)AM
istraat.
S,5#
5,50
35-
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD,
ZUID-HOILANDSCHE EN ZEEUWSCHE EILANDEN
ELSDIJK
rplaatst
DHOLLANDSGB
BOUWGREDIET.
jllpvpipviivilipipiillili:
ende Goederen, enz]
Het Egyptische Monster.
Biires.
ONZE EILANDEN
voor oe
Dit Blad verschijnt eiken Zaterdagmorgen.
Prijs per kwartaalf 0,50
Afzonderlijke nummers- 0,05
No. 24
Zaterdag 3 Mei 1913 20E Jaargang
Alle voor de Redactie en Administratie bestemde stukken en Advertentiën worden uiterlijk
Vrijdagmorgen ingewacht bij de Administratie te Middelharnis.
Prijs per adv.irtentiën van 1—5 regels f 0,50
Iedere regel meer- 0,10
Groote letters naar plaatsruimte.
Officieele Mededeelingen.
OGRAFISCH ATELIER
VOORSTRAAT verplaatst
obbemastraat nabij het
is vanaf heden weder
s geopend.
S. VAN DER PLAAT
ANTOOR ALKMAAR.
C 11. Teleioon 73.
jENTSCHAPPEN
N, ENKHUIZEN,
:t 16. Westerstraat 6.
nburg
itraat.
r,
it 99.
's-GRAVENHAGE,
Molenstraat 45.
ROTTERDAM,
Leuvehaven 107.
Twee Millioen Gulden
geplaatst en volgestort.
BOOTSCHAP verleent Cre
nt gelden in deposito, belasl
den aan- en verkoop van
coupons, sluit beleeningen
itiën en verricht verder alle
den tot het Kassiersvak
?E DEPOSIT.
posito rente 3 °/o."
op 31 December 1912.
redieten f 6.407.015.48y
- 1,755.906.017<
....- 270.447.42
■reitter De Directie
ssarissen J. F. MOENS.
FOREEST. Mr. M. MOENJ
dent voor Middelharnis ei
N DER KOOGH
MIDDELHARNIS.
MILITIE.
Eerste zitting van den Militieraad.
De BURGEMEESTER der Gemeente MIDDEL-
IIARNI3 brengt bij deze liet navolgende ter open
bare kennis.
In de eerste zitting van den Militieraad wordt in
bet algemeen uitspraak gedaan omtrent:
a. vrijstelling van den dienst wegens eigen vrij-
willigen dienst en wegens broederdienst;
b. uitsluiting van den dienst.
Voor zooveel betreft vrijstelling van den dienst
wegens aanwezigheid van in hetzelfde Jaar geboren
broeders, doet de Militieraad eerst uitspraak in zijn
tweede zitting, welke later zal worden bekendge
maakt.
De ingeschrevenen dezer Gemeente voor de lichting
van het volgend Jaar, die vrijstelling wegens eigen
vrijwilligen dienst of wegens broederdienst hebben
aangevraagd, zullen in de gelegenheid worden gesteld
desgewenscht die aanvrage toe te lichten of te doen
toelichten en vervolgens de uitspraak hieromtrent
van den Militieraad te (vernemen op Woensdag, den
7 Mei e.k., te l1/, uur namiddags, te Dirksland ten
Gemeentehuize.
De uitspraak zal voorts door ondergeteekende
schriftelijk ter kennis worden gebracht van den in
geschrevene, die aanvrage om vrijstelling deed.
De aandacht wordt nog gevestigd op onderstaande
bepalingen
Tegen de uitspraak van den Militieraad omtrent
vrijstelling of uitBlnitlng kan binnen Tien dagen, te
rekenen van den dag. waarop die uitspraak is ge
schied, b(j Gedeputeerde Staten der Provincie, be
halve door den Militiecommissaris, bezwaar worden
ingebracht:
lo. door den ingeschrevene, wien de uitspraak geldt,
of door zijn vader, moeder, voogd of curator;
2o. door elk der overige voor de Gemeente inge
schrevenen, of door zijn vader, moeder, voogd of
curator.
Hij of zij, die bezwaren inbrengt, levert het daartoe
Btrekkend verzoekschrift, dat behoorlijk met redenen
omkleed moet zijn, in ter Secretarie dezer Gemeente.
Von de inlevering wordt een bewijs van ontvangst uit
gereikt.
