2
on;:*. EILANDEN van 17 AUGUSTUS iyi2.
In tegenstelling met andere berichten
meldt de particuliere correspondent van het
Berl. Tageblatt, dat de belangstelling bij
de opening van Roosevelts conventie te
Chicago maar matig was. De entrée-prys
voor de zaal, waar de conventie werd ge
houden, die oorspronkelijk op 5 dollar was
vastgesteld, moest in den loop van den dag
tot 1 dollar verlaagd worden, omdat by de
opening der vergadering het kolosseum nog
bedenkelijk leeg was, en toen ook deze prijs
verlaging nog niet voldoende hielp, had
men den portier opdracht gegeven, ieder,
die er maar fatsoenlijk uitzag, vrijen toe
gang te verleenen. En ook toen nog bleef
het getal belangstellenden betrekkelijk klein.
Volgens een telegram uit New-York aan
de Frankf. Ztg. zou het door Roosevelt ont
wikkelde program voor sommige leden dei-
nieuwe partij tè radicaal zijn,zoodat oneenig
heid hierover niet onmogelijk was.
Een andere appel van twist dreigt de uit
sluiting van negers uit de conventie te wor
den, waartoe de betreffende commissie met
16 tegen 15 stemmen besloot. De neger
gedelegeerden zullen nu een onmiddellijk
beroep op Roosevelt zelf doen.
Ten slotte zij nog gemeld, dat te Chicago
thans voor de eerste maal in de geschied mis
der V. S. een dozijn vrouwen officieel als
gedelegeerden tot een partij-conventie zijn
toegelaten. Dit is gebeurd op Roosevelt's
persoonlijk verlangen. Hieruit, kan men zien,
dat Teddy voortaan een warm strijder voor
vrouwenkiesrecht wil zijn.
Haagsche Brieven.
cxc.
Staatscourant 186 bevatte de vorige week
de oproeping van liefhebbers om in de
residentie Djambi, een deel van betgroote
eiland Sumatra, in ons Indiö in aanmerking
te komen voor een concessie om petroleum-
bronnen te mogen ontginnen. De lezer weet,
dat we die vloeistof in hot lieve vaderland
met 9 cent den Liter mogen betalen. Dat is
zoo, sinds de groote petroleummaatschap-
pijen de banden in elkaar hebben geslagen
en de concurrentie op stal hebben gezet.
Voor eenige jaren was dit anders. Toen
concurreerden een paar petroleumkoningen
tegen elkaar en kregen we de olie voor
4 cent de kan. De grootkapitalisten hebben
zeker de handen al gauw ineengeslagen en
door verhooging der petroleumprijzen moch
ten de koopers, in meerderheid kleine
luyden, millioenen in de brandkasten der
grooten brengen. In ons Indiö deelt sinds
jaren de KoninklijkePetroleummaatschappij
de lakens uit. Dit heet een „nationale"
onderneming. Voor eenige rijke Amster
dammers, die tonneu gouds aan dividend en
tantièmes opstrijken, heeft dat „nationaal"
misschien een heel mooie klank, maar ik
geloof niet, dat veel Nederlanders van dat
„nationale karakter" ooit veel gemerkt
hebben.
Nu is echter een andere onderneming
komen opdagende Nederlandsche Kolo
niale Petroleummaatschappij geheeten, die
zich ook nationaal noemt. De Koninklijke
is daar weinig over gesticht en in dedeftigste
Haagsche bladen kwamen ingezonden stuk
ken voor, vol droefenis over het gevaar, dat
de „nationale" onderneming dreigde. De
campagne is in bet heele land in de groote
bladen gevoerd en in brochures voortgezet.
Wat is het geval. De nieuwe vennootschap
is even begeerig naar de Djambische con
cessies als de Koninklijke. En geen wonder.
De heeren grootkapitalisten, die deze affaires
drijven,willen allen gaarnedereuzenwinsten
inpalmen, die van de nieuwe petroleum-
velden te wachten zijn. Laat ons eens zien,
hoe het by de.Koninklijke ging. Tien tegen
een, dat, indien het geheele volk eens pre
cies naging, hoe het met de Indische mijn-
velden gaat, ieder hel een eeuwige schande
zou vinden, dat zoovele millioenen, die door
een Staatsbedrijf aan de Indische schatkist
ten goede behoorden te komen, aan enkele
kapitalisten in den schoot worden geworpen.
