2
ONZE
EILANDEN van 26 APRIL 1913.
De Heer Keijzer zegt, dat van Setera er
om draait.
De Heer van Seters ontkent dit.
De Heer Keijzer weer: Toen ik het voor
stel deed om te rioleeren, was de Heer van
Seters daar tegen.
Nu komt hij zelf met een rioleeringsvoor-
stel.
De Heer v. Seters: Hier is de rommel
voor niemendal opgeknapt, nu moet het
ginder ook maar gebeuren. Ik was er toen
tegen, omdat er geen faecale stoffen door
mochten.
De Voorzitter maakt er een eind aan en
wil laten stemmen, na nogmaals de aanne
ming van B. en W. te hebben aanbevolen.
Het voorstel wordt aangenomen met 4 tegen
3 stemmen.
Vóór steraden de Wethouders, Holleman
en Keijzer. Tegen van Seters, Biemond en
van Oostenbrugge.
De Wethouder Nagtegaal verbindt aan
zijn stem de voorwaarde, dat er een flinke
subsidie gegeven zal worden.
Volgen eenige af- _en overschrijvingen,
wolke ter goedkeuring zullen worden opge
zonden aan Heeren Ged. Staten.
De Vergadering wordt vervolgens gesloten.
Buitenland.
De hertog von Croy verlooft.
Hertog Karl von Croy, luitenant by het
garderegiment te Berlyn heeft zich dezer
dagen verloofd met miss Nancy Leishman.
de jongste der beide dochters van den gezant
der V. S. by hetDuitscheryk.In dekringen
van den „hoogen Duitschen adel", waartoe
de familie von Croy behoord, vraagt men
zich thans af, op welken titel miss Leishman,
die van absoluut burgelijke afkomst is, na
baar huwelijk aanspraak kan maken. Het
huis Croy vindt zyn oorsprong in het ko
ningshuis van Hongarije, terwijl de hertog,
behalve vorst van Solre, Grande van Spanje,
eerste klasse, is, om van lagere titels nog
te zwy'gen. In ieder geval staat het vast,
dat, wanneer miss Leishman den titel van
heitogin von Croy zal voeren, dit praedicaat
niet zal overgaan op de uit haar huwelijk
te spruiten kinderen.
Als echtgenoote van hertog Karl von Croy
raakt miss Nancy Leishman met verschei
dene Europeesche vorstenhuizen verwant.
De eenige zuster van haar bruidegom, prin
ses Isabella von Croy, is sedert het vorige
jaar met prins Franz van Beieren, een jon
geren zoon van prins-regent Ludwig, en een
tante van haar bruidegom, die ook Isabella
heet, is sedert 1878 met aartshertog Friedrich
van Oostenrijk, den broeder van de konin
gin-weduwe, Maria Christina van Spanje,
gehuwd.
Eet bandietenwezen te New-Tork.
Niettegenstaande de waakzaamheid der
New-Yorksche politie zijn volgens den cor
respondent van de „Daily Telegraph" te
New-York den laatsten tijd tal van brutale
diefstallen zoowel overdag als des nachts
gepleegd, waarvoor naar men gelooft, dezelf
de dieven- en bandietenbende aansprakelijk
gesteld moet worden, die eenige maanden
geleden de voorsteden onveilig maakte.
De laatste vier weken zijn in New-York
niet minder dan 49 brandkasten leeggeplun
derd. In verscheidene gevallen heeft men
kunnen constateeren, dat de dieven deze met
rookeloos kruit hadden laten openspringen.
Doch de vooral op klaarlichten dag ge
pleegde diefstallen, inbraken en andere ban
dietenstreken getuigen van de buitengewone
brutaliteit der daders, die in vermetelheid
voor de Fransche auto-bandieten niet onder
doen. Reeds verschillende malen is eenbende
van een half dozijn mannen met de revolver
in de hand een winkel binnendrongen om
zich het noodige toe te eigenen en dan kalm
pjes in een auto weg te rijden. De poiitie
maakt zich niet bijzonder druk over de
kwestie en meent, dat voor goed een einde
aan deze rooveryen gemaakt zal zijn, wan
neer zfj de hoofden der bende in handen
heeft. Doch naar alle waarschijnlijkheid zal
het nog wel eenigen tijd duren, voordat deze
zich achter slot en grendel bevinden. Het
publiek begint er dan ook meer en meer
ontevreden over te worden, dat de politie
niet meer actief optreedt.
