EUÏD-HOLLANDSCIE EN ZEEÜWSCI1 EILANDEN ELSDIJK. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD, L KNOOP, 3 Hulp- of 'rschotbank DHOLLANDSCB IBOÜWCREDIET. 'S No. 40 nnair io nationale theekbank Het Egyptische Monster. inde Goederen, enz. .ioor het Departement Midde; jmelsdijk der Maatscb. tot neen, verleent onder borgloc m van f 25 tol f 500. en moeten geschieden bij de Penningmeester [US, KADE, AHDDELHAENIS ANTOOR ALKMAA1I G U- Telefoon 7! G ENTSCIIA PPEN it 16. 3N, mburg straat. T, kt 99. ENKHUIZEN, Westerstraat 6, 's-GRAYENHAGF Molenstraat 45, ROTTERDAM, Lenvehaven 107, Twee Millioen Gulden geplaatst en volgestort. NOOTSCHAP verleent Cre mt gelden in deposito, belas den aan- en verkoop vai coupons, sluit belecningoi atiën en verricht verder alli :fpden tot het Kassiersval iposito rente 3 °/o. kT op 30 Jnni 1912. Iredieten -. f 6.156.624.51 - 1312.513.31 - 270.447.42 yreitter De Directie asarissen J. F. MOENS. FOREEST. Mr. M. MOENf ident voor Middelharnis en N DER KOOGH IHDOELHAEWU. „BATO", rdam. nde ziekten, borst*, maag- vrouwenziekten, enz. rdags) van 94 ure. )BBTS, -A.rts. ag- I ONZE EILAND VOOR DB il Blad verschijnt eiken Zaterdagmorgen. •ijs per kwartaalf 0,50 fzonderlijke nummers- 0,05 Zaterdag 24 Augustus 1912 19E Jaargang Alle voor de Redactie eu Administratie bestemde stukken en Advertentiën worden uiterlijk Vrijdagmorgen ingewacht bij de Administratie te Middelharnis. Prijs per advjrtentiën van 1—5 regels f 0,50 Iedere regel meer- 0,10 Groote letters naar plaatsruimte. Buitenlandscli Overzicht. *acht 43, Amsterdam Telegr.-Adres in de Nederlandsclie Bond lelaren in Aardappelen. ch met den verkoop van Aardappelen, voor verkoop-onkosten Apeldoorn, pjeeft 5 Pandbrieven uil koers van 101 */4 °/0, plu? ite in stukken van f2500,—, 500,—, ƒ250,en f 100,-. ar ten kantore der Bank en n GAST ZOON| SOMMELSDIJK. 3SWAARDE! De wereld is vol vermoedens. Van alle anten beweert, let op dit woord beweert, ïen verschillende zaken te weten, die men ch ter niet dan onder bet grootste voorbehoud an aanvaarden. De groote bladen beweren ellenlange kolommen dat zy volkomen de hoogte zijn van wat er tusschen den ranachen minister president Poincaré by iens bezoek aan St Petersburg en den lussischen minister president Kokowzof is esproken. En toch hebben geen van deze eide heeren noch de by de gesprekken ltoos aanwezige Russische minister van uitenlandsche zaken Sasonef zich op enigerlei wijze aan de talrijke „visschende" ournalisten uitgelaten. 1 Dn niettegenstaande dus officieel niets met ;ekerheid omtrent de gesprekken valt mee deelen, want uit hetofficieelecommuniqué niet bet minste positiefs te balen, staan och de bladen dag in dag uit vol over erbonden die zouden zijn gesloten, conven es die tusschen beide landen zouden zyn angegaan. Alles dus niets meer dan vermoedens met nisschien een schijn van waarheid, die ichter wie weet hoe lang op bevestiging zal aten wachten. Echo de Paris" maakte den tekst penbaar van eenrede die dr. Paasche, ice-piesident van den Duitschen Rijksdag p24 Juli aan een feestmaal van de Duitsche [olonie te Vancouver in Britsch-Columbia )H hebben gehouden. Het karakter van vermoeden, dat aan dit lericht vastzit, wordt nog verstrekt, doordat iet Fransche blad als zeer anti Duitsch- jezind bekend staat. Het blad beweert, dat r. Paasche in zyn rede zich zeeronvrien- eiyk over Frankryk zou hebben uitgelaten, fa allereerst een vriendelijkheid aan het dres van Engeland te hebben gezegd, moet 'r. Paasche voortgegaan zijn „Duitschland 3 een land, dat binnen 15 jaren een bevol ing van 80 millioen zielen zal tellen, dus Dgeveer dubbel zoo groot als