it ND NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD, ZÜID-HOUAMDSCHE EW ZEEPWSCHE BILANDSN MELSDIJK. 'OTHEEKBANK MDDELHARNIS Spreekmachine te koopen? en Papierhandel '6 Hulp- of orschotbank ordreehtsehe a i oo'/2 roerende Goederen, enz. ONZE EILANDEN VOOR DB leptember Engelsche c geeft tijdelijk uit: Pandbrieven a id. HET NEUSJE VAN DEN ZALM - KOSMOS STORMVOGELS ELOR DE GUTTERIEZ ES ARBEID ADELT GRACIA le Sigaren-merken Sigar enmagazij n Dit Blad verschijnt eiken Zaterdagmorgen. Prijs per kwartaalf 0,50 Afzonderlijke nummers- 0,05 No. 44 Zaterdag 20 September 1913 20E Jaargang Alle voor de Redactie en Administratie bestemde stukken en Advertentiên worden uiterlijk Vrijdagmorgen ingewacht bij de Administratie te Middelharnis. Prijs per advjrtentiën van 45 regels f 0,50 Iedere rege' meer- 0,10 Groote le.ters naar plaatsruimte. Buitenlandscb Overzicht. andel te bezoeken en doet de PATHÉFOON istige naaldverwisselen behoeft, 3n onverslij tbare safier, in het instrument volmaakt iden van ander systeem. 1IJK B 280, MIDDELHARNIS. t door het Departement Middel- jmmelsdijk der Maalsch. tol Nut jemeen, verleenlonder borgtocht tten van f 25 tot I 500. igen moeten geschieden bij den s-Penningmeester IPIUS, KADE, MIDDELHARNIS. )ig& te DOFIDFIEOHT. .atst Maatschappelijk Kapitaal )0,—waarvan gestort f200.000, 94 gen worden verstrekt door den heer N BDUREN A.Dz., te MIDDELHARNIS. „Ik kan niet nalaten in het openbaar en luide nog eens te herhalen, dat de overwin ningen van Griekenland naast den moed en de zelfopoffering der Grieksche troepen, aan de beginselen der krijgskunde zijn te danken, die ik en mijn officieren aan de militaire academie te Berlijn hebben opge daan Men kon eerst nog meenen, dat Koning Constantijn van Griekenland, toen lay in zyn dank-rede voor den Keizerlijken maar- schalkslaf deze woorden sprak, zich aan een onbedachtzame loslippigheid schuldig maak te.diein een geïmproviseerde feesttoost,inde militaire omgeving waarin hy zich bevond 'l voorbeeld van zijn Keizerlijken Zwager kon óók aanstekelijk hebben gewerkt 1 zooal niet te verdedigen, dan toch verklaar baar en te verontschuldigen was. Doch men weet thans, dat deze verzachtende omstan digheid niet geldtde toespraak werd niet aan een feestmaal gehouden, doch 's mor gens in de buitenlucht, voor een schitteren den kring van op het exercitieterrein ver zamelde generaals; en 48 uur later werd hij per officieel communiqué wereldkundig ge maakt. Men mag dus aannemen, dat de rede, met de hierboven aangehaalde zinsnede, van te voren, met wederzijdsche goedkeuring, is opgesteld, en met voorbedachten rade is gepubliceerd. Dat deze gewilde ophemeling van de Duitsche wapenkunst in Frankrijk, waar Koning Constantijn tegen den 21en óók als gast verwacht werd, een allerpijnlijksten rndruk moest maken, is begrijpelijk genoeg. Eenerzijds gekwetste ijdelheid waren niet juist de eerste overwinningen van Bulgarije, dat zijn kanonnen van Sneider en Creusot had, en welks hoofdofficieren voor 't groot ste deel hun militaire opleiding in Frankrijk hadden genoten, in de Fransche pers als triomfen van Frankrijk over Duitschland verheerlijkt, dat zijn Krupp-kanonnen en officieren aan Turkije had gegeven. En in het Grieksche succes had men eveneens een succes der Fransche wapenkunst gezien, omdat een Fransch generaal en een aantal FraDsche officieren sedert drie jaar, op ver zoek der Grieksche Regeering in het Griek sche leger werkzaam waren geweest en er de strijdvaardigheid van hadden verhoogd. En nu verklaarde de generalissimus van dat zelfde leger, had by zyn