Skoetari gevallen.
CETTINJE, 23 April. (Reuter). Officieel.
De Montenegrijnsche troepen trokken zege
vierend Skoetari binnen.
De omsingeling van Skoetari door de
Montenegrynen is feitelijk reeds in de eerste
helft der maand October van het vorig jaar
begonnen, zoodat er ruim een halfjaar om
deze vesting gestreden is. Eerst den 30sten
November, na de inneming van Ipek, Dja-
kova, San Giovanni en Alessio konden alle
Montenegrijnsche legerafdeelingen zich rond
om Skoetari vereenigen en nam koning
Nikita zelf het bevel op zich met generaal
Woekotich als chef van den staf. Bovendien
kwamen omstreeks dien tyd zeven bataljons
Servische troepen, die in het Sandjak hun
taak volbracht hadden, met zware artillerie
de Montenegrynen versterken.
Gedurende langen tyd kon het garnizoen
van Skoetari niet alleen de aanvallen der
belegeraars afslaan, maar bracht zelfs den
Montenegrynen bij herhaalde uitvallen groote
verliezen toe. Aanvankelijk was de Turksche
generaal Hassan Riza binnen de belegerde
vesting opperbevelhebber. Volgens contro
leerbare geruchten zou hy echter door de
hand van een sluipmoordenaar zyn gevallen
en voerde gedurende de laatste maanden de
Albanees Essad pasja het bevel.
In het verloop van het beleg zyn slechts
weinige belangrijke feiten aan te stippen.
Onophoudelijk meenden de Montenegrynen
de vesting tot overgave te kunnen dwingen,
en kondigden zy algemeene bestormingen
aan, maar het succes bleef steeds uit. Met
nieuwe woede ont>jgj|flde de strijd, toen de
mogendheden op fM tel van Oostenrijk
Hongarije het besf^Tv.amen, om Skoetari
tot hoofdstad van he^toekomstige vorsten
dom Albanië te maken. Koning Nikita be
greep, dat alleen het „fait accompli" mis
schien nog verandering zou brengen en
spande daarom zijn uiterste krachten in,
teneinde de vesting vóór het sluiten van den
vrede ten val Ie brengen. Onder welke
omstandigheden hem dit gelukt is, kan op
het oogenblik uog niet gemeld worden, daar
Montenegro zich gedurende de laatste dagen
vrijwillig geheel van de beschaafde wereld
afgesloten had en alle post- en telegraaf-
verkeer met Europa verboden had. Zooals
bekend, legde koning Nikita na de laatste
stappen der mogendheden het opperbevel
neer en gaf het over in handen van den
Servischen generaal Bojovitch.
De indruk die die onverwachte inneming
van Skoetari in de Europeesche hoofdsteden
maken zal, moet verre van aangenaam zyn.
Immers, terwijl de groote mogendheden door
een internationale vlootdemonstrarie Mon
tenegro tracht te dwingen de wapenen neer
te leggen, wist dit ook tegen haar wil zyn
doel te bereiken. Na het jongste Russische
communiqué is er geen twyfel meer over
of Rusland zal het met óénparigheid van
stemmen door de mogendheden genomen
besluit, dat Skoetari by Albanië gevoegd
moet worden, blijven steunen. De vraag is
slechts op welke wijze de mogendheden
haar besluit kracht zullen bijzetten. Het is
te verwachten, dat koning Nikita de met
zooveel offers veroverde vesting niet vrij
willig zal ontruimen ook niet tegen een
financieeleschadeloosstellicg. Waarschijnlijk
zal Oostenryk-Hongarye op het zenden van
een internationale expeditie tegen Monte
negro aandringen om het te dwingen van
de stad afstand te doen. Het hatelijke ka
rakter van een dergelijke maatregel springt
duidelijk in hot oog, als ïnen bedenkt, daL
Montenegro, na de hardnekkige pogingen,
die het gedaan heeft om de stad in te nemen,
zich niet door een platonische betooging
zal laten dwingen. (Tel.)
