NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD,
:ïïid-hollandsghe en zeeüwsghe eilanden
lELSDIJK.i
Lddeiharnis
té-Voorstelling,
f\L. -«■
Oor de gutteriez
Karbeid adelt
DELHARNIS
Hulp- of
rschotbank
Zaterdag 25 Januari 1913 20E Jaargang
LOK-FREEI
N, BAND EN
-ARTIKELEN
DHOLLANDSGH
BOÜWCREDIET.
k
jiiiiijiijiijiiïivfiijiijiiiiiji
■ende Goederen, enz.
Het Egyptische Monster.
EN van Rotterdam.
E MUNNIK".
[EEL NIEUW.
ONZE EILANDEN
p neusje van den
■alm - kosmos
stormvogels
gracia
igaren-merken
jarenmagazijn
oor het Departement Middel-
melsdijk der Maatsch. tot Nut
ieen,verleentonder borgtocht
Bi van f 25 tot f 500.
n moeten geschieden bij den
penningmeester
k KADE, MIDDELHARNIS.
VOOR 08
Dit Blad verschijnt eiken Zaterdagmorgen.
hijs per kwartaalf 0,50
Afzonderlijke nummers- 0,05
No. lö
Alle voor de Redactie en Administratie bestemde stukken en Advertentiën worden uiterlijk
Vrijdagmorgen ingewacht hij de' Administratie te Middelharnis.
Prijs per advurtentiên van 15 regels f 0,50
Iedere regel meer- 0,10
Groote letters naar plaatsruimte.
Buitenlaiidsck Overzicht.
iAT 208, MIDDELHARNIS
HANDEL IN
FD AANBEVELEND -
ANTOOR ALKMAAR,
c u.
Teleioon 73.
pENTSCHAPPEN:
nburg
straat.
it 99.
ENKHUIZEN,
Westerstraat 6.
VGRAVENHAGE,
Molenstraat 45.
ROTTERDAM,
Leuvehaven 107.
Twee Mlllioen Golden
geplaatst en volgestort.
NOOTSCHAP verleent Cre-
mt gelden in deposito, belast
den aan- en verkoop van
coupons, sluit beleeningen
itiën en verricht verder alle
?den tot het Kassiersvak
>po8ito rente 3 °/o.
op 30 September 1912.
Iredieten f 6.090.624.93
- 1.526.571.78
- 270.447.42
yrzitter De Directie
ssarissen J. F. MOENS.
k FOREEST. Mr. M. MOENS
ident voor Middelharnis en
N DER KOOGH
MIDDELHARIVIi.
!ninin!n!n!ji!itiiiiii!ii!;
De vrede zal dan toch komen. Turkije
;t het hoofd in den schoot. De mogend-
den, die ten koste van wat ook een
irderen oorlog willen voorkomen, hebben
voorwaardelijk de zyde der Balkanstaten
kozen en laten Turkije thaDS aan zijn lot
■er, niettegenstaande zij eerst zulk een
oot woord hebben gevoerd over den status
dien zy onder elke voorwaarde gehand-
afd wilden zien. Thans hebben de mogend-
jeden in hun nota, die toch eindelijk is
oden, Turkije den raad gegeven
.drianopel af te staan en ook ten opzichte
an de eilanden in de Egelsche zee over de
izwaren heen te stappen. En omdat zy wel
'grepen, dat Turkye zich niet zoo gemak-
lijk tot inwilliging van deze voorwaarden
_ireid zou verklaren, kwam het dreigement
S bij, dat Turkije financieel niet meer
gesteund zou worden, wanneer het den
goeden raad van de mogendheden in den
wind sloeg. Turkye ondervindt thans de
waarheid van bet gezegde:
Vrienden in den nood
Honderd in een lood.
Wat kan het Ryk van Mohammed anders
cfoen dan hef hoofd in den schoot leggen
r is altoos party in het Kabinet onder
invoering van den grootvizier Kiamil Pasja
jweest, die hebben begrepen, dat Turkye
n slotte den strijd zou moeten opgeven,
mandeel is het nooit sterk geweest en
dezen oorlog is het financiewezen
daal uitgeput.
