naais -HOLLANDSGHE EN ZEEUWSGHE EILANDEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD, I. BLOK-FREEN -4 nroerende Goedereo, ei i üe gast zoc AREN. BAND EN ODE-ARTIKELEN WSppgSpspgpSpspiSjl liiii!ii!ii!iilii!ii!li!ii!ii!ii!iiM ternationale rpotheekbanl te Apeldoorn. Bank geelt 5 °/0 Pandbrieven l >len koers van lOlVi °/0. p| mde rente in stukken van /'250li 0,—f 500—, f 250,en f 100. rkrijgbaar ten kantore der Bant) Ie heeren TE SOMMELSDIJK. ONZE EILAND VOOR DB it Blad verschijnt eiken Zaterdagmorgen. 8RSTRAAT208, MIDDELHARN1S rijs per kwartaalf 0,50 aderlijke nummers- 0,05 No. 29 Zaterdag 8 Juni 1912 19E Jaargang Alle voor de Redactie en Administratie bestemde stukken en Advertentiën worden uiterlijk Vrijdagmorgen ingewacht bij de Administratie te Middelharnis. Prijs per advertentiën van 1—5 regels f 0,50 Iedere regel meer- 0,10 Groote letters naar plaatsruimte. ïitenlandscli Overzicht. HANDEL IN D.6^hoop van de liberalen en aociaalde- octiten in Belgis dat het hun zou gelukken lyqftricale meerderheid te overwinnen by [[ijEamerverkiezingen is niet verwezenlijkt, ikende gemoene verkiezingstrucs der tien hebben onder de onontwikkelde nri ccrn AAHBCUCICwn TOlking Mn uitwerking niet gemist. Door BtLttru AANDt.Vt.LtNU - Lj clericaal schoolstelsel in Belgis zijn er tftépgewoon veel menschen, vooral in het land, die lezen nog schrijven innen. Deze vallen als de gemakkelijkste fers aan het clericalisme ten deel. De 1 l n i n L latoors gingen natuurlijk voorop in den ttónhfi HflRn-RH rflil firnflü^. de kloostermonniken hielpen mee. De mUUOUllU UUUIl UUI upiuiuuilak^zijd0 werd zelf3 verdacht gemaakt als IERIJ EN ADVERTENTIE-BURE'!ol>ajl'iiete5: Voeg daarbij do knoeierij van 1I# meervoudig kiesstelsel en men kan zich >TDIJK B 280 - MIDDELHARIgrypen, welk een macht de linkerzijde te reiwinnen had. De uitslag der verkiezing i dat de Roomsche clericalen versterkt uit inPnONPrinnniTlQ^11 strijd komen en in de nieuwe kamer 'VJJ U.O lüVJllVjUlUllCAiCVeri 16 stemmen meerderheid zullen be- 't wederom ontvangen een enoïbikk0n/ j^®' iDfam®. middelen en met een ivjp lesrecbt, dat een eerly ken stryd onmogelijk laakte, heeft het clericalisme in Belgis als A lVlWMal e'dera gewonnen. Geen wonder dat de A JLli/x J.1 _L>J liberale bladen een verbitterde toon aanslaan Het felst is wel de Vlaamsehe Gazet die _ASTPAPIlfchri,',,: imand had durven denken, durven PT AQ'DA'DTP'D BïTOoeden, dat Belgis zoo laag gevallen was, UJj£it5A JXcisusX cHZ. enz. >o weinig besef van zijn waardigheid, van igt Stalenboek. Lage pryzJ'Q toekomst bezat om totdergelyken uit- jvens onovertroffen kwaliteit gjg d0 verplettering van het verstandige, rD-,2ILVER-ENK0PERBEC9l®erde> ontwikkelde Belgis, door de fana- RUIME SORTEERING. °°w6tende mas8a' clMicale 3or het verdelgen van VLIEG Omkoop en bedrog, zielenopkoopery met angen een Zending hit de Staatskas, bebben deze verkiezing TTinnTTTT k -mTZTTITekenrnerkt d'® BeIg'S V°°r laDg6 Tl il KItKNv A NItE >ru*pl°tt in den P°el van achterlijkheid, aaxxj uui.1 xxj.1 uuiaaruit jjet zoo vaat besloten was op te Eiv aap. T T TT. 171? M P A P T T? da» de kiezing van Zondag is een nationale U1AJ UU1> L 211 lUjhande en een gevaar voor het Rijk. inbevelend zal toelaten aan de clericale, fanatieke „..„„leerderheid haar belsche plannen, tegen de vv. van DER SCHEIfflcisele school door te drijven, zich nog nt der N.V. Otlderl. Nederl. Vei!e,#cMa?eb<l, balooiig en partijdig aan te U- 3 0/ Tilpml Pnlit; WiftP iFffllP en liberalen en socialisten te behan- k a ideaal Polis, Witte nele| als een overwonnen Yolk> De nationale school met ondergang be- !AAnv\fTAT f i lUi%flrtï¥reigd' onderwijzers gebroodroofd, het IllIiniinill.l.aiin.