JDIJK.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD,
ZUID-HOLLANDSCHI IN ZIEDWSGHI EILANDEN
:ekbank
i Papierhandel
school en
kenschool
LANDSC3
fGREDIET.
ioederen, enz.
'AARDF!
adressen
N, Dirksland.
ER, Nieuw-Helvoot.
fchtsche
^OJRDHEOHT.
appelijk Kapitaal
n gestort f200.000,—.
lijk uit:
ivena 96
a 100%%
erstrekt door den heer
Dz., ie MIDDELHOTS.
(r. P. N. SICKENGA.
I. PHILIPSE.
RTENTIE BUREAU
MIDDELHARNIS
'oor de
oorraad
TEEKENHAKEN.
ÏNSEELEN, DECI-
in verschillende
INKT stukjes en
ENPENNEN,
1DOOZEN, enz. enz.
■an alle benoodigde
PAPIER
Jigdheden die moch-
in beslist de laagste
n en kwaliteit!
i 9 KR SCHENK.
It ALKMAAR.
Telefoon 73.
HAPPEN:
ENKHUIZEN,
Westerstraat 6.
's-GRAVENHAGE,
Molenstraat 45.
ROTTERDAM,
Lenvehaven 107.
Hillioen Hulden
en volgestort.
HAP verleent Cre-
n in deposito, belast
- en verkoop van
i, sluit beleeningen
verricht verder alle
het Kassiersvak
inte 3 o/o.
0 Jnni 1912.
f 6.156.624.54
- 1.312.513.31
- 270.447.42
De Directie
J. F. MOENS.
:ST. Mr. M. MOENS
)V Middel harnis en
R KOOGH
LHARH18.
IlillilVjllilVJiVjlIjl
ulidii
ONZE EILANDEN
VOOR DB
Dit Blad verschijnt eiken Zaterdagmorgen.
Prijs per kwartaalf 0,50
Afzonderlijke nummers- 0,05
No. 45 Zaterdag 28 September 1912 19E Jaargang
Alle voor de Redactie en Administratie bestemde stukken en Advertentiën worden uiterlijk
Vrijdagmorgen ingewacht bij de Administratie te Middelharnis.
Prijs per adv srtentièn van 1—5 regels f 0,50
Iedere regel meer- 0,10
Groote letters naar plaatsruimte.
Buiteulandsch Overzicht.
Het s. d. jaar-congres te Chemnitz is
Zaterdag geëindigd.
Het is geen „belangwekkende" partijdag
geweest in den zin als zoovele vorige:
door een eindelooze ruzie en krakeel, welke
een alleronverkwikkelyks beeld moesten
geven van den toekomstigen heilstaat. Voor
wie de belangwekkendheid van een congres
zulk een maatstaf aanleggen, is hetChemnit-
zer congres, ook al ontbraken de gebruikelijke
schermutselingen tusscben radicalen en
revisionisten ook nu niet „saai" en verve
lend".
Doch voor wie hooger en juister maatstaf
aanlegt, was het congres zeer belangrijk.
Omdat het verloop daarvan de bevestigng
heeft gebracht van wat velen reeds lang
als onafwijsbaar hebben voorspeld; het
„afglijden" ook van de Duitache s.-d. partij
naar het revisionisme, en een verder afwij
ken van de onvruchtbare „radicale* partij
politiek.
In twee feiten is dit vooral duidelijk tot
uitdrukking gekomen
In de eerste plaats in het besluit, met
groote meerderheid genomen, om tegen den
dolzinnigen bewapenings-wedstrijd der mo
gendheden te kampen door een kiachtige
actie voor beperking van de oorlogstoerus
tingen. Van radicale zijde, door Pannekoek
en de zijnen, was tegen deze resolutie ge
protesteevd, omdat zij in strijd was met
Max' stelling, dat de oorlog alleen tegelijk
met het kapitalisme overwonnen kon wor
den, en dat men van den kapitalistischen
staat niet in ernst mocht verwachten, dat
deze zich voor een vermindering van bewa
pening zou laten vinden. Dat de partijdag
voor dit argument zoo weinig bleek te
gevoelen, bewijst, dat de s.-d. partij ook
In dit opzicht baar kracht aan practische
hervormingen wil geven.
