EUÏD-HOLLANDSCIE EN ZEEÜWSCI1 EILANDEN
ELSDIJK.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD,
L KNOOP,
3 Hulp- of
'rschotbank
DHOLLANDSCB
IBOÜWCREDIET.
'S
No. 40
nnair io
nationale
theekbank
Het Egyptische Monster.
inde Goederen, enz.
.ioor het Departement Midde;
jmelsdijk der Maatscb. tot
neen, verleent onder borgloc
m van f 25 tol f 500.
en moeten geschieden bij de
Penningmeester
[US, KADE, AHDDELHAENIS
ANTOOR ALKMAA1I
G U- Telefoon 7!
G ENTSCIIA PPEN
it 16.
3N,
mburg
straat.
T,
kt 99.
ENKHUIZEN,
Westerstraat 6,
's-GRAYENHAGF
Molenstraat 45,
ROTTERDAM,
Lenvehaven 107,
Twee Millioen Gulden
geplaatst en volgestort.
NOOTSCHAP verleent Cre
mt gelden in deposito, belas
den aan- en verkoop vai
coupons, sluit belecningoi
atiën en verricht verder alli
:fpden tot het Kassiersval
iposito rente 3 °/o.
kT op 30 Jnni 1912.
Iredieten -. f 6.156.624.51
- 1312.513.31
- 270.447.42
yreitter De Directie
asarissen J. F. MOENS.
FOREEST. Mr. M. MOENf
ident voor Middelharnis en
N DER KOOGH
IHDOELHAEWU.
„BATO",
rdam.
nde ziekten, borst*, maag-
vrouwenziekten, enz.
rdags) van 94 ure.
)BBTS, -A.rts.
ag- I
ONZE EILAND
VOOR DB
il Blad verschijnt eiken Zaterdagmorgen.
•ijs per kwartaalf 0,50
fzonderlijke nummers- 0,05
Zaterdag 24 Augustus 1912 19E Jaargang
Alle voor de Redactie eu Administratie bestemde stukken en Advertentiën worden uiterlijk
Vrijdagmorgen ingewacht bij de Administratie te Middelharnis.
Prijs per advjrtentiën van 1—5 regels f 0,50
Iedere regel meer- 0,10
Groote letters naar plaatsruimte.
Buitenlandscli Overzicht.
*acht 43, Amsterdam
Telegr.-Adres
in de Nederlandsclie Bond
lelaren in Aardappelen.
ch met den verkoop van
Aardappelen,
voor verkoop-onkosten
Apeldoorn,
pjeeft 5 Pandbrieven uil
koers van 101 */4 °/0, plu?
ite in stukken van f2500,—,
500,—, ƒ250,en f 100,-.
ar ten kantore der Bank en
n
GAST ZOON|
SOMMELSDIJK.
3SWAARDE!
De wereld is vol vermoedens. Van alle
anten beweert, let op dit woord beweert,
ïen verschillende zaken te weten, die men
ch ter niet dan onder bet grootste voorbehoud
an aanvaarden. De groote bladen beweren
ellenlange kolommen dat zy volkomen
de hoogte zijn van wat er tusschen den
ranachen minister president Poincaré by
iens bezoek aan St Petersburg en den
lussischen minister president Kokowzof is
esproken. En toch hebben geen van deze
eide heeren noch de by de gesprekken
ltoos aanwezige Russische minister van
uitenlandsche zaken Sasonef zich op
enigerlei wijze aan de talrijke „visschende"
ournalisten uitgelaten.
1 Dn niettegenstaande dus officieel niets met
;ekerheid omtrent de gesprekken valt mee
deelen, want uit hetofficieelecommuniqué
niet bet minste positiefs te balen, staan
och de bladen dag in dag uit vol over
erbonden die zouden zijn gesloten, conven
es die tusschen beide landen zouden zyn
angegaan.
Alles dus niets meer dan vermoedens met
nisschien een schijn van waarheid, die
ichter wie weet hoe lang op bevestiging zal
aten wachten.
Echo de Paris" maakte den tekst
penbaar van eenrede die dr. Paasche,
ice-piesident van den Duitschen Rijksdag
p24 Juli aan een feestmaal van de Duitsche
[olonie te Vancouver in Britsch-Columbia
)H hebben gehouden.
