ONZE EILANDEN van.. 8 JUNI 1912.
de menschen in de banken naarvl
rhelden. VB
aren voor de Scheepvaart door on-
itMelijke Handelsartikelen.
Was een gejammer en gegil van bel,* heeren dr. Van Hamel Roos en Harmens
werd geroepenIk ga er uitO, h'.riiven in het „Maandblad tegen de Ver
foor.' enz. omdat men eenvoudigschinken":
t wat er gebeurde. Men had plotsj)|[onfzettende Titanic-ramp heeft begry-
hevig gekraak gehoord. ifkerwijze de regeering der meeste zee
e geestelijken wisten echter de mensreude natiën er toe gebracht, om nieuwe
calmeeren en dezen werd verzochutregelen te beramen, waardoor dergelijke
ang uit de kerk te begeven. Toen hu-a8trophen zoo mogelijk voorkomen zou-
taan was werd het l|jk grafwaarts kunnen worden. En waar iedereen de
jen, zonder eenig verder ongeval, eincren zal toejuichen om langs den weg
wv jb p töaschap en er^ring, aandepassa-
veel mogelijk bescherming te bieden
kerk bleef daarna gesloten. n
ebloken is, dat de leggers onder de va
lken zijn gebroken, zoodat de
r inzakte. (N
itbreiding Nijmegen,
irgemeester en Wethouders en ve;
e ingezetenen der gemeente Qroeu
ten zich per adres tot H. M. de Koni
Tweede Earner der Staten-Gei
and met het verzoek het wetsoni
V?Q, Srond vatj""""" h"epgn"zonder eenig officieel toezicht
Itnt w g0^eehteNijmü LareD, die tijdens de vaart ernstige
o'flmZnL aJ0 v, ?D' uaar de bolatvaren voor passagiers en lading kunnen
„emeente Groesbeek er huns inzienson ontstaan, en zulks naar aanleiding van
de woeste krachten der natuur, daar
ben wij met nadruk te wyzen op een
nder noodzakelijke bescherming tegen
n, waarbij men niet als het ware
eloos staat zooals bij de bovengenoem-
p, doch die hun oorsprong vinden in
e zucht naar oneerlijke winsten,
„gen wel degelijk van overheidswege
kt kan en moet worden. Wij bedoelen
oogst noodlottige ontploffing, die dezer
plaats vond bij de Zweedsche kusten,
komt ons in het belang onzer scheep-
t voor, de bijzonderheden van dit ontzet
ongeluk eenigszina uitvoerig mede te
3te door zouden worden geschaad,
ïgelukken.
m meldt uit Roosendaal
vrouw, die eenige dagen geleden
dat uiteen trein viel, nasprong,
jen bekomon wondon ainier overlew»— j
mderzoek is gebleken, dat haar atEen stoomschip verliet den lenMeij.l.de
RebeccaKosons,echtgenoote vanUiftd- Odda in Noorwegen met bestemming
>ns, in Amerika. Zij is afkomslis-iot LUbeck en was o.a. geladen met 6000
plaatsje in Zuid-Rusland. Haar lbkken Kalkstikstof (ealcium-eyanamide)
Breda vervoerd, om op de Joou'in énoslstof, die reeds minstens twiDtig
lafplaats aldaar te worden ter a*aldoor dezelfde boot vervoerd wasgewor-
m, 'zonder dat men ooit iets gemerkt had
vn de aanwezigheid van explosieve gassen,
te verheugd. 3ea het schip Vrijdag don lOen Mei de plaats
bakkerspatroons F., S., D. en dtullen verlaten had, zocht de eerste stuur-
e gewezen patroon B,, te Haarlemen op het schip naar ratten. Hij stak tedien
acht per atax de bakkerijen langinde een lucifer aan in de gang naar de kajuit
i en hebben o.m. bij den patroojerend,en vond daar inderdaad een opening,
inechts geplaagd, met de verwerpch op het oogeublik, dat hij bukte om het
3akkerswet. Alleen het bezadigd oat nader te onderzoeken, ontvlamden daar-
stijgende gassen, en het schip vloog in
icht - waarbij acht personen gedood
en. De bedoelde opening correspondeer-
,et het ruim, waar zich zonder twijfel de
jn uit de kalkstikstof opgehoopt hadden,
iien deze niet van deugdelijke qualiteit
en nog calciumcarbid bevatte, had zich
de vochtigheid van de lucht en de stof
acetyleengas gevormd, hetwelk de
lofflüg veroorzaakt had.
hebben hier derhalve meteen hoogst
der politie heeft voorkomen, u.
d opslag werd neergelegd. Het pul^T
iet onduidelijk zijn afkeuring te keten
de houding der patroons. t
politie te Delft,
n herinnert zich, dat voor- een
In de hoofdinspecteur van politi001
een schriftelijke klacht bjj den bi^rejj
-ter deed indienen, tegen den coinwt»
die zich schuldig zou hebben gem? w
niet te verdedigen handelingen. jerzaam zij het dan ook zeer droevig
officier van justitie heeft thau®vaHe doen, waaruit voor de scheep vaart de
iraeester bericht, dat het justiteel ODjingende noodzakelijkheid volgt van nauw-
geen enkele strafbare handeling eurtg: toezicht op hetgeen zy te verladen
commissaris aan het licht boeftrygt, zoowel in haar eigen financieel be-
,lt* mg, als ten opzichte van de aan hare
Ïaqtio-fi urn.,™ or6en toevertrouwde menschenlevens.
