meesters der komende wereldIn elk geval moet de politiek der toekomst er op gericht worden, datgene ook na den oorlog door de diplomatie te berei ken, wat ik liefst thans door het zwaard be recht zou zienstichting van een midden- Europeeschen kultuurbond tegen Rusland en ten minste voorloopig ook tegen Enge land, liefst met inbegrip van Frankrijk." Imperialistischer kan het wel niet. Voor de chauvinistische stemming onder de Duitsche sociaaldemocraten is dit artikel teekenend. Buitenlandsch Overzicht. Het belangrijkste feit van deze week is de beschieting van Hartlepool en Scarbo rough op de Engelsche kust door een Duitsch Waarschijnlijk is dit de eerste maal sedert onze De Ruyter de Theems opvoer en onder de bevolkiDg van Engeland'a hoofdstad een paniek teweeg bracht. Zoo erg is het ditmaal, naar de berichten te oordeelen, Diet geweest. Maar welk En- gelsch kustbewoner zal in het vervolg nog rustig slapen? Dit aantasten van den Engelschen luipaard (of althans van diens onderdanen) in zijn bol is een zoo moedige daad, dat zij te allen tijde roemvol vermeld zal blijven in het nog schaars beschreven geschiedboek der jonge Duitsche marine, dat reeds (men denke aan de Emden) zulke eervolle bladzijden bevat. Mag een bericht uit Middlesborough, by Hartlepool, als juist worden aangenomen, dan zouden twee van de drie kruiser, die deze tocht ondernamen, gezonken zyn. Hartlepool schjjnt een versterkte stad te zijn (althans in een der berichten wordt van een fort aldaar gesproken). Van Scar borough is ons in dit opzicht niets bekend. Zyn dit en het kleine stadje Whitby, dat öók beschoten werd, open steden, dan is deze aanval wellicht te beschouwen als een ant woord van de Duitsche marine op het bom bardeeren van Freiburg im Breisgau door Engelsche vliegeniers. Want Freiburg is even eens een open stad, en onmiddellijk na dat bombardement is daartegen van Duitsche zijde, op dien grond, en omdat die stad niet aan het gevechtsfront lag, geprotesteerd. Wat het Westelijk front betreft, van ver schillende punten aldaar is in de laatste dagen eenige actie te vermelden. De Yser komt daarbij de eerepalmder roerigheid toe. Zondag kwam bet bericht, dat een groot gedeelte van den Westelijken oever, waar de Duitschers nog stellingen hadden, door hen ontruimd en door de Bond- genooten bezet was. Hevige aanvallen van de Duitschers ten N.W. en ten Z.O. van Yperen werden met groote verliezen afgeslagen. Den 15en nemen de Bondgenooten zelf het offensief en trachten op de lijn Wytschaete Hollebeke (dus Z. en Z.O. van Yperen) vor deringen te maken. Als een memorabel feit wordt daarbij genoemd een aanval der En gelschen op een bosch by Wytschaete, en het gelukken van hun stormaanval. In de berichten der Bondgenooten worden deze wapenfeiten voorgesteld, als goede vorde ringen ten gevolge hebbend. De Duitsche berichten echter zeggen zij mislukten alle. Deze beweging ten Z. en Z.O. van Yperen schijnt door de Duitschers beantwooid to zyn met een stormaanval uit het Noorden op Yperen, die hun op zware verliezen te staan kwam. Dit wyst er op, dat de aanval der Bondgenooten by Wytschaete Holle beke toch niet zoo heel onschuldig werden geacht. Hoe dit zij, de bestorming van Yperen, die drie dagen aanhield, mislukte volgens de Fransche berichten geheel, kost te den Duitschers 24000 man, en eindigde ten slotte nog met het verlies hunner eigen. Noordwaarts van Yperen gelegen, stellin gen „waardoor de weg naar Rousselaere nu vry is", voegt een Engelsche bericht gever er by. Dat is echter al meer gezegd, en wy zullen nu maar liever afwachten tot de Bondgenooten te Rousselaere