Frankryk. Daarom heeft Duitschland het recht zich neester te maken van een zoo slecht losloon markteeld 10 6er0geerd land als Marokko, waarvan het hfl7.it vnnr TTranbriilr nvericrAna nncr 7.car nua. Direct na verkoop van geld. bezit voor Frankrijk overigens nog zeer wyfelachtig is. Dr. Paasche vroeg trouwens ook welk echt Frankrijk op dit land heeft. Hy' meende dat voor Duitschland de ty'd gekomen was om een expansiepolitiek te gaan voeren en zich zoodoende toegang te verschaffen waar het zich heden de deur gebarricadeerd vindt. En aan het slot nog een vriendelijkheid voor den Engelschman, hy zei, dat als iemand daarby op de teenen getrapt moest worden, hij hoopte, dat de teenen niet aan een Engelschen voet ;ouden zitten. Alweer dus vermoedens, geruchten waar van de tyd weer zal leeren, of zy waarheid bevatten, ja dan neen. Voor Frankryk hangt trouwens naar de FEtriLLETON. jekende adressen DLLEMAN, Dirksland. 3TENBOER, Nieuw-Helvoet. Ten laatste volkomen wakker en nog meer geheel en al boos, stond ik van mjjn ligplaats op en terwijl ik mij kleedde, opende ik het venster van de kamer en stapte op het bal kon naar buiten. Het was een heerlijke nacht, zulk een, zooals zelden indien ooit, in Engeland gezien wordt, de lucht zóó zacht en teer, als de eerste liefdeomhelzing. Boven gleed de maaD overeen wolkenloozen bemel, waar ze met een prachtvol licht de stad, die zich van rechts naar links uitstrekt, verlicht, en de ruime haven, die onmiddellijk voor my lag. den Vesuvius, J' zich zwart en ontzaglijk afteekendeen flauweD omtrek der heuvels in de richting van Castellamare en Sorrento, waarom weet ik niet, maar ik kon niet langer alleen aan Pharos denken. Het schoone gelaat van zyne metgezellin zag ik voort durend vóór mij. Daar was dezelfde uit drukking van wanhoop, die ik my nog herinnerde van den eersten keer, dat ik naar zagmaar er was dit verschil, dat zy nu op een vage, twijfelachtige wijze hulp acneen te zoeken om haar uit het leven, „geruchten" willen, nog meer onaangenaam in de lucht. Wanneer de voorteekens niet bedriegen, dan gaat Frankryk in Marokko een ernstigen tyd tegemoet. Zoowel in het Zuidwesten als in het Noordoosten schijnt de bevolking zieh in toenemend aantal tegen de Fransche indringers te gaan verzetten. Zelfs scbynt het zoover gekomen te zyn, dat generaal Lyautey het noodig oordeelt Marrakesj te ontruimen, en bovendien den directen steun van een oorlogsschip heeft Moelay Hafld heeft intusschen Marokko verlaten, nadat by wel gezorgd had, dat hy van gebrek niet behoefde om te komen. Als direct „handgeld" heeft hy van Frankrijk 400.000 frs. gehad, terwijl hem jaarlijks nog 350.000 frs. zal worden uitgekeerd. Zou deze ex-Sultan zich tijdig in veiligheid hebben gesteld, omdat hij vreesde den toorn van zijn landslieden voor zyn overloopen naar de Fransche indringers? Het is alles nog een duister vermoeden. De zwarte toe komst houdt nog zooveel verborgen, wat we gaarne in het volle daglicht zouden zien, maar geleidelijk wikkelt zich alles af, niet heftiger voortgaande om aan 'smonschen verlangen naar weten te voldoen. Afwach ten blijft altoos geboden, kalm aanvaarden alles wat de tyd ons nog brengen zal. De duurte van vleescb en andere belang rijke voedingsmiddelen laat zich dezen zomer weer zoozeer gelden, dat de Duitsche pers er opnieuw ernstige aandacht aan gaat schenken. Van alle kanten komen de klach ten, zoowel uit de kringen van de verbrui kers als uit die van den tusschenhandel. In de eerste plaats is men het er over eens, dat de prijs van het vleesch een ongekende hoogte bereikt heeft. Van agra rische zijde is men gewoon zulk een prijs stijging