ONZE EILANDEN van.. 8 JUNI 1912. de menschen in de banken naarvl rhelden. VB aren voor de Scheepvaart door on- itMelijke Handelsartikelen. Was een gejammer en gegil van bel,* heeren dr. Van Hamel Roos en Harmens werd geroepenIk ga er uitO, h'.riiven in het „Maandblad tegen de Ver foor.' enz. omdat men eenvoudigschinken": t wat er gebeurde. Men had plotsj)|[onfzettende Titanic-ramp heeft begry- hevig gekraak gehoord. ifkerwijze de regeering der meeste zee e geestelijken wisten echter de mensreude natiën er toe gebracht, om nieuwe calmeeren en dezen werd verzochutregelen te beramen, waardoor dergelijke ang uit de kerk te begeven. Toen hu-a8trophen zoo mogelijk voorkomen zou- taan was werd het l|jk grafwaarts kunnen worden. En waar iedereen de jen, zonder eenig verder ongeval, eincren zal toejuichen om langs den weg wv jb p töaschap en er^ring, aandepassa- veel mogelijk bescherming te bieden kerk bleef daarna gesloten. n ebloken is, dat de leggers onder de va lken zijn gebroken, zoodat de r inzakte. (N itbreiding Nijmegen, irgemeester en Wethouders en ve; e ingezetenen der gemeente Qroeu ten zich per adres tot H. M. de Koni Tweede Earner der Staten-Gei and met het verzoek het wetsoni V?Q, Srond vatj""""" h"epgn"zonder eenig officieel toezicht Itnt w g0^eehteNijmü LareD, die tijdens de vaart ernstige o'flmZnL aJ0 v, ?D' uaar de bolatvaren voor passagiers en lading kunnen „emeente Groesbeek er huns inzienson ontstaan, en zulks naar aanleiding van de woeste krachten der natuur, daar ben wij met nadruk te wyzen op een nder noodzakelijke bescherming tegen n, waarbij men niet als het ware eloos staat zooals bij de bovengenoem- p, doch die hun oorsprong vinden in e zucht naar oneerlijke winsten, „gen wel degelijk van overheidswege kt kan en moet worden. Wij bedoelen oogst noodlottige ontploffing, die dezer plaats vond bij de Zweedsche kusten, komt ons in het belang onzer scheep- t voor, de bijzonderheden van dit ontzet ongeluk eenigszina uitvoerig mede te 3te door zouden worden geschaad, ïgelukken. m meldt uit Roosendaal vrouw, die eenige dagen geleden dat uiteen trein viel, nasprong, jen bekomon wondon ainier overlew»— j mderzoek is gebleken, dat haar atEen stoomschip verliet den lenMeij.l.de RebeccaKosons,echtgenoote vanUiftd- Odda in Noorwegen met bestemming >ns, in Amerika. Zij is afkomslis-iot LUbeck en was o.a. geladen met 6000 plaatsje in Zuid-Rusland. Haar lbkken Kalkstikstof (ealcium-eyanamide) Breda vervoerd, om op de Joou'in énoslstof, die reeds minstens twiDtig lafplaats aldaar te worden ter a*aldoor dezelfde boot vervoerd wasgewor- m, 'zonder dat men ooit iets gemerkt had vn de aanwezigheid van explosieve gassen, te verheugd. 3ea het schip Vrijdag don lOen Mei de plaats bakkerspatroons F., S., D. en dtullen verlaten had, zocht de eerste stuur- e gewezen patroon B,, te Haarlemen op het schip naar ratten. Hij stak tedien acht per atax de bakkerijen langinde een lucifer aan in de gang naar de kajuit i en hebben o.m. bij den patroojerend,en vond daar inderdaad een opening, inechts geplaagd, met de verwerpch op het oogeublik, dat hij bukte om het 3akkerswet. Alleen het bezadigd oat nader te onderzoeken, ontvlamden daar- stijgende gassen, en het schip vloog in icht - waarbij acht personen gedood en. De bedoelde opening correspondeer- ,et het ruim, waar zich zonder twijfel de jn uit de kalkstikstof opgehoopt hadden, iien deze niet van deugdelijke qualiteit en nog calciumcarbid bevatte, had zich de vochtigheid van de lucht en de stof acetyleengas gevormd, hetwelk de lofflüg veroorzaakt had. hebben hier derhalve meteen hoogst der politie heeft voorkomen, u. d opslag werd neergelegd. Het pul^T iet onduidelijk zijn afkeuring te keten de houding der patroons. t politie te Delft, n herinnert zich, dat voor- een In de hoofdinspecteur van politi001 een schriftelijke klacht bjj den bi^rejj -ter deed indienen, tegen den coinwt» die zich schuldig zou hebben gem? w niet te verdedigen handelingen. jerzaam zij het dan ook zeer droevig officier van justitie heeft thau®vaHe doen, waaruit voor de scheep vaart de iraeester bericht, dat het justiteel ODjingende noodzakelijkheid volgt van nauw- geen enkele strafbare handeling eurtg: toezicht op hetgeen zy te verladen commissaris aan het licht boeftrygt, zoowel in haar eigen financieel be- ,lt* mg, als ten opzichte van de aan hare Ïaqtio-fi urn.,™ or6en toevertrouwde menschenlevens. Pn(.r^inv»,'ni^nr nm, r, komt ons voor, dat ook de Staat in 'hf-pnH nrfhóf^ntlnno i >6 S011!