LSDIJK.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD,
ZÜID-HOLLANDSCHE EN ZEEUWSCHE 11III
lemnx
ïfoon".
leanx
OLLAUDSGB
ÜWCREDIET.
oek- en Papierhandel
yinteravonden.
n en Teksten
!|IEPfliHfltfiNilBi95inp
Ie Goederen, enz.
3KB
pierhandel
reau
JELHARNIS
Intvangen zeer fijne
easot
Portret-, Ansicht-,
Inktstellen, Inkt-
idrukkers, Zelf
jen, Akten-
jvoort.
feooalsHoepla- of
Noordpool, Kogel-
froolijke Rarekiek,
let Belegeringspel,
achten, Snip Snap-
vliegende
tes de Correspon-
j en klep.
3 dan een
U£N.
te verkrijgen.
LAGE PRIJZEN.
Schenk,
I der PATHÉFOON.
Jde bizonder groote
tOEKEN.
bis bezorgd.
MOR ALKMAAR.
Telefoon 73.
TSCHAPPEN:
ENKHUIZEN,
Wester straat 6.
's-GRAVENHAGE,
Molenstraat 45.
Lt.
ROTTERDAM,
I) Leuveliaven 107.
Ie Millioen Gulden
en volgestort f 2.000.000.—
DEPOSIT.
o rente 3l/2 °/o
10 September 1914.
eten f 7.258.495.88
...- 1.075.809.07
I - 292.073.42
sitter De Directie
ssen J. F. MOENS.
.VILLE. Mr. M. MOENS
voor Miödelliarnis en
DER KOOGH
mnFL.gaAR.ivis.
IVERTENTIE BUREAU
ISO - MIDDELHARNIS
;en keurige sorteering
If te borduren,
lijst ruim voorhanden,
melend,
AN DER SCHENK.
Agent dor PATHÉFOON.
ONZE EILANDEN
VOOR M
Dit Blad verschijnt eiken Zaterdagmorgen.
Prijs per kwartaalf 0,50
Afzonderlijke nummers- 0,05
No. 3
Zaterdag 5 December 1914 22E Jaargang
Alle voor de Redactie en Administratie bestemde stukken en Advertentiën worden uiterlijk
Vrijdagmorgen ingewacht bij de Administratie te Middelharnis.
Prijs per advortentiën van 15 regels 0,50
Iedere regel meer- 0,10
Groote letters naar plaatsruimte.
Militairen van ons eiland knnuen
indien zjj hun adres opgeven, GRATIS
„VOORUIT!" en ONZE EILANDEN
ontvangen.
Men gelieve zich op te geven aan de
administratie te Middelharnis.
Het Leeningsontwerp.
De zeer krachtige oppositie, die zich blij
kens het voorloopig verslag betredende het
Leeningsontwerp, in de afdeelingen der
kamer heeft doen hooren, heeft er toe geleid,
dat minister Treub tot enkele concessie's
is overgegaan.
Wij ontleenen aan het voorloopig verslag
het volgende
„De commissie gaf den Minister in over
weging de heffing van opcenten in het
wetsontwerp enkel voor de eerstvolgende
drie jaren voor te schrijven en in art. 38
te lezen, dat voor 1 Januari 1917 een voor
stel van wet zal worden ingediend ter
bepaling of na die driejaren de heffingen,
(in de artikelen 34 tot en met 87 bedoeld
(nl. de opcenten) bestendigd, herzien of
door eene heffing in eens of op aodere
wijze vervangen zulllen worden. De minis
ter verklaarde zich bereid het wetsontwerp
in dien zin te wijzigen."
De minister verklaarde zich na overleg
der commissie bereid de opcenten op den
„geslachtaccijns, de invoerrechten en de suc
cessierechten uit het xoetsontwerp te doen
vervallen". In verband hiermede zal hij
voorstellen de opcenten sp de vermogens-
en bedrijfsbelastingen op een hooger be
drag, denkelijk op 33, te bepalen.
Wij erkennen, dat dit concessies van betee-
Dis zijn, doch wjj blijven van meening, dat
de minister verder heeft te gaan. De rente
voet van 5% is te hoog en de bedenkingen,
die de minister tegen verlaging aanvoert,
hebben ons aller minst overtuigd, dat het
niet anders zou kunnen.
