2 ONZE EILANDEN van 8 FEBRUARI 1913. zamelplaats voor allen, die goede tooneel kunst wilden genieten. Dat was meer dan een halve eeuw zoo, tot nu ruim 21/* jaar geleden onze vroede vaderen van den Ge meenteraad besloten het oude gebouw te sluiten. Het was buitengewoon brandgevaar lijk. De commandant van de Brandweer en de directeur van het Bouw- en Woningtoe zicht brachten samen een rappoit uit, waarin zy wezen op het groote brandgevaar in den schouwburg, een gevaar, zoo groot, dat de vreeselykste afloop te wachten was. De schouwburg ging dus dicht. Herhaaldelijk kwamen adressen van ingezetenen bij den Raad om het gebouw weer open testellen, het hielp niet, de schouwburg bleef dicht. De dichter uit den engelenbak, of te wel het schellinkje, die sinds jaar en dag gedicht heeft op alle mogelijke beroemde en niet beroemde tooneelspelers en dito speelsters, zond hartroerende klachten in proza en poezië, vulde de kolommen der Haagscho bladen met zyn smartuitingen, lichtelijk doortrild van dichterlijken toorn, het baatte niet. Zelfs tegen zyn wolsprekendheid waren de vroede vaderen bestand, hard als steen was hun autoriteitelijk hart, de schouwburg bleef dicht. Een Oostenrijker maakte een schouwburgplan voor nog heel wat meer dan de elf lapjes van juffrouw Mathilde, de schouwburgcommissie, geassisteerd door den welbekenden heer Liefland, snoode uit den Raad verdreven ondanks of wel om zijn flnantieële schranderheid, wijzigde het, het ging naar B. en W. om advies en wie had het durven hopen.de oude schouwburg zal weer opengaan! Na 21/:» jaar peinzens zyn B. en W. tot een oplossing gekomen, die inderdaad verrassend is. Verrassend? Er is geen woord in onze heele Hollandsche taal, 't zy dat ze zich tooit met de hoepel rok van Siegenbeek of zich presenteert in de sleepjapon van de Vries en te Winkel of zich steekt in het décollecté van Kollewyn, dat de gevoelens kan uitdrukken, die dit besluit van B. en W. gewekt heeft in de harten der Hagenaars. Laat Kampen zijn steuren hebben, zyn nieuw postkantoor, waarin de deur was vergeten, wij hebben onze schouwburgzaak, waarbij Kamperuien van vroeger en thans in het niet verzinken. We gaan een schouwburg bouwen op een terrein, waarvan we de handen mogen afhouden, waarover we gaan procedeeren by kantonrechter, rechtbank, gerechtshof en Hoogen Raad. En we weten het, dank zy de buitengewone snelheid, waarmede in ons dierbaar vaderland wordt berecht, dat de zuigelingen, in de Louwmaand van 1912 gebaard, tot jongelingen met dons op de bovenlip en bakvischjes, die flirten in het Haagsche Bosch zullen zijn opgegroeid voor in hoogste instantie het pleit om het Alesanderveld zal zijn beslecht, welk een perspectief voor lands- en gemeente-advo caten. En al dien tyd zal onze oude schouw burg geopend mogen blijven, zal aan ons Haagsch tooneelminnend publiek de kans worden gegund nog eenmaal levend ge roosterd te worden in den brandgevaarlij ken schouwburg Nu nog de laatste stap, de functie van den Raad op het plan van B. en W. en Tartarin van Tarascon zal niet meer naar Afrika trekken om leeuwen te schieten, hy zal zyn jachtlust in onze Haagsche lust oorden kunnen botvieren op de bokken van allerlei soort, die zich even snel hebben vermenigvuldigd als de konijnen in Australië In den Raad zal over het beroemde prae. advies van B. en W. wel buitengewoon zwaarwichtig gediscussieerd