Pn(.r^inv»,'ni^nr nm, r, komt ons voor, dat ook de Staat in
'hf-pnH nrfhóf^ntlnno i >6 S011!®®®. door officieel toezicht te doen houden,
ilitie in een auto naar het comniij Te El burg is gisteren de zoon van den
overgebracht. aetselaar W. uit de bovenste balklaag van
---in aanbouw zijnde villa gevallen. Zijn
';and is zeer zorgwekkend.
i gemeente zonder kiezers,
n schrijft uit Koog a/d Zaan aan „i
i eigenaardig geval doet zich in dj
ente voor. Zij telt namelijk op 'too;.
;eeu enkele kiezer. Toevallig staan
voor een gemeenteraadsverkiezing
al nog wel eenigen tijd uitgesteld k
vorden. Want waar geen kiezer ia, joi
marinekotter Astrea, die Woensdag
Jag op de rugbollen nabij de Texelsche
was vastgeloopen, is te Numansdorp
aengebracht.
.r de L. K. verneemt, zullen zich bin-
tort te Eijs-Wittem (L.) Fransche Re-
larlijkeea verkiezing worden gë'houjöiöploristen Paters komen neerzetten en
.t is het geval? Wij hebben hier ;'cb, vestigen in het bekendo kasteel Goeden-
.len gemeenteraad, een liberaal d-'aad, dat hiervoor spoedig aanmerkelijke
h bestuur, alles zeer kundig en bek^erauderingen zal ondergaan.
'n de Kieawin^tzi E£° gisternacht in
r den 22sten Maart de kiezerslijst J'.'«ftsfoetesTaat te Schevenmgen een pas-
esteld, want toen een bestuursli>b°re,", i"" TSS "J
.P-afdeeling op den 20sten April w>°XÏT "S d° Sïm?tra,t. £acht-
Ie igst wilde hebben, waa zij er „?A?eldo,°r.4e P0l"'e »^er-
Dit was natuurlijk deels de schuld?8^ J? 4e. ?°eder d>°,? f™4""
jemeentesecretaris, maar 't geme£e< 3trS" bet "!.a4 8»
- ichonken, terwijl zy met haar vryer uit
Zij had het kind daar achtergelaten,
de vrijer van den schrik op den loop
gegaan, waarna zij zich naar haar
had begeven, waar de politie haar
iorde.
ider en kind werden overgebracht naar
zedenpolitie te 's-Gravenhage heeft
isteerd en naar het Huis van Bewa-
overgebracht, een logeraenthoudster uit
•ooijerslraat aldaar, wegens overtreding
het rendezvous-verbod.
tgemee,.
ur diende zich toch te overtuigen'
in orde was.
kiezerslijst is nu opgemaakt door J
lissaris der provincie Noord-Holl^.
afkondiging, die hier aangeplak'
dat „het gemeentebestuur van K
aan niet heeft gezorgd voor tij-..t
.elling der kiezerslijst". Het duurt;
en maand vóór die geldig zal zij?
gemeentebestuur heeft aan deugi
te-secretaris een wenk gegeven, rinj
.g te vragenmef ingang van l de
n dat „eervol" verleend. W\j hebVen
:ehoord of 't gemeentebestuur zelf:
jodanige wenk heeft gekiegen. Da 16-jarige C. uit Kerkrade, die Dinsdag
a* i v,f 'U88Cben Kerkrade en Herzogenrath door
èPnYn eeï^SzIgZuiSd'^ ds b8ln>"n'™
3en takel met lier. Toen een
van 800 Kg. daarin hing, hape>' j
an het toestel. Het sloeg door en -DUliCHlellXQ.
ige Koenraad Aardewijn, Tnnnir'—
sterdam, kreeg een slag met dek Un,
het hoofd en arm. Hij zakte bev onderzoek van de „Titamc.
ineen en weid op raad van dei (Van den „Telegraaf-correspondent.)
