)AM istraat. S,5# 5,50 35- NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD, ZUID-HOILANDSCHE EN ZEEUWSCHE EILANDEN ELSDIJK rplaatst DHOLLANDSGB BOUWGREDIET. jllpvpipviivilipipiillili: ende Goederen, enz] Het Egyptische Monster. Biires. ONZE EILANDEN voor oe Dit Blad verschijnt eiken Zaterdagmorgen. Prijs per kwartaalf 0,50 Afzonderlijke nummers- 0,05 No. 24 Zaterdag 3 Mei 1913 20E Jaargang Alle voor de Redactie en Administratie bestemde stukken en Advertentiën worden uiterlijk Vrijdagmorgen ingewacht bij de Administratie te Middelharnis. Prijs per adv.irtentiën van 1—5 regels f 0,50 Iedere regel meer- 0,10 Groote letters naar plaatsruimte. Officieele Mededeelingen. OGRAFISCH ATELIER VOORSTRAAT verplaatst obbemastraat nabij het is vanaf heden weder s geopend. S. VAN DER PLAAT ANTOOR ALKMAAR. C 11. Teleioon 73. jENTSCHAPPEN N, ENKHUIZEN, :t 16. Westerstraat 6. nburg itraat. r, it 99. 's-GRAVENHAGE, Molenstraat 45. ROTTERDAM, Leuvehaven 107. Twee Millioen Gulden geplaatst en volgestort. BOOTSCHAP verleent Cre nt gelden in deposito, belasl den aan- en verkoop van coupons, sluit beleeningen itiën en verricht verder alle den tot het Kassiersvak ?E DEPOSIT. posito rente 3 °/o." op 31 December 1912. redieten f 6.407.015.48y - 1,755.906.017< ....- 270.447.42 ■reitter De Directie ssarissen J. F. MOENS. FOREEST. Mr. M. MOENJ dent voor Middelharnis ei N DER KOOGH MIDDELHARNIS. MILITIE. Eerste zitting van den Militieraad. De BURGEMEESTER der Gemeente MIDDEL- IIARNI3 brengt bij deze liet navolgende ter open bare kennis. In de eerste zitting van den Militieraad wordt in bet algemeen uitspraak gedaan omtrent: a. vrijstelling van den dienst wegens eigen vrij- willigen dienst en wegens broederdienst; b. uitsluiting van den dienst. Voor zooveel betreft vrijstelling van den dienst wegens aanwezigheid van in hetzelfde Jaar geboren broeders, doet de Militieraad eerst uitspraak in zijn tweede zitting, welke later zal worden bekendge maakt. De ingeschrevenen dezer Gemeente voor de lichting van het volgend Jaar, die vrijstelling wegens eigen vrijwilligen dienst of wegens broederdienst hebben aangevraagd, zullen in de gelegenheid worden gesteld desgewenscht die aanvrage toe te lichten of te doen toelichten en vervolgens de uitspraak hieromtrent van den Militieraad te (vernemen op Woensdag, den 7 Mei e.k., te l1/, uur namiddags, te Dirksland ten Gemeentehuize. De uitspraak zal voorts door ondergeteekende schriftelijk ter kennis worden gebracht van den in geschrevene, die aanvrage om vrijstelling deed. De aandacht wordt nog gevestigd op onderstaande bepalingen Tegen de uitspraak van den Militieraad omtrent vrijstelling of uitBlnitlng kan binnen Tien dagen, te rekenen van den dag. waarop die uitspraak is ge schied, b(j Gedeputeerde Staten der Provincie, be halve door den Militiecommissaris, bezwaar worden ingebracht: lo. door den ingeschrevene, wien de uitspraak geldt, of door zijn vader, moeder, voogd of curator; 2o. door elk der overige voor de Gemeente inge schrevenen, of door zijn vader, moeder, voogd of curator. Hij of zij, die bezwaren inbrengt, levert het daartoe Btrekkend verzoekschrift, dat behoorlijk met redenen omkleed moet zijn, in ter Secretarie dezer Gemeente. Von de inlevering wordt een bewijs van ontvangst uit gereikt. Bezwaarschriften, niot ingericht of niet ingeleverd op de hierboven aangegeven wijze, kunnen geen gevolg hebben. Voor zoover omtrent een en ander nadere inlich tingen worden gewenscht, vervoege men zich ter Gemeente-secretarie op een werkdag, tasscken tien en twaalf uur des voormiddags. Middelharnis, den 30 April 1918. De Burgemeester