SOUK.
ZUÏD-HOLLANDSCHE EN ZEEÜWSCHE EILANDEN
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD,
irmramp
chtsschool
eekenschool
Veerhuis".
UT GEBIED
Goederen, enz.
ILLANDSCH
JWCREDIET.
(- en Papierhandel
Liefde en Tirannie.
:tten f 1,20
etten t 2,90
met electrisei iunsllicM,
e »lml gezonden. "9Q
iSpipIjjllplpFpipP
ii!«!ininSnlii!inin!l
80, JflfïicLdelharnis.
s opengesteld op
p I Oct. te Bruinisse
Ln de noodlijdende be
ien te Bruinisse.
OOR ALKMAAR.
Telefoon 73.
'SCHAPPEN:
ENKHUIZEN,
Westerstraat 6.
's-GRAVENHAGE,
j> Molenstraat 45.
ROTTERDAM,
Leuvehaven 107.
ee Millioeu Gulden
laatst en volgestort
1.500.000.
ITSCHAP verleent Cre-
elden in deposito, belast
aan- en verkoop van
pons, sluit beleen in gen
en verricht verder alle
tot het Kassiersvak
to rente 3 °/o.
>p 30 Juni 1911.
eten f 6.026.421.33
- 1.277.962.93V2
f. - 227.537.92
j)REEST, J. F. MOENS,
nmissaris. Directeur.
t voor Middelharnis en
DER KOOGH
DDELHAKNI8.
DVERTENTIE-BUREAU
280, MIDDELHARNIS
en
iwe voorraad
BEN, TEEKENHAKEN,
KEN,PENSEELEN,
[erschillende kleuren,
NKT stukjes en flacons,
KENPENNEN,
EKENDOOZEN, enz. enz.
ien van alle benoodigde
KENPAPIFjR
ienoodigdheden die moch-
i, tegen beslist de laagste
UW VOORDEEL!
I,
VAN DER SCHENK.
[otterdam.
ÏILLIJKE PRIJZEN.
F. M. MULDER.
rlenunerolie.
ONZE EILANDEN
VOOR DE
l)it Blad verschijnt eiken Zaterdagmorgen.
Prijs per kwartaalf 0,50
Afzonderlijke nummers- 0,05
No. 49
Zaterdag 28 October 1911 18E Jaargang
Alle voor de Redactie en Administratie bestemde stukken en Advertentiën worden uiterlijk
Vrijdagmorgen ingewacht bij de Administratie te Middelharnis.
Prijs per adv jrtentiên van 1—5 regels f 0,50
Iedere regel meer- 0/10
Groote letters naar plaatsruimte.
Buitenlandsch Overzicht.
In ons vorig nummer maakten wij mel
ding van den opstand, welke in China is
uitgebroken. De revolutie zoekt haar bevre
diging in verdrijving van de Westerlingen
en de afzetting van het thans heerschende
Vorstenhuis. Om den toestand goed te be
grijpen, dienen wij terug te gaan in de ge
schiedenis, niet eenige jaren, maar eenige
eeuwen terug, tot 1644 of eigenlijk nog
vroeger, tot de 12e eeuw. In die eeuw
drongen de eerste Mantsjoes want uit dat
volk zijn de tegenwoordige keizers gesproten,
China binnen. In dezelfde provincie Hoepeh,
waar thans de opstand heerscht, vestigden
zij hun eerste koninkrijk. Vandaar uitdeden
zy hun veroveringen, vermeesterden heel
China en zelfs de landen daaromheen. Deze
groote macht ging echter weer ten gronde.
De Chineezen richtten zich weer op en ver
dreven de Mantsjoes uit China. Peking
werd de hoofdplaats.
In 1621 hebben de Mantsjoes zich echter
opnieuw in China gevestigd en in 1644
besteeg Moentsjoe-dinastie den Kroon. Van
dien lyd af zijn de Chineezen onderdrukt,
wat herhaalde opstanden ten gevolge heeft
gehad. Van de voorname plaats, die toch
eenmaal de Chineezen in de wereldcultuur
hebben ingenomen, van het krachtige, een
maal geheel Oost-Azie beheerschendo China
is niet veel meer overgebleven, dan een zeer
vervallen en verarmd land. Wat door
vroegere geslachten is opgebouwd, is
thans afgebroken of verwaarloosd. Naar de
goede verkeerswegen is niet omgezien. Aan
de besproeiingen van het land en de irrigatie
middelen is niet meer de minste aandacht
besteed. Daardoor is de landbouw achteruit
gegaan, de industrie is vervallen en van een
beschaving is maar weinig merkbaar meer.