van het hoofdkwartier van den Duitschen rechter vleugel bezit hebben genomen, Inmiddels was ook van uit Nieuwpoort een actie op touw gezet, en wel in samen werking met het Engelsch smaldeel, dat voor de kust lag. Van Nieuwpoort uit vielen de Belgisch-Fransche troepen het duinüorp Lorabaertzyde, vlak ten N. van Nieuwpoort aan, terwijl een andere afdeeling St. Georges, het eerste dorp aan den Yser (van Nieuw poort af gerekend) met succes bestookte. De beschieting door de vloot strekte zich nog een uur ten N. van Lombaertzydeuit, nl. tot het dorp Westende. Volgens het Fransche bericht zijn de te- gen-aanvallen der Duitschers tegen de op rukkende troepen der Bondgenooten afge slagen. Volgens het Duitsche bericht haalde de geheele onderneming niets uit, werden zelfs 450 FraDSChen gevangen genomen, en had het vuur der Engelsche vloot geen effect. Bij Alrecht artilleriegevechten, en vorde ringen der Bondgenooten tusschen Armen tières en La Bassée, welke beide plaatsen dus, ondanks anders luidende Londensche en Fransche berichten nog niet in hunne macht zyn. Bij Albert in hetSomme-dal en by Roye (ten N. van de ombuiging van het front in N. richtiDg) druk artillerievuur van beide zijden, en hetzelfde menu bij Soisson aan de Aisne. In Argonne voortzetting van den einde- loozen stryd om het bosch van La Grurie. Men vordert alle dagen, maar wij, arme waarnemers, bemerken er niets van. Maar volgens een Franscb bericht is men nu be zig, aan die vorderingen een vasten on dergrond te geven. Misschien is die vooruit gang dan toch iets meer dan een zeepbel, want deze spat uiteen als hy een vasten ondergrond verkrijgt. Laten wij intusschen afwachten, wat er gebeurt als die onder grond er is. Op de Maasoever worden door het Fran sche geschut twee Duitsche batterijen ver nield, die echter, volgens een Duitsch tegen bericht, zich na die vernieling in uitsteken den toestand bevonden. Een aanval der Franschen van uit Omes, ten N.O. van Ver dun, het zwakke punt in de Fransche stel lingen rondom die vesting, omdat het er het dichst by gelegen is, mislukte volgens daar dichter tegen Verdun opdringen dan door de verdedigers van die vesting kan worden toegelaten, Ten Z. van St. Mihiel beschoten de Duit schers op verren afstand de Fransche Maas vesting Commercey. Daarentegen hebben de Franschen van uit Apremont een nieuwen aanval tegen St. Mihiel beproefd, die echter afgeslagen werd. In de Vogezen deden daarentegen de Duitschers herhaalde maar vruchtelooze aanvallen op het door de Franschen bezette In den Zuidelijken Elzas verloren deFran- s6hen het plaatsje Steinbach dat zy na een dagen langen strijd hadden veroverd. De humor in het Fransche bericht, dat dit ver lies vermeld, zal den lezer ontgaan zyn de vfiand kreeg vasten voet in Steinbach, maar hy is er niet uit kunnen komen. Toch is dit laatste iets meer dan de lach van den boer die kiespijn heeft. Want de Franschen verloren Steinbach wel, maar zy bleven nog in het bezit van een heuvel, vanwaar hun geschut die plaats beheerschte. Maar een Duitsch bericht meldt nu, dat zy na een bestorming van dit punt door de Duitschers, dit óók hebben moeten opgeven. Haagsche Brieven. ccxcv. Evenals in tal van andere plaatsen zyn we deze week in den Haag aan het vergaderen geweest voor den vrede. De lezer make zich niet al te blij, dat dit een voorteeken is voor een spoedige vrede. Een Engelsch liedje zegt: It is a long way toTipperary. Mendels maakte er onlangs in de Kamer een variant opTusschen een wetsontwerp en het Staatsblad ligt een lange weg, zoo kan men veilig aannemen, dat tusschen een meeting van den