voornoemd, ULBO J. MIJS. BEKENDMAKING. De Burgemeester van MIDDELHARNIS brengt ter kennis, dat de Brandmeester-Generaal de beproeving der brandspuiten heeft bepaald: Voor de spuiten 1 en 3 op Woensdag 14 Mei 1913 's avonds half zpb ure. Voor de spuiten 2, 4 en 5,op Woensdag 14 Mei 1913 'savonds half zeven ure, Wordende wijders bekendgemaakt, dathetbrand- piket, de toortsdragers, klokluiders en bewaarders der kaarsen niet behoeven op te komen dat de spuitgasten met voorkennis van hun brand meester zich kunnen doen vervangen dat zij, welke door wettige redenen verhinderd mochten zijn deze beproeving bij te wonen, biervan vóór die beproeving aan hun brandmeester kennis moeten geven dat zij, voorzien van hunne onderscheidingsteekens, v66r den aanvang deT beproeving op het bepaalde by het oplezen hunner namen bij de bergplaats dat hij, die niet vóór den aanvang bij de bergplaats der spuiten, waar heel nauwkeurig appél zal worden gehouden, tegenwoordig is, geacht wordt afwezig te FEX7ILLETO HST. nlnüüulnliüttfiiliilll 47 Ik zeg je, dat ik lager ben, dan je kunt gelooven, lager dan de gewone moordenaar, want hij doodt maar een, terwijl ik God helpe mij, ik er duizenden heb gedood." Zü moest gedacht hebben, dat ik gek was, want zy uitte een snik en viel neer op den grond, een waar toonbeeld der wanhoop. Toen werd de deur geopend en Pharos kwam binnen. Toen hij mij in het midden der kamer met een wilde uitdrukking op mü'n gelaat zag, Valerie aan mijne voeten krimpende, wachtte hij even en zag den een na den ander verrast aan. „Ik vrees, dat ik te veel ben," zeide hij met die oude, akelige, verachtelijke uit drukking op zyn gelaat. Indien het jelui 'niet te veel moeite veroorzaakt, is misschien er één goed genoeg om mü te zeggen, wat dit beduidt." Geen van ons beiden antwoordde gedu rende ruim eene minuut; toen brak ik de betoovering, die ons bond, en keerde mij tot Pharos. Hoe zwak mijne woorden sche lden, als ik ze vergeleek met de heftigheid ■lat plaatsvervangers beneden 20 Jaren niet worden aangenomen en dat zonder kennisgeving aangestelde plaatsvervangers niet zullen worden uitbetaald. Zij die hun onderscheidingsteeken niet zichtbaar dragon, zulleu hunne belooning verbeuren. En is hiervan afkondiging geschied, waar het behoort, den 30 April 1913. De Burgemeester, ULBO J. MIJ8. Buitenlaiidsch Overzicht. De algemeene werkstaking in Belgis be hoort tot het verleden. Misschien zullen enkele kleine groepen arbeiders hier en daar nog een paar dagen blijven weigeren hel werk te hervatten zooals in den oorlog, wanneer de veldslag- reeds is beslist, het geknal van achterhoede gevechten nog eenigen tijd de lucht vervult maar de groote strijd is gestreden. De afloop beduidt voor de arbeiders stellig een triomf in den materieelen zin van het woord. Yan den beginne af was de algemeene staking door de leiding der algemeene soci aaldemocratie gepropageerd, niet als een middel om onmiddellijk het algemeen kies recht te doen invoeren, doch als een wapen, waarmede de regeering moest worden ge dwongen, de behandeling van de kiesrecht hervorming voor te bereiden. Slechts indien de Regeering weigerachtig bleef om ook maar den eersten stap tot zulk een handeling te doen, zou tot dit uiterste middel de toe vlucht worden genomen. En toen het gerucht ging, dat de Regee ring wilde ingaan op een poging tot bemid deling door de burgemeesters van eenige groote steden beproefd, werd dadelijk de staking verdaagd. De bemiddelingspoging faalde. Of liever de Regeeriag bleek achter af zich niet aan haar officieuze toezeggingen te willen houden. Zü had niet alleen de Belgische arbeiders, doch