geroepen arts, oogenblikkelyk o; ,nnrtan T'
kenhuis te Amsterdom overgebrac N scHnmin»
neesheer vreesde voor ernstige betf hfldfin het dagen, is lord
*~ey neaen het onderzoek gaan voortzet-
Met hem zijn alle vijf assessoren op het
im aanwezig. Geen hunner heeft tot nog
ok maar een enkele vraag gesteld. De
"aten zijn ook in hun vol getal tegen-
■lig. Doch publiek is er hedenmorgen
weinig en daarvan zijn verreweg de
en dames, een honderdtal. Vlak by de
'■fel en achter de advocaten, zit mrs.
ttge, gade van den kanselier der
Zy is een korte, vry gezette dame,
der
een der groote turfkelders van
ement van Financiën te's-Gravenb'
nd gistermiddag, tijdens het indraï
stapelen van tnrf brand. Altbs',
isers bemerkten op 'n gegeven
lat er achter in den kelder turf s
meulen was en spoedig steeg er
gestapelde turven een verstikken:„ph;tl .„.e<
mn«.tnn
>p. De brandweerlieden moesten
van rookinaskers, wisten baar
en door middel van een slang op
eiding de smeulende massa
te zetten. Zoo was de brand
jginno te bedwingen,
noed wordt dat de brand ontstaa:
en bij het opstapelen der turven'
is omgevallen.
irt Maandag wordt te Breda
amissionair Andr. Dekkers. Mefl^ v0(
dat hem een ongeluk ia overkom'
een blozend, vol gelaat, vriendelijk en
-I - - „V.UW.J Iiiouuüi^n QU
aaaagsch. Bij de advocaten van de White
~r Line wordt nu voor het eerst een wel-
:enae figuur opgemerkt, de heer Bruce
"iy, managing-director van die maat-
'PPU.
«n len voor het begin der zitting kwamen
♦iLiTi g8^eser^6erde plaatsen bij het podium
nwee landgonooten zitten, namelijk de hee-
rleyte en mr. Jansen, onderschei-
HAVa°Lzitter en secretaris van den Raad
ae Scheepvaart te Amsterdam. De heer
Pleyte deelde my mede, dat zij dit onderzoek
nog een paar dagen zullen bijwonen.
De eerste getuige van heden was Alfred
Crawford, die al3 le klasse hofmeester voor
slaapvertrekken op de Titanic" dienst deed.
Hem werden eenige belangrijke vragen ge
steld omtrent de nabijheid van de „Califor-
nian" bij de plaats des onheils. Op last van
kapitein Smith was getuige gegaan in sloep
no. 8. Daar zaten drie andere schepelingen
in, benevens ongeveer 35 dames der eerste
klasse, onder haar de gravin Rothes. Mrs.
Strauss weigerde in deze sloep te gaan. Ka
pitein Smith gaf bevel, de sloep te roeien
naar een in de verte waargenomen licht
van een boot, de vrouwelijke passagiers door
die boot te laten opnemen en dan terug te
komen. Getuige zag zelf de twee mastlichten
duidelijk, tusschen vijf en tien mijlen ver
wijderd. Verschillende dames hielpen de vier
mannen in de sloep roeien, terwijl de gravin
van Rothe3 op zich nam te sturen.
Weldra bemerkten zij, dat de lichten in
de verte zich verwijderden, ofschoon erop
af werd geroeid. Getuige bemerkte nader
hand groen en rood zijlicht en maakte daar
uit op, dat de verwijderde boot was gaan
zwenken. Langzamerhand werden de lichten
niet meer bespeurd. En zij hielden op naar
de geheimzinnige boot te zoeken, toen by het
krieken van den dag de „Carpathia" werd
opgemerkt.
By het kruisverhoor zeide Crawford, dat
een zeeman in hun sloep voorstelde naar de
„Titanic" terug te keeren. Zij zagen haar
ten slotte niet meer, maar hoorden kreten
van drenkelingen. De meeste dames in de
sloep kwamen er tegen op terug te keeren
en drongen er op aan het bevel an kapitein
Smith op te volgen, d.i.te roeien naar het
licht in de verte. Doch ook toen dat licht
niet meer werd waargenomen, ging deze
iets over de helft gevulde sloep niet naai
de plaats des onheils terug.
Iedereen was op zelfbehoud bedacht.
Deze getuige werden verschillende vragen
gesteld door mr. Lewes, den vertegenwoor
diger van den Zeevaarderabond te Southamp
ton, die blijkbaar niet waren naar het ge
noegen van lord Mersey. Hij vroeg, of mr.
Lewes die vragen zoo maar voor de vuist
weg dan wel volgens ontvangen instructies
deed.
Hier zyn mijne instructies, mylord", ant
woordde mr. Lewes.
jLaat my die dan eens lezen, dan zal ik
getuige dienaangaande nog eenige vragen
stellen", merkte lord Mersey op.
