ONZE EILANDEN van 9 DECEMBER 1911. 3 Groote bacillen I "Wat men bij sommige menschen bereikt met pogingen tot ontwikkeling, bleek te ZandYOort in een scheersalon, waar een der bezoekers, die den avond te voren dr. Vorstmans lezing bijgewoond had, zich daarover uitliet als volgt „Die nuwe dokter het Vraidag'ekletstover bacillen. Ik het wel achter in de zael 'estaaD, maer ik het ze toch wat goed 'ezien. Hai had ze op bord 'etiekend. Ze binnen nog grooter as loizen. Maer nou maekt ie mai nie wais, dat ik van zukke groote biesten in me laif heb. De vent is bepaeld gek." Ja, niet heel wijs is er stellig een! O. H. Ct. Heel gezin vergiftigd Van een werkmansgezin, bestaande uit 10 personenMan, vrouw en 8 kinderen, wonende in een der Leidsche buurten, zijn Zondagmiddag, na het gebruiken van het middagmaal, dat bestona uit aardappelen, groenten, paardenvleesch en rundvet, allen onwel geworden. Een van de leden van het gezin heeft Maandag de bemiddeling van de politie ingeroepen, waarop dr. Boonacker, depoli- tiedokter, nog eenige resten van eten in beslag heeft genomen om door den gemeente lijken keuringsdienst te worden onderzocht. 't Zou best kunnen zijn, dat in een der pannen iets van vergiftiging is geweest, alleen ziekteverschijnselen deden zich voor als brakingen enz. Sommige leden van het gezin zijn weder aan den arbeid gegaan. Te Stadskanaal is de 65-jarige vrouw van A. Steenhuis in het kanaal gevallen en verdronken. Oók een St. Nicolass-surprise Bq de gemeente-belastingen te Amsterdam schijnt men met merkwaardigen spoed uitvoering te hebben willen geven aan de beslissing van Gedeput. Staten, waarbij de Rijksambtenaren-forensen worden be schouwd als belastingplichtig. Men zou het een St Nicolaas-surprise kunnen noemen, waarbij gisteren aan alle ambtenaren-forensen van de Rijksverzeke ringsbank, van den hoogste tot den laagste de beschrijvingsbiljetten voor den aanslag in de plaatselijke belasting voor het dienst jaar 1911/12 werden uitgereikl. In het geheel hebben van de ruim 600 ambtenaren bijna 90 een biljet ontvangen. Voor het meerendeel wonen dezen in Wa tergraafsmeer en Sloten. Vergiftigd door beschimmelde azijn! Te Ierseke zijn de vorige week een vader en zijn zoon ernstig ongsteld geworden na bet eten van andyviesla. Er waren vergiftigingsverschijnselen welke geneeskundige hulp noodzakelijk maakten. De twee mannen waren gelukkig den volgende dag weer zoo goed als geheel hersteld. De dokter kon de oorzaak der vergiftiging niet met zekerheid vaststellen, maar hij vermoedde, dat de door hen gebruikte bruine azijn, het onderste uit een bijna leeg vat, beschimmeld is geweest. De huisgenooten, die niet van het gerecht gegeten hadden, waren volkomen gezond gebleven. Hazen en patrijzen! Het is gebleken, dat op het eiland Tolen de hazen niet het slachtoffer van de langdurige zomerdroogte zijn geworden, want in de verschillende jachtvelden is hun aantal bui tengewoon groot. De afgeloopen week wer den er nog in twee dagen met zes geweren ongeveer 165 neergelegd. Patrijzen daarentegen zijn er zeer weinig. Deze schijnen de droogte niet verdragen te hebben. Te Oosterwijk is afgebrand de graan schuur van het nabij het station gelegen stoomgemaal. Een groote party graan verbrandde. Tengevolge van een aanrijding door een kar, is te Resteren overleden de arbei der M. v. Oord. —De raderstoomboot „Reedery op de Lek" No. 2, die Woensdagmorgen 7 uur van Rot terdam naar Kuilenburg vertrok, is door den mist bij de scheepswerf van den heer T. van Duivendijk te Lekkerkerk op een Zandplaat gevaren. De passagiers waren genoodzaakt per roeiboot aan wal te gaan en op de stoomboot „Concordia" die zijn hulp bood