Antioorlogsraad en den Europeeschen vrede, ook een heel lange route ligt. In de groote zaal vaD den Die rentuin waren Dinsdag 2000 bezoekers op gekomen om naar de uiteenzetting van bet doel van den Anti-Oorlogsraad te luisteren. Vogels van diverse pluimage als sprekers. Mr. Dresselhuys, de deftige secretaris-gene raal van Justitie als uitnemend voorzitter, de geleerde professor Simons endeMaixis- tisch S. D. A. P.sche wethouder van Amster dam, de heer Wibaut. De laatste betoogde o.a. dat ook in deze kapitalistische maat schappij de wereldvrede geen onbereikbaar ideaal behoefde te zyn. Zyn partijgenoot Koomans was het niet met hem eens en verweet den heer Wibaut, dat hy niet in zoo'n Anti-Oorlogsraad hoorde, 't Werd ech ter pas mooi, toen de Visser optrad. De lezer kent dezen heer niet. Wellicht zou hij mee- nen, dat wy den goedigen afgevaardigde van Katwyk, dr. de Visser bedoelen. Hij zou bet mis hebben. Van den gemoedelijken christelijk histori- schen leider verschilt de heer de Visser, dien wy bedoelen, evenwel als een lieftallige vrouw van een nijdige Engelsche suffragette. De Visser, die in den Dierentuin debatteerde, is een debatmaniatie. Het meest gebeten is bij op Troelstra, spreekt deze, dan is de Vis ser op het appel, al zou hy er zyn leven voor moeten geveD. Vergezeld van een escorte S. D. P.-ers bereikt hy steeds, dat er in een vergadering herrie komt, krijgt hy een half uur debat, dan moet hy minstens een uur hebben. Meneer houdt dan een betoog, on geveer in dezen trant (nl. tot professor Simons)„Jij, geleerde bol, weet jy geen weg om tot den wereldvrede te komen Dan zal ik het je zeggen. Ik weet het wel, al ben ik geen geleerde bol. Laat geen enkel parle ment de oorlogscredieten goedkeuren. Zorg dat enkel S. D. P.-ers gekozen worden en er komt geen oorlog meer." Stampend, klappend en brullend applaus van de S. D. P. sche lyfwacht. Is de tijd van meneer de Visser om, dat weigert hij regelmatig op te houden. Zoo ook in den Dierentuin. Maar ach, een snoode politieman trok hem bij de beenen van het podium. Gevolg, een kloppartij in de meeting van den Anti-Oorlogsraad. Vredes- vrienden, die gaan bakkeleien op een Vredes- betooging. Verwijdering uit de zaal van de Visseriaansche garde. It is a long way van den Dierentuin naar den vrede. Bewy'st het gebeurde echter niet, dat wij met de openbare vergaderingen hoog noodig B*/iU6oii xo, ixjioiun-xo .vigoijo een anderen weg moeten inslaaan? Vry een Duitsch bericht. De onderneming mis- debat. Het uitzicht op het hanengevecht, lukt of niet, toont aan, dat de Duitschers dat deze woorden het publiek annonceeren, is de attractie voor een vergadering. Velen komen zelfs pas naar de bijeenkomst, tegeD den tijd, dat zy vermoeden, dat het debat zal beginnen. De meest ongeoefende debater, de eerste, de beste herriemaker mag het woord nemen. Is de spreker niet zeer slag vaardig of is by niet aan het rumoer eener volksvergadering gewoon, dan is er alle kans, dat zyn goed bestudeerd betoog ver loren gaat voor de hoorders door het gebrul van een gelegeDheidsdebater. Debat is uit muntend, als een weionderlegd tegenstander zakelijk den inleider bestrijdt. Doch de in druk, die de meetings in de stad vaak maken, is waarlijk geen verheffende en een vereeni- ging als de Anti Oorlogsraad deed zeker verstandig alle debat op haar openbare bijeenkomsten uit te sluiten. Weert men een of tweemaal de ongewenschte debaters, dan is de aardigheid er voor zulke liefheb bers al spoedig af. Het Le6tiing8ontwerp is er door, zooals de lezer weet. Men lette nu eens op, hoe de inschrijving op deze leening zal