LSDIJK. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD, ZÜID-HOLLANDSCHE EN ZEEUWSCHE 11III lemnx ïfoon". leanx OLLAUDSGB ÜWCREDIET. oek- en Papierhandel yinteravonden. n en Teksten !|IEPfliHfltfiNilBi95inp Ie Goederen, enz. 3KB pierhandel reau JELHARNIS Intvangen zeer fijne easot Portret-, Ansicht-, Inktstellen, Inkt- idrukkers, Zelf jen, Akten- jvoort. feooalsHoepla- of Noordpool, Kogel- froolijke Rarekiek, let Belegeringspel, achten, Snip Snap- vliegende tes de Correspon- j en klep. 3 dan een U£N. te verkrijgen. LAGE PRIJZEN. Schenk, I der PATHÉFOON. Jde bizonder groote tOEKEN. bis bezorgd. MOR ALKMAAR. Telefoon 73. TSCHAPPEN: ENKHUIZEN, Wester straat 6. 's-GRAVENHAGE, Molenstraat 45. Lt. ROTTERDAM, I) Leuveliaven 107. Ie Millioen Gulden en volgestort f 2.000.000.— DEPOSIT. o rente 3l/2 °/o 10 September 1914. eten f 7.258.495.88 ...- 1.075.809.07 I - 292.073.42 sitter De Directie ssen J. F. MOENS. .VILLE. Mr. M. MOENS voor Miödelliarnis en DER KOOGH mnFL.gaAR.ivis. IVERTENTIE BUREAU ISO - MIDDELHARNIS ;en keurige sorteering If te borduren, lijst ruim voorhanden, melend, AN DER SCHENK. Agent dor PATHÉFOON. ONZE EILANDEN VOOR M Dit Blad verschijnt eiken Zaterdagmorgen. Prijs per kwartaalf 0,50 Afzonderlijke nummers- 0,05 No. 3 Zaterdag 5 December 1914 22E Jaargang Alle voor de Redactie en Administratie bestemde stukken en Advertentiën worden uiterlijk Vrijdagmorgen ingewacht bij de Administratie te Middelharnis. Prijs per advortentiën van 15 regels 0,50 Iedere regel meer- 0,10 Groote letters naar plaatsruimte. Militairen van ons eiland knnuen indien zjj hun adres opgeven, GRATIS „VOORUIT!" en ONZE EILANDEN ontvangen. Men gelieve zich op te geven aan de administratie te Middelharnis. Het Leeningsontwerp. De zeer krachtige oppositie, die zich blij kens het voorloopig verslag betredende het Leeningsontwerp, in de afdeelingen der kamer heeft doen hooren, heeft er toe geleid, dat minister Treub tot enkele concessie's is overgegaan. Wij ontleenen aan het voorloopig verslag het volgende „De commissie gaf den Minister in over weging de heffing van opcenten in het wetsontwerp enkel voor de eerstvolgende drie jaren voor te schrijven en in art. 38 te lezen, dat voor 1 Januari 1917 een voor stel van wet zal worden ingediend ter bepaling of na die driejaren de heffingen, (in de artikelen 34 tot en met 87 bedoeld (nl. de opcenten) bestendigd, herzien of door eene heffing in eens of op aodere wijze vervangen zulllen worden. De minis ter verklaarde zich bereid het wetsontwerp in dien zin te wijzigen." De minister verklaarde zich na overleg der commissie bereid de opcenten op den „geslachtaccijns, de invoerrechten en de suc cessierechten uit het xoetsontwerp te doen vervallen". In verband hiermede zal hij voorstellen de opcenten sp de vermogens- en bedrijfsbelastingen op een hooger be drag, denkelijk op 33, te bepalen. Wij erkennen, dat dit concessies van betee- Dis zijn, doch wjj blijven van meening, dat de minister verder heeft te gaan. De rente voet van 5% is te hoog en de bedenkingen, die de minister tegen verlaging aanvoert, hebben ons aller minst overtuigd, dat het niet anders zou kunnen. Bovendien blijven er overwegende bezwa ren bestaan tegen voorgestelde opcenten met name die op de Grondbelasting en op de Personeele belasting. Wanneer de minis ter zich er toe bepaalde tot 1916 alleen de rente der leening te vinden en de eerste af lossing der leening pas in 19181ietplaatsheb- ben, zouden de opcenten op personeel en grondbelasting kunnen vervallen. Wjj zien niet in, waarom er zoo groote bezwaren