worden, 't Is dan ook in zyn soort zeker een eenig stuk werk. Met de verkiezing voor Provinciale Staten en Gemeenteraad is het de vorige week voor de vrijzinnigen zeer gunstig afgeloopen. Voor de gemeenteraad komt in hun zwakste district (nl. district II) de vrijzinnige candi- daat in een zoo gunstige herstemming, dat aan een overwinning niet getwijfeld kan worden, als de vrijzinnigen zich tenminste eenige inspanning getroosten. Voor de Staten is opnieuw gebleken, dat de clericale candidaten slechts by verrassing nl. als voor eenige vacatures door hen min der candidaten worden gesteld, dan er plaat sen zijn, een zetel te veroveren is. Met alle inspanning brengen zy nauwelijks een derde van het totaal aantal stemmen uit. By de herstemmingen worden de vrijzinnige can didaten dan ook zeker gekozen. Baron Mackay, die op zoo zonderlinge wijze in Ommen handelde, zyn ontslag vroeg als lid van den Raad en van de Staten, doch door een groep kiezers toch opnieuw werd gecandideerd, brengt het er al heel treurig af, op hem werden voor de Staten slecht eenige honderden stemmen uitge bracht. Wel een bewijs, dat voor een zooge- naamden wilden candidaat, die buiten de den winkel, dien ik juist verlaten hadik sprak een ander aan, maar hy zeide dat hy een vreemdeling in de stad was. Ten laatste, ten einde raad wat te doen, besloot ik, loen ik mij voor het kantoor van de stoomboot maatschappij, dat ik dien namiddag bezocht had, zag staan, naar binnen te gaan om inlichtingen te vragen. Tot myne verbazing stond er, in plaats van de zes klerken, die my nog weinige uren geleden hadden aangegaapt, slechts één man en voordat hy zijne lippen opende, zag ik dat hy stomdronken was. „Ha! hal" zeide by, in een gelach uit barstende, „dus je bent weer terug gekomen, my'n vriend. Je moet zeker een boot hebben, die je naar Engeland brengt, niet waar? Natuurlijk. Daar weten wy alles wan. Wy zijn niet zoo blind, ik meen, zoo blinddron- ken, als. je wel denkt." Daarmee bonsde hy tegen een lessenaar aan en slingerde toen naar my toe. Daarop, nadat hy die hoogte bereikt had, dat muziek noodzakelijk wordt, leunde by tegen den wand en barstte in het volgende liedje uit „Drink op mij, alleen met oogen, En ik wil drinken met de mijne weer, Of drukken een kus op Hij was niet verder gekomen, toen ik hem bij den kraag gr6ep en hem tegen den muur partyen heet te staan, in onze dagen geen plaats meer is. Aan de kiezerskweek wordt door alle partyen hard gewerkt en als de vrijzinnigen deze actie krachtig weten te voeren, lijdt het geen twijfel ofzy brengen bier in den Haag het leeuwenaandeel der nieuwe kiezers op de lijst. Vooral onder degenen, die zich van buiten in de residentie vestigen is voor de vrijzinnigen een belang rijke oogst binnen te halen. Op het Binnenhof is het debat over de Invaliditeitswet alweer in vollen gang. De begrooting is thans op een oor na gevild. Vrijdag der vorige week had Minister Heems kerk alle hoop, dat Binnenlandsche Zaken af zou komen, doch hy had buiten den waard, in dit geval zijn coalitiebroeder de Stuers gerekend, kalm stapte de afgevaar digde van Weert naar het spreekgestoelte, hij had den tyd en kon deze maal over zyn geliefkoosd onderwerp, de afdeeling Schoone Kunsten, een lange redevoering opzetten, 't Was een vermakelijk debat. Minister Heemskerk beweerde, dat de dominees niet te lang moeten preeken, de