bet geheele land misleid. Maar zy had in eigen oogen Dog iets anders bereikt. Zij had, naar z\j meende aan het stakingsplan den genadeslag toe gebracht. Zou mon de staking waarmede men zoo lang gedreigd had, doch die telkens was verschoven, en ook thans weer was uitge steld zou men die staking tën slotte toch nog aandurven Van regeeringsgezinde zijde werd duide- ïyk te verstaan gegeven, dat men het sta- kings-dreigement niet meer dan holle schreeuwerige bluf achttehol geschreeuw van de leiders, die maar al te blij waren geweest, dat de bemiddelingspoging der burgemeester een voorwendsel had geschon ken om de staking eerst uit te stellen en daarna stillekens te begraven. Tegenover deze houding der Regeering en haar aanhang een houding, die in heel de niet-clericale arbeiderswereld als een uittarting en een hoon werd gevoeld konden de leiders der arbeiders, ook al hadden zy bet gewild, niet meer terug. Zoo brak dan de staking uit, precies op müner aandoeningen en den ongeloofeiyken aard der beschuldiging, die ik tegen hem zou uitspreken, moet ik aan je verbeelding overlaten. „Het bedoelt, mynheer Pharos," zeide ik, „dat ik alles ontdekt heb." Ik kon niets meer zeggen, want een prop kwam er in myne keel, die my dreigde te smoren Het bleek echter spoedig, dat ik genoeg had gezegd, want Pharos moest öf myne gedachten gelezen en begrepen heb ben, dat eene ontkenning nutteloos zou zyn, öf, aangezien ik niet meer voor hem noodig was, het kon hem niet schelen, of by bekende of niet. In elk geval kwam hy naar voren toe en keek my met zyne hartvochtige oogen scherp aan. „Zoo, je hebt alles ontdekt, is het niet, myn vriend?" zeide hy. „Eq zeg mij, welke kennis heb je dan vergaard „Hoe kan ik het zeggen?" riep ik uit, nauwelijks wetende, hoe ik met myne be schuldiging zou beginnen. „Hoe kan ik je aan 't verstand brengen, dat jy het bent, die nu aansprakelijk zyt voor de ellende, waaronder Europa nu lijdt. Ik weet, dat ik het was door jou, die de pest invoerde en ze van Constautinopel naar Locden over bracht. Wreed monster!" Ik ging door, ter wijl ik nu myn toppunt van woede bereikt had. „Ik was in je macht, en je maaktet my tot werktuig. Maar je zult niet ontsnap- het vooraf bepaalde oogenblik. En ook het verloop was vrywel zooals de stakingslei ding dit had vooruitgezien. En toen de re- geeringsparty in de Kamer, zooal niet for meel dan toch in werkelijkheid was inge gaan op de van liberale zijde aangeboden bemiddeling met het resultaat, dat thans een begin, boe bescheiden ook, kon worden gemaakt met de voorbereiding der kiesrecht hervorming lag het volkomen in de lyn eener goede strategie, dat de staking nu ook onmiddellijk werd opgeheven. Dit wat betreft het uiterlijke resultaat izer geweldige beweging die in baar korten duur toch belangrijke schade aan het econo mische leven in Belgis heeft toegebracht. Maar deze staking heeft ook nog een ander resultaat gehadresultaat dat men al naar het standpunt, hetwelk, men tegenover de arbeidersbeweging en haar economisch en politiek streven kan afkeuren of toe juichen, doch waarvoor men in geen geval de oogen heeft te sluiten. Deze staking heeft doen zien, dat erin een klein land als Belgie ruim viermaal honderdduizend menschen, van alle stoffelijke goederen ontbloot, ge reedstaan om hun bestaansmiddel en dat van hun gezinnen prys te geven ter wille van een ideeël doel. Het algemeen kiesrecht immers brengt voor hen die het bezitten, geen enkel direct stoffelijk voordeel. De conclusies welke hieruit in onzen tyd van nagenoeg absolute dollar-heer schappij zyn te rekken voor den politikus, den socioloog en den moralist