Bovendien blijven er overwegende bezwa
ren bestaan tegen voorgestelde opcenten
met name die op de Grondbelasting en op
de Personeele belasting. Wanneer de minis
ter zich er toe bepaalde tot 1916 alleen de
rente der leening te vinden en de eerste af
lossing der leening pas in 19181ietplaatsheb-
ben, zouden de opcenten op personeel en
grondbelasting kunnen vervallen. Wjj zien
niet in, waarom er zoo groote bezwaren
tegen zouden zijn, de aflossing pas in 1918
te beginnen. Te meer niet, omdat dan juist
voor de aflossing oyer de dekkingswyze
definitief zal zijn beslist.
Den minister zal zeker hulde gebracht
worden, dat hy zich tot concessie's bereid
verklaarde, doch hier is op zyn plaatsDank
baar maar geenszins voldaan. Er zal getracht
moeten worden het ontwerp nog veel te ver
beteren, en daarin zal de kamer zeker niet
achterwege blijven.
Buitenlandsch Overzicht.
Er valt een onmiskenbare herleving van
den strijd op het Westelijk front waar te
nemen, en het geloof wint veld, dat een der
pogingen tot doorbraak, die naar verschil
lende oorlogscorrespondenten melden, door
het Duitsche hoofdkwartier worden be
raamd, Atrecht (Arras) en omgeving zal
gelden. Daarmee is evenwel het nieuwe plan
van aanval nog niet compleet. Ook in Ar-
gonne zou de Duitsche generale staf een
doorbraakpoging op het oog hebben, en
desgeljks bij Reims. De berichtgever van
den Berner Bund, die een grooten storm
loop op één tijdstip over de geheele lyn
van Bazel tot Nieuwpoort verwachtte, zou
dan bijna in het gelijk gesteld worden. Bet
onderscheid is, dat de lijn van aanval, die
hij' zich dacht als één doorgaande streep,
of wellicht als een stippellijn, volgens de
bovenbedoelde berichten een afgebroken
linie zou wezen, bestaande uit vijf stukken,
nl. Ie. Nieuwpoort—Yperen, 2e. Ryssel—
Atrecht, 3e. Berry au BacReims, 4e een
stuk van Argonne, en 6e een moot ergens
aan de Maas.
Van dit laatste weten wij vrijwel niets,
en men kan hoogstens veronderstellingen
maken. Er zijn nl. twee punten aan de Maas
die, als het dan gebeuren moest bijzonder
in aanmerking zouden komen voor zulk
een onderneming, en wel Verdun en St. Mi-
hiel. Rondom Verdun is op grooten afstand
door de Fransche stellingen een tot nog toe
veilige cirkel getrokken, veilig omdat de
straal groot genoeg is om het zware Duitsche
belegeringsgeschut te beletten de vesting te
beschieten. Die veiligheid is echter slechts
zóó lang verzekerd, als de Franschon den
afstand kunnen bewareneen doorbreking
van hun front, van dien aard, dat de Duit
sche artillerie de vesting onder vuur zou
kunnen nemen, zou den stand van zaken
belangrijk veranderen.
Het tweede punt is by St. Mihiel op den
rechter Maasoever dat nog in het bezit der
Duitschers is. Er tegenover ligt het dorp
Chauvoncourt, waarom zoo verbitterd is ge
streden en dat de Duitschers slechts konden
behouden door een stuk er van te onder
mijnen en op te blazen, nl. het deel waar
de kazernes stonden, die de Franschen had
den bezet. De Duitschers bezitten sindsdien
het naar de Maas gekeerde deel van Chau
voncourt, en de Franschen het deel, dat
onder het bereik ligt van het geschut in
het Fransche fort Les Paroches, eveneens
op den linker Maasoever. Hoewel het bezit
van St. Mihiel den Duitschers een prachtig
steunpunt voor een doorbraak verschaft,
hebben al de gevechten, die hier geleverd
zyn, ons reeds geleerd, dat dat dan toch
in elk geval niet gemakkelijk zal gaan.
Nu de positie in Argonne.
De strijd wordt hier voornamelijk gevoerd
in het hartje van het Argonnewoud, d. w. z.
in het eigenlijke bosch, en wel iD het ge
deelte tusschen Varennes en Ville sur Tour-,
be (op den linkeroever van het deel van de
Aisne, waar deze in de richtiDg Z. N. loopt).