Bezwaarschriften, niot ingericht of niet ingeleverd
op de hierboven aangegeven wijze, kunnen geen
gevolg hebben.
Voor zoover omtrent een en ander nadere inlich
tingen worden gewenscht, vervoege men zich ter
Gemeente-secretarie op een werkdag, tasscken tien
en twaalf uur des voormiddags.
Middelharnis, den 30 April 1918.
De Burgemeester voornoemd,
ULBO J. MIJS.
BEKENDMAKING.
De Burgemeester van MIDDELHARNIS brengt ter
kennis, dat de Brandmeester-Generaal de beproeving
der brandspuiten heeft bepaald:
Voor de spuiten 1 en 3 op Woensdag 14 Mei 1913
's avonds half zpb ure.
Voor de spuiten 2, 4 en 5,op Woensdag 14 Mei
1913 'savonds half zeven ure,
Wordende wijders bekendgemaakt, dathetbrand-
piket, de toortsdragers, klokluiders en bewaarders
der kaarsen niet behoeven op te komen
dat de spuitgasten met voorkennis van hun brand
meester zich kunnen doen vervangen
dat zij, welke door wettige redenen verhinderd
mochten zijn deze beproeving bij te wonen, biervan
vóór die beproeving aan hun brandmeester kennis
moeten geven
dat zij, voorzien van hunne onderscheidingsteekens,
v66r den aanvang deT beproeving op het bepaalde
by het oplezen hunner namen bij de bergplaats
dat hij, die niet vóór den aanvang bij de bergplaats
der spuiten, waar heel nauwkeurig appél zal worden
gehouden, tegenwoordig is, geacht wordt afwezig te
FEX7ILLETO HST.
nlnüüulnliüttfiiliilll
47
Ik zeg je, dat ik lager ben, dan je kunt
gelooven, lager dan de gewone moordenaar,
want hij doodt maar een, terwijl ik God
helpe mij, ik er duizenden heb gedood."
Zü moest gedacht hebben, dat ik gek
was, want zy uitte een snik en viel neer
op den grond, een waar toonbeeld der
wanhoop. Toen werd de deur geopend en
Pharos kwam binnen.
Toen hij mij in het midden der kamer
met een wilde uitdrukking op mü'n gelaat
zag, Valerie aan mijne voeten krimpende,
wachtte hij even en zag den een na den
ander verrast aan.
„Ik vrees, dat ik te veel ben," zeide hij
met die oude, akelige, verachtelijke uit
drukking op zyn gelaat. Indien het jelui
'niet te veel moeite veroorzaakt, is misschien
er één goed genoeg om mü te zeggen, wat
dit beduidt."
Geen van ons beiden antwoordde gedu
rende ruim eene minuut; toen brak ik de
betoovering, die ons bond, en keerde mij
tot Pharos. Hoe zwak mijne woorden sche
lden, als ik ze vergeleek met de heftigheid
■lat plaatsvervangers beneden 20 Jaren niet worden
aangenomen en dat zonder kennisgeving aangestelde
plaatsvervangers niet zullen worden uitbetaald.
Zij die hun onderscheidingsteeken niet zichtbaar
dragon, zulleu hunne belooning verbeuren. En is
hiervan afkondiging geschied, waar het behoort, den
30 April 1913.
De Burgemeester,
ULBO J. MIJ8.
Buitenlaiidsch Overzicht.
De algemeene werkstaking in Belgis be
hoort tot het verleden.
Misschien zullen enkele kleine groepen
arbeiders hier en daar nog een paar dagen
blijven weigeren hel werk te hervatten
zooals in den oorlog, wanneer de veldslag-
reeds is beslist, het geknal van achterhoede
gevechten nog eenigen tijd de lucht vervult
maar de groote strijd is gestreden.
De afloop beduidt voor de arbeiders stellig
een triomf in den materieelen zin van het
woord.
Yan den beginne af was de algemeene
staking door de leiding der algemeene soci
aaldemocratie gepropageerd, niet als een
middel om onmiddellijk het algemeen kies
recht te doen invoeren, doch als een wapen,
waarmede de regeering moest worden ge
dwongen, de behandeling van de kiesrecht
hervorming voor te bereiden. Slechts indien
de Regeering weigerachtig bleef om ook
maar den eersten stap tot zulk een handeling
te doen, zou tot dit uiterste middel de toe
vlucht worden genomen.
