naais
-HOLLANDSGHE EN ZEEUWSGHE EILANDEN
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD,
I. BLOK-FREEN
-4
nroerende Goedereo, ei i
üe gast zoc
AREN. BAND EN
ODE-ARTIKELEN
WSppgSpspgpSpspiSjl
liiii!ii!ii!iilii!ii!li!ii!ii!ii!iiM
ternationale
rpotheekbanl
te Apeldoorn.
Bank geelt 5 °/0 Pandbrieven
l >len koers van lOlVi °/0. p|
mde rente in stukken van /'250li
0,—f 500—, f 250,en f 100.
rkrijgbaar ten kantore der Bant)
Ie heeren
TE SOMMELSDIJK.
ONZE EILAND
VOOR DB
it Blad verschijnt eiken Zaterdagmorgen.
8RSTRAAT208, MIDDELHARN1S
rijs per kwartaalf 0,50
aderlijke nummers- 0,05
No. 29
Zaterdag 8 Juni 1912
19E Jaargang
Alle voor de Redactie en Administratie bestemde stukken en Advertentiën worden uiterlijk
Vrijdagmorgen ingewacht bij de Administratie te Middelharnis.
Prijs per advertentiën van 1—5 regels f 0,50
Iedere regel meer- 0,10
Groote letters naar plaatsruimte.
ïitenlandscli Overzicht.
HANDEL IN
D.6^hoop van de liberalen en aociaalde-
octiten in Belgis dat het hun zou gelukken
lyqftricale meerderheid te overwinnen by
[[ijEamerverkiezingen is niet verwezenlijkt,
ikende gemoene verkiezingstrucs der
tien hebben onder de onontwikkelde
nri ccrn AAHBCUCICwn TOlking Mn uitwerking niet gemist. Door
BtLttru AANDt.Vt.LtNU - Lj clericaal schoolstelsel in Belgis zijn er
tftépgewoon veel menschen, vooral in het
land, die lezen nog schrijven
innen. Deze vallen als de gemakkelijkste
fers aan het clericalisme ten deel. De
1 l n i n L latoors gingen natuurlijk voorop in den
ttónhfi HflRn-RH rflil firnflü^. de kloostermonniken hielpen mee. De
mUUOUllU UUUIl UUI upiuiuuilak^zijd0 werd zelf3 verdacht gemaakt als
IERIJ EN ADVERTENTIE-BURE'!ol>ajl'iiete5: Voeg daarbij do knoeierij van
1I# meervoudig kiesstelsel en men kan zich
>TDIJK B 280 - MIDDELHARIgrypen, welk een macht de linkerzijde te
reiwinnen had. De uitslag der verkiezing
i dat de Roomsche clericalen versterkt uit
inPnONPrinnniTlQ^11 strijd komen en in de nieuwe kamer
'VJJ U.O lüVJllVjUlUllCAiCVeri 16 stemmen meerderheid zullen be-
't wederom ontvangen een enoïbikk0n/ j^®' iDfam®. middelen en met een
ivjp lesrecbt, dat een eerly ken stryd onmogelijk
laakte, heeft het clericalisme in Belgis als
A lVlWMal e'dera gewonnen. Geen wonder dat de
A JLli/x J.1 _L>J liberale bladen een verbitterde toon aanslaan
Het felst is wel de Vlaamsehe Gazet die
_ASTPAPIlfchri,',,:
imand had durven denken, durven
PT AQ'DA'DTP'D BïTOoeden, dat Belgis zoo laag gevallen was,
UJj£it5A JXcisusX cHZ. enz. >o weinig besef van zijn waardigheid, van
igt Stalenboek. Lage pryzJ'Q toekomst bezat om totdergelyken uit-
jvens onovertroffen kwaliteit gjg d0 verplettering van het verstandige,
rD-,2ILVER-ENK0PERBEC9l®erde> ontwikkelde Belgis, door de fana-
RUIME SORTEERING. °°w6tende mas8a' clMicale
3or het verdelgen van VLIEG Omkoop en bedrog, zielenopkoopery met
angen een Zending hit de Staatskas, bebben deze verkiezing
TTinnTTTT k -mTZTTITekenrnerkt d'® BeIg'S V°°r laDg6
Tl il KItKNv A NItE >ru*pl°tt in den P°el van achterlijkheid,
aaxxj uui.1 xxj.1 uuiaaruit jjet zoo vaat besloten was op te
Eiv aap.