over te etappen, om hun relate kunnen vervolgen, 's Middags omstreeks half 3 is de boot met eigen krachten vrij gekomen. Van den tegenwoordigen Minister van Financiën is geen voorstel te verwachten tot heffing van een belasting op de goederen in de dood© hand. Steenkolen in Limburg! Dezer dagen heeft men in herBeringerveld bij Holdeü op een diepte van meer dan 1000 M., een kolenlaag aangeboord van Deze zou de dikste zyn van de tot hier toe aangetroffen steenkolenlagen in deze streken. Nieuwe stuivers I Binnenkort zal de invoering van een nikkelen stuiverstuk worden' voorgesteld, dat volgens den Minister onmogelijk tot verwarring met eenige andere munt aanleiding kan geven. Griezelige vondst I Woensdag werd by een klopjacht op het jachtgoed van den heer Menten, te Heihof (Limburg), in de nabijheid van den Hek senberg, in een dennenbosch door een der drijvers het in verregaanden staat van ontbinding verkeerende lijk gevonden van een onbekende. Het lijk of beter het geraamte - lag op den rug met uitgespreide armen, het hoofd ontbrak. Jas en vest warea nog gedeeltelijk aan wezig, beide waren losgeknoopt. Aan de voeten bevond zich nog een ge deelte van zwarte sokken en fletsschoenen. Twee brigadiers en een rijksveldwachter die mede ter jacht waren, onderzochten de griezelige vondst. Van identieteit8bewijzen was niets te vinden. Daar het hoofd in den omtrek nergens te-vinden was, is misdaad niet uitgesloten, zelfs waarschijnlijk. Zij kan echter poor de bijna geheele ontbindiug niet meer worden geconstateerd. Ongeveer een jaar geleden is te Heerlen zekere L. spoorloos verdwenen en men vermoedt, hier de overblijfselen van den vermiste zyn gevonden. De politie doet ijverig onderzoek. Kosten Woningwet De Minister van Financien meende den post, bedoeld by art. 85 der Woningwet- voorschotten, te moeten ramen op 4 mil- lioen. Een wetsontwerp tot verlaging van de personeele belasting voor logementhouders zal eorstdaags kunnen worden ingediend. De Minister heeft eenigen tjjd geleden een maatregel getroffen, krachtens welken bil bepaling der huuiwaarde van koffiehuizen enz., het vergunningsrecht voor het vervolg buiten aanmerking zal worden gelaten. Postbeambte gearresteerd Naar het Hbl. verneemt, is dezer dagen op last van de justitie een brievenbesteller van het hoofdpostkantoor te Amsterdam, aangehouden, als verdacht van valschheid in geschrifte. De man moet ongeveer een halfjaar ge leden door het plaatsen van valsche hand- teekeningen op postwissels en kennisgevin gen van aangeteekende stukken, zich ver schillende bedragen hebben toegeëigend. Hy is naar het Huis van Bewaring over gebracht. Een taaie I De timmermansknecht K. K. teMetslawier (Friesland) had het ongeluk neer te storten van het gewelf der in aanbouw zynde Ger. kerk te Niawier. Hij kwam terecht op de tafel, die gebruikt wordt by de Avondmaalsviering, welke door den val brak. Dit was zyn behoud, want ongedeerd kon hy opstaan en zyn werk hervatten. En dat bij een val van 8 meter. In een onbewaakt oogenblik viel het kind van A. B., te Stolwijk, in een emmer kokend water, met brandwonden overdekt werd het er uitgehaald. Onder vreeselyke pijnen is de kleine eenigen tyd later bezweken. Memento mori! De 76-jarige 0. v. As, te Scherpenisse, van den barbier komende, zeeg oDderweg ineen en was een lyk. Eenige oogenblikken daarna constateerde dr. Veenstra den dood door hartverlamming, Zonderlinge verdwijning van f 1000! Den 3en November zond de firma Zorab Mesrope Co. een brief, waarin een lapje van 1000 gulden, onder „aangegeven waarde aan het adres der onderneming Gamping Wadjak, nabij Toeloeng-agoeng, meldt de N. Soer. Ct. By ontvangst van dat