Daarbij kwam dat de Mantsjoers alle be
langrijke posten hebben bezet. Een ding
hebben zij vergeten en dat is een geregeld
bestuur in te stelle
De ambtenaren zijn de meest brutale en
dikwijls gewetenlooze schurken en van on
derzoeken en trachten een beteren vorm in
te stellen, kan geen sprake zijn. Met haar
bureaucratische-rompslomp en de ontzettend
afgelegen gedeelten was het de Mantsjoere-
goering blijkbaar onmogelijk een wakend
oog op haar ambtenaren te houden.
Wanneer trouwens er maar voldoende
geld werd opgebracht, wa3 het de Mantsjoe-
dynastie vrij onverschillig hoe het haar
onderdanen ging. Zelf voortgekomen uit
het veroverende volk gevoelde zij niets voor
de nooden der arme Chineezen, omgekeerd
voelden natuurlijk de ambtenaarskaste zich
het veiligst bij zoo'n regeeringssysteem.
Even begrijpelijk is het echter, dat het volk
op den duur zulk een toestand niet zal
dulden en waar de dynastie niet wist te
beletten, dat de Westelingen telkens grooter
of kleiner stukken wisten af te nemen, daar
is het begrijpelijk dat onder de Chineezen
FETJILLETOir.
19
Gij hebt mij zelf uitverkoren, en hebt nu
dus slechts uw plicht te doen, door die
ellendige zucht naar weelde en verkwisting
te overwinnen, begrepen? anders doodt gij
systematisch het laatste gevoel in mij."
En Thea viel hem snikkend om zijn hals.
Mijn liefste, goederen en rijkdommen
laten my volkomen onverschilligdat is
het niet wat mij treurig stemtmaar
slechts gij alleen en zij keek hem daarbij
bedeefd en smeekend in de oogen, in die
heerlijke glanzende oogen die den „wilden
Selchow" zoo menig vrouwenhart gewonnen
hadden I „slechts gy alleen hebt my toch
doen geleoven, daten zy haalde diep
adem dat wy elkander voor immer en
alty'd moesten toebehooren
En, heb ik u dan op eenigerlei wyze
aanleiding gegeven, het tegendeel te moeten
gelooven V Zijn blikken waren nu weder
zoo helder en zoo bedaard, dat zij bijna
beschaamd stamelde: „Maar uw ontslag
dan
een streven ontstond tot verdringing van
de Aziatische en de Europeesche overwel
digers. Herhaaldelijk hebben groote opstan
den plaats gehad. De eene samenzwering
volgde op de andere en ook ditmaal is het
een beweging tot verdrijving in de eerste
plaats van het gehate Mantsjoevorstenhuis.
Op een ding moeten ze echter nog wijzen
en dat is, dat de opstanden bijna steeds in
Zuid-China plaats hebben. De Zuid-Chinee-
zen zijn de rnenschen van het woord. Een
mooi idee pakt hen direct in, maar zij laten
het even spoedig los, wanneer zij de ver
wezenlijking er van niet direct zien.
Een heel ander slag volk zyn de Noord-
Chineezen. Kalmer van aard en bedachtza
mer, maar ook veel standvastiger. Waar de
tegenwoordige leider van den opstand in
Zuid-China, Sun-jat-sen, een republikeinsch
anarchistisch idee in het hoofd heeft, daar
hebben de hervormers van het Noor
den, Kang-Yoe-wei en Yocan sji-kai heel
andere denkbeeelden om hun volk te ver
heffen. Dezen toch hebben getracht invloed
te krijgen by de regeering zelve. Kang-yoe
wei is het streven begonnen en een staats
man als Yoe-sji kai heeft zyn denkbeelden
aanvaard.
