ONZE EILANDEN van 9 DECEMBER 1911.
3
Groote bacillen I
"Wat men bij sommige menschen bereikt
met pogingen tot ontwikkeling, bleek te
ZandYOort in een scheersalon, waar een
der bezoekers, die den avond te voren dr.
Vorstmans lezing bijgewoond had, zich
daarover uitliet als volgt
„Die nuwe dokter het Vraidag'ekletstover
bacillen. Ik het wel achter in de zael
'estaaD, maer ik het ze toch wat goed
'ezien. Hai had ze op bord 'etiekend. Ze
binnen nog grooter as loizen. Maer nou
maekt ie mai nie wais, dat ik van zukke
groote biesten in me laif heb. De vent is
bepaeld gek."
Ja, niet heel wijs is er stellig een!
O. H. Ct.
Heel gezin vergiftigd
Van een werkmansgezin, bestaande uit
10 personenMan, vrouw en 8 kinderen,
wonende in een der Leidsche buurten, zijn
Zondagmiddag, na het gebruiken van het
middagmaal, dat bestona uit aardappelen,
groenten, paardenvleesch en rundvet, allen
onwel geworden.
Een van de leden van het gezin heeft
Maandag de bemiddeling van de politie
ingeroepen, waarop dr. Boonacker, depoli-
tiedokter, nog eenige resten van eten in
beslag heeft genomen om door den gemeente
lijken keuringsdienst te worden onderzocht.
't Zou best kunnen zijn, dat in een der
pannen iets van vergiftiging is geweest,
alleen ziekteverschijnselen deden zich voor
als brakingen enz. Sommige leden van het
gezin zijn weder aan den arbeid gegaan.
Te Stadskanaal is de 65-jarige vrouw van
A. Steenhuis in het kanaal gevallen en
verdronken.
Oók een St. Nicolass-surprise
Bq de gemeente-belastingen te Amsterdam
schijnt men met merkwaardigen spoed
uitvoering te hebben willen geven aan de
beslissing van Gedeput. Staten, waarbij
de Rijksambtenaren-forensen worden be
schouwd als belastingplichtig.
Men zou het een St Nicolaas-surprise
kunnen noemen, waarbij gisteren aan alle
ambtenaren-forensen van de Rijksverzeke
ringsbank, van den hoogste tot den laagste
de beschrijvingsbiljetten voor den aanslag
in de plaatselijke belasting voor het dienst
jaar 1911/12 werden uitgereikl.
In het geheel hebben van de ruim 600
ambtenaren bijna 90 een biljet ontvangen.
Voor het meerendeel wonen dezen in Wa
tergraafsmeer en Sloten.
Vergiftigd door beschimmelde azijn!
Te Ierseke zijn de vorige week een vader
en zijn zoon ernstig ongsteld geworden na
bet eten van andyviesla.
Er waren vergiftigingsverschijnselen welke
geneeskundige hulp noodzakelijk maakten.
De twee mannen waren gelukkig den
volgende dag weer zoo goed als geheel
hersteld.
De dokter kon de oorzaak der vergiftiging
niet met zekerheid vaststellen, maar hij
vermoedde, dat de door hen gebruikte bruine
azijn, het onderste uit een bijna leeg vat,
beschimmeld is geweest.
De huisgenooten, die niet van het gerecht
gegeten hadden, waren volkomen gezond
gebleven.
Hazen en patrijzen!
Het is gebleken, dat op het eiland Tolen de
hazen niet het slachtoffer van de langdurige
zomerdroogte zijn geworden, want in de
verschillende jachtvelden is hun aantal bui
tengewoon groot. De afgeloopen week wer
den er nog in twee dagen met zes geweren
ongeveer 165 neergelegd.
Patrijzen daarentegen zijn er zeer weinig.
Deze schijnen de droogte niet verdragen te
hebben.