Het karakter van vermoeden, dat aan dit
lericht vastzit, wordt nog verstrekt, doordat
iet Fransche blad als zeer anti Duitsch-
jezind bekend staat. Het blad beweert, dat
r. Paasche in zyn rede zich zeeronvrien-
eiyk over Frankryk zou hebben uitgelaten,
fa allereerst een vriendelijkheid aan het
dres van Engeland te hebben gezegd, moet
'r. Paasche voortgegaan zijn „Duitschland
3 een land, dat binnen 15 jaren een bevol
ing van 80 millioen zielen zal tellen, dus
Dgeveer dubbel zoo groot als Frankryk.
Daarom heeft Duitschland het recht zich
neester te maken van een zoo slecht
losloon markteeld 10 6er0geerd land als Marokko, waarvan het
hfl7.it vnnr TTranbriilr nvericrAna nncr 7.car
nua. Direct na verkoop
van geld.
bezit voor Frankrijk overigens nog zeer
wyfelachtig is.
Dr. Paasche vroeg trouwens ook welk
echt Frankrijk op dit land heeft.
Hy' meende dat voor Duitschland de ty'd
gekomen was om een expansiepolitiek te
gaan voeren en zich zoodoende toegang te
verschaffen waar het zich heden de deur
gebarricadeerd vindt. En aan het slot nog
een vriendelijkheid voor den Engelschman,
hy zei, dat als iemand daarby op de
teenen getrapt moest worden, hij hoopte,
dat de teenen niet aan een Engelschen voet
;ouden zitten.
Alweer dus vermoedens, geruchten waar
van de tyd weer zal leeren, of zy waarheid
bevatten, ja dan neen.
Voor Frankryk hangt trouwens naar de
FEtriLLETON.
jekende adressen
DLLEMAN, Dirksland.
3TENBOER, Nieuw-Helvoet.
Ten laatste volkomen wakker en nog meer
geheel en al boos, stond ik van mjjn ligplaats
op en terwijl ik mij kleedde, opende ik het
venster van de kamer en stapte op het bal
kon naar buiten. Het was een heerlijke
nacht, zulk een, zooals zelden indien ooit,
in Engeland gezien wordt, de lucht zóó
zacht en teer, als de eerste liefdeomhelzing.
Boven gleed de maaD overeen wolkenloozen
bemel, waar ze met een prachtvol licht
de stad, die zich van rechts naar links
uitstrekt, verlicht, en de ruime haven, die
onmiddellijk voor my lag. den Vesuvius,
J' zich zwart en ontzaglijk afteekendeen
flauweD omtrek der heuvels in de
richting van Castellamare en Sorrento,
waarom weet ik niet, maar ik kon niet langer
alleen aan Pharos denken. Het schoone
gelaat van zyne metgezellin zag ik voort
durend vóór mij. Daar was dezelfde uit
drukking van wanhoop, die ik my nog
herinnerde van den eersten keer, dat ik
naar zagmaar er was dit verschil, dat zy
nu op een vage, twijfelachtige wijze hulp
acneen te zoeken om haar uit het leven,
„geruchten" willen, nog meer onaangenaam
in de lucht. Wanneer de voorteekens niet
bedriegen, dan gaat Frankryk in Marokko
een ernstigen tyd tegemoet. Zoowel in het
Zuidwesten als in het Noordoosten schijnt
de bevolking zieh in toenemend aantal tegen
de Fransche indringers te gaan verzetten.
Zelfs scbynt het zoover gekomen te zyn,
dat generaal Lyautey het noodig oordeelt
Marrakesj te ontruimen, en bovendien den
directen steun van een oorlogsschip heeft
Moelay Hafld heeft intusschen Marokko
verlaten, nadat by wel gezorgd had, dat
hy van gebrek niet behoefde om te komen.
Als direct „handgeld" heeft hy van Frankrijk
400.000 frs. gehad, terwijl hem jaarlijks
nog 350.000 frs. zal worden uitgekeerd.
Zou deze ex-Sultan zich tijdig in veiligheid
hebben gesteld, omdat hij vreesde den toorn
van zijn landslieden voor zyn overloopen
naar de Fransche indringers? Het is alles
nog een duister vermoeden. De zwarte toe
komst houdt nog zooveel verborgen, wat
we gaarne in het volle daglicht zouden zien,
maar geleidelijk wikkelt zich alles af, niet
heftiger voortgaande om aan 'smonschen
verlangen naar weten te voldoen. Afwach
ten blijft altoos geboden, kalm aanvaarden
alles wat de tyd ons nog brengen zal.