En toen het gerucht ging, dat de Regee
ring wilde ingaan op een poging tot bemid
deling door de burgemeesters van eenige
groote steden beproefd, werd dadelijk de
staking verdaagd. De bemiddelingspoging
faalde. Of liever de Regeeriag bleek achter
af zich niet aan haar officieuze toezeggingen
te willen houden. Zü had niet alleen de
Belgische arbeiders, doch bet geheele land
misleid. Maar zy had in eigen oogen Dog
iets anders bereikt. Zij had, naar z\j meende
aan het stakingsplan den genadeslag toe
gebracht.
Zou mon de staking waarmede men zoo
lang gedreigd had, doch die telkens was
verschoven, en ook thans weer was uitge
steld zou men die staking tën slotte
toch nog aandurven
Van regeeringsgezinde zijde werd duide-
ïyk te verstaan gegeven, dat men het sta-
kings-dreigement niet meer dan holle
schreeuwerige bluf achttehol geschreeuw
van de leiders, die maar al te blij waren
geweest, dat de bemiddelingspoging der
burgemeester een voorwendsel had geschon
ken om de staking eerst uit te stellen en
daarna stillekens te begraven.
Tegenover deze houding der Regeering en
haar aanhang een houding, die in heel
de niet-clericale arbeiderswereld als een
uittarting en een hoon werd gevoeld
konden de leiders der arbeiders, ook al
hadden zy bet gewild, niet meer terug.
Zoo brak dan de staking uit, precies op
müner aandoeningen en den ongeloofeiyken
aard der beschuldiging, die ik tegen hem
zou uitspreken, moet ik aan je verbeelding
overlaten.
„Het bedoelt, mynheer Pharos," zeide ik,
„dat ik alles ontdekt heb."
Ik kon niets meer zeggen, want een prop
kwam er in myne keel, die my dreigde te
smoren Het bleek echter spoedig, dat ik
genoeg had gezegd, want Pharos moest öf
myne gedachten gelezen en begrepen heb
ben, dat eene ontkenning nutteloos zou
zyn, öf, aangezien ik niet meer voor hem
noodig was, het kon hem niet schelen, of
by bekende of niet. In elk geval kwam hy
naar voren toe en keek my met zyne
hartvochtige oogen scherp aan.
„Zoo, je hebt alles ontdekt, is het niet,
myn vriend?" zeide hy. „Eq zeg mij, welke
kennis heb je dan vergaard
„Hoe kan ik het zeggen?" riep ik uit,
nauwelijks wetende, hoe ik met myne be
schuldiging zou beginnen. „Hoe kan ik je
aan 't verstand brengen, dat jy het bent,
die nu aansprakelijk zyt voor de ellende,
waaronder Europa nu lijdt. Ik weet, dat ik
het was door jou, die de pest invoerde en
ze van Constautinopel naar Locden over
bracht. Wreed monster!" Ik ging door, ter
wijl ik nu myn toppunt van woede bereikt
had. „Ik was in je macht, en je maaktet
my tot werktuig. Maar je zult niet ontsnap-
het vooraf bepaalde oogenblik. En ook het
verloop was vrywel zooals de stakingslei
ding dit had vooruitgezien. En toen de re-
geeringsparty in de Kamer, zooal niet for
meel dan toch in werkelijkheid was inge
gaan op de van liberale zijde aangeboden
bemiddeling met het resultaat, dat thans
een begin, boe bescheiden ook, kon worden
gemaakt met de voorbereiding der kiesrecht
hervorming lag het volkomen in de lyn
eener goede strategie, dat de staking nu ook
onmiddellijk werd opgeheven.
Dit wat betreft het uiterlijke resultaat
izer geweldige beweging die in baar korten
duur toch belangrijke schade aan het econo
mische leven in Belgis heeft toegebracht.
Maar deze staking heeft ook nog een ander
resultaat gehadresultaat dat men al
naar het standpunt, hetwelk, men tegenover
de arbeidersbeweging en haar economisch
en politiek streven kan afkeuren of toe
juichen, doch waarvoor men in geen geval
de oogen heeft te sluiten. Deze staking heeft
doen zien, dat erin een klein land als Belgie
ruim viermaal honderdduizend menschen,
van alle stoffelijke goederen ontbloot, ge
reedstaan om hun bestaansmiddel en dat
van hun gezinnen prys te geven ter wille
van een ideeël doel.
Het algemeen kiesrecht immers brengt
voor hen die het bezitten, geen enkel direct
stoffelijk voordeel.