Te Oosterwijk is afgebrand de graan
schuur van het nabij het station gelegen
stoomgemaal.
Een groote party graan verbrandde.
Tengevolge van een aanrijding door
een kar, is te Resteren overleden de arbei
der M. v. Oord.
—De raderstoomboot „Reedery op de Lek"
No. 2, die Woensdagmorgen 7 uur van Rot
terdam naar Kuilenburg vertrok, is door
den mist bij de scheepswerf van den heer
T. van Duivendijk te Lekkerkerk op een
Zandplaat gevaren. De passagiers waren
genoodzaakt per roeiboot aan wal te gaan
en op de stoomboot „Concordia" die zijn
hulp bood over te etappen, om hun relate
kunnen vervolgen, 's Middags omstreeks
half 3 is de boot met eigen krachten vrij
gekomen.
Van den tegenwoordigen Minister van
Financiën is geen voorstel te verwachten
tot heffing van een belasting op de goederen
in de dood© hand.
Steenkolen in Limburg!
Dezer dagen heeft men in herBeringerveld
bij Holdeü op een diepte van meer dan
1000 M., een kolenlaag aangeboord van
Deze zou de dikste zyn van de tot hier
toe aangetroffen steenkolenlagen in deze
streken.
Nieuwe stuivers I
Binnenkort zal de invoering van een
nikkelen stuiverstuk worden' voorgesteld,
dat volgens den Minister onmogelijk
tot verwarring met eenige andere munt
aanleiding kan geven.
Griezelige vondst I
Woensdag werd by een klopjacht op het
jachtgoed van den heer Menten, te Heihof
(Limburg), in de nabijheid van den Hek
senberg, in een dennenbosch door een der
drijvers het in verregaanden staat van
ontbinding verkeerende lijk gevonden van
een onbekende.
Het lijk of beter het geraamte - lag
op den rug met uitgespreide armen, het
hoofd ontbrak.
Jas en vest warea nog gedeeltelijk aan
wezig, beide waren losgeknoopt.
Aan de voeten bevond zich nog een ge
deelte van zwarte sokken en fletsschoenen.
Twee brigadiers en een rijksveldwachter
die mede ter jacht waren, onderzochten de
griezelige vondst.
Van identieteit8bewijzen was niets te
vinden.
Daar het hoofd in den omtrek nergens
te-vinden was, is misdaad niet uitgesloten,
zelfs waarschijnlijk. Zij kan echter poor de
bijna geheele ontbindiug niet meer worden
geconstateerd.
Ongeveer een jaar geleden is te Heerlen
zekere L. spoorloos verdwenen en men
vermoedt, hier de overblijfselen van den
vermiste zyn gevonden.
De politie doet ijverig onderzoek.
Kosten Woningwet
De Minister van Financien meende den
post, bedoeld by art. 85 der Woningwet-
voorschotten, te moeten ramen op 4 mil-
lioen.
Een wetsontwerp tot verlaging van de
personeele belasting voor logementhouders
zal eorstdaags kunnen worden ingediend.
De Minister heeft eenigen tjjd geleden een
maatregel getroffen, krachtens welken bil
bepaling der huuiwaarde van koffiehuizen
enz., het vergunningsrecht voor het vervolg
buiten aanmerking zal worden gelaten.
Postbeambte gearresteerd
Naar het Hbl. verneemt, is dezer dagen
op last van de justitie een brievenbesteller
van het hoofdpostkantoor te Amsterdam,
aangehouden, als verdacht van valschheid
in geschrifte.
De man moet ongeveer een halfjaar ge
leden door het plaatsen van valsche hand-
teekeningen op postwissels en kennisgevin
gen van aangeteekende stukken, zich ver
schillende bedragen hebben toegeëigend.
Hy is naar het Huis van Bewaring over
gebracht.
Een taaie I
De timmermansknecht K. K. teMetslawier
(Friesland) had het ongeluk neer te storten
van het gewelf der in aanbouw zynde Ger.
kerk te Niawier.
