ML
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD,
ZUID-HOLLANDSCHE EN ZEEUWSGHE EILANDEN
harnis
p- of
Dtbank
HARNIS
loederen, enz.
No. 52 Zaterdag 15 November 1913 20E Jaargang
1'.
t nieuwste
dig is en waar
n, zoowel als
vakkennis
>stflakkee
NGE.
emeten hectoliter,
tande:
55 ct.
60
30
25
5
is een uitstekende
ulkachels.
ok parelcokes, met
jcbelkolen.
riek is ook te
In:
FRANCOISE,
A. v. u. SLUIS,
BROEK (brand-
rij NIEUWLAND
uizen bij CAMP-
jartement Middel-
r Maatsch. tol Nut
nt onder borgtocht
tot f 500.
geschieden bij den
•.ster
MIDDELHARNIS.
jn op te richten
GAANDERSE en
riftelijk hun adres
- ROTTERDAM.
JE VAN DEN
- KOSMOS
IVOGELS
GUTTERIEZ
ADELT
ACIA
a-merken
nagazijn
iprprjii!"!"!"!'
lüiüiüiüidiilnli
ONZE EILANDEN
VOOR DB
Dit Blad verschijnt eiken Zaterdagmorgen.
Prijs per kwartaalf 0,50
Afzonderlijke nummers- 0,05
Alle voor de Redactie en Administratie bestemde stukken en Advertentiën worden uiterlijk
Vrijdagmorgen ingewacht bij de Administratie te Middelharnis.
Prijs per advortentiën van 15 regels f 0,50
Iedere regel meer- 0,10
Groote letters naar plaatsruimte.
Builenlandsch Overzicht.
Op het oogenblik wordt in Amerika een
verkiezing gehouden, waarvan de oorzaken
te eigenaardig zijn om ze niet eenB na te
gaan. Amerika, het land van de Westereche
beschaving, lijkt toch heel vaak er een zeer
bijzondere beschaving op na te houden, zelfs
van dien aard, dat voor ons gevoel een onbe
schaafde natie vaak hooger geplaatst moet
worden. Nergens komt dit sterker uit dan op
het gebied der politiek. De meest schande
lijke practijken durft men in Amerika in
toepassing te brengen, erger, die practijken
vinden er bewonderaars, wat er op wyst, dat
het rechtsgevoel bij de hypermoderne Ame
rikanen niet altijd zoo hoogontwikkeld is,
al3 wel mocht zijn. Dat is in de laatste tijden
overtuigd gebleken uit hetgeen is voorgeval
len tus8chen de gouverneur van de staat
New.York, Sulzer, eenerzijds en een groep,
ja welke naam zullen we dien toekennen.
De Amerikanen uit den staat New-York
hebben het druk, vreeselijk druk, te druk
zelfe om zich met het gewone politieke leven
in te laten. Maar ook daarvoor is in Amerika
raad. Een groep personen die er hun taak
van maken de geschikte personen voor de
verschillende betrekkingen op te zoeken,
willen zich wel bol&3ten met do moeilijke
keuze om uit alle Amerikanen de geschikte
personen te zoeken, om als vertegenwoordi
gers van het volk op te treden. De demo
cratische club heeft den bijzonderen naam
vaD Tammany ontleend aan een Indiaansch
opperhoofd. In ruil voor de diensten der
kiezers zorgt de Tammany dat zijn leden de
meest bezoldigde betrekkingen verwerven.
Uit de vele liefhebbers die voor die betrek'
kingen zich schikbaar stellen kiest de Tam
many dengenen, waarop het kan vertrou
wen dat zij zich aan de leidiDg van de
Democratische club in het bijzonder aan den
Doss zullen onderwerpen. Een enkele maal
heeft wel eens een Amerikaan de stoutheid
gehad zich tegen de machtsinvloed van de
Tammany te verzetten. Maar 't resultaat was
steeds dat het den betrokkene onmogelijk
werd gemaakt zich in zijn betrekking te
handhaven.