De bosschen liggen voornamelijk tusschen
de Aisne en zyn takje de Aire. In die buurt
ligt het Bois de la Grurie, en veelvuldig
genoemde punten als Four de Paria, Vienne
la Ville, Vienne la Chateau, enz., waar reeds
herhaaldelijk gevochten is. Hier liggen de
stellingen dicht bij elkaar en men heeft
zich tegen overvallen behoed door allerlei
geïmproviseerde „doode-weer-middelen" als
prikkeldraad, scherp gepunte stokken en
bajonetpunten, die boven den grond uit
steken, enz.
Tusschen Reims en Berry au Bac ligt
een heuvelterrein. Herhaaldelijk zyn allerlei
punten ten O. van den straatweg die tus
schen deze beide plaatsen ligt, van bezetting
verwisseld, bv. Brimont, Sapigneul enz,
Verder Noordwaarts ligt aan dien weg het
veelbestreden Craonne, van waar juist he
dennacht gemeld wordt, dat tusschen die
plaats en het 20 K. M. ten W. daarvan ge
legen Vendresse een hevig bombardement
werd gevoerd tusschen de wederzydsche
artillerie.
Wat 't gedeelte tusschen Atrecht en Rys-
sel betreft, daar is in de laatste dagen een
voortdurende actie te constateeren in de
buurt tusschen La Bassée en Lens, twee
plaatsen waaiover verschillende groote we
gen loopen, die naar de kust, Boulogne bv.,
voeren. Zoo is daar lang gestreden om hst
plaatsje Vermelles en een daar liggend kas
teel en park met eenige huizen er om heen-
Arras zelf is zoo dikwijls en zoo hevig ge.
bombardeerd, dat de inwoners gevlucht zyn.
En ten Z. van Arras is de eer van een
bombardement ten deel gevallen aan het
kleine plaatsje Fay (ten Z. W. van Péronne),
dat herhaaldelijk in de telegrammen wordt
Ook tusschen Yperen en Nieuwpoort staat
de stryd niet stil. Om Bixschoote (tusschen
Yperen en Dixmuiden) wordt nog steeds ge
vochten. Het laatste nieuwtjejaangaande den
strijd der Duitschers tegen de inundatieais
het aanvoeren van massa's boomstammen,
die men blijkbaar in het water wil werpen
om daarover, misschien na de tusschenruim-
ten met grint en zand (die men desgelijks
In groote massa heeft aangevoerd) te heb
ben aangevuld, droog den overkant te be
reiken.
In elk geval blykt uit de berichten, die
in het bovenstaande aan de hand der kaar
ten nader zijn toegelicht, wel voldoende,
dat de strijd binnenkort een nieuwe phase
zal intreden. Het zal dan waarschijnlijk van
de zijde der Duitschers worden nu of nooit I
Maar het is ook volstrekt niet onmogelijk,
dat de bondgenootan, door nieuwe aanvoe
ren uit Engeland versterkt, hem daarmede
vóór zijn, en het offensief nemen voor de
Duitschers gereed zijn
Het Russische blad Rjetsj houdt een be
schouwing over den krijgskundigen toestand
in Polen, die ons lezenswaard voorkomt.
Het blad begint met de opmerking, dat
met het lot van de Duitsche troepen tus
schen Weichsel en Warthe, het lot van het
Duitsche en het Oostenryksche leger, ja dat
van het Duitsche en Ooatenrijksch-Hon-
gaarsche rijk, ten naaste verbonden is.
De taak van de Duitsche en Oostenryk
sche legers is hier meer dan ooit om den
vy'and den weg naar Berlijn te versperren.
De taak van het Duitsch-Oostenrijksche
leger is, om, zoo het al niet overwint, zoo
veel mogelijk tyd te winnen, die noodigis
om de operaties op het Westelijk oorlogs
terrein voort te zetten en ook om het Oos
tenryksche leger te reorganiseeren en te
versterken.
Het blad meent dat er tusschen Weichsel
en Warthe 12 Duitsche legercorpsen staan,
te weten vyf van generaal Mackensen, twee
van het achtste of Oost-Pruisische leger.
Daarbij is het heele leger von Hindenberg,
bestaande uit vyf legercorpsen, genoemde
strijdkrachten te hulp gekomen.