heer de Stuers zeide, dat ze vroeger moesten beginnen en dat zoo zeide deze Roomsche afgevaar digde het letterlijk Onze Lieve Heer bij de katholieken 's morgens al van af zes uur te spreken is. Op minister Heemskerk's weigering het Rijksmuseum vroeger open te stellen, omdat de suppoosten naar de kerk moesten en hy geen onderzoek kan instellen# naar de geloofsbelijdenis van die beambten, zeide de beer Stuers, dat dü tegenwoordig vaak genoeg gebeurt, 't Was een vermakelijke schermutseling, die de toe hoorders in de kamer intusschen deed zien, waar de boter blijft, als kok en keu kenmeid aan het kijven gaan. Niet, dat ik bij die personages een minister en den heer de Stuers zou vergelijken, van zulk een waardigheidsschennis van deze hoogge- plaatsten wensch ik my te spenen. Als we nu wat fortuinlijk zijn met de Invaliditeitswet, kan deze misschien voor Paschen, dat dit jaar erg vroeg valt, nog klaar komen. De amendementen de Visser en Treub en de wijziging die minister Talma zelve voor eenige dagen in de wet hebben aangebracht, zullen echter heel wat stof opjagen en eer we door die debatten heen zijn, zullen we half Februari wel genaderd zijn. Of zou dr. Kuyper op het laatste oogenbiik dit ontwerp ook nog afbestellen Plaatselijk Nieuws. MIDDELIIARNIS- Woensdag 19 Febr. a.s. zal door het gemeentebestuur worden aan besteed de levering van de benoodigde grint voor het jaar 1913. Ook de aanbesteding van het verrijden zal op dien zelfden dag plaats hebben. Dat er in deze gemeente veel liefhebbers van honden zijn, blijkt uit. de staat dat er niet minder dan 160 zijn aangegeven. De vrouw van Jn. M. had de vorige week het ongeluk zich met een mes aan de hand te verwonden. Woensdagzwol de hand zoodanig op dat geneeskundige hulp nood zakelijk was. GOEDEREEDE- Uitslag aanbesteding van 10 arbeiderswoningen te Goedereede op 5 Febiuari. W. v. d. Welle f 16.000 J. v. d. Velde 16.290 G. Noordyk 16.2S0 C. v. Kassei 14.305 L. v. Driel 14.337 Le Comte 17,161 J. Kastelyn 14.557 A. de Later 15.300 A. v. Oostenbrugge „-.J4.998 J. Harmsen 15.485 C. Tieleman 14.400 J. Raadsheer 16.500 P. Boelaars 17.388 S. de Ronde 17.370 J. de Ronde 17.358 Laagste inschrijver C. v. Kassei. Het werk is niet gegund en zal herbesteed worden. NIEUWE TONGE- Dinsdagavond ongeveer 8'/i ure brak er brand nit in de landbouw- schuur van C. Roebeling aan den Batte- noordschendyk, onder deze gemeente. De schuur, woonhuiB en de gansche inboedel werd een prooi der vlammen, alleen een paar beestjes en varkens zijn gered. Oorzaak onbekend. Assurantie dekt voor een klein gedeelte de schade. Door den Raad dezer Gemeente zijn tot leden van het Stembureau by de ver kiezing voor 2e Kamer benoemd, tot Voorz. duwende, zyn hoofd er tegen bonsde, totdat ik my verwonderde, dat ik zyn schedel niet brak. „Houd je mond, dronken gek!" riep ik uit, terwijl ik my gevoelde, alsof ik hem kon dooden op de plek, waar hy stond „en zeg my, waar de man is, die my van middag hielp." De kracht, waarmede ik de bestraffing had toegediend, moest den kerel wat ont nuchterd hebben, want hij herstelde zich en zyn achterhoofd wrijvende, vroeg hy mij of ik het nieuws al had gehoord. „Ik heb niets gehoord," riep ik uit. „Welk nieuws meen je?" „Wel, dat de man tot wien u dezen middag sprak, dood is. Hy stierf, nadat u weg was, binnen een uur aan de pest, terwijl hij daarbij op den grond rolde