tegen zouden zijn, de aflossing pas in 1918 te beginnen. Te meer niet, omdat dan juist voor de aflossing oyer de dekkingswyze definitief zal zijn beslist. Den minister zal zeker hulde gebracht worden, dat hy zich tot concessie's bereid verklaarde, doch hier is op zyn plaatsDank baar maar geenszins voldaan. Er zal getracht moeten worden het ontwerp nog veel te ver beteren, en daarin zal de kamer zeker niet achterwege blijven. Buitenlandsch Overzicht. Er valt een onmiskenbare herleving van den strijd op het Westelijk front waar te nemen, en het geloof wint veld, dat een der pogingen tot doorbraak, die naar verschil lende oorlogscorrespondenten melden, door het Duitsche hoofdkwartier worden be raamd, Atrecht (Arras) en omgeving zal gelden. Daarmee is evenwel het nieuwe plan van aanval nog niet compleet. Ook in Ar- gonne zou de Duitsche generale staf een doorbraakpoging op het oog hebben, en desgeljks bij Reims. De berichtgever van den Berner Bund, die een grooten storm loop op één tijdstip over de geheele lyn van Bazel tot Nieuwpoort verwachtte, zou dan bijna in het gelijk gesteld worden. Bet onderscheid is, dat de lijn van aanval, die hij' zich dacht als één doorgaande streep, of wellicht als een stippellijn, volgens de bovenbedoelde berichten een afgebroken linie zou wezen, bestaande uit vijf stukken, nl. Ie. Nieuwpoort—Yperen, 2e. Ryssel— Atrecht, 3e. Berry au BacReims, 4e een stuk van Argonne, en 6e een moot ergens aan de Maas. Van dit laatste weten wij vrijwel niets, en men kan hoogstens veronderstellingen maken. Er zijn nl. twee punten aan de Maas die, als het dan gebeuren moest bijzonder in aanmerking zouden komen voor zulk een onderneming, en wel Verdun en St. Mi- hiel. Rondom Verdun is op grooten afstand door de Fransche stellingen een tot nog toe veilige cirkel getrokken, veilig omdat de straal groot genoeg is om het zware Duitsche belegeringsgeschut te beletten de vesting te beschieten. Die veiligheid is echter slechts zóó lang verzekerd, als de Franschon den afstand kunnen bewareneen doorbreking van hun front, van dien aard, dat de Duit sche artillerie de vesting onder vuur zou kunnen nemen, zou den stand van zaken belangrijk veranderen. Het tweede punt is by St. Mihiel op den rechter Maasoever dat nog in het bezit der Duitschers is. Er tegenover ligt het dorp Chauvoncourt, waarom zoo verbitterd is ge streden en dat de Duitschers slechts konden behouden door een stuk er van te onder mijnen en op te blazen, nl. het deel waar de kazernes stonden, die de Franschen had den bezet. De Duitschers bezitten sindsdien het naar de Maas gekeerde deel van Chau voncourt, en de Franschen het deel, dat onder het bereik ligt van het geschut in het Fransche fort Les Paroches, eveneens op den linker Maasoever. Hoewel het bezit van St. Mihiel den Duitschers een prachtig steunpunt voor een doorbraak verschaft, hebben al de gevechten, die hier geleverd zyn, ons reeds geleerd, dat dat dan toch in elk geval niet gemakkelijk zal gaan. Nu de positie in Argonne. De strijd wordt hier voornamelijk gevoerd in het hartje van het Argonnewoud, d. w. z. in het eigenlijke bosch, en wel iD het ge deelte tusschen Varennes en Ville sur Tour-, be (op den linkeroever van het deel van de Aisne, waar deze in de richtiDg Z. N. loopt). De bosschen liggen voornamelijk tusschen de Aisne en zyn takje de Aire. In die buurt ligt het Bois de la Grurie, en veelvuldig genoemde punten als Four de Paria, Vienne la Ville, Vienne la Chateau, enz., waar reeds herhaaldelijk gevochten is. Hier liggen de stellingen dicht bij elkaar en men