2 on;:*. EILANDEN van 17 AUGUSTUS iyi2. In tegenstelling met andere berichten meldt de particuliere correspondent van het Berl. Tageblatt, dat de belangstelling bij de opening van Roosevelts conventie te Chicago maar matig was. De entrée-prys voor de zaal, waar de conventie werd ge houden, die oorspronkelijk op 5 dollar was vastgesteld, moest in den loop van den dag tot 1 dollar verlaagd worden, omdat by de opening der vergadering het kolosseum nog bedenkelijk leeg was, en toen ook deze prijs verlaging nog niet voldoende hielp, had men den portier opdracht gegeven, ieder, die er maar fatsoenlijk uitzag, vrijen toe gang te verleenen. En ook toen nog bleef het getal belangstellenden betrekkelijk klein. Volgens een telegram uit New-York aan de Frankf. Ztg. zou het door Roosevelt ont wikkelde program voor sommige leden dei- nieuwe partij tè radicaal zijn,zoodat oneenig heid hierover niet onmogelijk was. Een andere appel van twist dreigt de uit sluiting van negers uit de conventie te wor den, waartoe de betreffende commissie met 16 tegen 15 stemmen besloot. De neger gedelegeerden zullen nu een onmiddellijk beroep op Roosevelt zelf doen. Ten slotte zij nog gemeld, dat te Chicago thans voor de eerste maal in de geschied mis der V. S. een dozijn vrouwen officieel als gedelegeerden tot een partij-conventie zijn toegelaten. Dit is gebeurd op Roosevelt's persoonlijk verlangen. Hieruit, kan men zien, dat Teddy voortaan een warm strijder voor vrouwenkiesrecht wil zijn. Haagsche Brieven. cxc. Staatscourant 186 bevatte de vorige week de oproeping van liefhebbers om in de residentie Djambi, een deel van betgroote eiland Sumatra, in ons Indiö in aanmerking te komen voor een concessie om petroleum- bronnen te mogen ontginnen. De lezer weet, dat we die vloeistof in hot lieve vaderland met 9 cent den Liter mogen betalen. Dat is zoo, sinds de groote petroleummaatschap- pijen de banden in elkaar hebben geslagen en de concurrentie op stal hebben gezet. Voor eenige jaren was dit anders. Toen concurreerden een paar petroleumkoningen tegen elkaar en kregen we de olie voor 4 cent de kan. De grootkapitalisten hebben zeker de handen al gauw ineengeslagen en door verhooging der petroleumprijzen moch ten de koopers, in meerderheid kleine luyden, millioenen in de brandkasten der grooten brengen. In ons Indiö deelt sinds jaren de KoninklijkePetroleummaatschappij de lakens uit. Dit heet een „nationale" onderneming. Voor eenige rijke Amster dammers, die tonneu gouds aan dividend en tantièmes opstrijken, heeft dat „nationaal" misschien een heel mooie klank, maar ik geloof niet, dat veel Nederlanders van dat „nationale karakter" ooit veel gemerkt hebben. Nu is echter een andere onderneming komen opdagende Nederlandsche Kolo niale Petroleummaatschappij geheeten, die zich ook nationaal noemt. De Koninklijke is daar weinig over gesticht en in dedeftigste Haagsche bladen kwamen ingezonden stuk ken voor, vol droefenis over het gevaar, dat de „nationale" onderneming dreigde. De campagne is in bet heele land in de groote bladen gevoerd en in brochures voortgezet. Wat is het geval. De nieuwe vennootschap is even begeerig naar de Djambische con cessies als de Koninklijke. En geen wonder. De heeren grootkapitalisten, die deze affaires drijven,willen allen gaarnedereuzenwinsten inpalmen, die van de nieuwe petroleum- velden te wachten zijn. Laat ons eens zien, hoe het by de.Koninklijke ging. Tien tegen een, dat, indien het geheele volk eens pre cies naging, hoe het met de Indische mijn- velden gaat, ieder hel een eeuwige schande zou vinden, dat zoovele millioenen, die door een Staatsbedrijf