ZDID-HOIUNDSCHI EN ZEEUWSCHE BttANDEI
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD,
WEDSTRIJI
OK-FREEN
BAND EN
1RTIKELEN
EUSRS
No. 42
[OLLANDSGH
IUWCREDIET.
Het Egyptische Monster.
LING PUTTEN
MET
en op WOENSDAG 4 SE]
's morgens om 10 ui
m aardappelveld van dt
er te Nieuwesluis (gen
Hollandsehe Maatschapp
w hebben vrijen toegan
u' Lidmaatschapskaart,
en leden zonder lidmaa
ëtalen vijftig eents entré
Namens het Bestuur,
De Secretaris,
G. LOEFF.
ONZE EILANDEN
f 208, MIDDELHARMJS
ÜNDEL IN
AANBEVELEND
TGENSPLAAT
ïsdag 28 Augustus e.k
ngen van verschillende
en handelaars in Land-
k eiken WOENSDAG, des
a uur, na aankomst der
phouden worden in eene
aal in liet Hotel Mosiker
lt. 3-i
•ouwers worden beleefd
?n steun te willen verlee-
eurs te willen bezoeken.
voor De
Dit Blad verschijnt eiken Zaterdagmorgen.
Prijs per kwartaalf 0,5O
Afzonderlijke nummers- 0,05
Zaterdag 7 September 1912 19E Jaargang
Alle voor de Redactie eu Administratie bestemde stukken en Advertentiën worden uiterlijk
Vrijdagmorgen ingewacht bij de Administratie te Middelharnis.
Prijs per adv .n* ten tien van 45 regels f 0,50
Iedere regel meer- 0,10
Groote letters naar plaatsruimte.
Officieele Mededeelingeii.
SCHIETOEFENINGEN,
van liet fort Hoek van Holland.
Volgens raededeeling van den Minister van Oorlog
_.il op 10 en £00 noodig ook op 11 September a. s.
eene schietoefening worden gehouden yan het fort
Hoek van Holland. Er zal gevuurd worden met kanon
van licht kaliber [6 c.M.] waarbij onveilig wordt
aakt een driehoek, gevormd door het fort, eene
roode vlag beN. en eene beZ. het zeegat tot op 3100
M. van het fort.
Op de dagen, waarop gevuurd wordt, zal van het
fort een roode vlag waaien, die 3 uur vóórhet begin
der oefening halfstok en één uur vóór de oefening ge
heel voorgebescben wordt,
(Zie Ned. Krt. Noi. 218, 219, 202, 227.)
Middelharnis 5 September 1912.
De Burgemeester voornoemd,
ULBO J. MIJS.
Buitenlandscli Overzicht,
pli.tiia.g-
DTTEKDAM.
kvendige ziekten
b) van 9—4 ure.
TOOR ALKMAAR.
b Telefoon 73.
ÏTSCHAPPEN
ENKHUIZEN,
Westerstraat 6.
's-GRAVENHAGE,
Molenstraat 45.
ROTTERDAM,
Lenvehaven 107.
ree Mlllioen Galden
aatst en volgestort.
TSCHAP verleent Cre-
:elden in deposito, belast
aan- en verkoop van
.pons, sluit beleeningeu
en verricht verder alle
tot het Kassiersvak
to rente 3 o/o.
>p 30 Juni 1912.
3len f 6.156.624.51
- 1.312.513.31
- 270.447.42
Dt Directie
J. F. MOENS.
REEST. Mr. M. MOENS
voor Middelharnis en
DER KOOGH
>»ELUAKWU.
Nergens scherper dan in Duitschland komt
op dit oogenblik de voor het algemeen be-
laDg nadeelige invloed aan den dag, we'ke
een Regeering uitoefend, die slechts de be
langen van één enkele, weinig talrijke be
volkingsgroep wil behartigen.
Het systeem van hooge invoerrechten op
do eerste levensbehoeften, dat na het aftre
den van den Rijdskanselier Caprivi met
steeds grooter consequentie werd toegepast,
heeft de groote massa van het Duitsche volk
gemaakt tot een weerloos explotatie-opject
van de Duitsche „Landwirte", die op hun
runderen, hun varkens,hun graan enz.steeds
grooter winsten maken.