En al is de beweging aanvankelijk ook
al mislukt, langzamerhand heeft de regee
ring dan toch aan dit streven moeten
tegemoet komen. Het beste bewys dat de
regeering die thans in zulke benarde omstan
digheden verkeert, slechts van een bevredi
ging der wenschen van de Noord-Chineezen
heil heeft te wachten, en zich althans
voorloopig zekerder van hun zaak zal ge
voelen, is wel dat de indertijd verdreven
IJocan-sji kai thans is teruggeroepen. De
nood moest wel hoog gestegen zyn, dat zy den
eenige jaren ter dood veroordeelden staats
man thans een oppermachtige positie aan
biedt, een positie, die hem macht geeft over
allen.
Zoo zullen dus twee hervormers tegenover
elkander komen te staan, Sung jat-sen met
zyn republikeinsche gevoelen tegenover
IJocan-sji-hai, die op een andere wijze zyn
volk tracht te behoeden voor ondergang.
Meer dan de gebeurtenissen op het oor
logsveld, trekt op het oogenblik de aandacht
het politiek gedoe. Er is iets gaande, al weet
men niet precies wat.
De Tanin, een blad dat er iets van kan
weten, verneemt, dat er vóór-besprekingen
plaats hebben over het toetreden van Tur-
kyetot een der drie mogendheden-verbonden.
Daar deze onderhandelingen geheim gevoerd
worden, zyn er geen nadere bijzonderheden
te krygen. Doch in principe is reeds aange
nomen, dat de Turksche regeering niet
onder protectie van deandere mogendheden
zou komen, doch als mogendheid met vol
komen gelijke rechten optreden. Deze inlich
tingen van de Tanin worden bevestigd door
informaties van den correspondent van het
Berliner Tageblatt in Konstautinopel.
Iets naders vernemen wy uit een bericht
uit Weenen aan de Yoss. Zeitung. Dit luidt
Myn lief kind 1 ik zal myn ontslag
nemen, zoodra ik het dienstig acht Uw
wantrouwen, dat van allen grond ontbloot
is, verbittert my zoo spoedig! Onthouddit
nu goed, daardoor zult gy ons beiden veel
leed besparen 1
En daarmede was hij bedaard.
XVIII.
Een half jaar was h6engevlogen. Een
dikke laag sneeuw lag op het kleine huisje
in Richmond, dat Herbert en Thea in dit
tijdsverloop betrokken hadden. Herbert
schreef sedert eenige maanden voor een
dagblad. Meer en meer deed zich de be
hoefte naar arbeid bij hem gevoelen. Hy
begon weder te schrijven zooals weleer,
maar de rustige, ernstige ingetogenheid,
zoo noodzakelijk voor dergelijke geestelijke
inspanning, ontbrak hem.
Niet werktuigelijk, maar onbewust hield
de gedachte aan Thea hem van zyn arbeid
af en verstrooide hem.
Terwijl hy schreef, kwam hem de ge
dachteHoe zou Thea het nu maken!"
Dan stond hy plotseling op, en doorliep
alle vertrekken, trappen en gangen, totdat
hy haar gevonden had. Ook dook by hem
onophoudelijk de kwellende twijfel op, of
zij wellicht haar vroegere weelde te veel
ontbeerde, want deze kon hij haar, ten
„Tusschen Engeland en Turkije hebben
thans besprekingen plaats over een over
eenkomst, waardoor Turkije een stille deel
genoot zou worden van de „Triple Entente."
De „Triple Entente" zou Turkije zyn
territoriaal bezit in Europa en Azie waar
borgen, waarvoor Engeland schadeloos ge
steld zou worden door concessies in Meso-
potamië en aan de Perzische Golf.
Op deze wijze tracht Engeland een einde
te maken aan den Duitschen invloed te
Konstantinopel, ten einde daar zijn eigen
invloed voor goed te vestigen.
Thans begrijpt men, dat Engeland om dit
plan te doen slagen, gebruik heeft gemaakt
van de wenschen van Italië ten opzichte
van Tripoli.
Wanneer werkelijk dergelijke onder
handelingen gevoerd worden tusschen
Engeland en Turkije, dan zal de verhouding
tusschen Engeland en Duitschland er niet
op verbeteren, als Engeland op zoo'n wijze
den Duitschen invloed uit Turkye ver
drongen heeft.
Ook kan dit geen goed doen, wat betreft
het behoud van den Europeeschen vrede.