aan de snoode vleeschhouwers te wijten en het voor te stellen, alsof de arme landbouw van de hoogere prijzen zoo goed als geen profijt trekt. Als men echter de Deutsche Fleischerzeitung, het orgaan van het Duitsche verbond van vleeschhouwers, mag looven, lijden juist de slagers het aller meest onder de duurte van het vleesch. „De schaarschte en duurte van het vee zoo verklaart de Fleischerzeitung vormen op het oogenblik de grootste en ernstigste zorg van het vleeschhouwers bedrijf: van de eene markt tot de andere stijgen de prijzen van alle soorten van slachtvee, en de verdiensten van de patroons slinken hoe langer hoe meer. Daarby komt, dat de klanten, die van den werkelijken toestand niet op de hoogte zyn, en het van agrarische zijde bewerkte deel van de pers aan de vleeschhouwers de schuld wijten van de ramp, die zoo zwaar op de bevolking drukt, Grondige en gezaghebbende inlichting van het publiek is dringend noodig. Dit zou het best kunnen geschieden door de ver spreiding van een strooibiljet door districts- vereenigen en plaatselijke gilden. Eiken dag wordt de toestand van de vleeschhouwers slechter. Er moet iets gebeuren." dat ze leidde, te redden en uit de macht van den man, die haar evenals my onder zyn invloed had gebracht. Hare schoonheid sprak tot my als geen andere ooit gedaan had. Ik kon hare zachte stem hooren, en de echo van hare wilde, zonderlinge muziek, zóó duidelijk, alsof ik nog naar haar in de ontvangzaal van Mevrouw Medenham zat te luisterenen vreemd, het te vertellen, het stemde my tot kalmte, toen ik dacht, dat het zelfs mogelijk zou kunnen zyn, dat wy in dezelfde stad waren. Ruim een uur bleef ik op het balkon, neerkijkende op de door de maan verlichtte stad en denkende aan de verandering, die in myn leven door de laatste dagen was gekomen. Toen ik naar mijne slaapkamer terugkeerde en nog eens mijn leger opzocht, verliepen er nauwelijks vijf minuten, voor dat ik in een zwaren slaap viel, waarin ik niet droomde en waaruit ik 'niet vóór byna negen uur ontwaakte. Zeer verfrischt, kleedde ik mij aan na een haastig ontbijt, dat my beter smaakte, dan eenige dagen geleden, verzwolgen te hebbenzette mijn hoed op en verliet het hótel om Signor Angelotti te zoeken, die, zooals het kaartje my zei, het beroep uitoefende van algemeen briefschrijver in de booggaleryen van den San Carlo Schouwburg. Ik betwijfel het zeer of in al de jaren, die voorbijgegaan zijn, sinds de verlichte Het Bestuur van de Berlynsche vleesch- houwersgilde heeft een dergelijke verklaring aan de bladen gezonden. Het zegt daarin dat er een groot gebrek aan slachtvee heerscht en dat dientengevolge voor run deren en varkens prijzen moeten betaald worden, die hun wedergade niet hebben en volkomen onevenredig aan de productie kosten van het vee zyn. De Duitsche vee stapel schiet te kort en de invoer uit landen, die rijk aan vee zyn, is door allerlei ver ordeningen onmogelijk gemaakt. Zoo lang deze toestand voortduurt, moeten de prij zen van vleesch en vleeschwaren blijven stijgen en het is niet te voorzien, dat daarin eenige verbetering zal komen. De Dusseldorfsche slagers, die ook de pers in den arm hebben genomen om hun grieven te luchten, voeren enkele marktprij zen aan, om hun beweringeu waar te maken. In Juli bedroeg de marktprijs van varkens tusschen de 75 en 76 mk. de 50 K.G levend gewicht tegen 5659 mk. in Juli 1911, van ossen 95 98 mk. tegen 84—87 mk. Dien overeenkomstig zyn rund- en varkens- vleesch met 10 pf. en meer het pond opge slagen. Alleen kalfsvleesch is maar weinig in prys gestegen (2-3 pf.). Times en Matin bevatten een gelijkluidend bericht over den inhoud van het