2
ONZE EILANDEN van 8 FEBRUARI 1913.
zamelplaats voor allen, die goede tooneel
kunst wilden genieten. Dat was meer dan
een halve eeuw zoo, tot nu ruim 21/* jaar
geleden onze vroede vaderen van den Ge
meenteraad besloten het oude gebouw te
sluiten. Het was buitengewoon brandgevaar
lijk. De commandant van de Brandweer en
de directeur van het Bouw- en Woningtoe
zicht brachten samen een rappoit uit, waarin
zy wezen op het groote brandgevaar in den
schouwburg, een gevaar, zoo groot, dat de
vreeselykste afloop te wachten was. De
schouwburg ging dus dicht. Herhaaldelijk
kwamen adressen van ingezetenen bij den
Raad om het gebouw weer open testellen,
het hielp niet, de schouwburg bleef dicht.
De dichter uit den engelenbak, of te wel het
schellinkje, die sinds jaar en dag gedicht
heeft op alle mogelijke beroemde en niet
beroemde tooneelspelers en dito speelsters,
zond hartroerende klachten in proza en
poezië, vulde de kolommen der Haagscho
bladen met zyn smartuitingen, lichtelijk
doortrild van dichterlijken toorn, het baatte
niet. Zelfs tegen zyn wolsprekendheid waren
de vroede vaderen bestand, hard als steen
was hun autoriteitelijk hart, de schouwburg
bleef dicht. Een Oostenrijker maakte een
schouwburgplan voor nog heel wat meer dan
de elf lapjes van juffrouw Mathilde, de
schouwburgcommissie, geassisteerd door den
welbekenden heer Liefland, snoode uit den
Raad verdreven ondanks of wel om zijn
flnantieële schranderheid, wijzigde het, het
ging naar B. en W. om advies en wie
had het durven hopen.de oude schouwburg
zal weer opengaan! Na 21/:» jaar peinzens
zyn B. en W. tot een oplossing gekomen,
die inderdaad verrassend is. Verrassend?
Er is geen woord in onze heele Hollandsche
taal, 't zy dat ze zich tooit met de hoepel
rok van Siegenbeek of zich presenteert in
de sleepjapon van de Vries en te Winkel of
zich steekt in het décollecté van Kollewyn,
dat de gevoelens kan uitdrukken, die dit
besluit van B. en W. gewekt heeft in de
harten der Hagenaars. Laat Kampen zijn
steuren hebben, zyn nieuw postkantoor,
waarin de deur was vergeten, wij hebben onze
schouwburgzaak, waarbij Kamperuien van
vroeger en thans in het niet verzinken.
We gaan een schouwburg bouwen op
een terrein, waarvan we de handen mogen
afhouden, waarover we gaan procedeeren
by kantonrechter, rechtbank, gerechtshof
en Hoogen Raad. En we weten het, dank
zy de buitengewone snelheid, waarmede in
ons dierbaar vaderland wordt berecht, dat
de zuigelingen, in de Louwmaand van
1912 gebaard, tot jongelingen met dons op
de bovenlip en bakvischjes, die flirten in
het Haagsche Bosch zullen zijn opgegroeid
voor in hoogste instantie het pleit om het
Alesanderveld zal zijn beslecht, welk een
perspectief voor lands- en gemeente-advo
caten. En al dien tyd zal onze oude schouw
burg geopend mogen blijven, zal aan ons
Haagsch tooneelminnend publiek de kans
worden gegund nog eenmaal levend ge
roosterd te worden in den brandgevaarlij
ken schouwburg
Nu nog de laatste stap, de functie van
den Raad op het plan van B. en W. en
Tartarin van Tarascon zal niet meer naar
Afrika trekken om leeuwen te schieten, hy
zal zyn jachtlust in onze Haagsche lust
oorden kunnen botvieren op de bokken
van allerlei soort, die zich even snel hebben
vermenigvuldigd als de konijnen in Australië
In den Raad zal over het beroemde prae.
advies van B. en W. wel buitengewoon
zwaarwichtig gediscussieerd worden, 't Is
dan ook in zyn soort zeker een eenig stuk
werk.