gaan verre het gebied te buiten van een simpel econo misch feit. De Balkan-oorlog is met de verovering van Skoetari in een nieuw stadium getreden. Turkije is nu voorloopig als factor in de Balkancri8s vrywel geëlimineerd. Skoetari werd niet meer veroverd op Turkije, doch op den nieuw te scheppen Albaneeschen Staat. De vraag is nu, boe men Koning Nikita weer uit deze stad weg krijgt, zonder dat er een Europeesche oorlog uitbreekt. De Oostenrijksche Regeering heeft zich zoodanig vastgelegd aan haar eisch, dat Skoetari tot Albanië moet behooren, dat zij hierin niet kan toegeven zonder zich voor goed belachelijk te maken. Volgens een telegram aan de National Zeitung uit Weenen, zoude Oostenryksche Ambassade de gezantenkonferentie te Lon den voorstellen, datde „internationale vloot' de havens Antivari en Dulciguo zou bezetten, doch niet door een gewoon landingscorps, doch door een leger, dat sterk genoeg moet zyn om met succes des noods tegen Skoe tari te kunnen optreden. Anders zou Oos tenrijk alleen de Montenegrijnen verjagen. En dan zou het zich niet meer gebonden achten aan de overeenkomst met Rusland, waarbij de steden Djakova, Ipek, Prizrend en Dibra aan de Balkan-bondgenooten wor den afgestaan. Koning Nikita houdt zich daartegenover nog altyd alsof hy zich onder de puinhoopen van Skoetari wil laten begraven. pen. Het is zelfs nu nog niet te laat, om je te straffen. Binnen een uur zal-de wereld alles weten eu zal je dood zijn, als duivels kuunen sterven. Ik ben jé werktuig geweest, maar aangezien ik je slechtheid ken, wil ik nietje medeplichtige zyn. O, myn God I is het mogelyk, dat een menscb, die in de zuivere lucht van den hemel ademt, zóó laag kan zyn Al dien tijd, dat ik hem op deze wijze had beschuldigd, had ik gestaan met Valerie nog aan myne voeten kruipende,juist zoo als ik stond, toen hy de kamer binnenkwam. Het gevaarlijk licht, dat ik my vanouds zoo goed herinnerde, was in zyne oogen teruggekeerd en deed hem er onbeschrijfelijk duivelachtig uitzien. „Ben je krankzinnig, dat je zoo op deze wyze durft te spreken zeide hy eindelijk, met eene kalmte, waarvan de beteekenis duidelijk was. „Aangezien het duidelijk is, dat je niet aan de macht denkt, die ik over je heb, noch aan wat je lot zal zijn, als je my toornig maakt, moet ik je inlichten. Je brengt deze beschuldigingen tegen my in en dreigt my aan de wereld te verraden mij, Pharos,den Egyptenaar aan je ellen dige wereld, die ik zóó veracht. Nog eens vraag ik je, ben je krankzinnig? Maar, daar ik niets meer behoef te verbergen en je de waarheid hooren wilt, zul je d Telkens verklaaTt hij met allerlei kracht termen dat hy blijven zal waar hy is, en dat de mogendheden hem dan maar met geweld moeten verdrijven. Intusschen duurt de oneenigheid tusschen Bulgarye eenerzyds en de andere Balkan- bondgenooten anderzijds voort, zonder dat vooralsnog te zien is, in welke richting hier de oplossing zal worden gevonden. Op welk een schandelijke maner de militaire kliek in Duitscbland drijft naar hooger legeruitgaven door opzweping van de hartstochten bewijzen opzienbarende onthullingen. De beide directeuren der „Deutsche Waf- fen und Munitionsfabriken, Actiengesell- schaft in Berlin-Karlsruhe", hadden den Paryschen vertegenwoordiger der maat schappij in het geheim opgedragen te zorgen, dat er in een der meest gelezen -Fransche bladen, liefst de Figaro, een artikel geplaatst werd, waarin werd medegedeeld, dat het Fransche legerbestuur van plan was twee maal zooveel machinegeweren te bestellen als hy oorspronkelijk van plan was, en te zorgen, dat deze zoo spoedig mogelyk gereed waren. Dat deze mededeeling