Natuurlijk verlangt ook de tegenstander
aar den vrede. Wil Bulgarije het volgend
iar geen tijdperk van hongersnood door
aken, dan moeten de soldaten naar huis
oor Februari, om het land te gaan bebouwen
Vandaar dan ook de ontevreden stemming
ii de Balkanstaten over het getalm in
onden. En uit hetzelfde motief sproot
oort de krachtige voorbereiding van de
erbonden legermachten om wanneer niet
'oedig de vrede werd geteekend met een
^.atste enorme inspanning Turkije ten
Ónder te brongen en dan waarschijnlijk nog
Menger te decreteeren. Aan de uitlatingen
de Turksche pers was reeds te merken,
lat slelselmatig de publieke opinie werd
jeleid in de richting van vrede. Aangenomen
ag worden, dat Turkye er in geslaagd is,
lijn leger by de Tjataldja-linie duchtig te
jersterken, maar of dit leger geschikt zou
Tijken met modern geschut om te gaan,
f het ook voldoende gediciplineerd zou
blijken om het leger der Bulgaren te weer
staan, dat werd van verschillende ook
militaire zijden ernstig betwijfeld.
"r Dus bleef er niet veel anders over dan
toegeven, want ook de vloot bleek geen
factor van beteekenis om de vijanden van
het rijk van zich af te houden.
De laatst gehouden zeeslag, die meer en
meer blijkt een nederlaag voor de Turken
te zijn geweest, heeft verschillende schepen
F S IT I L L E T O N.
Toen hy de kamer was binnengekomen,
wachtte by en toen de kellner ons aan wees
als de dame en den heer, die gevraagd
hadden hem te spreken, naderde hij ons
en zoo goed als het ging, maakte hy zoo
iets van een buiging.
„Ik vrees, herr Schuncke," dat u zich
mij niet meer herinnert," zeide Valerie na
het korte stilzwijgen dat volgde.
De man keek haar scherper aan- en een
.oogenblik later boog hy nog meer en nog
onbevalliger.
a „Myne beste, jonge dame," zeide hy', „ik
vraag u duizend k eer excuus. Een oogenblik,
token ik, herkende ik u niet. Anders had
m h'er n*et zo°lang laten staan."
Toen rondkijkende met een vrijwel ver-
Pchrikt voorkomen, voegde hij er bij. „Maar
zie mynheer Pharos niet Hy is misschien
bij u en zal hier dadelijk zyn
„Ik hoop van harte niet," antwoordde
alerie. „Dat is de hoofdreden, waarom ik
tot u kom." Daarop voegde zij er met eene
fluisterende stem by, toen zy 's mans ver
baasde uitdukking zag, „ik weet dat ik u
ernstig beschadigd. De Grieksche vloot
bepaalt er zich op het oogenblik toe voor
de straat der Dardanellen te kruisen, ten
einde de Turksche oorlogsschepen te be
letten nogmaals uit te varen. Tegen Dinsdag
was door de Porte de Nationale Vergadering
bijeengeroepen en de minister van buiten-
landsche zaken hoopte Donderdag het ant
woord op de nota der mogendheden te
kunnen meedeelen.
Deze Nationale vergadering heeft ook
begrepen, dat het hoofd in den schoot moest
worden gelegd. Zy' adviseerde de regeering
toe te geven. Van het Turksche ryk zal
dus niet veel anders overblijven dan Con-
stantinopel met de naaste omgeving. Wel
tragisch is het lot van het eertijd zoo machti
ge Turksche ryk. Italië ontroofde het het
laatste deel van het Afrikaansche ryk,
thans worden zy uit Europa verdreven op
het bezit van één enkele stad nal
In het Zuid-Afrikaansche ministerie is
een crisis uitgebroken, door een kwestie
tusschen generaal Hertzog en Botha, twee
bekende figuren uit den Boerenoorlog.
