NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD, :ïïid-hollandsghe en zeeüwsghe eilanden lELSDIJK.i Lddeiharnis té-Voorstelling, f\L. -«■ Oor de gutteriez Karbeid adelt DELHARNIS Hulp- of rschotbank Zaterdag 25 Januari 1913 20E Jaargang LOK-FREEI N, BAND EN -ARTIKELEN DHOLLANDSGH BOÜWCREDIET. k jiiiiijiijiijiiïivfiijiijiiiiiji ■ende Goederen, enz. Het Egyptische Monster. EN van Rotterdam. E MUNNIK". [EEL NIEUW. ONZE EILANDEN p neusje van den ■alm - kosmos stormvogels gracia igaren-merken jarenmagazijn oor het Departement Middel- melsdijk der Maatsch. tot Nut ieen,verleentonder borgtocht Bi van f 25 tot f 500. n moeten geschieden bij den penningmeester k KADE, MIDDELHARNIS. VOOR 08 Dit Blad verschijnt eiken Zaterdagmorgen. hijs per kwartaalf 0,50 Afzonderlijke nummers- 0,05 No. lö Alle voor de Redactie en Administratie bestemde stukken en Advertentiën worden uiterlijk Vrijdagmorgen ingewacht hij de' Administratie te Middelharnis. Prijs per advurtentiên van 15 regels f 0,50 Iedere regel meer- 0,10 Groote letters naar plaatsruimte. Buitenlaiidsck Overzicht. iAT 208, MIDDELHARNIS HANDEL IN FD AANBEVELEND - ANTOOR ALKMAAR, c u. Teleioon 73. pENTSCHAPPEN: nburg straat. it 99. ENKHUIZEN, Westerstraat 6. VGRAVENHAGE, Molenstraat 45. ROTTERDAM, Leuvehaven 107. Twee Mlllioen Golden geplaatst en volgestort. NOOTSCHAP verleent Cre- mt gelden in deposito, belast den aan- en verkoop van coupons, sluit beleeningen itiën en verricht verder alle ?den tot het Kassiersvak >po8ito rente 3 °/o. op 30 September 1912. Iredieten f 6.090.624.93 - 1.526.571.78 - 270.447.42 yrzitter De Directie ssarissen J. F. MOENS. k FOREEST. Mr. M. MOENS ident voor Middelharnis en N DER KOOGH MIDDELHARIVIi. !ninin!n!n!ji!itiiiiii!ii!; De vrede zal dan toch komen. Turkije ;t het hoofd in den schoot. De mogend- den, die ten koste van wat ook een irderen oorlog willen voorkomen, hebben voorwaardelijk de zyde der Balkanstaten kozen en laten Turkije thaDS aan zijn lot ■er, niettegenstaande zij eerst zulk een oot woord hebben gevoerd over den status dien zy onder elke voorwaarde gehand- afd wilden zien. Thans hebben de mogend- jeden in hun nota, die toch eindelijk is oden, Turkije den raad gegeven .drianopel af te staan en ook ten opzichte an de eilanden in de Egelsche zee over de izwaren heen te stappen. En omdat zy wel 'grepen, dat Turkye zich niet zoo gemak- lijk tot inwilliging van deze voorwaarden _ireid zou verklaren, kwam het dreigement S bij, dat Turkije financieel niet meer gesteund zou worden, wanneer het den goeden raad van de mogendheden in den wind sloeg. Turkye ondervindt thans de waarheid van bet gezegde: Vrienden in den nood Honderd in een lood. Wat kan het Ryk van Mohammed anders cfoen dan hef hoofd in den schoot leggen r is altoos party in het Kabinet onder invoering van den grootvizier Kiamil Pasja jweest, die hebben begrepen, dat Turkye n slotte den strijd zou moeten opgeven, mandeel is het nooit sterk geweest en dezen oorlog is het financiewezen daal uitgeput. Natuurlijk verlangt ook de tegenstander aar den vrede. Wil Bulgarije het volgend iar geen tijdperk van hongersnood door aken, dan moeten de soldaten naar huis oor Februari, om het land te gaan bebouwen Vandaar dan ook de ontevreden stemming ii de Balkanstaten over het getalm in onden. En uit hetzelfde motief sproot oort de krachtige voorbereiding van de erbonden legermachten om wanneer niet 'oedig de vrede werd geteekend met een ^.atste enorme inspanning Turkije ten Ónder te brongen en dan waarschijnlijk nog Menger te decreteeren. Aan