Meestal wordt er wel het een en ander op
gevonden om de betrokkenen handelbaar te
maken. Het eindresultaat van dit alles is dat
boss Murphy een vrijwel onbeperkte heer
schappij uitoefent over de ambtenaren van
den staat New-York. Sulzer, de gouverneur
heeft echter de stoutheid gehad om zich te
verzetten en welke pressie de Tammany
ook op hem uitoefende niets baatte. Allerlei
beschuldigingen werden tegen hem inge
bracht. Men trachtte hem bang te maken
door te vertellen dat er aanslagen op hem
gepleegd zouden worden, Sulzer bleef. Ein
delijk heeft Murphy een onfeilbaar middel
weten te vinden. Hij heeft in het leven van
Sulzer een feit opgediept waarmee hij zijn
slag heeft weten te slaan. De gouverneur
werd ervan beschuldigd hem toevertrouwde
verkiezingsgelden ten eigen bate te hebben
aangewend. Op die beschuldiging heeft de
wetgevende vergadering een vervolging ge
last tegen Sulzer, ten gevolge waarvan deze
tijdens het onderzoek als gouverneur werd
heeft door het voorarrest en van den Krupp-
directeur Eccius tot een geldboete. Deze
straffen zijn al zeer genadig. De groote
beteekenis van het proces is echter, dat de
oogen van het Duitsche volk geopend zijn
voor het gevaar dat de kanonnenfabrikanten
voor den vrede opleveren. In het proces
heeft men zich beijverd aan te toonen,dat
de machinati's van Krupp niet het buiten
land betroffen. Wij wijzen daarom op een
artikel, dat Roland de Marès, redacteur van
de Independance Beige, en Belgisch mede
werker van de Tems, een paar dagen gele
den in laatstgenoemd blad schreef. Hij bracht
in herinnering hoe eenigen tijd geleden zoo
wel door enkele Kamerleden als van regee
ringswege was gezinspeeld op een onderzoek,
dat in gang was gezet naar de handelingen
vaD sommige personen, die „niet hadden
geha,ndeld in het belang van den Staat".
Dit onderzoek zou dan betreffen een be
stelling van zwaar geschut, door de Bel
gische Regeering aan Krupp gedaan. De be
stelling geschiedde in 1911 en werd betaald
in 1912. De kanonnen werden echter niet
afgeleverd, doch bleven in de magazijnen
van Krupp ter beschikking van de Belgische
Regeering. Later werd overeengekomen, dat
zoodra de Duitache Regeering de ruimte der
opslagplaats voor zichzelf noodig had, de
Belgische Regeering een vergoediDgzou be
talen voor de huur van een andere opslag
plaats voor de kanonnen
Verder bleek, dat omstreeks denzelfden
tijd, waarop dj bestelling der Belgische Re
geering bij Krupp werd gedaan, de Duitsche
Regeering juist eenige van do haar door
Krupp geleverde kononnen aan de firma had
teruggezonden
Aantal en kaliber dezer kanonnen kwa
men precies overeen met het aantal en het
kaliber der vanwege de Belgische Regeering
bestelde kanonnen.
Nu is het laatstgenoemde geschut bij het
proces Krupp ter sprake gekomen. Het raad
selachtige feit, dat de kanonnen nog altijd
niet naar Belgis waren gezonden werd
naar wij meenen door Von Metzen aldus
verklaaard, dat de Belgische Regeering niet
wist, waar zij deze zou doen opstellen, omdat
er in geen enkele Belgische vesting plaats
voor was.
Indien dit werkelijk het geval ware, dan
zou de Belgische Regeering dus voor een
paar millioen kanonnen hebben besteld,
zonder dat zij wist wat zij met deze kanonnen
zou moeten beginnen.
Wat er in werkelijkheid achter de scher
men is gebeurd, is nog door niemand met
ronde woorden gezegd.
Maar in het bovenvermelde artikel van
Roland de Marès is tusschen de regels te
lezen, dat men de firma Krupp verdenkt
van .ongeoorloofde relaties" mot hoogge
plaatste Belgische officieren en ambtenaren
waardoor deze laatsten er toe werden ge
bracht om een bestelling van de Belgische
Regeering uit te lokken, waardoor de firma
Krupp werd afgeholpen van een aantal ka
nonnen, die zij aan de Duitsche Regeering
niet kwijt had kunnen raken.