Als deze berekening van de Rjetsj juist
is, zijn de Duitschers op dit front vrij ge
ring in aantal. Immers, volgens de berich
ten van den Russischen staf, strekt het front
zich uit van het station Zdunskawola (ten
Oosten van Sieradz), loopt Noordoostelijk
over Szadek Zgiers, Strykow en Glowno en
buigt vervolgens om naar het Noorden, on
geveer tot Plock. Dat front is dus meer dan
160 KM. lang.
Daarby moet men nog in aanmeiking
nemen, dat, tengevolge van de moeilijke
positie waaruit zich twee vooruitgeschoven
legercorpsen van het centrum hebben
moeten worstelen, daarin door andere leger
korpsen, die hen te hulp waren gesneld,
bijgestaan, in het centrum thans het Duit
sche front naar verhouding sterker zal
wezen dan op de vleugels. Een en ander
doet ons besluiten, dat als de Rjetsj gelijk
heeft (en als het blad de sterkte van den
vijand zou onderschatten, zou het daardoor
een uitzondering op den regel maken), de
Duitschers op dat front betrekkelijk zwak
zyn.
De Rjetsj vertelt dan verder, dat twee
Duitsche legercorpsen, die naar Bree zyn
vooruitgeschoven, door het optreden van
nieuwe strijdkrachten in een hoogst gevaar
lijke positie kwamen. Zy werden, zooals
de generale staf heeft gemeld, van alle
kanten in het nauw gebracht. Zy worden
bijna geheel omsingeld. Alleen naar het
Noorden bleef een opening, die steeds nau
wer werd.
De Rjetsj geeft dan toe, dat die legercorp
sen nochtans aan die omsingeling zijn ont
snapt. Dit is de Duitschers, zegt het blad,
op de volgende wyze gelukt.
Zy zonden door die opening nog twee
legercorpsen, zoodat er nu vier corpsen bin
nen den nauwer wordenden ring stonden.
Maar wat voor twee corpsen een hachelijk
pogen scheen, gelukte aan vier. Zij braken
naar het Noorden door, zij het dan ook met
verlies van kanonnen en manschappen.
Haay8che Brieven.
CCXCIV.
In den gemeenteraad is verleden week
bij een voordracht tot benoeming van een
hoofd van een burgerschool de wethouder
leelyk in het ongelyk gesteld. Het is meestal
de gewoonte geweest, dat hoofden van ge
wone scholen werden voorgedragen als zy
de noodige taalacten hadden, voor het
hoofdschap van een burgerschool. De wet
houder heeft geprobeerd dit te veranderen
en de candidaten eerst een examentje te
laten afnemen. Dat bracht de Haagsche
hoofden in actie. Ongehoord, dat een school
hoofd nog eens zoo'n verhoor, dat goed is
voor een ondermeester, moet ondergaan.
By een voordracht voor een burgerschool
kwam de kwestie in den Raad er onder
leiding van den oud-wethouder van Onder
wijs Van Sandick werd door den Raad
uitgesproken, dat zij het met den wethouder
niet eens was. Die beslissing kan men
onverstandig achten, doch toen ze eenmaal
was gevallen, had de wethouder verstandig
gedaan zich by bet met groote meerderheid
uitgesproken votum van den Raad neer te
leggen. Hij deed dit niet en kwam in de
laatste Raadsvergadering met een voor
dracht, waar geen Haagsche hoofden op
stonden. De Raad kwam, wat te begrijpen
was, in verzet en zond de voordracht terug.
De heer Verbroeck leed echec. Het schijnt
dat hy zich in een andere zaak al even
weinig stoort aan de meening van den Raad
Er zal in de residentie een inspecteur voor
het onderwijs worden benoemd. Die nieuwe
functionaris moet de adviseur van den
wethouder worden. Hy moet daarom op de
hoogte zijn van Haagsche schooltoestanden
en zoowel het Lager als het Middelbaar
onderwijs kennen.
Zeer terecht is er dan ook indertijd in
deD Raad op aangedrongen dat de te benoe
men inspecteur uit Haagsche schoolmannen
zou worden gekozen. En thans komt de
wethouder met een aanbeveling, waarop
alleen twee personen van buiten staan 1 Het
lijkt wel of die aanbeveling met opzet zoo
is gemaakt om te voorkomen dat een Hage
naar zou worden gekozen. Had toch een
Haagsche schoolman op de aanbeveling ge
staan, dan zou er veel kaDS zyn dat de
Raad dien koos. Ook over deze kwestie
zal in den Raad als de benoeming aan de
orde komt, nog wel menig woord gewisseld
worden.