T T TT. 171? M P A P T T? da» de kiezing van Zondag is een nationale
U1AJ UU1> L 211 lUjhande en een gevaar voor het Rijk.
inbevelend zal toelaten aan de clericale, fanatieke
„..„„leerderheid haar belsche plannen, tegen de
vv. van DER SCHEIfflcisele school door te drijven, zich nog
nt der N.V. Otlderl. Nederl. Vei!e,#cMa?eb<l, balooiig en partijdig aan te
U- 3 0/ Tilpml Pnlit; WiftP iFffllP en liberalen en socialisten te behan-
k a ideaal Polis, Witte nele| als een overwonnen Yolk>
De nationale school met ondergang be-
!AAnv\fTAT f i lUi%flrtï¥reigd' onderwijzers gebroodroofd, het
IllIiniinill.l.aiin.\l.nchracb6wiDd van 1884 terug ingevoerd,de
I vvlII/ItVlIlJltllIlÜllll'rijh'eden met voeten getreden, de openbare
A nmDniTIVnDFmïWela<m meer en meer te &rabbel gegooid aan
jAIiUdUII W (l II Li IJl Li l:erken, kloosters en congregaties, ziedaar de
^"*,*'**J*'eteekenis van den dag.
OFDKANTOOR ALKMAJ En dit allea spruit voort uithetonrecht-
k ^'aardigste kiesstelsel, dat in Europa bestaat,
1RDAM C II. Telefoon t, dat men in een Zuid-Amerikaansche
tepubliek niet meer zou duldenhet meer-
AGENTSCHAPPEN: °-u-d,g stemrecht.
HOORN,
lasiuarkt 16.
LEIDEN,
rt Rapenburg
k Breestraat.
DELFT,
ornmarkt 09.
FNTTHTTTyW ^an morgen af worde de strijd aangebon-
Westerstraat6D tegen het meer™udte stemrecht.
's-GRAYENHAp peuilleto :&t.
Molenstraat t - T i
SMt Huis Altenbrak.
pitaalTwee Millioen Gul4iot.
geheel geplaatst en volgestort.
Eduard keerde in huis terug, waar hy zijn
p VFNNOOTSGHAP verleent f°,eder ®nzusterinde woonkamer aantrof,
e VMNlNUUlbUtiAP verieeni Ql t vroegen de vrouwen, waarde
en, neemt gelden m deposito, waa
met den aan- en verkoop r-vOp het slot Altenbrak, antwoordde
eten en coupons, sluit beleeniudhgd. Ik laat de brandweer van de fa-
prolongatiën en verricht verder1*» oproepen en rijd mee naar ginds,
kzaamheden tot het Kassier'**1* müa hoed en mantel,
oorende. Greta haalde het verlangde, terwijl me-
q oi ,rou.w Montelli medelijdend zei: Die arme
Deposito rente 3 o. lerda 1Kon ik haar nu ter zijde staan.
Misschien zyn het alleen debygebou-
STAAT op 31 Maart 1912. 'e.D die branden, men weet het nog niet,
nani1. lü,. r fiiQOORq' woordde Eduard, terwyl hy' den mantel
pende Giedieten f 6.19-.263. ver8chouciers wierp. In ieder geval
ositos- 1.403.258.,;» er heen - vaarwel 1
erve- 270.447. De brandweer van de Neuroder fabriek
Vice-Voorsittèr De DirectfijgjB, reeds met twee spuiten gereed, toen
■n Commissarissen J. F. MOE^dttWd aan de Fabriek kwam. Suel sprong
Mr. P. v. FOREEST. Mr. M. MfP bard °P den eersten wagen, en gaf het
a j j .I nmr*e,D tofc vertrek. Snuivend stormden de
orrespondent voor Mlddelharntjedeu ln geatreklen galop de dorpstraat
streken: Jaar het tooneel van den brand. Op
J. VAN DER KOOGf aatweg zag men enkele troepjes 3r
TE RIIDDELUAKWI8.
Alle Belgen gelijk voor de wet: dén man
één stem 1"
De eveneens liberale, Nieuwe Gazet van
Antwerpen, noemt den uitslag een „ramp
voor het land," die niet te verbloemen valt,
en geeft dan de volgende twee hoofdoorza
ken aan voor de „even groote als onver
wachte nederlaag"
„Vooreerst de omkoopery op reusachtige
schaal van de Staatsbedienden. Door op 't
allerlaatste oogenblik de loonen van gansch
haar personeel te verhoogen, en aan die
verhooging een terugwerkende kracht te
geven tot Nieuwjaar 1912, heeft de regeeriDg
blijkbaar tienduizenden stemmen bygewon-
nen. Er wordt berekend, dat die omkoopery
van het land méér dan 27 millioen zal kosten
De tweede reden van onze nederlaag is
de schrik bij de buitenbevolking voor den
algemeenen dienstplicht.