Sulzer weigerde echter heen te gaan en
zoo deed zich het geval voor, dat de staat
New-York twee gouverneurs had. Hoewel
van verschillinde zijden is getracht Sulzers
onschuld te bewijzen, is toch gebleken, dat
hel feit op zich zelf waar was en dus moest
bij heen. De kiezers die nu opnieuw een
keuze voor een burgemeester moeten doen
schenen echter aan het geknoei van de
Tammany een einde te willen maken. Zij
redeneeren zoo, als boss Murphy wist wat
Sulzer was, dan was het onverantwoordelijk
deze dergelijke hooge betrekking toe te
vertrouwen. Nog minder kan het erdoor,
dat Sulver moest worden verdreven toen
hü blijkbaar de verdachte handelingen van
vroeger niet meer wilde plegen en ze ook
niet steunen. Zij hebben dan ook by de
verkiezing den tegenstander van Tammany
de meerderheid verzekerd. Een verbazende
slag is op die manier toegebracht aan de
actie van boss Murphy die echter nog hoopt
bij nieuwe verkiezingen het geleden verlies
te kunnen goedmaken.
Het sensatiewekkende Krupp-proces is
geèndigd met de veroordeeling van Brandt I neer
tot 7 maanden hechtenis, die hij reeds geb06t I volk
sten meines geliebten Sohnes, des Kron-
prinzen Maximilian. Treu der Yerfassung
regierte ichdem Wohl meines Volkes war
mein Leben geweith. Als wenn ich eines
Freistaates Beambter gewesen, so gewissen-
haft ging ich mit dem Staatsgute, mit den
Staatsgeldern um. Ich kann Jedem offen in
die Augen sehen
Van die daad heeft hij berouw gehad.
Toen dan ook in '64 Maximiliaan II over
leden was, haastte hij zich terug naai zyn
land om te trachten weer den troon te be
stijgen, waarvan bij eenmaal afstand deed.
Echter Ludwig II had ze reeds ingenomen
en heeft in de jaren dat hij daartoe in staat
was zich een wereld geschapen, zooals zijn
romantische geest die dacht. Ieder herinnert
zich hoe hij heeft toegegeven aan zijn
toomelooze fantasieènde prachtigste kastee
len heeft hy doen bouwen, voorstellingen
met de meest ideale aankleediDg heeft by
doen vertoonen.
Maar zyn romantiek was er één van een
ziekelijke oorsprong; steeds woester warrel
den de gedachten door zyn hoofd, steeds
minder wist by zijn fantasieën te breidelen
en hoe langer hoe meer werd het duidelijk,
dat de melancholie van den vorst een soort
van krankzinnigheid was, die in hevigheid
toenam. Zijn afzondering die men hem
wilde' opleggen, is echter niet noodig ge
weest. Een paar dagen nadat besloten was
een regentschap in te stellen vond men den
Koning en zyn begeleider in de Starnber
gersee verdronken. Het regentschap bleef
echter noodig, daar de opvolger, prins Otto,
reeds voor dezelfde krankzinnigheid was
afgezonderd. Van 1886 tot thans is er nooit
verbetering in den toestand van Koning
Otto I op te merken geweest. En al dien
tyd heeft prins JLuitpold het regentschap
gevoerd op een wyze die elk werkelijk
regeerend vorst tot eere zou strekken. Hoe
wel nooit eenige kans op verbetering is te
constateeren geweest, heeft prins Luitpold
nooit de kroon begeerd. Zyn zoon en op
volger prins Ludwig heeft echter thans de
regeering aanvaard, nu door de regeering
een nieuw onderzoek naar den geestestoe
stand van Koning Otto was ingesteld, welk
onderzoek heeft uitgewezen dat by onge
neeslijk was. Von Hetling, de minister
president, bekend geworden in den stryd
tegen de Jezuïtenwet heeft gemeend het
regentschap niet langer te moeten doen
voortbestaan. Koning Otto zal er geen smart
van hebben, dat hem zyn waardigheid is
afgenomen. Men had echter kunnen wachten
tot zyn dood, dan was vaDzelf het regent
schap tot een einde gekomen.
vraag sub 2 ontkennend beantwoord en
beeft het hof mitsdien Beilis vrijgesproken.