en eene geheele verwarring stichtte. Toen liepen al de andere lui weg. Zy wisten niet, dat er anderhalve flesch brandy in de kast van den patroon wasmaar ik wel en nu ben ik niet bang voor de pe3t. Gelooft u het niet?" „Dood!" riep ik uit, want ik kon nauwe lijks gelooven, dat, wat hy my zei, waar kon zyn. De man scheen zoo wel te zijn toen ik hem nog maar eenige uren geleden, gezien had. Maar ik had geen tyd aan hem te denken. „Ik moet een apotheker hebben, riep ik de heer A. Dorst stemopn. de heeren K. Prince en L. Nelisse Lz.voor de Prov. Staten tot voorz. de heer J. Overdorp; stemopn. de heeren A. Breesnee en J. Hou taar en voor den Gemeenteraad, tot voorz. de heer Burgemeester, stemopn. de heeren J. Nelisse Lz. en J. Overdorp en tot 4e lid de heer A. Dorst. Op het verzoek van J. Nelisse c.s. tot het plaatsen van een lantaarn aan den Duivenwaardschen dyk voor de woning van Nelisse, is door den Raad met algemeene stemmen afwijzend beschikt. Naar men uit goede bron verneemt' zbI de beer J. Vreeswijk wegens hoogen leeftijd dit jaar nog ontslag nemen als Lid van den Gemeenteraad; hy is aftredende in 1915. Buitenland. Zwendel in wijnen. Een der lezers van het „Vad." schrijft aan dit blad: Naar aanleiding van uw schrijven over de groote wynverkooping zy het mij met de meeste bescheidenheid vergund hieraan een enkel woord ter verdere uitlegging toe te voegen. De in uw blad genoemde F. S. Bruner, wijnhandelaar te Antwerpen, had enkele jaren geleden zyn kantoor en pakhuizen aan de Rue de la Province-Sud en zijn pakhuizen waren onder toezicht der Rijks douane gesteld, omdat hij zijn wijnen aldaar vrij van accyns opsloeg onder's-Rjjks-Zegel en bijgevolg de aanwezige voorraad door de douane-ambteDaren als 't ware bewaakt werd. Voor iederen uitvoer uit deze pak huizen was natuurlijk accyns verschuldigd en hierover voerden deze ambtenaren vol gens hun vanwege de regeering gegeven instructies de administratieeen en ander zooals dus bij ons te lande in 't Rijks.En trepot geschiedt. Nu is het vanzelf sprekend, datZEd. als eigenaar dier voorraden volkomen het recht heeft om zich te noemen directeur van het Particulier Entrepot immers iedereen is directeur of hoe men het noemen wil van zyn eigen zaak. Zoodra by de betiteling echter de bedoeling in 't spel is om by bet publiek een valsche meening ingang te doen vinden, is de betiteling van zulk een persoon zooals u die aangeeft zeer zeker op zyn plaats, zoo niet in te zachte termen gesteld. Het organiseerend talent van genoemden heer B., is bijna zonder weerga, doch de uitvoering van de organisatie en de risico laat hy aan anderen over. Wel zorgt hy natuurlijk zichzelf te dekken en by even- tueele leveringen in dit genre zoo spoedig mogelijk zyn facturen te innen. Hiertoe houdt hy er al een zeer bijzondere manier van handelen op na. Zoo werd indertijd door hem opgericht de General Wine Company, by iedereen welbekend door de blauwe geëmailleerde schilden met liggende loew er op, boven de deur van menigen kruidenierswinkel aangebracht. Het was een N. V. waarvan hij zich be grijpelijkerwijs een groot aantal aandeelen verzekerd had voor inbreng van zyn be moeiingen. Dat hy niet naliet om fatsoenlijke lieden zoo spoedig mogelyk deze stukken, die een waaide hadden van absoluut niet meer dan scheurpapier, daar de N. V. geen enkele bezitting had ter waarde van maar één