De duurte van vleescb en andere belang
rijke voedingsmiddelen laat zich dezen
zomer weer zoozeer gelden, dat de Duitsche
pers er opnieuw ernstige aandacht aan gaat
schenken. Van alle kanten komen de klach
ten, zoowel uit de kringen van de verbrui
kers als uit die van den tusschenhandel.
In de eerste plaats is men het er over
eens, dat de prijs van het vleesch een
ongekende hoogte bereikt heeft. Van agra
rische zijde is men gewoon zulk een prijs
stijging aan de snoode vleeschhouwers te
wijten en het voor te stellen, alsof de arme
landbouw van de hoogere prijzen zoo goed
als geen profijt trekt. Als men echter de
Deutsche Fleischerzeitung, het orgaan van
het Duitsche verbond van vleeschhouwers,
mag looven, lijden juist de slagers het aller
meest onder de duurte van het vleesch.
„De schaarschte en duurte van het vee
zoo verklaart de Fleischerzeitung
vormen op het oogenblik de grootste en
ernstigste zorg van het vleeschhouwers
bedrijf: van de eene markt tot de andere
stijgen de prijzen van alle soorten van
slachtvee, en de verdiensten van de patroons
slinken hoe langer hoe meer. Daarby komt,
dat de klanten, die van den werkelijken
toestand niet op de hoogte zyn, en het van
agrarische zijde bewerkte deel van de pers
aan de vleeschhouwers de schuld wijten
van de ramp, die zoo zwaar op de bevolking
drukt, Grondige en gezaghebbende inlichting
van het publiek is dringend noodig. Dit zou
het best kunnen geschieden door de ver
spreiding van een strooibiljet door districts-
vereenigen en plaatselijke gilden. Eiken dag
wordt de toestand van de vleeschhouwers
slechter. Er moet iets gebeuren."
dat ze leidde, te redden en uit de macht
van den man, die haar evenals my onder
zyn invloed had gebracht. Hare schoonheid
sprak tot my als geen andere ooit gedaan
had. Ik kon hare zachte stem hooren, en
de echo van hare wilde, zonderlinge muziek,
zóó duidelijk, alsof ik nog naar haar in de
ontvangzaal van Mevrouw Medenham zat
te luisterenen vreemd, het te vertellen,
het stemde my tot kalmte, toen ik dacht,
dat het zelfs mogelijk zou kunnen zyn, dat
wy in dezelfde stad waren.
Ruim een uur bleef ik op het balkon,
neerkijkende op de door de maan verlichtte
stad en denkende aan de verandering, die
in myn leven door de laatste dagen was
gekomen. Toen ik naar mijne slaapkamer
terugkeerde en nog eens mijn leger opzocht,
verliepen er nauwelijks vijf minuten, voor
dat ik in een zwaren slaap viel, waarin ik
niet droomde en waaruit ik 'niet vóór byna
negen uur ontwaakte. Zeer verfrischt,
kleedde ik mij aan na een haastig ontbijt,
dat my beter smaakte, dan eenige dagen
geleden, verzwolgen te hebbenzette mijn
hoed op en verliet het hótel om Signor
Angelotti te zoeken, die, zooals het kaartje
my zei, het beroep uitoefende van algemeen
briefschrijver in de booggaleryen van den
San Carlo Schouwburg.
Ik betwijfel het zeer of in al de jaren,
die voorbijgegaan zijn, sinds de verlichte
Het Bestuur van de Berlynsche vleesch-
houwersgilde heeft een dergelijke verklaring
aan de bladen gezonden. Het zegt daarin
dat er een groot gebrek aan slachtvee
heerscht en dat dientengevolge voor run
deren en varkens prijzen moeten betaald
worden, die hun wedergade niet hebben
en volkomen onevenredig aan de productie
kosten van het vee zyn. De Duitsche vee
stapel schiet te kort en de invoer uit landen,
die rijk aan vee zyn, is door allerlei ver
ordeningen onmogelijk gemaakt. Zoo lang
deze toestand voortduurt, moeten de prij
zen van vleesch en vleeschwaren blijven
stijgen en het is niet te voorzien, dat daarin
eenige verbetering zal komen.
De Dusseldorfsche slagers, die ook de
pers in den arm hebben genomen om hun
grieven te luchten, voeren enkele marktprij
zen aan, om hun beweringeu waar te maken.