Met de verkiezing voor Provinciale Staten
en Gemeenteraad is het de vorige week voor
de vrijzinnigen zeer gunstig afgeloopen. Voor
de gemeenteraad komt in hun zwakste
district (nl. district II) de vrijzinnige candi-
daat in een zoo gunstige herstemming, dat
aan een overwinning niet getwijfeld kan
worden, als de vrijzinnigen zich tenminste
eenige inspanning getroosten.
Voor de Staten is opnieuw gebleken, dat
de clericale candidaten slechts by verrassing
nl. als voor eenige vacatures door hen min
der candidaten worden gesteld, dan er plaat
sen zijn, een zetel te veroveren is. Met alle
inspanning brengen zy nauwelijks een derde
van het totaal aantal stemmen uit. By de
herstemmingen worden de vrijzinnige can
didaten dan ook zeker gekozen.
Baron Mackay, die op zoo zonderlinge
wijze in Ommen handelde, zyn ontslag
vroeg als lid van den Raad en van de Staten,
doch door een groep kiezers toch opnieuw
werd gecandideerd, brengt het er al heel
treurig af, op hem werden voor de Staten
slecht eenige honderden stemmen uitge
bracht. Wel een bewijs, dat voor een zooge-
naamden wilden candidaat, die buiten de
den winkel, dien ik juist verlaten hadik
sprak een ander aan, maar hy zeide dat hy
een vreemdeling in de stad was. Ten laatste,
ten einde raad wat te doen, besloot ik, loen
ik mij voor het kantoor van de stoomboot
maatschappij, dat ik dien namiddag bezocht
had, zag staan, naar binnen te gaan om
inlichtingen te vragen.
Tot myne verbazing stond er, in plaats
van de zes klerken, die my nog weinige
uren geleden hadden aangegaapt, slechts
één man en voordat hy zijne lippen opende,
zag ik dat hy stomdronken was.
„Ha! hal" zeide by, in een gelach uit
barstende, „dus je bent weer terug gekomen,
my'n vriend. Je moet zeker een boot hebben,
die je naar Engeland brengt, niet waar?
Natuurlijk. Daar weten wy alles wan. Wy
zijn niet zoo blind, ik meen, zoo blinddron-
ken, als. je wel denkt."
Daarmee bonsde hy tegen een lessenaar
aan en slingerde toen naar my toe. Daarop,
nadat hy die hoogte bereikt had, dat muziek
noodzakelijk wordt, leunde by tegen den
wand en barstte in het volgende liedje uit
„Drink op mij, alleen met oogen,
En ik wil drinken met de mijne weer,
Of drukken een kus op
Hij was niet verder gekomen, toen ik hem
bij den kraag gr6ep en hem tegen den muur
partyen heet te staan, in onze dagen geen
plaats meer is. Aan de kiezerskweek wordt
door alle partyen hard gewerkt en als de
vrijzinnigen deze actie krachtig weten te
voeren, lijdt het geen twijfel ofzy brengen
bier in den Haag het leeuwenaandeel der
nieuwe kiezers op de lijst. Vooral onder
degenen, die zich van buiten in de residentie
vestigen is voor de vrijzinnigen een belang
rijke oogst binnen te halen.
Op het Binnenhof is het debat over de
Invaliditeitswet alweer in vollen gang. De
begrooting is thans op een oor na gevild.