De N. R, C. teekent by dit bericht het vol
gende aan
„Ofschoon Beilis door dit vonnis vrij uit
gaat, zal het antisemitisme in Rusland uil
het bevestigend antwoord der gezworenen
op de eerste vraag nieuw voedsel weten te
putten. De formuleering dier vraag heeft er
toe geleid dat nu bewezen is verklaard, dat
Joestsjinski in de fabriek van Saizef is ver
moord en het „verbond van echt Russische
maDnen" zal niet nalaten daaruit de slotsom
te trekken dat Joden het misdrijf hebben
gepleegd. Het is te betreuren dat de ver
dediging deze misleidende formuleering niet
heeft kunnen verhinderen. De vraag naar
de plaats van den moord had afzonderlijk
gesteld moeten worden."
Voor de ongelukkige joden ziet het er by
de voortdurende ophitsing tot progroms
treurig uit.
Haagsche Brieven.
CCXLVII.
De laatste acte van een tragedie uit een
vorstenfamilie is afgespeeld. Het huisWit-
tellbacb dat sedert zoo lang den Beierschen
troon heeft bezet, beeft in de laatste decen
nia de eene ramp na de andere getroffen.
Toen in 1864 koning Ludwig I was gestor
ven, zyn de rampen begonnen. Tweo jaar
nadat koning Ludwig II aan de regeering
was gekomen, heeft men hem wegens on
geneeselyke krankzinnigheid moeten opslui
ten en is de regeering opgedrageD aan den
bekenden regent prins Luitpold, de tweede
zoon van Ludwig I. Die krankzinnigheid is
een kenmerk van de laatste Wittelbachers.
Maximiliaan II, de oudere broer van den
kortelings gestorven priDS-regent Luitpold
heeft menigmaal dingen gedaan, waarvan
men moest vragen of de geestestoestand van
Maximiliaan wel zoo was dat hy de taak
drager te zyn van het hoogste ambt in het
land kon blijven vervullen. Koning Ludwig I
heeft [dan ook onbewimpeld later te kennen
gegeven, dat hy zyn zoon Luitpold voor de
kroon had moeten voordragen in plaats van
Maximiliaan II. In 1848 was Ludwig 1 uit
zyn land heengegaan omdat hy wilde zyn
een vorst die handelen kon en beslissen en
omdat hij weigerde de schrijfmachine te zyn
van zyn ministers. In de volgende zinnen
schreef hy de rechtvaardiging van zijn daad
i het bekende manifest aan zijn
,Ich lege die Krone nieder zu Gun-
Een kreet van vreugde is Maandag door
millioenen geslaakt, toen de Telegraaf de
blijde tijding bracht, dat in het groote proces
te Kief de ongelukkige Beilis door de jury
is vrijgesproken. Na twee en een halfjaar
in de gevangenis te hebben gezucht. Het
mag een wonder heeten, dat de ongelukkige
uit zulk een moordhol als een Russische
enis nog levend te voorschijn is
gekomen.
Het hof had den gezworenen de volgende
twee vragen gesteld le. Is het bewezen dat
de pannenbakkerij van het joodsche
ziekenhuis te Kief, Andrei Joestsjinski, ter
wijl hem de mond werd dichtgedrukt, met
een scherp voorwerp aan de slapen, nek en
hals is verwond, waarbij hersenaderen, slag
aderen in de linkerslaap en anderen in de
hals zijn gekwetst, hetgeen een groote
bloeduitstorting tengevolge heeft gehad f Is
het verder bewezen dat, toen Joestsjinski
ongeveer vijf glazen bloed had verloren, hy
nogmaals met hetzelfde voorwerp is ver
wond aan longen, lever, rechternier en hart,
waarby de laatste steek in het hart is toe
gebracht? Is het bewezen dat alle wonden,
47 in getal, Joestsjinski pijnen hebben ver
oorzaakt en toen het lichaam nagenoeg
volkomen was leeggebloed, zyn dood ten
gevolge hebben gehad 2e. Indien de vragen
sub 1 bevestigend worden beantwoord, is
het dan bewezen dat de beklaagde Beilis,
met medewerking van andere niet ontdekte
personen, uit godsdienstig fanatisme Joests
jinski op 25 Maart 1911 te Kief in de pan
nenbakkerij van bet door den koopman
Saizef bestuurde joodsche chirurgische zie
kenhuis van het leven heeft beroofd, na, ter
uitvoering van zyn voornemen den zich
daar bevindenden Joestsjinski te hebben
gegrepen en in de fabriek gesleept?
