ZUID-HOLLANDSCHE EN ZEEUWSCHE EILANDEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD, Ikfak, ARDEN mmelsdijk" MM REDIET. ïEL 'gen voor oe No. 50 Amsterdam Damrak 92. iipons der Pand- ember 1913 van ;&'n b!i den Heer RNIS, andbrieven ver- rs van 100 pCt. a f 100,—. 'LAND. *S ROYAARDS. IEK neten hectoliter, inde: 55 cent 55 35 20 r 5 )B met anthraoiet an of kachelkolen ind stof. EEMAN, Middel- elsdijk. ALKMAAR. Telefoon 78. ENKHUIZEN, Testerstraat 6. -GRAYENHAGE, dolenstraat 45. ROTTERDAM, leavekaven 107. llloen Gulden a volgestort. lP verleent Cre- n deposito, belast en verkoop van sluit beleeningen rricht verder alle het Kassiersvak POSIT. 8 ®/o. Juni 1913. f 6.781.018.43Va - 1.113.672.247, - 280.921.42 De Directie J. F. MOENS. T. Mr. M. MOENS Middelharnis en i koogh Hf KM. ONZE EILANDEN Dit Blad verschijnt eiken Zaterdagmorgen. Prijs per kwartaalf 0,5U Afzonderlijke nummers- 0,05 Zaterdag 1 November 1913 20E Jaargang Alle voor de Redactie en Administratie bestemde stukken en Advertentiën worden uiterlijk Vrijdagmorgen ingewacht bij de Administratie te Middelharnis. Prijs per advortentiën van 4—5 regels f 0,50 Iedere regel meer- 0,10 Groote letters naar plaatsruimte. Buiteulandscli Overzicht. Er heeft de vorige week een oogenblik ge vaar voor ernstige Europeesche verwikke lingen bestaan. Het was maar heel even, dat de oorlogs dreiging ruischte door de politieke luchten maar het was toch genoeg om terstond het schrikbeeld van een algemeen Europeesch bloedbad op te roepen. Plotseling was het bericht gekomen, dat de Regeering der Donau-monarchie aan Serviö den eisch had gesteld om zijn troe pen onmiddellijk terug te trekken uit de door deze bezette gebieden van het door Europa geschapen zelfstandige Albanië. Het stellen van dezen eisch, was op zich zelf geen bijzondere angstwekkende gebeur tenis. Gedurende heelden Balkancrissis heb ben de „groote mogendheden" om zoo te zeggen haast geen oogenblik opgehouden met het stellen van eischen, nu eens in verband met het behoud van het befaamde status quo op den Balkan, dan weder met het oog op een geheele verandering van hetzelfde status quo. Europa heeft beurtelings geöischt ten be hoeve van Turkije en ten behoeve van den voormaligen „Balkanbond", ten behoeve van Aibanie en tea behoeve van Bulgarije. Van al deze eischen hebben alleen die ten behoeve van Albanië eenige uitwerking ge had. Dat er thans weer van Servie iets werd verlangd zou duaop zichzelf den hartstochte lijk politieken tinnegieter onverschillig heb ben gelaten. Maar dat deze eisch werd gesteld door Oostenrijk alleen en klaarblijkelijk tegen den zin der mogendheden van de „triple entente" en dat hjj in den vorm werd gekleed van een ultimatum, ziedaar wat de toe stand bedenkelijk maakte. Gedurende heel de Balkancrisia had ruen er met pijnlijke nauwgezetheid voor trach ten te zorgen, dat het meeningsverschil tus- Bchen de twee groote Mogendhedengroepen achter de diplomatieke schermen werd uitge vochten, zoodat elke bemoeienis ten opzichte van den Balkan kon worden voorgesteld als een stap van de gezamelijke „groote mogend heden". Wel was zooals wij zeiden, bijna geen enkele poging van dien aard met eenig resultaat bekroondmaar 't decorum bleef bewaard en de kans dat de zoo lang ge vreesde algemeene Europeesche oorlog zou uitbreken, werd er belangrijk door vermin derd, omdat het voor de regeeringen in den tegenwoordigen tijd steeds moeilijker wordt om een oorlog te beginnen zonder dat de publieke opinie in het land met de bekende kunstmiddelen gedurende eenigen tjjd in deze richting is bewerkt. Thans echter, nu het decorum door Oos tenrijk op zoo grove wijze was veronacht zaamd.