de uitlatingen de Turksche pers was reeds te merken, lat slelselmatig de publieke opinie werd jeleid in de richting van vrede. Aangenomen ag worden, dat Turkye er in geslaagd is, lijn leger by de Tjataldja-linie duchtig te jersterken, maar of dit leger geschikt zou Tijken met modern geschut om te gaan, f het ook voldoende gediciplineerd zou blijken om het leger der Bulgaren te weer staan, dat werd van verschillende ook militaire zijden ernstig betwijfeld. "r Dus bleef er niet veel anders over dan toegeven, want ook de vloot bleek geen factor van beteekenis om de vijanden van het rijk van zich af te houden. De laatst gehouden zeeslag, die meer en meer blijkt een nederlaag voor de Turken te zijn geweest, heeft verschillende schepen F S IT I L L E T O N. Toen hy de kamer was binnengekomen, wachtte by en toen de kellner ons aan wees als de dame en den heer, die gevraagd hadden hem te spreken, naderde hij ons en zoo goed als het ging, maakte hy zoo iets van een buiging. „Ik vrees, herr Schuncke," dat u zich mij niet meer herinnert," zeide Valerie na het korte stilzwijgen dat volgde. De man keek haar scherper aan- en een .oogenblik later boog hy nog meer en nog onbevalliger. a „Myne beste, jonge dame," zeide hy', „ik vraag u duizend k eer excuus. Een oogenblik, token ik, herkende ik u niet. Anders had m h'er n*et zo°lang laten staan." Toen rondkijkende met een vrijwel ver- Pchrikt voorkomen, voegde hij er bij. „Maar zie mynheer Pharos niet Hy is misschien bij u en zal hier dadelijk zyn „Ik hoop van harte niet," antwoordde alerie. „Dat is de hoofdreden, waarom ik tot u kom." Daarop voegde zij er met eene fluisterende stem by, toen zy 's mans ver baasde uitdukking zag, „ik weet dat ik u ernstig beschadigd. De Grieksche vloot bepaalt er zich op het oogenblik toe voor de straat der Dardanellen te kruisen, ten einde de Turksche oorlogsschepen te be letten nogmaals uit te varen. Tegen Dinsdag was door de Porte de Nationale Vergadering bijeengeroepen en de minister van buiten- landsche zaken hoopte Donderdag het ant woord op de nota der mogendheden te kunnen meedeelen. Deze Nationale vergadering heeft ook begrepen, dat het hoofd in den schoot moest worden gelegd. Zy' adviseerde de regeering toe te geven. Van het Turksche ryk zal dus niet veel anders overblijven dan Con- stantinopel met de naaste omgeving. Wel tragisch is het lot van het eertijd zoo machti ge Turksche ryk. Italië ontroofde het het laatste deel van het Afrikaansche ryk, thans worden zy uit Europa verdreven op het bezit van één enkele stad nal In het Zuid-Afrikaansche ministerie is een crisis uitgebroken, door een kwestie tusschen generaal Hertzog en Botha, twee bekende figuren uit den Boerenoorlog. Als diepe ondergrond kunnen we slechts één motief voor het verschil vinden, dat de aanleidende oorzaak is geweest tot deze verwijdering van twee mannen, die in wer kelijkheid dezelfde beginselen aanhangen, maar in uitwerking verschillende wegen bewandelen. De grondoorzaak van dezen stryd, want tot zoo'n omvang is de minis ter-crisis uitgedijd, de grondoorzaak moet gezocht worden in de verschillende rassen of beter gezegd, de verschillende volken die in Zuid-Afrika vereenigd zijn. Generaal Hertzog ziet in Zuid-Afrika het aloud Hol- landsch bezit met de Engelschen als indrin gers. Deze indringers wil hy om de loyale houding, die het Eügelsche volk een paar jaar geleden tegen het Zuid-Afrikaansche volk heeft aangenomen, als zyn gelijken erkennen, ja zelfs om die houding hoog achten, maar één der zijnen wordt een Engelschman