Op de herhaalde klachten, die ten gevolge
van dringende aanmaningen uit Palestina,
de Chachambaschi (opper-rabbijn) van Tur
kije by de Turksche Regeering heeft inge
diend, is nu aldus lezen wy in de J. W.,
het officieeleantwoord van het groot-vizieraat
bij hem ingekomen.
Het antwoord der regeering wordt gedra
gen door een groote welwillendheid voor de
Joden van Palestina, en van bereidwillig
heid ten opzichte van voorzorgen voor hun
veiligheid. Het voorstel, op verschillende
punten van het land militaire posten te
plaatsen om de rust en orde te bewaren,
is aangenomen, en de bereidwilligheid van
de Joodsche kolonies en gemeenten in Pa
lestina, om de hiervoor noodige gebouwen
op eigen kosten te verzorgen, met dank
baarheid ter kennisse genomen. Echter wyst
de regeering dezen geldelijken steun af,omdat
zy het haar eigen plicht rekent al het noo
dige te doen voor de openbare veiligheid.
Om haar plannen te kunnen uitvoeren
verzoekt de Regeering ten slotte den Cha
chambaschi mede te deelen op welke pun
ten der provincie de Joden de vestiging
van militaire posten wenschen.
De Chachambaschi heeft deze vraag on
middellijk over gebracht aan de Joodsche
autoriteiten in PaleBtina en zal hun ant
woord binnenkort aan de Regeering mede-
deelen.
DeBritsche Minister voor Ierland, Birrell,
heeft in een redevoering te Ilfacombe het
een en ander medegedeeld omtrent het
Home Rule-ontwerp der regeering.
Hy gewaagde van Ierlands vroegere
grieven en zeide, dat hetzij de Iersche
quaestie moeilijk of gemakkelijk is om op
te lossen, de regeering zich verbonden
heeft om haar onder handen te nemen en
alle krachten in te spannen, om te voldoen
minste op dit oogenblik, nu eenmaal niet
verschaffen.
Was zy eenigszins verbleekt, dan meende
by daarin onmiddellijk een bewys te zien,
dat zij spijt gevoelde over haar stap.
Maar ook Thea gevoelde dit, en daarom
vermeed zy nog angstiger als vroeger, alles
wat hem dit maar eenigszins kon doen ver
moeden. Toch riep deze angstigheid juist
zyn achterdocht wakker.Zat zij in gedachten
verzonken, dan hield hy zijn blikken op
haar gevestigd, en zoodra zy zyn doordrin
gende donkere oogen op zich gericht voelde,
gaf zij zich moeite hem zoo ongekunsteld
mogelijk iets te vragen of te zeggen. Haar
goede wil was echter niet altijd toereikend
haar stem beefde dan dikwijls des te heviger,
naarmate zij zich moeite gaf haar te be-
heerschen. Somtijds gebeurde het ook dat
hij haar polsen zoo vast omkneld hield, dat
de pijn de tranen uit haar oogen perste,
en hij haar strak in de oogen keek om een
blik in haar binnenste te werpen. Zyn stem
klonk dan dof en somber en hij kon haar
slechts met moeite beheerschèn „Thea, gij
gevoelt het gemis aan rnenschen 1 gy hebt
er spyt van my gevolgd te hebben, zegde
waarbeid!"
Als hy dan de tranen in haar oogen zag
glinsteren, en zij niets anders antwoordde
dan een schuw „Neen, Herbert, volstrekt
nietl" waarbij baar liefelijke stem trilde,
aan het rechtmatige verlangen der over-
groote meerderheid van het Iersche volk
in Ierland, Engeland, Schotland, in hetge-
heele Britsshe ryken de geheele wereld.
Het plan der regeering omvatlo. het
instellen van een parlement voor Ierland,
bestaande uit twee kamers en met een
uitvoerend bewind, dat verantwoording
schuldig ia aan dat parlement, en 2o. het
verleenen van de bevoegdheid aan dat
parlement om zuiver Iersche belangen
te regelen, in nationale zelfstandigheid.
Meer wilde minister Birrell niet mee
deelen. Na Maart a. s., zeide hy, zou er
gelegenheid te over zijn, om maandenlang
over zelfbestuur voor Ierland te spreken.
