2 ONZE EILANDEN van 26 APRIL 1913. De Heer Keijzer zegt, dat van Setera er om draait. De Heer van Seters ontkent dit. De Heer Keijzer weer: Toen ik het voor stel deed om te rioleeren, was de Heer van Seters daar tegen. Nu komt hij zelf met een rioleeringsvoor- stel. De Heer v. Seters: Hier is de rommel voor niemendal opgeknapt, nu moet het ginder ook maar gebeuren. Ik was er toen tegen, omdat er geen faecale stoffen door mochten. De Voorzitter maakt er een eind aan en wil laten stemmen, na nogmaals de aanne ming van B. en W. te hebben aanbevolen. Het voorstel wordt aangenomen met 4 tegen 3 stemmen. Vóór steraden de Wethouders, Holleman en Keijzer. Tegen van Seters, Biemond en van Oostenbrugge. De Wethouder Nagtegaal verbindt aan zijn stem de voorwaarde, dat er een flinke subsidie gegeven zal worden. Volgen eenige af- _en overschrijvingen, wolke ter goedkeuring zullen worden opge zonden aan Heeren Ged. Staten. De Vergadering wordt vervolgens gesloten. Buitenland. De hertog von Croy verlooft. Hertog Karl von Croy, luitenant by het garderegiment te Berlyn heeft zich dezer dagen verloofd met miss Nancy Leishman. de jongste der beide dochters van den gezant der V. S. by hetDuitscheryk.In dekringen van den „hoogen Duitschen adel", waartoe de familie von Croy behoord, vraagt men zich thans af, op welken titel miss Leishman, die van absoluut burgelijke afkomst is, na baar huwelijk aanspraak kan maken. Het huis Croy vindt zyn oorsprong in het ko ningshuis van Hongarije, terwijl de hertog, behalve vorst van Solre, Grande van Spanje, eerste klasse, is, om van lagere titels nog te zwy'gen. In ieder geval staat het vast, dat, wanneer miss Leishman den titel van heitogin von Croy zal voeren, dit praedicaat niet zal overgaan op de uit haar huwelijk te spruiten kinderen. Als echtgenoote van hertog Karl von Croy raakt miss Nancy Leishman met verschei dene Europeesche vorstenhuizen verwant. De eenige zuster van haar bruidegom, prin ses Isabella von Croy, is sedert het vorige jaar met prins Franz van Beieren, een jon geren zoon van prins-regent Ludwig, en een tante van haar bruidegom, die ook Isabella heet, is sedert 1878 met aartshertog Friedrich van Oostenrijk, den broeder van de konin gin-weduwe, Maria Christina van Spanje, gehuwd. Eet bandietenwezen te New-Tork. Niettegenstaande de waakzaamheid der New-Yorksche politie zijn volgens den cor respondent van de „Daily Telegraph" te New-York den laatsten tijd tal van brutale diefstallen zoowel overdag als des nachts gepleegd, waarvoor naar men gelooft, dezelf de dieven- en bandietenbende aansprakelijk gesteld moet worden, die eenige maanden geleden de voorsteden onveilig maakte. De laatste vier weken zijn in New-York niet minder dan 49 brandkasten leeggeplun derd. In verscheidene gevallen heeft men kunnen constateeren, dat de dieven deze met rookeloos kruit hadden laten openspringen. Doch de vooral op klaarlichten dag ge pleegde diefstallen, inbraken en andere ban dietenstreken getuigen van de buitengewone brutaliteit der daders, die in vermetelheid voor de Fransche auto-bandieten niet onder doen. Reeds verschillende malen is eenbende van een half dozijn mannen met de revolver in de hand een winkel binnendrongen om zich het noodige toe te eigenen en dan kalm pjes in een auto weg te rijden. De poiitie maakt zich niet bijzonder druk over de kwestie en meent, dat voor goed een einde aan deze rooveryen gemaakt zal zijn, wan