Vrijdag der vorige week had Minister Heems
kerk alle hoop, dat Binnenlandsche Zaken
af zou komen, doch hy had buiten den
waard, in dit geval zijn coalitiebroeder de
Stuers gerekend, kalm stapte de afgevaar
digde van Weert naar het spreekgestoelte,
hij had den tyd en kon deze maal over zyn
geliefkoosd onderwerp, de afdeeling Schoone
Kunsten, een lange redevoering opzetten,
't Was een vermakelijk debat. Minister
Heemskerk beweerde, dat de dominees niet
te lang moeten preeken, de heer de Stuers
zeide, dat ze vroeger moesten beginnen en
dat zoo zeide deze Roomsche afgevaar
digde het letterlijk Onze Lieve Heer bij
de katholieken 's morgens al van af zes
uur te spreken is. Op minister Heemskerk's
weigering het Rijksmuseum vroeger open
te stellen, omdat de suppoosten naar de
kerk moesten en hy geen onderzoek kan
instellen# naar de geloofsbelijdenis van die
beambten, zeide de beer Stuers, dat dü
tegenwoordig vaak genoeg gebeurt, 't Was een
vermakelijke schermutseling, die de toe
hoorders in de kamer intusschen deed
zien, waar de boter blijft, als kok en keu
kenmeid aan het kijven gaan. Niet, dat ik
bij die personages een minister en den heer
de Stuers zou vergelijken, van zulk een
waardigheidsschennis van deze hoogge-
plaatsten wensch ik my te spenen.
Als we nu wat fortuinlijk zijn met de
Invaliditeitswet, kan deze misschien voor
Paschen, dat dit jaar erg vroeg valt, nog
klaar komen. De amendementen de Visser
en Treub en de wijziging die minister Talma
zelve voor eenige dagen in de wet hebben
aangebracht, zullen echter heel wat stof
opjagen en eer we door die debatten heen
zijn, zullen we half Februari wel genaderd
zijn. Of zou dr. Kuyper op het laatste
oogenbiik dit ontwerp ook nog afbestellen
Plaatselijk Nieuws.
MIDDELIIARNIS- Woensdag 19 Febr. a.s.
zal door het gemeentebestuur worden aan
besteed de levering van de benoodigde grint
voor het jaar 1913. Ook de aanbesteding
van het verrijden zal op dien zelfden dag
plaats hebben.
Dat er in deze gemeente veel liefhebbers
van honden zijn, blijkt uit. de staat dat er
niet minder dan 160 zijn aangegeven.
De vrouw van Jn. M. had de vorige
week het ongeluk zich met een mes aan de
hand te verwonden. Woensdagzwol de hand
zoodanig op dat geneeskundige hulp nood
zakelijk was.
GOEDEREEDE- Uitslag aanbesteding van
10 arbeiderswoningen te Goedereede op 5
Febiuari.
W. v. d. Welle f 16.000
J. v. d. Velde 16.290
G. Noordyk 16.2S0
C. v. Kassei 14.305
L. v. Driel 14.337
Le Comte 17,161
J. Kastelyn 14.557
A. de Later 15.300
A. v. Oostenbrugge „-.J4.998
J. Harmsen 15.485
C. Tieleman 14.400
J. Raadsheer 16.500
P. Boelaars 17.388
S. de Ronde 17.370
J. de Ronde 17.358
Laagste inschrijver C. v. Kassei. Het
werk is niet gegund en zal herbesteed
worden.
NIEUWE TONGE- Dinsdagavond ongeveer
8'/i ure brak er brand nit in de landbouw-
schuur van C. Roebeling aan den Batte-
noordschendyk, onder deze gemeente. De
schuur, woonhuiB en de gansche inboedel
werd een prooi der vlammen, alleen een
paar beestjes en varkens zijn gered. Oorzaak
onbekend. Assurantie dekt voor een klein
gedeelte de schade.
Door den Raad dezer Gemeente zijn
tot leden van het Stembureau by de ver
kiezing voor 2e Kamer benoemd, tot Voorz.
duwende, zyn hoofd er tegen bonsde, totdat
ik my verwonderde, dat ik zyn schedel
niet brak.
„Houd je mond, dronken gek!" riep ik
uit, terwijl ik my gevoelde, alsof ik hem
kon dooden op de plek, waar hy stond
„en zeg my, waar de man is, die my van
middag hielp."
De kracht, waarmede ik de bestraffing
had toegediend, moest den kerel wat ont
nuchterd hebben, want hij herstelde zich
en zyn achterhoofd wrijvende, vroeg hy mij
of ik het nieuws al had gehoord.
„Ik heb niets gehoord," riep ik uit.
„Welk nieuws meen je?"