De Koninklijke Petroleummaatschappij
werd in 1890 opgericht met een kapitaal
van 1.800.000 gulden. Thans bedraagt het
78V2 millioen. De eerste vier jaar keerde
de maatschappij geen dividend uit.
In 1894 kregen de aandeelhouders 8 pro
cent. Men zie nu eens dit staatje in. Uit
gekeerd werd
in 1895 44 procent in 1904 50 procent
1896 461/2 1905 50
1897 52 1906 73
1898 6 1907 273/4
1899 6 1908 28
1900 8 1909 28
1901 24 1910 28
1902 36 1911 19
1903 65
hij. „Als ik dit deed, zou het mij leiden
totmaar neen, mijne lippen moeten
zwijgen, hopeloos zwijgen."
„Maar toch kan je mij het adres van dien
man zeggen, Mevrouw Medenham vertelde
mij, dat ge het weet."
„Dat is waar,maar ik vrees, dat je te
laat gekomen bent."
„Te laatl Wat meen je? O Sir George,
om 'a hemelswil houd mij niet voor den gek."
„Ik houd je niet voor den gek, Forrester,"
antwoordde hy. „Ik meen, dat het onrao-
golijk voor je is hem in Londen te vinden
om de eenvoudige reden, dat bij met zijne
metgezellin Engeland dezen morgen vroeg
verlaten heeft."
Toen ik dit hoorde, moet ik ei zoo ellendig
uitgezien hebben, dat Sir George kwam, waar
ik zat, en zijne hand op mijn schouder
zette.
„Beste jongen," zeide hü, „je weet Diet hoe
pijn het mij doet, dat ik je niet helpen kan.
Als het mogelijk ware, zou je alle reden
hebben te weten, dat ik dit doen zou. In
dit geval echter, sta ik machteloos, hoe
machteloos kun je je niet voorstellen. Maar
je moet er je niet zoo aan toegeven. De
man is weg en je zult naar alle waarschijn
lijkheid zijn gezicht niet weer zien. Tracht
hem te vergeten."
„Hel is onmogelijk. Ik verzeker je op mijn
woord van eer, dat ik noch vrede, noch
Doch daarbij bleef het niet. In 1907 waren
trots de ontzaggelijke hooge dividenden nog
22 mtiitoen gulden van de gereserveerde
winst als kapitaal overgeschreven. Toen
kreeg elk aandeelhouder bij ieder aandeel
er twee cadeau. Dat beteekentdus, dat voor
deze aandeelhouders het winstcijfer feitelijk
na 1907 8 maal gerekend moet worden en
de dividenden van 1908 tot 1911 feitelijk
bedroegen, 84, 84, 84 en 57 procent over
hun oorspronkelijk bezit.
Behalve deze winsten kregen de drie direc
teuren per jaar meer dan een millioen aan
tantièmes. De acht commissarissen kregen
elk wel eens honderdduizend gulden per jaar.
En de Indische schatkist? Die kreeg van
al de millioenen een uiterst gering bedrag
in vergelijking der behaalde winsten. Welk
een zegen hadden deze petroleumbronneii
kunnen worden voor Indiö, als er tijdig
Staatsbedrijf van was gemaakt? De lezer zal
thans begrepen hebben, dat andere groot
kapitalisten, die geen aandeelhouders zijn
van de Koninklijke, begeerig het oog richten
op de petroleumvelden van Djambi. Wie zal
de gelukkige zijn. De regeering behoudt zich
de toewijzing der velden voor, in dien zin,
dat zü vrij blijft den inschrijver te nemen,
dien zij verkiest. Het intrigeereD achter de
schermen kan dus een aanvang nemen.
Het is te hopen, dat de Tweede Kamer, die
de overeenkomst moet bekrachtigen een
Z9er behoorlijk deel der winst in de Indische
schatkist zal weten te brengen. Al mocht
de Indische mijnwet dit niet toelaten, dan
is het toch volstrekt niet onmogelijk daarin
een wijziging te brengen.
Wanneer de lezers intusschen in de bladen
of in brochures roerende betoogen over
„nationale" ondernemingen mocht tegen
komen, dan weet hü, waaraan hü toe is en
wat hy van dien humbug moet gelooven.
'kMeen, dat de Standaard eens geschreven
heeft over een flinke aderlating van zulke
vennootschappen, 'k Ben het met dit blad
zelden [eens, maar in dat opzicht ga ik er
mee accoord, dat een grooter deel dier win
sten aan de schatkist moet komen.