Thans doet zich met name het gebrek aan
vleescb, weer heviger dan ooit gevoelen, en
de berichten van slagers, die failliet gaan,
van gemeentebesturen, die adressen om hulp
tot den bondsraad richten, van protestver
gaderingen en meetings tegen de hooge in
voerrechten en tegen de chicanes, waarmede
de vleeschinvoer uit het buitenland wordt
belet, willen maar niet ophouden.
Want een muur van hooge invoerrechten
wordt door deze Regeering, die de zaak-
waarneemster der grootgrondbezitters is,
niet eens voldoende geacht om voortdurend
stijgende winsten aan haar commitenten te
verzekeren. Er moet ook nog, onder het
voorwendsel van bescherming van den Duit-
schen veestapel tegen epidemische veeziek
ten, een quarantaine-stelsel worden gehand
haafd, waardoor de invoer wordt beperkt,
op een wijze, die van een algeheel verbod
van invoer maar zeer weinig verschilt.
Zoo komt het, dat het vleesch in Duitsch
land niet alleen duur is, maar dat ook tegen
de verhoogde prijzen niet eens aan de vraag
kan worden voldaan. Het verschijnsel der
vleeschduurte wordt gecompliceerd door h6t
verschijnsel der schaarschte van vleesch.
Want de Duitsche veestapel is niet in staat
om zelfs aan zeer matige eischen van
vleesch-comsuptie te voldoen. Maar dat
deert natuurlijk de heeren „Landwirte,, niet.
FEUILLETON-.
is
„Mijnheer Forrester, ik ben een oude
man hoe oud, dat kuntu niet denken
en het is te laat nu om te beginnen met
vijanden te maken. Het lot heeft in een
van zijn booze oogenblikken mij met een
onaangenaam uiterlijk bezocht, Neen, neem
niet den schy'n aan, dat ge aDders denkt,
want ik weet dat zeer waar is. Zij, jegens
wie ik graag vriendelijk zou willen zijn,
worden er door beleedigd. U echter, zou ik
zoo gedacht hebben, ik zou onder de opper
vlakte zien. Waarom zouden wü twisten
Om uw eigen Shakespeare aan te halen.
„Ik zou vrienden met u willen zijn en uwe
liefde hebben." ik ben rijk, heb invloed, heb
veel van de wereld gezien en de mensch-
heid bestudeerd zooals weinig anderen ge
daan hebben. Indien, daarom wü onze
krachten samenvoegden, wat is er dan, dat
"li te zamen niet zouden kunnen doen?"
Ongelooflijk als het mag schijnen, na al
"at ik door hem geleden had, liü had een
zoodanigen invloed over mij, dat ik nu tot de
ontdekking kwam, dat ik wenschte, dat het
vopr mij niet noodig ware om de dingen
Of de groote massa des volks langzamer
hand wordt gespeend van vleesch-voedsel,
laat hen volkomen koud, indien zü maar
de zekerheid hebben, dat er in Duitschland
geen enkel biefsteak wordt gegeten, die
■niet van hun runderen afkomstig is.
Het heette eerst, dat, wanneer er maar
eerst een voldoende gelegenheid tot afzet
van het inlandsch vee in Duitschland was
geschapen, de Duitsche veeteelt zich onmid-
dellyk zou aanpassen aan de veranderde
omstandigheden en weldra in staat zou zyn
om aan de vermeerderde vraag te voldoen.
Zü, die deze voorspiegelingen geloofden,
zyn bedrogen uitgekomen.
Waarom zouden de heeren grootgrondbe
zitters zich toeleggen op uitbreiding van hun
veefokkerijen, wanneer zy dezelfde en nog
grooter winstvermeerdering, dan die welke
zü met veel arbeid en moeite uit zulk een
uitbreiding konden verkrijgen, hun zönder
moeite en zonder arbeid in den schoot kon
vallen, door eenvoudige verbooging hunner
veepryzen.
Men zag hier hetzelfde verschijnsel, dat
zich voordoet overal, waar een bepaalde
groep van producenten een monopolie voor
hun produkt wisten te verwervende pro
ductie werd stationair gehouden, of zelfs
verminderd en de pryzen stegen.
Zelfs in gevallen waar zulk een monopolie
niet, zooals hier het geval was, door eeD
onderdanige regeering kunstmatig wordt ge
steund, doch uit natuurlyke oorzaken voort
vloeit, doet zich dit verschynsel voor. Zoo
herinneren wy ons, om maar iets te noemen
het geval van een paar Fransche automo
bielfabrieken, die, toen hun wagens zulk een
goede reputatie hadden gekregen, dat bijna
iedereon deze wilde hebben, en daardoor
een groote overvloed van bestellingen kwam,
eenvoudig hun prijzen sterk verhoogden.