meevallen, 't Zou me niet verwonderen, als zy een paar malen werd volteekend. Opmerkelijk is, dat nu reeds circulaires voor buitenlaDdsche stellingen worden ver spreid, waarin wordt vermeld, dat deze lee ning ook door het buitenland gretig zal worden genomen. Het zal wel blyken dat minister Treub te zwartgallig was, toen hij als een stok bij de deui een gedwongen leening naast de vrijwillige stelde. Uit de Memorie van antwoord op hoofd stuk V blijkt, dat de heer Cort van der Linden niet voornemens is aan den aandrang yan vele leden der Kamer toe te geven om onder- wijssubsidies alsnog op de begrooting te brengen. Wij betreuren het zeer dat juist op de volksontwikkeling Ibezuinigingen zijn getroffen. De toezegging van den minister, dat hy onmiddellijk na den Vrede, deze zaken weer zal aanvatten, geeft intusschen hoop, dat het uitstel slechts zeer kort zal zyn. De Kamer zal nu wel voor Kerstmis met de begrootingen klaar komen. De rechte Animo is er in de Kamer niet en dat is begrijpelijk. Het staat er naar, dat de Ka merleden iu de eerste weken weinig of niets te doen zullen hebben. Menig hunner zal dat nu juist niet zoo onaangenaam Yinden Uit de Tweede Karuer. Nu besloten was, dat bij hoofdstuk I geen algemeene beschouwingen over de Staats begrotingen zouden worden gehouden, liet het zich aanzien, dat de Kamer zeer spoedig door haar werkzaamheden zou heenkomen. De voorzitter bad zelfs hoop, dat Dinsdag middag hoofdstuk IV (Justitie) nog zou klaar komen en een avondzitting niet noodig zou zyn. Al ras bleek hoe ijdel die verwachting zou zyn. Na een korte bespreking vaneen noodwetje betreffende de bevordering van zeeofficieren, ging de Kamer in comité ge neraal ter bespreking van huishoudelijke aangelegenheden. In de openbare zitting ging hoofdst. I zonder bespreking onder den voorzittershamer door, terwylbyhoofdst.il de H.H. Bichon van IJselmonde enKleere- kooper hun hart luchtten over de ridderordes. Hoofdstuk IV leidde tot een zeer wydloopig betoog over premieloteryen tusschen de H.H. Van Raalte en Mendels. De heer v. Raalte bepleitte wetswijziging om ondernemingen als Lotisico de Tijdgeest enz. te beter te kunnen bestrijden. De Heer Mendels was het daarmede niet eens. Hij acht die premie loterijen niet zoo'n groot gevaar. Het is niet zoo heel erg als den kleinen man een kansje wordt geboden, om iets te wagen. De heer de Jong besprak woekercontracten en woekerpractyken. Hy toonde met krasse voorbeelden aan, hoe juist in dezen noodtijd het woekerbedryf een vruchtbaar terrein vindt. Z. i. moeten woekercontracten bij de wet nietig verklaard worden en woeker moet strafbaar worden gesteld. De heer Beumer bepleitte een algemeene regeling waardoor overal bordeelsluiting kan plaats hebben. De heer Terspill was Dinsdagmiddag de laatste spreker. Na een pleidooi voor her vormingen van algemeenen aard, besprak hij de vervolgingen in den jonsten tijd naar aanleiding van drukwerk, geschriften en portretten en maande tot groote voorzich tigheid aan. In de avondvergadering antwoordde de minister in een flinke rede. Hy zette de lote rijkwestie zeer uitvoerig uiteeD. Hy achtte den tyd nog niet gekomen om nieuwe wettelijke maatregelen te overwegen, omdat onlangs de Hooge Raad een zeer vèr strek kende uitspraak heeft gedaan en wel deze, dat elke zaak waarvan het wezen een loterij is, tot de verbodene behoort. Door dit arrest toch zal wellicht aan het loterijbedrijf een einde kunnen worden gemaakt. Voor de rechtpositie der ambtenaren, waarover de heer Ter Laan (Rotterdam) sprak, wordt een Staatscommissie ingesteld. Bij de artikelen der begrooting