En thans een andere millioengeschicdoDis.
De lezer heeft waarschynly'k in de bladen
wel gelezen van een Haagsche barones, die
er met haar koetsier van doorging. Voor
den auteur van stuïverromans ligt daarin
schünbaar heel wat romantische stof. De
werkelykheid is wat prozaïscher. Meneer de
koetsier schy'nt zy'n vrouw leelü'k in den
steek te hebben golaten voor de ryke
baronesse. Dat de familie dit verschrikkelijk
vindt is te begrijpen. Doch de jongedame
in kwestie is meerderjarig, haar ouders zün
dood en ze is dus verantwoordelijk voor haar
handelingen. Van' krankzinnigheid moet
geen sprake zü'n. En dan is het toch meer
dan erg, dat deze vrouw in een Belgisch
gekkenhuis zonder vorm van proces met
behulp van een paar zoogenaamde particu
liere detectives kan worden opgesloten. De
ry'ke familie zal moeten ondervinden, dat
zoo iets misschien honderd jaar geleden kon
gebeuren, doch dat dit in onzen tijd niet
ongestraft kan plaats vinden.
Voor de feestviering van 1913 beginnen de
plannen zoo langzamerhand los te komen.
De residentie zal uit den aard der zaak het
brandpunt der feesten zyn. De groote inter
nationale landbouwtentoonstelling en de
opening van het Vredespaleis zullen attrac-
tie's zyn, die andere steden missen. Verder
zal op het Malieveld een bijzondere tentoon
stelling worden gehouden. Daar zal een
model-Nylschip worden gemaakt van niet
minder dan 80 M. laDg en 20 M. breed. Het
bovendek zal een keurig café restaurant
worden. De overige ruimte zal voor tentoon
stelling dienen. Op het Maliveld zelf wil
men verschillende feestelijkheden doen
plaats hebben. Dan krygen we een uitge
breid concours Hippique, waarvoor maar
eventjes een subsidie van f 5000,- uit de
Gemeentekas wordt gevraagd. Van den
grooten historischen optocht schy'nt niets
te zullen komen. Dat is zeer jammer, vooral
omdat het groote publiek daarvan kon ge
nieten, wat van alle festiviteiten niet gezegd
kan worden. De lezer ziet intusschen, dat
hij goed zal doen nu reeds aan een spaar
potje te beginnen om het volgend jaar naar
't Haagje te kunnen komen.
Volgende week geen Haagsche brief, 'k Ga
vacantie nemen en laat den Haag wat den
Haag is.
Plaatselijk Nieuws.
MIDDELUARNIS- Door den slager P. Zoete-
man is voor het slachten van vee een slacht
masker aangeschaft.
Woensdag had de timmerman G.van
Kassei het ongeluk zoodanig met een beitel
in zü'n hand te steken dat hy' zyn werk
moest neer
Mejuf. G. Spee huisvrouw van P. Vroeg-
indeweij had eenige dagen geleden het
ongeluk met een doorn in haar vinger te
prikken. Donderdag begon die vinger op te
zwellen en hevig pijn te doen,bloed vergifti
ging werd geconstateerd.
De vele landbouwproducten als haver,
tarwe en vooral erv. ten die gedurende die
regendagen op het veld lagen zyn meest
allen geschoten.
DIRKSLAND- De heer G. J. Scbreuder
onderwijzer aan de Bijzondere school alhier
behaalde deze week de acte Engelsch.
Door de politie alhier is in beslag
genomen een 20 K.G. lood afkomstfg van
diefstal. De vermoedelijke dader of daders
zyn bekend en proces verbaal is bier van
opgemaakt.
Tot het vullen van den gasketel ge
bruikt men het water uit de zoogenaamde
Stelvaat.
Het water vooraf met de motorspuit in
een schip gepompt en daarna weer op
dezelfde wyze uit het schip in den ketel.
OUDE TONGE. Tot tydelük onderwijzeres
aan de O. L. School alhier is benoemd Mej.
T. Dykers, van Middelharnis.
Binnenland.
Boekelooze zwemmers.
Op het oogenblik vertoeven te Katwykaan
Zee veel Duitsche badgasten. Eiken dag gaan
zy" baden in de zee.