schrijven bleek echter, dat het bankbiljet zich niet in de enveloppe bevond. Het onderzoek heeft het volgende aange toond. Op de enveloppe is ten postkantore te Soerabaja het gewicht vermeld, nl. 8 gram. De enveloppe, zooals zy te Toeloeng agoeng ontvangen werd, dus alleen inhou dende den brief en niet het bankbiljet, weegt precies 8 gram. Voegt men er een biljet van f 1000 by, dan wordt het gewicht 10 gram. Hieruit bly kt zonneklaar, dat toen de brief ten postkantore te Soerabaja werd aangeboden, het biljet van f 1000 er niet ofniet meer in was. Waar de lakzegels in orde zijn. moet dus de diefstal hebben plaats gehad ten kanzore der afzenders, en vóór het lakken van den brief. Bjj aandachtige beachouwing van de enveloppe ziet men, dat deze, vóór ze geplakt werd, geopend is geweest, vermoedelijk nadat de gesloten enveloppe, waarin het bankbiljet, aan den een of andere te verze geling is gegeven. De onderstelling der politie is, dat de inlander, met het verzegelen belast, meer van de verdwijning weet. In die richting loopt althans het onderzoek, terwijl bedoelde inlander is aangehouden. De eerste Zeeuwsche stoomtrawler I Op den regel, dat alle stoomtrawlers uit Nederland, die de visscherij uitoefenen, in Noord-of Zuid-Hollandsche plaatsen thuis- behooren, is thans een uitzondering geko men. Een firma te St. Filipsland, heeft in Swansea den stoomtrawler „Menton Castle" aangekocht en herdoopte dit vaartuig in „Wilüelmina"* Het schip zal van uit de haven van Ymui- den in de vaart blijven. Van den den Tesselschen zeedijk heeft de heer B. Beumkes in zee geschoten een ijseend", een vogelsoort, die aan onze kusten hoogst zelden voorkomt. Een oude grafkelder 1 By het graven voor de waterleiding mid den in het dorp Krabbendijke vóór de wo ning van den smid E. werd een grafkelder gevonden, waaruit een geraamte en delen van een lijkkist werden opgegraven. Ook kwamen deelen van fundamenten bloot. Een en ander moet dagteekenen van vóór 1596. In dit jaar nl. werd Krabbendijke bedijkt. Zegel of postzegel? Overwegende bezwaren zij er volgens den minister - tegen het toestaan van het gebruik van vijfcentspostzegels ter voldoe ning van het verschuldigde zegelrecht van vy'f cents. Die mag nog van geluk spreken I De arbeider Aalbers, die behulpzaam was by een drijfjacht onder Varseveld, kreeg bij ongeluk van een der jagers een schot hagel in het gezicht. Hoewel geneeskundige hulp moest worden ingeroepen, bleven zyn oogen ongedeerd. Te Heerle (Limburg) is aanbesteed het bouwen van een vroedvrouwenschool. Laagste inschrijver was de heer Deckers, aldaar, voor f 87,600, wien het werk werd opgedragen. Onder HeDgeloo heeft een landbouwer een hert gevangen, dat in het prikkeldraad was vastgeraakt. Hij heeft het naar Twickel gebracht, waar het in het hertenkamp is losgelaten, In Friesland zyn veel wilde ganzen aan gekomen. Brand en ontploffing!" Door een gebrek aan een eenbezine-lamp is in de woonkamer der R,-K. pastorie te Hasselt brand en ontploffing ontstaan. Zoo geweldig was de schok, dat een van de muren geheel werd weggeslagen. De pastoor had eenige oogenblikken tevoren het vertrek verlaten. De brand was spoedig gebluscht. Er is heel wat verbrand en de waterschade is aanzienlijk. Zw. Ct. Dr. A. Kuyper I Van meestal goed ingelichte zijde verne men wij, dat do gezondheidstoestand van Dr. Kuiper den laatsten tijd bijzonder goed is zoo zelfs, dat de 74-jarige Staatsman wer ken kan, en werkt als een man in de volle kracht van het leven. De hardingskuur, dezen zomer in Dresden begonnen, moet uitmuntend gewerkt hebben en Dr. Kuyper vrij onvatbaar gemaakt hebben voor verkoudheid. Als meenigeen diep in zyn dikste jas