nooit. Hij voelt zich en met hem duizenden Boeren in de eerste plaats de Hollandsche Afrikaander. Hij wil loyaal onderdaan van het emporium zyn, maar zijn rechten, die de rechten van zijn volk zyn wil hij in geen geval achtergesteld zien bij de belangen van anderen. Ook niet, als die belangen de belangen zijn van het epirium. Zuid-Afrika nummer één, Engeland nummer twee. Deze kwestie is in uitwerking gegroeid tot een strijd die voor Zuid-Afrika bedenkelijke gevolgen kan hobben. Generaal Botjia, de premier, die be weert, in principe er juist zoo over te denkon als generaal Hertzog, wat we dan ook graag aannemen, wil toch in geen geval dezo meening op de spits dry ven. Ja, zoo uitte hy zich, by vond zelfs onnoodig, deze principes te verkondi gen. Er was z. i. daarvoor geen reden. De ware belangen van Zuid-Afrika, verklaarde hij aan een medewerker van de Volksstem, zijn niet en behoeven niet in stryd te zyn met die van het ryk, dat ons onze vrije constitutie heeft verleend. kan vertrouwen herr Schuncke. De waarheid is, dat ik van hem ben weggeloopeD." „Herr Gottl" riep de oude man. „Dat uis van hem weggeloopen. Wel dat verwondert my niet, maar dat moet u bem niet zeggen. Hoe u het zoolang bij hem heeft kunnen uithouden, begrijp ik niet, maar dat is myne zaak niet. Maar ik ben een oude gek, in plaats van zooveel te praten, behoorde ik u te vragen hoe ik u van dienst kan zyn." „Dat zal u niet veel bijzonders vinden." antwoordde zy. „Al waarvoor wij u last willen veroorzaken is voor wat middageten en voor uwe belofte niets te zeggen,in geval mijnheer Pharos ons zou komen zoeken." „Beiden wil ik met het meeste genoegen doen," antwoordde hij. „U kunt er zeker van zijn, dat ik niets zal zeggen en dat u het beste middagmaal zult hebben, dat oude Ludwig kan bereiden. Wat meer zegt uzolt het in myne eigen zitkamer hebben, waar u ongestoord kunt zitten. O, ik kan u verzekeren fr&ulein, bet is heel prettig uw gezicht weer te zien." „Het is vrij vriendelijk van u het te zeg gen." zeide Valerie, „en ook zooveel moeite te doen. Ik dank u wel." „U moet mij in 't geheel niet bedanken," antwoordde de oude man. „Maar op een keer, wilt u weer voor ray spolen." Daarop naar de vioolkist wijzende, ging hy voort. „Ik zie dat u het schoone instrument mee Botha de man van de verzoening tusschen beide rassen, heeft generaal Hertzog geofferd aan zyn ideaal van verbroedering. Deze houding is hem door het Zuid-Afrikaansche volk zeer kwaljjk genomen. Van verschil lende zijden heeft men de partij van Hertzog gekozen. Protestmeetingen zyn gehouden om te protesteeren tegen zijn verwijdering en er zijn soms harde dingen gezegd aan het adres van den premier en den opvolger van Hertzog. Een paar ervan willen we releveeren. Generaal de Wet zeiIk sta liever te midden van mijn volk op een mesthoop, dan op het schitterendste platform met vreemde lingen. Een andere spreker, een jong advocaat, de Villiers Roos, zeiWat zou Kruger heb ben gezegd van den eenen Afrikaander die den ander deze groote beleediging aandeed Hier doelde hij op. Botha en Hertzog. En het antwoord uit de vergadering was: Hij is een verrader. En al is dit zeker niet de uiting van de geheele vergadering, die uiting teekent. Aan het eind van diezelfde verga dering heeft men generaal Hertzog eene ovatie gebracht, die het krachtigste kenmerk is van de ontevredenheid die het ontslag Hertzog onder het Afrikaansche volk heelt gebracht. Zooals te verwachten was, is Poincaré, de Fransche minister president tot presidentder Fransche republiek gekozeD. Op