geheel uit den Duitschen duim was gezogen, behoeft zeker nauwelijks nog gezegd. Wellicht zyn er echter, wien het niet geheel duidelijk is, wat bedoelde Maatschap pij met dit telegram wilde bereiken. Dit wordt door de Frankf. Ztg. als volgt op voortreffelijke wijze duidelijk gemaakt: Het gaat met deze dingen aldusEen Fransch blad bericht, dat Frankrijk een nieuwe versterking van zyn bewapening van plan is. De Duitsche ophitsings-pers werpt zich met geestdrift op het verzonnen bericht, en vraagt dreigend, of het Duitsche legerbestuur soms slaapt. Een paar dagen later kan zy „uit de beste bron verzekeren", dat Duitschland zijn bewapening natuurlijk op de volle hoogte van zyn militair kunnen zal brengen. Deze bal vliegt dan weer naar de Fransche pers terug, die natuurlijk nu nieuwe Fransche militaire maatregelen eischt; en wanneer dit dan zoo een poosje heen en weer gegaan is, dan verklaren de leidende staatslieden in redevoeringen, die sedert tientallen jaren telkens terugkeeren, en die men zonder bezwaar zou kunnen omwisselen, dat zij reeds voor maanden van de noodzakelijkheid van een bewape- nings-vermeerdering overtuigd waren, dat men slechts het geschikte oogenblik heeft afgewacht, dat echter thans de verandering in den internationalen status, het optreden van den buurman en de wil tot zelfbehoud by de natie langer uitstel onmogelijk maken... Dan komt er een officieele uitbarsting van vaderlandsliefde en de wapenfabrieken kunnen hun dividenten verhoogen Doch wy willen nu weten, schrijft het blad, hoe de beroemde 1813-stemming van dit jubeljaar „financiert" geworden is.... Intusschen is de Vorwarts alweer meteen nieuwe „onthulling" gekomen, die als tee- kenende illustratie hoe men van hoogerhand stemming voor het „patriottisme" èn hooren." Hy wachtte even en toen hy weer sprak, was het merkbaar, dat hij zijn vorigen gewonen toon laten varen en een spreektrant aangenomen had, die meer in harmonie was met den plechtigen ernst van wat hy te zeggen had. „"Weet dan dat, wat gy zaagt, in het vi sioen vóór den Sphinx en in den Tempel van Ammonde waarheid was en geen droom, zooals ik wenschte, dat gij gelooven zoudt. Ik, dien gij gekend hebt als Pharos, ben niemand anders dan Ptahmes, zoon van Netruhótep, Profeet van het Noorden en Zuiden, dezelfde, dien Pharao zocht te doo- den en die op eene schuilplaats is gestorven en door zijne getrouwe priesters ruim drie duizend jaren geleden in den nacht begraven werd. Vervloekt dan de goden en daar het recht op bevel van den Koning begraven te worden mij ontzegd was, beb ik sinds toen dezen vorm bewoond. Durft gynu gij dit weet, u tegen den dienaar der machtigen verstouten Want ik zegge u, voorwaar dat de pest, die nu Europa verwoest, door de goden van Egypte voorbestemd werd tegen de naties, die de zonde van heiligschennis hebben gepleegd." Hij hield even op en een oogenblik dacht ik, dat hy op mij zou gesprongen zyn, zoo als hy dien nacht in mijn atelier had gedaan. Maar hy beheerschte zich en een oogenblik later was zyne stem zóó zacht en verzoe- voor de nieuwe legervoorstellen heeft helpen maken, vermelding verdient. De Leipziger „Illu3trierte Zeitung" heeft een speciaal „Wehr-Nummer" uitgegeven, om deze voorstellen populair te maken. De artikelen daarin waren bijna alle uit het Departement van Oorlog afkomstig, doch dit had zijn medewerking hiertoe niet be perkt. Het had aan de uitgevers der My., een officieel schrijven gericht, waarin werd verklaard, dat de uitgave van het „Wehr- Nummer" plaats had met goedkeuring van het Departement van Oorlog, en verder, dat het zéér wenschelijk was, dat de firma's eu de industrieën die voor legerleveranties in aanmerking kwamen in het„Wehr-Num- mer" adverteerden De uitgevers maakten van dit officieele stuk natuurlijk een passend gebruik met't gevolg, dat zy niet minder dan 180 folio-pagina's advertenties wisten by elkaar te krygen I Het beeft nog al opzien gewekt, dat de soms half-officieuze Berl. Lok. Anz., die vooral met hofkringen nauwe voeling houdt, gisteren een fel artikel tegen den Minister van Oorlog bevatte, waarin dezen werd verweten, dat hy met Liebknecht den soc.