In Juli bedroeg de marktprijs van varkens
tusschen de 75 en 76 mk. de 50 K.G levend
gewicht tegen 5659 mk. in Juli 1911, van
ossen 95 98 mk. tegen 84—87 mk. Dien
overeenkomstig zyn rund- en varkens-
vleesch met 10 pf. en meer het pond opge
slagen. Alleen kalfsvleesch is maar weinig
in prys gestegen (2-3 pf.).
Times en Matin bevatten een gelijkluidend
bericht over den inhoud van het verdrag
tusschen Frankryk en Spanje aangaande
Marokko, waarvan men dezer dagen de
onderteekening verwacht. Volgens dat ver
drag zal Spanje zyn Strook in Noord-Marokko
behouden en op voorwaarde, dat hy niet
zal worden versterkt, den berg Gani, die
Alcazar beheerscht.
Spanje staat het grootste gedeelte van zyn
Zuidelijk gebied van invloed af, maar be
houdt er een kuststrook van 100 KM. lengte
van.
De stadhouder des sultans in het Spaan
sche gebied wordt gekozen uit een lyst, door
Spanje opgemaakt.
De Franciskaansche missies zullen wor
den samengesteld uit Fransche en Spaansche
zendelingen. Alleen den Paus wordt het
recht voorbehouden nieuwe parochies te
stichten. Frankryk zal zich, evenals Spanje,
onmiddellijk met het Vaticaan moeten ver
staan.
Frankryk en Spanje zullen de inkomsten
van de tollen, ieder in zy'D gebied mogen
behouden, slechts moet Spanje de inkomsten
van de in- en uitgaande rechten die het in
de havens van zyn gebied int, aan de Marok-
kaansche Bank afstaan, in verband met de
voorschotten, die deze bank heeft verstrekt.
Clausules betreffen het goederenvervoer
van het eene gebied in het andere, de schul
den van bet Magzen, den spoorweg van
Tanger naar Fez en de grenspolitie.
Hot internationaal maken van Tanger
regelt het verdrag niet. De haven van Tanger
zal zelfstandig zijn, een gemeentelijk bestuur
hebben en onder een internationalen raad
staan.
De Parysche avondbladen spreken de
bovenbedoelde inlichtingen van de Times
tegen, wat aangaat de economische en ad
ministratieve punten van het verprag tus
schen Frankryk en Spanje, maar voor zoover
de mededeelingen van de Times betrekking
hebben op de verdeoling van grondgebied
worden zy in hoofdzaak als juist erkend.
Men weet te Parijs te vertellen, dat het
verdrag een clausule zal bevatten aangaande
arbitrage in Den Haag.
Terwyl de Temps zegt, dat verscheidene
punten van het verdrag nog hangende zijn,
seint de correspondent van dat blad te San
Sebastian, dat de burgemeester van die
plaats reeds de pen heeft gevraagd, die bij
de onderteekening te San Sebastian :zal
dienen.
Villadueva wordt als toekomstig resident-
generaal van Spanje in Marokko genoemd.
Don Pedro de Toledo den grond gelegd heeft
van den prachtigen doorgang, die zyn naam
draagt, ooit een mensch er langs is gegaan
voor een zonderlinger boodschap dan die
welke, ik dien dag moest doen. Om te
beginnen, moest ik nog uitvinden, in welke
betrekking de beroemde Angelotti tot mijn
heer Pharos kon staan en dan hoever het
in zyne macht stond my te helpen. Zou
hy zijne zaak verlaten en mij dadelijk naar
het verblijf van den Egyptenaar voeren, of
zou hy alles loochenen, wat hy van den
bewusten persoon wist, en my oningelicht
wegzenden Van deze pnnten, besloot ik,
zoo spoedig mogelijk het mijne te hebben.
Van al de eigenaardige gedeelten van
Napels is het punt, waar de ViaRoma, de
Piazza San Ferdinando snijdt, waarop de
bedoelde schouwburg is gelegen, zeker het
merkwaardigst. Hier heeft men gelegenheid
het leven der stad onder de gunstigste om
standigheden te bestudeeren.My ngeesteGhter
was bij deze gelegenheid te veel bezig, zich
afvragende, wat het eind van myn boodschap
zou zyn, dan dat ik eenigen tyd voor het
levendige tooneel om mij heen kon missen.