Als diepe ondergrond kunnen we slechts
één motief voor het verschil vinden, dat de
aanleidende oorzaak is geweest tot deze
verwijdering van twee mannen, die in wer
kelijkheid dezelfde beginselen aanhangen,
maar in uitwerking verschillende wegen
bewandelen. De grondoorzaak van dezen
stryd, want tot zoo'n omvang is de minis
ter-crisis uitgedijd, de grondoorzaak moet
gezocht worden in de verschillende rassen
of beter gezegd, de verschillende volken
die in Zuid-Afrika vereenigd zijn. Generaal
Hertzog ziet in Zuid-Afrika het aloud Hol-
landsch bezit met de Engelschen als indrin
gers. Deze indringers wil hy om de loyale
houding, die het Eügelsche volk een paar
jaar geleden tegen het Zuid-Afrikaansche
volk heeft aangenomen, als zyn gelijken
erkennen, ja zelfs om die houding hoog
achten, maar één der zijnen wordt een
Engelschman nooit. Hij voelt zich en met
hem duizenden Boeren in de eerste plaats
de Hollandsche Afrikaander. Hij wil loyaal
onderdaan van het emporium zyn, maar
zijn rechten, die de rechten van zijn volk
zyn wil hij in geen geval achtergesteld zien
bij de belangen van anderen. Ook niet, als
die belangen de belangen zijn van het
epirium. Zuid-Afrika nummer één, Engeland
nummer twee. Deze kwestie is in uitwerking
gegroeid tot een strijd die voor Zuid-Afrika
bedenkelijke gevolgen kan hobben. Generaal
Botjia, de premier, die be weert, in principe
er juist zoo over te denkon als generaal
Hertzog, wat we dan ook graag aannemen,
wil toch in geen geval dezo meening op de
spits dry ven. Ja, zoo uitte hy zich, by vond
zelfs onnoodig, deze principes te verkondi
gen. Er was z. i. daarvoor geen reden. De
ware belangen van Zuid-Afrika, verklaarde
hij aan een medewerker van de Volksstem,
zijn niet en behoeven niet in stryd te zyn
met die van het ryk, dat ons onze vrije
constitutie heeft verleend.
kan vertrouwen herr Schuncke. De waarheid
is, dat ik van hem ben weggeloopeD."
„Herr Gottl" riep de oude man. „Dat uis
van hem weggeloopen. Wel dat verwondert
my niet, maar dat moet u bem niet zeggen.
Hoe u het zoolang bij hem heeft kunnen
uithouden, begrijp ik niet, maar dat is myne
zaak niet. Maar ik ben een oude gek, in
plaats van zooveel te praten, behoorde ik
u te vragen hoe ik u van dienst kan zyn."
„Dat zal u niet veel bijzonders vinden."
antwoordde zy. „Al waarvoor wij u last
willen veroorzaken is voor wat middageten
en voor uwe belofte niets te zeggen,in geval
mijnheer Pharos ons zou komen zoeken."
„Beiden wil ik met het meeste genoegen
doen," antwoordde hij. „U kunt er zeker van
zijn, dat ik niets zal zeggen en dat u het
beste middagmaal zult hebben, dat oude
Ludwig kan bereiden. Wat meer zegt uzolt
het in myne eigen zitkamer hebben, waar
u ongestoord kunt zitten. O, ik kan u
verzekeren fr&ulein, bet is heel prettig uw
gezicht weer te zien."
„Het is vrij vriendelijk van u het te zeg
gen." zeide Valerie, „en ook zooveel moeite
te doen. Ik dank u wel."
„U moet mij in 't geheel niet bedanken,"
antwoordde de oude man. „Maar op een
keer, wilt u weer voor ray spolen." Daarop
naar de vioolkist wijzende, ging hy voort.
„Ik zie dat u het schoone instrument mee
Botha de man van de verzoening tusschen
beide rassen, heeft generaal Hertzog geofferd
aan zyn ideaal van verbroedering. Deze
houding is hem door het Zuid-Afrikaansche
volk zeer kwaljjk genomen. Van verschil
lende zijden heeft men de partij van Hertzog
gekozen. Protestmeetingen zyn gehouden
om te protesteeren tegen zijn verwijdering
en er zijn soms harde dingen gezegd aan
het adres van den premier en den opvolger
van Hertzog.
Een paar ervan willen we releveeren.
Generaal de Wet zeiIk sta liever te midden
van mijn volk op een mesthoop, dan op
het schitterendste platform met vreemde
lingen.
Een andere spreker, een jong advocaat,
de Villiers Roos, zeiWat zou Kruger heb
ben gezegd van den eenen Afrikaander die
den ander deze groote beleediging aandeed
Hier doelde hij op. Botha en Hertzog. En
het antwoord uit de vergadering was: Hij
is een verrader. En al is dit zeker niet de
uiting van de geheele vergadering, die uiting
teekent. Aan het eind van diezelfde verga
dering heeft men generaal Hertzog eene
ovatie gebracht, die het krachtigste kenmerk
is van de ontevredenheid die het ontslag
Hertzog onder het Afrikaansche volk heelt
gebracht.