„Wel, dat de man tot wien u dezen
middag sprak, dood is. Hy stierf, nadat u
weg was, binnen een uur aan de pest,
terwijl hij daarbij op den grond rolde en
eene geheele verwarring stichtte. Toen
liepen al de andere lui weg. Zy wisten niet,
dat er anderhalve flesch brandy in de kast
van den patroon wasmaar ik wel en nu
ben ik niet bang voor de pe3t. Gelooft u het
niet?"
„Dood!" riep ik uit, want ik kon nauwe
lijks gelooven, dat, wat hy my zei, waar
kon zyn. De man scheen zoo wel te zijn
toen ik hem nog maar eenige uren geleden,
gezien had. Maar ik had geen tyd aan hem
te denken.
„Ik moet een apotheker hebben, riep ik
de heer A. Dorst stemopn. de heeren K.
Prince en L. Nelisse Lz.voor de Prov.
Staten tot voorz. de heer J. Overdorp;
stemopn. de heeren A. Breesnee en J. Hou
taar en voor den Gemeenteraad, tot voorz.
de heer Burgemeester, stemopn. de heeren
J. Nelisse Lz. en J. Overdorp en tot 4e lid
de heer A. Dorst.
Op het verzoek van J. Nelisse c.s.
tot het plaatsen van een lantaarn aan den
Duivenwaardschen dyk voor de woning van
Nelisse, is door den Raad met algemeene
stemmen afwijzend beschikt.
Naar men uit goede bron verneemt'
zbI de beer J. Vreeswijk wegens hoogen
leeftijd dit jaar nog ontslag nemen als Lid
van den Gemeenteraad; hy is aftredende
in 1915.
Buitenland.
Zwendel in wijnen.
Een der lezers van het „Vad." schrijft aan
dit blad:
Naar aanleiding van uw schrijven over
de groote wynverkooping zy het mij met
de meeste bescheidenheid vergund hieraan
een enkel woord ter verdere uitlegging toe
te voegen.
De in uw blad genoemde F. S. Bruner,
wijnhandelaar te Antwerpen, had enkele
jaren geleden zyn kantoor en pakhuizen
aan de Rue de la Province-Sud en zijn
pakhuizen waren onder toezicht der Rijks
douane gesteld, omdat hij zijn wijnen aldaar
vrij van accyns opsloeg onder's-Rjjks-Zegel
en bijgevolg de aanwezige voorraad door
de douane-ambteDaren als 't ware bewaakt
werd. Voor iederen uitvoer uit deze pak
huizen was natuurlijk accyns verschuldigd
en hierover voerden deze ambtenaren vol
gens hun vanwege de regeering gegeven
instructies de administratieeen en ander
zooals dus bij ons te lande in 't Rijks.En
trepot geschiedt.
Nu is het vanzelf sprekend, datZEd. als
eigenaar dier voorraden volkomen het recht
heeft om zich te noemen directeur van het
Particulier Entrepot immers iedereen is
directeur of hoe men het noemen wil van
zyn eigen zaak. Zoodra by de betiteling
echter de bedoeling in 't spel is om by bet
publiek een valsche meening ingang te doen
vinden, is de betiteling van zulk een persoon
zooals u die aangeeft zeer zeker op zyn
plaats, zoo niet in te zachte termen gesteld.
Het organiseerend talent van genoemden
heer B., is bijna zonder weerga, doch de
uitvoering van de organisatie en de risico
laat hy aan anderen over. Wel zorgt hy
natuurlijk zichzelf te dekken en by even-
tueele leveringen in dit genre zoo spoedig
mogelijk zyn facturen te innen. Hiertoe
houdt hy er al een zeer bijzondere manier
van handelen op na.
Zoo werd indertijd door hem opgericht
de General Wine Company, by iedereen
welbekend door de blauwe geëmailleerde
schilden met liggende loew er op, boven
de deur van menigen kruidenierswinkel
aangebracht.
Het was een N. V. waarvan hij zich be
grijpelijkerwijs een groot aantal aandeelen
verzekerd had voor inbreng van zyn be
moeiingen. Dat hy niet naliet om fatsoenlijke
lieden zoo spoedig mogelyk deze stukken,
die een waaide hadden van absoluut niet
meer dan scheurpapier, daar de N. V. geen
enkele bezitting had ter waarde van maar
één cent, op te dringen laat zich begrijpen.