Onder hen treft men uitstekende zwem
mers aan, die een eind in zee zwemmen,
maar ook andere dames en heeren, die nog
niet zoo zeker in het zilte nat zich bevinden,
die nog niet zwemmen kunnen, gaan verder
dan de badpolitie wenschelyk acht. Deze
geeft dan door hoornsignaal of door hand
opsteken te kennen„Terug", waaraan,
helaas, weinig gehoor wordt gegeven. Mach
teloos staat dan bovengenoemde politie by
voorkomende ongelukken. Voor de kust te
Katwy'k bevindt zich een draaikolk of draai
stroom wie als nietzwemmer daarin komt, is
zoo good als verloren. De politie aan wal, die
het ongeluk ziet, kan niet spoedig genoeg
er by komen en redding is onmogelük, daar
dc zuiging, vooral bü vallend water, den
drenkeling meezuigt.
Zoo had ook Zondagmiddag weder een
Duitsche jonge dame zich in zee begeven en
was niet gehoorzaam aan het waarschu-
wingssein. Zy' ging te ver en de badpolitie
bogaf zich t© water. Bij haar gekomen, svierp
de politieman haar 'n boei toe, die zy grypen
kon. Doch zy' weigerde. Dit is toch wel wat
onverantwoordelük. Gelukkig nam de politie
andere maatrelen en werd haar het baden
(D. v Z. H.)
geluk zal kennen voordat ik hem gezien en
gesproken heb. Als ik ray ooit weer als een
eerly'k man wil beschouwen, dan moet ik
het doen. Kan ik hem niet op de een of
andere wyze vinden
„Ik vrees van neen, maar wacht even,
nu ik er aan denk, is er eene kans, maar
een heel geringe. Ik zal er naar onderzoe
ken en het u binnen een uur laten weten."
„God zegen jel Ik zal in myn atelier
blyven tot ik van je boor."
Ik zeide hem vaarwel en verliet het mu
seum. Dat hy'zü'ne belofte niet vergat, werd
door het feit bewezen, dat binnen een uur
een „cab" voor myne deur stilhield en dat
een der beambten van het museum uitsteeg.
Ik Dam het briefje, dat hy met zich bracht,
van hem aan de deur aan en toen ik in
mijn atelier teruggekeerd was, scheurde ik
de enveloppe open en haalde een eenvoudig
visitekaartje te voorschijn. Daarop stond
geschreven
„Vraag naar den man, dien je zoekt:
by
CARLO ANGELOTTI.
Publieke briefscbry'ver.
In de galeryen van den Schouwburg San
Carlo, Napels."
Door onbekende oorzaak ontstondJWoens-
dagavond omstreeks h3fzeven brand ten
huize van Frederiks te Benzenrade nabij Hee-
relen. Huis en inboedel gingen op in vlam
men het aangrenzende huis werd ook door
de vlammen aangetast, doch kon nog door de
brandweer gered worden. Verzekering dekt
de schade.
Diefstallen te Leiden.
In aansluiting van ons vorig bericht
kunnen wij nog mededeel en, dat bij den
aangehoudene H. in diens woning in den
schoorsteen het uit het bestelkantoor der
Staatsspoor ontvieerade bedrag is gevonden.
Het bevond zich in een portemonnaie, af
komstig van den diefstal een half jaar ge
leden gepleegd by dr. Hulst, aan den
Morschweg. Ook een gouden dameshorloge
uit dien diefstal werd nog by hem gevondeu.
Het is dus vrij zeker, dac de man aan de
veelvuldige diefstallen schuldig is. Hy ver
klaarde zelf een groote handigheid te hebben
in het openen van deuren met valsche
sleutels. De man is verscheidene jaren in
dienst der II. S. M. en vader van zeven
kinderen.
De aanhouding is vooral aan de activiteit
van den rechercheur Koster te danken.
Nader meldt men ons:
De dader heet niet B. H., doch W. H.
en is niet besteller der Holl. Spoor, doGh
koetsier by" de Rotterdamsche Tram-My'.,
welke maatschappij paard en wagens voor
'e H. S. M. levert.
Een winkeldievegge.
Door oneenigheid in de familie, en daarmee
gepaard gaande verwijtingen, kreegdepolitie
vermoedens van diefstallen, die gepleegd
zouden zyn door de 29-jarige Ja. A. te
Nyverdal, en inderdaad mocht aan de ge
meenteveldwachters Van der Vliert en Van
der Tas gelukken na een nauwgezet onder
zoek, Joh. A. tot de bekentenis te brengen,
dat zy bü ten minste 3 winkeliers of han
delaren, goederen zich onrechtmatig had
toegeéindigd, waaronder diverse galanterie
artikelen uit een galanteriewinkel, een
schort uit een manufactuurzaak, enz.