-democraateen formeele overeen komst aanging, opdat de laatste zyn be- schuldigings-materiaal tegen de firma Krupp voorloopig niet openbaar zou maken. „Het ware beter geweest" beet het o. a. in dit artikel „wanneer men de verdediging van de legervoorstellen aan een ander had over gelaten, wiens autoriteit geen schade beeft geledon door zonden in zyn verleden." Men behoeft niet te vragen hoeveel volks bedrog dit militairisme kweekt 1 De bekende Eogelsche minister van finan ciën, die heer Lloyd George heeft dezer dagen weer zijn begrooting voor het Eogel sche Lagerhuis uiteengezet. Voor ons mis schien een eenigszins vreemde tyd, maar het Engeleche staatshuishoudeRjke jaar valt nu eenmaal niet samen met het kalender jaar. Ditmaal vreesde men in Engeland, dat de Rijksminister van financiën met plannen zou komen, voor meerdere belasting, want het was hekend geworden dat 's lands financiën in het dienstjaar 1913—1914 dreig den met een tekort van 7 millioen pond. Een betrekkelijk niet groot bedrag, waar de begrooting loopt over een bedrag van 2347.680.000 gulden of 195.640000 pond sterling. De vreesachtigen zyn echter ge rustgesteld door de mededeeling vaD den minister dat hij zonder nieuwe belasting of verhooging van de oude het tekort hoopte te dekken. De inkomsten vloeien zoo ruim, dat de minister meent van de meerdere opbrengsten van de gewone belastingen bet tekort te kunnen dekken welke belastin gen zijn naar 's ministers oordeel posten voor meerdere inkomsten. In de eerste plaats de invoerrechten waarvan verwacht wordt dat ze f716.0C0 pond sterling meer zullen opbrengen dan in bet afgeloopen dienstjaar. Verder 1.444.000 pond aterling meer van de inkomstenbelasting, 875.000 pond ster nend en toch zóó boosaardig als te voren. Ik merkte ook op, dat hy tot zijn gewonen toon van spreken was teruggekeerd. „Ben je verlangend, nog meer te hooren? Als je besloten bent mijne handelwijze aan de wereld openbaar te maken, komt het je slechts te pas alles te weten. Ik wil gaarne alles bekennen. Waarom zou ik dit niet doen Je bent mijne bezitting, waarmede ik kan doen wat ik wil. Zonder myn verlof, ben je machteloos my eenig kwaad te doen en wie zou je gelooven als je het gingt vertellen Niemand. Zy zouden je krank zinnig noemen, zooals je ongetwijfeld bent, en zeggen dat de vrees Voor de pest je hoofd op hol heeft gebracht. Te Napels be schuldigde je my van den moord van den antiquiteitenkoopman. Ik ontkende dit, om dat het nog geen tijd was, je de waarheid te doen kennen. Nu beken ik het. Ik door stak hem, omdat hy mij een zeker juweel niet wilde geven en om de achterdocht af te leiden, begeerde ik, datde halfwaanzin- nige Duitscher Smidt, dien de ander uitzijn dienst had ontslageD, zou verklaren dat hy de daad gedaan bad. Myn verlangen gehoor zamende, vervolgde je me naar Italië en vergezeldet me van daar naai Egypte. Ik was het, die je naar de Pyramide lokte en vooraf bepaalde, dat je er iD zoudt verdwalen ten einde je, wanneer de vrees je van je zinnen had beroofd, met de pest te kunnen

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1913 | | pagina 1