Hij kwam terecht op de tafel, die gebruikt
wordt by de Avondmaalsviering, welke door
den val brak.
Dit was zyn behoud, want ongedeerd kon
hy opstaan en zyn werk hervatten.
En dat bij een val van 8 meter.
In een onbewaakt oogenblik viel het kind
van A. B., te Stolwijk, in een emmer kokend
water, met brandwonden overdekt werd het
er uitgehaald. Onder vreeselyke pijnen is de
kleine eenigen tyd later bezweken.
Memento mori!
De 76-jarige 0. v. As, te Scherpenisse, van
den barbier komende, zeeg oDderweg ineen
en was een lyk. Eenige oogenblikken daarna
constateerde dr. Veenstra den dood door
hartverlamming,
Zonderlinge verdwijning van f 1000!
Den 3en November zond de firma Zorab
Mesrope Co. een brief, waarin een lapje
van 1000 gulden, onder „aangegeven waarde
aan het adres der onderneming Gamping
Wadjak, nabij Toeloeng-agoeng, meldt de
N. Soer. Ct. By ontvangst van dat schrijven
bleek echter, dat het bankbiljet zich niet
in de enveloppe bevond.
Het onderzoek heeft het volgende aange
toond. Op de enveloppe is ten postkantore
te Soerabaja het gewicht vermeld, nl. 8
gram. De enveloppe, zooals zy te Toeloeng
agoeng ontvangen werd, dus alleen inhou
dende den brief en niet het bankbiljet,
weegt precies 8 gram. Voegt men er een
biljet van f 1000 by, dan wordt het gewicht
10 gram. Hieruit bly kt zonneklaar, dat toen
de brief ten postkantore te Soerabaja werd
aangeboden, het biljet van f 1000 er niet
ofniet meer in was.
Waar de lakzegels in orde zijn. moet dus
de diefstal hebben plaats gehad ten kanzore
der afzenders, en vóór het lakken van den
brief.
Bjj aandachtige beachouwing van de
enveloppe ziet men, dat deze, vóór ze geplakt
werd, geopend is geweest, vermoedelijk
nadat de gesloten enveloppe, waarin het
bankbiljet, aan den een of andere te verze
geling is gegeven.
De onderstelling der politie is, dat de
inlander, met het verzegelen belast, meer
van de verdwijning weet. In die richting
loopt althans het onderzoek, terwijl bedoelde
inlander is aangehouden.
De eerste Zeeuwsche stoomtrawler I
Op den regel, dat alle stoomtrawlers uit
Nederland, die de visscherij uitoefenen, in
Noord-of Zuid-Hollandsche plaatsen thuis-
behooren, is thans een uitzondering geko
men.
Een firma te St. Filipsland, heeft in
Swansea den stoomtrawler „Menton Castle"
aangekocht en herdoopte dit vaartuig in
„Wilüelmina"*
Het schip zal van uit de haven van Ymui-
den in de vaart blijven.
Van den den Tesselschen zeedijk heeft
de heer B. Beumkes in zee geschoten een
ijseend", een vogelsoort, die aan onze
kusten hoogst zelden voorkomt.
Een oude grafkelder 1
By het graven voor de waterleiding mid
den in het dorp Krabbendijke vóór de wo
ning van den smid E. werd een grafkelder
gevonden, waaruit een geraamte en delen
van een lijkkist werden opgegraven. Ook
kwamen deelen van fundamenten bloot.
Een en ander moet dagteekenen van vóór
1596. In dit jaar nl. werd Krabbendijke
bedijkt.
Zegel of postzegel?
Overwegende bezwaren zij er volgens
den minister - tegen het toestaan van het
gebruik van vijfcentspostzegels ter voldoe
ning van het verschuldigde zegelrecht van
vy'f cents.