— betgeen onmiddellijk gevolgd werd door een uitbarsting van verontwaardiging in deFransche pers en eenige officieuss be richten uit Petersburg over de „pijnlijke verbazing" welke het ultumatum aan Servie had gewekt scheen het er ernstig met den Europeeschen vrede uit te zien. Intusschen daar de Servische regeering zich haastte om aan den eisch, in het ultima tum vervat gevolg te geven, bleef aan Russen en FraDschen niets anders over dan hun verontwaardiging weer in te slikken. En zoo kunnen wij dan weer rustig zijn tot een yolgend incident. Ook in Amerika begint gevaar voor internationaal conflict te dreigen. De verhouding tusschen de vereenigde Staten van de Mexicaansche Regeering van Huerta wordt steeds meer gespannen. De toestand wordt ingewikkeld doordien men in de Vereenigde Staten te recht of ten onrechte Engeland beschuldigt, dat bet Huerta steunt. Nu is Huerta de tegenwoordige president van Mexico, die zich door sluipmoord en verraad van het gezag heeft meester gemaakt stellig geen sympathieke figuur. Men zou echter verkeerd doeD, wanneer men het optreden van president Wilson en zijn regee ring tegen Mexico nu ging toeschrijven aan zedelijke verontwaardiging over Huerta's optreden. Zedelijke verontwaardiging is in onzen tijd geen motief meer tot oorlog of dreige ment met oorlog. In welke richting de motieven van de Regeering te Washington moeten worden gezocht, kan men ontwaren uit 'n telegram uit Mexico aau de Vossische Zeitung, waarin ronduit de „Standard-oil-Company" verant woordelijk wordt gesteld voor al de revo luties en opstanden waaraan Mexico in de laatste drie jaren heeft bloot gestaan. En President Wilson wordt afgeschilderd als de zaakwaarnemer dezer petroleum-maat- schappij. Wij zeggen niet dat de beschuldiging in dezen vorm tot in bijzonderheden juist be hoeft te zijn. Maar wy meenen met grond te kunnen beweren, dat een verdenking van dezen aard de waarschijnlijkheid vóór zich heeft, omdat heel de buitenlandsche politiek der Vereenigde Staten, hoofdzakelijk door dergelijke motieven wordt geleid. Is niet de Spaansch-Amerikaansche oor log, die aan Spanje, Cuba en de Philippijnen kostte, niet gemaakt door de Amerikaansche suikerlords? En is niet de „revolutie" waaraan de Republiek Panama haar ont staan had te danken, van uit de Vereenigde Staten geleid De bovenstaande beschuldiging wordt trouwens gesteund door den aard der ver wijten zelf die van uit Amerika tot Enge land worden gericht. Men beschuldigd na melijk Engeland, dat het van de troebelen in Mexico gebruik heeft gemaakt om van Huerta concessies voor een Engelsche Pe troIeum-Maatschappü los te krijgen. Men zal hier dus voorzichtig moeten zijn voordat men in het onderhavige geval zijn sympathie aan de een of andere zijde plaatst. heid is dat Romanones aanblijft. Dit echter is slechts dan mogelijk, wanneer tegelijk de Kamer wordt ontbonden, zoodat nieuwe verkiezingen aan Romanones een meerder heid zouden kunnen verschaffen. De binnenlandsche toestand van Spanje vraagt opnieuw de aandacht. Nog altoos blijft het politiek beleid in handen van de liberalen, hoewel er geen sprake meer is, van een meerderheid, die de liberale partij die thans heeracht, dat zijnde volgelingen van Romanones, in Kamer of Senaat zou hebbeD. Na den dood van Canalejas is het liberaiisme vervallen in een verdeeldheid, die het vrijwel machteloos zal overleveren in de handen van de conservatieven. Nog steeds hebben dezen het moeten afleggen, maar meer dan ooit kunnen zij by de toe nemende verdeeldheid der