De opium by de Fransche marine.
De parijsche geneesheer Rouzier-Dorcières,
die een grondige studie van de noodlottige
uitwerking van de opium heeft gemaakt,
publiceert in de „Matin" een lang artikel
over het misbruik van het verdoovend gewas
onder de officieren, hooge en lageie, der
Fransche oorlogsmarine en den ontzenu
wenden, verslappenden invloed daarvan.
De schryver passeert zyn beweringen op
feiten, en wat hy schrijft, heeft hy deels
met eigen oogen gezien, deels opgeteekend
uit den mond van radelooze hoofd officieren,
die hun beste zeelieden zagen aangegrepen
door het opium kwaad. Zoo heeft hy, in een
opiumkit, bijgewoond, dat zee-officieren in
het gezelschap van beminnelijke hetaïren
tot tachtig en honderd py'pen opium op één
avond rookten. Hy heeft den vernederden
sluikhandel gezien met de verkoopers van
toufiane, die de Fransche havens aan de
Middellandsche Zee vergiftigen, de slinksche
middelen, trucs en practyken bijgewoond
van zee-officieren, die tot alles bereid waren,
om zich in 't bezit te stellen van het ver
doovend kruid, welks gebruik hen onbe
kwaam maakte, bevel te voeren over ande
reu.
Te Brest, Cherbourg, Lorient, Rochefort
zyn opiumkitten. Men weet dit. Maar zij
boeten thans wel wat van hun schadelijken
invloed in, doordat de geheele Fransche vloot
thans in de Middellandsche Zee verzameld
is. Er moest dus in de havens van Provence
onderzocht worden, hetgeen Rouzier-Dor-
Overtreding Visscherijwet.
Door het Ditzummer visschersvaartuig
„Venus werd Dinsdag te Delfzijl visch
aangevoerd. Nadat er eenige hoeveelheid
was verkocht, kwam een ambtenaar der
visschery de groote der visch opnemen, en
constateerde, dat de visch te klein van maat
was, weshalve hy den schipper bekeurde
voor het ten verkoop aanbieden van te kleine
visch. (Tel.)
Voor schipbreukelingen.
Op de Boschplaat (tusschen Rottum en
Schiermonnikoog) en op de Engelsmanplaat
(tusschen Schiermon nikoog en Ameland) zal
een vluchthuis voor schipbreukelingen wor
den gebouwd. De gebouwtjes zullen ongeveer
een 20-tal mannen kunnen herbergen, die
daar dan by voorkomende gevallen van
schipbreuk een onderkomen kunnen vinden.
Verschillende benoeften zullen in deze huis
jes aanwezig zijn. Ook zal er een mast wor
den geplaatst, waaraan een bal, welke kan
worden geheschen, en dan een teeken zal
zyn voor den nabyzynden iicfatwacht of
voogd als bewys dat er volk aanwezig is.
(Tel.)
Een brave zoon.
Te Heemskerk (N.-H.) wordt, naar het
Vad. meldt, sinds eenigen tyd vermist de
23 jarige I. R., die voor zijn vader een be
drag aan geldswaarde in 't buitenland innen
moest. Dezer dagen is nu bij een familielid
bericht ingekomen, dat het jongemensch
met een bedrag ad f4000 de wijk naar
Amerika genomen heeft.
Een droevige geschiedsnis.
Het „Arnh. Dbl." schrijft
Maandagmiddag heeft zich te Bredevoort
een droevige geschiedenis afgespeeld. Een
ziek bedlegerig meisje, dat reeds een 15-tal
jaren lijdende is, en door het R.-K. armbe
stuur werd onderhouden, maar wegens een
verschil met den pastoor van die hulp
werd verstoken, is reeds geruimen tyd ge
heel belangloos door haar kostbaas onder
houden. Wijl deze zelf maar fabrieksarbeider
is en zyn loon voor zyn eigengezin noodig
heeft, klopte hy aan b\j hetgemeentebestuur.