®®®. door officieel toezicht te doen houden, ilitie in een auto naar het comniij Te El burg is gisteren de zoon van den overgebracht. aetselaar W. uit de bovenste balklaag van ---in aanbouw zijnde villa gevallen. Zijn ';and is zeer zorgwekkend. i gemeente zonder kiezers, n schrijft uit Koog a/d Zaan aan „i i eigenaardig geval doet zich in dj ente voor. Zij telt namelijk op 'too;. ;eeu enkele kiezer. Toevallig staan voor een gemeenteraadsverkiezing al nog wel eenigen tijd uitgesteld k vorden. Want waar geen kiezer ia, joi marinekotter Astrea, die Woensdag Jag op de rugbollen nabij de Texelsche was vastgeloopen, is te Numansdorp aengebracht. .r de L. K. verneemt, zullen zich bin- tort te Eijs-Wittem (L.) Fransche Re- larlijkeea verkiezing worden gë'houjöiöploristen Paters komen neerzetten en .t is het geval? Wij hebben hier ;'cb, vestigen in het bekendo kasteel Goeden- .len gemeenteraad, een liberaal d-'aad, dat hiervoor spoedig aanmerkelijke h bestuur, alles zeer kundig en bek^erauderingen zal ondergaan. 'n de Kieawin^tzi E£° gisternacht in r den 22sten Maart de kiezerslijst J'.'«ftsfoetesTaat te Schevenmgen een pas- esteld, want toen een bestuursli>b°re,", i"" TSS "J .P-afdeeling op den 20sten April w>°XÏT "S d° Sïm?tra,t. £acht- Ie igst wilde hebben, waa zij er „?A?eldo,°r.4e P0l"'e »^er- Dit was natuurlijk deels de schuld?8^ J? 4e. ?°eder d>°,? f™4"" jemeentesecretaris, maar 't geme£e< 3trS" bet "!.a4 8» - ichonken, terwijl zy met haar vryer uit Zij had het kind daar achtergelaten, de vrijer van den schrik op den loop gegaan, waarna zij zich naar haar had begeven, waar de politie haar iorde. ider en kind werden overgebracht naar zedenpolitie te 's-Gravenhage heeft isteerd en naar het Huis van Bewa- overgebracht, een logeraenthoudster uit •ooijerslraat aldaar, wegens overtreding het rendezvous-verbod. tgemee,. ur diende zich toch te overtuigen' in orde was. kiezerslijst is nu opgemaakt door J lissaris der provincie Noord-Holl^. afkondiging, die hier aangeplak' dat „het gemeentebestuur van K aan niet heeft gezorgd voor tij-..t .elling der kiezerslijst". Het duurt; en maand vóór die geldig zal zij? gemeentebestuur heeft aan deugi te-secretaris een wenk gegeven, rinj .g te vragenmef ingang van l de n dat „eervol" verleend. W\j hebVen :ehoord of 't gemeentebestuur zelf: jodanige wenk heeft gekiegen. Da 16-jarige C. uit Kerkrade, die Dinsdag a* i v,f 'U88Cben Kerkrade en Herzogenrath door èPnYn eeï^SzIgZuiSd'^ ds b8ln>"n'™ 3en takel met lier. Toen een van 800 Kg. daarin hing, hape>' j an het toestel. Het sloeg door en -DUliCHlellXQ. ige Koenraad Aardewijn, Tnnnir'— sterdam, kreeg een slag met dek Un, het hoofd en arm. Hij zakte bev onderzoek van de „Titamc. ineen en weid op raad van dei (Van den „Telegraaf-correspondent.) geroepen arts, oogenblikkelyk o; ,nnrtan T' kenhuis te Amsterdom overgebrac N scHnmin» neesheer vreesde voor ernstige betf hfldfin het dagen, is lord *~ey neaen het onderzoek gaan voortzet- Met hem zijn alle vijf assessoren op het im aanwezig. Geen hunner heeft tot nog ok maar een enkele vraag gesteld. De "aten zijn ook in hun vol getal tegen- ■lig. Doch publiek is er hedenmorgen weinig en daarvan zijn verreweg de en dames, een honderdtal. Vlak by de '■fel en achter de advocaten, zit mrs. ttge, gade van den kanselier der Zy is een korte, vry gezette dame, der een der groote turfkelders van ement van Financiën te's-Gravenb' nd gistermiddag, tijdens het indraï stapelen van tnrf brand. Altbs', isers bemerkten op 'n gegeven lat er achter in den kelder turf s meulen was en spoedig steeg er gestapelde turven een verstikken:„ph;tl .