liberalen met vaste kans gaan rekeDen op een terugkeer van hun aloud bewind. Een korte tyd heeft de binnenlandsche politiek van Spar je het verwordingselement minder getoond. Dat was in de dagen toen president Poincaré z\jn bezoek aan het Pyreneesch Schiereiland bracht. Uit welke| motieven toen de oppo sitie tegen Romanones heeft gezwegen, weten we niet. Hoe het echter zij, of het was uit Vaderlandsliefde dan wel uit hof felijkheid voor den Franschen president, dit laten we terzijde, nauwelijks was Poincaré heen of het bekende liberale lid Garsio Prieto viel op scherpe wijze zijn tegen standers in de liberale partij aan. Hierbij liet hij het echter niet, Hij vormde een nieuwe party die den naam kreeg van Li beraal Democratische Party. Bij die partij hebben zich reeds verschillende Senatoren, afgevaardigden en oud-ministers aangeslo ten. Het programma van deze nieuwe party bevat onder meer de volgende punten Volslagen vrijheid van godsdienst en reor ganisatie van den Senaat. Prieto wijst er op dat de meeste vertegenwoordigers in dit college afgevaardigden zyn van aristocratie en geleerdheid; daarnaast wenscht Prieto vertegenwoordigers van handel en industrie en ook den arbeiders komen eenige plaat sen toe. Ook Prieto heeft reeds weer iemand ge troffen, die nog democratischer doet. De gewezen republikein Alvarez, die onlangs de republikeinsche party heeft verlaten, heeft thans een derde liberale partij gevormd. Ook hierdoor is de party van Romanones aanmerkelijk verzwakt, zelfs in die mate, dat hy over geen meerderheid meer beschikt. Er is dus nu slechts tweeóilei uitweg; de conservatieven keeren aan het bewind te rug of Romanones blijft. Beide oplossingen verlangen toelichting. Maura, die de feitelijke leider van de conservatieven nog altoos is, is buitengewoon gehaat by het grootste deel van het volk. Een mogelijke terugkeer van hem zou gelijk staan met het uitroepen van binnenlandsche onlusten in Spanje. Na het onlangs door hem gepubliceerde politieke programma zou hij Spanje op den thans ingeslagen weg willen terugzetten. Men verwacht dan ook dat de conservatieven slechts op zullen treden met Dato, den oud- i president, als premier. Een andere mogelijk- De redevoering te Swindou, in welke de Engelsche ministet Lloyd George zyn groot hervormingsplan ten opzichte van het land bouwvraagstuk uiteenzette, heeft duidelijk uiteengezet, wat deze groote Staatsman wil. Zoolang niet de Staat, zoo verklaarde Lloyd George, de volle controle over hetlandmo- nopolie herneemt, gelijk dat in vroeger tijd het geval was, toen de landheeren voor het gebruik en bestuur van hun grond aan den koning verantwoording schuldig waren. Daarbij stelde hy als tweeledig doel voorop, hetgeen de eerste minister Asquith enkele maanden geleden zeide„Er moet naar worden gestreefd, de landelijke bevolking tot het land aan te trekken en de land bouwproductie, zoowel watqualiteitals wat quantiteit aangaat, te vermeerderen." Daar voor achtte de regeering het in de eerste plaats noodig, den landbouwer de vruchten van zijn vlyt en inspanning, zyn werkvolk een menschwaardig bestaan te verzekeren. De eerste groote stap naar dat dool zal zyn, de instelling van een ministerie voor Landaangelegenheden. Dit is op zichzelf al oen zaak van veel botookooio. Een oigonlyke ministerie van Landbouw heeft Engeland nog niet. Wel stelde het in 1889 een Land bouwraad in, waaraan het vroegere toezicht van den Staatsraad op veeziekten, als ook de werkzaamheden der landbouwcommissa rissen werd opgedragen, maar verschillende zaken, die den landbouw raken, worden nog door andere ministeries