verdrag tusschen Frankryk en Spanje aangaande Marokko, waarvan men dezer dagen de onderteekening verwacht. Volgens dat ver drag zal Spanje zyn Strook in Noord-Marokko behouden en op voorwaarde, dat hy niet zal worden versterkt, den berg Gani, die Alcazar beheerscht. Spanje staat het grootste gedeelte van zyn Zuidelijk gebied van invloed af, maar be houdt er een kuststrook van 100 KM. lengte van. De stadhouder des sultans in het Spaan sche gebied wordt gekozen uit een lyst, door Spanje opgemaakt. De Franciskaansche missies zullen wor den samengesteld uit Fransche en Spaansche zendelingen. Alleen den Paus wordt het recht voorbehouden nieuwe parochies te stichten. Frankryk zal zich, evenals Spanje, onmiddellijk met het Vaticaan moeten ver staan. Frankryk en Spanje zullen de inkomsten van de tollen, ieder in zy'D gebied mogen behouden, slechts moet Spanje de inkomsten van de in- en uitgaande rechten die het in de havens van zyn gebied int, aan de Marok- kaansche Bank afstaan, in verband met de voorschotten, die deze bank heeft verstrekt. Clausules betreffen het goederenvervoer van het eene gebied in het andere, de schul den van bet Magzen, den spoorweg van Tanger naar Fez en de grenspolitie. Hot internationaal maken van Tanger regelt het verdrag niet. De haven van Tanger zal zelfstandig zijn, een gemeentelijk bestuur hebben en onder een internationalen raad staan. De Parysche avondbladen spreken de bovenbedoelde inlichtingen van de Times tegen, wat aangaat de economische en ad ministratieve punten van het verprag tus schen Frankryk en Spanje, maar voor zoover de mededeelingen van de Times betrekking hebben op de verdeoling van grondgebied worden zy in hoofdzaak als juist erkend. Men weet te Parijs te vertellen, dat het verdrag een clausule zal bevatten aangaande arbitrage in Den Haag. Terwyl de Temps zegt, dat verscheidene punten van het verdrag nog hangende zijn, seint de correspondent van dat blad te San Sebastian, dat de burgemeester van die plaats reeds de pen heeft gevraagd, die bij de onderteekening te San Sebastian :zal dienen. Villadueva wordt als toekomstig resident- generaal van Spanje in Marokko genoemd. Don Pedro de Toledo den grond gelegd heeft van den prachtigen doorgang, die zyn naam draagt, ooit een mensch er langs is gegaan voor een zonderlinger boodschap dan die welke, ik dien dag moest doen. Om te beginnen, moest ik nog uitvinden, in welke betrekking de beroemde Angelotti tot mijn heer Pharos kon staan en dan hoever het in zyne macht stond my te helpen. Zou hy zijne zaak verlaten en mij dadelijk naar het verblijf van den Egyptenaar voeren, of zou hy alles loochenen, wat hy van den bewusten persoon wist, en my oningelicht wegzenden Van deze pnnten, besloot ik, zoo spoedig mogelijk het mijne te hebben. Van al de eigenaardige gedeelten van Napels is het punt, waar de ViaRoma, de Piazza San Ferdinando snijdt, waarop de bedoelde schouwburg is gelegen, zeker het merkwaardigst. Hier heeft men gelegenheid het leven der stad onder de gunstigste om standigheden te bestudeeren.My ngeesteGhter was bij deze gelegenheid te veel bezig, zich afvragende, wat het eind van myn boodschap zou zyn, dan dat ik eenigen tyd voor het levendige tooneel om mij heen kon missen. Bij den schouwburg, nam ik het kaartje uit myn zak en bekeek het nog eens, Het was eenvoudig, eerlijk schrift, zooals Sir George's eigen leven was, en, zooals ik reeds gezegd heb, meldde het my, dat ik naar dezen verborgen Angelotti moest zoeken, die pu- William Booth, t Een telegram uit Londen meldt het over lijden van Generaal Booth, den leider van het Leger des Heils. Dinsdagavond om 10 uur 20 min. is