Die mag nog van geluk spreken I
De arbeider Aalbers, die behulpzaam was
by een drijfjacht onder Varseveld, kreeg bij
ongeluk van een der jagers een schot hagel
in het gezicht.
Hoewel geneeskundige hulp moest worden
ingeroepen, bleven zyn oogen ongedeerd.
Te Heerle (Limburg) is aanbesteed het
bouwen van een vroedvrouwenschool.
Laagste inschrijver was de heer Deckers,
aldaar, voor f 87,600, wien het werk werd
opgedragen.
Onder HeDgeloo heeft een landbouwer een
hert gevangen, dat in het prikkeldraad was
vastgeraakt. Hij heeft het naar Twickel
gebracht, waar het in het hertenkamp is
losgelaten,
In Friesland zyn veel wilde ganzen aan
gekomen.
Brand en ontploffing!"
Door een gebrek aan een eenbezine-lamp
is in de woonkamer der R,-K. pastorie te
Hasselt brand en ontploffing ontstaan.
Zoo geweldig was de schok, dat een van
de muren geheel werd weggeslagen.
De pastoor had eenige oogenblikken
tevoren het vertrek verlaten.
De brand was spoedig gebluscht. Er is
heel wat verbrand en de waterschade is
aanzienlijk. Zw. Ct.
Dr. A. Kuyper I
Van meestal goed ingelichte zijde verne
men wij, dat do gezondheidstoestand van
Dr. Kuiper den laatsten tijd bijzonder goed
is zoo zelfs, dat de 74-jarige Staatsman wer
ken kan, en werkt als een man in de volle
kracht van het leven.
De hardingskuur, dezen zomer in Dresden
begonnen, moet uitmuntend gewerkt hebben
en Dr. Kuyper vrij onvatbaar gemaakt
hebben voor verkoudheid. Als meenigeen
diep in zyn dikste jas wegkruipt' om zich
te verbergen tegen het gure weer, kan men
hem zien loopen heel luchtigjes gekleed,
hoogstens met een dun overjasje aan.
Wat de stem betreft, deze klinkt, als Dr.
Kuyper in de Tweede Kamer spreekt met
groot gemakt boven het gegons uitis errnis-
schien nog iets van de oude kwaal van het
voorjaar overgebleven, dat is in het gewonen
gesprek nog in de Kamer merkbaar.
Het schijnt trouwens, dat ook de doofheid,
zij moge dan al niet verdwijnen, geen reden
tot ongerustheid geeft en niet al te veel
hinder veroorzaakt.
Dr. Kuyper in zijn doen en laten waar
nemende kan men dan ook, alles bijeenge
nomen, haast niet gelooven dat men te doen
heeft met een 74-jarige, die in zyn lang leven
zooveel te verduren had. Arnh, D b 1.
Met man en muis vergaan
De Raad voor de Scheepvaart stekie een
onderzoek in naar het vergaan van het
loggerschip ,,Kik" (YL. 118) dat met man
en muis in de Noordzee onderging.
Schipper was G. Visser te Vlaardingen,
en reedery J. H. Warnecke, te 's Graven-
hage.
Vermoedelijk is dit schip in den bewusten
storm van 30 September jl. vergaan.
De bemanning bestond uit 14 koppen.
Gehoord werd de walschipper te Vlaardin
gen, L. De Boer, die verklaarde, dat het
loggerschip VL 118 uit hetjaarlS84dateerde.
Het ging geregeld ter visscherij en werd
goed onderhouden, zoodat het zich in deug-
delijken staat bevond.
De logger was by schipper Visser in goede
handen.
Op 12 September vertrok de logger van
IJmuiden, met de bedoeling om ten Z W
van Doggersbank de visscherij uit te oefe
nen.
Aanvankelijk dacht men, dat de beman
ning uit 12 koppen bestond, daar twee
jongens te IJmuiden den logger verlaten
haddenvoor hen kwamen echter twee
anderen aan boord, zoodat er in het geheel
14 opvarenden waren, die allen den dood
in de golven vonden.