bestuurd. Ook be staat die Landbouwraad in naam uit ver schillende Kabinetsleden, terwijl zijn presi dent wel voor een minister doorgaat maar in het Kabinet toch een inferieure positie bekleed en een jaarwedde van slechts £2000, tegen de andere ministers 5000 p. st. geniet. Het nieuwe ministerie voor laudaangele- geDheden zal dien Landbouwraad vervan gen, al zyn huidige functies overnemen en er vele andere by krygen. Het zal o.a.alle zaken omtrent de registratie van eigendomsrechten en dier overdracht behandelen, tot besparing van vele rechtskosten, thans daaraan ver bonden. „Met all9 respect voor mijn beroep", zeide Llojd George, die voorheen zyn brood als solicitor verdiende, „wenschen wij bet land maar liever uit de handen van rechts geleerden te bevrijden". En hy vond het geen kwaad motto; „Een rechtsgeleerde te vangen". Het werk der landschatting, dat hij enkele jaren geleden instelde, en als kanselier der schatkist beheert, zal ook onder de contróle van het nieuwe ministerie ko men. Lloyd George heeft over de landschat ting veel verwijten van de conservatieven moeten hooren. Zij kostte den staat tot dusver tienmaal meer, dan de verhoogde opbrengst der grondbelasting bedraagt. De baten daarvan zal de staat later echter dub bel en dwars ontvangen. En Engeland kwam laat genoeg met zyn officieels landschatting aan. Aan het nieuwe ministerie zullen verschil lende landcommissarissen voor allerlei doel einden worden verbonden. In de eerste plaats, zullen zy voor een billijke regeling der pachtvoorwaarden zorgen. De landcom- missarrissen zullen gemachiigd worden, een landbouwer, die bij verkoop van het betrok ken landgoed, wordt gedwongen zijn hoeve te verlaten, een voldoende schadevergoeding van zyn landheer toe te kennen. Ook zullen zy, in geval van nood, door sterke daling der prijzen van landbouwproducten, tijdelijk de jaarlyksche pacht kunnen verlagen. By de instelling van een minimumloon voor de veldarbeiders zal dat ook gebeuren, indien de landbouwers bewijzen, het hoogereloon hunner arbeiders niet bij hun bestaande pacht te kunnen betalen. Het nieuwe ministerie zal tevens worden belast met de onteigening van grond, ge schikt voor boschbouw van staatswege. Dat is een ander zeer belangrijk punt van het aangekondigde hervormingsplan. Lloyd Ge orge wees er op hoever andere landen En geland met boschbouw vooruit zyn en hoe veel baten aldaar de staat thans opstrijkt van die cultuur. Engeland moet bijna al zijn bout van buiten ingevoerd krijgen, terwijl het beschikt over onmetelijke, terreinen, uitstekend voor boschbouw geschikt, maar thans in woesten staat gelaten. Heuvelach tige streken raakten door de verwijdering van vroegere wouden ontvolkt en kunnen door de boschcultuur andermaal volkrijk worden gemaakt. De mooie Engelsche dalen zullen daardoor ook weer voor akkerbouw geschikt worden, daar zy door het aange plante geboomte tegen regen en wind be schermd zullen worden. De woeste gronden zullen tot staatseigendom gemaakt en ont gonnen worden. De verpachting van kleine stukken land, waartoe thans du provinciale besturen van dit laDd zyn gemachtigd, zal dan van den staat uitgaan. Maar niet alleen zal het rijk als groot grondbezitter optreden, het regeeringsplan zal den staat ook tot een grooten huisheer maken. Reeds werd er op gewezen, dat het platteland van Engeland ongeveer 120.000 nieuwe arbeiderswoningen noodig heeft, om de landbouwende bevolking een betere huis vesting te verstrekken. Landheeren zien te gen het bouwen van zooveel nieuwe wonin gen op en de plaatselijke besturen talmen er mee. De staat moet als