Het ciericaal onderwijs heeft de buitenbe
volking steeds onkundig gelaten van do
noodzakelijkheid eener stevige nationale
verdediging, erger nogby de jeugd steeds
schrik en afschuw voor het leger ingeprent.
Deze onkunde, dezen schrik en dezen afschuw
hebben de pastoorsknechten nu met een
ware razernij tegen de vrijzinnigen geëx
ploiteerd, die in hun programma eerlijk de
zoo dringend noodzakelijke herinrichting
van het leger geschreven hadden."
Het blad eindigt met de regeering, die
thans triomfeert „het gouvernement der
lafheid" te noemen en te verklaren, dat het
land zich niet zal neerleggen bij de „zegepraal
van de lafheid en 't geld."
Het belangwekkendst,het waardigsttevens,
is de beschouwing van de Indöpeudance
Beige, het Brusselsche liberale orgaan. Ook
dit blad erkent ruiterlijk de nederlaag, geeft
een opsomming van de districten, die in't
bijzonder den liberalen groote teleurstelling
hebben gebracht, verklaart, tegenover de
toezegging van een enkel ciericaal orgaan,
dat de regeering haar overwinning „niet
misbruiken" zal, dat de liberalen geen wel
willendheid vragen, want dat de regeering
voor hen de vijand blijft dien z(j onvermoeid
zullen blyven aanvallen, om dan deze twee
feiten te constateeren
In de eerste plaats, dat de Waalsche
provincies de linkerzijde op bewonderens
waardige wyze hebben gesteund, terwyl dé
Vlaamsehe landsdeelen de meest gerecht
vaardigde verwachtingen hebben teleurge
steld. Terwyl er om de schandelijke ciericale
campagne, die de anti-clericalen als anar
chisten-bandieten voorstelde, in het Walen
land slechts werd gelachen, heeft zijgrooten
indruk gemaakt op de groote ma9sa der
Vlaamsehe landelijke bevolkiDg.
En in de tweede plaats constateert de
Indép. Beige, dat de politiek van het cartel
door de gematigde kiezers, en door de
„middenstof" niet is begrepen. Met'dit feit
zal men, zegt het blad, goed rekening hebben
te houden, wil men in de toekomst nog
ernstiger verrassingen voorkomen.
Wij hebben altijd gezegd, gaat de I. B.
dan voort, dat het cartel zuiver een quaestie
van opportuniteit en van taktiek was, en
dat men het in geen geval zóó moest op
vatten als zou daar een samensmelting der
programma's en der partijen uit kunnen
voortvloeien. Do thans opgedane ondervin
ding bewyst, dat men niet voldoendeduidely k
heeft doen uitkomen, wat de liberale party
van de sociaal-democratische scheidt, ten
opzichte van de practische verwezenlijking
hunner politieke doeleinden. Wy hebben
altyd te goeder trouw geloofd, en moesten
dat gelooven, dat, wanneer het ging om het
heil der openbare school alle coalities wen-
schelyk waren, omdat het ging om de toe
komst van het volk. De moeilijkheid zit nu
hierin, dat men wel volkomen erkent de
noodzakelijkheid van een samengaan in het
parlement van het liberalisme en het soci
alisme, maar dat sommige gematigde
elementen het nauwe samenwerken op
verkiezingsgebied niet kunnen begrijpen. De
„ententie" der linkerpartyen, concludeert de
I. B., die in het parlement onmisbaar is,
omdat noch de liberale party, noch de
sociaal democratische kan hopen alléén de
meerderheid te kry'gen, is een zéér delikaat
politiek instrument, waarvan men zich
ongetwijfeld met meer tact en meer han
digheid zal moeten bedienen.
In de Duitsche katholicisme bestond sinds
een drietal jaren een tweestrijd, tusachon
de Keulsch en de Berlynscbe richting. De
Keulenaars, onder aanvoering van den
aartsbisschop, kardinaal Fischer, wilden het
samenwerken met de byna. uitsluitend pro-
testantschen conservatieven gemakkelijker
maken, het pad effenen waarop evangeli
sche en katholieke arbeiders elkaar in hun
gemeenschappelijken strjjd tegen de soc.-
dem. arbeidsorganisaties zouden kunnen
ontmoeten. De Berlijnsche richting, die zich
voegde naar de overtuiging van den aarts
bisschop van Breslau, kordinaal Kopp, be
schouwde deze politiek als een afwijking
van het oude centrumstandpunt.