De conclusies welke hieruit in onzen
tyd van nagenoeg absolute dollar-heer
schappij zyn te rekken voor den politikus,
den socioloog en den moralist gaan verre
het gebied te buiten van een simpel econo
misch feit.
De Balkan-oorlog is met de verovering van
Skoetari in een nieuw stadium getreden.
Turkije is nu voorloopig als factor in de
Balkancri8s vrywel geëlimineerd.
Skoetari werd niet meer veroverd op
Turkije, doch op den nieuw te scheppen
Albaneeschen Staat.
De vraag is nu, boe men Koning Nikita
weer uit deze stad weg krijgt, zonder dat
er een Europeesche oorlog uitbreekt.
De Oostenrijksche Regeering heeft zich
zoodanig vastgelegd aan haar eisch, dat
Skoetari tot Albanië moet behooren, dat zij
hierin niet kan toegeven zonder zich voor
goed belachelijk te maken.
Volgens een telegram aan de National
Zeitung uit Weenen, zoude Oostenryksche
Ambassade de gezantenkonferentie te Lon
den voorstellen, datde „internationale vloot'
de havens Antivari en Dulciguo zou bezetten,
doch niet door een gewoon landingscorps,
doch door een leger, dat sterk genoeg moet
zyn om met succes des noods tegen Skoe
tari te kunnen optreden. Anders zou Oos
tenrijk alleen de Montenegrijnen verjagen.
En dan zou het zich niet meer gebonden
achten aan de overeenkomst met Rusland,
waarbij de steden Djakova, Ipek, Prizrend
en Dibra aan de Balkan-bondgenooten wor
den afgestaan.
Koning Nikita houdt zich daartegenover
nog altyd alsof hy zich onder de puinhoopen
van Skoetari wil laten begraven.
pen. Het is zelfs nu nog niet te laat, om
je te straffen. Binnen een uur zal-de wereld
alles weten eu zal je dood zijn, als duivels
kuunen sterven. Ik ben jé werktuig geweest,
maar aangezien ik je slechtheid ken, wil
ik nietje medeplichtige zyn. O, myn God I
is het mogelyk, dat een menscb, die in de
zuivere lucht van den hemel ademt, zóó
laag kan zyn
Al dien tijd, dat ik hem op deze wijze
had beschuldigd, had ik gestaan met Valerie
nog aan myne voeten kruipende,juist zoo
als ik stond, toen hy de kamer binnenkwam.
Het gevaarlijk licht, dat ik my vanouds
zoo goed herinnerde, was in zyne oogen
teruggekeerd en deed hem er onbeschrijfelijk
duivelachtig uitzien.
„Ben je krankzinnig, dat je zoo op deze
wyze durft te spreken zeide hy eindelijk,
met eene kalmte, waarvan de beteekenis
duidelijk was.
„Aangezien het duidelijk is, dat je niet
aan de macht denkt, die ik over je heb,
noch aan wat je lot zal zijn, als je my
toornig maakt, moet ik je inlichten. Je
brengt deze beschuldigingen tegen my in
en dreigt my aan de wereld te verraden
mij, Pharos,den Egyptenaar aan je ellen
dige wereld, die ik zóó veracht. Nog eens
vraag ik je, ben je krankzinnig? Maar,
daar ik niets meer behoef te verbergen en
je de waarheid hooren wilt, zul je d
Telkens verklaaTt hij met allerlei kracht
termen dat hy blijven zal waar hy is, en
dat de mogendheden hem dan maar met
geweld moeten verdrijven.
Intusschen duurt de oneenigheid tusschen
Bulgarye eenerzyds en de andere Balkan-
bondgenooten anderzijds voort, zonder dat
vooralsnog te zien is, in welke richting hier
de oplossing zal worden gevonden.
Op welk een schandelijke maner de
militaire kliek in Duitscbland drijft naar
hooger legeruitgaven door opzweping van
de hartstochten bewijzen opzienbarende
onthullingen.
De beide directeuren der „Deutsche Waf-
fen und Munitionsfabriken, Actiengesell-
schaft in Berlin-Karlsruhe", hadden den
Paryschen vertegenwoordiger der maat
schappij in het geheim opgedragen te zorgen,
dat er in een der meest gelezen -Fransche
bladen, liefst de Figaro, een artikel geplaatst
werd, waarin werd medegedeeld, dat het
Fransche legerbestuur van plan was twee
maal zooveel machinegeweren te bestellen
als hy oorspronkelijk van plan was, en te
zorgen, dat deze zoo spoedig mogelyk gereed
waren. Dat deze mededeeling geheel uit den
Duitschen duim was gezogen, behoeft zeker
nauwelijks nog gezegd.