Naar aanleiding van een en ander is ze ter
beschikking gesteld van den officier van
justitie te Almelo, die haar in voorloopige
bewaring heeft doen stellen. (Zw.Ct.)
Een waarschuwing.
By' enkele bewoners in de stadswijk achter
de Maliebaan te Utrecht heeft zich Dinsdag
'n als heer gekleed persoon vervoegd, die
zich aanmelde als vertegenwoordiger van
een notaris, met de mededeeling, dat de
familie een erfenis had gekregen. Alvorens
deze kon worden uitbetaald, was het noodig
enkele papieren in te zien, 0. a. de trouwaete
enz. Mynheer verzocht daarom deze beschei
den even te mogen naky'ken. Hü bleek goed
op de hoogte te zün van de familie-betrek
kingen, waarvan hü enkele by'zonderheden
vertelde die juist waren. Bij alle bewoners
kwam hü op tijdstippen, dat de heer des
huizes afwezig was, wat argwaan wekte.
De meeste bewoners verklaarden zich niet
zoo maar dadelyk bereid hun familiepapieren
over te leggen, waar de „notaris-vertegen
woordiger" naar vroeg met de blü'kbare
bedoeling een oogenblik alleen te worden
gelaten, om alsdan gelegenheid te hebben
iets van zijn gading weg te nemen. Dit is
hem intusschen by niemand gelukt.
(U. D.)
De Schiedamsche verordening.
Naar wy uit Schiedam vernemen, is daar
nog niet ingekomen het „bericht" van Ge
deputeerde Staten, waarvan art. 167 van de
Gemeentewet spreekt aangaande de veel
gerucht makende verordening inzake het
zitten en liggen langs glooiingen en dijken
enz.
Toch zyn de in dat art. gestelde „veertien
dagen" reeds nagenoeg verstreken. Een en
ander wijst er op, dat de Gedeputeerde
Staten genoemde verordening nog in nadere
overweging hebben gehouden. Naar verluidt
zal de verordening niet door Gedeputeerde
Staten worden goedgekeurd maar zullen
dezen aan de Kroon vernietiging aanvragen
en wel op grond van art. 151 der Gemeente
wet, daar Gedeputeerde Staten meenen, dat
dit onderwerp voldoende in een Rykswet,
nl. de z.g. Zedelykheiöswet is geregeld.
(Tüd.)
Het geweten.
In de j.l. Zondag gehouden godsdienst
oefening der Ned. Herv. Gemeente te Nieuw
Loosdrecht werd door den predikant, mede
gedeeld, dat in den loop der week door den
kerkeraad was ontvangen uit Medan (Ned.
Indiö) een aangeteekende brief inhoudende
vyf-en-twintig gulden. Uit het begeleidende
schryven bleek, de afzender vyftig jaren
geleden zich op oneerly'ke wyze een bedr.ig
van circa een gulden vyftig cent had too-
id van de diaconie. Alsnog zijn
Feedwezen hierover uitsprekende, maakte
hü de f 25 over als afbetaling dezer schuld
rente over rente berekend A 6 pet. Deze
gewetenszaak leverde dr.G. Vellinga tevens
de stof voor een treffende leerrede.
(N. v. d. D.)
Een zeldzaamheid.
Als een byzonderheid kan gemeld worden
dat de visscher v. R., te Weesp, in de Vecht
aldaar, "Woensdag 'n edelkarpel ving, 'tvisch-
je had een gewicht van ruim 7 pond en
een lengte van 58 c. M.
Verkeerd begrepen.
Eenvoudig werkmansvrouwtje, 'n goeie
zestig, met schoon, helder-wit gewasschen
mutsje op, 'n groot papier in de hand, belde
dezer dagen, 't was nog vroeg in den morgen,
by' ds. Ten Broek te Groningen aan. 't dienst
meisje, dat haar opendeed, zei ze, dat ze
Doodzakelük den dominé moest spreken en
dat ze „an dominé moav zeggen mos, dat
ze 't papier van heur man, 't bewies dat
ie 'n ontsloagene gevangene was, al vast
mètnomen haar
En daar was de dominé reeds!
„Meneer, 'k heb in de krant vanmorgen
lezen, dat de Koningen-Moeder f 100 geven
hét, veur elke ontslaogen gevangene, en
dat die door dominé oetbetoald wordt... En
nou wo'k de centen veur mien man moaer
direct mètnemen ook... Hier... 't papier is
goud... 't stempel is ook zuuver..."