„.e< mn«.tnn >p. De brandweerlieden moesten van rookinaskers, wisten baar en door middel van een slang op eiding de smeulende massa te zetten. Zoo was de brand jginno te bedwingen, noed wordt dat de brand ontstaa: en bij het opstapelen der turven' is omgevallen. irt Maandag wordt te Breda amissionair Andr. Dekkers. Mefl^ v0( dat hem een ongeluk ia overkom' een blozend, vol gelaat, vriendelijk en -I - - „V.UW.J Iiiouuüi^n QU aaaagsch. Bij de advocaten van de White ~r Line wordt nu voor het eerst een wel- :enae figuur opgemerkt, de heer Bruce "iy, managing-director van die maat- 'PPU. «n len voor het begin der zitting kwamen ♦iLiTi g8^eser^6erde plaatsen bij het podium nwee landgonooten zitten, namelijk de hee- rleyte en mr. Jansen, onderschei- HAVa°Lzitter en secretaris van den Raad ae Scheepvaart te Amsterdam. De heer Pleyte deelde my mede, dat zij dit onderzoek nog een paar dagen zullen bijwonen. De eerste getuige van heden was Alfred Crawford, die al3 le klasse hofmeester voor slaapvertrekken op de Titanic" dienst deed. Hem werden eenige belangrijke vragen ge steld omtrent de nabijheid van de „Califor- nian" bij de plaats des onheils. Op last van kapitein Smith was getuige gegaan in sloep no. 8. Daar zaten drie andere schepelingen in, benevens ongeveer 35 dames der eerste klasse, onder haar de gravin Rothes. Mrs. Strauss weigerde in deze sloep te gaan. Ka pitein Smith gaf bevel, de sloep te roeien naar een in de verte waargenomen licht van een boot, de vrouwelijke passagiers door die boot te laten opnemen en dan terug te komen. Getuige zag zelf de twee mastlichten duidelijk, tusschen vijf en tien mijlen ver wijderd. Verschillende dames hielpen de vier mannen in de sloep roeien, terwijl de gravin van Rothe3 op zich nam te sturen. Weldra bemerkten zij, dat de lichten in de verte zich verwijderden, ofschoon erop af werd geroeid. Getuige bemerkte nader hand groen en rood zijlicht en maakte daar uit op, dat de verwijderde boot was gaan zwenken. Langzamerhand werden de lichten niet meer bespeurd. En zij hielden op naar de geheimzinnige boot te zoeken, toen by het krieken van den dag de „Carpathia" werd opgemerkt. By het kruisverhoor zeide Crawford, dat een zeeman in hun sloep voorstelde naar de „Titanic" terug te keeren. Zij zagen haar ten slotte niet meer, maar hoorden kreten van drenkelingen. De meeste dames in de sloep kwamen er tegen op terug te keeren en drongen er op aan het bevel an kapitein Smith op te volgen, d.i.te roeien naar het licht in de verte. Doch ook toen dat licht niet meer werd waargenomen, ging deze iets over de helft gevulde sloep niet naai de plaats des onheils terug. Iedereen was op zelfbehoud bedacht. Deze getuige werden verschillende vragen gesteld door mr. Lewes, den vertegenwoor diger van den Zeevaarderabond te Southamp ton, die blijkbaar niet waren naar het ge noegen van lord Mersey. Hij vroeg, of mr. Lewes die vragen zoo maar voor de vuist weg dan wel volgens ontvangen instructies deed. Hier zyn mijne instructies, mylord", ant woordde mr. Lewes. jLaat my die dan eens lezen, dan zal ik getuige dienaangaande nog eenige vragen stellen", merkte lord Mersey op. Mr. Lewes zat daarover natuurlijk beteu terd te küken, dat hem het werk zoo maar uit zijne handen werd genomen. Hij was daarover niet best te spreken en iedereen keek er hem op aan. En toen hy zijn document terug had ontvangen, vroeg hij den voorzitter: „Mylord, moet ik telkens by het stellen van vragen mijne instructies vertoonen „O, neen, gij moogt vragen stellen", zeide lord Mersey, die meermalen laat merken het rekken der ondervraging van getuigen tijd verspilling te vinden. Voor de variatie maakt hij dan soms