Gedurende de Pinksterdagen heeft de
Berlynsche richting met 160.000 leden te
Berly'n, de Keulsche richting met 316,000 in
Frankfort vergaderd. De „bond van Katho
lieke arbeidersvereenigingen, zetel Berlijn"
richtte een adres tot den Paus, waarop
deze antwoordde, dat hy hun principes en
doel goedkeurde, die der andere organisa
tie niet. Ook de Keulenaars, te Frankvort
vergaderd, haddon een telegram van hulde
naar Rome gezonden. Het antwoord, namens
den Paus door kardinaal Merry del Val,
bevat volgens de Germania o. a., dat de
Paus den mannen van de Keulsche richting
op het hart drukt, niet alleen in het pri
vate leven, maar ook in de openbare en
sociale werkzaamheden de leer en de be
velen van den H. St. zoo nauwkeurig mo
gelijk op te volgen, en dat de Paus er niet
aan twijfelt, dat zij meeningen en handelin
gen, die ook maar in het geringste in strijd
zyn met de voorschriften van de kerk,
zullen vermyden.
De Paus heeft dus duidelijk verklaard, dat
beiders rustig staan om naar het schoone,
vreeselyke schouwspel te zien. Men riep
hun toe mede te rijden, doch zy lachten
hoonend en riepen: „Het is'goed dat die
oude kast afbrandt. De barones heeft het
wel aan ons verdiend."
Eduard herkende in die lieden de werk-
stakende arbeiders van Neuenbrak. Hy wist
dat het vergeefsche moeite zou zyn alshy
hen aanspoorde om te helpen redden; zij
waren te zeer verbitterd. Hy dreef de paar
den nog meer aan. De gedachte aan alles
wat zijn familie tegen de familie van baron
Von Allenbrak kon aanvoeren, was geheel
vergeten. Hy dacht er alleen aan zoo spoe
dig mogelyk hulp te verleenen.
Hij dacht aan Gerdahy zag haar bleek
gelaat, haar smekende blik, hy hoorde weer
haar laatste vaarwel, waarmee ze schreiende
afscheid van hem had genomen.
De paarden liepen hem nog niet snel
genoeg.
Voort, voort 1 rijdt nog sneller 1 riep
hij den voerlieden toe. De zweepen kwa
men zuizend op de ruggen der paarden
neer, die verschrikt steigerden en in razende
vaart de hoogte op gingen, waar het bran
dende slot stond.
Nu waren ze in den tuin. Het slot zelf
brandde en de felle oostenwind blies de
vlammen krachtig aan. Krakend stortte het
dak in, het binnenste van het slot was een
en al vuur, een ware vuurzee! Wee den-
gene, die zich nu nog daarin bevond.
Bliksemsnel overzag Eduard den toestand.
Buiten de muren van den slottuin stond
een groote menigte menschen, maar nie
mand scheen lust te hebben om de helpende
hand te reiken. De haat, door RogallaVon
Altenbrak gezaaid, toonde hier zijn vruch
ten met spottende voldoening zag de me
nigte het slot in puinhoop veranderen. Al
leen de knechts en bedienden van het slot
hielpen bij het redden der kostbare meu
belen.
Ah, myhheer Montelli, wat een geluk
dat u met uw brandweer komt, riep
oude inspecteur Feldner Eduard toe. Nu
kunnen wy misschien den eenen vleugel
nog redden, waarin de vertrekken van de
baronnes zyn.
Eduard gaf zijn bevelen en na weinige
oogenblikken spoten de waterstralen der bei
de brandspuiten met kracht in de vlammen.
De wind drijft de vlammen hier heen,
wij moeten aan de zijde van het park aan
pakken, zei Eduard.
Daar heb ik onze spuit opgesteld, maar
het zou goed zyn als een van uw spuiten
daar ook werd geplaatst.
Zyn al de bewoners van het slot in
veiligheid
De baron is met zyn familie in het
ambtshuis voor zoover ik weet.
hy zoowel in kerkelijke als wereldlijke
kwestie alleen over de katholieke arbeiders
wil gebeiden, en niet wenscht, dat zij met
protestanten in dezelfde organisaties teza
men komen. De tactiek van de Keulsche
richting en van het overgroote meerendeel
der politiek centrum-fractie is derhalve ver
oordeeld. Hetj blyft nu de vraag, wat de
mannen der Keulsche richting en de cen
trum-partij doen zullen.