aan de Indische schatkist ten goede behoorden te komen, aan enkele kapitalisten in den schoot worden geworpen. De Koninklijke Petroleummaatschappij werd in 1890 opgericht met een kapitaal van 1.800.000 gulden. Thans bedraagt het 78V2 millioen. De eerste vier jaar keerde de maatschappij geen dividend uit. In 1894 kregen de aandeelhouders 8 pro cent. Men zie nu eens dit staatje in. Uit gekeerd werd in 1895 44 procent in 1904 50 procent 1896 461/2 1905 50 1897 52 1906 73 1898 6 1907 273/4 1899 6 1908 28 1900 8 1909 28 1901 24 1910 28 1902 36 1911 19 1903 65 hij. „Als ik dit deed, zou het mij leiden totmaar neen, mijne lippen moeten zwijgen, hopeloos zwijgen." „Maar toch kan je mij het adres van dien man zeggen, Mevrouw Medenham vertelde mij, dat ge het weet." „Dat is waar,maar ik vrees, dat je te laat gekomen bent." „Te laatl Wat meen je? O Sir George, om 'a hemelswil houd mij niet voor den gek." „Ik houd je niet voor den gek, Forrester," antwoordde hy. „Ik meen, dat het onrao- golijk voor je is hem in Londen te vinden om de eenvoudige reden, dat bij met zijne metgezellin Engeland dezen morgen vroeg verlaten heeft." Toen ik dit hoorde, moet ik ei zoo ellendig uitgezien hebben, dat Sir George kwam, waar ik zat, en zijne hand op mijn schouder zette. „Beste jongen," zeide hü, „je weet Diet hoe pijn het mij doet, dat ik je niet helpen kan. Als het mogelijk ware, zou je alle reden hebben te weten, dat ik dit doen zou. In dit geval echter, sta ik machteloos, hoe machteloos kun je je niet voorstellen. Maar je moet er je niet zoo aan toegeven. De man is weg en je zult naar alle waarschijn lijkheid zijn gezicht niet weer zien. Tracht hem te vergeten." „Hel is onmogelijk. Ik verzeker je op mijn woord van eer, dat ik noch vrede, noch Doch daarbij bleef het niet. In 1907 waren trots de ontzaggelijke hooge dividenden nog 22 mtiitoen gulden van de gereserveerde winst als kapitaal overgeschreven. Toen kreeg elk aandeelhouder bij ieder aandeel er twee cadeau. Dat beteekentdus, dat voor deze aandeelhouders het winstcijfer feitelijk na 1907 8 maal gerekend moet worden en de dividenden van 1908 tot 1911 feitelijk bedroegen, 84, 84, 84 en 57 procent over hun oorspronkelijk bezit. Behalve deze winsten kregen de drie direc teuren per jaar meer dan een millioen aan tantièmes. De acht commissarissen kregen elk wel eens honderdduizend gulden per jaar. En de Indische schatkist? Die kreeg van al de millioenen een uiterst gering bedrag in vergelijking der behaalde winsten. Welk een zegen hadden deze petroleumbronneii kunnen worden voor Indiö, als er tijdig Staatsbedrijf van was gemaakt? De lezer zal thans begrepen hebben, dat andere groot kapitalisten, die geen aandeelhouders zijn van de Koninklijke, begeerig het oog richten op de petroleumvelden van Djambi. Wie zal de gelukkige zijn. De regeering behoudt zich de toewijzing der velden voor, in dien zin, dat zü vrij blijft den inschrijver te nemen, dien zij verkiest. Het intrigeereD achter de schermen kan dus een aanvang nemen. Het is te hopen, dat de Tweede Kamer, die de overeenkomst moet bekrachtigen een Z9er behoorlijk deel der winst in de Indische schatkist zal weten te brengen. Al mocht de Indische mijnwet dit niet toelaten, dan is het toch volstrekt niet onmogelijk daarin een wijziging te brengen. Wanneer de lezers intusschen in de bladen of in brochures roerende betoogen over „nationale" ondernemingen mocht tegen komen, dan weet hü, waaraan hü toe is en wat hy van dien humbug moet gelooven. 