Sedert het verlaten van IJmuiden hoorde
men niets meer van den logger.
Wel rapporteerde een schipper van een
andere visscberaboot, dat hy ter hoogte van
Terschelling een stuk van een scheepsboot
gemerkt VL. 118 dry vende had gezien. Later
werden eenige losse brails opgopikt.
De scheepsbouwer A. C Van Dam ver
klaarde, dat het loggerschip 24 Augustus
1911 gerepareerd was. Het te gronde gaan
van de VL 118 kan z. i. niet aan een eigen
gebrek worden toegeschreven.
De Raad zal later uitspraak doen.
Buitenland.
Offers van de zee.
De te Oude Pekela thuisbehoorende ijzeren
tjalk „Cathriena Magrietha", schipper Pink
ster, met hout van Krageroe te Oldersum
aangekomen, heeft een vreeselyke reis
gehad.
By de Hornsreven verloor het schip tijdens
hevig stormweer den mast, de zeilen en een
gedeelte van den deklast.
De eerste knecht werd overboord geslagen
en verdronk, daar pogingen om hem te
redden bij het noodweer niet gedaan konden
worden.
Het ontredderde schip werd ten slotte door
den Duitschen stoomtrawler „Stuttgart"
naar de Weser gesleept en vervolgens dooi
de sleepboot „Willi" door het Eras-Jade-
kanaal naar Oldenburg.
Na lossing zal de tjalk naar Nederland
vertrekken om te repareeren.
Het Noorsche stoomschip „Haegholmen"
is in de Noordzee met alle opvarenden
vergaan.
Duikers hebben thans vastgesteld, dat het
bij Schaarhörn gezonken stoomschip het te
Glasgow thuisbehoorende stoomschip „St.
Bride" is, zoodat alle onzekerheid daar
omtrent nu is opgeheven.
De „St. Bride", die 5 Nov. van Hamburg
naar Norfolk (Virginië) vertrok, was een
schip van 8934 tons, in 1905 te Port Glasgow
gebouwd en voor 35.000 p.st te Londen
verzekerd.
De bemanniDg bestond uit SOChineezen,
8 Schotten en 2 Engelschen, onder bevel
vaD kapt. Nicoll uit Dundee.
Reeds verschillende wrakstukken, o.a. een
boot en reddingsgordels, alsmede eenige
ly'ken zijn aangespoeld.
De te Skudesness thuisbehoorende schoener
„Skudesness", welke 9 Oct. van Labrador
naar Gibraltar vertrok en de bestemming
nog niet bereikte, wordt met man en muis
verloren beschouwd.
Het stoomschip „Cynthiana", van Newport
News te Londen aangekomen, heeft met
hevige Westelijke stormen te kampen gehad
en bekwam schade aan de booten en de
verschansingen.
Twee man der equipage zijn overboord
geslagen en verdronken, terwijl een derde
ernstig werd gekwetst.
De laatste dagen werden verschillende
berichten ontvangen omtrent een brandend
schip dat de op de hoogte van Ouessant
ronddreef. De sleepboot „Atlantique" ver
trok van Brest om zoo mogelijk hulp te
bieden, maar kon het schip, dat van voor
tot achter in vlammen stond, niet vastellen,
Thans blijkt, dat het brandende schip,
dat inmiddels is gezonken, de Fransche
schoener „Valoisme" was. Dit schip werd
aangevaren door het Russische, van de
Tyne naar Genua bestemde stoomschip
„Bessarabia" en daardoor op sleeptouw
genomen, maar het liep spoedig vol water
en moest door de bemanning verlaten wor
den, die op de „Bessarabia" overging.
Voor men aan boord ging, stak men het
schip in brand, omdat het wrak niet lang
een gevaar voor de scheepvaart zou ople
veren.