neer zfj de hoofden der bende in handen heeft. Doch naar alle waarschijnlijkheid zal het nog wel eenigen tijd duren, voordat deze zich achter slot en grendel bevinden. Het publiek begint er dan ook meer en meer ontevreden over te worden, dat de politie niet meer actief optreedt. Skoetari gevallen. CETTINJE, 23 April. (Reuter). Officieel. De Montenegrijnsche troepen trokken zege vierend Skoetari binnen. De omsingeling van Skoetari door de Montenegrynen is feitelijk reeds in de eerste helft der maand October van het vorig jaar begonnen, zoodat er ruim een halfjaar om deze vesting gestreden is. Eerst den 30sten November, na de inneming van Ipek, Dja- kova, San Giovanni en Alessio konden alle Montenegrijnsche legerafdeelingen zich rond om Skoetari vereenigen en nam koning Nikita zelf het bevel op zich met generaal Woekotich als chef van den staf. Bovendien kwamen omstreeks dien tyd zeven bataljons Servische troepen, die in het Sandjak hun taak volbracht hadden, met zware artillerie de Montenegrynen versterken. Gedurende langen tyd kon het garnizoen van Skoetari niet alleen de aanvallen der belegeraars afslaan, maar bracht zelfs den Montenegrynen bij herhaalde uitvallen groote verliezen toe. Aanvankelijk was de Turksche generaal Hassan Riza binnen de belegerde vesting opperbevelhebber. Volgens contro leerbare geruchten zou hy echter door de hand van een sluipmoordenaar zyn gevallen en voerde gedurende de laatste maanden de Albanees Essad pasja het bevel. In het verloop van het beleg zyn slechts weinige belangrijke feiten aan te stippen. Onophoudelijk meenden de Montenegrynen de vesting tot overgave te kunnen dwingen, en kondigden zy algemeene bestormingen aan, maar het succes bleef steeds uit. Met nieuwe woede ont>jgj|flde de strijd, toen de mogendheden op fM tel van Oostenrijk Hongarije het besf^Tv.amen, om Skoetari tot hoofdstad van he^toekomstige vorsten dom Albanië te maken. Koning Nikita be greep, dat alleen het „fait accompli" mis schien nog verandering zou brengen en spande daarom zijn uiterste krachten in, teneinde de vesting vóór het sluiten van den vrede ten val Ie brengen. Onder welke omstandigheden hem dit gelukt is, kan op het oogenblik uog niet gemeld worden, daar Montenegro zich gedurende de laatste dagen vrijwillig geheel van de beschaafde wereld afgesloten had en alle post- en telegraaf- verkeer met Europa verboden had. Zooals bekend, legde koning Nikita na de laatste stappen der mogendheden het opperbevel neer en gaf het over in handen van den Servischen generaal Bojovitch. De indruk die die onverwachte inneming van Skoetari in de Europeesche hoofdsteden maken zal, moet verre van aangenaam zyn. Immers, terwijl de groote mogendheden door een internationale vlootdemonstrarie Mon tenegro tracht te dwingen de wapenen neer te leggen, wist dit ook tegen haar wil zyn doel te bereiken. Na het jongste Russische communiqué is er geen twyfel meer over of Rusland zal het met óénparigheid van stemmen door de mogendheden genomen besluit, dat Skoetari by Albanië gevoegd moet worden, blijven steunen. De vraag is slechts op welke wijze de mogendheden haar besluit kracht zullen bijzetten. Het is te verwachten, dat koning Nikita de met zooveel offers veroverde vesting niet vrij willig zal ontruimen ook niet tegen een financieeleschadeloosstellicg. Waarschijnlijk zal Oostenryk-Hongarye op het zenden van een internationale expeditie tegen Monte negro