\l.nchracb6wiDd van 1884 terug ingevoerd,de I vvlII/ItVlIlJltllIlÜllll'rijh'eden met voeten getreden, de openbare A nmDniTIVnDFmïWela<m meer en meer te &rabbel gegooid aan jAIiUdUII W (l II Li IJl Li l:erken, kloosters en congregaties, ziedaar de ^"*,*'**J*'eteekenis van den dag. OFDKANTOOR ALKMAJ En dit allea spruit voort uithetonrecht- k ^'aardigste kiesstelsel, dat in Europa bestaat, 1RDAM C II. Telefoon t, dat men in een Zuid-Amerikaansche tepubliek niet meer zou duldenhet meer- AGENTSCHAPPEN: °-u-d,g stemrecht. HOORN, lasiuarkt 16. LEIDEN, rt Rapenburg k Breestraat. DELFT, ornmarkt 09. FNTTHTTTyW ^an morgen af worde de strijd aangebon- Westerstraat6D tegen het meer™udte stemrecht. 's-GRAYENHAp peuilleto :&t. Molenstraat t - T i SMt Huis Altenbrak. pitaalTwee Millioen Gul4iot. geheel geplaatst en volgestort. Eduard keerde in huis terug, waar hy zijn p VFNNOOTSGHAP verleent f°,eder ®nzusterinde woonkamer aantrof, e VMNlNUUlbUtiAP verieeni Ql t vroegen de vrouwen, waarde en, neemt gelden m deposito, waa met den aan- en verkoop r-vOp het slot Altenbrak, antwoordde eten en coupons, sluit beleeniudhgd. Ik laat de brandweer van de fa- prolongatiën en verricht verder1*» oproepen en rijd mee naar ginds, kzaamheden tot het Kassier'**1* müa hoed en mantel, oorende. Greta haalde het verlangde, terwijl me- q oi ,rou.w Montelli medelijdend zei: Die arme Deposito rente 3 o. lerda 1Kon ik haar nu ter zijde staan. Misschien zyn het alleen debygebou- STAAT op 31 Maart 1912. 'e.D die branden, men weet het nog niet, nani1. lü,. r fiiQOORq' woordde Eduard, terwyl hy' den mantel pende Giedieten f 6.19-.263. ver8chouciers wierp. In ieder geval ositos- 1.403.258.,;» er heen - vaarwel 1 erve- 270.447. De brandweer van de Neuroder fabriek Vice-Voorsittèr De DirectfijgjB, reeds met twee spuiten gereed, toen ■n Commissarissen J. F. MOE^dttWd aan de Fabriek kwam. Suel sprong Mr. P. v. FOREEST. Mr. M. MfP bard °P den eersten wagen, en gaf het a j j .I nmr*e,D tofc vertrek. Snuivend stormden de orrespondent voor Mlddelharntjedeu ln geatreklen galop de dorpstraat streken: Jaar het tooneel van den brand. Op J. VAN DER KOOGf aatweg zag men enkele troepjes 3r TE RIIDDELUAKWI8. Alle Belgen gelijk voor de wet: dén man één stem 1" De eveneens liberale, Nieuwe Gazet van Antwerpen, noemt den uitslag een „ramp voor het land," die niet te verbloemen valt, en geeft dan de volgende twee hoofdoorza ken aan voor de „even groote als onver wachte nederlaag" „Vooreerst de omkoopery op reusachtige schaal van de Staatsbedienden. Door op 't allerlaatste oogenblik de loonen van gansch haar personeel te verhoogen, en aan die verhooging een terugwerkende kracht te geven tot Nieuwjaar 1912, heeft de regeeriDg blijkbaar tienduizenden stemmen bygewon- nen. Er wordt berekend, dat die omkoopery van het land méér dan 27 millioen zal kosten De tweede reden van onze nederlaag is de schrik bij de buitenbevolking voor den algemeenen dienstplicht. Het ciericaal onderwijs heeft de buitenbe volking steeds onkundig gelaten van do noodzakelijkheid eener stevige nationale verdediging, erger nogby de jeugd steeds schrik en afschuw voor het leger ingeprent. Deze onkunde, dezen schrik en dezen afschuw hebben de pastoorsknechten nu met een ware razernij tegen de vrijzinnigen geëx ploiteerd, die in hun programma eerlijk de zoo dringend noodzakelijke herinrichting van het leger geschreven hadden." Het blad eindigt met de regeering, die thans triomfeert „het gouvernement der lafheid" te noemen en te verklaren, dat het land