ZDID-HOIUNDSCHI EN ZEEUWSCHE BttANDEI NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD, WEDSTRIJI OK-FREEN BAND EN 1RTIKELEN EUSRS No. 42 [OLLANDSGH IUWCREDIET. Het Egyptische Monster. LING PUTTEN MET en op WOENSDAG 4 SE] 's morgens om 10 ui m aardappelveld van dt er te Nieuwesluis (gen Hollandsehe Maatschapp w hebben vrijen toegan u' Lidmaatschapskaart, en leden zonder lidmaa ëtalen vijftig eents entré Namens het Bestuur, De Secretaris, G. LOEFF. ONZE EILANDEN f 208, MIDDELHARMJS ÜNDEL IN AANBEVELEND TGENSPLAAT ïsdag 28 Augustus e.k ngen van verschillende en handelaars in Land- k eiken WOENSDAG, des a uur, na aankomst der phouden worden in eene aal in liet Hotel Mosiker lt. 3-i •ouwers worden beleefd ?n steun te willen verlee- eurs te willen bezoeken. voor De Dit Blad verschijnt eiken Zaterdagmorgen. Prijs per kwartaalf 0,5O Afzonderlijke nummers- 0,05 Zaterdag 7 September 1912 19E Jaargang Alle voor de Redactie eu Administratie bestemde stukken en Advertentiën worden uiterlijk Vrijdagmorgen ingewacht bij de Administratie te Middelharnis. Prijs per adv .n* ten tien van 45 regels f 0,50 Iedere regel meer- 0,10 Groote letters naar plaatsruimte. Officieele Mededeelingeii. SCHIETOEFENINGEN, van liet fort Hoek van Holland. Volgens raededeeling van den Minister van Oorlog _.il op 10 en £00 noodig ook op 11 September a. s. eene schietoefening worden gehouden yan het fort Hoek van Holland. Er zal gevuurd worden met kanon van licht kaliber [6 c.M.] waarbij onveilig wordt aakt een driehoek, gevormd door het fort, eene roode vlag beN. en eene beZ. het zeegat tot op 3100 M. van het fort. Op de dagen, waarop gevuurd wordt, zal van het fort een roode vlag waaien, die 3 uur vóórhet begin der oefening halfstok en één uur vóór de oefening ge heel voorgebescben wordt, (Zie Ned. Krt. Noi. 218, 219, 202, 227.) Middelharnis 5 September 1912. De Burgemeester voornoemd, ULBO J. MIJS. Buitenlandscli Overzicht, pli.tiia.g- DTTEKDAM. kvendige ziekten b) van 9—4 ure. TOOR ALKMAAR. b Telefoon 73. ÏTSCHAPPEN ENKHUIZEN, Westerstraat 6. 's-GRAVENHAGE, Molenstraat 45. ROTTERDAM, Lenvehaven 107. ree Mlllioen Galden aatst en volgestort. TSCHAP verleent Cre- :elden in deposito, belast aan- en verkoop van .pons, sluit beleeningeu en verricht verder alle tot het Kassiersvak to rente 3 o/o. >p 30 Juni 1912. 3len f 6.156.624.51 - 1.312.513.31 - 270.447.42 Dt Directie J. F. MOENS. REEST. Mr. M. MOENS voor Middelharnis en DER KOOGH >»ELUAKWU. Nergens scherper dan in Duitschland komt op dit oogenblik de voor het algemeen be- laDg nadeelige invloed aan den dag, we'ke een Regeering uitoefend, die slechts de be langen van één enkele, weinig talrijke be volkingsgroep wil behartigen. Het systeem van hooge invoerrechten op do eerste levensbehoeften, dat na het aftre den van den Rijdskanselier Caprivi met steeds grooter consequentie werd toegepast, heeft de groote massa van het Duitsche volk gemaakt tot een weerloos explotatie-opject van de Duitsche „Landwirte", die op hun runderen, hun varkens,hun graan enz.steeds grooter winsten maken. Thans doet zich met name het gebrek aan vleescb, weer heviger dan ooit gevoelen, en de berichten van slagers, die failliet gaan, van gemeentebesturen, die adressen om hulp tot den bondsraad richten, van protestver gaderingen en meetings tegen de hooge in voerrechten en tegen de chicanes, waarmede de vleeschinvoer uit het buitenland wordt belet, willen maar niet ophouden. Want een muur van hooge invoerrechten wordt door deze Regeering, die de zaak- waarneemster der grootgrondbezitters