aandringen om het te dwingen van de stad afstand te doen. Het hatelijke ka rakter van een dergelijke maatregel springt duidelijk in hot oog, als ïnen bedenkt, daL Montenegro, na de hardnekkige pogingen, die het gedaan heeft om de stad in te nemen, zich niet door een platonische betooging zal laten dwingen. (Tel.) De opium by de Fransche marine. De parijsche geneesheer Rouzier-Dorcières, die een grondige studie van de noodlottige uitwerking van de opium heeft gemaakt, publiceert in de „Matin" een lang artikel over het misbruik van het verdoovend gewas onder de officieren, hooge en lageie, der Fransche oorlogsmarine en den ontzenu wenden, verslappenden invloed daarvan. De schryver passeert zyn beweringen op feiten, en wat hy schrijft, heeft hy deels met eigen oogen gezien, deels opgeteekend uit den mond van radelooze hoofd officieren, die hun beste zeelieden zagen aangegrepen door het opium kwaad. Zoo heeft hy, in een opiumkit, bijgewoond, dat zee-officieren in het gezelschap van beminnelijke hetaïren tot tachtig en honderd py'pen opium op één avond rookten. Hy heeft den vernederden sluikhandel gezien met de verkoopers van toufiane, die de Fransche havens aan de Middellandsche Zee vergiftigen, de slinksche middelen, trucs en practyken bijgewoond van zee-officieren, die tot alles bereid waren, om zich in 't bezit te stellen van het ver doovend kruid, welks gebruik hen onbe kwaam maakte, bevel te voeren over ande reu. Te Brest, Cherbourg, Lorient, Rochefort zyn opiumkitten. Men weet dit. Maar zij boeten thans wel wat van hun schadelijken invloed in, doordat de geheele Fransche vloot thans in de Middellandsche Zee verzameld is. Er moest dus in de havens van Provence onderzocht worden, hetgeen Rouzier-Dor- Overtreding Visscherijwet. Door het Ditzummer visschersvaartuig „Venus werd Dinsdag te Delfzijl visch aangevoerd. Nadat er eenige hoeveelheid was verkocht, kwam een ambtenaar der visschery de groote der visch opnemen, en constateerde, dat de visch te klein van maat was, weshalve hy den schipper bekeurde voor het ten verkoop aanbieden van te kleine visch. (Tel.) Voor schipbreukelingen. Op de Boschplaat (tusschen Rottum en Schiermonnikoog) en op de Engelsmanplaat (tusschen Schiermon nikoog en Ameland) zal een vluchthuis voor schipbreukelingen wor den gebouwd. De gebouwtjes zullen ongeveer een 20-tal mannen kunnen herbergen, die daar dan by voorkomende gevallen van schipbreuk een onderkomen kunnen vinden. Verschillende benoeften zullen in deze huis jes aanwezig zijn. Ook zal er een mast wor den geplaatst, waaraan een bal, welke kan worden geheschen, en dan een teeken zal zyn voor den nabyzynden iicfatwacht of voogd als bewys dat er volk aanwezig is. (Tel.) Een brave zoon. Te Heemskerk (N.-H.) wordt, naar het Vad. meldt, sinds eenigen tyd vermist de 23 jarige I. R., die voor zijn vader een be drag aan geldswaarde in 't buitenland innen moest. Dezer dagen is nu bij een familielid bericht ingekomen, dat het jongemensch met een bedrag ad f4000 de wijk naar Amerika genomen heeft. Een droevige geschiedsnis. Het „Arnh. Dbl." schrijft Maandagmiddag heeft zich te Bredevoort een droevige geschiedenis afgespeeld. Een ziek bedlegerig meisje, dat reeds een 15-tal jaren lijdende is, en door het R.