Zooals boven is vermeld hebben de ge
zworenen de vragen sub 1 bevestigend, de
Het is opmerkelijk welk een belangstel
ling de zittingen van de Tweede Kamer
by het publiek wekken. Lang voor den
aanvang van iedere zitting staat een gansche
ry voor den ingang der publieke tribune en
de kaarten voor de gereserveerde tribune zijn
eiken zitting lang van te voren aangevraagd.
Onder de merkwaardigste bezoekers der
tribune behooren de drie Indische bannelin
gen, Dou W68 Dekker en twee Indo's, de drie
voormannen van de Indische partij, waar
over in de bladen reeds zooveel te doen is
geweest. Voor Douwes Dekker zullen de
zittingen der kamer menig onaangenaam
oogenblikje hebben bezorgd. In de rede
voeringen van meerdere afgevaardigden is
bij zeer scherp aangevallen en als een min
derwaardig personaadje afgeschilderd. De
twee andere Indo's worden als zijn slacht
offers voorgesteld en zy zullen uit de ge
houden redevoeringen wellicht tot de er
varing komen, dat daarin veel waars is.
De kamerzittingen lijden by het begin al
aan de kwaal, die zich verleden jaar telkens
openbaarde: het absenteïsme. Al eenige
malen moest de vergadering wore en ver
daagd, omdat er niet genoeg leden waren 1
De rechterzijde treedt by de koloniale be
schouwingen scherp op. Broeder van Veen
ging zelfs over de schreef van het parle
mentaire fatsoen heen, watzyn woordenkeus
betrof. Zijn aanval was buitengewoon venij
nig. Toen mr. Fock aan het woord kwam,
had al dadelijk een nydig dispuut tusschen
hem en broeder van Veen plaats. Aan welke
spitsvondigheidjes de heer van Veen zich
vastklampt, blijkt wel hieruit. In het blad
de Wereld was ten bewijze van koersver
andering van den gouverneurgeneraal Iden-
burg gewezen op een circulaire, die na de
verkiezingen is uitgevaardigd en waarin de
gouverneurgeneraal opkomt tegen misbrui
ken by de subsidieöring van bijzondere
scholen in Indié. De heer van Veen vertelde,
dat de Wereld de zaak verkeerd had voor-
Het betrof oude zaken. De heer
Fock kwam tegen des heeren van Veen's
pleidooi op en zeide, dat de heer van Veen
verteld had, dat de circulaire reeds twee
jaar geleden
Niet waar, bulderde broeder van Veen.
Citeer, wat ik gezegd heb.
De heer Fock had, wat verklaarbaar is,
de Handelingen niet by zich en vergenoegde
zich te zeggen, dat hy dit van den heer
van Veen verstaan had.
Nietwaar, brulde opnieuw de nieuwe In
dische specialiteit.
En wat staat er nu in de Handelingen?
Dit: „De kwestie, waarop deze circulaire
betrekking had, was reeds afgedaan in 1911,
zij werd echter by de afdoening van andere
vraagstukken betreffende het onderwijs op
de bureau's over het hoofd gezien. Door een
abuis dus op de bureau's van den directeur
van Onderwys en eeredienst is de circulaire
niet reeds in 1911 uitgegaan."
Natuurlijk zegt ieder, dat de heer Fock
dus volkomen terecht de circulaire twee
jaar oud noemde. Het zyn niets dan advo-
catentrucjes, waarmee de heer van Veen
zyn figuui trachtte te redden.
Voor den gemoedstoestand van den heer
van Veen is dit conflictje echter wel tee
kenend. De Indische beschouwingen zullen
wel de heele maand November in beslag,
nemen. De illussie van den Kamervoorzitter
dat hij het zonder of althans met zeer weinig
avondzittingen zal afkunnen, zal, vrees ik,
wel spoedig verslagen zyn. Er zal wel geen
sprake zyn, dat de begrootingen voor Januari
geheel zullen kunnen klaarxomen. We gaan
in de residentie het Onafhankelykheidsfeest
nog eens dunnetjes overdoen. 17 November
krijgen we nog eenige plechtigheden en
een vuurwerk, dat maar eventjes f2000 zal
kosten. Het is meer dan erg dat deze geld
verspilling zal plaats hebben. Laat men die
f2000 liever besteden voor de uitdeeling
aan de armen dan dat men ze nutteloos in de
lucht laat vliegen. Op Scheveningen zal de
feestviering een week na de voorgenomen
Haagsche vuurwerk verspilling plaats vinden.