De schipbreukelingen zyn door de „Bess
arabia" op een loodsboot overgezet en door
deze te Conquet geland.
De Prinses van Araukanië.
Het immer wentelend rad van avontuur
voert een zelfde leven langs wondere banen
en wat eenmaal in hoogheid gezeten was
sterft in ellende en armoede weg.
Sommige levens verloopen zoo dieptra
gisch en romantisch, liggen zóó buiten de
sfeer van het gewone, alledagsbestaan van
den mensch, die kalm voortwerkt, volhoudt
in zyn kleine tegenspoeden, zich verheugt
in zijn gelukjes, dat we ons de intensiteit
van zoo'n doorgeworsteld leven niet dan
met ontroering kunnen indenken.
Een leven vol tragiek ligt achter de oude
vrouw, die onlangs in het armenhuis van
het Deensche eiland Ryesgade, zonder
vrienden en betrekkingen, in de diepste
armoede is gestorven. Nu een oude stakker,
onbemind, maar eens een stralende jonge
prinses, die leefde in overdaad en weelde.
Haar dood doet ons een kapittel opslaan
uit het boek van de wereldgeschiedenis.
Zij was de eenige dochter van den man,
die als avonturier en veroveraar in de
twintigste eeuw een nieuw rijk wilde stich
ten in Patagonië en Araukanië. Maakte
Napoleon le Petit geen nieuw keizerrijk?
Wat zou hem, den advocaat, AntoineTou-
nens, zoon van een slager in Perignieux,
beletten zich een koningskroon te veroveren,
al was het in een verre en weinig belang
rijke streek. Zucht naar avonturen dreef
hem den Oceaan over en met een handje
vol makkers gelukte 't hem in 1861 de
bewoners van Araukanië teovertuigen.dat
zij als één volk zich onder hem moesten
stellen. En zoo voerde hij, de voormalige
jurist, een grondwet en wetten in, natuurlijk
op Franschen grondslag, zocht handelsbe
trekkingen met Europa aan te knoopen,
maar de Chileensche regeering' trad tegen
hem op; Chileensche soldaten lokten hem
in een hinderlaag en in de gevangenis kon
de jurist-koning de wisselvalligheden van
het leven overpeinzen in droeve mijmerin
gen en machtelooze woede. Maar zijn oude
vaderland verloochende hem niet en inder
daad wist de Fransche regeering zyn in
vrijheidstelling te bewerken.
Vergeefs heeft hy nog getracht zyn rijk
terug te winnen; hy moest naar Frankrijk
terugkeeren en stierf in 1878 in bittere
armoede. S. M. Orelius Antonius I. t
Zijn eenige dochter priDses Margaretha,
een meisje van buitengewone schoonheid,
heeft haar vader tot het bitter einde trouw
bijgestaan. Toen de katastrofe kwam bevond
zij zich in Europa. Zij leefde toen zeer ryk
en de ontelbare millioenen, die haar bruid
schat zouden zyn, deed dragers van grooten
naam naar haar hand dingen. Ze was ver
kwistend en lichtzinnig. Een Deensch officier
die haar by een scheepsramp redde en die
bij haar in hooge gunst stond, schoot zich
voor haar oogen dood. Dit gebeurde juist
in de dagen, dat het operette-koninkrijk
van Araukanië te niet ging. Haar rol op
het wereldtooneel was afgeloopen, en zy
trok zich terug in de stilte; in Denemarken
ging zy wonen, by het graf van haar
geliefde. Ze leefde in behoeftige omstandig
heden en verviel tot steeds diepere ellende,
totdat nu onlangs de bleeke vriend, de dood,
een einde maakte aan dit fel bewogen leven.