Dominé lachend: „Denkje nu,moedertje,
dat de Koningen-Moeder een prerni gaat zet-
teu op het in de gevangenis komen
HOOFDSTUK V.
Als er eene plaats is, waarvoor ik meer
dan voor een andere een afkeer gevoel, die
byna aan haat grenst, dan is het voor Na
pels in den zomertijd dien afschuwelijken
tyd, als iedereen, dien je kent, afwezig is,
alle groote huizen gesloten zyn, de wegen
zoo stoffig zyn, dat het stof tot aan je knieön
reikt en zelfs het geluid der golven, die
tegen de muren van het Kasteel del Boa
breken, niets van de uitwerking der hitte en
droogte, die zich overal doet gevoelen, kan
afnemen. Het is het jaargetyde, dat de ho
tels, die gewoonlijk 7,00 koel zijn - men
zou byna kunnen zeggen kil - den tyd
gehad hebben om door en door heet te wor
den en bü'gevolg byna ondragelük zyndat
de vaste kellner, die je by elk vorig bezoek
bediend en je gewoonten heeft leeren ken
nen en nog heel goed volgens zyn eigen
indruk weet, dat elk van je handelwü'zen
slechts een onbeschaamd bewys meer is
van je onbeschofte barbaaTSCbheid, zijne
vrienden buiten bezocht, of wat het ook is,
dat kellners gedurende den slappen tijd
doen. wanneer de reizigers vertrokken zyn
en hunne bazen geen ander werk voor hen
hebben. Op dezen ellendigen tüd van 't jaar,
kwam ik [te Napels aan om mü'nheer Pharos
te zoeken'.
Doordat er een wagen op de lijn tusschen
De zaak werd het vrouwtje duidelijk
maakt. Zü zei den dominé goe-morgeo
ging de stoep af zonder f 100.
(N. Gr. c
Onweer.
Te Westknollendam, gemeente Woctj
veer, sloeg Woensdagnacht half drie
bliksem in de boedery van den heer Van
Woude aan het Molkjesveer. De stal ei
hooibergen gingen in de vlammen op, fl(
het woonhuis bleef gespaard. Ook een t
foonpaal aan den Vaartdyk werd getrog
Aan den Krom menleörweg trof de bliki
den molen „De Noordster", waarvan
wiek werd afgeslagen.
De molen in den Overdie-polder by'
maar is dien nacht door den bliksem ge
fen en totaal afgebrand.
Ook de Ned. Herv. Kerk te Heiloo v/
door den bliksem getroffen. De muren
ruiten en het orgel werden beschadigd,
Van een conducteurspet en 'n varken.
Men schrijft uit een der plaatsen on
provincie
Dezer dagen vervoegde zich by een»
ducteur van een der spoorwegmaatsch
püen een boertje uit de Achtzaligheden
ilde Van L. niet genoe
oals was afgesproken,
werden bedreigingei
,0, naar aanleiding vi
Serné met zy'n vrou
q'uw naar Canada zijn
bet zeer slecht en arm
•an L. heeft te Haarle
handel in gramofoon
hellicht dat de justitie
den dader kan ontd,;
^elde brandstichting.
Verdwaal
je oude B. Walles, te
broeder te Assen n
alende naby' Rolde in c
stand gevonden. Maan
•olgen overleden.
Te Veghel werd den 45
echt Scheepers, van
staaldraad het linker!
heel afgeknepen. Late
afgezet. De toestand
vredigend.
Dinsdagavond zes uur
jou oou UU011.J0 uii, ae Acnxzangneaen jnnr iJaü lnranlti
De conducteur, die zyn vrijen namidi f0Uwer H uit Hee e
had, lag op het bleekje achter zijn won Ddbouwer H' ff? Heete
een dutje te doen en de vrouw vroeg 1
het boertje of zü de boodschap niet kon a-
en Tisa om was gevallen, was het
by" middernacht, toen ik myne plaats van
bestemming bereikte en bü na één uur, toen
ik myn bagage van het station naar het
hotel overgebracht had. Op dien tyd, zooals
gemakkelijk te begrijpen is door hen, die
de reis over land gemaakt hebben, was ik
in een toestand, die aan krankzinnigheid
grensde. Al dien tyd, nadat ik Sir George
Legrain bezocht en van hem het adres had
gekregen van den man, die zooals ik hoopte,
my Pharos's adres zou geven, was ik in
een soort van gevoelloosheid geweest. Het
nam den vorm aan van eene slaperigheid,
die door niets weg te krygen waaentoch,
wat ik ook deed, ik kon niet slapen.