De regeering, zoo voegde hy er by, vindt
krachtigen steun voor hare plannen, en als
het ryk er over werd geraadpleegd, dan
zou zy een overweldigende meerderheid
op hare hand hebben.
Ook in Portugal heeft derevolutie, die een
einde maakte aan het Koningschap, dit met
den Chineeschen opstand en ook met de
Jong-Turksche revolutie gemeen, dat onmid
dellijk een deel van het leger er de zijde
van de revolutionnairen koos.
En thans, nu de royalisten onder leiding
van den kapitein Paiva Conceiro een contra
revolutie trachtten te bewerken waren hun
plannen klaarblijkelijk, gebaseerd op de ver
wachting, dat zoodra zij het Portugeesche
grondgebied zouden hebben betreden, zoo
wel de bevolking op het platteland, als een
deel van het leger der Republiek hun zeide
zou kiezen.
In het eerst scheen het, of deze verwach
ting vrijwel zou worden verwezenlijkt.
De korte mededeelingen, die de Portugee
sche Regeering omtrent den toestand deed,
waren te optimistisch om waar te kunnen
zijn. En zoowel uit Spaansche als uit Oos
tenrykschen bron kwamen aanhoudend be
richten, die den indruk vestigden, dat eener-
zijds de royalisten uitstekend waren uitge
rust, en anderzijds de Republiek niet op
haar leger kon vertrouwen.
Intusschen zijn de royalisten tot den inval
in Portugal overgegaan, en zyn zy bieren
daar slaags geraakt met het leger der Repu
bliek. Het verloop dezer gevechten is uit de
schaarsche telegrammen en berichten moei
lijk met nauwkeurigheid vast te stellen.
Maar twee dingen zyn dan toch tot dus
ver wel geblekenvooreerst dat de massale
opstand der plattelandsbevolking in het
Noorden van Portugal, hetzij dan uit vrees,
hetzij uit onverschilligheid, is uitgebleven
in de tweede plaats, dat geen belangrijke
afdeelingen van het iepubliekeinsche leger
zich bij Conceiro hebben aangesloten.
Volgens de laatste berichten zouden de
royalisten heen en weer trekken langs de
Spaansche grenzen en nu eens op Portu-
geesch gebied de een of andere stelling be
zetten. en dan weer, door het leger der Repu
bliek vervolgd, naar Spanje terugwijken.
Men mag dus aannemen, dat de contra-revo
lutie, in elk geval voorloopig, niet is geslaagd.
zag hij daarin slechtB lafheid om het hem
te bekennen en liet haar onverschillig los.
Dat intusschen zijn grof en ruw optreden
van alles de schuld kon zyn, daaraan dacht
hy in 't minst niet. Zy was echter veel te
teerhartig voor hem. Zijn wilde ontembare
natuur kon maar niet begrijpen, dat haar
voortdurende angsten en bezorgdheid ver
oorzaakt werden door de vrees iet3 te doen,
wat niet volkomen met ^yn verlangens
strookte. Zy had wel bet buigzame dat zijn
natuur als tegenwicht verlangde, maar niet
den moed noch de krachtdadigheid, zich te
midden van al hun beproevingen en weder
waardigheden staande te houden.
Wel bad hy van haar het ideaal eener
vrouw gemaakt. Zij leefde nog slechts voor
hemde minste harer gedachten was de
zijne. Hij had inderdaad bereikt, wat onder
duizenden stechts aan (één enkelen gelukt;
zy gicg geheel in hem op; maar één zaak,
één allergewichtigste zaak had hij verzuimd,
namelijk te verhoeden dat deze overgroote,
deze grenzelooze liefde vergezeld ging van
een even groote vrees. Hy wist dat het
raadselachtig uiterlijk van zyn wezen zeer
gemakkelijk vrees inboezemde, zooals alles,
wat niet aanstonds in zyn geheelen omvang
te overzien is. Hü dacht er niet aan dat
een teerhartig karakter, dat by het enkele
gevoel reeds van de meerderheid en het
overwicht van een ander tot bedeesdheid
De regeering te Lissabon heeft nu door het
Parlement een wet doen aannemen, waar
door zy de bevoegheid krijgt de grondwet
telijke waarborgen buiten werking te stellen,
ten einde de gevangen genomen royalisten
voor een buitengewone rechtbank te kunnen
brengen. Wellicht wil dit zeggen, dat de
royalisten voor een krijgsraad zullen terecht
staan. Hiermede zou dan de Regeering dei-
Republiek voor het eerst afwijken van de
politiek der humaniteit, welke zy tot dusver
jegens haar tegenstanders heeft gevolgd.