heeft zich tegen overvallen behoed door allerlei geïmproviseerde „doode-weer-middelen" als prikkeldraad, scherp gepunte stokken en bajonetpunten, die boven den grond uit steken, enz. Tusschen Reims en Berry au Bac ligt een heuvelterrein. Herhaaldelijk zyn allerlei punten ten O. van den straatweg die tus schen deze beide plaatsen ligt, van bezetting verwisseld, bv. Brimont, Sapigneul enz, Verder Noordwaarts ligt aan dien weg het veelbestreden Craonne, van waar juist he dennacht gemeld wordt, dat tusschen die plaats en het 20 K. M. ten W. daarvan ge legen Vendresse een hevig bombardement werd gevoerd tusschen de wederzydsche artillerie. Wat 't gedeelte tusschen Atrecht en Rys- sel betreft, daar is in de laatste dagen een voortdurende actie te constateeren in de buurt tusschen La Bassée en Lens, twee plaatsen waaiover verschillende groote we gen loopen, die naar de kust, Boulogne bv., voeren. Zoo is daar lang gestreden om hst plaatsje Vermelles en een daar liggend kas teel en park met eenige huizen er om heen- Arras zelf is zoo dikwijls en zoo hevig ge. bombardeerd, dat de inwoners gevlucht zyn. En ten Z. van Arras is de eer van een bombardement ten deel gevallen aan het kleine plaatsje Fay (ten Z. W. van Péronne), dat herhaaldelijk in de telegrammen wordt Ook tusschen Yperen en Nieuwpoort staat de stryd niet stil. Om Bixschoote (tusschen Yperen en Dixmuiden) wordt nog steeds ge vochten. Het laatste nieuwtjejaangaande den strijd der Duitschers tegen de inundatieais het aanvoeren van massa's boomstammen, die men blijkbaar in het water wil werpen om daarover, misschien na de tusschenruim- ten met grint en zand (die men desgelijks In groote massa heeft aangevoerd) te heb ben aangevuld, droog den overkant te be reiken. In elk geval blykt uit de berichten, die in het bovenstaande aan de hand der kaar ten nader zijn toegelicht, wel voldoende, dat de strijd binnenkort een nieuwe phase zal intreden. Het zal dan waarschijnlijk van de zijde der Duitschers worden nu of nooit I Maar het is ook volstrekt niet onmogelijk, dat de bondgenootan, door nieuwe aanvoe ren uit Engeland versterkt, hem daarmede vóór zijn, en het offensief nemen voor de Duitschers gereed zijn Het Russische blad Rjetsj houdt een be schouwing over den krijgskundigen toestand in Polen, die ons lezenswaard voorkomt. Het blad begint met de opmerking, dat met het lot van de Duitsche troepen tus schen Weichsel en Warthe, het lot van het Duitsche en het Oostenryksche leger, ja dat van het Duitsche en Ooatenrijksch-Hon- gaarsche rijk, ten naaste verbonden is. De taak van de Duitsche en Oostenryk sche legers is hier meer dan ooit om den vy'and den weg naar Berlijn te versperren. De taak van het Duitsch-Oostenrijksche leger is, om, zoo het al niet overwint, zoo veel mogelijk tyd te winnen, die noodigis om de operaties op het Westelijk oorlogs terrein voort te zetten en ook om het Oos tenryksche leger te reorganiseeren en te versterken. Het blad meent dat er tusschen Weichsel en Warthe 12 Duitsche legercorpsen staan, te weten vyf van generaal Mackensen, twee van het achtste of Oost-Pruisische leger. Daarbij is het heele leger von Hindenberg, bestaande uit vyf legercorpsen, genoemde strijdkrachten te hulp gekomen. Als deze berekening van de Rjetsj juist is, zijn de Duitschers op dit front vrij ge ring in aantal. Immers, volgens de berich ten van den Russischen staf, strekt het front zich uit van het station Zdunskawola (ten Oosten van Sieradz), loopt Noordoostelijk over Szadek Zgiers, Strykow en Glowno en buigt vervolgens om naar het Noorden, on