Tallooze keeren gedurende die lange reis
had ik ray in de coupé achterover gelegd
en myne oogen gesloten, in de hoop wat
rust te krygen; maar vergeefs. Op welke
listige wyze ook ik den slaapgod trachtte
te winnen, de slaap wilde niet over myne
oogen komen. Het spottende gelaat van den
man, dien ik als myu kwelgeest was gaan
beschouwen, was altüd vóór my en in het
donker van den nacht, toen de trein naar
het Zuiden voortrolde, toen ik zyne stem
in myne ooren hoorde fluisteren, dat deze
haastig door my waargenomen reis door
hem reeds te voren met veel zorg bedacht
en geregeld was en dat, door hem te Napels
te zoeken, ik slechts nog een stap deed ter,
Neen, zei ons boerke, ik moet hem
hebben; het geldt de genezing van
my'ner zieke familieleden.
De vrouw, begrijpend, dat het een erns
geval betrof, wekte haar man, die gerael
overeind kwam en zich naar het boet
begaf.
Mynheer, zoo begon de buitenman, u zoi said. De geneesheer mc
me een groot pleizier kunnen doen, door c
een oude dienstpet van u ter leen te gev;
Een oude dienstpet vroeg de conducte
verbaasd. En wat moet je daarmee?
Dat zal ik u eens zeggen, aldus de AcL
zalige. Ik heb een ziek varken, en als da
geen verandering in komt, zal het bet
kapot gaan. Het zou een slag voor me zji
want 'tis al een zevenmaaDder. Met
dienstpet is het beest geholpen.
De conducteur, niet. begrijpend wat
dienstpet met een ziek varken had te
ken vroeg het boertje om opheldering.
Driek echter was niet voor nadere
klaring te vinden Hy zou later wel uit)
geven als hy de pet terugbracht.
Na lang gepraat stond de conducteur he:
een pet af en stralend van bljjdscbap l« „jat is geweest van
ons boerke er mee naar huis. -
Drie dagen later bracht hy buiten zichz>
van geluk de pet terug, en putte zich t
in dankbetuigingen voor de welwillendhe
van den conducteur.
En?vroeg deze,
Het heeft geholpen, mü'nbeer, het bee
is radicaal genezen.
En heeft die pet zoo'n wonderkracht
geoefend vroeg de conducteur nieuwsgier
en verbaasd.
Ja, zei ons boerke, die dienstpet. Ziet
het varken wilde niet drinken. Maar zood
Dgen was 28 jaar oud
Te Onstweddermussel
beider K. Meesters ond
overleed spoedig aan
In den afgeloopen nac
rg een brand gewoed
n zéér groot onheil de
Te ongeveer één uur we
jenden sergeant vaD de
and ontdekt in de in ei
had ik het beest de pet niet op aen Kop ges mninghoekslngel slaai
Averij van den heer A.
Waar direct bleek, dat
ivigen brand te doen li
Jjn3 alles reeds door hel
wd alaim gemaakt, en
Idaten en vervolgens c
eer met blusschen aan.
angen onmetelyke hoe'
t perceel te werpen,
andschade tot het gel
erschillende omwonende
mw op elkaar gebouw
vamen echter veel wat
eigenaar was het 1:
het gebouw geweest. H<
aa op beurspolis verzet
De oorzaak is tot nu t
of het begon zoo geweldig te drinken,
het een liefhebbery was om te zien. En sim
is het totaal genezen,
Bly als een engel verliet het boerke
woning van den conducteur en vertelde
aan alle kleurterboertjes de wonderbare g
neeskracht der dienstpet. (Hsg.)
Een brandstichter ontdekt
In de zaak Annie Pascal werd als eeiB
getuige gehoord de heer Molster,journalh
te Drempt. In verband met zy'n verbas
omtrent de kennismaking met Annie Pa
cal te Bloemendaal in 1908, deelde by
mede, dat Annie Pascal een villa bad
huurd. Deze was eigendom van zekeren he
Serné. Toen Annie ontmaskerd was
plotseling uit Bloemendaal verdween, bran
de in den nacht daarop deze villa af. Aa
vankelijk werd Annie als de daderes
noemd.