het laatste oogenblik was Pams, de Fransche minister van Landbouw nog als candidaat komen opdagen en de republikeinsche fractie had hem zefs als candidaat geproclameerd. Men zegt, dat het feit, dat Pams, die schatrijk is, voor 2 millioen aan beeren van Fransche afgevaardigden had voldaan, aan zyn candidatuur niet vreemd was. In dal geval is het maar gelukkig, dat het geld in dezen geen middel is geworden, om de hoogste waardigheid in de Fransche repu bliek te bemachtigen. De verkiezing van Poincaré wordt alge meen zoowel iu als buiten Frankrijk met groote voldoening begroet en algemeen zag men er een nieuwen waarborg voor het behoud van den Europeeschen vrede in. Poincaré's verkiezing maakte de vorming van een nieuw ministerie noodzakelijk. Daarmede werd Briand als minister presi dent belast. Het nieuwe kabinet is thans definitief als volgt samengesteld Min.-pres. en min. van Binnenlandsche Zaken: Briand; Justitie: Barthou; Buiten- landsche Zaken JonnartOorlogÉtienne MarineBaudin Financiën KlotzOnder wijs; Steeg; Openbare Werken: Jean Dupuy; HandelQuis'hau Landbouw Fernand David; KoloniënJean Morel: ArbeidRené Besnard. Onderstaatssecretaris van Binnenlandsche Zaken: Paul Morel; van Posterijen: Chau- met; van Schoone Kunsten :Léon Bérard; van FinanciënBauréli. Briand heeft verklaard, dat alle leden van heeft gebracht. Ach, Hemelwelke herin neringen roept het mij voor den geest, ik kan zien maar komt u mee, of ik zal den halven avond praten." Wy volgden hem door de deur, waardoor hy was binnengekomen en langs eene korte gang naar eene kamer achter in het gebouw. Hier verzocht hy ons te doen, alsof wij tbuis waren, waarna hy wegging óm voor bet middagmaal te zorgen. Voordat hy weg was hield Valerie hem staande. „Herr Schuncke," zeide zy, „voordat u ons verlaat, moet u mij geluk wenschen. Laat mij u aan mijnheer Forrester voor stellen, met wien ik spoedig zal trouwen." De oude man wendde zich tot mij en liet nogmaals zijne sierlijke buigingen zien. „Mijnheer," zeide hy, ik wensch u van ganscher harte geluk. Haar altijd te hooren spelen hè, wat een geluk voor een mensch 1 zult een schat in uw huis hebben, die met geen geld te koopen is. Behandel baar toch als zoodanig," Toen ik dat beloofd had, vertrok de har telijke, goede kerel. Ik moet het geluk, waarmede wy ons middagmaal gebruiken aan je voorstellings vermogen overlaten. Zelf3 nu nog voel ik eene rilling, als ik er aan denk. Ik kan het eigenaardige kleine kamertje, zoo typisch Duitsch in zyn ameublementen versieringen het nieuwe ministerie het op alle punten volkomen eens zyn. Maandag vertelde men in de Kamer dat Briand de vorming van het kabinet daarom zoo (betrekkelijk lang) heeft uitgesteld om de menschen gelegenheid te geven tol kalmte te komen. Is hem dit niet gelukt? Het ziet er toch naar uit alsof iedereen bevredigd isl Maar het kan nog verkeeren. De eerste en grootste moeilijkheid zal de kieswethervorming zyn die door de Kamer aangenomen is, maar waarmede men in den Senaat niet recht kan opschieten. De radicalen die van deze bedenkelijke her vorming niets willen weten, verlangen dat Briand dit ODtwerp door allerlei nieuwe bepalingen, aanvullingen en wijzigingen, tot onherkenbaar wordens toe, verandert. Maar de socialisten en de gematigden, wien deze hervorming ten goede zou komen verklaren, dat dit positief onmogelijk is. En met deze beide uitersten moet men thans rekeniDg houden, want zij zyn het, die Poincaré op den 17en Januari op het kussen geholpen hebben; de gematigden door een direct votum, de socialisten