Bij den schouwburg, nam ik het kaartje uit
myn zak en bekeek het nog eens, Het was
eenvoudig, eerlijk schrift, zooals Sir George's
eigen leven was, en, zooals ik reeds gezegd
heb, meldde het my, dat ik naar dezen
verborgen Angelotti moest zoeken, die pu-
William Booth, t
Een telegram uit Londen meldt het over
lijden van Generaal Booth, den leider van
het Leger des Heils. Dinsdagavond om 10
uur 20 min. is hij in zyne woning te Hadley
Woods, even buiten de Noordelijke grenzen
der wereldstad gestorven.
De wereld heeft door zijn afsterven den
dood te betreuren van een man, die smaad
verachting, bespotting verdurende, onver
saagd bleef werken voor zyn overtuiging,
zich bewust dat hy een roeping te vervullen
had. Met zijn heengaan wordt het verschei
den betreurd van een man, die groote dingen
tot stand heeft gebracht en wiens heftigste
tegenstanders hebben moeten erkennen, dat
hij door zyn voorbeeld, zijn onvergelykelijke
werkkracht en zijn machtig organisatietalent
in staat is geweest velen tot zegen te zyn.
William Booth werd den lOen April 1829
geboren. Hij bereikte dus den hoogen leeftijd
van 83 jaren.
Reeds op vijftienjarigen leeftijd kwam hy
onder den indruk der Wesleyaansche Metho
disten en trad onder hen als spreker op.
Vijf jaren later kwam hy naar Londen, waar
hy als straatprediker optrad, waardoor hy
genoodzaakt was zich van de WeBleyanen
af te scheiden. Hij bleef, terzijde gestaan
door zyn echtgenoote, Miss Catherine Mum-
ford, prediken in stad en land, te Wolsall
oprichtende, wat toen genoemd werd de
„Hallelujah Band".
In 1862 tradt Booth in geestelijken dienst,
doch legde reeds in 1861 zyn ambt by de
New Connection Church neer. Op zyn reizen
door het land kwam hij te Londen, waar hem
de ellende onder de bevolking van Oost-
Londen trof.
In 1864 begonnen Booth en zijn vrouw
ernstig hun arbeid in het LoDdenscbe East
End; in Whitechapel en de buurten daarom
heen, waar de diepste ellende heerschte.
Dadr richtten zy aanvankelijk de East Lon
den Mission op, welke naam in 1878 in dien
van Salvation Army werd veranderd.
Door zyn onvermoeid prediken in de
straten, door het volk te trekken met uiter
lijk vertoon, door populaire zangwijzen, door
bliek briefschrijver was onder de bogen van
den beroemsten schouwburg, en tevens de
bewaarders van het adres van den Egypte
naar. Toen ik zag op de woorden „Publiek-
Briefschrijver," rees er een ander tooneel
voor mijn geestesoog. Verscheidene jaren
geleden bad ik Napels met een aantal
vrienden bezocht, onder wie een jeugdige
Amerikaanscbe dame was, wier levendigheid
en geestigheid haar tot de ziel van het
gezelschap maakten. Eens konnietshaar zoo
veel genot verschaffen, als opstraatte blijven
stilstaan en eén dezer publieke schrijvers
aan bet werk te zetten, om een brief voor
haar aan een harer kennissen in New-York
op te stellen. Ik zie nog, hoe de oude man
plezier had, en het aardige, vroolyke gezicht
van het meisje, toen zy trachtte hem in
gebroken Italiaansch te doen begrijpen, wat
zy wenschte te zeggen. Dien namiddag,
herinner ik mij, gingen we naar Capri en
kwamen laat thuis, waarvoor wij van de
oudere leden van het gezelschap, die achter
gebleven waren, hoogstwaarschijnlijk een
standje hadden gekregen, ware het niet voor
het feit, dat twee belangrijke uitnoodigingen,
waarop wij reeds lang gehoopt hadden,
bekend gemaakt werden als het gevolg vaD
dien tocht. Ik kon niet nalaten het genot,
waarmede ik eene weddenschap van een
paar Jhandschoenen met de jeugdige Ame
rikaanscbe had aangegaan, dat zij den
in kroegen en holen door te dringen, door
te spreken in zalen en schouwburgen, overal
waar slechts gelegenheid was, bovenal door
te eischen blinde gehoorzaamheid van zijn
buitengewoon organiseerend talent, heeft hij
het Leger des Heils gemaakt tot wat het
thans is.