'kMeen, dat de Standaard eens geschreven heeft over een flinke aderlating van zulke vennootschappen, 'k Ben het met dit blad zelden [eens, maar in dat opzicht ga ik er mee accoord, dat een grooter deel dier win sten aan de schatkist moet komen. En thans een andere millioengeschicdoDis. De lezer heeft waarschynly'k in de bladen wel gelezen van een Haagsche barones, die er met haar koetsier van doorging. Voor den auteur van stuïverromans ligt daarin schünbaar heel wat romantische stof. De werkelykheid is wat prozaïscher. Meneer de koetsier schy'nt zy'n vrouw leelü'k in den steek te hebben golaten voor de ryke baronesse. Dat de familie dit verschrikkelijk vindt is te begrijpen. Doch de jongedame in kwestie is meerderjarig, haar ouders zün dood en ze is dus verantwoordelijk voor haar handelingen. Van' krankzinnigheid moet geen sprake zü'n. En dan is het toch meer dan erg, dat deze vrouw in een Belgisch gekkenhuis zonder vorm van proces met behulp van een paar zoogenaamde particu liere detectives kan worden opgesloten. De ry'ke familie zal moeten ondervinden, dat zoo iets misschien honderd jaar geleden kon gebeuren, doch dat dit in onzen tijd niet ongestraft kan plaats vinden. Voor de feestviering van 1913 beginnen de plannen zoo langzamerhand los te komen. De residentie zal uit den aard der zaak het brandpunt der feesten zyn. De groote inter nationale landbouwtentoonstelling en de opening van het Vredespaleis zullen attrac- tie's zyn, die andere steden missen. Verder zal op het Malieveld een bijzondere tentoon stelling worden gehouden. Daar zal een model-Nylschip worden gemaakt van niet minder dan 80 M. laDg en 20 M. breed. Het bovendek zal een keurig café restaurant worden. De overige ruimte zal voor tentoon stelling dienen. Op het Maliveld zelf wil men verschillende feestelijkheden doen plaats hebben. Dan krygen we een uitge breid concours Hippique, waarvoor maar eventjes een subsidie van f 5000,- uit de Gemeentekas wordt gevraagd. Van den grooten historischen optocht schy'nt niets te zullen komen. Dat is zeer jammer, vooral omdat het groote publiek daarvan kon ge nieten, wat van alle festiviteiten niet gezegd kan worden. De lezer ziet intusschen, dat hij goed zal doen nu reeds aan een spaar potje te beginnen om het volgend jaar naar 't Haagje te kunnen komen. Volgende week geen Haagsche brief, 'k Ga vacantie nemen en laat den Haag wat den Haag is. Plaatselijk Nieuws. MIDDELUARNIS- Door den slager P. Zoete- man is voor het slachten van vee een slacht masker aangeschaft. Woensdag had de timmerman G.van Kassei het ongeluk zoodanig met een beitel in zü'n hand te steken dat hy' zyn werk moest neer Mejuf. G. Spee huisvrouw van P. Vroeg- indeweij had eenige dagen geleden het ongeluk met een doorn in haar vinger te prikken. Donderdag begon die vinger op te zwellen en hevig pijn te doen,bloed vergifti ging werd geconstateerd. De vele landbouwproducten als haver, tarwe en vooral erv. ten die gedurende die regendagen op het veld lagen zyn meest allen geschoten. DIRKSLAND- De heer G. J. Scbreuder onderwijzer aan de Bijzondere school alhier behaalde deze week de acte Engelsch. Door de politie alhier is in beslag genomen een 20 K.G. lood afkomstfg van diefstal. De vermoedelijke dader of daders zyn bekend en proces verbaal is bier van opgemaakt. Tot het vullen van den gasketel ge bruikt men het water uit de zoogenaamde Stelvaat. Het water vooraf met de motorspuit in een schip gepompt en daarna weer op dezelfde wyze uit het schip in den ketel. OUDE TONGE. Tot tydelük onderwijzeres aan de O. L. School alhier is benoemd Mej. T. Dykers, van Middelharnis. Binnenland. Boekelooze zwemmers. Op het oogenblik vertoeven te Katwykaan Zee veel Duitsche badgasten. Eiken dag gaan zy" baden in