is, niet eens voldoende geacht om voortdurend stijgende winsten aan haar commitenten te verzekeren. Er moet ook nog, onder het voorwendsel van bescherming van den Duit- schen veestapel tegen epidemische veeziek ten, een quarantaine-stelsel worden gehand haafd, waardoor de invoer wordt beperkt, op een wijze, die van een algeheel verbod van invoer maar zeer weinig verschilt. Zoo komt het, dat het vleesch in Duitsch land niet alleen duur is, maar dat ook tegen de verhoogde prijzen niet eens aan de vraag kan worden voldaan. Het verschijnsel der vleeschduurte wordt gecompliceerd door h6t verschijnsel der schaarschte van vleesch. Want de Duitsche veestapel is niet in staat om zelfs aan zeer matige eischen van vleesch-comsuptie te voldoen. Maar dat deert natuurlijk de heeren „Landwirte,, niet. FEUILLETON-. is „Mijnheer Forrester, ik ben een oude man hoe oud, dat kuntu niet denken en het is te laat nu om te beginnen met vijanden te maken. Het lot heeft in een van zijn booze oogenblikken mij met een onaangenaam uiterlijk bezocht, Neen, neem niet den schy'n aan, dat ge aDders denkt, want ik weet dat zeer waar is. Zij, jegens wie ik graag vriendelijk zou willen zijn, worden er door beleedigd. U echter, zou ik zoo gedacht hebben, ik zou onder de opper vlakte zien. Waarom zouden wü twisten Om uw eigen Shakespeare aan te halen. „Ik zou vrienden met u willen zijn en uwe liefde hebben." ik ben rijk, heb invloed, heb veel van de wereld gezien en de mensch- heid bestudeerd zooals weinig anderen ge daan hebben. Indien, daarom wü onze krachten samenvoegden, wat is er dan, dat "li te zamen niet zouden kunnen doen?" Ongelooflijk als het mag schijnen, na al "at ik door hem geleden had, liü had een zoodanigen invloed over mij, dat ik nu tot de ontdekking kwam, dat ik wenschte, dat het vopr mij niet noodig ware om de dingen Of de groote massa des volks langzamer hand wordt gespeend van vleesch-voedsel, laat hen volkomen koud, indien zü maar de zekerheid hebben, dat er in Duitschland geen enkel biefsteak wordt gegeten, die ■niet van hun runderen afkomstig is. Het heette eerst, dat, wanneer er maar eerst een voldoende gelegenheid tot afzet van het inlandsch vee in Duitschland was geschapen, de Duitsche veeteelt zich onmid- dellyk zou aanpassen aan de veranderde omstandigheden en weldra in staat zou zyn om aan de vermeerderde vraag te voldoen. Zü, die deze voorspiegelingen geloofden, zyn bedrogen uitgekomen. Waarom zouden de heeren grootgrondbe zitters zich toeleggen op uitbreiding van hun veefokkerijen, wanneer zy dezelfde en nog grooter winstvermeerdering, dan die welke zü met veel arbeid en moeite uit zulk een uitbreiding konden verkrijgen, hun zönder moeite en zonder arbeid in den schoot kon vallen, door eenvoudige verbooging hunner veepryzen. Men zag hier hetzelfde verschijnsel, dat zich voordoet overal, waar een bepaalde groep van producenten een monopolie voor hun produkt wisten te verwervende pro ductie werd stationair gehouden, of zelfs verminderd en de pryzen stegen. Zelfs in gevallen waar zulk een monopolie niet, zooals hier het geval was, door eeD onderdanige regeering kunstmatig wordt ge steund, doch uit natuurlyke oorzaken voort vloeit, doet zich dit verschynsel voor. Zoo herinneren wy ons, om maar iets te noemen het geval van een paar Fransche automo bielfabrieken, die, toen hun wagens zulk een goede reputatie hadden gekregen, dat bijna iedereon deze wilde hebben, en daardoor een groote overvloed van bestellingen kwam, eenvoudig hun prijzen sterk verhoogden. Daardoor bleef