De burgemeester heeft deze zaak ter sprake
gebracht, doch is van oordeel, dat het R.-K.
armbestuur zedelijk verplicht is, voor het
meisje te zorgen. Het meisje is nu door
den fabrieksarbeider uit haar woning gezet
en onder toeloop van een groote menigte
nieuwsgierigen door de politie naar het
arrestantenhok gebracht, waar de burge
meester voor haar zorgt.
Plaatselijk Nieuws.
JIIDDELDARNIS- Ia de Woensdag gehou
den vergadering tot viering van Neerlands-
onafhankelijkheid werd een feestcommissie
benoemd, bestaande uit 22 personen, tot
voorzitter werd gekozen de Heer G. van Eek
en tot plaatsvervanger voorzitter de heer
P. van Oudgaarden, tot Secretaris de heer
J. v. Paasche plaatsvervanger de heer J. H.
Deys, terwijl de heer G. N. Kolthoff, tot
Penningmeester werd gekozen.
De Edelachtbare heer U. J. Mys, burge
meester onzer gemeente heeft het Eere voor-
zitterssehap aanvaard.
Mejuff. G. v. d. Weide pleegzuster in
het Diaconessenhuis te Heusden, is na afge
legd examen als zoodanig overgeplaatst naar
het gesticht Bronovo te 's-Gravenhage.
Naar men verneemt is tegen een in
woner dezer gemeente procesverbaal opge
maakt wegens het vervoeren van verboden
vischtuig.
Tusschen het Israëlitische kerkhof en
de nieuw aangelegde weg is een cementen
muur geplaatst.
Donderdag viel het 4-jarig zoontje van
G. Langbroek al spelende in de Sommels-
dyksche haven, door toegeschoten hulp werd
het kind nog in tyds gered.
DIRKSLAND- Donderdagavond a.s. hoopt
de zangvereeniging „Exelsior" een uitvoe
ring te geven in het koor der Ned. Herv.
kerk des avonds om half acht.
OUDDORP. Aan de halfjaar!ijksche Vee
markt alhier werden 40 stuks Hoornvee
aan de lyn gebracht.
Handel matig.
J. Tanis Jz. is geslaagd voor de le
klas Ryksnormaalschool te Middelharnis.
A.s. Dinsdagmorgen vm. 10 uur zal
er vergadering van de Gemeenteraad plaats
hebben.
geland is tot nu toe vrygeblevonnu echter,
is ze te Londen uitgebroken en driehonderd
en vyf en zeventig gevallen zyn dezen mor
gen bekend gemaakt."
Toen zy dit hoorden werden de mannen
om hem heen bleek en schuivelden onrustig
met hunne voeten. Wat mij betrof, ik kon
tot steen veranderd zyn, zóó koud was ik
en zóó onmachtig mij te bewegen. Het was
alsof er plotseling een doek voor myn oogen
werd weggenomen, dat my in staat stelde
alles duidelyk en in zijn waar licht te zien.
„De berichten van ons eigen land," ver
volgde de onvermoeidestatisticus, „zyn even
interessant als die van het Vasteland. Ik
heb alles, wat reeds bekend gemaakt is,
gerangschikt en den uitslag op deze kaart
van Londen overgebracht. De-twee gevallen,
die in Norfolk voorvielen de besteller te
Norwich en de stationchef op de verbin
dingsplaats te Tebworth laat ik weg,
daar ze ons niets zeggen. Van de gevallen,
in deze stad bekend gemaakt, hebben nauw
keurige onderzoekingen der autoriteiten de
mededeeling uitgelokt, dat acht en zestig
van de aangetasten, in het Renaissance
Theatre gisterenavond tegenwoordig waren,
vijf en twintig toen den avond in de club,
waar de Oudheidkundigen hebben doorge
bracht, vijf en tachtig in de Westersche
Concertzaal zijn geweest, een en zeventig
op het gecostumeerde bal te Covent Garden,
VERGADERING van den Raad der
gemeente Stellendam op Vrijdag 18
April des namiddags 2lj2 ure.
Aanwezig alle leden. Voorzitter de Bur
gemeester.