overwinningtn, behalve aan den moed zijner soldaten, alléén had te danken aan het feit, dat hy vroeger de Duitsche militaire beginselen had ge leerd Men kan over de waarde van Grieksche overwinningen en de krijgskundige verdien sten van Koning Constantijn van oordeel verschillen. Er zyn er, die de eerste meer een gevolg van allergelukkigste omstandigheden noemen, en de laatste zéér sterk in twijfel trekken waarbij zij wyzen op het feit, dat in den vorigen Turksch-Griekschen oorlog van deze verdiensten bitter weinig bleek, terwijl in den Krijg tegen Bulgarije kort vóór de vredessluiting het Grieksche leger in zóó alleibedenkelijkste strategische positie was gebracht, dat het zich in allerijl moest terug trekken om niet omsingeld en vernietigd te worden. Weer anderen noemen, en waar schijnlijk terecht, al dat getwist over de meerdere voortreffelijkheid van de Fransche of Duitsche kanonnen en krijgskunde, die in den Balkan-oorlog zou zyn gebleken, pure onzin, omdat deze vraag alléén beslist kan worden door een strijd tusschen de Fransche en Duitsche legers Z6lf. Doch deze nuchtere overwegingen golden natuurlijk voor de ydeltuitige Franscben niet. Voor hen was de lof door KoningConstantyn aanDuitsch- land toegezwaaid, een persoonlijke misken ning en beleediging. Anderzijds had echter de Fransche ont stemming toch ook nog een ernstiger onder grond. Dat Koning Constautyn's bezoek aan Duitschland meer dan enkel een uiting van familie-hartelijkheid was en van dank baarheid voor een verleende onderscheiding, doch ook een politiek deel had, was duidelijk. De officieuze Berlynsche correspondent van de Köln. Ztg. beeft dit trouwens gisteren in zyn polemiek met de Fransche pers vry onomwonden erkend. En nu moesten Ko ning Constantyn'a woorden wel den indruk wekken, dat de Duitsche diplomatie, die evenals de Fransche thans werft om Grie- kenland's vriendschap, de laatste te slim was afgeweest en haar achter het net liet visschen. Dat was voor de Franschen geen aangename ontdekking, die juist op Grieken land rekenden als een nieuwen, sterken bondgenoot in de Middellandsche Zee tegen eventueele machtsbegeerten daar van Oos- tenryk-Eongarye en Italië De toekomst zal moeten leeren, of deze Fransche vrees gegrond is, en Griekenland werkelijk nauwere aansluiting niet bij de Entente- maar by de Dnebond-mogendheden zal gaan zoeken. Voorloopig is niet wel in te zien, hoe dit mogelijk zou zijn, waar Oostenryk-Hongarye, Duischland's bondge noot, op dit oogenblik aan Bulgarije's kant staat, en een Grieksch-Bulgaarsche oorlog nu reeds als het eerstvolgende, onvermyde lyke Balkan-conflict wordt voorzien. Doch indien de Grieksche regeering wer kelijk aan haar buitenlandscb beleid deze richting zou willen geven, zou zij daarvan zeker thans niets laten blijken, doch de duidelijke openbaring er van uitstellen tot later tot zij de diplomatieke hulp van Frankrijk in de quaestie der Egeïsche eilan den, en de geldelyke hulp van dat rijk niet meer noodig heeft. Daarom vooral is Koning Constantyn'a rede zulk een geweldige flater. En vandaar ook de paniek, die zy te Athene by de verant woordelijke regeeringsmannen heeft ver wekt. Venizelos, de gewikste en kundige diplo maat, wien Griekenland zeker niet in de laatste plaats dankt, dat het zijn bevolking thans van nog geen 3 millioen op byna 5 mwlioen ziet gebracht, terwijl zyn grondge bied nagenoeg verdubbelde, moet zich wel de haren uit het hoofd hebben getrokken van spy't, dat hy zyn on verantwoordelijken Vorst niet als wachter heeft vergezeld, om te beletten, dat een ondoordacht woord van de Koninklijke