de omzet dezelfde, doch werd de winst veel grooter. Hadden zü den omvang van hun bedryf vergroot, dan zou hun dit groote sommen gelds hebben gekost. Thans bereikten zy hetzelfde resultaat zonder eenige moeite en kosten. Dat ook de eigenaars der Zuid-Afrikaan- sche diamantmynen jaren lang eenzelfde taktiek hebben gevolgd daarvan weet onze Nederlandsche diamantindustrie mede te praten. Men begrijpt dus, dat de vaderlandsliefde waarop de Duitsche jonkers steeds zoo prat gaan, töch niet groot genoeg by hen is, om ter wille van hun medeburgers zich met volle borst en met grooter kapitaal toe te leggen op uitbreiding van hun vee bedrijf. En zoo wordt dan het vleesch voedsel voor steeds breeder kringen van het Duitsche volk een moeilyk berykbare weelde. Hier en daar is men er toe overgegaan het vleesch te boycotten.Men wordt tydelyk vegetariër in massa. Indien er van dit middel eenig succes te wachten is, dan zal dit succes toch nooit van meer dan zeer voor- bügaanden aard kunnen zyn. Wy kunnen voorloopig nu eenmaal niet zonder vleesch- te zeggen, waarvoor ik gekomen was. Maar ik was niet van plan hem te laten ver moeden, dat ik zoo gemakkelyk ouder den indruk kwam, als hy scheen te denken. „Voordat er van vriendschap of zelfs van samenwerking tusscben ons gesproken kan worden, mynheer Pharos," zeide ik, „zal het noodig voor me zyn, dat wy elkaar volkomen begrijpen. Indien ik u onrecht heb aangedaan, zooals, dit moet ik bekennen, ik hoop, dat ik dit gedaan heb, wil ik u my'ne excuses maken en trachten het goed te maken. Weet u wel, dat op den nacht van mevrouw Medenham's soirée er een afschuwelyke moord werd begaan in den ouden antiquiteiten winkel op den hoek van de straat, die aan de straat grenst, waarin myn atelier is gelegen." „Men kan moeilyk de Engelsche bladen lezen, zonder dat bericht gezien te hebben," antwoordde hy ernstig, „maar ik kan nau- welyks begrypen in welk opzicht de zaak ray aangaat." Hier zweeg hü en staarde my voor een oogenblik in stilte aan, alsof hy verlangend was te lezen, wat er door myn ziel ging. Toen begon hy weer: „Het kan uwe bedoeling toch niet zyn mynheer, dat u zoo'n afkeer van my heeft, dat u gelooven moet, ik de schuldige aan die vreeselyke daad was?" „Daar u weet, dat er een moord werd gepleegd" zeido ik, „weet u misschien ook, voedsel. En wanneer de groote massa er in mocht slagen, er wel buiten te kunnen, dan zal dit tocb alleen kunnen geschieden door het vleesch te vervangen door ander stikstofhoudend voedsel als melk, eieren en sommige groenten waarvan de pryzen, zoolang het tegenwoordige protectiesysteem, hoerscht, ook alweer worden gemaakt dooi de groot-grondbezitters. De officieuze Norddeutsche Allgemeine Zeitung hoeft tegenover de groeiende ver ontwaardiging over de vleeschduurte, en den steeds luider uitgesproken eisch om open stelling der Duitsche grenzen voor buiten- landsch vee, een soort van verdediging be proefd. Het is waar, zoo zegt het regeeringsblad ongeveer, dat de vlee3chpryzen in dezen tyd ongewoon zyn gestegen. Maar dat mag men zoo maar niet toeachryven aan het feit, dat de Duitsche veestapel niet by machte is om aan de vleeschbehoefto van het Duitsche volk te voldoen. Want wèl i3 de aanvoer vau koeien en kalveren in den laatsten tijd achteruit gegaan, maar daarentegen is de aanvoer van schapen en varkens weer iets gestegen. Men ziet dus, dat, wat de schapen en varkens betreft, de capaciteit van de Duitsche veeteelt aan steeds hooger eischen voldoen. Men zal moeten toegeven, dat dit een zeor povere redeueeriug