Mr. Lewes zat daarover natuurlijk beteu
terd te küken, dat hem het werk zoo maar
uit zijne handen werd genomen. Hij was
daarover niet best te spreken en iedereen
keek er hem op aan. En toen hy zijn
document terug had ontvangen, vroeg hij
den voorzitter:
„Mylord, moet ik telkens by het stellen
van vragen mijne instructies vertoonen
„O, neen, gij moogt vragen stellen", zeide
lord Mersey, die meermalen laat merken het
rekken der ondervraging van getuigen tijd
verspilling te vinden. Voor de variatie maakt
hij dan soms een grap en lacht zelf hartelijk
daarover mee.
Een belangrijk verhoor werd daarop afge
nomen aan zekeren Ernest Gill, tweeden
donkeyman van de „Calefornian", over het
geen daar aan boord van de ramp werd
waargenomeu. Hy had op den avond der
ramp van 8 tot 12 uur dienst. Zy lagen
toen stil, te midden van een groote massa
ijs. Op ongeveer 10 mijlen afstand nam hij
duidelijk mastlichten en ook deklichten
waar. Hy was overtuigd, dat die van een
groote passagiersboot waren en iedereen op
de „Calefornian" kon op dek die lichten
waarnemen. Tusschen hen en die boot was
een groot veld van ijs, doch ongeveer vijf
mijlen ver kon hy den rand daarvan zien,
omdat de donkere zee bij het witte ijs afstak.
Omstreeks half een zag hy iets, wat op
vallende sterren geleek. Dat waren de nood
signalen van de „Titanic". Hij zag ook
duidelijk de vuurpijlen opgaan. Hy Bprak
er niemand over. Dat lag niet op zijn weg
en hy was stellig van meening, dat ze dooi
de officieren aan boord waren opgemerkt.
Eerst toen hij den volgenden morgen hoorde
dat de „Titanic" was gezonken, repte hij
van de waargenomen lichten en signalen.
Twee andere matrozen van de „Titanic"
werden daarop verhoord. En toen riep attor
ney-general, sir Rufuslsaacs: „Mister Ismay.'
Aanstonds ontstond beweging onder het
publiek in de zaal. De halzen werden ge
rekt en de blikken gericht naar het tafeltje
voor de getuigen. Daarachter gaat staan een
met zeer veel smaak gekleede man van om
streeks 40 jaar, bedaard, intelligent en vrien
delijk van uiterlijk, opvallend bruin van
gelaatskleur, kort zwart, min of meer kroezig
baar en donkeren knevel. Een uitstekenden
indruk maakt de heer Brice Ismay, de mana
ging-director van de White Star Line, Zyn
rustig voorkomen, klaarblijkelijke zakenken
nis, kaarsrechte houding en onmiskenbare
kracht imponeeren. En onwillekeurig be
kroop mij de gedachte, dat zijn leven wel
de redding waard was.
Sir Isaacs deed hem eerst eenige vragen
omtrent zijne positie. Hij is lid der firma
Istnay, Mar ie en Co., eigenaars van de „Tita
nic".
De Oceanic Steam Navigation Company
heeft de booten der White Star Line in
eigendom. Het aandeelenkapitaal van de
O. S. N. C. was in handen der Amerikaan-
sche maatschappij, gekend als de American
Shipping Trust, van welks bezitdeaandeelen
der „Oceanic" nagenoeg de helft vormen.
De trust beheert de „Mississippi" en „Domi-
nionMynen, alsmede de aandeelen van de
British North Atlantic en de Atlantic Trans
port Company. Vervolgens heeft de trust
„een overwegend belang" in de Leyland
Line, de eigenaars van de „Californian". Op
een vraag van lord Mersey verklaarde de
heer Ismay, dat de trust vyf Britsche entwee
Amerikaansche stoomvaartlijnen in handen
heeft.
„In hoofdzaak was dus de „Titanic" een
Amerikaansche boot?"
„Ja, in hoofdzaak."
„Hoe komt het dan, dat de boot onder
Britsche vlag voer?"
„Omdat ze in het VereenigdeKoninkrijk
was gebouwd. Om onder Amerikaansche vlag
te kunnen varen, moet de boot binnen het
gebied der republiek zijn gebouwd.''
Getuige deelde vervolgens mede, dat de
firma Harland en Wolff te Belfast de boot
bouwde, volgens ontwerpen door de White
Star maatschappij goedgekeurd. En zij kostte
omstreeks 1.600.000 pond sterling. De maat
schappij heeft een contract vpor het vervoer
der mails, wordt met een lump sum daar
voor betaald, doch er zijn geen voorwaarden
aan verbonden voor een bepaalde snelheid
van dat vervoer.
Getuige maakte de eerste reis van de
„Titanic'' mede, om te zien hoe zy voer.
De White Star bouwt een aDdere boot en
de heer Ismay wou meteen eens door deze
reis zien, of daaraan nog iets kon worden
verbeterd Doch hij had aan boord niets te
zeggen en was slechts een passagier.