lippen zyn moeizaam opge bouwd diplomaten-werk vernielde Amerika is het land van de onbegrensde mogelijkheden. Wat men Bryan, den sedert eenige maanden met officieelen diplomaten- glans bekleeden leider der buitenlandsche politiek van dit groote ryk ziet doen, beves tigt weer eens de juistheid van deze uit spraak. In lang z.ig de regeering op het Witte Huis zich niet in zóóveel netelige quaesties met het buitenland tegelijk gewikkeld als thans't voorloopig weer min of meer slui merende conflict met Mexico kan elk oogen blik ernstig wordende immigratie-quaestie met Japan wacht nog altijd op haar oplos sing de oneenigheden met Groot-Brittannié en bijna alle andere Europeesche Ryken, voortvloeiende uit de nieuwe tariefwet, uit de bevoori echting van de Amerikaansche scheepvaart en de versterking van het Panama-kanaal, waartegen Europa's diplo maten, als een schending van het Hay- Pauncefote-verdrag protest aanteekenen deze belangrijke en actueele vraagstukken alleen zouden in elk ander land den staats secretaris moeite en zorg genoeg baren en zeker zyn ononderbroken tegenwoordigheid op zijn Departement tot een vanzelfsprekend feit maken. Niet aldus echter in de V. S. Daar gaat Bryan, de Minister van Buitenlandsche Zakenlezingen houden en reist daartoe bet geheele land af, of het midden in den komkommertijd was en zyn Departement het eigenlijk even goed zonder als mèt hem stellen kon. En op welke wyze dan nog houdt hy deze lezingen 1 Door de Chautauqua-Association of Swarthmore „geëngageerd" er is geen ander woord voor treedt hy op in een tent van een reizenden circus-troep, die een tournée maakt doorMaryiand, Pennsylvania, Virginiö. Vóór en nh hbm, op denzelfden avond, tredeD opeen violist, een solozan geres, een danseres, een troepje Zwitsersche Jodelers. Maar Bryan blijft natuurlijk hoofd nummer van het program, de groote attrac tie Bryan, immers de voortreffelijke rede naar, èn.... de Staatssecretaris van Buiten landsche Zaken 1 Natuurlyk maakt zyn „impressario" goede zaken het circus moet, eiken avond stampvol zijn. Doch ook Bryan zelf vaart er niet slecht by600 gulden per avond, behalve vergoeding van reis- en verblijf kosten of Bryan van zyn ministerieel vry kaartje op de spoorwegen gebruik maakt, vinden wij niet vermeld zyn zelfs in het ryk van den dollar een aardig honorarium. Trouwens Bryan heeft zelf in een openhar tige bui erkend, dat het hem vooral om de dubbeltjes te doen was: met zijn 80.000 gulden honorarium als Minister, kon hy onmogelyk toekomen, verzekerde hy. De waarde van deze verdediging die ons overigens, vooral uit zóó democratischen mond, weinig steekhoudend voorkomt in 't midden latend, is het toch te begrijpen, dat velen in de V. S. over dit optredeD van hun nieuwen Minister van Buitenlandsche Zaken weinig gesticht zijn. In de eerste plaats natuurlijk, omdat de praqtische Amerikaan begrijpt dat Bryan al reizende en lezingen houdend het werk waar voor hy is benoemd, en waarvoor hy wordt betaald, onmogelijk goed kan doeD. En „de man van den zilveren standaard" doet dit dan ook niet. Te hooi en te gras, tusschen twee sneltreinen naar en van Washington in, laat hy zich een paar uren op zijn Depar tement zien, om het werk, dal absoluut geen uitstel lijden kan, af te doen en een paar stukken, die noodzakelijk weg moeten, te teekenen. Doch voor besprekingen met di plomaten heeft hy geen tyd. Zy zoeken hem te vergeefs; en 't moet zelfs gebeurd zyn, dat een gezant, die by Bryan tijdens een van diens korte bezoeken was aangediend, na een paar uur van geduldig wachten tot de ontdekking kwam, dat de