-K. armbe stuur werd onderhouden, maar wegens een verschil met den pastoor van die hulp werd verstoken, is reeds geruimen tyd ge heel belangloos door haar kostbaas onder houden. Wijl deze zelf maar fabrieksarbeider is en zyn loon voor zyn eigengezin noodig heeft, klopte hy aan b\j hetgemeentebestuur. De burgemeester heeft deze zaak ter sprake gebracht, doch is van oordeel, dat het R.-K. armbestuur zedelijk verplicht is, voor het meisje te zorgen. Het meisje is nu door den fabrieksarbeider uit haar woning gezet en onder toeloop van een groote menigte nieuwsgierigen door de politie naar het arrestantenhok gebracht, waar de burge meester voor haar zorgt. Plaatselijk Nieuws. JIIDDELDARNIS- Ia de Woensdag gehou den vergadering tot viering van Neerlands- onafhankelijkheid werd een feestcommissie benoemd, bestaande uit 22 personen, tot voorzitter werd gekozen de Heer G. van Eek en tot plaatsvervanger voorzitter de heer P. van Oudgaarden, tot Secretaris de heer J. v. Paasche plaatsvervanger de heer J. H. Deys, terwijl de heer G. N. Kolthoff, tot Penningmeester werd gekozen. De Edelachtbare heer U. J. Mys, burge meester onzer gemeente heeft het Eere voor- zitterssehap aanvaard. Mejuff. G. v. d. Weide pleegzuster in het Diaconessenhuis te Heusden, is na afge legd examen als zoodanig overgeplaatst naar het gesticht Bronovo te 's-Gravenhage. Naar men verneemt is tegen een in woner dezer gemeente procesverbaal opge maakt wegens het vervoeren van verboden vischtuig. Tusschen het Israëlitische kerkhof en de nieuw aangelegde weg is een cementen muur geplaatst. Donderdag viel het 4-jarig zoontje van G. Langbroek al spelende in de Sommels- dyksche haven, door toegeschoten hulp werd het kind nog in tyds gered. DIRKSLAND- Donderdagavond a.s. hoopt de zangvereeniging „Exelsior" een uitvoe ring te geven in het koor der Ned. Herv. kerk des avonds om half acht. OUDDORP. Aan de halfjaar!ijksche Vee markt alhier werden 40 stuks Hoornvee aan de lyn gebracht. Handel matig. J. Tanis Jz. is geslaagd voor de le klas Ryksnormaalschool te Middelharnis. A.s. Dinsdagmorgen vm. 10 uur zal er vergadering van de Gemeenteraad plaats hebben. geland is tot nu toe vrygeblevonnu echter, is ze te Londen uitgebroken en driehonderd en vyf en zeventig gevallen zyn dezen mor gen bekend gemaakt." Toen zy dit hoorden werden de mannen om hem heen bleek en schuivelden onrustig met hunne voeten. Wat mij betrof, ik kon tot steen veranderd zyn, zóó koud was ik en zóó onmachtig mij te bewegen. Het was alsof er plotseling een doek voor myn oogen werd weggenomen, dat my in staat stelde alles duidelyk en in zijn waar licht te zien. „De berichten van ons eigen land," ver volgde de onvermoeidestatisticus, „zyn even interessant als die van het Vasteland. Ik heb alles, wat reeds bekend gemaakt is, gerangschikt en den uitslag op deze kaart van Londen overgebracht. De-twee gevallen, die in Norfolk voorvielen de besteller te Norwich en de stationchef op de verbin dingsplaats te Tebworth laat ik weg, daar ze ons niets zeggen. Van de gevallen, in deze stad bekend gemaakt, hebben nauw keurige onderzoekingen der autoriteiten de mededeeling uitgelokt, dat acht en zestig van de aangetasten, in het Renaissance Theatre gisterenavond tegenwoordig waren, vijf en twintig toen den avond in de club, waar de Oudheidkundigen hebben doorge bracht, vijf en tachtig in de Westersche Concertzaal zijn geweest, een en zeventig op het gecostumeerde bal te Covent Garden, VERGADERING van den Raad der gemeente Stellendam op Vrijdag 18 April des namiddags 2lj2 ure. Aanwezig alle leden. Voorzitter de Bur gemeester. De