wegkruipt' om zich te verbergen tegen het gure weer, kan men hem zien loopen heel luchtigjes gekleed, hoogstens met een dun overjasje aan. Wat de stem betreft, deze klinkt, als Dr. Kuyper in de Tweede Kamer spreekt met groot gemakt boven het gegons uitis errnis- schien nog iets van de oude kwaal van het voorjaar overgebleven, dat is in het gewonen gesprek nog in de Kamer merkbaar. Het schijnt trouwens, dat ook de doofheid, zij moge dan al niet verdwijnen, geen reden tot ongerustheid geeft en niet al te veel hinder veroorzaakt. Dr. Kuyper in zijn doen en laten waar nemende kan men dan ook, alles bijeenge nomen, haast niet gelooven dat men te doen heeft met een 74-jarige, die in zyn lang leven zooveel te verduren had. Arnh, D b 1. Met man en muis vergaan De Raad voor de Scheepvaart stekie een onderzoek in naar het vergaan van het loggerschip ,,Kik" (YL. 118) dat met man en muis in de Noordzee onderging. Schipper was G. Visser te Vlaardingen, en reedery J. H. Warnecke, te 's Graven- hage. Vermoedelijk is dit schip in den bewusten storm van 30 September jl. vergaan. De bemanning bestond uit 14 koppen. Gehoord werd de walschipper te Vlaardin gen, L. De Boer, die verklaarde, dat het loggerschip VL 118 uit hetjaarlS84dateerde. Het ging geregeld ter visscherij en werd goed onderhouden, zoodat het zich in deug- delijken staat bevond. De logger was by schipper Visser in goede handen. Op 12 September vertrok de logger van IJmuiden, met de bedoeling om ten Z W van Doggersbank de visscherij uit te oefe nen. Aanvankelijk dacht men, dat de beman ning uit 12 koppen bestond, daar twee jongens te IJmuiden den logger verlaten haddenvoor hen kwamen echter twee anderen aan boord, zoodat er in het geheel 14 opvarenden waren, die allen den dood in de golven vonden. Sedert het verlaten van IJmuiden hoorde men niets meer van den logger. Wel rapporteerde een schipper van een andere visscberaboot, dat hy ter hoogte van Terschelling een stuk van een scheepsboot gemerkt VL. 118 dry vende had gezien. Later werden eenige losse brails opgopikt. De scheepsbouwer A. C Van Dam ver klaarde, dat het loggerschip 24 Augustus 1911 gerepareerd was. Het te gronde gaan van de VL 118 kan z. i. niet aan een eigen gebrek worden toegeschreven. De Raad zal later uitspraak doen. Buitenland. Offers van de zee. De te Oude Pekela thuisbehoorende ijzeren tjalk „Cathriena Magrietha", schipper Pink ster, met hout van Krageroe te Oldersum aangekomen, heeft een vreeselyke reis gehad. By de Hornsreven verloor het schip tijdens hevig stormweer den mast, de zeilen en een gedeelte van den deklast. De eerste knecht werd overboord geslagen en verdronk, daar pogingen om hem te redden bij het noodweer niet gedaan konden worden. Het ontredderde schip werd ten slotte door den Duitschen stoomtrawler „Stuttgart" naar de Weser gesleept en vervolgens dooi de sleepboot „Willi" door het Eras-Jade- kanaal naar Oldenburg. Na lossing zal de tjalk naar Nederland vertrekken om te repareeren. Het Noorsche stoomschip „Haegholmen" is in de Noordzee met alle opvarenden vergaan. Duikers hebben thans vastgesteld, dat het bij Schaarhörn gezonken stoomschip het te Glasgow thuisbehoorende stoomschip „St. Bride" is, zoodat alle onzekerheid daar omtrent nu is opgeheven. De „St. Bride", die 5 Nov. van Hamburg naar Norfolk (Virginië) vertrok, was een schip van 8934 tons, in 1905 te Port Glasgow gebouwd en voor 35.000 p.st te Londen verzekerd. De bemanniDg bestond uit SOChineezen, 8 Schotten en 2 Engelschen, onder bevel vaD kapt. Nicoll uit Dundee. Reeds verschillende wrakstukken, o.a. een boot en reddingsgordels, alsmede eenige ly'ken zijn aangespoeld. De te Skudesness thuisbehoorende