is. Want daar de bevolking telken jare grooter wordt in het Duitsche Ryk iets waar de Duitschers steeds zeer trotsch op zyn tegenover den Franschen „erfvijand" zou de veestapel in dezelfde verhouding moeten toenemen, zonder dat er nog van een voorutgang sprake zou kunnen zyn van het vermogen van dezen veestapel om aan de eischen van 't vleesch verbruik te voldoen. Eerst wanneer de vee-aanvoer op de markt voortdurend sterker toenam dan het bevolkingscyfer, zou men de hoop mogen koesteren, dat binnen afzienbaren tijd deze vee-aanvoer aan de vleeschbehoefte van het Duitsche volk zou kunnen voldoen. En in plaats dat dit laatste het geval is, blyft de aanvoer van de voornaamste groe pen van slachtvee zelfs niet stationnair, doch gaat zy sterk achteiuitl Het spreekt vanzelf, dat de ongeveer dertig duizend Duitsche grootgrondbezitters niet in staat zouden zyn op deze wüze een volk van zoovele millioenen te exploiteeren, wanneer zy niet op den steun konden reke nen van een andere economische-machtige groep der bevolkingde vertegenwoordigers der groot-indrustrie. Dezen steun nu bezitten zyEn zy hebben haar gekocht met de zeer hooge invoerrech ten op de producten der Duitsche groot industrie. Dit heeft weer tengevolge, dat den Duit- schar, in zyn eigen land, voor de producten van zyn eigen industrie, veel hooger pryzen moet betalen, dan de buitenlandsche ver bruiker, die de geëxploiteerde Duitsche ar tikelen koopt. Zoo betaalt, indien men een zeer sprekend voorbeeld verlangt dat dit moet gedaan zy'n tusschen midder nacht en één uur. U moet ook gelezen hebben, dat een persoon gezien werd, terwül hy door de achterdeur van het huis ging, toen het bijna op slag van éénen was en dat men geloofde, dat hy zich in myn atelier verscholen heeft." „Nu, dat u de gebeurtenis mij weer ver telt, beken ik, dat ik werkelijk iets van dien aard in de courant gelezen heb," ant woordde hy, „en ik herinner my ook gelezen te hebben, dat u den inspecteur van politie, die u bezocht om te worden ingelicht-, me- dedeeldet, dat naar uw beste weten zulk een man uwhuisniet was binnengekomen. Wat meer „Wel, mynheer Pharos, eenige oogenblik ken na het bewuste uur, dat u voor my verscheent, terwijl u moeilijk adem haaldet, alsof u hard geloopen hadt. Toen ik u onder vroeg, boodt gy het flauwe excuus aan, dat u na mevrouw Medenham's soirée eene wandeling waart gaan maken en verdwaal- det en geheel door toeval naarmy'natelier gekomen was." „Zooal3 ik u tot uwe geruststelling zal bewyzen, als u my alles verteld hebt, was dat juist, wat gebeurde." „Maar u heeft nog niet alles gehoord," antwoordde ik. „Terwyl u op my'ne ka mer het verlangen te Ikenneu gaaft dat u de mummie van den Egyptischen Toove- Duitsche Regeering aan de Krupp-fabrieken veel hooger pryzen voor de kanonnen, die zy koopt, dan by voorbeeld de Nederlandsche Regeering voor dezelfde kanonnen aan Krupp betaalt. Zoo wordt het Duitsche volk, van alle kanten benadeeld en geplukt, door het con- cequent toegepaste systeem van protectie. Het is te hopen, dat dit Duitsche voorbeeld ook in Nederland zyn afschrikwekkende werking zal uitoefenen. Nu de parlementen nog vacantie hebben en dus het politieke leven betrekkelyk stilstaat, dunkt het ons niet kwaad vast eens te zien hoe het in Hongarye by weder opening van het parlement zal gaan. Voor de leden van het parlement is eigenlyk de vacantie reeds voorby. Ofschoon de Ryksdag pas den löden Septemberweer wordt geopend zyn de afgevaardigden reeds den boer op om in hun kiesdistricten aan de kiezers te vertellen, welke