De heer Molster nu deelde medeinstas
te zijn bijzonderheden te kunnen meedeele:
die zouden kunnen leiden tot ontdekkin
van den dader.
De officier verzocht den getuige toen,
afloop der zitting, die mededeelingen
parkette te doen.
Naar we thans vernemen,komen diemed:'00r het café „De Berebi
deelingen neer op het volgende: Den30e:
Juli jl. reisde de heer Molster van Arnhet hbbeltje te geven, hetv
ard hy per zelfden trei
te Twello vervoerd
iarna.
De landbouwer Gr., te
rijwiel gevallen en
1.
Twee dochtertjes van
inge Ruige Weide, 8 ei
water geraakt en vooi
jongste de levonsgt
ekken by het oudste w
irgeefsch.
Woensdagmorgen ont)
pek. van Holland een
elk aldaar en in den od
«•oorzaakte, o.a. werdt
liet 3 koeien en by der
paard door den' bli
dood, terwyl by verse
ruiten werden ingedri
Dinsdagmiddag is by
aken D. W. van Zeven
oerdyk te water geraa
aar D. W. lydende was j
men hieruit opmak
Bedelaar
Een bekend Amsterd*
uller, verscheen heden
imer van strafzaken, t
n Amsteldyk, voor het
jn hand had opgehoud
bedelen. De beklaagde
rbiedwaardige figuur, r
lard, verklaart, met be
evallig over den Amst'
im zag wenken, om d£
et afsloeg. Daarna ha
fébezoekers hem een k!
1 telkens had hy na ontv
naar Dieren. In den trein ontmoette li
zekeren Randoe. Deze vertelde in büzyn v
anderen, dat hy wist, dat zekere YanL.,ili
getrouwd is met een zuster van de vrou* ®a'3 hfj zeide, „aan de
van vekeren S., op verzoek van zyn zwage: 'danken. Toen had een
de villa had in brand gestoken. Serné be®1 geverbaliseerd. De b
Wet „vast" zyn bedoeling
p bedelen, maar dat
„„„pao edelmoedige mensci
vervulling van het lot, dat my toegewezen|jf8]aani
w^s' - L ,-Jj De officier van justitie
Eenmaal in hel hOte,1 sing it voor zes ma
haar bed. Alles deed md van vermoelmiCi2en ,e zenden
pijn. Ja, zoo moe was ik, dat ik niets ko^B6tlaa d8 ïerzocht d
eten en nauwelyks geregeld kon denkern^ op te Zen(ieQ Qaar
De eigenaar van het hötel was een oud^ant werken kon hü to
vriend en omdat, wanneer ik Napels bezochte oud was en daarenbo'
ik het my tot regel stelde, dezelfde kamér*- ------ - -
te betrekken, ondervond ik niet hetzelfdij
gevoel van eenzaamheid, datje gewoonljjl
bekruipt, alB je je in eene vreemde plaati
ter ruste begeeft. Ik was er ten volle va:
overtuigd, dat zoodra mün hoofd op h(
kussen lag, ik in slaap zou vallen. MaJ
eene bittere teleurstelling wachtte my. Dj
legde mü neer met een zucht van voldoenii
en sloot myne oogen maar of ik het schorl
melen van den trein miste, of dat ik ove:
vermoeid was, kan ik niet zeggen - in el!
geval, ik was spoedig Yan één ding zekt
en dat was, dat boe langer ik daar lag, hoi
wakkerder ik werd. Ik probeerde eene atj
dere houding, maar met hetzelfde gevolg)
Ik keerde myn kussen om alleen om noS
ongemakkelyker te liggen. Elke kunstgree/
om slaap op te wekken, waarvan ik oo«
gehoord had, bracht ik in toepassing, maai
altüd zonder eenig succes,
en in een of ander gest
worden.
Aan den arm van
ildwachter strompelde
jn stok, de rechtzaal v
[Zal deze decoratieve
Amsterdam's straten
[zien
(Wordt vervolgd.)
Bedelaars en la.
!en schrijft aan „De 1
let mag thans als een
ichouwd, dat minder be
its tot de straf van 01
ïkswerkinrichting word
laatste jaren werd oo
'ichtingen zeer verscb
eren krachtig werd
»rdt beter toegezien, d
opgezonden, die tot
arbeid in staat zü'n,
berdoor werd het ge
Jtraiten aanzienlük ver
bevolking dezer inri<