werd be trekkelijk weinig meer gesproken. De heer van Sasse van IJselt besprak de positie der marechaussee's in den mobilisatie-tijd, ter wijl de heer de Jong op bezuiniging by de uitvoering der kinderwetten aandrong en in het licht stelde, dat opzending naar een tuchtschool voor enkele dagen niets kan uitwerken. De minister was het daarmede volkomen eens en stelde een reorganisatie van de tuchtscholen in uitzicht. Zonder stemming werd de begrooting aan genomen. Woensdag kwam de plaats gehad hebbende minister-verwisseling in het kabi net ter sprake, zooals men weet is bij het vertrek van minister Treub van Landbouw, Handel en Nijverheid de afdeeling verzeke ring medegegaan naar Financien. Daartegen zijn in het voorloopig verslagcheel wat be zwaren gemaakt. De antirevolutionaire paladijnen Rutgers en Beumer traden in het kryt. Voor den heer Beumer was het weer een sappig, staatsrechterlijk kluifje. Ettelijke uren werden aan de staatsrechterlijke, juridi sche en andere overwegingen besteed, die de getrouwen van dr. Kuyper hadden laten hooren. In de middagzitting bracht de heer Albar- da ter sprake, hoe onwillige gemeente besturen (hy noemde o.a. Enschede en Lon- neker) weigeren tijdelijke werkloosheids- fondsen in te stellen, waardoor de arbeiders door hun vakorganisatie's de noodige uit- keeriDg kunnen krijgen. Tevens drong by krachtig op verhooging der steunuitkeerin- gen aan. Veel troost gaf minister Treub hem niet. Het ontwerp werd ten slotte zonder hoofdelijke stemming aangenomen. By hoofdstuk III (Buitenlandsche Zaken) sprak het eerst mr. de Beaufort. Deze begon met hulde te brengen aan minister Loudon voor zyn beleid, waardoor onze neutraliteit is gehandhaafd geworden. Hy zet daarna uitvoerig uiteen, hoe in de toekomst de mogelijkheid om den oorlog te voorkomen aan nauwkeurige studie moet worden onder worpen. Als een conflict tusschen twee mogendheden dreigt, behoort onmiddellijk een commissie werkzaam te worden gesteld om te trachten het conflict te voorkomen door onderzoek van de zaak. Haügende dat onderzoek, moeten debetrokken mogend heden zich dan verplichten geen oorlog te beginnen. De heer Knobel critiseerde na een hulde aan den minister, dat het Parlement niet genoeg op de hoogte van den toestand wordt gehouden door het departement van Buitenl. Zaken. Hy vraagt inlichtingen over onzen gezant te Parijs. Donderdag zet de spreker zyn betoog voort. SCHETSEN UIT DE RECHTZAAL. „'t Gas." Ze zaten te wachten. Pa trommelde met j vingers op de tafel tuurde al maar naar één punt aan den muur. De lippen styf opeengeklemd, wenkbrauwen gefronsd. Men hoorde het snuiven van z'n neus, waar de gejaagde, angstige ademing doorging. Moe dribbelde heen en weer, doende alsof ze bezig was. Een voorwerp verleggend en het dan weer op z'n oude plaatsdeponeerend. En Juul ijsbeerde door de kamer-Van raam naar buffetje, vice-versa. Dan voor den spie gel staande kwasi iets aan d'r haar beschik kend. Er werd niet gesproken... Vóór Pa lag bet briefje, met den eersten post ont vangen. Het alleruiterste middelZe hadden elkaar uitgelachen, toen moe erover sprak. Jawel, oome-Toon zou helpen. Oome Tood, die ze voor die vijftien pop niet met rust had gelaten. Pa op straat, op 't kantoor, op de tram in een cafó overal had ge maand. In het café waar pa een kwast zat te drinken, dood-op van al zyn zorgen en zwoegen op den schouder had getikt. Met een Zoo-zoo Jan, dit doet me plezier.'t Zit er dus nou weer an, hè Alsof pa panje zat te hyschen... Ja, oome-Toon zou helpen. „Mensch", had pa

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1914 | | pagina 1