In 1878 telde het leger in Engeland 75
corpsen en 120 officieren en droeg het publiek
voor Booth's werk 1925 byin 1910, toen
het Heilsleger reeds lang zyn vertakkingen
had over geheel de wereld, telde het op de
Britsche Eilanden 1447 corpsen en 3191
officierenin de Vereenigde Staten 871 en
2983; Zuid Amerika en West-Indie 128 en
188; Canada enNewFoundland465en950;
Australië en Java 1288 en 1721; Indie,
Ceylon, Japan en Korea 2584 en 1626Zuid-
Afrika en St. Helena 110 en 278Frankryk,
Belgie, Zwitserland en Italië 374 en 499;
Duitschland en Nederland 248 en 772Zwe
den, Noorwegen, Finland, Denemarken en
IJsland 1067 en 1578; Gibraltar en Malta
2 en 5, totaal 8512 corpsen en 13,726 offi
cieren.
In het Leger des Heils bezat generaal
Booth de onbeperkte macht.
Sedert 1880 geeft hy het Weekblad „The
War Cry" uit. Van zyn geschriften is vooral
te noemen„In darkest Engeland aad the
way out"' (Londen, 1890), waarin een uit
voerig plan tot redding van de verongelukten
wordt uiteengezet. Verder: Letters to my
Soldiers, Religion for Every Day. De inkom
sten van zyn werken en van de kranten
waren steeds voor de kas van het Leger.
In de laatste jaren ondernam hy groote
reizen door vele landen van Europa, door
Zuid-Afrika, Australië en Indie. Sedert het
jaar 1855 was hy gehuwd met Catherine
Mumford (overleden in 1890), die hem in zyn
werk trouw ter zjjde stond. In Oct. 1905
werd hem door het bestuur der City te Lon
den het eereburgerschap verleent!.
Zyn oudste zoon Bramwell werd chef van
den generalen staf, terwijl ook zyn overige
zonen en dochter3zich wijden aan zyn werk.
Sedert 1890 trachtte Booth ook een oplossing
te geven van het sociale vraagstuk. Bekend
is zyn uitspraak: „Wie my steunt, helpt de
sociale kwestie oplossen". Voor de verwezen
lijking van zyn plaunen ontving hij talrijke
bijdragen.
De generaal kende geen verstrooiingen.
Alleen moet bij genoegen hebben gevonden
in reizen, ofschoon hy op reis even hard
werkte als thuis. Vijfmaal heeft hy Amerika
en Canada bezocht, driemaal Australië en
Zuid Afrika, tweemaal Indie, eenmaal Japan
en verscheiden malen bijna alle landen van
Europa. Zijn laatste bezoek aan Nederland
in het begin van dit jaar zal den lezers
nog levendig voor den geest staan.
Zyn laatste groote dag was wel de viering
van zyn 80sten geboortedag in Albert Hall
te Londen, waar tallooze deputaties uit alle
landen der wereld hem kwamen huldigen.
Sedert bleef vooral lichamelijke tegenspoed
hem niet bespaard. Een oogziekte, die een
aantal operaties niet kon doen genezen,
briefschrijver, van wien hier boven verhaald
is, niet zou gebruiken, met mijne gevoelens,
waarmede ik nu naar, Angelotti zocht, te
vergelijken. De eerste tafel naderende, vroeg
ik den man, daarachter of hy mij kon zeggen,
waar ik den persoon, dien ik noodig had,
zou kunnen vinden.
„Angelotti, zei u signore?" antwoordde
de jongen, zyn hoofd schuddende, „ik ken
er geen van dien naam onder de schrijvers
hier." Toen zich tot een man keerende, die
op een kleinen afstand van hem was gezeten,
vroeg hij hem met hetzelfde gevolg.
Het begon er daar uit te zien, alsof Se-
grath eene vergissing moest begaan hebben
en dat de persoon, in wiens bewaring het
geheim van Pharos adres was, even moeilijk
was te vinden als zyn meester. Maar zon
der resultaat zooala mijn eerste onderzoek
geweest was, was het niet bepaald, dat ik
in het eind teleurgesteld zou worden. Een
lange, donkere, jonge man van het echte
Napolitaansche slenter-type, die dichtbij
tegen een muur geleund had, terwijl hij een
sigarette rookte en een weinig belang stelde
in ons gesprek, bewoog nu zyn rug van zyne
rustplaats en nadere ons.
„Duizend excuses, Excellenza," zeidehij,
„maar u noemde den naam van een zekeren
Angelotti, een publieken briefschrijver. Ik
ken hem en met signor's verlof zal ik
hem naar dien persoon brengen."