schoener „Skudesness", welke 9 Oct. van Labrador naar Gibraltar vertrok en de bestemming nog niet bereikte, wordt met man en muis verloren beschouwd. Het stoomschip „Cynthiana", van Newport News te Londen aangekomen, heeft met hevige Westelijke stormen te kampen gehad en bekwam schade aan de booten en de verschansingen. Twee man der equipage zijn overboord geslagen en verdronken, terwijl een derde ernstig werd gekwetst. De laatste dagen werden verschillende berichten ontvangen omtrent een brandend schip dat de op de hoogte van Ouessant ronddreef. De sleepboot „Atlantique" ver trok van Brest om zoo mogelijk hulp te bieden, maar kon het schip, dat van voor tot achter in vlammen stond, niet vastellen, Thans blijkt, dat het brandende schip, dat inmiddels is gezonken, de Fransche schoener „Valoisme" was. Dit schip werd aangevaren door het Russische, van de Tyne naar Genua bestemde stoomschip „Bessarabia" en daardoor op sleeptouw genomen, maar het liep spoedig vol water en moest door de bemanning verlaten wor den, die op de „Bessarabia" overging. Voor men aan boord ging, stak men het schip in brand, omdat het wrak niet lang een gevaar voor de scheepvaart zou ople veren. De schipbreukelingen zyn door de „Bess arabia" op een loodsboot overgezet en door deze te Conquet geland. De Prinses van Araukanië. Het immer wentelend rad van avontuur voert een zelfde leven langs wondere banen en wat eenmaal in hoogheid gezeten was sterft in ellende en armoede weg. Sommige levens verloopen zoo dieptra gisch en romantisch, liggen zóó buiten de sfeer van het gewone, alledagsbestaan van den mensch, die kalm voortwerkt, volhoudt in zyn kleine tegenspoeden, zich verheugt in zijn gelukjes, dat we ons de intensiteit van zoo'n doorgeworsteld leven niet dan met ontroering kunnen indenken. Een leven vol tragiek ligt achter de oude vrouw, die onlangs in het armenhuis van het Deensche eiland Ryesgade, zonder vrienden en betrekkingen, in de diepste armoede is gestorven. Nu een oude stakker, onbemind, maar eens een stralende jonge prinses, die leefde in overdaad en weelde. Haar dood doet ons een kapittel opslaan uit het boek van de wereldgeschiedenis. Zij was de eenige dochter van den man, die als avonturier en veroveraar in de twintigste eeuw een nieuw rijk wilde stich ten in Patagonië en Araukanië. Maakte Napoleon le Petit geen nieuw keizerrijk? Wat zou hem, den advocaat, AntoineTou- nens, zoon van een slager in Perignieux, beletten zich een koningskroon te veroveren, al was het in een verre en weinig belang rijke streek. Zucht naar avonturen dreef hem den Oceaan over en met een handje vol makkers gelukte 't hem in 1861 de bewoners van Araukanië teovertuigen.dat zij als één volk zich onder hem moesten stellen. En zoo voerde hij, de voormalige jurist, een grondwet en wetten in, natuurlijk op Franschen grondslag, zocht handelsbe trekkingen met Europa aan te knoopen, maar de Chileensche regeering' trad tegen hem op; Chileensche soldaten lokten hem in een hinderlaag en in de gevangenis kon de jurist-koning de wisselvalligheden van het leven overpeinzen in droeve mijmerin gen en machtelooze woede. Maar zijn oude vaderland verloochende hem niet en inder daad wist de Fransche regeering zyn in vrijheidstelling te bewerken. Vergeefs heeft hy nog getracht zyn rijk terug te winnen; hy moest naar Frankrijk terugkeeren en stierf in 1878 in bittere armoede. S. M. Orelius Antonius I. t Zijn eenige dochter priDses Margaretha, een meisje van buitengewone schoonheid, heeft haar vader tot het bitter einde trouw bijgestaan. Toen de katastrofe kwam bevond zij zich in Europa. Zij leefde toen zeer ryk en de ontelbare millioenen, die haar