Het tweede feit is, dat de partijdag even
eens met groote meerderheid zijn goedkeu
ring hechtte aan het beleid van het bestuur,
dat bij de jongste herstemmingen, om 'n
nieuwe blauw-zwarte meerderheid in den
Rijksdag onmogelijk te maken, het compro
mis en de samenwerking met de liberalen
tot stand bracht, en zelfs in 16 districten
beval de socialistische propaganda tijdelijk
te staken „Dampfung" om het den
liberalen candidaat mogelijk te maken er
zonder conservatieve hulp te komen „Sedert
den catostrofalen partijdag te Drïsden"
aldus schrijft de vooruitstrevend liberale
Frankf. Ztg. naar aanleiding van deze goed
keuring „is de sociaal-democratie ten
opzichte van een practische politiek van het
oogenblik, aanmerkelijk vooruitgegaan. De
wijze, waarop het partij-congres te Chem
nitz stelling heeft genomen ten opzichte van
de verkiezingstaktiek, laat het partijbestuur
ook voor de toekomst de Vrije hand. Bij een
toenemende erkenning van wat voor de
naaste toekomst in politiek opzicht noodza-
Ik ontmoette mijnheer Pharos vanmiddag
en hij was zoo vriendelijk mij uit te noo-
digen om vanavond bij hem te komen
dineeren. Daar steekt toch geen gevaar iD.
Indien echter mijne tegenwoordigheid in
eenig opzicht u onaangenaam is, kan ik
gemakkelijk een excuus vinden en ver
trekken
„U weet, dat dit niet het geval is," ant
woordde zy snel, even op den grond met
haar voet Stampende. „Het is voor u zelf.
dat ik u smeek om heen te gaan. Als u
zooveel van dit huis fcendet ais ik, zoudt u
er geen minuut langer in blijven."
„Mijn lieve juffrouw," zeide ik, „als u
slechts wat duidelijker wilde zijn, zou ik u
beter begrijpen."
„Ik kan niet duidelijk zijn," antwoordde
„zoo iets is niet in mijne macht. Maar
denk er aan, indien er iets gebeurt, heb ik
u gewaarschuwd en uw lot zal in uwe
eigen handen zijn."
„Maar..* riep ik uit, half van mijn stoel
opstaande.
kelijk is, kan juist hierin de kiem liggen voor
een ontwikkeling, die op de verdere politieke
constellatie van beslissenden invloed moet
zijn."
Dat de s.-d. partij echter nog niet als
geheel „revisionistisch" beschouwd kan wor
den, blijkt uit een besluit, dat nog op den
laatsten zittingdag werd genomende
uitzetting uit de partij van den bekenden
wetenscbappelijken schrijver Hildebrand,
die in zijn boek „Die ErschÜtterung der
Industrieherrschaft" tot de conclusie was
gekomen, dat, in de verre toekomst, een
beschermend invoerrechten stelsel vooreen
West-Europeescüen Statenbond een practi
sche, economisch-politieke eisch zou zijn.
Men weet, dat over dit boek van Hilde
brand, heel veel in de Duitsche s.-d. partij
te doen is geweest en dat de schr. by den
partijdag in hooger beroep is gegaan tegen
zijn uitsluiting, reeds door zijn plaatselijke
organisatie uitgesproken. De bekende revisio
nist Heine, toch ook niet een van de domste
onder de Duitsche sociaal-democraten, ver
dedigde hem o. a. aldus: „Hy beoefent een
vakstudie, die ik niet beoordeelen kan,
omdat mijn wetenschappelijke arbeid juist
zoover gaat, dat ik begrepen heb, dat men
Diet moet oordeelen over dingen die men
niet heeft bestudeerd."
De meerderheid van den Chomnitzer par
tijdag vermocht blijkbaar niet zulk een
breed standpunt in te nemen. „Zy meende",
schrijft het Berl. Tageblatt, „over dingen
te mogen oordeelen, die abacadabra voor
haar zyn en een man te mogen veroordeelen
en uit haar gemeenschap te stooten, omdat
zij hem niet begreep. Deze meerderheid heeft
den partijdag gesloten met een gewelddaad,
die geen cultuur-daad is.*
Hildebrand zelf, die bijna 10 jaar lid der
partij is, heeft na zijn uitstooting, aan een
journalist verklaard, dat hij overtuigd was,
dat een volgende partydag zou inzien, dat
te Chemnitz een dwaling was begaan. Hij
veranderen.