door dat zij niet stemden op den gevaarlyksten tegen stander van Poincaré. Haaysche Brieven. CCXI. De clericale meerderheid in deKamer heeft haar wil doorgedreven, 4 Februari begint het debat over de Invaliditeitswet weer en als de begrootingen dan nog niet mochten zijn af gehandeld, zal men deze in avondvergade ringen afdoen. Zonder eenige geuade zal er dus doorgejakkerd worden om ten minste nog iets in de uitstalkast van de clericale partyen te kunnen ten toon stellen.'t Debat zal echter niet in enkele dagen afloopen. Professor Treub heeft een reeksamendemen ten ingediend die zonder twijfel tot zeer uit voerige besprekingen zullen leiden. Het doel dezer amendementen is aan particuliere fondsen, die aan de eischen der wet voldoen, het mogelyk te maken by' de wet-Talma het risico te dragen voor de verzekering vaD werklieden. Het laat zich aanzien dat een krachtige stroomiDg zich in de Kamer voor deze amendementen zal openbaren. Dominee de Visser had reeds door eenige amende menten getracht in dezelfde richting te gaan, doch de bezwaren, die hy niet had weten te overwinnen, hebben prof. Treub aanleiding gegeven tot een nieuwe poging. Voor den landbouw zyn deze amendementen van zeer groot belang, want juist hier zal het particu lier initiatief, zooals het zich in de Landbouw onderling openbaarde, een ruim arbeidsveld vinden om te toonen, wat het vermag. De vrees, die ik do vorige week reeds uit drukte, is bewaarheid, minister Regoüt is overleden. In hem verliest het kabinet- Heemskerk één zyner bekwaamste mannen, dien men zeer moeilijk zal kunnen vervan gen. Het voornemen schijnt dan ook te bestaaD voor de verkiezingen geen nieuwen weer voor mijn geest halende tafel be laden met de heerlijke gerechten, die de waard ons verschaft had zelfs eene fle8ch van zijn eigen, bijzonderen wyn, die alleen by bijzondere gelegenheden te voorschijn kwam, incluis den militair-uitzienden kell ner met zyn kortgeschoren haar en bolle oogenon Valerie tegenover mij gezeten, die er zoo schoon en gelukkig uitzag, dat ik nauwelijks kon gelooven, dat zij dezelfde vrouw was, die ik slechts een dag geleden in de Teyn Kirche had zien opstaan. „Ik hoop, dat al dat reizen je niet vermoeid heeft, liefste?" zeide ik, toen de kellner ons ODzen koffer had aangereikt en de kamer uit was. „Je vergeet, dat ik aan het reizen gewend ben," zeide zij „en niet gemakkelijk van zulk eene korte reis vermoeid word. Je hebt zeker eene bijzondere reden, dat je m\j de vraag doet. Welke is die?" „Ik zal het je zeggen," antwoordde ik. „Ik heb er over nagedacht, dat 't niet geheel veilig voor ons zou zyn om in Beriyn te blijven. Het is geheel zeker, dat, zoodra hy ontdekt heeft, dat wij weg zyn, Pharos zal gaan onderzoeken en er achter komen, welke treinen Praag 's morgens vroeg verla ten. Hij zal op eigen duivelsche wijze zijne gedachten laten werken en even waarschijn lijk als niet, zal h\j morgenochtend,zoo niet spoediger, hier zjjn om ons op te sporen." minister van Justitie meer tebeDoemenen den heer Heemskerk tot dien tyd met de leiding van het departement te belasten. Overal is het al merkbaar, dat de verkie zingsstrijd van Juni buitengewoon fel ge streden zal worden. Enkele clericale bladen en het is wel opmerkelijk, dat het juist alle Hoomsche zyn probeeren reeds het volk togen do vrijzinnigen als ongodisten op te hitsen. Of het echter gelukken zal de kiezers wederom met de oudbakken anti these-leuze opeen hoop te jagen, is de groote vraag. Men vindt blijkbaar aan clericale zyde geen middel te slecht. De