de zee. Onder hen treft men uitstekende zwem mers aan, die een eind in zee zwemmen, maar ook andere dames en heeren, die nog niet zoo zeker in het zilte nat zich bevinden, die nog niet zwemmen kunnen, gaan verder dan de badpolitie wenschelyk acht. Deze geeft dan door hoornsignaal of door hand opsteken te kennen„Terug", waaraan, helaas, weinig gehoor wordt gegeven. Mach teloos staat dan bovengenoemde politie by voorkomende ongelukken. Voor de kust te Katwy'k bevindt zich een draaikolk of draai stroom wie als nietzwemmer daarin komt, is zoo good als verloren. De politie aan wal, die het ongeluk ziet, kan niet spoedig genoeg er by komen en redding is onmogelük, daar dc zuiging, vooral bü vallend water, den drenkeling meezuigt. Zoo had ook Zondagmiddag weder een Duitsche jonge dame zich in zee begeven en was niet gehoorzaam aan het waarschu- wingssein. Zy' ging te ver en de badpolitie bogaf zich t© water. Bij haar gekomen, svierp de politieman haar 'n boei toe, die zy grypen kon. Doch zy' weigerde. Dit is toch wel wat onverantwoordelük. Gelukkig nam de politie andere maatrelen en werd haar het baden (D. v Z. H.) geluk zal kennen voordat ik hem gezien en gesproken heb. Als ik ray ooit weer als een eerly'k man wil beschouwen, dan moet ik het doen. Kan ik hem niet op de een of andere wyze vinden „Ik vrees van neen, maar wacht even, nu ik er aan denk, is er eene kans, maar een heel geringe. Ik zal er naar onderzoe ken en het u binnen een uur laten weten." „God zegen jel Ik zal in myn atelier blyven tot ik van je boor." Ik zeide hem vaarwel en verliet het mu seum. Dat hy'zü'ne belofte niet vergat, werd door het feit bewezen, dat binnen een uur een „cab" voor myne deur stilhield en dat een der beambten van het museum uitsteeg. Ik Dam het briefje, dat hy met zich bracht, van hem aan de deur aan en toen ik in mijn atelier teruggekeerd was, scheurde ik de enveloppe open en haalde een eenvoudig visitekaartje te voorschijn. Daarop stond geschreven „Vraag naar den man, dien je zoekt: by CARLO ANGELOTTI. Publieke briefscbry'ver. In de galeryen van den Schouwburg San Carlo, Napels." Door onbekende oorzaak ontstondJWoens- dagavond omstreeks h3fzeven brand ten huize van Frederiks te Benzenrade nabij Hee- relen. Huis en inboedel gingen op in vlam men het aangrenzende huis werd ook door de vlammen aangetast, doch kon nog door de brandweer gered worden. Verzekering dekt de schade. Diefstallen te Leiden. In aansluiting van ons vorig bericht kunnen wij nog mededeel en, dat bij den aangehoudene H. in diens woning in den schoorsteen het uit het bestelkantoor der Staatsspoor ontvieerade bedrag is gevonden. Het bevond zich in een portemonnaie, af komstig van den diefstal een half jaar ge leden gepleegd by dr. Hulst, aan den Morschweg. Ook een gouden dameshorloge uit dien diefstal werd nog by hem gevondeu. Het is dus vrij zeker, dac de man aan de veelvuldige diefstallen schuldig is. Hy ver klaarde zelf een groote handigheid te hebben in het openen van deuren met valsche sleutels. De man is verscheidene jaren in dienst der II. S. M. en vader van zeven kinderen. De aanhouding is vooral aan de activiteit van den rechercheur Koster te danken. Nader meldt men ons: De dader heet niet B. H., doch W. H. en is niet besteller der Holl. Spoor, doGh koetsier by" de Rotterdamsche Tram-My'., welke maatschappij paard en wagens voor 'e H. S. M. levert. Een winkeldievegge. Door oneenigheid in de familie, en daarmee gepaard gaande verwijtingen, kreegdepolitie vermoedens van diefstallen, die gepleegd zouden zyn door de 29-jarige Ja. A. te Nyverdal, en inderdaad mocht aan de ge meenteveldwachters