houding zy by de eerstvol gende parlementaire debatten zullen aanne men en nog meer om hun houding diezy in de afgeloopen parlementaire periode hebben aangenomen, nader toe te lichten en te verdedigen. De oppositie is daarin voorgegaan en heeft reeds vroeger vooral in de steden volksvergaderingen belegd, waarin den kiezers duidelijk werd gemaakt wat de oorzaken van het conflict waren geweest en waarom de oppositie gehandeld had; gelyk zy gedaan heeft. De regeerings- meerderbeid heeft tot nog toe gezwegen, omdat dé ministerpresident Lukacz nog ni6ts omtrent zyn plannen voor dit zittings jaar bad meegedeeld. Thans echter heeft hy gesproken. De regeering wil drie wetsont werpen indienenle. de begrooting voor 1913, 2e, een nieuwe pensioenwet en dan de kieswet. De toelichting die de minister gaf was zoo weinigzeggend, dat de radicale vleugel van de regeeringsparfy over den minister-president niet best te spreken is. Het is namelyk voor die leden niet mogelijk om aan te toonen, dat de kieswet een werkelijk liberale oplossing van het kiesprobleem zal brengen, wat natuurlijk aan de oppositie de gelegenheid laat om te beweren, dat de regeeringsmeerderheid haar plannen niet mee durft deelen, omdat die meerderheid nooit een kieswet zal willen geven, die aan de eischen van het volk voldoet. De oppositie neemt echter toch een zwakke positie in, omdat haar ontbreekt de zoo noodige eendracht om resultaat van haar werken te kunnen verwachten. De verschil lende leiders zyn het in byna geen enkel opzicht eens, omtrent wat nu volgen moet. Kossuth die meestal de verzoenly'kste is, zal tevreden zyn wanneer waarborgen worden gegeven, dat in het vervolg gebeur tenissen als op den 4den Juni niet meer kunnen plaats hebben. De ondervoorzitter van zyn party echter, wil blyven strijden voor de ontbinding van het Parlement, omdat hy overtuigd is, dat de kiezers van de zyde der oppositie zullen kiezen. naar Phahures zoudt willen bezitten, druktet u den wensch uit, dat ik ze zou geven, en toen ik dit weigerde, hypnotiseerdet u mij en naamt ze weg zonder myn verlofeene zeer twyfelachtige handeling, indien het gezien wordt in het licht der vriendschap, die u beweert voor ray te gevoelen. Hoe de wet van het land dit zou beschouwen, weet u ongetwüfeld evengoed ais ik." Toen ik dit zeide, sloeg ik zyn gelaat nauwkeurig gade, maar al8 ik hoopte daar eenige uitdrukking van schaamte in te vin den, dan moest ik teleurgesteld worden. „Myn beste Forrester," zeide hy, „het is waarlijk zeer duidelyk, dat u dien diepen afkeer voor mij ontwikkeld hebt. Anders zou u moeielyk zoo gauw kwaad van my kunnen denken. Hoe zult u zich gevoelen, als ik u overtuig, dat al het kwade, datu van mü denkt, onverdiend is. Antwoord u mij daar eens op f" „Als u dat kunt doen," riep ik uit, my graag aan de hoop, die by my gaf willende vasthouden, „indien u bewüzen kunt, dat ik u onrecht heb aangedaan, dan wil het te graag meer, hoe dan ook, goed maken voor zoover ik dit kan. U kunt niet weten, wat deze laatste dagen voor my geweest zyn. Ik heb valsch gezworen om u te redden. Ik heb myn goeden naam op het spel gezet, ik heb - „En ik dank u," antwoordde hy. „ik ge- Justh daarentegen gaat juist tegen dit streven in door te verklaren, dat de aan hangers der oppositie in geen geval aan een verkiezing mogen deelnemen, die door dit kabinet is uitgeschreven. Andrassy vraagt hetzelfde als Kossuth, doch verlangt tevens dat minister Lukacz zal heengaan. En Appongi houdt zich nog heel rustig op zyn landgoed, waarschynlyk de kat eens uit den