Wellicht zyn er echter, wien het niet
geheel duidelijk is, wat bedoelde Maatschap
pij met dit telegram wilde bereiken. Dit
wordt door de Frankf. Ztg. als volgt op
voortreffelijke wijze duidelijk gemaakt:
Het gaat met deze dingen aldusEen
Fransch blad bericht, dat Frankrijk een
nieuwe versterking van zyn bewapening
van plan is. De Duitsche ophitsings-pers
werpt zich met geestdrift op het verzonnen
bericht, en vraagt dreigend, of het Duitsche
legerbestuur soms slaapt. Een paar dagen
later kan zy „uit de beste bron verzekeren",
dat Duitschland zijn bewapening natuurlijk
op de volle hoogte van zyn militair kunnen
zal brengen. Deze bal vliegt dan weer naar
de Fransche pers terug, die natuurlijk nu
nieuwe Fransche militaire maatregelen
eischt; en wanneer dit dan zoo een poosje
heen en weer gegaan is, dan verklaren de
leidende staatslieden in redevoeringen, die
sedert tientallen jaren telkens terugkeeren,
en die men zonder bezwaar zou kunnen
omwisselen, dat zij reeds voor maanden
van de noodzakelijkheid van een bewape-
nings-vermeerdering overtuigd waren, dat
men slechts het geschikte oogenblik heeft
afgewacht, dat echter thans de verandering
in den internationalen status, het optreden
van den buurman en de wil tot zelfbehoud
by de natie langer uitstel onmogelijk maken...
Dan komt er een officieele uitbarsting van
vaderlandsliefde en de wapenfabrieken
kunnen hun dividenten verhoogen
Doch wy willen nu weten, schrijft het
blad, hoe de beroemde 1813-stemming van
dit jubeljaar „financiert" geworden is....
Intusschen is de Vorwarts alweer meteen
nieuwe „onthulling" gekomen, die als tee-
kenende illustratie hoe men van hoogerhand
stemming voor het „patriottisme" èn
hooren." Hy wachtte even en toen hy weer
sprak, was het merkbaar, dat hij zijn vorigen
gewonen toon laten varen en een spreektrant
aangenomen had, die meer in harmonie
was met den plechtigen ernst van wat hy
te zeggen had.
„"Weet dan dat, wat gy zaagt, in het vi
sioen vóór den Sphinx en in den Tempel
van Ammonde waarheid was en geen droom,
zooals ik wenschte, dat gij gelooven zoudt.
Ik, dien gij gekend hebt als Pharos, ben
niemand anders dan Ptahmes, zoon van
Netruhótep, Profeet van het Noorden en
Zuiden, dezelfde, dien Pharao zocht te doo-
den en die op eene schuilplaats is gestorven
en door zijne getrouwe priesters ruim drie
duizend jaren geleden in den nacht begraven
werd. Vervloekt dan de goden en daar het
recht op bevel van den Koning begraven
te worden mij ontzegd was, beb ik sinds
toen dezen vorm bewoond. Durft gynu gij
dit weet, u tegen den dienaar der machtigen
verstouten Want ik zegge u, voorwaar dat
de pest, die nu Europa verwoest, door de
goden van Egypte voorbestemd werd tegen
de naties, die de zonde van heiligschennis
hebben gepleegd."
Hij hield even op en een oogenblik dacht
ik, dat hy op mij zou gesprongen zyn, zoo
als hy dien nacht in mijn atelier had gedaan.
Maar hy beheerschte zich en een oogenblik
later was zyne stem zóó zacht en verzoe-
voor de nieuwe legervoorstellen heeft helpen
maken, vermelding verdient.