Zooals te verwachten was, is Poincaré, de
Fransche minister president tot presidentder
Fransche republiek gekozeD. Op het laatste
oogenblik was Pams, de Fransche minister
van Landbouw nog als candidaat komen
opdagen en de republikeinsche fractie had
hem zefs als candidaat geproclameerd.
Men zegt, dat het feit, dat Pams, die
schatrijk is, voor 2 millioen aan beeren van
Fransche afgevaardigden had voldaan, aan
zyn candidatuur niet vreemd was. In dal
geval is het maar gelukkig, dat het geld in
dezen geen middel is geworden, om de
hoogste waardigheid in de Fransche repu
bliek te bemachtigen.
De verkiezing van Poincaré wordt alge
meen zoowel iu als buiten Frankrijk met
groote voldoening begroet en algemeen zag
men er een nieuwen waarborg voor het
behoud van den Europeeschen vrede in.
Poincaré's verkiezing maakte de vorming
van een nieuw ministerie noodzakelijk.
Daarmede werd Briand als minister presi
dent belast.
Het nieuwe kabinet is thans definitief
als volgt samengesteld
Min.-pres. en min. van Binnenlandsche
Zaken: Briand; Justitie: Barthou; Buiten-
landsche Zaken JonnartOorlogÉtienne
MarineBaudin Financiën KlotzOnder
wijs; Steeg; Openbare Werken: Jean Dupuy;
HandelQuis'hau Landbouw Fernand
David; KoloniënJean Morel: ArbeidRené
Besnard.
Onderstaatssecretaris van Binnenlandsche
Zaken: Paul Morel; van Posterijen: Chau-
met; van Schoone Kunsten :Léon Bérard;
van FinanciënBauréli.
Briand heeft verklaard, dat alle leden van
heeft gebracht. Ach, Hemelwelke herin
neringen roept het mij voor den geest, ik
kan zien maar komt u mee, of ik zal
den halven avond praten."
Wy volgden hem door de deur, waardoor
hy was binnengekomen en langs eene korte
gang naar eene kamer achter in het gebouw.
Hier verzocht hy ons te doen, alsof wij
tbuis waren, waarna hy wegging óm voor
bet middagmaal te zorgen. Voordat hy weg
was hield Valerie hem staande.
„Herr Schuncke," zeide zy, „voordat u
ons verlaat, moet u mij geluk wenschen.
Laat mij u aan mijnheer Forrester voor
stellen, met wien ik spoedig zal trouwen."
De oude man wendde zich tot mij
en liet nogmaals zijne sierlijke buigingen
zien.
„Mijnheer," zeide hy, ik wensch u van
ganscher harte geluk. Haar altijd te hooren
spelen hè, wat een geluk voor een mensch 1
zult een schat in uw huis hebben, die
met geen geld te koopen is. Behandel baar
toch als zoodanig,"
Toen ik dat beloofd had, vertrok de har
telijke, goede kerel.
Ik moet het geluk, waarmede wy ons
middagmaal gebruiken aan je voorstellings
vermogen overlaten. Zelf3 nu nog voel ik
eene rilling, als ik er aan denk. Ik kan het
eigenaardige kleine kamertje, zoo typisch
Duitsch in zyn ameublementen versieringen
het nieuwe ministerie het op alle punten
volkomen eens zyn.
Maandag vertelde men in de Kamer dat
Briand de vorming van het kabinet daarom
zoo (betrekkelijk lang) heeft uitgesteld om
de menschen gelegenheid te geven tol kalmte
te komen. Is hem dit niet gelukt? Het ziet
er toch naar uit alsof iedereen bevredigd isl
Maar het kan nog verkeeren.
De eerste en grootste moeilijkheid zal de
kieswethervorming zyn die door de Kamer
aangenomen is, maar waarmede men in
den Senaat niet recht kan opschieten. De
radicalen die van deze bedenkelijke her
vorming niets willen weten, verlangen dat
Briand dit ODtwerp door allerlei nieuwe
bepalingen, aanvullingen en wijzigingen,
tot onherkenbaar wordens toe, verandert.
Maar de socialisten en de gematigden, wien
deze hervorming ten goede zou komen
verklaren, dat dit positief onmogelijk is.