hij in zyne woning te Hadley Woods, even buiten de Noordelijke grenzen der wereldstad gestorven. De wereld heeft door zijn afsterven den dood te betreuren van een man, die smaad verachting, bespotting verdurende, onver saagd bleef werken voor zyn overtuiging, zich bewust dat hy een roeping te vervullen had. Met zijn heengaan wordt het verschei den betreurd van een man, die groote dingen tot stand heeft gebracht en wiens heftigste tegenstanders hebben moeten erkennen, dat hij door zyn voorbeeld, zijn onvergelykelijke werkkracht en zijn machtig organisatietalent in staat is geweest velen tot zegen te zyn. William Booth werd den lOen April 1829 geboren. Hij bereikte dus den hoogen leeftijd van 83 jaren. Reeds op vijftienjarigen leeftijd kwam hy onder den indruk der Wesleyaansche Metho disten en trad onder hen als spreker op. Vijf jaren later kwam hy naar Londen, waar hy als straatprediker optrad, waardoor hy genoodzaakt was zich van de WeBleyanen af te scheiden. Hij bleef, terzijde gestaan door zyn echtgenoote, Miss Catherine Mum- ford, prediken in stad en land, te Wolsall oprichtende, wat toen genoemd werd de „Hallelujah Band". In 1862 tradt Booth in geestelijken dienst, doch legde reeds in 1861 zyn ambt by de New Connection Church neer. Op zyn reizen door het land kwam hij te Londen, waar hem de ellende onder de bevolking van Oost- Londen trof. In 1864 begonnen Booth en zijn vrouw ernstig hun arbeid in het LoDdenscbe East End; in Whitechapel en de buurten daarom heen, waar de diepste ellende heerschte. Dadr richtten zy aanvankelijk de East Lon den Mission op, welke naam in 1878 in dien van Salvation Army werd veranderd. Door zyn onvermoeid prediken in de straten, door het volk te trekken met uiter lijk vertoon, door populaire zangwijzen, door bliek briefschrijver was onder de bogen van den beroemsten schouwburg, en tevens de bewaarders van het adres van den Egypte naar. Toen ik zag op de woorden „Publiek- Briefschrijver," rees er een ander tooneel voor mijn geestesoog. Verscheidene jaren geleden bad ik Napels met een aantal vrienden bezocht, onder wie een jeugdige Amerikaanscbe dame was, wier levendigheid en geestigheid haar tot de ziel van het gezelschap maakten. Eens konnietshaar zoo veel genot verschaffen, als opstraatte blijven stilstaan en eén dezer publieke schrijvers aan bet werk te zetten, om een brief voor haar aan een harer kennissen in New-York op te stellen. Ik zie nog, hoe de oude man plezier had, en het aardige, vroolyke gezicht van het meisje, toen zy trachtte hem in gebroken Italiaansch te doen begrijpen, wat zy wenschte te zeggen. Dien namiddag, herinner ik mij, gingen we naar Capri en kwamen laat thuis, waarvoor wij van de oudere leden van het gezelschap, die achter gebleven waren, hoogstwaarschijnlijk een standje hadden gekregen, ware het niet voor het feit, dat twee belangrijke uitnoodigingen, waarop wij reeds lang gehoopt hadden, bekend gemaakt werden als het gevolg vaD dien tocht. Ik kon niet nalaten het genot, waarmede ik eene weddenschap van een paar Jhandschoenen met de jeugdige Ame rikaanscbe had aangegaan, dat zij den in kroegen en holen door te dringen, door te spreken in zalen en schouwburgen, overal waar slechts gelegenheid was, bovenal door te eischen blinde gehoorzaamheid van zijn buitengewoon organiseerend talent, heeft hij het Leger des Heils gemaakt tot wat het thans is. In 1878 telde het leger in Engeland 75 corpsen en 120 officieren en droeg het publiek voor Booth's werk 1925 byin 1910, toen het Heilsleger reeds lang zyn vertakkingen had over geheel de wereld, telde het op de Britsche Eilanden 1447 corpsen en 3191 officierenin