Van der Vliert en Van der Tas gelukken na een nauwgezet onder zoek, Joh. A. tot de bekentenis te brengen, dat zy bü ten minste 3 winkeliers of han delaren, goederen zich onrechtmatig had toegeéindigd, waaronder diverse galanterie artikelen uit een galanteriewinkel, een schort uit een manufactuurzaak, enz. Naar aanleiding van een en ander is ze ter beschikking gesteld van den officier van justitie te Almelo, die haar in voorloopige bewaring heeft doen stellen. (Zw.Ct.) Een waarschuwing. By' enkele bewoners in de stadswijk achter de Maliebaan te Utrecht heeft zich Dinsdag 'n als heer gekleed persoon vervoegd, die zich aanmelde als vertegenwoordiger van een notaris, met de mededeeling, dat de familie een erfenis had gekregen. Alvorens deze kon worden uitbetaald, was het noodig enkele papieren in te zien, 0. a. de trouwaete enz. Mynheer verzocht daarom deze beschei den even te mogen naky'ken. Hü bleek goed op de hoogte te zün van de familie-betrek kingen, waarvan hü enkele by'zonderheden vertelde die juist waren. Bij alle bewoners kwam hü op tijdstippen, dat de heer des huizes afwezig was, wat argwaan wekte. De meeste bewoners verklaarden zich niet zoo maar dadelyk bereid hun familiepapieren over te leggen, waar de „notaris-vertegen woordiger" naar vroeg met de blü'kbare bedoeling een oogenblik alleen te worden gelaten, om alsdan gelegenheid te hebben iets van zijn gading weg te nemen. Dit is hem intusschen by niemand gelukt. (U. D.) De Schiedamsche verordening. Naar wy uit Schiedam vernemen, is daar nog niet ingekomen het „bericht" van Ge deputeerde Staten, waarvan art. 167 van de Gemeentewet spreekt aangaande de veel gerucht makende verordening inzake het zitten en liggen langs glooiingen en dijken enz. Toch zyn de in dat art. gestelde „veertien dagen" reeds nagenoeg verstreken. Een en ander wijst er op, dat de Gedeputeerde Staten genoemde verordening nog in nadere overweging hebben gehouden. Naar verluidt zal de verordening niet door Gedeputeerde Staten worden goedgekeurd maar zullen dezen aan de Kroon vernietiging aanvragen en wel op grond van art. 151 der Gemeente wet, daar Gedeputeerde Staten meenen, dat dit onderwerp voldoende in een Rykswet, nl. de z.g. Zedelykheiöswet is geregeld. (Tüd.) Het geweten. In de j.l. Zondag gehouden godsdienst oefening der Ned. Herv. Gemeente te Nieuw Loosdrecht werd door den predikant, mede gedeeld, dat in den loop der week door den kerkeraad was ontvangen uit Medan (Ned. Indiö) een aangeteekende brief inhoudende vyf-en-twintig gulden. Uit het begeleidende schryven bleek, de afzender vyftig jaren geleden zich op oneerly'ke wyze een bedr.ig van circa een gulden vyftig cent had too- id van de diaconie. Alsnog zijn Feedwezen hierover uitsprekende, maakte hü de f 25 over als afbetaling dezer schuld rente over rente berekend A 6 pet. Deze gewetenszaak leverde dr.G. Vellinga tevens de stof voor een treffende leerrede. (N. v. d. D.) Een zeldzaamheid. Als een byzonderheid kan gemeld worden dat de visscher v. R., te Weesp, in de Vecht aldaar, "Woensdag 'n edelkarpel ving, 'tvisch- je had een gewicht van ruim 7 pond en een lengte van 58 c. M. Verkeerd begrepen. Eenvoudig werkmansvrouwtje, 'n goeie zestig, met schoon, helder-wit gewasschen mutsje op, 'n groot papier in de hand, belde dezer dagen, 't was nog vroeg in den morgen, by' ds. Ten Broek te Groningen aan. 't dienst meisje, dat haar opendeed, zei ze, dat ze Doodzakelük den dominé moest spreken en dat ze „an dominé moav zeggen mos, dat ze 't papier van heur man, 't bewies dat ie 'n ontsloagene gevangene was, al vast mètnomen haar En daar was de dominé reeds! „Meneer, 'k heb in de krant vanmorgen lezen, dat de Koningen-Moeder f 100 geven hét, veur elke ontslaogen gevangene, en dat die door dominé oetbetoald wordt... En nou wo'k de centen veur mien man moaer direct mètnemen ook... Hier... 