vergadering wordt op de gebruikelijke wyze geopend, waarna de notulen der vo rige vergadering worden gelezen. Deze wor den goedgekeurd. Van den Minister van Waterstaat is een schrijven ontvangen, waarbij vergunning wordt verleend, op het Ooslhavenhoofd een rood licht te plaatsen. Bij die vergunning zyn eDkele voorwaarden gevoegd, waaraan voldaan moet worden. Op een vraag van den heer Keyzer deelt de voorzitter mede, dat men van Marine naar Waterstaat is verwezen. Bespreking van het bouwen eener onder wijzerswoning. De Voorzitter legt een teekening over en leest een brief voor van den heer District schoolopziener, waarin de wenschelijkheid wordt uitgesproken van het bouwen eener nieuwe onderwijzerswoning. Tevens wordt in dezen brief afgeraden de uitvoering van het plan van f4200, daar voor een dergelyke woning geen subsidie zal te krygen zijn, terwijl waarschijnlijk wel subsidie zal ver kregen worden, zoo het plan van f 5000 wordt uitgevoerd. Zoo echter de raad toch vast houdt aan het plan van f 4200, wordt verzocht uit voerig de redenen daarvoor op te geven. Namens de meerderheid van het Dag. Be stuur stelt de voorzitter voor, tot uitvoering van het plan van f 5000 te besluiten, wat in het belang der gemeente zal zyn. De Voorzitter vindt, dat de zaak duidelijk ge noeg is en vraagt, wie der heeren omtrent deze zaak het woord verlangt. De heer van Seters spreekt zyn verwon dering uit over het feit, dat de raad zoo weinig te zeggen heeft. Als de raad wat besluit en het mag zoo niet uitgevoerd wor den, dan is geen raad noodig. Als er dan maar een burgemeester is en een secretaris, dan is het al voldoende. Als de heeren in Den Haag maar bevelen, hoe er gebouwd moet worden, dan moeten ze daar het geld maar geven ook. Hy vindt, dat ze daar in Den Haag veel Le los met het geld omsprin gen. Voor verschillende zaken is er geen geld, en hier .zouden ze maar voor geven. Dat gaat niet. De Heer van Seters zou den Burgemeester dan ook willen verzoeken de Heeren in Den Haag er eens op te wijzen, dat ze niet zoo roekeloos met het geld moeten leven. Dat heeft hy reeds een vorige maal gezegd. Dit is dan ook de reden, waarom hij tegen dit dure bouwplan is. De heer Keyzer vindt, dat subsidie gevraagd moet worden en is voor het plan van f 5000. Hy verdedigt zijn meening. De heer Hol leman is het met den Heer Keyzer eens en heeft ook wel eens ondervonden, dat de Raad niet zooveel te zeggen heeft. Dat is wel eens onaangenaam, maar daar is nu eenmaal niets aan te doen. Hy waarschuwt den Voorzitter oen raad van den Heer van Seters omtrent het schry ven aan de Heeren in Den Haag, over het roekeloos omgaan met het geld, maar niet op te volgen. Hy wijst er op, dat, zoo het plan van f 4200 wordt aangenomen, alles voor de gemeente zal opdraaien, terwijl by aanneming van het plan van f6000 het Rijk veel zal doen, zoodat het de gemeente veel goedkooper zal uitkomen. Willen de Heeren de verant woordelijkheid op zich nemen, zij moeten het weten, maar hy kan niet nalaten er op te wijzen. Hy gelooft, dat de heer van Seters niet ronduit spreekt Dat het minder het geld, dan wel het plan zelf is, waarom het bij hem gaat. De heer Nagtegaal zou eerst willen weten, hoeveel subsidie er te krijgen is. Zoo er flink subsidie wordt gegeven, wil bij wel voorstemmen. De Voorzitter zegt, dat de Raad gevaarlijk spel speelt. Wijst er nogmaals op,dat voor het eene plan niet, voor het andere wèl subsidie