Thérèse Humbertde in haar tijd beruchte
Fransche „millioenenjuffrouw", die jaren
lang de Paiyzenaars bij den neus genomen
heeft door zich te doen doorgaan voor erf
gename der Engelsche millionnairsfamilie
Crawford, is thans ïd een krankzinnigen
gesticht opgenomen. Zij lydt aan grootheids
waanzin en is op het oogenblik de eenige,
die aan het bestaan eener familie Crawford
en haar millioenen gelooft.
Dit bericht, van Le Journal wordt echter
door Romain d'Aurignac, den broeder van
mevr. Humbert,tegengesproken. Hij beweert
dat zyn zuster volkomen gezond en dage
lijks in een kunsthandel werkzaam is.
Een roovergeschiedenis. Een jonge Spanjaard
van een jaar of 19 uit Barcelona geboortig,
waar zijn schatrijke ouders wonen, is Maan
dag te Parijs het slachtoffer geworden van
een brutalen roofaanval.
De jonge man was, deels voor zijn genoe
gen, deels om er zich in de geheimen van
den handel te doen inwijden, een dag of
acht geleden naar Parjjs gekomen en had
zijn intrek genomen in een boti.l in de Rue
Roquépine. lederen dag kwam een zijner
vrienden, een Barceloneesch grondeigenaar,
hem daar bezoeken.
Maandag kwam deze, als naar gewoonte,
zyn jonge vriend, Montplet-Pujol geheeten,
opzoeken. De kellner vertelde hem, dat Pujol
pae om 7 uur 's ochtends was uitgegaan.
Hij zou hem echter gaan waarschuwen.
De kellner begaf zich naar de kamer van
den jongen Spanjaard en klopte aan. Daar
hy geen antwoord kreeg, deed hy de deur
open en riep om hulp: Pujol lag op zyn
bed uitgestrekt, stevig daarop vastgebonden
door middel van een eind touw en het
gelaat bedekt met de peluw en het hoofd
kussen.
Toen men hem had losgemaakt en de
prop uit zyn mond had verwijderd, vertelde
Pujol het volgende:
Den vorigen avond had hy een schouw
burgvoorstelling bijgewoond en was toen
naar Montmartre getogen, waar hy kennis
maakte met drie vroolyke knapen, di« door
hun hoffelijk en voorkomend optreden, spoe
dig zyn vertrouwen hadden gewonnen.
Tegen zeven uur wenschte Pujol naar zijn
hotel terug te keeren en zijn drie nieuwe
vrienden boden aan, hem te vergezellen. Aan
den kellner, die vroegdienst had, zeide Pujol,
dat zijn vrienden ln zyn kamer even hun
handen kwamen wasschen.
In de hotelkamer maakten de drie beeren
inderdaad even hun handen nat. Plotseling,
op een vooraf overeengekomen sein, wierpen
zij zich op den niets vermoedenden Span
jaard, trokken hem met een halsdoek om
den hals achterover, zoodat hij geen geluid
kon geven, duwden hem een prop in den
mond en bonden hem stevig op zyn bed
vast, met touw, dat zy in de kamer vonden.
Toen, terwyl een hunner meteen lang mes
in de hand de wacht hield by het bed, plun
derden de anderen snel de kleederen van
den Spanjaard en de meubelen in de kamer.
Zy maakten 200 francs, een gouden horloge
en verscheidene papieren buit.
De politie zoekt ijverig naar de roovers,
wier signalement Pujol nauwkeurig kon
opgeven.
Afschuwelijke misdaad. Te Breslau is een
afschuwelijken moord gepleegd. Zaterdag
avond brak in de slaapkamer van de weduwe
van den rechter Haman brand uit. Het
elfjarig dochtertje werd met zware hoofd
wonden bewusteloos uit haar bed, dat reeds
brandde, gered, doch overleed nog dienzelf
den nacht. Men meende eerst, dat de
hoofdwonden ontstaan waren doordat 't
meisje bij een poging om te ontvluchten,
zich aan den rand van het bed had gestooten.