„Betaalde gij uwe passage?" vroeg lord
Mersey, onder algemeen gelach.
„Neen, dat niet"
Sir Isaacs vond, dat getuige derhalve
kwalijk als een gewoon passagier kan wor
den beschouwd. Doch hij zeide, op dezelfde
voorwaarden met iedere andere boot den
Oceaan over te kunnen steken.
Op den Zondag der ramp, kort voor lunch
tijd overhandigde kapitein Smith het van
de „Baltic" ontvangen Marconigram omtrent
de waarschuwing voor ijs.. Zy spraken er
niet met elkander over. Getuige keek het
papiertje in en stak het toen achteloos in
zijn zak. Hij hechtte er niet veel gewicht
aan. Evenmin dacht hij er over na, dat de
„Titanic" in de aangewezen richting van het
ijs voer.
„Waarom dacht u, dat de kapitein uhet
bericht overhandigde
„Enkel maar voor informatie'-.
Later op den middag sprak hij er met
twee dames aan boord over. Eèn van haar
was mrs. Reyerson, die zeide hem te heb
ben gevraagd, of wegens dat ijs de„ Ttianic"
de snelle vaart zou verminderen. En vol
gens haar beweren, had de heer Ismay daar-
,Neen, wy zullen nog een paar ketels
laten aanleggen, om zoo snel mogelijk uit
het gebied der ijsschotsen te stoomen".
Dat ontkende getuige beslist
Hoeveel knoopen de "Titanic" dien dag
deed, wist hy niet, maar de snelheid was
langzamerhand vermeerderd van 68 omwen
telingen tot 75 en 78 omwentelingen was de
grootste mogelijke snelheid der boot. Ente
Queenstown had hij er met den eersten
machinist over gesproken, om bij gunstig
weer des Maandags of des Dinsdags de boot
enkele uren met die maximum-snelheid te
laten varen. Er was wegens de mijnwer
kersstaking niet genoeg steenkool aan boord
om de boot heel de reis haar grootsten
spoed te geven. Hü had derhalve des Don
derdags te Queenstown den eersten machi
nist gezegd„Het is voldoende, als wij
Woonsdagmorgen te New-York zyn."
Vervolgens had hy gedurende de veis daar
over niet meer gesproken, met den com
mandant, zoomin als met een der officieren.
Ook niet, nadat hem de waarschuwing voor
ijs was ter hand gesteld. Aan tafel zeide
des avonds de scheepsdokter tegen hem:
,,Wy gaan nuden hoek om.".Dat.beteekende
het inslaan van een andere richting juist
waar het ys zich bevond,
„U wist dus, dat de boot op het ijs afging?"
„Neen, dat wist ik niet. Ik heb geen
verstand van „lengtegraad" en „breedte
graad".
Daarover keek sir Isaacs verbaasd op, en
hy niet alleen.
„Meent u dat Wilt u de verklaring soms
verbeteren, de beteekenis van die graden niet
te kennen
„Ik bedoelde, dat het Marconigram mij
geen begrip gaf van de plaats waar het ys
was."
„Bracht het u niet op de gedachte, te
vragen, of de plaats soms was op de route der
boot
„Daar had ik niets mee te maken; dat gaat
de kapitein der boot aan, die voor hare
navigatie verantwoordelijk is."
„Maar u bent managing-director. De kapi
tein vond het van genoeg belang u dat
Marconigram ter hand te stellen. U stak het
in uw zak, maar u wist, dat de boot dien
avond ijs zou ontmoeten."
„Dat verwachtte ik wel."
„En dat u het ijs zou ontmoeten, waarvoor
de waarschuwing gold
„Dat kan ik niet zeggen, maar ik veron
derstelde het."
„Derhalve voegde het degenen, die voor de
vaart der boot verantwoordelijk waren, voor
zichtig te zyn?"
„Natuurlijk."
„En was het daarom dien avond niet
wenschlijk, de snelle vaart te verminderen
De heer Ismay, verlegen geworden door het
scherpe verhoor van den advocaat-generaal,
aarzelde daarop te antwoorden. Zoodat de
voorzitter hem had te vermanen
„Beantwoord de vraag."
„Neen, hy zag dat niet in. En toen werd sir
Isaacs geraakt. Met toorn in zyn stemiiep
hy uitj
„Mijnheer Ismay, wees eerlijk met ons."
„Hy is eerlijk," merkte sir Robert Finlay
de vertegenwoordiger der White Star op.
„Ik geloof niet dat hy eerlijk met ons is,"
was het bescheid van den attorney-general.
De heer Ismay zag de noodzakelijkheid
niet in, dat bij een ontvangen waarschuwing
voor ijs, een boot hare snelheid vermindert.