wordt gegeven en daarom advi seert hy tot aannemiug van het duurdere plan. De heer vanSeters zegt: Zoo'n woning moet op Stellendam passen. De opzet is te groot. Een onderwijzer behoeft niet in een woniDg te zitten als van een millionair. Hy is tegen het plan, al kreeg men het geheele bedrag van f 5000 aan subsidie. De Heer Keyzer: Je moet zeggen, datje beslist geen woning wilt ziendat is het, anders niets. De Heer v. SetersAls de Heeren hun zin_ niet krijgen, worden ze boos. De Heer HollemauHeeren is meervoud, daar hoor ik ook bij, bewys dat eens. De Heer v. Seters: Dan neem ik myn woord terug en noem alleen Keijzer. zes en twintig in het Lagerhuis, terwijl, vreemd genoeg, van niet minder dan zeven en dertig kan getuigd worden, dat zy onder de gasten van de Hertogin van Amersham op haar bal te Charitpn House Terraco geweest zyn. De andere gevallen zyn moei lyker te verklaren, daar ze voorkwamen onder fruitverkoopers, dakloozelandloopeis, marskramers en dergelijken." Ik kon hel niet meer dragen, maar stommelde als een dronkaard de kamer uit, naar de gang buiten. Een knecht, dacht, dat ik ziek wa3, en haastte zich my te vragen, of by my van eenigen dienst kon zyn. „Haal my een cab," stamelde ik schor. De man snelde de straat op en floot op zijn fluitje. Een cab hield stil en ik ging de straat op en klauterde er in, nauwelijks wetende, hoe ik het aanlegde en viel toen achterover op de kussens alsof .ik in een toeval lag. De cab vloog door de straten, drong zich door het verkeer heen meteen vaardigheid en bezorgdheid voor my'ne vei ligheid, die een bttterder sarcasme was dan door wien ook kon worden geuit. Wat was my'ne veiligheid nu voor mij Daar ik wist, wat ik wist, ware ik liever, veel liever dood. Het vreeselyke geheim was ontdekt. In minder dan vyf minuten was het mysterie van twee maanden opgelost. Nu wistik de beteekenis van het vlekje, dat ik op den volgenden morgen, na myn verschrikkelijk avontuur in de pyramids had ontdekt; nu kon ik myn ziekte in de woestijn en den plotselingen dood van den Arabier, die my bad verpleegd, begrijpen. In het licht dezer vreeselyke waarheid, was alles duidelyk als het daglicht en, al wat ik wilde, was Iterug te komen naar Park Lane en tegenover Pharos te staan, ten einde hem er van te beschuldigen, en daarna zijne schanddaad aan de wereld gaan bekend te maken. Hoewel de man met allen mogelijken spoed reed, kon hij zijn paard niet snel genoeg voor my doen gaan. Ofschoon eerst, mijn bloed zoo koud als ijs was, stroomde het nu als vloeiend vuur door rayne aderen. Eene koortsachtigezenuwachtigheidhad my aangegrepen en op dat oogenblik was ik weinig beter dan een krankzinnige. Onver schillig voor de voorbijgangers, denkende alleen aan de lage rol, die ik had moeten spelen - onbewust wel is waar bij haai ongeloofelijke slechtheid, dreef ik den koet sier tot grooten spoed aan. Eindelijk, na wat eene eeuwigheid scheen, bereikten wy onze bestemming. Ik steeg uit en zooals ik te Hamburg had gedaan, betaalde den koetsier met het eerste geldstuk, dat ik uit mijn zak kreeg, en ging toen de stoep op en kwam het huis binnen. Nu had het alverzengende vuur van ongeduld, dat de ijzige koude van de eerste ontdekking, was opgevolgd, my verlaten en werd door eene vieerade, onnatuurlijke kalmte opgevolgd, waarin ik mijzelf scheen te zyn en toch op een afstand myzelven scheen gade te slaan. Met een stem, die ik nauwelijks herkende, vroeg