Nu was hij natuurlijk president en had zich
belast met het toezicht op en uitvoering
van den dagelykschen gang van zaken. Hy
leverde aan de door hem opgerichte Mij.
de wijnen etc., waarvan hier te lande hon
derden depots opgericht werden. Welke
ervaringen hiermede door vele nijvere kleine
lieden werden opgedaan valt licht te begrij
pen. Nu werden door de Wine Cy. hooge
premies uitgekeerd voor het plaatsen van
een dusdanig depot, natuurlijk was deze
hooge premie de order van den president,
die de belangen van aandeelhouders behar-
tigdo en haastte Bruner, de koopman,
zich om die depot-orders uit te voeren en
zich zonder uitstel over deze levering te
dekken, hetgeen hem zeer gemakkelijk viel,
daar hy de financiën, voor zoover aanwezig
ook beheerde. Die depots werden geleverd
tegen acceptatie van een wissel ad ongeveer
f 140, welke wissel driemaandelyksch op
kosten van den betrokkene vernieuwd werd
voor het onverkocht gebleven gedeelte.
Eenmaal dit accept in handen, werd het
terstond verdisconteerd, hy betaalde zich
uit de opbrengst de leveringen en had dus
een aardig melkkoetje gefokt.'t Gevolg van
deze manipulaties was o.a., dat op een ge
uit. ,Ik moet er dadelijk een vinden. Kun
ie my het adres van een geven?"
„De eerste zijstraat links," riep hy uit
„en de derde winkel rechts; Dittmer is zyn
naam. Maar, zeg eens, u ziet er aardig wit
uit om de kaken. Ofschoon u ray zoo even
werkelijk slecht behandeld heeft, kan ik u
toch wel wat hiervan geven, als u wil. Er
is genoeg voor ons beiden. U wilt wel
Welnu dan wil ik wel. Een kort en een
vroolijk leven is my'n motto en dat is voor
jou, kereltje!'
Voordat hij zijn glas half gevuld kon
hebben, was ik het kantoor uit- en op de
straat, die hy mij had genoemd. Zoo dronken
als hy was, bleek zijne inlichting juist te-
te zijn en eene apotheek met den naam
Dittmer boven de deur, was het derde huis
aan de rechterhand. Ik kwam binnen en
overhandigde het recept aan den eerbied
waardig uitzienden man, dien ik achter de
toonbank vond.
„Ik vrees, dat u dit moeilijk zult klaar
gemaakt krijgen, zeide hij, na het gelezen
te hebben. „Twee van de kruiden worden
gewoonlijk niet gebruikt en ik houd ze zelf
er niet op na. Is het een dringend ge
val?"
„Het is een zaak op leven en dood,"
antwoordde ik. „Al mijn geluk hangt er
van af. Als u mij niet, kunt helpen, kunt
u mij dan naar een verwijzen, die het wel
geven oogenbiik de Wine Oy., te dezer stede
geëxecuteerd werd, heer Bruner zyn duitjes
op het droge had en zoetjes lachte, daar
hy buiten schot bleef, terwijl, als gevolg
van dezen gerechtelijken verkoop, ook een
Haagsch bankiershuis te gronde ging.
(Tel.)
In het laboratorium van den Nobelprijswinner
dr. Carrel.
Naar men weet, is de gouden regen van
den jongsten Nobelprijs voor de medicijnen
nedergedaald in het laboratorium van den
merkwaardigen interessanten Fransch-Ame-
rikaanschen chirurgijn prof. Carrel, over
wiens verwonderlijke proefnemingen in
zaken,'t doen voortleven van afzonderlijke,
van het lichaam afgescheiden organen, wij
reeds een en ander mededeelden.
Er leeft ten huidigen dage zeker geen
tweede geleerde, over wien zoo absoluut
tegenstrijdig geoordeeld wordt,als dr. Carrel
van het Rockefelder Instituut te NewYork'
De een ziet een soort verlosser der mensch'
heid in hem, een begenadigd man der we"
tenschap, de ander verwijt hem sensatie."
zucht en zegt, dat hij een utopist is.