cent, op te dringen laat zich begrijpen. Nu was hij natuurlijk president en had zich belast met het toezicht op en uitvoering van den dagelykschen gang van zaken. Hy leverde aan de door hem opgerichte Mij. de wijnen etc., waarvan hier te lande hon derden depots opgericht werden. Welke ervaringen hiermede door vele nijvere kleine lieden werden opgedaan valt licht te begrij pen. Nu werden door de Wine Cy. hooge premies uitgekeerd voor het plaatsen van een dusdanig depot, natuurlijk was deze hooge premie de order van den president, die de belangen van aandeelhouders behar- tigdo en haastte Bruner, de koopman, zich om die depot-orders uit te voeren en zich zonder uitstel over deze levering te dekken, hetgeen hem zeer gemakkelijk viel, daar hy de financiën, voor zoover aanwezig ook beheerde. Die depots werden geleverd tegen acceptatie van een wissel ad ongeveer f 140, welke wissel driemaandelyksch op kosten van den betrokkene vernieuwd werd voor het onverkocht gebleven gedeelte. Eenmaal dit accept in handen, werd het terstond verdisconteerd, hy betaalde zich uit de opbrengst de leveringen en had dus een aardig melkkoetje gefokt.'t Gevolg van deze manipulaties was o.a., dat op een ge uit. ,Ik moet er dadelijk een vinden. Kun ie my het adres van een geven?" „De eerste zijstraat links," riep hy uit „en de derde winkel rechts; Dittmer is zyn naam. Maar, zeg eens, u ziet er aardig wit uit om de kaken. Ofschoon u ray zoo even werkelijk slecht behandeld heeft, kan ik u toch wel wat hiervan geven, als u wil. Er is genoeg voor ons beiden. U wilt wel Welnu dan wil ik wel. Een kort en een vroolijk leven is my'n motto en dat is voor jou, kereltje!' Voordat hij zijn glas half gevuld kon hebben, was ik het kantoor uit- en op de straat, die hy mij had genoemd. Zoo dronken als hy was, bleek zijne inlichting juist te- te zijn en eene apotheek met den naam Dittmer boven de deur, was het derde huis aan de rechterhand. Ik kwam binnen en overhandigde het recept aan den eerbied waardig uitzienden man, dien ik achter de toonbank vond. „Ik vrees, dat u dit moeilijk zult klaar gemaakt krijgen, zeide hij, na het gelezen te hebben. „Twee van de kruiden worden gewoonlijk niet gebruikt en ik houd ze zelf er niet op na. Is het een dringend ge val?" „Het is een zaak op leven en dood," antwoordde ik. „Al mijn geluk hangt er van af. Als u mij niet, kunt helpen, kunt u mij dan naar een verwijzen, die het wel geven oogenbiik de Wine Oy., te dezer stede geëxecuteerd werd, heer Bruner zyn duitjes op het droge had en zoetjes lachte, daar hy buiten schot bleef, terwijl, als gevolg van dezen gerechtelijken verkoop, ook een Haagsch bankiershuis te gronde ging. (Tel.) In het laboratorium van den Nobelprijswinner dr. Carrel. Naar men weet, is de gouden regen van den jongsten Nobelprijs voor de medicijnen nedergedaald in het laboratorium van den merkwaardigen interessanten Fransch-Ame- rikaanschen chirurgijn prof. Carrel, over wiens verwonderlijke proefnemingen in zaken,'t doen voortleven van afzonderlijke, van het lichaam afgescheiden organen, wij reeds een en ander mededeelden. Er leeft ten huidigen dage zeker geen tweede geleerde, over wien zoo absoluut tegenstrijdig geoordeeld wordt,als dr. Carrel van het Rockefelder Instituut te NewYork' De een ziet een soort verlosser der mensch' heid in hem, een begenadigd man der we" tenschap, de ander