De Italiaansche regeering, die wellicht
gehoopt had door de bezetting van ver
schillende eilanden in de Aegeésche zee
Turky'e tot toegeven te dwingen, vindt
zich opnieuw in haar verwachting teleur
gesteld.
Turkije denkt niet aan toegeven. De
Turksche regeering heeft thans tot de
groote mogendheden een uitvoerige cir
culaire gericht.
Daarin zegt zy
„Ten gevolge van de moeilijkheden, welke
de veldtocht te Tripoli en Benghasi ontmoet
van de nog steeds voortdurende onmacht
om den tegenstand der Ottomanen te land
te breken, heeft Italië gemeend alle mid
delen te mogen aanwenden om de Otto-
maansche regeering en de Ottomaansche
natie te bewegen afstand te doen van de
provinciën, waarvan de bezetting niet ge
lukt. De Ottomaansche Regeering heeft te
gen de voordeelen, die Italië uit zijn over
macht ter zee kan trekken, niets in te
brengen; maar zij is gerechtigd, tegen die
middelen te protesteeren, die Italië in strijd
met het volkenrecht en de beginselen van
de Haagsche conferentie en met terzijdestel
ling van menechelykheid en beschaving
aanwendt."
De nota herinnert verder aan de bloed
baden in Tripoli en verklaart dan„De
Porte heeft toentertijd de verontwaardiging
en de opkomende behoefte naar tegenmaat
regelen bedwongen, en er van afgezien
met de uitzetting der Italianen, die volmaakt
gerechtvaardigd zou zyn geweest, te ant
woorden. Deze zelfbeheersching echter be
moedigde Italië slechts, dat met de opzet
telijke schending der moderne oorlogsge-
bruiken voortging, door onversterkte steden
te beschieten, uit luchtschepen en vliegma
chines op de bevolking, de troepen en de
ziekeninrichtingen bommen neer te werpen
en koopvaardijschepen aan te houden. De
Italianen landden op Rhodus en voerden de
vertegenwoordigers der overheid die in
geen enkele betrekking stonden tot de mili
taire ondernemingen, ja zelfs de rechter
lijke ambtenaren, als krijgsgevangenen met
zich mede. Met de bedoeling onder de be
volking tweedracht te zaaien, nam Italië
vele inwoners onder het voorwendsel, dat
zy tot het Comité van Eenheid en Vooruit
gang behoorden, gevangen, en gaf het zich
den schijn de Christenen te begunstigen,
terwijl hel voornemens was de vrijheden dei-
Muzelmannen te beperken. De Porte was
nu, nadat zy zooveel lankmoedigheid had
betoond, genoodzaakt tot de uitzetting der
Italianen haar toovlucht te nemen. De wijze
yan handelen, die Italië zich vooroorlooft
is voor het grootste deel door de Haagsche
conferentie formeel verboden, terwijl het
uitzettingsrecht tot die soort van oorlogs
maatregelen behoort,waartegen de genoemde
conferentie zich niet heeft willen uitspreken.
Italië heeft daarop het antwoord reeds
klaar. De Agenza Stefani publiceert de des
betreffende nota van het Ministerie van Bin-
nenlandsche Zaken, die aldus luidt:
Het is onwaar, dat duizende inwoners
van Tripoli gedood of verbannen zijn.
Eenige Tripolitanen werden na (behoorlijke
bereohting terecht gesteld, terwyl anderen
uit veiligheidsoogpunt naar Italië zyn
overgebracht. Het grootste deel van hen is
alweer naar Libye teruggekeerd. Verder ia
het onwaar, dat de Italiaansche vloot open
kustplaatsen beschoten heeft en dac van
bestuurbare luchtschepen en vliegmachines
bommen op vreedzame inwoners of zieken
transporten zijn geworpen. Zulke bommen
werden enkel en alleen op troepen van
stryders neergeslingerd. Toen een zeer ge
ring aantal beambten en notabelen uit
Rhodos gevangen genomen werd, was dit
een tydelyke veiligheidsmaatregel, die met
het volkenrecht in overeenstemmingis, want
de Italiaansche mineralogische expeditie en
andere burgers van Italië zyn door de Tur
ken onwettiglyk langer gevangen gehouden.