Op het Binnenhof zijn de juristen aan
het genieten. De heer Mendels heeft een
wetsontwerp ingediend, strekkende om uit
zettingen wegens huurschuld zooveel moge
lijk te voorkomen. Juridisch zit dit ontwerp
naar het schynt niet al te best in elkaar
en de heeren juristen kluiven er dan ook
met een onverzadelijken eetlust aan. Yeel
kans neeft het wetje, vooral na de verklaring
der regeering, dat zy nauwlettend den toe
stand nagaat, niet en als deze brief ver
schijnt ia het zoo goed als zeker al verworpen
geworden. Van veel meer belang dan dit
ontwerp, is de wet, die Dinsdagmiddag a.s.
in behandeling komt nl. de leening.
Gelukkig begint minister Treub water in
zyn wijn te doen en heeft hy op enkele
punten reeds toegegeven aan de zeer sterke
bezwaren die tegen zyn allerongelukkigst
leeningsplan in de afdeelingen der Kamer
zijn gemaakt.
Doch we zijn nog lang niet waar we
wezen moeten. Er zal nog heel wat ver
anderd moeten worden, eer men zal zeggen,
dat er een niet al te slechte voorziening in
de behoeften der schatkist wordt getroffen.
Wanneer dit jaar de begrootingen moeten
worden behandeld, is voor ieder een raadsel.
Het leeningsontwerp zal minsteDs een ge
heele week vorderen. Van verschillende
hoofdstukken der Staatsbegrooting zyn zelfs
de voorloopige verslagen nog niet versche
nen. Dan moet nog een Memorie van Ant
woord volgen en men kan dus wel op duim
en vinger natellen, dat de behandeling der
begrootingen ditmaal weer verover Nieuw
jaar zal heen reiken. Zelfs al toomt de Kamer
de praatlust in, dan nog is er geen kijk op
afdoening voor Kerstmis. Er zyn bovendien
tal van zaken, die men maar niet onbespro
ken kan laten bv. Lotisico. Het wetje, waar
bij wordt bepaald, dat de lichting, die in
Augustus jl. naar huis had willen gaan,
onder de wapenen zal blijven, zal ook nog
al eenige discussie uitlokken nl. over de
noodzakelijkheid tal van middenstanders,
voor wie verdere onttrekkingaan hun zaken
den ondergang beteekent, met verlof te
laten gaan.
Het is dan ook wel wat kras dat aan
verschillende ambtenaren verlof is verleend
onder het motief dat zy „Onmisbaar" waren
(elke ambtenaar is blijkbaar Onmisbaar!)
Doch dat aan zakenmenschen dit verlof
constant wordt geweigerd, De vragen, die
de h eer Duymaer van twist over het ver
leenen van verlof heeft gedaan, zullen in
anderen vorm in de Kamer weer te berde
komen. Er moet hierop iets gevonden wor
den en zonder twijfel zal de aandrang uit
de Kamer dan ook sterk zyn.
Tal van Belgische vluchtelingen verblij
ven nog altijd in den Haag. De enorme
oorlogsschatting die de Duitschers thans
aan Belgiè hebben opgelegd, zal juist de
vermogenden weerhouden terug te keeren
en daarin kan men ze geen ongelijk geven
By de zeer strenge bepalingen, die de Duit
schers in de laatste dagen treffen, zal de
uittocht van vluchtelingen wel spoedig ge
heel ophouden en het is den menschen niet
kwalijk te nemen, dat zij er zich niet aan
wagen hun vaderland weer op te zoeken,
waar gevangenneming hen elk oogenblik
dreigt. We zullen de Belgische loge's dan
ook nog wel ettelijke maanden gastvrijheid
moeten bieden I
SCHETSEN UIT DE RECHTZAAL.
„In Observatie".
Sinds een zestal weken was zij veranderd
8 het blad van een boom, wanneer de
jaargetijden gaan wisselen En zy hadden
elkaar op het „atelier" aangestooten er was
geginnegapt en gegicheld, gespot met de
metamorphose, die Lina had ondeigaan.
Op een Maandag-ochtend was ze gekomen
met een roos, een hel-roode, op haar blouse.