't papier is goud... 't stempel is ook zuuver..." Dominé lachend: „Denkje nu,moedertje, dat de Koningen-Moeder een prerni gaat zet- teu op het in de gevangenis komen HOOFDSTUK V. Als er eene plaats is, waarvoor ik meer dan voor een andere een afkeer gevoel, die byna aan haat grenst, dan is het voor Na pels in den zomertijd dien afschuwelijken tyd, als iedereen, dien je kent, afwezig is, alle groote huizen gesloten zyn, de wegen zoo stoffig zyn, dat het stof tot aan je knieön reikt en zelfs het geluid der golven, die tegen de muren van het Kasteel del Boa breken, niets van de uitwerking der hitte en droogte, die zich overal doet gevoelen, kan afnemen. Het is het jaargetyde, dat de ho tels, die gewoonlijk 7,00 koel zijn - men zou byna kunnen zeggen kil - den tyd gehad hebben om door en door heet te wor den en bü'gevolg byna ondragelük zyndat de vaste kellner, die je by elk vorig bezoek bediend en je gewoonten heeft leeren ken nen en nog heel goed volgens zyn eigen indruk weet, dat elk van je handelwü'zen slechts een onbeschaamd bewys meer is van je onbeschofte barbaaTSCbheid, zijne vrienden buiten bezocht, of wat het ook is, dat kellners gedurende den slappen tijd doen. wanneer de reizigers vertrokken zyn en hunne bazen geen ander werk voor hen hebben. Op dezen ellendigen tüd van 't jaar, kwam ik [te Napels aan om mü'nheer Pharos te zoeken'. Doordat er een wagen op de lijn tusschen De zaak werd het vrouwtje duidelijk maakt. Zü zei den dominé goe-morgeo ging de stoep af zonder f 100. (N. Gr. c Onweer. Te Westknollendam, gemeente Woctj veer, sloeg Woensdagnacht half drie bliksem in de boedery van den heer Van Woude aan het Molkjesveer. De stal ei hooibergen gingen in de vlammen op, fl( het woonhuis bleef gespaard. Ook een t foonpaal aan den Vaartdyk werd getrog Aan den Krom menleörweg trof de bliki den molen „De Noordster", waarvan wiek werd afgeslagen. De molen in den Overdie-polder by' maar is dien nacht door den bliksem ge fen en totaal afgebrand. Ook de Ned. Herv. Kerk te Heiloo v/ door den bliksem getroffen. De muren ruiten en het orgel werden beschadigd, Van een conducteurspet en 'n varken. Men schrijft uit een der plaatsen on provincie Dezer dagen vervoegde zich by een» ducteur van een der spoorwegmaatsch püen een boertje uit de Achtzaligheden ilde Van L. niet genoe oals was afgesproken, werden bedreigingei ,0, naar aanleiding vi Serné met zy'n vrou q'uw naar Canada zijn bet zeer slecht en arm •an L. heeft te Haarle handel in gramofoon hellicht dat de justitie den dader kan ontd,; ^elde brandstichting. Verdwaal je oude B. Walles, te broeder te Assen n alende naby' Rolde in c stand gevonden. Maan •olgen overleden. Te Veghel werd den 45 echt Scheepers, van staaldraad het linker! heel afgeknepen. Late afgezet. De toestand vredigend. Dinsdagavond zes uur jou oou UU011.J0 uii, ae Acnxzangneaen jnnr iJaü lnranlti De conducteur, die zyn vrijen namidi f0Uwer H uit Hee e had, lag op het bleekje achter zijn won Ddbouwer H' ff? Heete een dutje te doen en de vrouw vroeg 1 het boertje of zü de boodschap niet kon a- en Tisa om was gevallen, was het by" middernacht, toen ik myne plaats van bestemming bereikte en bü na één uur, toen ik myn bagage van het station naar het hotel overgebracht had. Op dien tyd, zooals gemakkelijk te begrijpen is door hen, die de reis over land gemaakt hebben, was ik in een toestand, die aan