Dr. Carrel is in uiterlijk een zeer elegante
lange verschijning, onberispelijk gekleed,
met een gladgeschoren gelaat, dat geen
oogenbiik in rust is, en doordringende oogen.
Hy is van meening, dit staat in ieder geval
vast, hoe men ook over hem mag oordeelen,
dat de wetenschap zich niet mag verge
noegen met het wegsnijden van ongenees
lijke zieke organen, Zy moet er naar trachten
in plaats van de weggesneden zieke, nieuwe'
en gezonde organen aan te brengen dan
pas zullen de chirurgijns ware meesters
zijn. Wat dr. Carrel met zieke en gezonde
nieren al zoo heeft verricht, dat weten wy
uit vroegere raededeelingen.
Het ziet er in het laboratorium van den
geleerde boogst eigenaardig uit, vooral voor
den leek. In het eerste oogenbiik wordt
men getroffen-door de hyper-moderne in
richting van zyn kliniek. Zelfs Possi de
bekende Parijsche professor, die toch zeker
niet gemakkelijk te overbluffen is, heeft
moeten verklaren, dat 't hem by zyn eerste
bezoek aan Carrel in het jaar 1908 was,
alsof hij het ryk van een toovenaar binnen
ging. Re6ds de atmosfeer in het huis, waarin
met zoo raadselachtige koenheid met ge
zondheid en dood wordt gegoocheld, heeft
iets byzonder prikkelends.
Op de operatietafel woelen vlugge vin
gers in het opengesneden lichaam vaneen
bedwelmd dier, binden de aderen af dwingen
't hart, zijn levenbrengend bloed gedurende
eenigen tijd niet door het geheele lichaam
te persen. Tusschen twee pincetten bevindt
zich, glad afgesneden, een dier hoofdaderen,
waarvan de eenvoudigste verwonding in
vroeger jaren reeds doodelyk zou zyn ge
weest. Men heeft een stuk van dit bloedvat
verwyderd, en vervangt het nu door het
passend stukje van een ander dier, dat
soms reeds een half jaar in de ijskast gelegen
kan hebben. Dat is natuurlijk een kwestie
van enkele seconden, na welker verloop
de bloedsomloop dadelijk weder op normale
wyze door het lichaam moet worden gevoerd.
Het lijfje wordt gesloten en 't dier ontwaakt.
Een week later springt het vroolijk en
wel rond. Na een of twee jaren wordt het
dier opnieuw geopereerd, om t6 zien, hoe
de getransplanteerde ader ingegroeid is.
Er is niets ie zien 1 De ader vormt een
gelijkmatig, doorloopend buisje, zooals alle
andere aderen
Maar dat is niet alles. Prof. Possi heeft
op de binnenplaats van instituut een teef
zien rondloopen, aan wien men na elkaar,
beide nieren had uitgesneden en weder in
gezet. Het dier loopt voortdurend kwispel
staartend om dr. Carrel heen, wiens onver
biddelijke vivisectie, die het toch waarlijk
wreed genoeg aan den lijve gevoeld heeft,
het niet eens kwalijk schijnt te nemen.
Sedert deze operatie heeft de teef elf jongen
geworpen.
Overigens krioelt het in deze afdeeling
Yan het Rockefeller-instituut Yan dieren,
wie men een oor, de staart, een poot of
een ander lichaamsdeel afgesneden en weer
aangenaaid heeft. En dat leeft daar maar
in vergenoegd „communisme', zonder er
iets van te beseffen, dat het met onderling
verwisselde magen, nieren of klieren of
ooren leeft. Twee honden, vooral een gele
en een zwarte, vallen opde gele heeft een
zwarte poot dien van zyn zwarten vriend,
de zwarte één Jgeel loopwerktuig het
pootje van zijn geel kameraadje
In de Unie verneemt men overal van de
wonderen, die dr. Carrel reeds by menschen
heeft verricht, die een of ander lichaams
deel miste. Zoo werd zes jaren geleden een
millionnair, Oven Harris, door belediging
van het hoornvlies, blind. Carrel, die in het
zou kunnen doen? Ik verzeker u, dat er
geen oogenbiik te verliezen is."