een grap en lacht zelf hartelijk daarover mee. Een belangrijk verhoor werd daarop afge nomen aan zekeren Ernest Gill, tweeden donkeyman van de „Calefornian", over het geen daar aan boord van de ramp werd waargenomeu. Hy had op den avond der ramp van 8 tot 12 uur dienst. Zy lagen toen stil, te midden van een groote massa ijs. Op ongeveer 10 mijlen afstand nam hij duidelijk mastlichten en ook deklichten waar. Hy was overtuigd, dat die van een groote passagiersboot waren en iedereen op de „Calefornian" kon op dek die lichten waarnemen. Tusschen hen en die boot was een groot veld van ijs, doch ongeveer vijf mijlen ver kon hy den rand daarvan zien, omdat de donkere zee bij het witte ijs afstak. Omstreeks half een zag hy iets, wat op vallende sterren geleek. Dat waren de nood signalen van de „Titanic". Hij zag ook duidelijk de vuurpijlen opgaan. Hy Bprak er niemand over. Dat lag niet op zijn weg en hy was stellig van meening, dat ze dooi de officieren aan boord waren opgemerkt. Eerst toen hij den volgenden morgen hoorde dat de „Titanic" was gezonken, repte hij van de waargenomen lichten en signalen. Twee andere matrozen van de „Titanic" werden daarop verhoord. En toen riep attor ney-general, sir Rufuslsaacs: „Mister Ismay.' Aanstonds ontstond beweging onder het publiek in de zaal. De halzen werden ge rekt en de blikken gericht naar het tafeltje voor de getuigen. Daarachter gaat staan een met zeer veel smaak gekleede man van om streeks 40 jaar, bedaard, intelligent en vrien delijk van uiterlijk, opvallend bruin van gelaatskleur, kort zwart, min of meer kroezig baar en donkeren knevel. Een uitstekenden indruk maakt de heer Brice Ismay, de mana ging-director van de White Star Line, Zyn rustig voorkomen, klaarblijkelijke zakenken nis, kaarsrechte houding en onmiskenbare kracht imponeeren. En onwillekeurig be kroop mij de gedachte, dat zijn leven wel de redding waard was. Sir Isaacs deed hem eerst eenige vragen omtrent zijne positie. Hij is lid der firma Istnay, Mar ie en Co., eigenaars van de „Tita nic". De Oceanic Steam Navigation Company heeft de booten der White Star Line in eigendom. Het aandeelenkapitaal van de O. S. N. C. was in handen der Amerikaan- sche maatschappij, gekend als de American Shipping Trust, van welks bezitdeaandeelen der „Oceanic" nagenoeg de helft vormen. De trust beheert de „Mississippi" en „Domi- nionMynen, alsmede de aandeelen van de British North Atlantic en de Atlantic Trans port Company. Vervolgens heeft de trust „een overwegend belang" in de Leyland Line, de eigenaars van de „Californian". Op een vraag van lord Mersey verklaarde de heer Ismay, dat de trust vyf Britsche entwee Amerikaansche stoomvaartlijnen in handen heeft. „In hoofdzaak was dus de „Titanic" een Amerikaansche boot?" „Ja, in hoofdzaak." „Hoe komt het dan, dat de boot onder Britsche vlag voer?" „Omdat ze in het VereenigdeKoninkrijk was gebouwd. Om onder Amerikaansche vlag te kunnen varen, moet de boot binnen het gebied der republiek zijn gebouwd.'' Getuige deelde vervolgens mede, dat de firma Harland en Wolff te Belfast de boot bouwde, volgens ontwerpen door de White Star maatschappij goedgekeurd. En zij kostte omstreeks 1.600.000 pond sterling. De maat schappij heeft een contract vpor het vervoer der mails, wordt met een lump sum daar voor betaald, doch er zijn geen voorwaarden aan verbonden voor een bepaalde snelheid van dat vervoer. Getuige maakte de eerste reis van de „Titanic'' mede, om te zien hoe zy voer. De White Star bouwt een aDdere boot en de heer Ismay wou meteen eens door deze reis zien, of daaraan nog iets kon worden verbeterd Doch hij had aan boord niets te zeggen en was slechts een passagier. „Betaalde gij uwe passage?" vroeg lord Mersey, onder algemeen gelach. „Neen, dat niet" Sir Isaacs vond, dat getuige derhalve kwalijk als een gewoon passagier kan wor den beschouwd. Doch hij zeide, op dezelfde voorwaarden met iedere andere boot den Oceaan