zich niet zal neerleggen bij de „zegepraal van de lafheid en 't geld." Het belangwekkendst,het waardigsttevens, is de beschouwing van de Indöpeudance Beige, het Brusselsche liberale orgaan. Ook dit blad erkent ruiterlijk de nederlaag, geeft een opsomming van de districten, die in't bijzonder den liberalen groote teleurstelling hebben gebracht, verklaart, tegenover de toezegging van een enkel ciericaal orgaan, dat de regeering haar overwinning „niet misbruiken" zal, dat de liberalen geen wel willendheid vragen, want dat de regeering voor hen de vijand blijft dien z(j onvermoeid zullen blyven aanvallen, om dan deze twee feiten te constateeren In de eerste plaats, dat de Waalsche provincies de linkerzijde op bewonderens waardige wyze hebben gesteund, terwyl dé Vlaamsehe landsdeelen de meest gerecht vaardigde verwachtingen hebben teleurge steld. Terwyl er om de schandelijke ciericale campagne, die de anti-clericalen als anar chisten-bandieten voorstelde, in het Walen land slechts werd gelachen, heeft zijgrooten indruk gemaakt op de groote ma9sa der Vlaamsehe landelijke bevolkiDg. En in de tweede plaats constateert de Indép. Beige, dat de politiek van het cartel door de gematigde kiezers, en door de „middenstof" niet is begrepen. Met'dit feit zal men, zegt het blad, goed rekening hebben te houden, wil men in de toekomst nog ernstiger verrassingen voorkomen. Wij hebben altijd gezegd, gaat de I. B. dan voort, dat het cartel zuiver een quaestie van opportuniteit en van taktiek was, en dat men het in geen geval zóó moest op vatten als zou daar een samensmelting der programma's en der partijen uit kunnen voortvloeien. Do thans opgedane ondervin ding bewyst, dat men niet voldoendeduidely k heeft doen uitkomen, wat de liberale party van de sociaal-democratische scheidt, ten opzichte van de practische verwezenlijking hunner politieke doeleinden. Wy hebben altyd te goeder trouw geloofd, en moesten dat gelooven, dat, wanneer het ging om het heil der openbare school alle coalities wen- schelyk waren, omdat het ging om de toe komst van het volk. De moeilijkheid zit nu hierin, dat men wel volkomen erkent de noodzakelijkheid van een samengaan in het parlement van het liberalisme en het soci alisme, maar dat sommige gematigde elementen het nauwe samenwerken op verkiezingsgebied niet kunnen begrijpen. De „ententie" der linkerpartyen, concludeert de I. B., die in het parlement onmisbaar is, omdat noch de liberale party, noch de sociaal democratische kan hopen alléén de meerderheid te kry'gen, is een zéér delikaat politiek instrument, waarvan men zich ongetwijfeld met meer tact en meer han digheid zal moeten bedienen. In de Duitsche katholicisme bestond sinds een drietal jaren een tweestrijd, tusachon de Keulsch en de Berlynscbe richting. De Keulenaars, onder aanvoering van den aartsbisschop, kardinaal Fischer, wilden het samenwerken met de byna. uitsluitend pro- testantschen conservatieven gemakkelijker maken, het pad effenen waarop evangeli sche en katholieke arbeiders elkaar in hun gemeenschappelijken strjjd tegen de soc.- dem. arbeidsorganisaties zouden kunnen ontmoeten. De Berlijnsche richting, die zich voegde naar de overtuiging van den aarts bisschop van Breslau, kordinaal Kopp, be schouwde deze politiek als een afwijking van het oude centrumstandpunt. Gedurende de Pinksterdagen heeft de Berlynsche richting met 160.000 leden te Berly'n, de Keulsche richting met 316,000 in Frankfort vergaderd. De „bond van Katho lieke arbeidersvereenigingen, zetel Berlijn" richtte een adres tot den Paus, waarop deze antwoordde, dat hy hun principes en doel goedkeurde, die