krankzinnigheid grensde. Al dien tyd, nadat ik Sir George Legrain bezocht en van hem het adres had gekregen van den man, die zooals ik hoopte, my Pharos's adres zou geven, was ik in een soort van gevoelloosheid geweest. Het nam den vorm aan van eene slaperigheid, die door niets weg te krygen waaentoch, wat ik ook deed, ik kon niet slapen. Tallooze keeren gedurende die lange reis had ik ray in de coupé achterover gelegd en myne oogen gesloten, in de hoop wat rust te krygen; maar vergeefs. Op welke listige wyze ook ik den slaapgod trachtte te winnen, de slaap wilde niet over myne oogen komen. Het spottende gelaat van den man, dien ik als myu kwelgeest was gaan beschouwen, was altüd vóór my en in het donker van den nacht, toen de trein naar het Zuiden voortrolde, toen ik zyne stem in myne ooren hoorde fluisteren, dat deze haastig door my waargenomen reis door hem reeds te voren met veel zorg bedacht en geregeld was en dat, door hem te Napels te zoeken, ik slechts nog een stap deed ter, Neen, zei ons boerke, ik moet hem hebben; het geldt de genezing van my'ner zieke familieleden. De vrouw, begrijpend, dat het een erns geval betrof, wekte haar man, die gerael overeind kwam en zich naar het boet begaf. Mynheer, zoo begon de buitenman, u zoi said. De geneesheer mc me een groot pleizier kunnen doen, door c een oude dienstpet van u ter leen te gev; Een oude dienstpet vroeg de conducte verbaasd. En wat moet je daarmee? Dat zal ik u eens zeggen, aldus de AcL zalige. Ik heb een ziek varken, en als da geen verandering in komt, zal het bet kapot gaan. Het zou een slag voor me zji want 'tis al een zevenmaaDder. Met dienstpet is het beest geholpen. De conducteur, niet. begrijpend wat dienstpet met een ziek varken had te ken vroeg het boertje om opheldering. Driek echter was niet voor nadere klaring te vinden Hy zou later wel uit) geven als hy de pet terugbracht. Na lang gepraat stond de conducteur he: een pet af en stralend van bljjdscbap l« „jat is geweest van ons boerke er mee naar huis. - Drie dagen later bracht hy buiten zichz> van geluk de pet terug, en putte zich t in dankbetuigingen voor de welwillendhe van den conducteur. En?vroeg deze, Het heeft geholpen, mü'nbeer, het bee is radicaal genezen. En heeft die pet zoo'n wonderkracht geoefend vroeg de conducteur nieuwsgier en verbaasd. Ja, zei ons boerke, die dienstpet. Ziet het varken wilde niet drinken. Maar zood Dgen was 28 jaar oud Te Onstweddermussel beider K. Meesters ond overleed spoedig aan In den afgeloopen nac rg een brand gewoed n zéér groot onheil de Te ongeveer één uur we jenden sergeant vaD de and ontdekt in de in ei had ik het beest de pet niet op aen Kop ges mninghoekslngel slaai Averij van den heer A. Waar direct bleek, dat ivigen brand te doen li Jjn3 alles reeds door hel wd alaim gemaakt, en Idaten en vervolgens c eer met blusschen aan. angen onmetelyke hoe' t perceel te werpen, andschade tot het gel erschillende omwonende mw op elkaar gebouw vamen echter veel wat eigenaar was het 1: het gebouw geweest. H< aa op beurspolis verzet De oorzaak is tot nu t of het begon zoo geweldig te drinken, het een liefhebbery was om te zien. En sim is het totaal genezen, Bly als een engel verliet het boerke woning van den conducteur en vertelde aan alle kleurterboertjes de wonderbare g neeskracht der dienstpet. (Hsg.) Een brandstichter ontdekt In de zaak Annie Pascal werd als eeiB getuige gehoord de heer Molster,journalh te Drempt. In verband met zy'n verbas omtrent de kennismaking met Annie Pa cal te Bloemendaal in 1908, deelde by mede, dat Annie Pascal een villa bad huurd. Deze was eigendom van