geveer tot Plock. Dat front is dus meer dan 160 KM. lang. Daarby moet men nog in aanmeiking nemen, dat, tengevolge van de moeilijke positie waaruit zich twee vooruitgeschoven legercorpsen van het centrum hebben moeten worstelen, daarin door andere leger korpsen, die hen te hulp waren gesneld, bijgestaan, in het centrum thans het Duit sche front naar verhouding sterker zal wezen dan op de vleugels. Een en ander doet ons besluiten, dat als de Rjetsj gelijk heeft (en als het blad de sterkte van den vijand zou onderschatten, zou het daardoor een uitzondering op den regel maken), de Duitschers op dat front betrekkelijk zwak zyn. De Rjetsj vertelt dan verder, dat twee Duitsche legercorpsen, die naar Bree zyn vooruitgeschoven, door het optreden van nieuwe strijdkrachten in een hoogst gevaar lijke positie kwamen. Zy werden, zooals de generale staf heeft gemeld, van alle kanten in het nauw gebracht. Zy worden bijna geheel omsingeld. Alleen naar het Noorden bleef een opening, die steeds nau wer werd. De Rjetsj geeft dan toe, dat die legercorp sen nochtans aan die omsingeling zijn ont snapt. Dit is de Duitschers, zegt het blad, op de volgende wyze gelukt. Zy zonden door die opening nog twee legercorpsen, zoodat er nu vier corpsen bin nen den nauwer wordenden ring stonden. Maar wat voor twee corpsen een hachelijk pogen scheen, gelukte aan vier. Zij braken naar het Noorden door, zij het dan ook met verlies van kanonnen en manschappen. Haay8che Brieven. CCXCIV. In den gemeenteraad is verleden week bij een voordracht tot benoeming van een hoofd van een burgerschool de wethouder leelyk in het ongelyk gesteld. Het is meestal de gewoonte geweest, dat hoofden van ge wone scholen werden voorgedragen als zy de noodige taalacten hadden, voor het hoofdschap van een burgerschool. De wet houder heeft geprobeerd dit te veranderen en de candidaten eerst een examentje te laten afnemen. Dat bracht de Haagsche hoofden in actie. Ongehoord, dat een school hoofd nog eens zoo'n verhoor, dat goed is voor een ondermeester, moet ondergaan. By een voordracht voor een burgerschool kwam de kwestie in den Raad er onder leiding van den oud-wethouder van Onder wijs Van Sandick werd door den Raad uitgesproken, dat zij het met den wethouder niet eens was. Die beslissing kan men onverstandig achten, doch toen ze eenmaal was gevallen, had de wethouder verstandig gedaan zich by bet met groote meerderheid uitgesproken votum van den Raad neer te leggen. Hij deed dit niet en kwam in de laatste Raadsvergadering met een voor dracht, waar geen Haagsche hoofden op stonden. De Raad kwam, wat te begrijpen was, in verzet en zond de voordracht terug. De heer Verbroeck leed echec. Het schijnt dat hy zich in een andere zaak al even weinig stoort aan de meening van den Raad Er zal in de residentie een inspecteur voor het onderwijs worden benoemd. Die nieuwe functionaris moet de adviseur van den wethouder worden. Hy moet daarom op de hoogte zijn van Haagsche schooltoestanden en zoowel het Lager als het Middelbaar onderwijs kennen. Zeer terecht is er dan ook indertijd in deD Raad op aangedrongen dat de te benoe men inspecteur uit Haagsche schoolmannen zou worden gekozen. En thans komt de wethouder met een aanbeveling, waarop alleen twee personen van buiten staan 1 Het lijkt wel of die aanbeveling met opzet zoo is gemaakt om te voorkomen dat een Hage naar zou worden gekozen. Had toch een Haagsche schoolman op de aanbeveling ge staan, dan zou er veel kaDS zyn dat de Raad dien koos. Ook over deze kwestie zal in den Raad als de benoeming aan de orde komt, nog