verwijt hem sensatie." zucht en zegt, dat hij een utopist is. Dr. Carrel is in uiterlijk een zeer elegante lange verschijning, onberispelijk gekleed, met een gladgeschoren gelaat, dat geen oogenbiik in rust is, en doordringende oogen. Hy is van meening, dit staat in ieder geval vast, hoe men ook over hem mag oordeelen, dat de wetenschap zich niet mag verge noegen met het wegsnijden van ongenees lijke zieke organen, Zy moet er naar trachten in plaats van de weggesneden zieke, nieuwe' en gezonde organen aan te brengen dan pas zullen de chirurgijns ware meesters zijn. Wat dr. Carrel met zieke en gezonde nieren al zoo heeft verricht, dat weten wy uit vroegere raededeelingen. Het ziet er in het laboratorium van den geleerde boogst eigenaardig uit, vooral voor den leek. In het eerste oogenbiik wordt men getroffen-door de hyper-moderne in richting van zyn kliniek. Zelfs Possi de bekende Parijsche professor, die toch zeker niet gemakkelijk te overbluffen is, heeft moeten verklaren, dat 't hem by zyn eerste bezoek aan Carrel in het jaar 1908 was, alsof hij het ryk van een toovenaar binnen ging. Re6ds de atmosfeer in het huis, waarin met zoo raadselachtige koenheid met ge zondheid en dood wordt gegoocheld, heeft iets byzonder prikkelends. Op de operatietafel woelen vlugge vin gers in het opengesneden lichaam vaneen bedwelmd dier, binden de aderen af dwingen 't hart, zijn levenbrengend bloed gedurende eenigen tijd niet door het geheele lichaam te persen. Tusschen twee pincetten bevindt zich, glad afgesneden, een dier hoofdaderen, waarvan de eenvoudigste verwonding in vroeger jaren reeds doodelyk zou zyn ge weest. Men heeft een stuk van dit bloedvat verwyderd, en vervangt het nu door het passend stukje van een ander dier, dat soms reeds een half jaar in de ijskast gelegen kan hebben. Dat is natuurlijk een kwestie van enkele seconden, na welker verloop de bloedsomloop dadelijk weder op normale wyze door het lichaam moet worden gevoerd. Het lijfje wordt gesloten en 't dier ontwaakt. Een week later springt het vroolijk en wel rond. Na een of twee jaren wordt het dier opnieuw geopereerd, om t6 zien, hoe de getransplanteerde ader ingegroeid is. Er is niets ie zien 1 De ader vormt een gelijkmatig, doorloopend buisje, zooals alle andere aderen Maar dat is niet alles. Prof. Possi heeft op de binnenplaats van instituut een teef zien rondloopen, aan wien men na elkaar, beide nieren had uitgesneden en weder in gezet. Het dier loopt voortdurend kwispel staartend om dr. Carrel heen, wiens onver biddelijke vivisectie, die het toch waarlijk wreed genoeg aan den lijve gevoeld heeft, het niet eens kwalijk schijnt te nemen. Sedert deze operatie heeft de teef elf jongen geworpen. Overigens krioelt het in deze afdeeling Yan het Rockefeller-instituut Yan dieren, wie men een oor, de staart, een poot of een ander lichaamsdeel afgesneden en weer aangenaaid heeft. En dat leeft daar maar in vergenoegd „communisme', zonder er iets van te beseffen, dat het met onderling verwisselde magen, nieren of klieren of ooren leeft. Twee honden, vooral een gele en een zwarte, vallen opde gele heeft een zwarte poot dien van zyn zwarten vriend, de zwarte één Jgeel loopwerktuig het pootje van zijn geel kameraadje In de Unie verneemt men overal van de wonderen, die dr. Carrel reeds by menschen heeft verricht, die een of ander lichaams deel miste. Zoo werd