De vergadering wordt op de gebruikelijke
wyze geopend, waarna de notulen der vo
rige vergadering worden gelezen. Deze wor
den goedgekeurd.
Van den Minister van Waterstaat is een
schrijven ontvangen, waarbij vergunning
wordt verleend, op het Ooslhavenhoofd een
rood licht te plaatsen. Bij die vergunning
zyn eDkele voorwaarden gevoegd, waaraan
voldaan moet worden.
Op een vraag van den heer Keyzer deelt
de voorzitter mede, dat men van Marine
naar Waterstaat is verwezen.
Bespreking van het bouwen eener onder
wijzerswoning.
De Voorzitter legt een teekening over en
leest een brief voor van den heer District
schoolopziener, waarin de wenschelijkheid
wordt uitgesproken van het bouwen eener
nieuwe onderwijzerswoning. Tevens wordt
in dezen brief afgeraden de uitvoering van
het plan van f4200, daar voor een dergelyke
woning geen subsidie zal te krygen zijn,
terwijl waarschijnlijk wel subsidie zal ver
kregen worden, zoo het plan van f 5000
wordt uitgevoerd.
Zoo echter de raad toch vast houdt aan
het plan van f 4200, wordt verzocht uit
voerig de redenen daarvoor op te geven.
Namens de meerderheid van het Dag. Be
stuur stelt de voorzitter voor, tot uitvoering
van het plan van f 5000 te besluiten, wat
in het belang der gemeente zal zyn. De
Voorzitter vindt, dat de zaak duidelijk ge
noeg is en vraagt, wie der heeren omtrent
deze zaak het woord verlangt.
De heer van Seters spreekt zyn verwon
dering uit over het feit, dat de raad zoo
weinig te zeggen heeft. Als de raad wat
besluit en het mag zoo niet uitgevoerd wor
den, dan is geen raad noodig. Als er dan
maar een burgemeester is en een secretaris,
dan is het al voldoende. Als de heeren in
Den Haag maar bevelen, hoe er gebouwd
moet worden, dan moeten ze daar het geld
maar geven ook. Hy vindt, dat ze daar in
Den Haag veel Le los met het geld omsprin
gen. Voor verschillende zaken is er geen
geld, en hier .zouden ze maar voor geven.
Dat gaat niet.
De Heer van Seters zou den Burgemeester
dan ook willen verzoeken de Heeren in
Den Haag er eens op te wijzen, dat ze niet
zoo roekeloos met het geld moeten leven.
Dat heeft hy reeds een vorige maal gezegd.
Dit is dan ook de reden, waarom hij tegen
dit dure bouwplan is.
De heer Keyzer vindt, dat subsidie gevraagd
moet worden en is voor het plan van f 5000.
Hy verdedigt zijn meening. De heer Hol
leman is het met den Heer Keyzer eens en
heeft ook wel eens ondervonden, dat de
Raad niet zooveel te zeggen heeft. Dat is
wel eens onaangenaam, maar daar is nu
eenmaal niets aan te doen. Hy waarschuwt
den Voorzitter oen raad van den Heer van
Seters omtrent het schry ven aan de Heeren
in Den Haag, over het roekeloos omgaan
met het geld, maar niet op te volgen. Hy
wijst er op, dat, zoo het plan van f 4200
wordt aangenomen, alles voor de gemeente
zal opdraaien, terwijl by aanneming van
het plan van f6000 het Rijk veel zal doen,
zoodat het de gemeente veel goedkooper
zal uitkomen. Willen de Heeren de verant
woordelijkheid op zich nemen, zij moeten
het weten, maar hy kan niet nalaten er
op te wijzen.
Hy gelooft, dat de heer van Seters niet
ronduit spreekt Dat het minder het geld,
dan wel het plan zelf is, waarom het bij
hem gaat.
De heer Nagtegaal zou eerst willen weten,
hoeveel subsidie er te krijgen is. Zoo er
flink subsidie wordt gegeven, wil bij wel
voorstemmen.