Zy kan die juist iets vermeerderen om zoo
spoedig mogelijk buiten de gevaarlijke plaats
te komen.
Lord Mersey„Mr. attorney-general, komt
het niet hierop neerAla de mannen in het
kraaiennest goed uitkijken en als het weer
helder is, dan kan een ysberg tijdig genoeg
worden waargenomen, om dien te ontwy
ken
„Sir Isaacs, lachende;
„Ja, mylord, als, als
Asch is veibrande turf, zeggen wij.
Nog eens duidelijk liet sir Isaacs den heer
Ismay verklaren, dat h\j geen reden vond
na de ontvangst van het Marconigram, als
het besturend hoofd der White Star Line,
met den gezagvoerder van de „Titanic" over
den inhoud daarvan, over.de snelle vaart
der boot of over hare richting te spreken.
Dat maakte op alle aanwezigen
indruk. Kapitein Smith is dood. En hij kan
niet vertellen, of de heer Ismay met hem
sprak. Men moet hem op zyn woord geloo-
ven. Maar onbegrijpelijk klinkt het. Getuige
scheen dat zelf ook te gevoelen. Zyn bruin
gelaat verbleekte iets en ietwat zenuwachtig
trommelde hij met zijn vingers op het tafeltje
Over de ramp zelf en zyn eigen redding,
vertelde de heer Ismay het volgende
Hy sliep in zijn hut, werd wakker door
een schok, stond op, ging naar buiten en
vroeg een hofmeester wat er gebeurd was.
Hij zelf dacht, dat de „Titanic" een schroef
had verloren. Hy ging in zyn hut terug,trok
een jas aan, giDg naar het dek en vroeg
kapitein Smith naar het gebeurde. Dit ver
nomen hebbende, vroeg hy, of de zaak ernstig
was. De commandant antwoordde bevesti
;end. Hy dacht evenwel, dat de pompen
iet uaar binnenstroomende water wel onder
contróle zoudenkunnen houden. Metkapitein
Smith sprak getuige verder niet. Ongeveer
20 minuten na de botsing hoorde hy het
bevel geven de reddingsloepen te water te
laten. Hy hielp er de vrouwen en kinderen
in te plaatsen en zag alle houten sloepen
over boord gaan. Getuige zag een der twee
laatste collapsible-sloepen neerlaten. Zy was
namelijk vol, maar niet heelemaal. Hy zag
niemand meer op het dek en stapte derhalve
uit eigen beweging in die sloep. Dat was
omstreeks anderhalf uur na de botsing. De
„Titanic" helde toen sterk over en naar
voren. Hy begreep, dat zy zinken moest,
doch sprak er met niemand over. Ook hoorde
hy niet, dat de achterblijvende passagiers
voor het zinken van de boot werden ge
waarschuwd. In hun sloep zagen zy op een
afstand een licht en daar roeiden de zeeman
nen op af. Getuige zelf dacht niet, dat het
licht van een passagiersboot was en ook nu
kan hy niet aannemen, dat het deCalifor
nian" was geweest.
Het is misschien niet ondienstig, hierbij
op te merken, dat de „Californian" het
eigendom is van de Leyland Line, die be
hoort tot dezelfde combinatie als de White
Star Line.
Men kreeg vervolgens niet veel meer uit
den heer Ismay, die bedaard zich van den
domme hield.
Mr. Scanlan, de ve:
srtegenwoordiger i
erwierp hem eerst i
een scherp kruisverhoor. Eerst omtrent de
constructie van de „Titanic", waarvan
getuige ni6ts af wist. Ook was het hem
onbekend, of de kapiteins zyner maatschap
pij instructies ontvingen nopens de snelheid
by de aanwezigheid van ijs. Hy kon niet
_j;en, waarom er in de twee uren, die
tusschen de botsing en het zinken van de
„Titanic" slechts zevenhonderd personen
gered werden in de sloepen, die er vier d
vijfhonderd meer konden bevatten.
Mr. Scanlan deed getuige daarop nog
eenige vragen omtrent de vermeerdering
van scheepsvolk voor de bediening van
zooveel meer sloepen, als tot redding van
alle personen aan boord noodig zijn. Doch
lord Mersey liet die vragen niet toe en
maakte uit, dat ze niets uit te staan hadden
met dit onderzoek.
Mr. Scanlan wilde vervolgens weten,
waarom de White Star Line voor hare booten
geen verrekijkers verstrekten aan den uitkijk
in het kraaiennest.
De heer Ismay kon daarop niets anders
antwoorden, dan dat de wenschelijkheid van
kijkers voor die mannen afhangt van de
opinie der kapiteins. Getuige twijfelde er
niet aan, dat de maatschappijzeonmiddellyk
verstrekt hebben of verstrekken zou, als er
om werd gevraagd.