Daardoor bleef de omzet dezelfde, doch
werd de winst veel grooter.
Hadden zü den omvang van hun bedryf
vergroot, dan zou hun dit groote sommen
gelds hebben gekost. Thans bereikten zy
hetzelfde resultaat zonder eenige moeite en
kosten.
Dat ook de eigenaars der Zuid-Afrikaan-
sche diamantmynen jaren lang eenzelfde
taktiek hebben gevolgd daarvan weet
onze Nederlandsche diamantindustrie mede
te praten.
Men begrijpt dus, dat de vaderlandsliefde
waarop de Duitsche jonkers steeds zoo prat
gaan, töch niet groot genoeg by hen is, om
ter wille van hun medeburgers zich met
volle borst en met grooter kapitaal
toe te leggen op uitbreiding van hun vee
bedrijf. En zoo wordt dan het vleesch voedsel
voor steeds breeder kringen van het Duitsche
volk een moeilyk berykbare weelde.
Hier en daar is men er toe overgegaan
het vleesch te boycotten.Men wordt tydelyk
vegetariër in massa. Indien er van dit middel
eenig succes te wachten is, dan zal dit
succes toch nooit van meer dan zeer voor-
bügaanden aard kunnen zyn. Wy kunnen
voorloopig nu eenmaal niet zonder vleesch-
te zeggen, waarvoor ik gekomen was. Maar
ik was niet van plan hem te laten ver
moeden, dat ik zoo gemakkelyk ouder den
indruk kwam, als hy scheen te denken.
„Voordat er van vriendschap of zelfs van
samenwerking tusscben ons gesproken kan
worden, mynheer Pharos," zeide ik, „zal
het noodig voor me zyn, dat wy elkaar
volkomen begrijpen. Indien ik u onrecht
heb aangedaan, zooals, dit moet ik bekennen,
ik hoop, dat ik dit gedaan heb, wil ik u
my'ne excuses maken en trachten het goed
te maken. Weet u wel, dat op den nacht
van mevrouw Medenham's soirée er een
afschuwelyke moord werd begaan in den
ouden antiquiteiten winkel op den hoek van
de straat, die aan de straat grenst, waarin
myn atelier is gelegen."
„Men kan moeilyk de Engelsche bladen
lezen, zonder dat bericht gezien te hebben,"
antwoordde hy ernstig, „maar ik kan nau-
welyks begrypen in welk opzicht de zaak
ray aangaat." Hier zweeg hü en staarde my
voor een oogenblik in stilte aan, alsof hy
verlangend was te lezen, wat er door myn
ziel ging. Toen begon hy weer:
„Het kan uwe bedoeling toch niet zyn
mynheer, dat u zoo'n afkeer van my heeft,
dat u gelooven moet, ik de schuldige aan
die vreeselyke daad was?"
„Daar u weet, dat er een moord werd
gepleegd" zeido ik, „weet u misschien ook,
voedsel. En wanneer de groote massa er in
mocht slagen, er wel buiten te kunnen,
dan zal dit tocb alleen kunnen geschieden
door het vleesch te vervangen door ander
stikstofhoudend voedsel als melk, eieren en
sommige groenten waarvan de pryzen,
zoolang het tegenwoordige protectiesysteem,
hoerscht, ook alweer worden gemaakt dooi
de groot-grondbezitters.
De officieuze Norddeutsche Allgemeine
Zeitung hoeft tegenover de groeiende ver
ontwaardiging over de vleeschduurte, en den
steeds luider uitgesproken eisch om open
stelling der Duitsche grenzen voor buiten-
landsch vee, een soort van verdediging be
proefd.
Het is waar, zoo zegt het regeeringsblad
ongeveer, dat de vlee3chpryzen in dezen tyd
ongewoon zyn gestegen. Maar dat mag men
zoo maar niet toeachryven aan het feit, dat
de Duitsche veestapel niet by machte is om
aan de vleeschbehoefto van het Duitsche
volk te voldoen. Want wèl i3 de aanvoer
vau koeien en kalveren in den laatsten tijd
achteruit gegaan, maar daarentegen is
de aanvoer van schapen en varkens weer
iets gestegen. Men ziet dus, dat, wat de
schapen en varkens betreft, de capaciteit van
de Duitsche veeteelt aan steeds hooger
eischen voldoen.