Blykbaar was de man door my'ne bezorgd
heid aangedaan. In elk geval deed hy veel
moeite om eene daad te bewijzen, waarvoor
ik hem nooit dankbaar genoeg zal kunnen
zijn.
„Ik weet niets van de waarde van het
recept." zeide hij, „maar indien dez6 twee
kruiden noodzakelijk zyn, wil ik welzeggen,
dat ik geloof, dat ik weet, waar ik ze voor
u kan krygen. Ik heb een ouden vriend,
een kwakzalver, zoo noemen de andere
apothekers hem, die altijd proeven neemt.
Het kan mogelijk zyn, dat hij ze heeft. Als
u hier even wilt wachten, zal ik bard naar
zijn huis loopen en hem spreken. Het is
slechts een paar huizen van hier en hij is
altyd thuis op dit uur."
„Ik wil zelfs te graag wachten," ant
woordde ik ernstig. „De Hemel geve dat u
slagen mag?"
Hy zeide niets meer, maar snelde uit den
winkel. Terwijl hy weg was, liep ik koortsig
van ongeduld heen en weer. Elke mi
nuut scheen een uur en toen ik op
mijn horloge keek en zag, dat, als ik
wenschte terug te zijn binnen den tyd, dien
Pharos bepaald had, ik slechts nog tien
minuten had, voelde ik, alsof mijn hart zou
stilstaan. In werkelijkheid was de man nog
geen vyf miDut.en weg en toen hy weerden
bezit was gekomen van een oog, dat een
anderen patiënt was ingestompt, sneed
hieruit een stuk van het hoornvlies en zette
dit in een der blinde oogen van den mil
lionnair, zoodat de blinde een onzeglijk
dankbare éénoogige werd. Dergelijke „won
deren" moet Carrel ook reeds by beender-
tuberculose en boosaardige gezwellen heb
ben verricht. (Tel.)
Zeer gevaarlijke carnavalsgrap.
Een dame uit de zeer hooge kringen van
Rome, vorstin Borghese, kwam dezer dagen
op het misschien wel oorspronkelijke, maar
in ieder geval zeer gevaarlijk denkbeeld, op
een gecostumeerd bal, waar alleen de bloem
van Rome's adel en rijkdom te gast was,
te verschijnen in het gewaad van een edel-
vrouw uit het antieke Rome, staande op
een strijdwagen, die door een machtigen
leeuw, een tyger en een luipaard werd
getrokken.
In het eerst ging alles goed, en de wilde,
goed gedresseerde dieren hielden zich kalm
en gedroegen zich zooals het leeuwen en
tijgers uit een lang vervlogen tijdperk be
taamt. Maar al spoedig werden zy door h«t
leven in de balzaal en de schitterende,
verlichting zeer schuw en koppig, en het
duurde niet lang of het verscheurende ge
dierte maakte aanstalten, zich van den
wagen los te rukken en zich op de gasten
te werpen, zoodat er een wilde paniek
ontstond.
Slechts met de grootste moeite slaagde
de oppassers van de dieren, die mee naar
de balzaal waren gekomen, er in, de woest
geworden beesten uit de zaal te krygen.
(Tel.)
De bomaanslag te New-York.
Zooals bekend is dezer dagen in het huis
van den sigarenhandelaar Bernardo Herredo
te New-York een bomaanslag gepleegd,
waarby de echtgenoote van Herredo gedood
en hijzelf, evenals een huurster, miss FÜgh-
mann ernstig gewond werd.