over te kunnen steken. Op den Zondag der ramp, kort voor lunch tijd overhandigde kapitein Smith het van de „Baltic" ontvangen Marconigram omtrent de waarschuwing voor ijs.. Zy spraken er niet met elkander over. Getuige keek het papiertje in en stak het toen achteloos in zijn zak. Hij hechtte er niet veel gewicht aan. Evenmin dacht hij er over na, dat de „Titanic" in de aangewezen richting van het ijs voer. „Waarom dacht u, dat de kapitein uhet bericht overhandigde „Enkel maar voor informatie'-. Later op den middag sprak hij er met twee dames aan boord over. Eèn van haar was mrs. Reyerson, die zeide hem te heb ben gevraagd, of wegens dat ijs de„ Ttianic" de snelle vaart zou verminderen. En vol gens haar beweren, had de heer Ismay daar- ,Neen, wy zullen nog een paar ketels laten aanleggen, om zoo snel mogelijk uit het gebied der ijsschotsen te stoomen". Dat ontkende getuige beslist Hoeveel knoopen de "Titanic" dien dag deed, wist hy niet, maar de snelheid was langzamerhand vermeerderd van 68 omwen telingen tot 75 en 78 omwentelingen was de grootste mogelijke snelheid der boot. Ente Queenstown had hij er met den eersten machinist over gesproken, om bij gunstig weer des Maandags of des Dinsdags de boot enkele uren met die maximum-snelheid te laten varen. Er was wegens de mijnwer kersstaking niet genoeg steenkool aan boord om de boot heel de reis haar grootsten spoed te geven. Hü had derhalve des Don derdags te Queenstown den eersten machi nist gezegd„Het is voldoende, als wij Woonsdagmorgen te New-York zyn." Vervolgens had hy gedurende de veis daar over niet meer gesproken, met den com mandant, zoomin als met een der officieren. Ook niet, nadat hem de waarschuwing voor ijs was ter hand gesteld. Aan tafel zeide des avonds de scheepsdokter tegen hem: ,,Wy gaan nuden hoek om.".Dat.beteekende het inslaan van een andere richting juist waar het ys zich bevond, „U wist dus, dat de boot op het ijs afging?" „Neen, dat wist ik niet. Ik heb geen verstand van „lengtegraad" en „breedte graad". Daarover keek sir Isaacs verbaasd op, en hy niet alleen. „Meent u dat Wilt u de verklaring soms verbeteren, de beteekenis van die graden niet te kennen „Ik bedoelde, dat het Marconigram mij geen begrip gaf van de plaats waar het ys was." „Bracht het u niet op de gedachte, te vragen, of de plaats soms was op de route der boot „Daar had ik niets mee te maken; dat gaat de kapitein der boot aan, die voor hare navigatie verantwoordelijk is." „Maar u bent managing-director. De kapi tein vond het van genoeg belang u dat Marconigram ter hand te stellen. U stak het in uw zak, maar u wist, dat de boot dien avond ijs zou ontmoeten." „Dat verwachtte ik wel." „En dat u het ijs zou ontmoeten, waarvoor de waarschuwing gold „Dat kan ik niet zeggen, maar ik veron derstelde het." „Derhalve voegde het degenen, die voor de vaart der boot verantwoordelijk waren, voor zichtig te zyn?" „Natuurlijk." „En was het daarom dien avond niet wenschlijk, de snelle vaart te verminderen De heer Ismay, verlegen geworden door het scherpe verhoor van den advocaat-generaal, aarzelde daarop te antwoorden. Zoodat de voorzitter hem had te vermanen „Beantwoord de vraag." „Neen, hy zag dat niet in. En toen werd sir Isaacs geraakt. Met toorn in zyn stemiiep hy uitj „Mijnheer Ismay, wees eerlijk met ons." „Hy is eerlijk," merkte sir Robert Finlay de vertegenwoordiger der White Star op. „Ik geloof niet dat hy eerlijk met ons is," was het bescheid van den attorney-general. De heer Ismay zag de noodzakelijkheid niet in, dat bij een ontvangen waarschuwing voor ijs, een boot hare snelheid vermindert. Zy kan die juist iets vermeerderen om zoo spoedig mogelijk buiten de gevaarlijke plaats te komen. Lord Mersey„Mr. attorney-general, komt het niet hierop neerAla de mannen in het kraaiennest goed uitkijken en als het weer helder is, dan kan een ysberg tijdig genoeg worden waargenomen, om dien te ontwy ken „Sir