Spoedig echter bleek, dat dit een onjuiste
premisse was. Er werd namelyk een met
bloed bevlekte hamer gevonden. Na een
nauwkeurig onderzek bekende de vijftien
jarige bediende, dat het meisje hem vaak
had geplaagd en dat hij haar daarom uit
wraak had vermoord. Met vyf hamerslagen
had hy het meisje vermoord en daarna,
om de sporen van de misdaad uitte wisschen,
't bed in brand gestoken. Men twijfelt er
aan of de jongen wel toerekenbaar ia.
Drie schepen vermist. Groote ontsteltenis
is te New-York verwekt door het bericht,
dat 3stoomschepen, die 600 passagiers, leden
der Bankiers-Vereening en hun familiën aan
boord hadden, door een hevigen storm in de
Caraibische Zee beloopen zijn en vermist
worden. Pogingen om draadlooze gemeen
schap met de vermiste schepen te krijgen,
bleven vruchteloos.
Aanval op een trein. Een trein waarmee
een aantal kunstvoorwerpen en andere
kostbaarheden, in de Portugeesche kerken
in beslag genomen, werd vervoerd, is nabij
Viana Alemtjo door een bende gemaskerde
roovers aangehouden die boomstammen over
den spoorweg hadden gelegd. Het treinper
soneel was evenwel gewapend en leverde
slag met de aanvallers, die op de vlucht
gedreven werden, tereijl 2 hunner dood op het
veld achterbleven.
Een monsterluchtballon. Nu de Duitsche
lucht-manoevres afgeloopen zijn bestudeert
de minister van oorlog een plan voor den
den bouw van een reusachtig luchtschip,
dat 100.000 M3 gas zal kunnen bevatten,
Dit luchtschip moet in staat zijn 300 men
schen te vervoeren, met een snelheid van
88 voet per seconde.
Een schip door ratten overioeldigd. Het
zeilschip „Antoinette", dat met een lading
suiker van Semarang kwam, gaf, toen het
Belle-Isle naderde, door signalen kennis
dat er epidemie aan boord heerschte. Het
schip werd naar St. Nazaire gezonden en
daar kwam een dokter aan boord. Daar deed
zich een vreeselyk tooneel aan zyn oog voor.
Van de 15 koppen sterke bemanning lagen
er 3 dood op het dek, 10 waren ernstig ziek
of bewusteloos en slechts 2 scheepsjongens
waren nog in staat zich te roeren. Het ge
heele schip was overdekt met ratten. By
onderzoek bleek, dat er pest, noch cholera
aan boord was, naar dat de zieken vermoe
delijk aan beri-beri leden. De zieken werden
naar de barak gebracht en het schip ont
smet.
Sneeuwstormen woeden sedert 2 dagen
onafgebroken over een groot deel van Roe
menië. Voornamelijk in den omtrek van
Sinaia ligt de sneeuw bijzonder dik. Het
geheele treinverkeer is gestremt en ook de
telegrafische en telefonieche gemeenschap
ondervindt veel stoornis.
350 Paarden verbrand. De stallen van de
United Staten Express Company te New-
York zijn door brand vernield. De schade
wordt op een millioen dollars geschat350
paarden kwamen in de vlammen om.
Jachtverbod. De jacht-commissie uit. de
Russische Doema heeft zich uitgesproken
voor een verbod van de jacht op het sa
beldier gedurenda 3 jaren.
Spoorwegongelukken. Maandagavond om 8
uur liep een passagierstrein uit Boedapest
by Belgrado op een goederentrien. Twee
personen werden gedood, 12 ernstig gewond.
Eenige wagens zijn totaal vernield. De oor
zaak is te zoeken in een verkeerden stand
van een wissel.
In een tunnel nabij Oliergues. Fransch
departement van Puy Dóme, reed een pas
sagierstrein tegen een enkele locomotief,
waarvan de machinist en de stoker gedood
werden.