zes jaren geleden een millionnair, Oven Harris, door belediging van het hoornvlies, blind. Carrel, die in het zou kunnen doen? Ik verzeker u, dat er geen oogenbiik te verliezen is." Blykbaar was de man door my'ne bezorgd heid aangedaan. In elk geval deed hy veel moeite om eene daad te bewijzen, waarvoor ik hem nooit dankbaar genoeg zal kunnen zijn. „Ik weet niets van de waarde van het recept." zeide hij, „maar indien dez6 twee kruiden noodzakelijk zyn, wil ik welzeggen, dat ik geloof, dat ik weet, waar ik ze voor u kan krygen. Ik heb een ouden vriend, een kwakzalver, zoo noemen de andere apothekers hem, die altijd proeven neemt. Het kan mogelijk zyn, dat hij ze heeft. Als u hier even wilt wachten, zal ik bard naar zijn huis loopen en hem spreken. Het is slechts een paar huizen van hier en hij is altyd thuis op dit uur." „Ik wil zelfs te graag wachten," ant woordde ik ernstig. „De Hemel geve dat u slagen mag?" Hy zeide niets meer, maar snelde uit den winkel. Terwijl hy weg was, liep ik koortsig van ongeduld heen en weer. Elke mi nuut scheen een uur en toen ik op mijn horloge keek en zag, dat, als ik wenschte terug te zijn binnen den tyd, dien Pharos bepaald had, ik slechts nog tien minuten had, voelde ik, alsof mijn hart zou stilstaan. In werkelijkheid was de man nog geen vyf miDut.en weg en toen hy weerden bezit was gekomen van een oog, dat een anderen patiënt was ingestompt, sneed hieruit een stuk van het hoornvlies en zette dit in een der blinde oogen van den mil lionnair, zoodat de blinde een onzeglijk dankbare éénoogige werd. Dergelijke „won deren" moet Carrel ook reeds by beender- tuberculose en boosaardige gezwellen heb ben verricht. (Tel.) Zeer gevaarlijke carnavalsgrap. Een dame uit de zeer hooge kringen van Rome, vorstin Borghese, kwam dezer dagen op het misschien wel oorspronkelijke, maar in ieder geval zeer gevaarlijk denkbeeld, op een gecostumeerd bal, waar alleen de bloem van Rome's adel en rijkdom te gast was, te verschijnen in het gewaad van een edel- vrouw uit het antieke Rome, staande op een strijdwagen, die door een machtigen leeuw, een tyger en een luipaard werd getrokken. In het eerst ging alles goed, en de wilde, goed gedresseerde dieren hielden zich kalm en gedroegen zich zooals het leeuwen en tijgers uit een lang vervlogen tijdperk be taamt. Maar al spoedig werden zy door h«t leven in de balzaal en de schitterende, verlichting zeer schuw en koppig, en het duurde niet lang of het verscheurende ge dierte maakte aanstalten, zich van den wagen los te rukken en zich op de gasten te werpen, zoodat er een wilde paniek ontstond. Slechts met de grootste moeite slaagde de oppassers van de dieren, die mee naar de balzaal waren gekomen, er in, de woest geworden beesten uit de zaal te krygen. (Tel.) De bomaanslag te New-York. Zooals bekend is dezer dagen in het huis van den sigarenhandelaar Bernardo Herredo te New-York een bomaanslag gepleegd, waarby de echtgenoote van Herredo gedood en hijzelf, evenals een huurster, miss FÜgh- mann ernstig gewond werd. Als dader is een portier, zekere John Farrel gearresteerd, die reeds een volledige bekentenis heeft afgelegd. Bij het verhoor van Farrel kwam echter nog iets geheel anders aan het licht. Met de grootst mogelij ke kalmte vertelde de gearresteerde n.l. dat hy eveneens de afzender was van de bom, waardoor een jaar geleden Helen Taylor gedood