zou er zijn overtuiging echter niet door laten
Datde sociaaldemocratie iu geen land over
zoo'n macht beschikt als in Duitschland
hangt ongetwijfeld samen met het voorge-
volgde regeerstelsel of beter gezegd met de
opvatting van het parlementaire stelsel en de
Duitsche belastingpolitiek
Het ministerie dat bij de genade van
den vorst zitting heeft, en dus niet is voort
gekomen uit de kringen, die in het algemeen
h6t best weten, wat de volksmenschen zijn,
dat ministerie loopt uit den aard der zaak
door zijn afhankelijke positie van de hooge
klingen, aan den leiband van den adel en
groot-kapitalisten. De gevolgen zijn dan ook
voor Duitschland niet uitgebleven.
In zijn belastingstelsel is dit land zeer
onrechtvaardig. Men is gebaseerd op de
protectie, een belastingstelsel waarvan de
onrechtvaardigheid onuitsprekelijk groot is.
Wie het minste heeft, moet vaak het meeste
betalen. Een huisgezin van vader, moeder
en drie kinderen en een wekelyksch inkomen
van ongeveer f 12 betaalt op de allereen
„Sstl" antwoordde zy. „Er is geen tijd
meer. Hij komt."
Een oogenblik later, kwam Pharos de
kamer binnen. Hy bad zich van zijne zware,
bonten jas ontdaan, en was nu gekleed,
zooal3 ik hem in Medenhara House had
gezien dat is te zeggen, hy droeg eene
nauwsluitende, zwartfluweelen jas, die tot
onder zyne kin was dichtgeknoopt, en eeD
kalotje van dezelfde stof.
Nauwelijks was by binnen, of het diuer
werd aangekondigd.
„Als u miine pupil wilt geleiden," zeide
hy, „wil ik u volgen."
Ik deed, als hij voorstelde en nooit, zoo
lang als ik leef, zal ik de trilling die door
mij voer, vergeten, toen ik den druk van
hare kleine hand op myn arm gevoelde.
Schoon als ik haar altijd had gedacht, ik
had baar nog nooit schooner gezien dan
op dezen byzonderen avond. Toen ik naar
hare trotsche en bevallige gestalte keek,
kon ik wel gelooven, zooals mevrouw
Medenbam gezegd had, dat zy van een der
oudste geslachten uit Europa afstamde.
Zy had iets over zich, wat ik niet kon be
grijpen, ofschoon ik het herhaaldelijk
trachtte te ontleden eene vage, onbe
schrijfelijke bekoorlijkheid, die haar geheel
verschillend deed zyn van alle andere
vrouwen, die ik ooit ontmoet had.
De kamer, waarin wij dineerden was een
voudigste levensmiddelen 4 HX zooveel
als de alleenwonende, die misschien f 120
per week inkomen heeft. Enkel omdat de
eerste een grooter huisgezin heeft, is ook
zyn indirect belastingbiljet zooveel hooger.
Het jonkerdom heeft zich in Duitschland
altoos zeer goed tegen te zwaren belasting
druk weten te beschermen. Als gevolg daar
van is de ontevredenheid zoo hoog geloopen,
dat bij de laatste verkiezingen de kiezers
zich in grooten getale van deze regeerings-
partij hebben afgewend, en zonder sociaal
democraat te zyn, zijn overgeloopen naar
de socialistische party, die zy met 110 zetels
in den Rijksdag deden terugkeeren.
En toch is het in Duitschland bestaanbaar,
dat een wettelijk gekozen presidium, waarin
een sosiaal-democraat als voorzitter, door
den Keizer geweigerd wordt te ontvangen.
Ook moties als gevolg van interpalaties
zijn in dit constitutioneele land nog onbe
kend. Een dergelijk teeken van afkeuring
van zyn beleid kan een Duitsch minister
ten minste niet treffen. Die toestand ia on
gezond en dient noodzakelijk te veranderen.
De gevolgen blijven niet uit. Wat zou na-
tuuilyker zyn, dan dal twee landen waarin
beide de democratie den toon kan aangeven,
- we bedoelden Engeland en Duitschland
dat zulke landen elkander steunden. Het
tegendeel is veeleer waar.