wel menig woord gewisseld worden. Op het Binnenhof zijn de juristen aan het genieten. De heer Mendels heeft een wetsontwerp ingediend, strekkende om uit zettingen wegens huurschuld zooveel moge lijk te voorkomen. Juridisch zit dit ontwerp naar het schynt niet al te best in elkaar en de heeren juristen kluiven er dan ook met een onverzadelijken eetlust aan. Yeel kans neeft het wetje, vooral na de verklaring der regeering, dat zy nauwlettend den toe stand nagaat, niet en als deze brief ver schijnt ia het zoo goed als zeker al verworpen geworden. Van veel meer belang dan dit ontwerp, is de wet, die Dinsdagmiddag a.s. in behandeling komt nl. de leening. Gelukkig begint minister Treub water in zyn wijn te doen en heeft hy op enkele punten reeds toegegeven aan de zeer sterke bezwaren die tegen zyn allerongelukkigst leeningsplan in de afdeelingen der Kamer zijn gemaakt. Doch we zijn nog lang niet waar we wezen moeten. Er zal nog heel wat ver anderd moeten worden, eer men zal zeggen, dat er een niet al te slechte voorziening in de behoeften der schatkist wordt getroffen. Wanneer dit jaar de begrootingen moeten worden behandeld, is voor ieder een raadsel. Het leeningsontwerp zal minsteDs een ge heele week vorderen. Van verschillende hoofdstukken der Staatsbegrooting zyn zelfs de voorloopige verslagen nog niet versche nen. Dan moet nog een Memorie van Ant woord volgen en men kan dus wel op duim en vinger natellen, dat de behandeling der begrootingen ditmaal weer verover Nieuw jaar zal heen reiken. Zelfs al toomt de Kamer de praatlust in, dan nog is er geen kijk op afdoening voor Kerstmis. Er zyn bovendien tal van zaken, die men maar niet onbespro ken kan laten bv. Lotisico. Het wetje, waar bij wordt bepaald, dat de lichting, die in Augustus jl. naar huis had willen gaan, onder de wapenen zal blijven, zal ook nog al eenige discussie uitlokken nl. over de noodzakelijkheid tal van middenstanders, voor wie verdere onttrekkingaan hun zaken den ondergang beteekent, met verlof te laten gaan. Het is dan ook wel wat kras dat aan verschillende ambtenaren verlof is verleend onder het motief dat zy „Onmisbaar" waren (elke ambtenaar is blijkbaar Onmisbaar!) Doch dat aan zakenmenschen dit verlof constant wordt geweigerd, De vragen, die de h eer Duymaer van twist over het ver leenen van verlof heeft gedaan, zullen in anderen vorm in de Kamer weer te berde komen. Er moet hierop iets gevonden wor den en zonder twijfel zal de aandrang uit de Kamer dan ook sterk zyn. Tal van Belgische vluchtelingen verblij ven nog altijd in den Haag. De enorme oorlogsschatting die de Duitschers thans aan Belgiè hebben opgelegd, zal juist de vermogenden weerhouden terug te keeren en daarin kan men ze geen ongelijk geven By de zeer strenge bepalingen, die de Duit schers in de laatste dagen treffen, zal de uittocht van vluchtelingen wel spoedig ge heel ophouden en het is den menschen niet kwalijk te nemen, dat zij er zich niet aan wagen hun vaderland weer op te zoeken, waar gevangenneming hen elk oogenblik dreigt. We zullen de Belgische loge's dan ook nog wel ettelijke maanden gastvrijheid moeten bieden I SCHETSEN UIT DE RECHTZAAL. „In Observatie". Sinds een zestal weken was zij veranderd 8 het blad van een boom, wanneer de jaargetijden gaan wisselen En zy hadden elkaar op het „atelier" aangestooten er was geginnegapt en gegicheld, gespot met de metamorphose, die Lina had ondeigaan. Op een Maandag-ochtend was ze gekomen met een roos, een hel-roode, op haar blouse. En haar kapsel heel-anders opgemaakt dan vroeger. Er schitterde iets in