zekeren he Serné. Toen Annie ontmaskerd was plotseling uit Bloemendaal verdween, bran de in den nacht daarop deze villa af. Aa vankelijk werd Annie als de daderes noemd. De heer Molster nu deelde medeinstas te zijn bijzonderheden te kunnen meedeele: die zouden kunnen leiden tot ontdekkin van den dader. De officier verzocht den getuige toen, afloop der zitting, die mededeelingen parkette te doen. Naar we thans vernemen,komen diemed:'00r het café „De Berebi deelingen neer op het volgende: Den30e: Juli jl. reisde de heer Molster van Arnhet hbbeltje te geven, hetv ard hy per zelfden trei te Twello vervoerd iarna. De landbouwer Gr., te rijwiel gevallen en 1. Twee dochtertjes van inge Ruige Weide, 8 ei water geraakt en vooi jongste de levonsgt ekken by het oudste w irgeefsch. Woensdagmorgen ont) pek. van Holland een elk aldaar en in den od «•oorzaakte, o.a. werdt liet 3 koeien en by der paard door den' bli dood, terwyl by verse ruiten werden ingedri Dinsdagmiddag is by aken D. W. van Zeven oerdyk te water geraa aar D. W. lydende was j men hieruit opmak Bedelaar Een bekend Amsterd* uller, verscheen heden imer van strafzaken, t n Amsteldyk, voor het jn hand had opgehoud bedelen. De beklaagde rbiedwaardige figuur, r lard, verklaart, met be evallig over den Amst' im zag wenken, om d£ et afsloeg. Daarna ha fébezoekers hem een k! 1 telkens had hy na ontv naar Dieren. In den trein ontmoette li zekeren Randoe. Deze vertelde in büzyn v anderen, dat hy wist, dat zekere YanL.,ili getrouwd is met een zuster van de vrou* ®a'3 hfj zeide, „aan de van vekeren S., op verzoek van zyn zwage: 'danken. Toen had een de villa had in brand gestoken. Serné be®1 geverbaliseerd. De b Wet „vast" zyn bedoeling p bedelen, maar dat „„„pao edelmoedige mensci vervulling van het lot, dat my toegewezen|jf8]aani w^s' - L ,-Jj De officier van justitie Eenmaal in hel hOte,1 sing it voor zes ma haar bed. Alles deed md van vermoelmiCi2en ,e zenden pijn. Ja, zoo moe was ik, dat ik niets ko^B6tlaa d8 ïerzocht d eten en nauwelyks geregeld kon denkern^ op te Zen(ieQ Qaar De eigenaar van het hötel was een oud^ant werken kon hü to vriend en omdat, wanneer ik Napels bezochte oud was en daarenbo' ik het my tot regel stelde, dezelfde kamér*- ------ - - te betrekken, ondervond ik niet hetzelfdij gevoel van eenzaamheid, datje gewoonljjl bekruipt, alB je je in eene vreemde plaati ter ruste begeeft. Ik was er ten volle va: overtuigd, dat zoodra mün hoofd op h( kussen lag, ik in slaap zou vallen. MaJ eene bittere teleurstelling wachtte my. Dj legde mü neer met een zucht van voldoenii en sloot myne oogen maar of ik het schorl melen van den trein miste, of dat ik ove: vermoeid was, kan ik niet zeggen - in el! geval, ik was spoedig Yan één ding zekt en dat was, dat boe langer ik daar lag, hoi wakkerder ik werd. Ik probeerde eene atj dere houding, maar met hetzelfde gevolg) Ik keerde myn kussen om alleen om noS ongemakkelyker te liggen. Elke kunstgree/ om slaap op te wekken, waarvan ik oo« gehoord had, bracht ik in toepassing, maai altüd zonder eenig succes, en in een of ander gest worden. Aan den arm van ildwachter strompelde jn stok, de rechtzaal v [Zal deze decoratieve Amsterdam's straten [zien (Wordt vervolgd.) Bedelaars en la. !en schrijft aan „De 1 let mag thans als een ichouwd, dat minder be its tot de straf van 01 ïkswerkinrichting word laatste jaren werd oo 'ichtingen zeer verscb eren krachtig werd »rdt beter toegezien, d opgezonden, die tot arbeid in staat zü'n, berdoor werd het ge Jtraiten aanzienlük ver bevolking dezer inri<

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1912 | | pagina 2