der andere organisa tie niet. Ook de Keulenaars, te Frankvort vergaderd, haddon een telegram van hulde naar Rome gezonden. Het antwoord, namens den Paus door kardinaal Merry del Val, bevat volgens de Germania o. a., dat de Paus den mannen van de Keulsche richting op het hart drukt, niet alleen in het pri vate leven, maar ook in de openbare en sociale werkzaamheden de leer en de be velen van den H. St. zoo nauwkeurig mo gelijk op te volgen, en dat de Paus er niet aan twijfelt, dat zij meeningen en handelin gen, die ook maar in het geringste in strijd zyn met de voorschriften van de kerk, zullen vermyden. De Paus heeft dus duidelijk verklaard, dat beiders rustig staan om naar het schoone, vreeselyke schouwspel te zien. Men riep hun toe mede te rijden, doch zy lachten hoonend en riepen: „Het is'goed dat die oude kast afbrandt. De barones heeft het wel aan ons verdiend." Eduard herkende in die lieden de werk- stakende arbeiders van Neuenbrak. Hy wist dat het vergeefsche moeite zou zyn alshy hen aanspoorde om te helpen redden; zij waren te zeer verbitterd. Hy dreef de paar den nog meer aan. De gedachte aan alles wat zijn familie tegen de familie van baron Von Allenbrak kon aanvoeren, was geheel vergeten. Hy dacht er alleen aan zoo spoe dig mogelyk hulp te verleenen. Hij dacht aan Gerdahy zag haar bleek gelaat, haar smekende blik, hy hoorde weer haar laatste vaarwel, waarmee ze schreiende afscheid van hem had genomen. De paarden liepen hem nog niet snel genoeg. Voort, voort 1 rijdt nog sneller 1 riep hij den voerlieden toe. De zweepen kwa men zuizend op de ruggen der paarden neer, die verschrikt steigerden en in razende vaart de hoogte op gingen, waar het bran dende slot stond. Nu waren ze in den tuin. Het slot zelf brandde en de felle oostenwind blies de vlammen krachtig aan. Krakend stortte het dak in, het binnenste van het slot was een en al vuur, een ware vuurzee! Wee den- gene, die zich nu nog daarin bevond. Bliksemsnel overzag Eduard den toestand. Buiten de muren van den slottuin stond een groote menigte menschen, maar nie mand scheen lust te hebben om de helpende hand te reiken. De haat, door RogallaVon Altenbrak gezaaid, toonde hier zijn vruch ten met spottende voldoening zag de me nigte het slot in puinhoop veranderen. Al leen de knechts en bedienden van het slot hielpen bij het redden der kostbare meu belen. Ah, myhheer Montelli, wat een geluk dat u met uw brandweer komt, riep oude inspecteur Feldner Eduard toe. Nu kunnen wy misschien den eenen vleugel nog redden, waarin de vertrekken van de baronnes zyn. Eduard gaf zijn bevelen en na weinige oogenblikken spoten de waterstralen der bei de brandspuiten met kracht in de vlammen. De wind drijft de vlammen hier heen, wij moeten aan de zijde van het park aan pakken, zei Eduard. Daar heb ik onze spuit opgesteld, maar het zou goed zyn als een van uw spuiten daar ook werd geplaatst. Zyn al de bewoners van het slot in veiligheid De baron is met zyn familie in het ambtshuis voor zoover ik weet. hy zoowel in kerkelijke als wereldlijke kwestie alleen over de katholieke arbeiders wil gebeiden, en niet wenscht, dat zij met protestanten in dezelfde organisaties teza men komen. De tactiek van de Keulsche richting en van het overgroote meerendeel der politiek centrum-fractie is derhalve ver oordeeld. Hetj blyft nu de vraag, wat de mannen der Keulsche richting en de cen trum-partij doen zullen. De Italiaansche regeering, die wellicht gehoopt had door de bezetting van ver schillende eilanden in de Aegeésche zee Turky'e tot toegeven te dwingen, vindt zich opnieuw in haar verwachting teleur