En met deze beide uitersten moet men thans
rekeniDg houden, want zij zyn het, die
Poincaré op den 17en Januari op het kussen
geholpen hebben; de gematigden door een
direct votum, de socialisten door dat zij
niet stemden op den gevaarlyksten tegen
stander van Poincaré.
Haaysche Brieven.
CCXI.
De clericale meerderheid in deKamer heeft
haar wil doorgedreven, 4 Februari begint het
debat over de Invaliditeitswet weer en als de
begrootingen dan nog niet mochten zijn af
gehandeld, zal men deze in avondvergade
ringen afdoen. Zonder eenige geuade zal er
dus doorgejakkerd worden om ten minste
nog iets in de uitstalkast van de clericale
partyen te kunnen ten toon stellen.'t Debat
zal echter niet in enkele dagen afloopen.
Professor Treub heeft een reeksamendemen
ten ingediend die zonder twijfel tot zeer uit
voerige besprekingen zullen leiden. Het doel
dezer amendementen is aan particuliere
fondsen, die aan de eischen der wet voldoen,
het mogelyk te maken by' de wet-Talma het
risico te dragen voor de verzekering vaD
werklieden. Het laat zich aanzien dat een
krachtige stroomiDg zich in de Kamer voor
deze amendementen zal openbaren. Dominee
de Visser had reeds door eenige amende
menten getracht in dezelfde richting te gaan,
doch de bezwaren, die hy niet had weten te
overwinnen, hebben prof. Treub aanleiding
gegeven tot een nieuwe poging. Voor den
landbouw zyn deze amendementen van zeer
groot belang, want juist hier zal het particu
lier initiatief, zooals het zich in de Landbouw
onderling openbaarde, een ruim arbeidsveld
vinden om te toonen, wat het vermag.
De vrees, die ik do vorige week reeds uit
drukte, is bewaarheid, minister Regoüt is
overleden. In hem verliest het kabinet-
Heemskerk één zyner bekwaamste mannen,
dien men zeer moeilijk zal kunnen vervan
gen. Het voornemen schijnt dan ook te
bestaaD voor de verkiezingen geen nieuwen
weer voor mijn geest halende tafel be
laden met de heerlijke gerechten, die de
waard ons verschaft had zelfs eene fle8ch
van zijn eigen, bijzonderen wyn, die alleen
by bijzondere gelegenheden te voorschijn
kwam, incluis den militair-uitzienden kell
ner met zyn kortgeschoren haar en bolle
oogenon Valerie tegenover mij gezeten,
die er zoo schoon en gelukkig uitzag, dat
ik nauwelijks kon gelooven, dat zij dezelfde
vrouw was, die ik slechts een dag geleden
in de Teyn Kirche had zien opstaan.
„Ik hoop, dat al dat reizen je niet vermoeid
heeft, liefste?" zeide ik, toen de kellner ons
ODzen koffer had aangereikt en de kamer
uit was.
„Je vergeet, dat ik aan het reizen gewend
ben," zeide zij „en niet gemakkelijk van
zulk eene korte reis vermoeid word. Je hebt
zeker eene bijzondere reden, dat je m\j de
vraag doet. Welke is die?"
„Ik zal het je zeggen," antwoordde ik.
„Ik heb er over nagedacht, dat 't niet geheel
veilig voor ons zou zyn om in Beriyn te
blijven. Het is geheel zeker, dat, zoodra
hy ontdekt heeft, dat wij weg zyn, Pharos
zal gaan onderzoeken en er achter komen,
welke treinen Praag 's morgens vroeg verla
ten. Hij zal op eigen duivelsche wijze zijne
gedachten laten werken en even waarschijn
lijk als niet, zal h\j morgenochtend,zoo niet
spoediger, hier zjjn om ons op te sporen."
minister van Justitie meer tebeDoemenen
den heer Heemskerk tot dien tyd met de
leiding van het departement te belasten.
Overal is het al merkbaar, dat de verkie
zingsstrijd van Juni buitengewoon fel ge
streden zal worden. Enkele clericale bladen
en het is wel opmerkelijk, dat het juist
alle Hoomsche zyn probeeren reeds het
volk togen do vrijzinnigen als ongodisten
op te hitsen. Of het echter gelukken zal de
kiezers wederom met de oudbakken anti
these-leuze opeen hoop te jagen, is de groote
vraag. Men vindt blijkbaar aan clericale zyde
geen middel te slecht. De Maasbode, het
Roomsche priesterorgaan berichtte deze
week, dat op de Roomsche scholen te Haar
lem het krachtdadig gebed der kinderen zal
worden verzocht voor een goeden uitslag der
verkiezingen. Zelfs de kinderen moeten dus
blijkbaar misbruikt worden om de zegepraal
van het clericalisme te bewerken.