De Voorzitter zegt, dat de Raad gevaarlijk
spel speelt. Wijst er nogmaals op,dat voor
het eene plan niet, voor het andere wèl
subsidie wordt gegeven en daarom advi
seert hy tot aannemiug van het duurdere
plan. De heer vanSeters zegt: Zoo'n woning
moet op Stellendam passen. De opzet is te
groot. Een onderwijzer behoeft niet in een
woniDg te zitten als van een millionair.
Hy is tegen het plan, al kreeg men het
geheele bedrag van f 5000 aan subsidie.
De Heer Keyzer: Je moet zeggen, datje
beslist geen woning wilt ziendat is het,
anders niets.
De Heer v. SetersAls de Heeren hun zin_
niet krijgen, worden ze boos.
De Heer HollemauHeeren is meervoud,
daar hoor ik ook bij, bewys dat eens.
De Heer v. Seters: Dan neem ik myn
woord terug en noem alleen Keijzer.
zes en twintig in het Lagerhuis, terwijl,
vreemd genoeg, van niet minder dan zeven
en dertig kan getuigd worden, dat zy onder
de gasten van de Hertogin van Amersham
op haar bal te Charitpn House Terraco
geweest zyn. De andere gevallen zyn moei
lyker te verklaren, daar ze voorkwamen
onder fruitverkoopers, dakloozelandloopeis,
marskramers en dergelijken."
Ik kon hel niet meer dragen, maar
stommelde als een dronkaard de kamer uit,
naar de gang buiten. Een knecht, dacht,
dat ik ziek wa3, en haastte zich my te
vragen, of by my van eenigen dienst kon
zyn.
„Haal my een cab," stamelde ik schor.
De man snelde de straat op en floot op
zijn fluitje. Een cab hield stil en ik ging
de straat op en klauterde er in, nauwelijks
wetende, hoe ik het aanlegde en viel toen
achterover op de kussens alsof .ik in een
toeval lag. De cab vloog door de straten,
drong zich door het verkeer heen meteen
vaardigheid en bezorgdheid voor my'ne vei
ligheid, die een bttterder sarcasme was dan
door wien ook kon worden geuit. Wat was
my'ne veiligheid nu voor mij Daar ik wist,
wat ik wist, ware ik liever, veel liever dood.
Het vreeselyke geheim was ontdekt. In
minder dan vyf minuten was het mysterie
van twee maanden opgelost. Nu wistik de
beteekenis van het vlekje, dat ik op den
volgenden morgen, na myn verschrikkelijk
avontuur in de pyramids had ontdekt; nu
kon ik myn ziekte in de woestijn en den
plotselingen dood van den Arabier, die my
bad verpleegd, begrijpen. In het licht dezer
vreeselyke waarheid, was alles duidelyk als
het daglicht en, al wat ik wilde, was Iterug
te komen naar Park Lane en tegenover
Pharos te staan, ten einde hem er van te
beschuldigen, en daarna zijne schanddaad
aan de wereld gaan bekend te maken.
Hoewel de man met allen mogelijken spoed
reed, kon hij zijn paard niet snel genoeg
voor my doen gaan. Ofschoon eerst, mijn
bloed zoo koud als ijs was, stroomde het
nu als vloeiend vuur door rayne aderen.
Eene koortsachtigezenuwachtigheidhad my
aangegrepen en op dat oogenblik was ik
weinig beter dan een krankzinnige. Onver
schillig voor de voorbijgangers, denkende
alleen aan de lage rol, die ik had moeten
spelen - onbewust wel is waar bij haai
ongeloofelijke slechtheid, dreef ik den koet
sier tot grooten spoed aan. Eindelijk, na
wat eene eeuwigheid scheen, bereikten wy
onze bestemming. Ik steeg uit en zooals ik
te Hamburg had gedaan, betaalde den
koetsier met het eerste geldstuk, dat ik uit
mijn zak kreeg, en ging toen de stoep op
en kwam het huis binnen. Nu had het
alverzengende vuur van ongeduld, dat de
ijzige koude van de eerste ontdekking, was
opgevolgd, my verlaten en werd door eene
vieerade, onnatuurlijke kalmte opgevolgd,
waarin ik mijzelf scheen te zyn en toch
op een afstand myzelven scheen gade te
slaan. Met een stem, die ik nauwelijks
herkende, vroeg ik den bottelier, waar ik
zyn 'meester kon vinden. Hy. zei mij, dat
hij in de ontvangkamer was en ik ging dus
daarheen om hem te zoeken. Ik wist in 't
minst niet, wat ik hem zou zeggen, als ik
hem vond, of hoe ik het hem zou zeggen,
maar ik moest myn geest bevrijden van
het gewicht, dat deze droeg en dan Wel,
daarna zou niets my meer kunnen schelen.