Isaacs, lachende; „Ja, mylord, als, als Asch is veibrande turf, zeggen wij. Nog eens duidelijk liet sir Isaacs den heer Ismay verklaren, dat h\j geen reden vond na de ontvangst van het Marconigram, als het besturend hoofd der White Star Line, met den gezagvoerder van de „Titanic" over den inhoud daarvan, over.de snelle vaart der boot of over hare richting te spreken. Dat maakte op alle aanwezigen indruk. Kapitein Smith is dood. En hij kan niet vertellen, of de heer Ismay met hem sprak. Men moet hem op zyn woord geloo- ven. Maar onbegrijpelijk klinkt het. Getuige scheen dat zelf ook te gevoelen. Zyn bruin gelaat verbleekte iets en ietwat zenuwachtig trommelde hij met zijn vingers op het tafeltje Over de ramp zelf en zyn eigen redding, vertelde de heer Ismay het volgende Hy sliep in zijn hut, werd wakker door een schok, stond op, ging naar buiten en vroeg een hofmeester wat er gebeurd was. Hij zelf dacht, dat de „Titanic" een schroef had verloren. Hy ging in zyn hut terug,trok een jas aan, giDg naar het dek en vroeg kapitein Smith naar het gebeurde. Dit ver nomen hebbende, vroeg hy, of de zaak ernstig was. De commandant antwoordde bevesti ;end. Hy dacht evenwel, dat de pompen iet uaar binnenstroomende water wel onder contróle zoudenkunnen houden. Metkapitein Smith sprak getuige verder niet. Ongeveer 20 minuten na de botsing hoorde hy het bevel geven de reddingsloepen te water te laten. Hy hielp er de vrouwen en kinderen in te plaatsen en zag alle houten sloepen over boord gaan. Getuige zag een der twee laatste collapsible-sloepen neerlaten. Zy was namelijk vol, maar niet heelemaal. Hy zag niemand meer op het dek en stapte derhalve uit eigen beweging in die sloep. Dat was omstreeks anderhalf uur na de botsing. De „Titanic" helde toen sterk over en naar voren. Hy begreep, dat zy zinken moest, doch sprak er met niemand over. Ook hoorde hy niet, dat de achterblijvende passagiers voor het zinken van de boot werden ge waarschuwd. In hun sloep zagen zy op een afstand een licht en daar roeiden de zeeman nen op af. Getuige zelf dacht niet, dat het licht van een passagiersboot was en ook nu kan hy niet aannemen, dat het deCalifor nian" was geweest. Het is misschien niet ondienstig, hierbij op te merken, dat de „Californian" het eigendom is van de Leyland Line, die be hoort tot dezelfde combinatie als de White Star Line. Men kreeg vervolgens niet veel meer uit den heer Ismay, die bedaard zich van den domme hield. Mr. Scanlan, de ve: srtegenwoordiger i erwierp hem eerst i een scherp kruisverhoor. Eerst omtrent de constructie van de „Titanic", waarvan getuige ni6ts af wist. Ook was het hem onbekend, of de kapiteins zyner maatschap pij instructies ontvingen nopens de snelheid by de aanwezigheid van ijs. Hy kon niet _j;en, waarom er in de twee uren, die tusschen de botsing en het zinken van de „Titanic" slechts zevenhonderd personen gered werden in de sloepen, die er vier d vijfhonderd meer konden bevatten. Mr. Scanlan deed getuige daarop nog eenige vragen omtrent de vermeerdering van scheepsvolk voor de bediening van zooveel meer sloepen, als tot redding van alle personen aan boord noodig zijn. Doch lord Mersey liet die vragen niet toe en maakte uit, dat ze niets uit te staan hadden met dit onderzoek. Mr. Scanlan wilde vervolgens weten, waarom de White Star Line voor hare booten geen verrekijkers verstrekten aan den uitkijk in het kraaiennest. De heer Ismay kon daarop niets anders antwoorden, dan dat de wenschelijkheid van kijkers voor die mannen afhangt van de opinie der kapiteins. Getuige twijfelde er niet aan, dat de maatschappijzeonmiddellyk verstrekt hebben of verstrekken zou, als er om werd gevraagd. Mr. Scanlan herinnerde^aan de verklaring van den uitkijkman Fleet, dat hy op den avond der ramp in het kraaiennest den ysberg eerder vlak vooruit zou hebben kun nen zien, als hy een verrekijker had gehad. Lord Mersey merkte hierbij 0Pi een verrekijker niet zoozeer dient