En dat zit niet in de volken, o.i. is er geeD
sprake van, dat het Duitsche volk het En-
gelsche haat. Het elkaar niet kennen brengt
mee elkaar niet waardeeren. En slechts
door het Bpelen op de lagere volkskarakter
eigenschappen is het mogelijk tydelyk twee
volken tegeD elkander op te zetten. Hoe
komt het dan dat op het oogenblik toch
altoos de nayver tusschen Engeland en
Duitschland nog zoo groot blijft. Om het
plaatsje in de zon kan het niet zijn, de
wereld is groot genoeg en de zon beschijnt
de geheele aarde. Wy vinden als reden voor
dien naijver, de slechte vertegenwoordigers,
die het volk naar buiten ziet optreden. In
Duitschland de vertegenwoordigers ran het
groot-kapitaal, die by alles wat Engeland
voortbrengt, de concurrentie voelen. In
Engeland een minister van buitenlandsche
zaken, die al zit hy dan in een liberaal
ministerie, zeker behoort tot den meest
conservatieven vleugel, want het is eigen-
aardig, dat de beste diplomaten over het
aigemeen voortkomen uit de conservatieve
kringen, al kunnen we waarschynlyk dit
verschynsel verklaren uit het nooit in de
gelegenheid zyn zich op dat gebied te be
kwamen van de andere klassen.
In tusscben het treurige gevolg van die
nayver is bekend genoeg en ook daarom
is het noodig, dat het politieke leven hoe
eerder hoe beter gezuiverd wordt.
Deze week is baron von Marschall von
Bieberstein, de nieuwe Duitsche gezant te
Londen, in Badenweiller, waar hy voor een
kuur vertoefde, overleden. Zyn dood was
geheel onverwacht. Sedert eenige dagen
moest by op raad van den dokter wegenB
somberder vertrek dan de anderen, die ik
gezien had. De muren waren met een zwaar
geweven behangsel behangen, dat Diet uit
kwam, door lichte afscbit.terende kleuren.
De bedienden vielen my ook op als zeer
merkwaardig te zyn. Ze waren lang, oud
achtig, donker van huid en, als de waarheid
moet gezegd worden, van een eenigermate
somber voorkomen en als het my gevraagd
was, zou ik gezegd hebben, dat ze geen
Italianen waren. Zy deden goed en stil hun
plicht, maar hunne tegenwoordigheid wekte
een gevoel van afschuw by my op, evenzeer
als Pharos dit gedaan had, de keeren.toen
ik hem had ontmoet. Onder anderen was
er eene zonderlinge omstandigheid, die myne
opmerkzaamheid aantrok. Terwyl het
diner in elk opzicht te bewonderen was
en het Maison Dorée of het Caté de la
Paix niet tot oneer zou hebben gestrekt,
nam Pharos er geen deel aan. By het
begin van den maaltyd werd een bord
met kleine koekjes voor hem geplaatst. Hy
raakte niets andera aan, behalve dat, wan
neer hy gedaan had, hy een wy'nglas met
water vulde en een lepel vol wit poeder er
in deed dat hy uit een klein zilver doosje,
't welk voor hem stond nam. Dit dronk hy
in ééne teug leeg.
„U is klaarblykelyk verwonderd," zeide
hy, zich tot my wendende, „over de soberheid
van myn voedsel, maar ik kan u verzekeren
een onpasselijkheid, welke tot geenbyzon-
dere vrees aanleiding gaf, zyn kamer hou
den.
In von Marschall heeft Duitschland een
zyner beste staatslieden verloren. Voor by
zyn diplomatieke loopbaan begon, is hy eeni
ge jaren lid geweest van de Badensche
Eerste Kamer en daarna van den Ryksdag,
waar hy deel uitmaakte vandeconservatieve
party. In 1883 werd hy gezant van Baden
te Beryln en gevolmachtigd in den bonds
raad, die hem van 1884 tot 1890 met zyn
vertegenwoordiging in hetryksverzekerings-
bureau belastte. In 1890 werd hy werkelyk
geheimraad en staatssecretaris van buiten
landsche zaken In 1897 legde hy zijn mi
nisterschap neer en kwam als gezant te
Kon8tantinopel. In deze hoedanigheid wist
by door zyn volharding en bekwaamheid
de Duitsche handel en ny verheid in de Le
vant een goede positie te verschaffen en
Sultan Abdoel Hamid van de waarde van
Duitschlands vriendschap te overtuigen.