redder in dien woningnood optreden en kan dat het best doen, omdat hem geld tegen de laagste rente wordt geleend. Het nieuwe ministerie zal in alle platte- landsche districten een onderzoek naar den woningnood instellen en dan zelfde noodige woningen gaan bouwen. „Wij hebben voor dat doel een aardig mooi fonds in handen", verklaarde Lloyd Geurge, waarmede hy liet door den staat beheerde reservefonds der Nationale Ziekteverzekering bedoelde. Dat reservefonds zal voor den plattelandschen woningbouw worden gebruikt, een dubbel nuttige geldbelegging. De woningen, van staatswege gebouwd, zullen een huur opbrengen, voldoende vooi hun jaarlyksch onderhoud en tot dekking der rente van het daarin gestoken kapitaal, maar niet te hoog voor de veldarbeiders, wanneer hun by een behoorlijken werktyd een ordentelijk minimumloon is verzekerd. Ook andere dorpelingen zullen van dien staatswoningbouw kunnen profiteeren. Het doel daarvan is, het platteland aantrekke lyker voor bewoning te maken. In tegen stelling- met andere landen hoopt het volk hier te lande zich veel in steden op. Ieder huisje van den staat zal een tuin hebben, groot genoeg voor bebouwing van verschil lende levensmiddelen der familie. De staat zal den noodigen grond koopen tegen billijke prijzen, door de nieuwe landcommissarissen te bepalen. Zoodanig is het omvangrijke hervormings plan, dat Lloyd George aankondigde en dat de regeering denkt uit te voeren, als de kiezers haar hun vertrouwen blijven schen ken. De plattelandsche bevolking zal er zeker mede ingenomen zijn. Met dit strijd plan zullen de EDgelsche liberalen zeker de sympathie der bevolking winnen. Haaysche Brieven. CCXLV. In een mijner laatste brieven maakte ik melding van de pensioneering van een drietal generaals door den minister van oorlog. De Telegraaf schreef deze pensioneering aan persoonlijke motieven toe. Daarop is een zeer besliste tegenspraak gekomen, waarvan ik te eer melding maak, omdat het Roomsche priesterblad de Maasbode zeer stellig de partij van den minister heeft gekozen. Dat van die zyde tegen de voorstelling van de Tele graaf wordt opgekomen, is het beste bewijs, dat de minister in dezen vrij uitgaat, 'k Ont ving verleden week een brchure, die in alle boekhandels voor de glazen hangt: 's Lands welvaart in gevaar! De titel doet iemand natuurlijk het ergste vermoeden. Men denkt minstens dat de heele oogst is mislukt, een aantal groote fabrieken zyn stopgezet, Engeland den invoer van boter en kaas verboden heeft, Amerika onze bloem bollen niet meer wil hebben of aan een soort gelijke ernstige bedreiging der welvaart. Het pamfletje blijkt een pleidooi van een ultra- militairis1 ische vereeniging „Onze Yloot" geheeten om voor Indiö toch s. v. pl. wat Dreadnoughts aan te schaffen Natuurlijk zijn de minnaars van de vereeniging „Onze Vloot" buitengewoon offervaardig om zelf zoo'n moordtuig aan te bieden tot bevorde ring van 's Lands welvaart. Zoo las'kalthans in de Telegraaf. Nu kost zoo'n scheepje 25 millioen. „Onze Vloot" heeft nog geen tien duizend gulden bijeengebracht. Maar in de bladen maakt men allicht stemming voor de pompeuze vermelding van het feit, dat voor de aanbieding van een Dreadnought aan de regeering f 1000 11 is ingekomen! Je kunt daaraan toch wel merken, dat 's Lands welvaart in gevaar is Als men nu eens bedenkt dat het een kleine twintig jaar zal duren eer het zesde schip van de Dreadnoughtvloot zal klaar zijn, terwijl Japan niet alleen binnnenkort een veel grootere vloot klaar heeft en de kleinste schepen van dat land nog grooter zyn dan onze prachtschepen, dan begrijpt men, dat