tot ontdek king, maar voor betere waarneming van iets, dat door het naakte oog reeds werd bespeurd De heer Ismay verklaarde vervolgens nog, stellig te hebben geloofd, dat de „Titanic" niet zou zinken. Ook van de „Olimpic," haar zusterboot, dacht bij dat. Het kwam hem nimmer waarschijnlijk voor, dat de sloepen aan boord, voor redding van passagiers en bemanning, zou dienen. Hij vond ze enkel noodig om drenkelingen van andere bóóten op te visschen, of by het stranden der boot hare opvarenden te landen. Ook daarom vond hy meerdere sloepen niet bepaald noodig. Doch de „Titanic" was uitgerust met j meer reddingmiddelen, dan door de Board of Trade voorgeschreven. Sir Robert Finlay zal hem morgen een verhoord ten zijnen gunste afnemen. Zyn dit Duitsche vrovwen Aldus vraagt verontwaardigd de Hambur ger correspondent van het „Leipziger Tageblatt", waarna hy de vraag plaatst alB titel van een artikeltje, waarin hy lang niet malsch te velde trekt tegen een deel van het Hamburg8che vrouwendom en in dezer voege toornt niet ten onrechte overigens In het Tierpark (van Karl Hagenbeek) heerscht sedert eenige dagen onder de dappere Bedouïenen-schaai groote ontevre denheid, die soms overslaat tot tempera ment volle, slagvaardige woordenwisselin gen. Daaraan hebben echter niet de Bedouïenen schuld, maar de vele Hamburgsche jonge vrouwen en meisjes, die metterdaad om de gunst der Bedouïenen vechten. Als men de vlammende blikken van dit deel van het scboone geslacht in het oog houdt, en de hardnekkigheid, waarmede de dames uren lang om de Bedouïenen-afdeeling rondsluipen dan zal men kunnen begrijpen, dat de warmbloedige oosterlingen dit gevaarlijke spel niet langer kunnen weerstaan, en de gelegenheid waarnemen, een weinig te flirten naar Arabischen trant. Ongelukkigerwijs heeft dit spellitje on aangename incidenten tengevolge gehad. Op den tweeden Pinksterdag reeds is het wegens het schoone, blanke geslacht onder de bruine broeders tot gewelddadigheden gekomen, die een onmiddellyk optreden der politie en van den partieculiren bewakingsdienst noodig maakten. Verscheidene Bedouïenen heeft men sindsdien, naar hun vaderland terug- Ofschoon de firma Hagenbeek op prijzens waardige wy"2e poogt, dergelijke incidenten onmogelijk te maken, en haar beambten streng beeft gelast, vrouwen en meisjes, die de Bedouieaen in te opvallende wijze naderen, eenvoudig uit het park te verwij deren, hebben zich in den laatsten tijd dergelijke onsmakelijke tooneelen herhaald Het is diep te betreuren, dat de Duitsche vrouwen, die, wat karakter eu moraliteit aangaat, anders aan anderen ten voorbeeld worden gesteld, zich zoo vergooien en haar eigen Ik door den modder halen. Nog treuriger echter is het, als moederen dochter, zooals het hier het geval is geweest, beiden een liefdesavontuur met denzelfden man aanknoopen, en elkander daarbij wederzijd- sche concurrentie aandoen. Bahl "Wy willen hopen en wenschen, dat deze regels er toe mogen bijdragen, ingunstigen zin op de vrouwen in te werken. Dat zij zich mogen bezinnen, en tot inzicht komen, voor het voor haar en wellicht ook voor haar familie ie laat is." Qetrouiode kindertj es. De theorie van dr. Thomas Morgan Rotch, een professor in de pediatricus, oftewel de wetenschap van 't hygiënisch opvoeden van kinderen aan de Harvard Uuiversiteit, die zegt, dat de jaren alleen niets beduiden als de wetenschap den werkelijken leeftijd van een jongen of een meisje tracht vast te stellen, wordt merkwaardig geïllusteerd door de vlucht van een zekeren Milton Hahn, een kereltje van 15 jaar, met een kleine kvabb9l van 14 jaar en 9 maanden. Paula kreeg verlof om by een schoolvrien dinnetje, wier ouders een bal gaven, een nacht over te blijven. Het meiske nam al haar sieraden, ter waarde van 50 dollar en 40 dollar in contanten mee. Zy verscheen echter niet op het bal in kwestie, maar telegrafeerde in plaats daarvan, den volgenden avond uit Boston kalm aan haar