bruid schat zouden zyn, deed dragers van grooten naam naar haar hand dingen. Ze was ver kwistend en lichtzinnig. Een Deensch officier die haar by een scheepsramp redde en die bij haar in hooge gunst stond, schoot zich voor haar oogen dood. Dit gebeurde juist in de dagen, dat het operette-koninkrijk van Araukanië te niet ging. Haar rol op het wereldtooneel was afgeloopen, en zy trok zich terug in de stilte; in Denemarken ging zy wonen, by het graf van haar geliefde. Ze leefde in behoeftige omstandig heden en verviel tot steeds diepere ellende, totdat nu onlangs de bleeke vriend, de dood, een einde maakte aan dit fel bewogen leven. Thérèse Humbertde in haar tijd beruchte Fransche „millioenenjuffrouw", die jaren lang de Paiyzenaars bij den neus genomen heeft door zich te doen doorgaan voor erf gename der Engelsche millionnairsfamilie Crawford, is thans ïd een krankzinnigen gesticht opgenomen. Zij lydt aan grootheids waanzin en is op het oogenblik de eenige, die aan het bestaan eener familie Crawford en haar millioenen gelooft. Dit bericht, van Le Journal wordt echter door Romain d'Aurignac, den broeder van mevr. Humbert,tegengesproken. Hij beweert dat zyn zuster volkomen gezond en dage lijks in een kunsthandel werkzaam is. Een roovergeschiedenis. Een jonge Spanjaard van een jaar of 19 uit Barcelona geboortig, waar zijn schatrijke ouders wonen, is Maan dag te Parijs het slachtoffer geworden van een brutalen roofaanval. De jonge man was, deels voor zijn genoe gen, deels om er zich in de geheimen van den handel te doen inwijden, een dag of acht geleden naar Parjjs gekomen en had zijn intrek genomen in een boti.l in de Rue Roquépine. lederen dag kwam een zijner vrienden, een Barceloneesch grondeigenaar, hem daar bezoeken. Maandag kwam deze, als naar gewoonte, zyn jonge vriend, Montplet-Pujol geheeten, opzoeken. De kellner vertelde hem, dat Pujol pae om 7 uur 's ochtends was uitgegaan. Hij zou hem echter gaan waarschuwen. De kellner begaf zich naar de kamer van den jongen Spanjaard en klopte aan. Daar hy geen antwoord kreeg, deed hy de deur open en riep om hulp: Pujol lag op zyn bed uitgestrekt, stevig daarop vastgebonden door middel van een eind touw en het gelaat bedekt met de peluw en het hoofd kussen. Toen men hem had losgemaakt en de prop uit zyn mond had verwijderd, vertelde Pujol het volgende: Den vorigen avond had hy een schouw burgvoorstelling bijgewoond en was toen naar Montmartre getogen, waar hy kennis maakte met drie vroolyke knapen, di« door hun hoffelijk en voorkomend optreden, spoe dig zyn vertrouwen hadden gewonnen. Tegen zeven uur wenschte Pujol naar zijn hotel terug te keeren en zijn drie nieuwe vrienden boden aan, hem te vergezellen. Aan den kellner, die vroegdienst had, zeide Pujol, dat zijn vrienden ln zyn kamer even hun handen kwamen wasschen. In de hotelkamer maakten de drie beeren inderdaad even hun handen nat. Plotseling, op een vooraf overeengekomen sein, wierpen zij zich op den niets vermoedenden Span jaard, trokken hem met een halsdoek om den hals achterover, zoodat hij geen geluid kon geven, duwden hem een prop in den mond en bonden hem stevig op zyn bed vast, met touw, dat zy in de kamer vonden. Toen, terwyl een hunner meteen lang mes in de hand de wacht hield by het bed, plun derden de anderen snel de kleederen van den Spanjaard en de meubelen in de kamer. Zy maakten 200 francs, een gouden horloge en verscheidene papieren buit. De politie zoekt ijverig naar de roovers, wier signalement Pujol nauwkeurig kon opgeven. Afschuwelijke misdaad. Te Breslau is een afschuwelijken moord gepleegd. Zaterdag avond brak in de slaapkamer van de weduwe van den rechter Haman brand