Vijftien jaren heeft de overledene den
post van gezant in de Turksche hoofdstad
bekleed. Toen graaf Wolff—Metternich uit
Londen teruggeroepen werd, was men te
Berlyn algemeen overtuigd, dat v Marschall
de aangewezen persoon was, om hem te
vervangen. Vol moed nam de 69-jarige di
plomaat de moeilyke taak op zich. In Juli
van dit jaar stelde Sir Eduard Grey hem
aan koning George voor, wien hy zyn ge
loofsbrieven overhandigde. Men zag in hem
den man, die naar Londen overgeplaatst
was met de byzondere opdracht, om de
betrekkingen tusschen Engeland en Duitsch
land, die zoo laDg te weuschen hadden ge
laten, te verbeteren. Juist op het oogenblik,
nu Sasonof met de regeering in Engeland
onderhandelt, en Duitschland daar meer
dan ooit een bekwaam diplomaat noodig
heeft, zou von Marschall, vertrouwd als hy
was met de Balkan-kwesties, in Londen op
zyn plaats zyn geweest.
De Londensche bladen huldigen de nage
dachtenis van den overledene en beschouwen
zyn dood als een onherstelbaar verlies voor
Duitschland. Het doodsbericht kwam zoo
onverwacht in de Engelsche hoofdstad.dat
het Duitsche gezantschap er in het begiD
geen geloof aan wilde schenken.
dat het tot een stryd van man tegen man
kwam, waarby zelfs de Italiaansche artillerie
tot een bajonet-aanval moest overgaan.
Volgens de opgave van generaal Ragii
hadden de Italianen 200 dooden en gewonden
terwyl de verliezen der Turken, niet met
juistheid vastgesteld konden worden, doch
„zeer groot" moeten zyn. Generaal Rag»i
raamt het aantal Turksche geregelde troe
pen, die aan den slag deelnam, op 1500.
Het feit, dat nu nog altyd zoo hevig ge
streden moet worden In de onmiddellyke
nabjjheid van Tripoli, om het bezit van eea
oase, die naai wy meenden, reeds lang ia
handen der Italianen was, en dat in dien
stryd de Italiaansche kanonnen een oogen
blik blykbaar zoo groot gevaar hebben
geloopen, dat de artilleristen ze zelf met de
bajonet hebben moeten verdedigen, geeft,
evenals bet hooge verlies-cyfer aan Italiaan
sche zyde, te denken. En men is byna
geneigd te betwyfelen, of het doel van deze
actiever oorlogscampagDe pressie op de
Turksche vredesonderbaDdelaars uit te oefe
nen met de beide jongste groote gevechte»
wel bereikt zal worden.
Over den stryd by Derna van den 17de*
lezen wy nog, dat Enver bey zelf daar de
Turken en Arabieren zou hebben aangevoerd.
Het schynt inderdaad of de benoeming
van de beide vechtgeneraals Ragni en Rie-
soeli, als plaatsvervangers van generaal
Caneva als opperbevelhebber by het Italiaan
sche leger een nieuwe fase van krachtiger
actie in Lybie heeft ingeleid. Het gevecht by
Derna is er de eerste openbaring van geweest.
En thans bevatten de Italiaansche bladen
uitvoerige mededeelingen over een uieuw,
niet veel minder heftig gevecht, dat den
20sten dezer is geleverd ten Z, W. van Tripoli.
VolgeDs een telegram van generaal Ragni
hebben de Italianen daarby, na een hard-
Dekkigen stryd die 10 uur duurde, de oase
Zanzoer, de westelyk daarvan gelegen Sidi-
Rel-Kai en een nog iets zuidelyker gelegen
heuvel veroverd. Zoo verwoed was de stryd
dat ik byna niet meer eet. Behalve een
weinig fruit in den morgen en een glas
water, waarin ik een dezer poeders oplos, en
eenmaal, zooals u my in den avond ziet
gebruiken, neem ik niets anders en toch
ben ik sterker dan vele lieden, die half zoo
oud zyn als ik. Als u belang stelt in de zaak,
wil ik u daarvan een bewys geven-"
Op deze redevoering gaf ik eenig ant
woord en keek toen naar Frdulein Valerie.
Haar gelaat was nog altyd doodsbleek, en
ik kon zien op de wyze, waarop hare han-
deh boven haar bord beefden, dat de woor
den van deu ouden kerel op eene of andere
manier er de oorzaak van waren geweest.