gesteld. Turkije denkt niet aan toegeven. De Turksche regeering heeft thans tot de groote mogendheden een uitvoerige cir culaire gericht. Daarin zegt zy „Ten gevolge van de moeilijkheden, welke de veldtocht te Tripoli en Benghasi ontmoet van de nog steeds voortdurende onmacht om den tegenstand der Ottomanen te land te breken, heeft Italië gemeend alle mid delen te mogen aanwenden om de Otto- maansche regeering en de Ottomaansche natie te bewegen afstand te doen van de provinciën, waarvan de bezetting niet ge lukt. De Ottomaansche Regeering heeft te gen de voordeelen, die Italië uit zijn over macht ter zee kan trekken, niets in te brengen; maar zij is gerechtigd, tegen die middelen te protesteeren, die Italië in strijd met het volkenrecht en de beginselen van de Haagsche conferentie en met terzijdestel ling van menechelykheid en beschaving aanwendt." De nota herinnert verder aan de bloed baden in Tripoli en verklaart dan„De Porte heeft toentertijd de verontwaardiging en de opkomende behoefte naar tegenmaat regelen bedwongen, en er van afgezien met de uitzetting der Italianen, die volmaakt gerechtvaardigd zou zyn geweest, te ant woorden. Deze zelfbeheersching echter be moedigde Italië slechts, dat met de opzet telijke schending der moderne oorlogsge- bruiken voortging, door onversterkte steden te beschieten, uit luchtschepen en vliegma chines op de bevolking, de troepen en de ziekeninrichtingen bommen neer te werpen en koopvaardijschepen aan te houden. De Italianen landden op Rhodus en voerden de vertegenwoordigers der overheid die in geen enkele betrekking stonden tot de mili taire ondernemingen, ja zelfs de rechter lijke ambtenaren, als krijgsgevangenen met zich mede. Met de bedoeling onder de be volking tweedracht te zaaien, nam Italië vele inwoners onder het voorwendsel, dat zy tot het Comité van Eenheid en Vooruit gang behoorden, gevangen, en gaf het zich den schijn de Christenen te begunstigen, terwijl hel voornemens was de vrijheden dei- Muzelmannen te beperken. De Porte was nu, nadat zy zooveel lankmoedigheid had betoond, genoodzaakt tot de uitzetting der Italianen haar toovlucht te nemen. De wijze yan handelen, die Italië zich vooroorlooft is voor het grootste deel door de Haagsche conferentie formeel verboden, terwijl het uitzettingsrecht tot die soort van oorlogs maatregelen behoort,waartegen de genoemde conferentie zich niet heeft willen uitspreken. Italië heeft daarop het antwoord reeds klaar. De Agenza Stefani publiceert de des betreffende nota van het Ministerie van Bin- nenlandsche Zaken, die aldus luidt: Het is onwaar, dat duizende inwoners van Tripoli gedood of verbannen zijn. Eenige Tripolitanen werden na (behoorlijke bereohting terecht gesteld, terwyl anderen uit veiligheidsoogpunt naar Italië zyn overgebracht. Het grootste deel van hen is alweer naar Libye teruggekeerd. Verder ia het onwaar, dat de Italiaansche vloot open kustplaatsen beschoten heeft en dac van bestuurbare luchtschepen en vliegmachines bommen op vreedzame inwoners of zieken transporten zijn geworpen. Zulke bommen werden enkel en alleen op troepen van stryders neergeslingerd. Toen een zeer ge ring aantal beambten en notabelen uit Rhodos gevangen genomen werd, was dit een tydelyke veiligheidsmaatregel, die met het volkenrecht in overeenstemmingis, want de Italiaansche mineralogische expeditie en andere burgers van Italië zyn door de Tur ken onwettiglyk langer gevangen gehouden. Het is ten slotte onwaar, dat de Italiaan sche autoriteiten aan de Mohammedaansche bevolking op de bezette eilanden beperkin gen opleggen. De eilandbevolkiDg wordt zonder