Minister al weer honderden mijlen ver van Washington zat. Deze had hem in de haast van een wachtenden trein, die nog gehaald moest worden, glad vergeten En in de tweede plaats zien vele Ameri kanen 's Ministers optreden in het rondrei zend Circus met leede oogen, omdat het aanzien van hun land naar buiten er zeker niet door wint. Welk een kostelijk onder werp voor spotprent en satire: eenAmeri- kaansch Minister op hetzelfde platform met jongleurs, jodelers en een danseuse, in een circusl En de Yankees zyn voor zulk een spot gevoeliger dan men denken zou. Een jong, zelfmade volk is het Amerikaansche en als zoodanig voelt hy zich ongetwijfeld geducht; maar tegelijkertijd ziet het toch ook weer met zekeren eerbied op naar de eeuwenoude traditie en cultuurs van Europa, en naar de omgangsvormen, die in het oude werelddeel daaruit zyn geworden en tracht zich deze ook eigen te maken. De gemak kelijkheid waarmede nog altyd de dragers van oude adellijke namen in Europa hun verwelkt blazoen door Amerikaansche mi- lionaira-erfdochters kunnen laten opkalefa teren, is een der openbaringen van dezen eerbied bij den Yankee voor wat hyzelf mist; voor het oude, voor traditie, en voor de vormen, die hieraan onafscheidelijk zyn verbonden. Hieraan nu vergrijpt hun Minis ter zich, wanneer hij als hoofd der Ame rikaansche diplomatie deze voor haar bui tenlandsche collega's tot een bespotting maakt door in een circus als een „nummer" op te treden. Trouwens men behoeft geen Amerikaan, en ook geen vereerder door dik en dun van vormen en van decorum te zyn om zich aan Bryan's optreden min of meer te ergeren. De Temps schreef dezer dageD, dat in onze sceptischen tijd niemand feitelijk meer de diplomaten ernstig neemt, behalve dan deze zelf. Dat is, in zijn algemeenheid, on getwijfeld onjuist en onrechtvaardig. Ook van de diplomatie geldt, dat de critiek ge makkelijker is dan de kunst. Doch afgeschei den hiervan blijft het feit, dat de wereld voorloopig nog wel op de diensten van deze middelaars bij het regelen der internatio nale betrekkingen aangewezen zal blijven. En hun taak wordt zeker onnoodig ver zwaard, wanneer de leider der buitenland sche politiek van een groot ryk het aan zien van den geheelen stand £e grabbel helpt gooien door zich voor grof geld ais hoofd- nummer door een circus impressario te laten engageeren. Bryan had als Minister, meenen wy, op andere wyze van zijn „democratische" be ginselen, die ook op het terrein der buiten landsche polit'ek wel eens wat sterker tot uitdrukking mochten komeü, kunnen doen blyken. Maar daar heeft de wereld tot nu nog maar bitter weinig van gemerkt. Haaysche Brieven. CCXL. Dinsdag hebben we dus het offlcieele slot van het zomerseizoen aanschouwd in bet jaarlijks terugkeerende feest in de Ridder zaal. Hoe democratisch onze tijd ook mag worden en hoe rood het eerste district van den Haag zich by verkiezingen voordoet, als er een hofkoets met vier paarden, een bataljon soldaten te zien is, viert de ky klust over alle andere gevoelens en bonderden verdringen zich reeds uren van te voren om de optocht naar de Ridderzaal te zien. Hoe meer goud een waardigheidsbekleder op zich draagt, hoe mooier het publiek hem vindt en de genoodigden, die een roode jas en een witte broek dragen, wekken de meeste bewondering. Het is curieus zooveel soorten van livrei men op zoo'n dag ziet. De leden der Rekenkamer, de leden van den Raad van State, de Kamerheeren, de leden van Eerste- en Tweede Kamer, heb ben met tal van anderen alle een verschil lend pakje. Wanneer zal men toch aan die apekool eens een eind maken. Welk