Ik opende de deur en kwam de kamer
binnen. De zonneschijn stroomde door de
vensters aan hel achtereinde naar binnen,
vallende op hte heerlijke ameublement, de
borduurwerken en draperieën, het porselein
en de tallooze snuisterijen, die eene deftige
outvangkamer moeten helpen vormen. Yan
Pharos echter was geen spoor te zien. In
plaats van hem stond Valerie op van een
stoel by het venster en groette my met een
uitdrukking van blijdschap. Daarop, toen zy
den blik op mijn gelaat zag en de doodelyke
bleekheid van mijn gelaatskleur, moet zij
beseft hebben, dat er vrij iets ernstigs was
gebeurd, want zij snelde naar mij toe en
nam mijne hand in de hare. „Mijn lieveling!"
riep zy uit met een uitdrukking van vrees
op haar gelaat, („wat is ei gebeurd Zeg
dan ook heeft gedaan. En hy durft het
openlijk, maar met kennis van zaken, neer
schrijven, dat het aantal verweekte, suffe
droomers, slachtoffers van de opium, zoo
schrikbarend toeneemt, dat de landsverdedi
ging hierdoor ernstig gevaar moet loopen.
Overal wordt opium geschoven, te Mar
seille, te Toulon, te Hyères, aan de Golf
van Juan, te Nizza, te Villefranche, te Ajac-
cio, te Algiers. Het is verschrikkelijk, zegt
de schrijver, te bedenken, dat de Chineesche
republiek, door een nieuwe wet, thans ieder
een ter dood laat brengen, die binnen haar
gebied opium rookt, terwijl de Franschen,
die er zich op beroemen, de meeste verlichte
en beschaafde producten van het westen te
zyn, met gekruiste armen toezien by de
verwoesting, door het gebruik van de opium
in de hersenen aangericht.
Zou men het gelooven, dat er thans te
Toulon 163 opiumkitten zijn Eu daaraan
kunnen rechters noch politieautoriteiten iets
doen. Men kan wettelijk slechts den verkoop
van opium vervolgen. Maar zy, die laten
rooken en zeiven rooken,gaan vry uit. Men
arresteert kellners of hotelgrooms, die opium
verkwanselen, maar wat geeft dit, vraagt
do schryver, die dan nagaat, waaraan deze
calamiteit voor een groot deel haar bestaan
heeft te danken.
Indo-China, de groote Fransche kolonie,
fabriceert opium in rijkswerkplaatsen, en
daar ginds wordt het ellendige goedje aan
iedereen, die het maar wil koopen, netjes
verpakt, afgewogen en gegarandeerd echt-
afgegeven. Waarom Omdat de algemeene
begrooting der kolonie uit de opium iets meer
dan het zesde van haar totale inkomsten
haalt en dat b.v. van 1904 tot 1908 de netto,
jaarlyksche winst gemiddeld 10.510.580
francs bedroeg, hetgeen overeenkomt met
een verbruik per jaar van ongeveer 120.000
kilo opium officieel tenminste, want de
fraude "in aanmerking nemend, kan men
dat werkelijk verbruik op bet dubbele van
het officieele stellen. De smokkelhandel is
n.l. uitstekend georganiseerd.
Zoo ie de opium naar Parijs en in de
Fransche havens, maar vooral naar Toulon,
gekomen, dat thans de voornaamste con-
contratiebasis der Fransche vloot is, en
hierin schuilt een zoo groot gevaar voor de
marine, dat, zoo besluit Rouzier-Dorcières,
met alle ten dienste staande middelen, dit
kwaad zoo spoedig mogelyk met wortel en
tak worden uitgeroeid.