De Scheveningers spannen zich geducht in
om het feest te doen slagen, 't Is intusSchen
te hopen, dat we langzamerhand onafhan
kelijk worden van al deze fuifjes. De lezer
heeft waarschijnlijk reeds gelezen, dat het
concentratie-comité, dat na 16 Juni is bly ven
voortbestaan, het voorstel doet, dat de drie
vryzinnige groepen by elkaar zullen bly ven.
Een voorstel dat ik van harte toejuich. In
een jaarvergadering zullen de Vryz. Demo
cratische Boud en de Bond van Vry-Liberalen
dit voorstel in behandeling brengen.
Tot mym groote verbazing las ik in het
Vaderland, dat de Liberale Unie pas in
't voorjaar zal vergaderen. Wat blief? Heeft
de Unie dan maar te slikken, wat het Hoofd
bestuur voorzet? Is het niet de allereen
voudigste eisch van democratie, dat de alge-
meene vergadering souvereiD is en over het
voortbestaan der concentratie en de voor
waarden beslist. Is er in de Liberale Unie
niet evenzeer behoefte zich eens uit te
spreken over den Junistryd, zooals in den
Vrijz. Dem. Bond zal gebeuren. Het bericht
van het „Vaderland" kan niet waar zyn, de
democratie eischt, dat de Liberale Unie haar
jaarvergadering ten spoedigste houdt. Wel
zal zy daarbij de kernachtige speech van
haren voorzitter, mr. Borgesius missen, wat
het gevolg is van zyn voorzitterschap der
kamei, doch er is genoeg te bespreken,
genoeg aan de orde te stellen om de jaar
vergadering der Unie in Nov. of December
tot een politieke noodzakelijkheid voor deze
Organisatie te maken. Het is dan ook te
hopen, dat het hoofdbestuur der Unie zelf
de jaarvergadering ten spoedigste uitschryve
om de grondige reorganisatie der Unie aan
de orde te stellen 1
Uit de Tweede Kamer.
De Kamer kwam Maandagmiddag bijeen,
wat anders geen gewoonte is. Waar het
plan was Dinsdag met de algemeene be
schouwingen over de Indische begrootiDg
een aanvang te maken, was het noodig
Maandag te vergaderen.
De heele middag werd besteed aan de af
doening van het wetsontwerp om Hoek van
Holland, thans tot Naaldwijk en'sGraven-
zande behoorende, by Rotterdam te voegeo,
lokte een tweede speech van mr. Lobman
uit ter lengte van ruim een uur en een
aaneenschakeling van juridische spitsvon
digheidjes. Hij had het succes, dat het ont
werp met 52 tegen 5 stemmen werd aan
genomen. Intusschen had de heerLohman
het succes, dat een heele middag was vol
gepraat.
Dinsdag begon het al goed. Om 11 uur
waren niet genoeg leden aanwezigen moest
de vergadering geschorst wordeD. Om half
twaalf waren er genoeg werkwilligen. De
voorzitter stelde voor de Dreadnoughts-
kwestie en de opiumhistorie uit te schakelen
tot nader order. Na eenig tegenstribbelen
van de H.H. Soheurer en Bogaerdt kreeg
de voorzitter zyn zin.
De heer Bogaerdt luidde de algemeene
beschouwingen in. Hy vaDgt aan met een
beschouwing over de financiön. Al is de
toestand van Indiö gunstig, men zy voor
zichtig. De beperking van het opiumgebruik
en de noodzakelijke verlaging der post- en
telegraaftarieven zullen tot vermindering
van inkomsten leiden, terwijl de uitgaven
steeds stijgen. Hy waarschuwde daarom
tegen de voortdurende opdrijving deramb-
tenaarstractementen, die in Indiö buitenge
woon is. Matiging is zeer noodig.
De weigering van de koninklijke goed
keuring der statuten aan de Indische party
en de weigering der rechtspersoonlijkheid
aan de Sarekat Islam acht hy uitstekend,
evenals de houding der regeering tegen
Douwes Dekker. Hy toont aan dat Douwes