nut en welke verhooging van waardigheid steekt er nu toch in, een kamerlid getooid te zien in een blauwe livrei met een degen op zij en gepluimde steek op? Waarom is het noodig, dat alleen degenen die er zoodanige livrei op na houden, tot Hare Majesteit met opdrachten der Kamer kunnen gaan? Wy wenschen niets te kort te doen aan het decorum, rok of gekleede jas dient men aan te trekken. Doch dat ïjdeltuitige uniformen moeten gedragen worden, is uit den tyd en moest zoo spoedig mogelijk afgeschaft worden. De Troonrede is den lezer natuurlyk reeds bekend. Zij maakt een uitnemenden indruk en toont, dat het nieuwe ministerie loyaal rekening zal hou den met de stembusuitspraak. De uitbreiding van art. 369 tot alle 70-jarigen, de toeken ning van het algemeen mannenkiesrecht Yoor grondwetsherziening, de wegneming van de hinderpalen, die het vrouwenkies recht in den weg staan, de voorziening in behoeften der schatkist door directe belas tingen, zijn alle voornemens, die bet kabinet den steun der geheele linkerzijde verzekeren. Zeer jammer is het, dat als een zwarte vlek in de Troonrede de geldverspilling voor een slagschip staat. De millioenen die Colijn heeft verspild aan kustforten en de zware lastendie hy het volk voor den vloek van het militairisme heeft opgelegd, hadden den minister van marine moeten weerhouden, nieuwe tonnen gouds aan den militairen moloch te offereD. Zonder dat rampzalige slagschip zou de Troonrede menschelykerwys volmaakt ge noemd kunnen worden. Voor de eensgezind heid, die de linkerzijde zooveel het mogelyk is, zal willen betrachten, getuigt wel de een stemmigheid, waarmede mr. Borgesius en mr. Troelstra tot president en vice-president der Kamer zyn gekozen. Het spel kan dus thans beginnen. Als de regeering nu maar voortvarendheid betracht, zyn wy voor de toekomst allerminst bevreesd. Met onze Haagsche tentoonstellingen is het heelemaal gedaan. De afbraak is reeds aan sloopers verkocht en van de N. I. T. S. T. en de Landbouwtentoonstelling is niets dan een puinhoop over. Uit de beginletters der eerste expositie had men indertijd geprofe teerd Niet Iedere Tentoonstelling Stelt Te leur. Dat zal men van de N. I. T. S. T. niet zeggen, want de affaire is een geweldige strop geworden. Het garantiefonds is reeds geheel opgevraagd en er zal nog menig bankje van 1000 gedokt moeten worden om diverse gaten en gaatjes te stoppeD. De Landbouwtentoonstelling brengt het er beter af, doch deze was, wat voorwaarde voor het welslagen is, even grootsch opge zet als de N. I. T. S. T. klein; was en noot bovendien drie ton Rijkssubsidie. Dat is ook geen peulschilletje I In de groote vrijzinnige kiesvereeniging heeft de stem, die twee liberale raadsleden bij de wethouderskeuze op Ter Laan uit brachten in plaats op hun partijgenoot, tot een motie van afkeuring geleid met uitnoo diging aan de schuldigen om zich bekend te maken. EeD van hen, de heer Vas Diaz heeft aan dat verzoek voldaan en verklaard, dat hij om billijkheidsredenen aldus handelde. De tweede overtreder houdt zich stil, al is het een publiek geheim wie het is. In een kiesvereeniging zal dat muisje dus nog wel een aardig staartje krijgen. De heer Vas Diaz is echter geeu katje om zonder hand schoenen aan te pakken. De leden kunnen zich dus op een verward gevecht voorbe reiden 1 Buitenland. Doodvonnis. Salamat, Idjan alias Dablan en Besar, alle drie contractanten der Bah Lias Esiate, iD SimeloeDgoen, wachtten des morgens te 10 uur, den 20sten December 1912 den Chinee- schen venter Ko A Tjoe op, op een eenzame plaats nabij den grooten weg van kampong