De Leipziger „Illu3trierte Zeitung" heeft
een speciaal „Wehr-Nummer" uitgegeven,
om deze voorstellen populair te maken. De
artikelen daarin waren bijna alle uit het
Departement van Oorlog afkomstig, doch
dit had zijn medewerking hiertoe niet be
perkt. Het had aan de uitgevers der My.,
een officieel schrijven gericht, waarin werd
verklaard, dat de uitgave van het „Wehr-
Nummer" plaats had met goedkeuring van
het Departement van Oorlog, en verder,
dat het zéér wenschelijk was, dat de firma's
eu de industrieën die voor legerleveranties
in aanmerking kwamen in het„Wehr-Num-
mer" adverteerden De uitgevers maakten
van dit officieele stuk natuurlijk een passend
gebruik met't gevolg, dat zy niet minder
dan 180 folio-pagina's advertenties wisten
by elkaar te krygen I
Het beeft nog al opzien gewekt, dat de
soms half-officieuze Berl. Lok. Anz., die
vooral met hofkringen nauwe voeling houdt,
gisteren een fel artikel tegen den Minister
van Oorlog bevatte, waarin dezen werd
verweten, dat hy met Liebknecht den
soc.-democraateen formeele overeen
komst aanging, opdat de laatste zyn be-
schuldigings-materiaal tegen de firma Krupp
voorloopig niet openbaar zou maken. „Het
ware beter geweest" beet het o. a. in dit
artikel „wanneer men de verdediging van
de legervoorstellen aan een ander had over
gelaten, wiens autoriteit geen schade beeft
geledon door zonden in zyn verleden."
Men behoeft niet te vragen hoeveel volks
bedrog dit militairisme kweekt 1
De bekende Eogelsche minister van finan
ciën, die heer Lloyd George heeft dezer
dagen weer zijn begrooting voor het Eogel
sche Lagerhuis uiteengezet. Voor ons mis
schien een eenigszins vreemde tyd, maar
het Engeleche staatshuishoudeRjke jaar valt
nu eenmaal niet samen met het kalender
jaar. Ditmaal vreesde men in Engeland, dat
de Rijksminister van financiën met plannen
zou komen, voor meerdere belasting, want
het was hekend geworden dat 's lands
financiën in het dienstjaar 1913—1914 dreig
den met een tekort van 7 millioen pond.
Een betrekkelijk niet groot bedrag, waar
de begrooting loopt over een bedrag van
2347.680.000 gulden of 195.640000 pond
sterling. De vreesachtigen zyn echter ge
rustgesteld door de mededeeling vaD den
minister dat hij zonder nieuwe belasting
of verhooging van de oude het tekort hoopte
te dekken. De inkomsten vloeien zoo ruim,
dat de minister meent van de meerdere
opbrengsten van de gewone belastingen
bet tekort te kunnen dekken welke belastin
gen zijn naar 's ministers oordeel posten voor
meerdere inkomsten. In de eerste plaats
de invoerrechten waarvan verwacht wordt
dat ze f716.0C0 pond sterling meer zullen
opbrengen dan in bet afgeloopen dienstjaar.
Verder 1.444.000 pond aterling meer van
de inkomstenbelasting, 875.000 pond ster
nend en toch zóó boosaardig als te voren.
Ik merkte ook op, dat hy tot zijn gewonen
toon van spreken was teruggekeerd.
„Ben je verlangend, nog meer te hooren?
Als je besloten bent mijne handelwijze aan
de wereld openbaar te maken, komt het je
slechts te pas alles te weten. Ik wil gaarne
alles bekennen. Waarom zou ik dit niet
doen Je bent mijne bezitting, waarmede
ik kan doen wat ik wil. Zonder myn verlof,
ben je machteloos my eenig kwaad te doen
en wie zou je gelooven als je het gingt
vertellen Niemand. Zy zouden je krank
zinnig noemen, zooals je ongetwijfeld bent,
en zeggen dat de vrees Voor de pest je
hoofd op hol heeft gebracht. Te Napels be
schuldigde je my van den moord van den
antiquiteitenkoopman. Ik ontkende dit, om
dat het nog geen tijd was, je de waarheid
te doen kennen. Nu beken ik het. Ik door
stak hem, omdat hy mij een zeker juweel
niet wilde geven en om de achterdocht af
te leiden, begeerde ik, datde halfwaanzin-
nige Duitscher Smidt, dien de ander uitzijn
dienst had ontslageD, zou verklaren dat hy
de daad gedaan bad. Myn verlangen gehoor
zamende, vervolgde je me naar Italië en
vergezeldet me van daar naai Egypte. Ik
was het, die je naar de Pyramide lokte en
vooraf bepaalde, dat je er iD zoudt verdwalen
ten einde je, wanneer de vrees je van je
zinnen had beroofd, met de pest te kunnen