Mr. Scanlan herinnerde^aan de verklaring
van den uitkijkman Fleet, dat hy op den
avond der ramp in het kraaiennest den
ysberg eerder vlak vooruit zou hebben kun
nen zien, als hy een verrekijker had gehad.
Lord Mersey merkte hierbij 0Pi een
verrekijker niet zoozeer dient tot ontdek
king, maar voor betere waarneming van iets,
dat door het naakte oog reeds werd bespeurd
De heer Ismay verklaarde vervolgens nog,
stellig te hebben geloofd, dat de „Titanic"
niet zou zinken. Ook van de „Olimpic," haar
zusterboot, dacht bij dat. Het kwam hem
nimmer waarschijnlijk voor, dat de sloepen
aan boord, voor redding van passagiers en
bemanning, zou dienen. Hij vond ze enkel
noodig om drenkelingen van andere bóóten
op te visschen, of by het stranden der boot
hare opvarenden te landen. Ook daarom
vond hy meerdere sloepen niet bepaald
noodig. Doch de „Titanic" was uitgerust
met j meer reddingmiddelen, dan door de
Board of Trade voorgeschreven.
Sir Robert Finlay zal hem morgen een
verhoord ten zijnen gunste afnemen.
Zyn dit Duitsche vrovwen
Aldus vraagt verontwaardigd de Hambur
ger correspondent van het „Leipziger
Tageblatt", waarna hy de vraag plaatst alB
titel van een artikeltje, waarin hy lang niet
malsch te velde trekt tegen een deel van
het Hamburg8che vrouwendom en in dezer
voege toornt niet ten onrechte overigens
In het Tierpark (van Karl Hagenbeek)
heerscht sedert eenige dagen onder de
dappere Bedouïenen-schaai groote ontevre
denheid, die soms overslaat tot tempera
ment volle, slagvaardige woordenwisselin
gen.
Daaraan hebben echter niet de Bedouïenen
schuld, maar de vele Hamburgsche jonge
vrouwen en meisjes, die metterdaad om de
gunst der Bedouïenen vechten. Als men de
vlammende blikken van dit deel van het
scboone geslacht in het oog houdt, en de
hardnekkigheid, waarmede de dames uren
lang om de Bedouïenen-afdeeling rondsluipen
dan zal men kunnen begrijpen, dat de
warmbloedige oosterlingen dit gevaarlijke
spel niet langer kunnen weerstaan, en de
gelegenheid waarnemen, een weinig te flirten
naar Arabischen trant.
Ongelukkigerwijs heeft dit spellitje on
aangename incidenten tengevolge gehad. Op
den tweeden Pinksterdag reeds is het wegens
het schoone, blanke geslacht onder de bruine
broeders tot gewelddadigheden gekomen, die
een onmiddellyk optreden der politie en van
den partieculiren bewakingsdienst noodig
maakten. Verscheidene Bedouïenen heeft
men sindsdien, naar hun vaderland terug-
Ofschoon de firma Hagenbeek op prijzens
waardige wy"2e poogt, dergelijke incidenten
onmogelijk te maken, en haar beambten
streng beeft gelast, vrouwen en meisjes, die
de Bedouieaen in te opvallende wijze
naderen, eenvoudig uit het park te verwij
deren, hebben zich in den laatsten tijd
dergelijke onsmakelijke tooneelen herhaald
Het is diep te betreuren, dat de Duitsche
vrouwen, die, wat karakter eu moraliteit
aangaat, anders aan anderen ten voorbeeld
worden gesteld, zich zoo vergooien en haar
eigen Ik door den modder halen. Nog
treuriger echter is het, als moederen dochter,
zooals het hier het geval is geweest, beiden
een liefdesavontuur met denzelfden man
aanknoopen, en elkander daarbij wederzijd-
sche concurrentie aandoen. Bahl
"Wy willen hopen en wenschen, dat deze
regels er toe mogen bijdragen, ingunstigen
zin op de vrouwen in te werken. Dat zij
zich mogen bezinnen, en tot inzicht komen,
voor het voor haar en wellicht ook voor
haar familie ie laat is."
Qetrouiode kindertj es.
De theorie van dr. Thomas Morgan Rotch,
een professor in de pediatricus, oftewel de
wetenschap van 't hygiënisch opvoeden van
kinderen aan de Harvard Uuiversiteit, die
zegt, dat de jaren alleen niets beduiden als
de wetenschap den werkelijken leeftijd van
een jongen of een meisje tracht vast te
stellen, wordt merkwaardig geïllusteerd
door de vlucht van een zekeren Milton Hahn,
een kereltje van 15 jaar, met een kleine
kvabb9l van 14 jaar en 9 maanden.