Had ik toen datgeen geweten, wat ik nu
weet, dan zou ik ongetwyfeld zelf ook ge
beefd hebbeD. Op het oogenblik dacht ik,
dat zy ziek moest zyn en zou dit gezegd
hebben, hadden niet myne oogen deDhare
ontmoet, waarin ik de smeekbede las geen
notitie van hare ontroering te nemen. Dus
richtte ik my tot Pharos met het onderwerp
van de reis van Parys naar Napel3 en gaf
haar dus ty'd om hare zeifbeheersching
terug te winneD. Toen de maaltyd teneinde
was, stond zy op en veriiet !de kamer, niet
echter voordat zy een anderen smeekblik op
my geworpen had, die, zooals ik eruit las,
scheen te zeggen. „In 's hemelsnaam, denk
er aanwaar je bent en wees voorzichtig
op wat je zegt of doet,"
Echter hoe meer de tyd nadert, dat het
Home Rule ontwerp in behandeling zal
komen, zooveel te harder begint men ook
in Ulster zich tegen deze zelfregeering te
verzetten. En dezer dagen is de stryd feiteiyk
goed begonnen. Groote protestmeetings zou
den worden gehouden alle onder leiding
van Sir Edward Carson. Deze heer ia verte
genwoordiger van de Universiteit van Dublii
en leider der Unionisten in Ierland. Al»
zoodanig is hy de aangewezen persoonom
het verzet in Ulster te regelen.
De bewoners van Ulster zyn in hoofdzaak
Protestanten en deze vreezen een onderdruk
king wanneer het in meerderheid Roomsche
Ierland zyn eigen parlement krijgt. Het zijn
altoos deze leiders geweest, die zich verzet
ten tegen alles wat de overige bewoners
van Ierland ten goede zou komen. Toen
indettyd onze stadhouder Willem III ook
koning van EDgeland werd, had hy zyn
gebied nog te veroveren op den Katholieken
koning Jacobus II. Weer waren het de
bewoners van Ulster, die Willem III trouw
in zyn strijd tegen den Katboliekén vorst
hielpen. En nog altyd zyn het die Orangisten,
die in Ierland elke vrijere beweging, elke
losmaking van het moederland tegen trach
ten te gaan. Zy verzetten zich inderiyd
heftig tegen Gladstone, toen deze zijn bekend
Home Rule-ontwerp voorstelde, dat de eerste
maal is gestruikeld in het Lagerhuis ao
tweede maal het Hoogerhuis, zy verzetten
zich thans weer tegen het Home-Rule-ont-
werp en wel des te heftiger, nu althans het
Hoogerhuis in deze geen beslissende stem
meer heeft. De stryd is hoogst ernstig
gemeend en wie mocht denken, dat het met
een sisser nog zou afloopen, vergist zich.
In dieD stryd heeft Sir Edward Carson
De deur was nauwelyks achter haar ge
sloten, of een tweede aan de andere zyde
der kamer werd geopend, en een knecht
kwam binnen, die in zyne armen een aap,
gewikkeld in eene kleine reisdeken, droeg,
waaruit zyn boosaardig gezichtje naar my
gluurde, even alsof hy zich over myne
tegenwoordigheid daar verwonderde.
„Laat my u in kennis brengen met myn
tweede ik," zeide hy en daarop, zich koe
rende tot den aap, ging hy voortPektur,
geef je groet
De aap echter, toen hy zich in zUns
meesters armen zag, viyde zich tegen hem
aaD, en bekommerde zich niet meer om my,
waarop Pharos de wynkaraffen, die de
knecht voor my had geplaatst, naar my'
toeschoof en my verzocht myn glas te
vullen.
Ik dankte hem maar weigerde.
„Als u my verlof geeft het u te zeggen,
denk ik, dat u dwaas zyt," antwoordde hy'.
„Men heeft my dikwyïs een compliment
gemaakt over dien wyn, inzonderheid uwe
landgenooten."
Ik vroeg my af, wie die landgenooten
zouden geweest zyn, die aan deze tafel
gezeten hadden, en wat de reden ko* ge
weest zijn, die hen aangespoord hadden
z\jne gastvrijheid aan te nemen. Kon Le-
grath ouder het getal geweest zyn en indien
dit het geval ware welke afschuweiyke