was, hieraan toevoegend, dat' zy zijn dochter was. Maar nog meer verbaasde hij de politie door te verklaren, dat ook de verleden jaar aan rechter Rosalsky gezonden bom vaD hem afkomstig was en ten slotte wist hy een zeer duistere moord- affaire op te helderen, n.l. den moord op zekeren Kiel Walker, die reeds in 1887 gepleegd was, doch waarvan de justitie nooit den dader had kunnen opsporen. Farrel zeide, dat hij Helen Taylor gedood had, omdat zy den verkeerden weg was opgegaan en Kiel Walker had hy door zekeren Lestrange laten vermoorden, om dat deze zyn dochter ten val gebracht had. De aanslag op rechter Rosalsky pleegde hy, daar deze een misdadiger, wiens naam Far rel verzweeg, tot 20 jaar gevangenisstraf veroordeeld had. De helsche machine had hy aan Rosalsky gezonden door middel van een man, dien hy alleen bij zijn voornaam, Tony, kende. Herredo moest sterven, verklaarde Farrel omdat deze gedreigd bad hem uitzijn post van portier te zullen ontzetten. En om te bewijzen, dat zijn verklaringen niet gelogen waron, construeerde Farrel voor de oogen der verbaasde detectiven in korten tyd een helsche machine, gelijk aan die, welke hij gebruikt had. Tel. De TELEGRAAF schrijft over den Balkanoorlog: De Bulgaur8che overwinnning bij Qallipolli. BERLIJN, 6 Februari. (Eigen tel.) De militaire medewerkers van de verschillende Berlynsche bladen bespreken uitvoerig het bericht van het Bulgaarsche ministerie van Oorlog, volgens hetwelk de Bulgaren by den ingang der Dardanellen een overwinning zouden behaald hebben. De tijding, dat Boulair door de Bulgaarsche troepen reeds ingenomen zou zijn, wyst er volgens de deskundigen op, dat zij de Grieksche vloot in Jde gelegenheid willen stollen door de Dardanellen te stoomen en zoodoende Constantinopel te bedreigen. De Bulgaren moeten thans tot op een afstand van ongeveer 16 K.M. van Gallipoli gekomen zyn; wanneer ten minste het bericht, dat. Boulair gevallen is, waarheid bevat. De Turken hebben steeds verklaard, dat bun legermacht in dat deel van het schiereiland minstens 60.000 70.000 man sterk is. Het bly'ft dus voorloopig de vraag, of de Bulgaren winkel instormde, zwaaide hy zegevierend twee flesschen boven zyn hoofd. „Geen ander mensch in Hamburg zou ze hebben kunnen krijgen I" riep hy met rechtmatigen trots uit. „Nu kan ik het voor u klaarmaken." Vijf minuten later overhandigde hy mij 't recept. „Ik zal u nooit voor uwe vriendelijkheid genoeg kunnen danken," zeide ik, toen ik het aannam. „Als ik er bijtijds mee kan terug zijn, zult u een leven gered hebben, dat ik meer dan het mijne liefheb. Ik weet niet, hoe u te beloonen, maar u wilt dit zeker wel als een souvenir voor den be wezen dienst aannemen en dragenik hoop, dat u dit wilt doen." Zoo sprekende haalde ik mijn goud hor loge en gouden ketting uit mijn zak en gaf ze hem over de toonbank. Daarop zonder op een woord van dank te wachten, ging ik de straat op, en na een rijtuig aangeroepen te hebben, verzocht ik den koetsier my zoo snel als zijn paard kon gaan, naar mijn hötel te brengen. Toen ik dit bereikt had. betaalde ik hem met bet eerste geldstuk, dat ik uit my'n zak nam en vloog de trappen op. Wat ik gevoelde, toen ik de kamer naderde, waar ik Pharos en Valerie te zamen verlaten had, laat ik aan je over voor te stellen. Wordt vervoldg.)

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1913 | | pagina 2