Men zal moeten toegeven, dat dit een
zeor povere redeueeriug is. Want daar de
bevolking telken jare grooter wordt in het
Duitsche Ryk iets waar de Duitschers
steeds zeer trotsch op zyn tegenover den
Franschen „erfvijand" zou de veestapel
in dezelfde verhouding moeten toenemen,
zonder dat er nog van een voorutgang
sprake zou kunnen zyn van het vermogen
van dezen veestapel om aan de eischen van
't vleesch verbruik te voldoen. Eerst wanneer
de vee-aanvoer op de markt voortdurend
sterker toenam dan het bevolkingscyfer, zou
men de hoop mogen koesteren, dat binnen
afzienbaren tijd deze vee-aanvoer aan de
vleeschbehoefte van het Duitsche volk zou
kunnen voldoen.
En in plaats dat dit laatste het geval is,
blyft de aanvoer van de voornaamste groe
pen van slachtvee zelfs niet stationnair,
doch gaat zy sterk achteiuitl
Het spreekt vanzelf, dat de ongeveer
dertig duizend Duitsche grootgrondbezitters
niet in staat zouden zyn op deze wüze een
volk van zoovele millioenen te exploiteeren,
wanneer zy niet op den steun konden reke
nen van een andere economische-machtige
groep der bevolkingde vertegenwoordigers
der groot-indrustrie.
Dezen steun nu bezitten zyEn zy hebben
haar gekocht met de zeer hooge invoerrech
ten op de producten der Duitsche groot
industrie.
Dit heeft weer tengevolge, dat den Duit-
schar, in zyn eigen land, voor de producten
van zyn eigen industrie, veel hooger pryzen
moet betalen, dan de buitenlandsche ver
bruiker, die de geëxploiteerde Duitsche ar
tikelen koopt. Zoo betaalt, indien men een
zeer sprekend voorbeeld verlangt
dat dit moet gedaan zy'n tusschen midder
nacht en één uur. U moet ook gelezen
hebben, dat een persoon gezien werd, terwül
hy door de achterdeur van het huis ging,
toen het bijna op slag van éénen was en
dat men geloofde, dat hy zich in myn atelier
verscholen heeft."
„Nu, dat u de gebeurtenis mij weer ver
telt, beken ik, dat ik werkelijk iets van
dien aard in de courant gelezen heb," ant
woordde hy, „en ik herinner my ook gelezen
te hebben, dat u den inspecteur van politie,
die u bezocht om te worden ingelicht-, me-
dedeeldet, dat naar uw beste weten zulk
een man uwhuisniet was binnengekomen.
Wat meer
„Wel, mynheer Pharos, eenige oogenblik
ken na het bewuste uur, dat u voor my
verscheent, terwijl u moeilijk adem haaldet,
alsof u hard geloopen hadt. Toen ik u onder
vroeg, boodt gy het flauwe excuus aan, dat
u na mevrouw Medenham's soirée eene
wandeling waart gaan maken en verdwaal-
det en geheel door toeval naarmy'natelier
gekomen was."
„Zooal3 ik u tot uwe geruststelling zal
bewyzen, als u my alles verteld hebt, was
dat juist, wat gebeurde."
„Maar u heeft nog niet alles gehoord,"
antwoordde ik. „Terwyl u op my'ne ka
mer het verlangen te Ikenneu gaaft dat
u de mummie van den Egyptischen Toove-
Duitsche Regeering aan de Krupp-fabrieken
veel hooger pryzen voor de kanonnen, die
zy koopt, dan by voorbeeld de Nederlandsche
Regeering voor dezelfde kanonnen aan
Krupp betaalt.
Zoo wordt het Duitsche volk, van alle
kanten benadeeld en geplukt, door het con-
cequent toegepaste systeem van protectie.
Het is te hopen, dat dit Duitsche voorbeeld
ook in Nederland zyn afschrikwekkende
werking zal uitoefenen.