En haar kapsel heel-anders opgemaakt dan
vroeger. Er schitterde iets in haar grijze,
diöp-liggende oogen. Er gloeide een blosje op
haar vale, magere wangen. Ze hadden haar
aangekeken met verbaasde, scherp-speuren-
de oogen de andere meisjes. Totdat een
van de zes, die zaten te werken in het som
bere, muffe achterkamertje 't uitproestte.
De honende schip pende lach had een wraak-
trek gebracht op Lina's gelaat. Want ze
begreep. Maar toch genoot zy van de spot
ternij.
En ze had gehoord, dat de mooiste van
de zes de dikke Marie met haar glanzende)
blonde haren en het fijn geteekende wip
neusje, fluisterde van„Ze is bepaald ver
kikkerd, hoorWaarop de meisjes van
het atelier opnieuw ginnegapten. Maar zij
vond het eigenlijk heerlijk.
Op een middag was hij gekomen in de
bovenvertrekken van het magazijn, waar
ze werkten met den zoon van mevrouw.
De lange, slanke meneer met de blonde
knevels en de goedige toch fiksch energieke
blauwe oogen. Zoo'n echte meneer IHij
had tegen haar geglimlacht. En was even by
haar de magere, Lina - blijven staan. En
zyn sterke, blanke hand getracht dicht bij
de hare kwasi iets willend bekijken van
de stof, waarmee zy bezig was. Zoodat hun
vingers elkaar hadden aangeraaktMe
neer Han zoon van mevrouw had gezegd
„Zeg, amice, geen aardigheidjes hoorEn
zeker niet met de „riche héritière" van de
zaak, hè Waarop bezoeker geweldig
vroolijk was geweest. Maar toch den blik
van zijn scherp-observeerende oogen wat
langer had laten rusten op het werkmeis
je„Riche héritière"?Wat bedoelde
men daarmee
En Lina had daarover gedroomdlang
gepiekerd. 'tWas eigenlijk een „reuzenmop".
Maar 't kwam hierop neer, dat, toen ze pas
op het atelier kwamIn haar schamel,
sjovel jurkje. Zonder dat zij alsdeanderen
een dubbeltje had, om by haar twaalfuurs-
boterham een kopje cacao of zoo te Demen
Terwijl de meisjes spotten over haar twintig
maal gewasschen handschoenen, haar on
eindig vaak gerefationeerd hoedje, haar
gelapte schoenen
Dat zy, Lina, toen eens om er van af
te komen in mal-dolle roes bad gefanta
seerd Van het geld, dat haar vader, een
vrek, bezat. Van het fortuin dat ze nog te
wachten had O, jó, wel genoeg om tien
magazijnen als „De gouden Duif" te koo-
pen IWel vijftien. Wanneer ze wilde, wel
dadelijk, op stel en sprong. Dan kon Lina
meesteres van de zaak worden. Mevrouw
zou wat graag, onder zulke condities, bet
magazijn overdoen. En dat was geen gek
heid Dat kon ze bewijzen 1 Lina in de
roes van haar fantaseeren, loog verder. Eerst
hadden de kameraden naar haar geluisterd
met ongeloovige gezichten. Met oogen als
Is het haar nu heelemaal in d'r bol gesla
gen Maar ze had verder veiteld. Hoe
Pa eigenlijk aan zyn geld was gekomen.
Ze waren dood-bloed straatarm geweest. Er
waren dagen dat ze geen dubbeltje voor
brood hadden. Totdat die oom Sander in
Chicago was gestorven. Dat had Pa doodstil
gehouden. Eigenlijk was Lien de univer-
seele erfgename, begrijpen jelui-wel
Maar pa had haar „stukken laten teekenen"
Wist ze veel van „stukken" En daardoor
had pa macht gekregen om te beschikken
over allerlei vaste-en andere eigendommen.
Maar er waren nog weer andere stukken.
Toen Lien in de gaten kreeg dat pa haar
exploiteerde, had ze geweigerd om verder
te teekenen. En dat stapelde zich nu op
en duizenden en duizenden Zy wist zelf
niet, hoeveel fortuin ze eigenlijk wel bezat.
Binnenkort zal 't wel aan den dag komen
Op zekeren dag had de „patronne" die
op dit oogenblik zeer goed geld kon gebrui
ken haar op „het kantoor" geroepen.
Er was geconfereerd. Druk geredeneerd
Tot een resultaat was 't niet gekomen.