haar grijze, diöp-liggende oogen. Er gloeide een blosje op haar vale, magere wangen. Ze hadden haar aangekeken met verbaasde, scherp-speuren- de oogen de andere meisjes. Totdat een van de zes, die zaten te werken in het som bere, muffe achterkamertje 't uitproestte. De honende schip pende lach had een wraak- trek gebracht op Lina's gelaat. Want ze begreep. Maar toch genoot zy van de spot ternij. En ze had gehoord, dat de mooiste van de zes de dikke Marie met haar glanzende) blonde haren en het fijn geteekende wip neusje, fluisterde van„Ze is bepaald ver kikkerd, hoorWaarop de meisjes van het atelier opnieuw ginnegapten. Maar zij vond het eigenlijk heerlijk. Op een middag was hij gekomen in de bovenvertrekken van het magazijn, waar ze werkten met den zoon van mevrouw. De lange, slanke meneer met de blonde knevels en de goedige toch fiksch energieke blauwe oogen. Zoo'n echte meneer IHij had tegen haar geglimlacht. En was even by haar de magere, Lina - blijven staan. En zyn sterke, blanke hand getracht dicht bij de hare kwasi iets willend bekijken van de stof, waarmee zy bezig was. Zoodat hun vingers elkaar hadden aangeraaktMe neer Han zoon van mevrouw had gezegd „Zeg, amice, geen aardigheidjes hoorEn zeker niet met de „riche héritière" van de zaak, hè Waarop bezoeker geweldig vroolijk was geweest. Maar toch den blik van zijn scherp-observeerende oogen wat langer had laten rusten op het werkmeis je„Riche héritière"?Wat bedoelde men daarmee En Lina had daarover gedroomdlang gepiekerd. 'tWas eigenlijk een „reuzenmop". Maar 't kwam hierop neer, dat, toen ze pas op het atelier kwamIn haar schamel, sjovel jurkje. Zonder dat zij alsdeanderen een dubbeltje had, om by haar twaalfuurs- boterham een kopje cacao of zoo te Demen Terwijl de meisjes spotten over haar twintig maal gewasschen handschoenen, haar on eindig vaak gerefationeerd hoedje, haar gelapte schoenen Dat zy, Lina, toen eens om er van af te komen in mal-dolle roes bad gefanta seerd Van het geld, dat haar vader, een vrek, bezat. Van het fortuin dat ze nog te wachten had O, jó, wel genoeg om tien magazijnen als „De gouden Duif" te koo- pen IWel vijftien. Wanneer ze wilde, wel dadelijk, op stel en sprong. Dan kon Lina meesteres van de zaak worden. Mevrouw zou wat graag, onder zulke condities, bet magazijn overdoen. En dat was geen gek heid Dat kon ze bewijzen 1 Lina in de roes van haar fantaseeren, loog verder. Eerst hadden de kameraden naar haar geluisterd met ongeloovige gezichten. Met oogen als Is het haar nu heelemaal in d'r bol gesla gen Maar ze had verder veiteld. Hoe Pa eigenlijk aan zyn geld was gekomen. Ze waren dood-bloed straatarm geweest. Er waren dagen dat ze geen dubbeltje voor brood hadden. Totdat die oom Sander in Chicago was gestorven. Dat had Pa doodstil gehouden. Eigenlijk was Lien de univer- seele erfgename, begrijpen jelui-wel Maar pa had haar „stukken laten teekenen" Wist ze veel van „stukken" En daardoor had pa macht gekregen om te beschikken over allerlei vaste-en andere eigendommen. Maar er waren nog weer andere stukken. Toen Lien in de gaten kreeg dat pa haar exploiteerde, had ze geweigerd om verder te teekenen. En dat stapelde zich nu op en duizenden en duizenden Zy wist zelf niet, hoeveel fortuin ze eigenlijk wel bezat. Binnenkort zal 't wel aan den dag komen Op zekeren dag had de „patronne" die op dit oogenblik zeer goed geld kon gebrui ken haar op „het kantoor" geroepen. Er was geconfereerd. Druk geredeneerd Tot een resultaat was 't niet gekomen.

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1914 | | pagina 1