ik den bottelier, waar ik zyn 'meester kon vinden. Hy. zei mij, dat hij in de ontvangkamer was en ik ging dus daarheen om hem te zoeken. Ik wist in 't minst niet, wat ik hem zou zeggen, als ik hem vond, of hoe ik het hem zou zeggen, maar ik moest myn geest bevrijden van het gewicht, dat deze droeg en dan Wel, daarna zou niets my meer kunnen schelen. Ik opende de deur en kwam de kamer binnen. De zonneschijn stroomde door de vensters aan hel achtereinde naar binnen, vallende op hte heerlijke ameublement, de borduurwerken en draperieën, het porselein en de tallooze snuisterijen, die eene deftige outvangkamer moeten helpen vormen. Yan Pharos echter was geen spoor te zien. In plaats van hem stond Valerie op van een stoel by het venster en groette my met een uitdrukking van blijdschap. Daarop, toen zy den blik op mijn gelaat zag en de doodelyke bleekheid van mijn gelaatskleur, moet zij beseft hebben, dat er vrij iets ernstigs was gebeurd, want zij snelde naar mij toe en nam mijne hand in de hare. „Mijn lieveling!" riep zy uit met een uitdrukking van vrees op haar gelaat, („wat is ei gebeurd Zeg dan ook heeft gedaan. En hy durft het openlijk, maar met kennis van zaken, neer schrijven, dat het aantal verweekte, suffe droomers, slachtoffers van de opium, zoo schrikbarend toeneemt, dat de landsverdedi ging hierdoor ernstig gevaar moet loopen. Overal wordt opium geschoven, te Mar seille, te Toulon, te Hyères, aan de Golf van Juan, te Nizza, te Villefranche, te Ajac- cio, te Algiers. Het is verschrikkelijk, zegt de schrijver, te bedenken, dat de Chineesche republiek, door een nieuwe wet, thans ieder een ter dood laat brengen, die binnen haar gebied opium rookt, terwijl de Franschen, die er zich op beroemen, de meeste verlichte en beschaafde producten van het westen te zyn, met gekruiste armen toezien by de verwoesting, door het gebruik van de opium in de hersenen aangericht. Zou men het gelooven, dat er thans te Toulon 163 opiumkitten zijn Eu daaraan kunnen rechters noch politieautoriteiten iets doen. Men kan wettelijk slechts den verkoop van opium vervolgen. Maar zy, die laten rooken en zeiven rooken,gaan vry uit. Men arresteert kellners of hotelgrooms, die opium verkwanselen, maar wat geeft dit, vraagt do schryver, die dan nagaat, waaraan deze calamiteit voor een groot deel haar bestaan heeft te danken. Indo-China, de groote Fransche kolonie, fabriceert opium in rijkswerkplaatsen, en daar ginds wordt het ellendige goedje aan iedereen, die het maar wil koopen, netjes verpakt, afgewogen en gegarandeerd echt- afgegeven. Waarom Omdat de algemeene begrooting der kolonie uit de opium iets meer dan het zesde van haar totale inkomsten haalt en dat b.v. van 1904 tot 1908 de netto, jaarlyksche winst gemiddeld 10.510.580 francs bedroeg, hetgeen overeenkomt met een verbruik per jaar van ongeveer 120.000 kilo opium officieel tenminste, want de fraude "in aanmerking nemend, kan men dat werkelijk verbruik op bet dubbele van het officieele stellen. De smokkelhandel is n.l. uitstekend georganiseerd. Zoo ie de opium naar Parijs en in de Fransche havens, maar vooral naar Toulon, gekomen, dat thans de voornaamste con- contratiebasis der Fransche vloot is, en hierin schuilt een zoo groot gevaar voor de marine, dat, zoo besluit Rouzier-Dorcières, met alle ten dienste staande middelen, dit kwaad zoo spoedig mogelyk met wortel en tak worden uitgeroeid. Brandstichting en misdaad