Als dader is een portier, zekere John
Farrel gearresteerd, die reeds een volledige
bekentenis heeft afgelegd. Bij het verhoor
van Farrel kwam echter nog iets geheel
anders aan het licht. Met de grootst mogelij
ke kalmte vertelde de gearresteerde n.l.
dat hy eveneens de afzender was van de
bom, waardoor een jaar geleden Helen
Taylor gedood was, hieraan toevoegend,
dat' zy zijn dochter was. Maar nog meer
verbaasde hij de politie door te verklaren,
dat ook de verleden jaar aan rechter Rosalsky
gezonden bom vaD hem afkomstig was en
ten slotte wist hy een zeer duistere moord-
affaire op te helderen, n.l. den moord op
zekeren Kiel Walker, die reeds in 1887
gepleegd was, doch waarvan de justitie
nooit den dader had kunnen opsporen.
Farrel zeide, dat hij Helen Taylor gedood
had, omdat zy den verkeerden weg was
opgegaan en Kiel Walker had hy door
zekeren Lestrange laten vermoorden, om
dat deze zyn dochter ten val gebracht had.
De aanslag op rechter Rosalsky pleegde hy,
daar deze een misdadiger, wiens naam Far
rel verzweeg, tot 20 jaar gevangenisstraf
veroordeeld had. De helsche machine had
hy aan Rosalsky gezonden door middel van
een man, dien hy alleen bij zijn voornaam,
Tony, kende.
Herredo moest sterven, verklaarde Farrel
omdat deze gedreigd bad hem uitzijn post
van portier te zullen ontzetten.
En om te bewijzen, dat zijn verklaringen
niet gelogen waron, construeerde Farrel
voor de oogen der verbaasde detectiven in
korten tyd een helsche machine, gelijk aan
die, welke hij gebruikt had. Tel.
De TELEGRAAF schrijft over den
Balkanoorlog:
De Bulgaur8che overwinnning bij Qallipolli.
BERLIJN, 6 Februari. (Eigen tel.) De
militaire medewerkers van de verschillende
Berlynsche bladen bespreken uitvoerig het
bericht van het Bulgaarsche ministerie van
Oorlog, volgens hetwelk de Bulgaren by den
ingang der Dardanellen een overwinning
zouden behaald hebben. De tijding, dat
Boulair door de Bulgaarsche troepen reeds
ingenomen zou zijn, wyst er volgens de
deskundigen op, dat zij de Grieksche vloot
in Jde gelegenheid willen stollen door de
Dardanellen te stoomen en zoodoende
Constantinopel te bedreigen. De Bulgaren
moeten thans tot op een afstand van
ongeveer 16 K.M. van Gallipoli gekomen
zyn; wanneer ten minste het bericht, dat.
Boulair gevallen is, waarheid bevat. De
Turken hebben steeds verklaard, dat bun
legermacht in dat deel van het schiereiland
minstens 60.000 70.000 man sterk is. Het
bly'ft dus voorloopig de vraag, of de Bulgaren
winkel instormde, zwaaide hy zegevierend
twee flesschen boven zyn hoofd.
„Geen ander mensch in Hamburg zou ze
hebben kunnen krijgen I" riep hy met
rechtmatigen trots uit. „Nu kan ik het voor
u klaarmaken."
Vijf minuten later overhandigde hy mij
't recept.
„Ik zal u nooit voor uwe vriendelijkheid
genoeg kunnen danken," zeide ik, toen ik
het aannam. „Als ik er bijtijds mee kan
terug zijn, zult u een leven gered hebben,
dat ik meer dan het mijne liefheb. Ik weet
niet, hoe u te beloonen, maar u wilt dit
zeker wel als een souvenir voor den be
wezen dienst aannemen en dragenik hoop,
dat u dit wilt doen."
Zoo sprekende haalde ik mijn goud hor
loge en gouden ketting uit mijn zak en gaf
ze hem over de toonbank. Daarop zonder
op een woord van dank te wachten, ging
ik de straat op, en na een rijtuig aangeroepen
te hebben, verzocht ik den koetsier my zoo
snel als zijn paard kon gaan, naar mijn
hötel te brengen. Toen ik dit bereikt had.
betaalde ik hem met bet eerste geldstuk,
dat ik uit my'n zak nam en vloog de trappen
op. Wat ik gevoelde, toen ik de kamer
naderde, waar ik Pharos en Valerie te zamen
verlaten had, laat ik aan je over voor te
stellen.
Wordt vervoldg.)