Wat vooral by deze royalistische contra
revolutie treft, is het feit, dat zy geheel kon
worden voorbereid en uitgerust op Spaanscb
grondgebied. Openlijk werden de royalisti
sche troepen in de Spaansche grensplaatsen
georganiseerd en gewapend opely'k konden
leden van het Portugeesche Koninklijke Huis
in Spanje vertoeven en er deelnemen aan
de voorbereiding van den inval.
En de tusschenkomst der republikeinen
in het Spaansche parlement was noodig om
te verhinderen, dat de smokkelarij van
wapenen en ammunitie ten behoeve der
royalisten in dé Spaansche havens, hl te
openlyk werd bedreven.
Inderdaad kan de Regeering van den heer
Canalejas zich moeilijk zuiveren van de ver
denking, dat zij ten opzichte van deze Por
tugeesche contra-revolutie die in haar
wezen niet veel anders is, dan een poging
tot herstel der macht van het clericalisme,
een al te welwillende neutraliteit heeft
in acht genomen. En dit werpt in verband
met enkele andere omstandigheden een
eigenaardig licht op de politieke betrouw
baarheid van dezen Spaanschen minister
president.
De heer Canalejas was vroeger de leider
der Spaansche radicalen. En als zoodanig
was hij de man die, nadat het reactionnaire
Kabinet van Maura was bezweken onder de
verontwaardiging over het ter dood brengen
van Ferrer, het daarna optredende liberale
Kabinet behoorde te steunen met al de
kracht van zyn bekwaamheid en zyn in
vloed.
In plaats daarvan bracht hy het liberale
Ministerie onverwachts een „coup de Jar-
nac" toe en liet hij zichzelf tot minister
president benoemen.
Onmiddellijk ging toen het gerucht door
het land, dat Canalejas zich door de reac-
tionnairen had laten gebruiken, om onder
den schyn van een liberaal bewind in wer
kelijkheid hun zaken te behartigen.
Deze geruchten zyn nooit afdoende weer
legd en de tot dusver gevolgde politiek van
Canalejas zijn optreden in Marokko en
zyn houding tegenover het Vaticaan heb
ben de vermoedens in dezen zin niet dan
versterkt.
En zoo heeft men dan wel eenig recht tot
de meening, dat de Portugeesche contra
revolutie in den heer Canalejas een niet
onsympathiek toeschouwer heeft gevonden.
geneigd is, door zijn heerschzuchtige wijze
van optreden en handelen beangstigd moest
worden. Hy zag in Thea's manieren niet
dat angstvolle streven zich geheel naar zyn
verlangens te richten; hy dacht dat zy zich
alleen maar moeite gaf, hem haar spijt te
verbergen. Juist de mogelijkheid dat zy spijt
kon gevoelen, ondanks dat hy zich geheel
aan haar wydde, die mogelijkheid bracht
hem buiten zich zelf van woede.
En toch was hy volkomen op een dwaal
weg. Thea had zich aan dit leven met hun
tweeën, zonder wereld en zonder rnenschen,
volmaakt gewend. Aanvankelijk was het
haar meermalen zeer moeilijk gevallen, maar
weldra had zij er al haar gewoonten naai
ingericht. Ook dacht zy nog wel eens met
medelijden en zeïfs weemoedig, aan het
verleden, dat zy zulke goede rnenschen leed,
grievend leed veroorzaakt had, maar dat
ging toch niet vergezeld van spy't. Herbert
was absoluut haar alles.
De toekomst verontrustte haar echter
dikwyls, daar Herbert nog steeds zyn ont
slag niet genomen had. Zyn hinderlijk
aanhouden en zyn plotselinge vraag „Thea
waar denkt gy aan gepaard met zijn ade
laarsblik, bracht haar eerst tot nadenken
over haar schuld en hoe meer zij gevoelde
dat Herbert haar onophoudelijk bespiedde,
des te menigvuldiger, des te aangrijpender
begon nu de gedachte en de herinnering