Tot welke schandelijke middelen men
zyn toevlucht neemt, bewijst, dat op de
jaarvergadering van den Provincialen Bond
van Roomsche kiesvereenigiDgen in Noord-
Holland een afgevaardigde mededeelde, dat
de beer Roodhuizen by een christelijk
schoolhoofd in de Haarlemmermeer was
geweest om hem voor te stellen een anti
revolutionair candidaat te s ellen tegen den
Roomschen heer van Wicüen.
De heer Roodhuyzen zond een stukje aan
de Maasbode, veklarende, dat deze afgevaar
digde de grootste leugenaar v as, dien hy
ooit had ontmoet, want dat hij, Roodhuizen,
nooit in de Haarlemmermeer was geweest
en er geen eDkel christelijk schoolhoofd
kende I
De lezer ziet, men staat by declerioalen
voor geen ding, hoe slecht ook. Eer het
Juni is, zal er een stroom vuil over de vrij
zinnigen worden losgelaten, waar men ver
stelt van zal staan. Elk onzer geestver
wanten zal juist door zulke schandelijke
leugentaal wel begrypen, dat hy een od ver
moeid strijder heeft te zijn voor de vrijzinnige
beginselen en alles te doen heeft wat hij
kan om de gelederen der vrijzinnigen te
versterken. Dat ieder toch begrijpe, dat
kiezer ekuoeek het wachtwoord moet zijn tot
15 Februari toe. In deze weken wordt fei
telijk reeds goeddeels de uitslag van JuDi
beslist en alleen als we zeker zijn dat geen
vrijzinnige op de lijst ontbreekt, mogen we
met vertrouwen den uitslag in Juni tege-
inoetzien. Men bedenke toch, datdeclericalen
zonder eenigen twijfel reeds al hun mannen
op de lijst hebben gebracht, zy zorgen wel,
dat geen hunner ontbreekt. Ieder steune dus
zyn organisatie by dezen hoogstbelangrijken
arbeid, meer waard dan de mooiste ver
kiezingsvergadering.
Uit ons Haagje valt weinig stadsnieuws
te vermelden. Van de groote gebouwen, die
in aanbouw waren, is het groote Bonnetterie
thans voltooid, 'k Kan niet zeggen, dat ik
dit gebouw, in beton opgetrokken, mooi
vind. 't Maakt door zijn grootte zeker een
massalen indruk, doch voor het beton is,
zooals een onzer bouwkundigen schreef
„Wat stel je dan voor om te doen
vroeg zij.
„Ik stel voor, als je niet te moe bent,
van bier met den sneltrein van half acht
te gaaD," antwoordde ik, „en tot Wittenberge
te reizen, waar wij om half elf zouden zijn.
Wij kunnen het gemakkelijk aanleggen. Ik
zal om kamers telegrapheeren en morgen
ochtend vroeg kunnen wy onze reis naar
Hamburg voortzetten, waar wij geen moeite
zullen hebben om eene stoomboot naar
Londen te krygen. Pharos zou er nooit over
denken om in een plaatsje als Wittenberge
te zoeken en wij zouden morgenavond op
dezen tijd aan boord van de stoomboot en
op weg naar Engeland zyn."
„Ik kan zoo spoedig klaar zjjn, als je wilt,"
zeide zij dapper, „maar voordat wij ver
trekken, moet je my tyd geven om herr
Schunke voor zyne vriendelijkheid jegens
ons te beloonen."
Eenige minuten later, trad onze gastheer
de kamer binnen. Ik wilde juist voor ons
maal betalen, toen Valerie mij tegenhield.
„Dat mag je volstrekt niet doen," zeide
ze, „denk er aan, dat je mijn gast bent.
Je zoudt my toch niet van een der grootste
genoegens, die ik in een langen tijd niet
gekend heb, willen berooven
Je kunt met alle plezier betalen," ant
woordde ik. „maar niet met het geld van
Pharos."