Nu de parlementen nog vacantie hebben
en dus het politieke leven betrekkelyk
stilstaat, dunkt het ons niet kwaad vast
eens te zien hoe het in Hongarye by weder
opening van het parlement zal gaan. Voor
de leden van het parlement is eigenlyk de
vacantie reeds voorby. Ofschoon de Ryksdag
pas den löden Septemberweer wordt geopend
zyn de afgevaardigden reeds den boer op
om in hun kiesdistricten aan de kiezers te
vertellen, welke houding zy by de eerstvol
gende parlementaire debatten zullen aanne
men en nog meer om hun houding diezy
in de afgeloopen parlementaire periode
hebben aangenomen, nader toe te lichten
en te verdedigen. De oppositie is daarin
voorgegaan en heeft reeds vroeger vooral
in de steden volksvergaderingen belegd,
waarin den kiezers duidelijk werd gemaakt
wat de oorzaken van het conflict waren
geweest en waarom de oppositie gehandeld
had; gelyk zy gedaan heeft. De regeerings-
meerderbeid heeft tot nog toe gezwegen,
omdat dé ministerpresident Lukacz nog
ni6ts omtrent zyn plannen voor dit zittings
jaar bad meegedeeld. Thans echter heeft hy
gesproken. De regeering wil drie wetsont
werpen indienenle. de begrooting voor
1913, 2e, een nieuwe pensioenwet en dan
de kieswet. De toelichting die de minister
gaf was zoo weinigzeggend, dat de radicale
vleugel van de regeeringsparfy over den
minister-president niet best te spreken is.
Het is namelyk voor die leden niet
mogelijk om aan te toonen, dat de kieswet
een werkelijk liberale oplossing van het
kiesprobleem zal brengen, wat natuurlijk
aan de oppositie de gelegenheid laat om te
beweren, dat de regeeringsmeerderheid haar
plannen niet mee durft deelen, omdat die
meerderheid nooit een kieswet zal willen
geven, die aan de eischen van het volk
voldoet.
De oppositie neemt echter toch een zwakke
positie in, omdat haar ontbreekt de zoo
noodige eendracht om resultaat van haar
werken te kunnen verwachten. De verschil
lende leiders zyn het in byna geen enkel
opzicht eens, omtrent wat nu volgen moet.
Kossuth die meestal de verzoenly'kste is,
zal tevreden zyn wanneer waarborgen
worden gegeven, dat in het vervolg gebeur
tenissen als op den 4den Juni niet meer
kunnen plaats hebben. De ondervoorzitter
van zyn party echter, wil blyven strijden
voor de ontbinding van het Parlement,
omdat hy overtuigd is, dat de kiezers van
de zyde der oppositie zullen kiezen.
naar Phahures zoudt willen bezitten, druktet
u den wensch uit, dat ik ze zou geven, en
toen ik dit weigerde, hypnotiseerdet u mij
en naamt ze weg zonder myn verlofeene
zeer twyfelachtige handeling, indien het
gezien wordt in het licht der vriendschap,
die u beweert voor ray te gevoelen. Hoe
de wet van het land dit zou beschouwen,
weet u ongetwüfeld evengoed ais ik."
Toen ik dit zeide, sloeg ik zyn gelaat
nauwkeurig gade, maar al8 ik hoopte daar
eenige uitdrukking van schaamte in te vin
den, dan moest ik teleurgesteld worden.
„Myn beste Forrester," zeide hy, „het is
waarlijk zeer duidelyk, dat u dien diepen
afkeer voor mij ontwikkeld hebt. Anders
zou u moeielyk zoo gauw kwaad van my
kunnen denken. Hoe zult u zich gevoelen,
als ik u overtuig, dat al het kwade, datu
van mü denkt, onverdiend is. Antwoord u
mij daar eens op f"
„Als u dat kunt doen," riep ik uit, my
graag aan de hoop, die by my gaf willende
vasthouden, „indien u bewüzen kunt, dat
ik u onrecht heb aangedaan, dan wil het
te graag meer, hoe dan ook, goed maken
voor zoover ik dit kan. U kunt niet weten,
wat deze laatste dagen voor my geweest
zyn. Ik heb valsch gezworen om u te redden.