Het is ten slotte onwaar, dat de Italiaan
sche autoriteiten aan de Mohammedaansche
bevolking op de bezette eilanden beperkin
gen opleggen. De eilandbevolkiDg wordt
zonder onderscheid van godsdienst met
gelyke welwillendheid behandeld. Italië
handelt zelfs in het algemeen in overeen
stemming met de Haagsche conventie, die
het niet bekrachtigde. De Italiaansche
manier van oorlogsvoeren was vol huma
niteit in tegenstelling met de wreede en
barbaarsche manier van stiyden van de
Arabieren, die onder, Turksch opperbevel
staan, en in tegenstelling met de ver
ontrustingen van vreedzame Italiaansche
onderdanen in Turkye, die nu zelfs worden
uitgezet.
Eduard liet een spuit in het park plaatsen.
Daar trof hy de arbeiders van Feldner aan,
die daar de spuit van het slot bedienden.
Een jonkman, die hier het blusschingswerk
scheen te leiden, kwam hem te gemoet.
Het was Harry Von Altenbrak.
Getroffen keken beide jonge mannen |el-
kaar een oogenblik aan. Toen reikte Harry
Eduard de hand en zeide met een lichte
beving in de stemik dank u, neef,
dat gij gekomen zyt. Maar het slot onzer
voorvaderen redden wij niet meer.
Met een stevigen druk greep Eduard de
aangeboden hand. Toen ging hy aan het
werk. Daar zag hy opeens by het schijnsel
der vlammen Gerda Von Altenbrak naast
haar broeder staan. Zij wrong de handen
en Eduard hoorde dat zy uitriep: Harry,
vader is niet meer in het ambtshuis. Wy
dachten, dat hy hier by je was. Maar de
angst liet my geen rust, ik moest naar
hier. Als hem maar geen ongeluk is over
komen. Waar is hij Niemand heeft hem
gezien.
Met vertwijfeling keek Harry naar het
gedeelte van het slot, waar de kamers van
zijn vader waren. Daar was de brand uit
gebroken, de vleugel dreigde elk oogenblik
in te storten, aan redding van iemand, die
in dat deel van het slot was viel niet te
denken.
De beide jonge mannen stonden verstomd,
Haagsche Brieven.
CLXXX.
Het Rijk werkt duur en langzaam. Die klacht
kan men by herhaling van vakmenschen
en belanghebbenden hooren. Er is inderdaad
alle reden voor de klacht. Men denko maar
eens aan de buitengewoon dure uitvoering
der ongevallenwet, aan de buitensporige
bouwkosteD, als van Rijkswege iets wordt
gebouwd. Deskundigen verzekeren, dat men
er versteld van zou staan, als eens nauwkeu
rig onderzoek werd gedaan naar leverantie's
en reparatie's in het leger. Een kapitein, die
by de antirevolutionaire lyfgarde een groote
rol speelt, vertelde, hoe by eens, met het
toezicht op de reparatie's aan het leerwerk
een aanmerkelijk lager bedrag had uitgege
ven dan zijn voorganger. Hy ontving daar-
geen van beiden kon een woord uitbrengen.
Myn vader, mijn arme vader 1 barstte
Gerda in jammeren uit.
Doodsbleek keerde Eduard zich om. Wy
moeten hem redden, mompelde hy tusschen
de tanden.
Maar in het volgende oogenblik gebeurde,
wat men verwacht had. De vlammen stegen
rot een geweldige hoogte op en loeiden als
de stormwind. Een luid geschreeuw klonk
door het park. Krakend, donderend, brul
lend, en knetterend stortte de vleugel van
het slot in en veranderde in een gloeienden,
blakerenden puinhoop I
VIER EN TWINTIGSTE HOOFDSTUK.
Twee weken waren verloopen sedert den
brand van het slot. In rouwgewaad stond
barones Rogalla aan het venster van de
eenvoudige kamer, die zij na de brand in het
ambtshuis bewoonde en staarde somber
voor zich heen. Toen keerde zy zich naar
haar zoon, die bij de tafel midden in de
kamer stond en het testament zyns vaders
in de band hield. Daarin had zyn vader
neergeschreven, wat twintig jaar geleden
was gebeurd; hij erkende het huwelijk van
zyn broeder Eduard als wettig en verzweeg
alleen, dat bij de bewijzen daarvan op aan
stoken van zyn vrouw had verduisterd.
Ik begrijp die sentimenteele dwaas-