uit. Het elfjarig dochtertje werd met zware hoofd wonden bewusteloos uit haar bed, dat reeds brandde, gered, doch overleed nog dienzelf den nacht. Men meende eerst, dat de hoofdwonden ontstaan waren doordat 't meisje bij een poging om te ontvluchten, zich aan den rand van het bed had gestooten. Spoedig echter bleek, dat dit een onjuiste premisse was. Er werd namelyk een met bloed bevlekte hamer gevonden. Na een nauwkeurig onderzek bekende de vijftien jarige bediende, dat het meisje hem vaak had geplaagd en dat hij haar daarom uit wraak had vermoord. Met vyf hamerslagen had hy het meisje vermoord en daarna, om de sporen van de misdaad uitte wisschen, 't bed in brand gestoken. Men twijfelt er aan of de jongen wel toerekenbaar ia. Drie schepen vermist. Groote ontsteltenis is te New-York verwekt door het bericht, dat 3stoomschepen, die 600 passagiers, leden der Bankiers-Vereening en hun familiën aan boord hadden, door een hevigen storm in de Caraibische Zee beloopen zijn en vermist worden. Pogingen om draadlooze gemeen schap met de vermiste schepen te krijgen, bleven vruchteloos. Aanval op een trein. Een trein waarmee een aantal kunstvoorwerpen en andere kostbaarheden, in de Portugeesche kerken in beslag genomen, werd vervoerd, is nabij Viana Alemtjo door een bende gemaskerde roovers aangehouden die boomstammen over den spoorweg hadden gelegd. Het treinper soneel was evenwel gewapend en leverde slag met de aanvallers, die op de vlucht gedreven werden, tereijl 2 hunner dood op het veld achterbleven. Een monsterluchtballon. Nu de Duitsche lucht-manoevres afgeloopen zijn bestudeert de minister van oorlog een plan voor den den bouw van een reusachtig luchtschip, dat 100.000 M3 gas zal kunnen bevatten, Dit luchtschip moet in staat zijn 300 men schen te vervoeren, met een snelheid van 88 voet per seconde. Een schip door ratten overioeldigd. Het zeilschip „Antoinette", dat met een lading suiker van Semarang kwam, gaf, toen het Belle-Isle naderde, door signalen kennis dat er epidemie aan boord heerschte. Het schip werd naar St. Nazaire gezonden en daar kwam een dokter aan boord. Daar deed zich een vreeselyk tooneel aan zyn oog voor. Van de 15 koppen sterke bemanning lagen er 3 dood op het dek, 10 waren ernstig ziek of bewusteloos en slechts 2 scheepsjongens waren nog in staat zich te roeren. Het ge heele schip was overdekt met ratten. By onderzoek bleek, dat er pest, noch cholera aan boord was, naar dat de zieken vermoe delijk aan beri-beri leden. De zieken werden naar de barak gebracht en het schip ont smet. Sneeuwstormen woeden sedert 2 dagen onafgebroken over een groot deel van Roe menië. Voornamelijk in den omtrek van Sinaia ligt de sneeuw bijzonder dik. Het geheele treinverkeer is gestremt en ook de telegrafische en telefonieche gemeenschap ondervindt veel stoornis. 350 Paarden verbrand. De stallen van de United Staten Express Company te New- York zijn door brand vernield. De schade wordt op een millioen dollars geschat350 paarden kwamen in de vlammen om. Jachtverbod. De jacht-commissie uit. de Russische Doema heeft zich uitgesproken voor een verbod van de jacht op het sa beldier gedurenda 3 jaren. Spoorwegongelukken. Maandagavond om 8 uur liep een passagierstrein uit Boedapest by Belgrado op een goederentrien. Twee personen werden gedood, 12 ernstig gewond. Eenige wagens zijn totaal vernield. De oor zaak is te zoeken in een verkeerden stand van een wissel. In een tunnel nabij Oliergues. Fransch departement van Puy Dóme, reed een pas sagierstrein tegen een enkele locomotief, waarvan de machinist en de stoker gedood werden.

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1911 | | pagina 3