Maasbode, het Roomsche priesterorgaan berichtte deze week, dat op de Roomsche scholen te Haar lem het krachtdadig gebed der kinderen zal worden verzocht voor een goeden uitslag der verkiezingen. Zelfs de kinderen moeten dus blijkbaar misbruikt worden om de zegepraal van het clericalisme te bewerken. Tot welke schandelijke middelen men zyn toevlucht neemt, bewijst, dat op de jaarvergadering van den Provincialen Bond van Roomsche kiesvereenigiDgen in Noord- Holland een afgevaardigde mededeelde, dat de beer Roodhuizen by een christelijk schoolhoofd in de Haarlemmermeer was geweest om hem voor te stellen een anti revolutionair candidaat te s ellen tegen den Roomschen heer van Wicüen. De heer Roodhuyzen zond een stukje aan de Maasbode, veklarende, dat deze afgevaar digde de grootste leugenaar v as, dien hy ooit had ontmoet, want dat hij, Roodhuizen, nooit in de Haarlemmermeer was geweest en er geen eDkel christelijk schoolhoofd kende I De lezer ziet, men staat by declerioalen voor geen ding, hoe slecht ook. Eer het Juni is, zal er een stroom vuil over de vrij zinnigen worden losgelaten, waar men ver stelt van zal staan. Elk onzer geestver wanten zal juist door zulke schandelijke leugentaal wel begrypen, dat hy een od ver moeid strijder heeft te zijn voor de vrijzinnige beginselen en alles te doen heeft wat hij kan om de gelederen der vrijzinnigen te versterken. Dat ieder toch begrijpe, dat kiezer ekuoeek het wachtwoord moet zijn tot 15 Februari toe. In deze weken wordt fei telijk reeds goeddeels de uitslag van JuDi beslist en alleen als we zeker zijn dat geen vrijzinnige op de lijst ontbreekt, mogen we met vertrouwen den uitslag in Juni tege- inoetzien. Men bedenke toch, datdeclericalen zonder eenigen twijfel reeds al hun mannen op de lijst hebben gebracht, zy zorgen wel, dat geen hunner ontbreekt. Ieder steune dus zyn organisatie by dezen hoogstbelangrijken arbeid, meer waard dan de mooiste ver kiezingsvergadering. Uit ons Haagje valt weinig stadsnieuws te vermelden. Van de groote gebouwen, die in aanbouw waren, is het groote Bonnetterie thans voltooid, 'k Kan niet zeggen, dat ik dit gebouw, in beton opgetrokken, mooi vind. 't Maakt door zijn grootte zeker een massalen indruk, doch voor het beton is, zooals een onzer bouwkundigen schreef „Wat stel je dan voor om te doen vroeg zij. „Ik stel voor, als je niet te moe bent, van bier met den sneltrein van half acht te gaaD," antwoordde ik, „en tot Wittenberge te reizen, waar wij om half elf zouden zijn. Wij kunnen het gemakkelijk aanleggen. Ik zal om kamers telegrapheeren en morgen ochtend vroeg kunnen wy onze reis naar Hamburg voortzetten, waar wij geen moeite zullen hebben om eene stoomboot naar Londen te krygen. Pharos zou er nooit over denken om in een plaatsje als Wittenberge te zoeken en wij zouden morgenavond op dezen tijd aan boord van de stoomboot en op weg naar Engeland zyn." „Ik kan zoo spoedig klaar zjjn, als je wilt," zeide zij dapper, „maar voordat wij ver trekken, moet je my tyd geven om herr Schunke voor zyne vriendelijkheid jegens ons te beloonen." Eenige minuten later, trad onze gastheer de kamer binnen. Ik wilde juist voor ons maal betalen, toen Valerie mij tegenhield. „Dat mag je volstrekt niet doen," zeide ze, „denk er aan, dat je mijn gast bent. Je zoudt my toch niet van een der grootste genoegens, die ik in een langen tijd niet gekend heb, willen berooven Je kunt met alle plezier betalen," ant woordde ik. „maar niet met het geld van Pharos."

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1913 | | pagina 1