onderscheid van godsdienst met gelyke welwillendheid behandeld. Italië handelt zelfs in het algemeen in overeen stemming met de Haagsche conventie, die het niet bekrachtigde. De Italiaansche manier van oorlogsvoeren was vol huma niteit in tegenstelling met de wreede en barbaarsche manier van stiyden van de Arabieren, die onder, Turksch opperbevel staan, en in tegenstelling met de ver ontrustingen van vreedzame Italiaansche onderdanen in Turkye, die nu zelfs worden uitgezet. Eduard liet een spuit in het park plaatsen. Daar trof hy de arbeiders van Feldner aan, die daar de spuit van het slot bedienden. Een jonkman, die hier het blusschingswerk scheen te leiden, kwam hem te gemoet. Het was Harry Von Altenbrak. Getroffen keken beide jonge mannen |el- kaar een oogenblik aan. Toen reikte Harry Eduard de hand en zeide met een lichte beving in de stemik dank u, neef, dat gij gekomen zyt. Maar het slot onzer voorvaderen redden wij niet meer. Met een stevigen druk greep Eduard de aangeboden hand. Toen ging hy aan het werk. Daar zag hy opeens by het schijnsel der vlammen Gerda Von Altenbrak naast haar broeder staan. Zij wrong de handen en Eduard hoorde dat zy uitriep: Harry, vader is niet meer in het ambtshuis. Wy dachten, dat hy hier by je was. Maar de angst liet my geen rust, ik moest naar hier. Als hem maar geen ongeluk is over komen. Waar is hij Niemand heeft hem gezien. Met vertwijfeling keek Harry naar het gedeelte van het slot, waar de kamers van zijn vader waren. Daar was de brand uit gebroken, de vleugel dreigde elk oogenblik in te storten, aan redding van iemand, die in dat deel van het slot was viel niet te denken. De beide jonge mannen stonden verstomd, Haagsche Brieven. CLXXX. Het Rijk werkt duur en langzaam. Die klacht kan men by herhaling van vakmenschen en belanghebbenden hooren. Er is inderdaad alle reden voor de klacht. Men denko maar eens aan de buitengewoon dure uitvoering der ongevallenwet, aan de buitensporige bouwkosteD, als van Rijkswege iets wordt gebouwd. Deskundigen verzekeren, dat men er versteld van zou staan, als eens nauwkeu rig onderzoek werd gedaan naar leverantie's en reparatie's in het leger. Een kapitein, die by de antirevolutionaire lyfgarde een groote rol speelt, vertelde, hoe by eens, met het toezicht op de reparatie's aan het leerwerk een aanmerkelijk lager bedrag had uitgege ven dan zijn voorganger. Hy ontving daar- geen van beiden kon een woord uitbrengen. Myn vader, mijn arme vader 1 barstte Gerda in jammeren uit. Doodsbleek keerde Eduard zich om. Wy moeten hem redden, mompelde hy tusschen de tanden. Maar in het volgende oogenblik gebeurde, wat men verwacht had. De vlammen stegen rot een geweldige hoogte op en loeiden als de stormwind. Een luid geschreeuw klonk door het park. Krakend, donderend, brul lend, en knetterend stortte de vleugel van het slot in en veranderde in een gloeienden, blakerenden puinhoop I VIER EN TWINTIGSTE HOOFDSTUK. Twee weken waren verloopen sedert den brand van het slot. In rouwgewaad stond barones Rogalla aan het venster van de eenvoudige kamer, die zij na de brand in het ambtshuis bewoonde en staarde somber voor zich heen. Toen keerde zy zich naar haar zoon, die bij de tafel midden in de kamer stond en het testament zyns vaders in de band hield. Daarin had zyn vader neergeschreven, wat twintig jaar geleden was gebeurd; hij erkende het huwelijk van zyn broeder Eduard als wettig en verzweeg alleen, dat bij de bewijzen daarvan op aan stoken van zyn vrouw had verduisterd. Ik begrijp die sentimenteele dwaas-

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1912 | | pagina 1