boom kykend om naar bewind van zaken met voorstellen te komen, die kans hebben aangenomen te worden. Voor de regeering is er nu een groote kans om met de oppositie voorgoed af te rekenen, niet door een wet tot opheffing der mandaten van kamerleden die zich niet onderwerpen, er door te jagen, doch door een werkelijke „oplossing" van de kiesrechtkwestie te brengen. Tot nog toe hebben de sociaal-democraten zich niet bü de oppositie aangesloten en op kiesvergaderingen verleenen zü bun byval aan ieder, die voor het algemeene geheime en gelyke kiesrecht opkomt, hetzy de spre ker tot de oppositie behoort, of lid der re- geeringsparty is. Komt nu minister Lukacz met een regeling die de sociaal-democra ten bevredigd, dan kan de oppositie die verder geen s*eun meer te wachten heeft, niets anders dan zich tegen wil en dank neerleggen by den bestaanden toestand. Ver zuimt Lukacz deze gelegenheid om een gun- stigen indruk Ie maken, dan is de crisis na van den zomer nog niet Yeel verder haar oplossing genaderd. De „Matin" verzekert dat de onderhan delaars in Zwitserland tusschen Italië en Turky'e nog verre van eenstemmig zyn. Uit de be3te bron beweren zy en de „Echo de Paris" te hebben dat Italië tot de volgende concessies bereid is Het verlangt geen erkenning door Tur kye van de Italiaansche bezetting van Tri- politanië. Italië is bereid de religieuse autoriteit des sultans in Tripolitanië te erkennen. Italië is bereid een aanzienlyke schade loosstelling in geld te betalen. Italië is bereid de Aegeïsche eilanden te ontruimen. Italië is bereid ook nog andere conces sies te doen. Op deze Italiaansche voorstellen wordt echter, volgens dezelfde bron, door Tur kye geantwoord De publieke openie zal een afstand van gebied tegen een openlijke schadeloosstel ling nooit begrijpen. De erkenning van de religieuze autoriteit der sultans is geen concessie, daar de Mo hammedanen die in elk geval erkennen. De ontruiming van de Aegeïsche eilanden is eveneens geen concessie, daar de mo gendheden een permanente bezetting niet zouden gedoogen. De onderhandelingen worden zeer ijve rig voortgezet. Poincaré ea Tittoni hebben een langdurig loof niet, dat u my ondankbaar zult vinden. Maar voordat ik uwe diensten aanneem, moet ik u bewyzen, dat ik niet zoo slecht ben als u denkt. Laten wü voor eeu oogen blik de- zaak eens beschouwen. Wy zullen eerst over de mummie-quastie handelen, wat zooals u my {zult toegeven, van het minste belang voor u persoonlyk is. Voordat ik alles van myzelf vertel,moetik uechter doen begrypen met welke moeilykheden ik te kampen heb. Om u müne bedoeling duidely ker te maken, zou het voor mü noodig zyn te bevestigen, wat u niet wildet geloo ven, hetgeen ik zeer goed kan begrypen. Misschien beging ik wel eene fout dien avond waarvan wy gesproken hebben, toen ik u deed gelooven, dat ik bü toeval uw atelier bezocht. Ik durf nu te bekennen, dat dit niet zoo was. Ik wist, dat u die mummie in uw bezit hadt. Ik had het al voor ge- ruimen tyd geweten, maar ik kon nognietin aanraking met u komen. Dien nacht bood de gelegenheid zich aan en ik greep ze met gretigheid aan. Ik kon niet tot den volgenden dag wachten, maar zocht u op binnen een paar uur na de ontmoeting op de soirée van mevrouw Medenham. Ik trachtte u er toe over (e halen om van de mummie af- staud te doen, maar tevergeefs. Müne smee kingen konden u niet bewegen,ik trachtte zoo welsprekend mogelyk te zyn,redeneerde en pleitte zooals ik zelden, indien ooit, tot

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1912 | | pagina 1