Brandstichting en misdaad in Amerika.
In de Vereenigde Staten van Noord-Ameri
ka gaat jaarlijksch voor 250.000.000 dollar
aan bezittingen in vlammen op. Dat is van
8 tot 13 maal meer, vergelijkenderwijs, dan
in welk ander land van Europa ook. Terwijl
de statistiek aantoont, dat, waar de bevol
king van Amerika in de laatste 10 jaren
met 21 pCt. is toegenomen, precies vier
keer zoo snel dus.
En dit, terwijl de Unie er prat op gaat,
de beste en stoutmoedigste brandweer van
de geheele wereld te bezitten, en dat in de
centrale en drukst bevolkte gedeelten vau
de uieeate groote steden do wot bot bouwen
van brandvrije perceelen voorschrijft. Doch
beeft alleen New-York ieder jaar méér
branden dan alle hoofdsteden van Europa
samen. Een Amerikaan op de 260 heeft ieder
jaar brand, en de werkelijke waarde van
den eigendom, die door het vuur wordt
verwoest, vertegenwoordigt waarschijnlijk
minder dan de helft van het bedrag, dat
het Amerikaansche volk moet opbrengen
aan buitengewone veiligheidsmaatregelen en
meerdere verzekeringskosten. Niet minder
dan 500.000.000 dollar is de volle brandschat
ting, aldus jaarlijks door de Amerikanen
direct of indirect aan den vuurgod ten offer
gebracht.
In een reeks artikelen in „Collier's Weekly"
tracht Arthur McFlarlaDe, een gezaghebbend
en betrouwbaar publicist, een verklaring
voor deze verbluffende feiten en cijfers te
vinden. En hij komt o.a. tot deze besliste
en ontstellende slotsom, dat van de helft
tot twee derden van alle branden in Amerika
lydelijk of bedrijvend misdadig zyn.De zaken
hebben thans een zoodanig hoogtepunt be
reikt, dat do brandstatistieken een veiliger
aanduiding zyn van den voorspoed de9 lands
en den toestand in de particuliere nijverheid,
dan de officieele handelscijfers van Wall-
street.
Ieder tijdperk van financieele of commer
cieels depressie wordt niet alleen vergezeld,
maar ingeluid door een plotselinge toename
van het aantal branden. De paniek van 1907
nam bij Wallstreet by verrassing. Maar de
brandverzekerings-maatschappijen wisten
maauden van te voren, wat er op komst was.
En niet allsen nemen de branden toe en
of in verhouding tot den algemeenen toe
stand, maar iedere ramp, zooals onlaugs de
overstroomiugen in het Centrale Westen,
het my in 's Hemelsnaam, wantje gezicht
ontstelt me
De druk harer handen en het gezicht van
die schoone, verschrikte oogen, die opkeken
naar de mijnen, dedeD myne ziel innig aan.
Hoewel overstelpt met smart, was zij alleen
uit de geheele wereld, die mij kon troosten
en de pyn verzachten, die ik leed. Het was
echter niet mogelijk, dat haar medelijden
my iets baatte. Ik was genoeg reeds onteerd
zonder haar ook nog te .onteeren. Hier
moest onze liefde eindigen. In 't vervolg
zou ik een uitgeworpene zyn, een melaat-
sche der maatschappij, die tot aan zyn graf
zal weten, dat ik den vloek op mijne mede-
menschen gebracht had. Ik trachtte haar
van my af te houden, maar zy wilde van
geeue weigering weten.
„O, wat kan er gebeurd zijn, dat je me
zoo behandeld riep zy uit. „Je stilzwy
gendhoid breekt me."
„Je moet Diet dichtbij me komen, Valerie,"
mompelde ik schor. „Laat mij alleen. Je
weet niet, wat ik ben."
„Je bent de man, dien ik liefheb" ant
woordde zy. „Dat is genoeg voor mij. Wat
het ook is, ik heb het recht, je smart te
deelen."
„Neen, neenl" riep ik uit. „Je moet niet
meer met me te doen willen hebben. Stoot
me van je af.
Wordt vervolgd).