Paula kreeg verlof om by een schoolvrien
dinnetje, wier ouders een bal gaven, een
nacht over te blijven. Het meiske nam al haar
sieraden, ter waarde van 50 dollar en 40
dollar in contanten mee. Zy verscheen echter
niet op het bal in kwestie, maar telegrafeerde
in plaats daarvan, den volgenden avond uit
Boston kalm aan haar moeder te New-York
Wees niet boos; ben met Milton ge
trouwd."
Omstreeks denzelfden tyd werden de
oudelui van mister Milton verblijd met een
ongeveer gelijkluidend telegrafische missive
van hun zoontje, welke veelbelovende spruit
twee dagen te voren, met medeneming van
dollar, die aan zyn vader behoorden, het
ouderlijk huis was ontloopen.
De heer Milton geeft overigens een goed
voorbeeld van dr. Rotch stelling„Sommige
kinderen zijn op hun 15de jaar veel ouder
dan anderen, die hun in jarental nog te boven
gaan." Het ventje is bijna zes voet lang,
heeft een diepe stem, weegt 171 pond en
ziet er uit als 21. Ook Paulo ziet er jaren
ouder uit dan ze werkelijk is.
Toen de reporters Maandag het huis van
mr. Hanhn's betraden, vonden zij daar de
twee arme moeders, die elkaar met heur
tranen doorweekten. De vader van den
bruigom zag er echter strenger uit en ver
klaarde, dat hy de politie verzocht had,
Miltonnetje wegens diefstal te arresteeren
Hetgeen de politie beloofde te zullen doen,
zoodra zy hem beet bad.
Een schuiltent van 30.000 francs.
Een der buitengalerijen van de kerk No-
tre-Dame, te Mantes-sur-Seine, van zeer
ouden datum, ondergaat op het oogenblik
een grondige reparatie. De arbeiders, die het
herstellingswerk verrichten, vonden dezer
dagen in een oud rommelhok, waar nooit
iemand kwam, een oud fapyt, dat zij nog
juist goed genoeg achtten om aan den vod
denkoopman te verkoopen.
Daar bet regende, maakten zij lntusschen
van het oude kleed een schuiltent.
Maar nu blijkt, dat dit tapijt een bewon
derenswaardig product van Perzische hand-
weefkunst is, minstens vier eeuwen oud.
Het kleed meetacht by vier meter en is van
zeer groote kunstwaarde. Op een zwart frond
ziet men in holle, nog weinig verbleekte
kleuren fantastische dieren, menschvogels
en draken afgebeeld.
De directeur van het Louvre-Museum to
Parijs, Pujalet, heeft aan de stad Mantes
reeds een bod gedaan om het prachtige tapijt
te koopen. Hy bood den burgemeestet, Goust,
30.000 francs. De gemeenteraad heeft echter
besloten, het tapyt eerst eens door kenners
te laten taxeeren, alvorens op dit bod in te
gaan.
Een buitengewone ontdekking.
Er schynt voor het geluid in het geheel
geen afstand meer te bestaan, als men mag
afgaan op het relaas der volgende, hoogst-
merkwaardige ontdekking, ontleend aan een
telegram uit Toulon aan de „Matin"
„Aan boord van het jacht „Hirondelle,"
toebehoorende aan vorst Albert van Monaco,
en in de haven van Toulon voor anker lig
gend, worden thans proefnemingen van het
allerhoogste belang genopien.
Dank zy een gunstig gewrocht en reeds
gepatenteerd toestel, hetwelk door den
ingenieur De Zepel zou zijn uitgevonden,
moet men aan boord van genoemd vaartuig
zeer duidelijk het volkslied hebben kunnen
hooren, hetwelk te.Algiers werd gespeeld.
De toepassing dezer ontdekkiDg, die hierin
zou bestaan, dat het ontvangtoestel klanken
registeert in plaats van slechts vooruit vast
gestelde teekens, zou tot resultaat hebben,
dat het onderscheppen van telegrammen
vermeden werd, en leiden tot het vereen
voudigen der overbrengings- en ontvangtoe
stellen."
Uit New-York seint men, dat Amerikaan
sche fabriekseigenaars op het eiland Cuba
aan de regeering der Vereenigde Staten een
telegram gezonden hebben waarin gezegd
wordt, dat 'n algemeene aanval van de negers
op de Amerikaansche fabrieken verwacht
wordt. Tegelijk voegden zy er aan toe, dat
de Cubaansche regeering onmachtig zou zyn
hen te helpen. Bovendien hebben de consuls
bericht, dat president Gomez niet by machte
is, de revolutie to onderdrukken. Men zegt,
dat de toestand bij Santiago een dreigend
karakter heeft aangenomen.
Opnieuw wordt door de Amerikaansche
regeering betoogd, dat het landen dertroepen
van Cuba in geen geval een interventie be-
teekend.
Naar men verneemt, is de groote Ameri
kaansche plantage Santo Cecillia door op
standelingen verbrand.