Bandjar naar de Bandar kebon. Toen de oude man hun schuilplaats genaderd was, vielen ze bem aaD, en sloegen hem met een parang en staken hem met een mes, zoodat by op vele plaatsen van zijn lichaam, zyn been en zijn hoofd, verwond werd en aan de gevolgen vau een snede in den buik spoedig overleed. Geen wraakneming gold het, doch slechts den lust te bezitten, wat die venter by zich had, een som gelds n.l. van 80 en wat koop waren, als koek, visch enz. De landraad te Medan heeft in deze zaak beslist, voor zoover men de schuldigen heeft kunnen te pakken krygen. Want Besar wist te ontkomen, maar de beide anderen waren sinds 3 Januari in voorloopige hechtenis. Ze probeerden thans elkaar de schuld te geven, maar het lukte niet, den raad van hun onschuld te overtuigen. Een vrouw ver telde, gezien te hebben, hoe het slachtoffer op den bewusten dag gevolgd werd door drie mannen, onder wie deze beide beklaag den. Ook andere getuigen brachten bezwarend materiaal bij, zoodat de landraad niet aar zelde, bet doodvonnis over de beide misdadi gers uit te spreken. Diefstal aan de Postspaarbank. De „Javabode" van 16 Aug. meldt: Don derdagmiddag is een diefstal ontdekt in de Postspaarbank. Op de schrijftafel is een beitel gevonden, waarmee sloten geforceerd waren. Bij nader onderzoek is gebleken, dat ge stolen was een kistje, inhoudende zeventig gulden, zijnde gelden, door de oppassers opgezameld voor het begrafenisfonds. Verder worden nog vermist een rijksdaalder en eenige postzegels. De dader is nog onbekend. Een aanrander gevat. Een Menadonees, die herhaaldelijk school meisjes aanrandde, is gevat, aldus wordt uit Batavia gemeld aan de „Deli Court." Men zal zich herinneren, dat er heel wat angst onder de ouders heerschte in de dagen, dat telkens schoolmeisjes werden aangerand. Het heeft geruimen tijd geduurd, eer men den aanrander eindelijk te pakken had. Vrees voor onlusten. De „Javab" van 18 Aug. meldt„De plaat selijke autoriteiten alhier zyn bevreesd voor relletjes. De politieposten zijn alle versterkt met militairen, die op bevel van den resident, direct moeten uitrukken. Er gaan geruchten, dat boevengespuis uit de districten Kebajoran, paal Merah en Bidaratjiua voornemens is, in den nacht van 24 op 25 Aug. een groote rampokpartij te organiseersn eneenalgemee- nen Europeanen-moord. De politieposten op de grenzen van Weite vreden en Meester-Cornelis zijn versterkt. De militairen mogen desnoods met scherp schieten. Tusschen den landvoogd en den resident wordt een geregelde corresponden tie onderhouden. Alle autoriteiten zijn voor zien van de noodige instructies. Een diefstal van 1.300.000 francs. De „Matin" publiceert een onderhoud met den diamanthandelaar Goldscbmidt, aan wien den 2en Juli 1909 in een toiletkamer van het hotel Monico te Londen een pakket met diamanten en parels ter waarde van 1.300.000 francs werd gestolen. Goldschmidt verbaaldt dat hy bij een verblijf in de maand September 1909 te Plombiöres een bezoek ontving van een net gekleed persoon, die verklaarde Mouthaan te heeten, advocaat te zyn te Amsterdam en geassocieerd met mr. Keyzer. Deze per soon deed Goldschmidt het volgende voor stel: „Een der cliënteD van ons kantoor kocht te Londen voor 300,000 francs een party edelgesteenten, waarvan hij later vernam, dat ze gestolen waren. Door onze bemid deling biedt by" u deze edelsteenen aan tegen betaling van de door hem gestorte 300,000 francs plus de premie van 25,000 francs, welke door Lloyd is uitgeloofd." Men kwam overeen, dat eenige dagen A

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1913 | | pagina 1