Ik heb myn goeden naam op het spel gezet,
ik heb -
„En ik dank u," antwoordde hy. „ik ge-
Justh daarentegen gaat juist tegen dit
streven in door te verklaren, dat de aan
hangers der oppositie in geen geval aan een
verkiezing mogen deelnemen, die door dit
kabinet is uitgeschreven. Andrassy vraagt
hetzelfde als Kossuth, doch verlangt tevens
dat minister Lukacz zal heengaan. En
Appongi houdt zich nog heel rustig op zyn
landgoed, waarschynlyk de kat eens uit den
boom kykend om naar bewind van zaken
met voorstellen te komen, die kans hebben
aangenomen te worden. Voor de regeering
is er nu een groote kans om met de
oppositie voorgoed af te rekenen, niet door
een wet tot opheffing der mandaten van
kamerleden die zich niet onderwerpen, er
door te jagen, doch door een werkelijke
„oplossing" van de kiesrechtkwestie te
brengen.
Tot nog toe hebben de sociaal-democraten
zich niet bü de oppositie aangesloten en op
kiesvergaderingen verleenen zü bun byval
aan ieder, die voor het algemeene geheime
en gelyke kiesrecht opkomt, hetzy de spre
ker tot de oppositie behoort, of lid der re-
geeringsparty is. Komt nu minister Lukacz
met een regeling die de sociaal-democra
ten bevredigd, dan kan de oppositie die
verder geen s*eun meer te wachten heeft,
niets anders dan zich tegen wil en dank
neerleggen by den bestaanden toestand. Ver
zuimt Lukacz deze gelegenheid om een gun-
stigen indruk Ie maken, dan is de crisis na
van den zomer nog niet Yeel verder haar
oplossing genaderd.
De „Matin" verzekert dat de onderhan
delaars in Zwitserland tusschen Italië en
Turky'e nog verre van eenstemmig zyn.
Uit de be3te bron beweren zy en de „Echo
de Paris" te hebben dat Italië tot de volgende
concessies bereid is
Het verlangt geen erkenning door Tur
kye van de Italiaansche bezetting van Tri-
politanië.
Italië is bereid de religieuse autoriteit
des sultans in Tripolitanië te erkennen.
Italië is bereid een aanzienlyke schade
loosstelling in geld te betalen.
Italië is bereid de Aegeïsche eilanden te
ontruimen.
Italië is bereid ook nog andere conces
sies te doen.
Op deze Italiaansche voorstellen wordt
echter, volgens dezelfde bron, door Tur
kye geantwoord
De publieke openie zal een afstand van
gebied tegen een openlijke schadeloosstel
ling nooit begrijpen.
De erkenning van de religieuze autoriteit
der sultans is geen concessie, daar de Mo
hammedanen die in elk geval erkennen.
De ontruiming van de Aegeïsche eilanden
is eveneens geen concessie, daar de mo
gendheden een permanente bezetting niet
zouden gedoogen.
De onderhandelingen worden zeer ijve
rig voortgezet.
Poincaré ea Tittoni hebben een langdurig
loof niet, dat u my ondankbaar zult vinden.
Maar voordat ik uwe diensten aanneem,
moet ik u bewyzen, dat ik niet zoo slecht
ben als u denkt. Laten wü voor eeu oogen
blik de- zaak eens beschouwen. Wy zullen
eerst over de mummie-quastie handelen,
wat zooals u my {zult toegeven, van het
minste belang voor u persoonlyk is. Voordat
ik alles van myzelf vertel,moetik uechter
doen begrypen met welke moeilykheden ik
te kampen heb. Om u müne bedoeling
duidely ker te maken, zou het voor mü noodig
zyn te bevestigen, wat u niet wildet geloo
ven, hetgeen ik zeer goed kan begrypen.
Misschien beging ik wel eene fout dien
avond waarvan wy gesproken hebben, toen
ik u deed gelooven, dat ik bü toeval uw
atelier bezocht. Ik durf nu te bekennen, dat
dit niet zoo was. Ik wist, dat u die mummie
in uw bezit hadt. Ik had het al voor ge-
ruimen tyd geweten, maar ik kon nognietin
aanraking met u komen. Dien nacht bood
de gelegenheid zich aan en ik greep ze met
gretigheid aan. Ik kon niet tot den volgenden
dag wachten, maar zocht u op binnen een
paar uur na de ontmoeting op de soirée
van mevrouw Medenham. Ik trachtte u er
toe over (e halen om van de mummie af-
staud te doen, maar tevergeefs. Müne smee
kingen konden u niet bewegen,ik trachtte
zoo welsprekend mogelyk te zyn,redeneerde
en pleitte zooals ik zelden, indien ooit, tot