moeder te New-York Wees niet boos; ben met Milton ge trouwd." Omstreeks denzelfden tyd werden de oudelui van mister Milton verblijd met een ongeveer gelijkluidend telegrafische missive van hun zoontje, welke veelbelovende spruit twee dagen te voren, met medeneming van dollar, die aan zyn vader behoorden, het ouderlijk huis was ontloopen. De heer Milton geeft overigens een goed voorbeeld van dr. Rotch stelling„Sommige kinderen zijn op hun 15de jaar veel ouder dan anderen, die hun in jarental nog te boven gaan." Het ventje is bijna zes voet lang, heeft een diepe stem, weegt 171 pond en ziet er uit als 21. Ook Paulo ziet er jaren ouder uit dan ze werkelijk is. Toen de reporters Maandag het huis van mr. Hanhn's betraden, vonden zij daar de twee arme moeders, die elkaar met heur tranen doorweekten. De vader van den bruigom zag er echter strenger uit en ver klaarde, dat hy de politie verzocht had, Miltonnetje wegens diefstal te arresteeren Hetgeen de politie beloofde te zullen doen, zoodra zy hem beet bad. Een schuiltent van 30.000 francs. Een der buitengalerijen van de kerk No- tre-Dame, te Mantes-sur-Seine, van zeer ouden datum, ondergaat op het oogenblik een grondige reparatie. De arbeiders, die het herstellingswerk verrichten, vonden dezer dagen in een oud rommelhok, waar nooit iemand kwam, een oud fapyt, dat zij nog juist goed genoeg achtten om aan den vod denkoopman te verkoopen. Daar bet regende, maakten zij lntusschen van het oude kleed een schuiltent. Maar nu blijkt, dat dit tapijt een bewon derenswaardig product van Perzische hand- weefkunst is, minstens vier eeuwen oud. Het kleed meetacht by vier meter en is van zeer groote kunstwaarde. Op een zwart frond ziet men in holle, nog weinig verbleekte kleuren fantastische dieren, menschvogels en draken afgebeeld. De directeur van het Louvre-Museum to Parijs, Pujalet, heeft aan de stad Mantes reeds een bod gedaan om het prachtige tapijt te koopen. Hy bood den burgemeestet, Goust, 30.000 francs. De gemeenteraad heeft echter besloten, het tapyt eerst eens door kenners te laten taxeeren, alvorens op dit bod in te gaan. Een buitengewone ontdekking. Er schynt voor het geluid in het geheel geen afstand meer te bestaan, als men mag afgaan op het relaas der volgende, hoogst- merkwaardige ontdekking, ontleend aan een telegram uit Toulon aan de „Matin" „Aan boord van het jacht „Hirondelle," toebehoorende aan vorst Albert van Monaco, en in de haven van Toulon voor anker lig gend, worden thans proefnemingen van het allerhoogste belang genopien. Dank zy een gunstig gewrocht en reeds gepatenteerd toestel, hetwelk door den ingenieur De Zepel zou zijn uitgevonden, moet men aan boord van genoemd vaartuig zeer duidelijk het volkslied hebben kunnen hooren, hetwelk te.Algiers werd gespeeld. De toepassing dezer ontdekkiDg, die hierin zou bestaan, dat het ontvangtoestel klanken registeert in plaats van slechts vooruit vast gestelde teekens, zou tot resultaat hebben, dat het onderscheppen van telegrammen vermeden werd, en leiden tot het vereen voudigen der overbrengings- en ontvangtoe stellen." Uit New-York seint men, dat Amerikaan sche fabriekseigenaars op het eiland Cuba aan de regeering der Vereenigde Staten een telegram gezonden hebben waarin gezegd wordt, dat 'n algemeene aanval van de negers op de Amerikaansche fabrieken verwacht wordt. Tegelijk voegden zy er aan toe, dat de Cubaansche regeering onmachtig zou zyn hen te helpen. Bovendien hebben de consuls bericht, dat president Gomez niet by machte is, de revolutie to onderdrukken. Men zegt, dat de toestand bij Santiago een dreigend karakter heeft aangenomen. Opnieuw wordt door de Amerikaansche regeering betoogd, dat het landen dertroepen van Cuba in geen geval een interventie be- teekend. Naar men verneemt, is de groote Ameri kaansche plantage Santo Cecillia door op standelingen verbrand.

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1912 | | pagina 3