de N. A. C. de bar groote lasten besprekende, die door zoo'n vloot op de begrooting zouden gaan drukken, tot de conclusie komt, dat waar het gaat om „Alles of niets", dit blad de voorkeur, aan het „Nietö" geeft. De vlootplannen van den heer Rombonnet zullen nu wel spoedig bekend worden en dan zal het blijken of de minister in de richting van het rapport der Indische defensicommissie wil gaan. Blijkt dit het geval, dan zal er in de Kamer heel wat oppositie zyn en kon het ministe- rieóle leven van dezen bewindsman wel eens heel kort blijken. Het zou intusschen buitengewoon jammer zijn als het zoo liep. Immers deS. D. A.P. toont zich tegenover de militaire begrootin gen verzoeningsgezinder dan ooit. Worden de militaire uitgaven niet opgeschroefd en houdt bet kabinet zich uitsluitend aan de uitvoering dor holaao aoogonomon wotton- Colyn, dan zal de S. D. A.P. zelfs voor de begrootingen stemmen, als rechts hinderlaag mocht blijken te leggen. Dat daaivoor wel eenige vrees bestaat, bewijst dr. Kuyper eiken dag in zijn Stan daard. TelkeDS komt in zijn blad voorden dag, dat hij tegen de Staatscommissie, die de heer Cort v. d. Linden wil instellen voor het onderzoek van de beste wy'2e van sub- sidieering der bijzondere scholen stemming tracht te maken. Met voldoening vermeldde hy onlangs dat de Kuypermannen niet in de commissie zullen gaan zitten En men weet, als de heer Kuyper zoo'n wachtwoord uitgeeft, gehoorzamen de broeders trouw. Herhaaldelijk is er in de antirevolutionaire pers al opgewezen, dat geen enkel Kamer lid dier fractie zyn zetel voor Talma of Heemskerk beschikbaar stelt. De booze wereld fluistert, dat de Kanaalstraat wel in het openbaar bet betreurt dat Heemskerk is opgeborgen in den Raad van State en niet in de Tweede Kamer is gebracht, doch in het geheim aan de Kamerleden is te kennen gegeven, dat zy hun zetels niet beschikbaar moeten stellen. Het ia voor de antirevolu tionaire Kamerfractie anders een heel onaan gename zaak, dat in hun eigen bladen de fractie voortdurend als minderwaardig wordt voorgesteld en er telkens weer op gewezen wordt, dat er geen enkel lid in staat is om als leider in de politiek op te treden.Voor den getrouwen Duymaer is dat al een heel bittere pil, waar hy steeds de trouwste aller schild knapen voor den grooten man is geweest. Het zal misschien nog te bezien staan of de Eerste Kamer bereid zal zyn den heer Kuyper in zijn politiek te volgen. De weinige populairiteit waarom dit college zich ver heugt, zou zoo mogelijk nog minder worden, wanneer de oppositie b.v. directe-belasting- voorvallen ging verwerpen. De taktiek des heeren Kuypers is blijkbaar het zwaartepunt der politiek Daar de Eerste Kamer te ver leggen. Een onbeduidende Antirevolutionaire fractie in de Tweede Kamer is niet geschikt om zyn ster in de Eerste Kamer te meer te doen blinken. Op die manier zou de Kanaalstraat zich de onbeperkte leiding der rechtsche oppo sitie verzekeren. Hoe de reactie dryft toont ook het orgaan van den heer Lohman. Dat artikel 369 zooveel geld zal kosten en professor Kluyver van den Ouden Bartjes geen discipel is gebleken,, vindt het Chris telijk Historische blad verschrikkelijk. Het oppert reeds een plan, het voorschrift van art. 369, wat loondienst betreft, zoo eng uit te leggen, dat schoonmaaksters enz. er buiten vallen en deze 70-jarigen dus niet in aanmerking zullen komen. Natuurlijk oppert het blad zoo'n plan uit pure liefde voor de kleine luyden en uit loutere sym pathie voor de sociale hervormingen I Niet lachen daar!

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1913 | | pagina 1