in Amerika. In de Vereenigde Staten van Noord-Ameri ka gaat jaarlijksch voor 250.000.000 dollar aan bezittingen in vlammen op. Dat is van 8 tot 13 maal meer, vergelijkenderwijs, dan in welk ander land van Europa ook. Terwijl de statistiek aantoont, dat, waar de bevol king van Amerika in de laatste 10 jaren met 21 pCt. is toegenomen, precies vier keer zoo snel dus. En dit, terwijl de Unie er prat op gaat, de beste en stoutmoedigste brandweer van de geheele wereld te bezitten, en dat in de centrale en drukst bevolkte gedeelten vau de uieeate groote steden do wot bot bouwen van brandvrije perceelen voorschrijft. Doch beeft alleen New-York ieder jaar méér branden dan alle hoofdsteden van Europa samen. Een Amerikaan op de 260 heeft ieder jaar brand, en de werkelijke waarde van den eigendom, die door het vuur wordt verwoest, vertegenwoordigt waarschijnlijk minder dan de helft van het bedrag, dat het Amerikaansche volk moet opbrengen aan buitengewone veiligheidsmaatregelen en meerdere verzekeringskosten. Niet minder dan 500.000.000 dollar is de volle brandschat ting, aldus jaarlijks door de Amerikanen direct of indirect aan den vuurgod ten offer gebracht. In een reeks artikelen in „Collier's Weekly" tracht Arthur McFlarlaDe, een gezaghebbend en betrouwbaar publicist, een verklaring voor deze verbluffende feiten en cijfers te vinden. En hij komt o.a. tot deze besliste en ontstellende slotsom, dat van de helft tot twee derden van alle branden in Amerika lydelijk of bedrijvend misdadig zyn.De zaken hebben thans een zoodanig hoogtepunt be reikt, dat do brandstatistieken een veiliger aanduiding zyn van den voorspoed de9 lands en den toestand in de particuliere nijverheid, dan de officieele handelscijfers van Wall- street. Ieder tijdperk van financieele of commer cieels depressie wordt niet alleen vergezeld, maar ingeluid door een plotselinge toename van het aantal branden. De paniek van 1907 nam bij Wallstreet by verrassing. Maar de brandverzekerings-maatschappijen wisten maauden van te voren, wat er op komst was. En niet allsen nemen de branden toe en of in verhouding tot den algemeenen toe stand, maar iedere ramp, zooals onlaugs de overstroomiugen in het Centrale Westen, het my in 's Hemelsnaam, wantje gezicht ontstelt me De druk harer handen en het gezicht van die schoone, verschrikte oogen, die opkeken naar de mijnen, dedeD myne ziel innig aan. Hoewel overstelpt met smart, was zij alleen uit de geheele wereld, die mij kon troosten en de pyn verzachten, die ik leed. Het was echter niet mogelijk, dat haar medelijden my iets baatte. Ik was genoeg reeds onteerd zonder haar ook nog te .onteeren. Hier moest onze liefde eindigen. In 't vervolg zou ik een uitgeworpene zyn, een melaat- sche der maatschappij, die tot aan zyn graf zal weten, dat ik den vloek op mijne mede- menschen gebracht had. Ik trachtte haar van my af te houden, maar zy wilde van geeue weigering weten. „O, wat kan er gebeurd zijn, dat je me zoo behandeld riep zy uit. „Je stilzwy gendhoid breekt me." „Je moet Diet dichtbij me komen, Valerie," mompelde ik schor. „Laat mij alleen. Je weet niet, wat ik ben." „Je bent de man, dien ik liefheb" ant woordde zy. „Dat is genoeg voor mij. Wat het ook is, ik heb het recht, je smart te deelen." „Neen, neenl" riep ik uit. „Je moet niet meer met me te doen willen hebben. Stoot me van je af. Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1913 | | pagina 2