de Vereenigde Staten 871 en 2983; Zuid Amerika en West-Indie 128 en 188; Canada enNewFoundland465en950; Australië en Java 1288 en 1721; Indie, Ceylon, Japan en Korea 2584 en 1626Zuid- Afrika en St. Helena 110 en 278Frankryk, Belgie, Zwitserland en Italië 374 en 499; Duitschland en Nederland 248 en 772Zwe den, Noorwegen, Finland, Denemarken en IJsland 1067 en 1578; Gibraltar en Malta 2 en 5, totaal 8512 corpsen en 13,726 offi cieren. In het Leger des Heils bezat generaal Booth de onbeperkte macht. Sedert 1880 geeft hy het Weekblad „The War Cry" uit. Van zyn geschriften is vooral te noemen„In darkest Engeland aad the way out"' (Londen, 1890), waarin een uit voerig plan tot redding van de verongelukten wordt uiteengezet. Verder: Letters to my Soldiers, Religion for Every Day. De inkom sten van zyn werken en van de kranten waren steeds voor de kas van het Leger. In de laatste jaren ondernam hy groote reizen door vele landen van Europa, door Zuid-Afrika, Australië en Indie. Sedert het jaar 1855 was hy gehuwd met Catherine Mumford (overleden in 1890), die hem in zyn werk trouw ter zjjde stond. In Oct. 1905 werd hem door het bestuur der City te Lon den het eereburgerschap verleent!. Zyn oudste zoon Bramwell werd chef van den generalen staf, terwijl ook zyn overige zonen en dochter3zich wijden aan zyn werk. Sedert 1890 trachtte Booth ook een oplossing te geven van het sociale vraagstuk. Bekend is zyn uitspraak: „Wie my steunt, helpt de sociale kwestie oplossen". Voor de verwezen lijking van zyn plaunen ontving hij talrijke bijdragen. De generaal kende geen verstrooiingen. Alleen moet bij genoegen hebben gevonden in reizen, ofschoon hy op reis even hard werkte als thuis. Vijfmaal heeft hy Amerika en Canada bezocht, driemaal Australië en Zuid Afrika, tweemaal Indie, eenmaal Japan en verscheiden malen bijna alle landen van Europa. Zijn laatste bezoek aan Nederland in het begin van dit jaar zal den lezers nog levendig voor den geest staan. Zyn laatste groote dag was wel de viering van zyn 80sten geboortedag in Albert Hall te Londen, waar tallooze deputaties uit alle landen der wereld hem kwamen huldigen. Sedert bleef vooral lichamelijke tegenspoed hem niet bespaard. Een oogziekte, die een aantal operaties niet kon doen genezen, briefschrijver, van wien hier boven verhaald is, niet zou gebruiken, met mijne gevoelens, waarmede ik nu naar, Angelotti zocht, te vergelijken. De eerste tafel naderende, vroeg ik den man, daarachter of hy mij kon zeggen, waar ik den persoon, dien ik noodig had, zou kunnen vinden. „Angelotti, zei u signore?" antwoordde de jongen, zyn hoofd schuddende, „ik ken er geen van dien naam onder de schrijvers hier." Toen zich tot een man keerende, die op een kleinen afstand van hem was gezeten, vroeg hij hem met hetzelfde gevolg. Het begon er daar uit te zien, alsof Se- grath eene vergissing moest begaan hebben en dat de persoon, in wiens bewaring het geheim van Pharos adres was, even moeilijk was te vinden als zyn meester. Maar zon der resultaat zooala mijn eerste onderzoek geweest was, was het niet bepaald, dat ik in het eind teleurgesteld zou worden. Een lange, donkere, jonge man van het echte Napolitaansche slenter-type, die dichtbij tegen een muur geleund had, terwijl hij een sigarette rookte en een weinig belang stelde in ons gesprek, bewoog nu zyn rug van zyne rustplaats en nadere ons. „Duizend excuses, Excellenza," zeidehij, „maar u noemde den naam van een zekeren Angelotti, een publieken briefschrijver. Ik ken hem en met signor's verlof zal ik hem naar dien persoon brengen."

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1912 | | pagina 1