ELSDIJK.
ZUÏD-HOLLANDSCHE EN ZEEOWSGHE EILANDEN
F"S£ÉBÊ
EDE te LEUR
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD,
snde Goederen, enz.
:erij.
met f 1.- per
voor één loterij.
hofstede
'HEEKBANK
Liefde en Tirannie.
iqiipipijl
lil lil lil U| lil lil lil (ll lil l!l
as gelijk 1/20 Staatslot.
loten der 397e Staatsloterij.
6-6
en bij h.h. AGENTEN.
Idelharnis bij L. Vroeg in de
A. v. d. Werf; te DirkslancL
hltgensplaat by A. N. Hobbel
iereede bij P. Struykte den
nste Ouddorp bij B. Goede-
WIJCHEN.
ONZE EILANDEN
VOOR DE
bare inschrijving
jaren verhuurd worden
Heerlijkheid LEUR,
oestaande uit
schuren, koren-
hectaren bouw-
ectaren weiland,
,1e met arbeiderswoning en
iwland is beste zavelgrond
li tot het teelen van alle
weiland is Maasklei, alles
fcuur gaans van het Spoor-
ijchen, bekende groote vee-
q Gelderland,
den 1 Mei 1912 met genot
tfgewas der bouwlanden,
weilanden en 1/8 bouw-
fanuari van dat jaar huur-
igsvoorwaarden liggen ten
den ontlergeteekende te
pij NIJMEGEN eikenMaan-
1 uren ter lezing,
vingsbiljetten moeten vóór
ig 28 Augustus e k. 's mid-
overeenkomstig bij den
ide te verkrijgen model, te
5 ingeleverd zijn, alwaar de
lij de opening der biljetten
woordig zijn.
verhuring kunnen alleen
jieke, werk krachtige en
•ouwers, die met steun van
e gewenschte landverbete-
nd kunnen brengen,
is uitsluitend te bezichti-
Maan-, Dins- en Woensdag
lags 9 tot 's namiddags 5
eiding van den opzichter
N te LEUR bij WIJCHEN,
is een afschrift der verbu-
den ter inzage ligt, terwijl
;en de toegang gesloten is.
zoek aan ondergeteekende,
stoomtram naar de halte
te UBBERGEN. bij het
n Nijmegen vertrekt om
12.05, 1.25, 2.50,3.35, en
3-3
HIEBENDAAL,
!eor ïin de Heerlijkheid Lear
UBBERGEN.
irechtsche
te DORDRECHT.
latschappelijk Kapitaal
'aarvan gestort f 200.000,
tijdelijk uit:
brieven a
97
id.
0/
a 100%
erstrekt de heer
EN, Notaris, MIDDELHARNIS.
f Mr. F. N. SIGKENGA.
'n 1 H. PHILIPSE.
Dit Blad verschijnt eiken Zaterdagmorgen.
Prijs per kwartaalf 0,50
Afzonderlijke nummers- 0,05
No. 40
Zaterdag 26 Augustus 1911 18E Jaargang
Alle voor de Redactie en Administratie bestemde stukken en Advertentiën worden uiterlijk
Vrijdagmorgen ingewacht bij de Administratie te Middelharnis.
Prijs per adv >rtentiën van 1—5 regels f 0,50
Iedere regel meer- 0,10
Groote letters naar plaatsruimte.
Buitenlandsch Overzicht.
Aan Koning Eduard van Engeland werd
vroeger steeds geweten, dat het zijn toeleg
was Duitschland zooveel mogelijk te isolee-
ren en de andere groote mogendheden
door velbanden met Engeland er toe te doen
medewerken, dat het Duitsche Rijk in con
flicten steeds op zichzelf was aangewezen.
Tegenover den ouden Driebond, door
Duitschland, Oostenrijk en Itale gevormd,
voorettelijke jaren als tegen wichtdeFransch-
Russische en de Franseh-Engelsche alliantie.
Achtereenvolgens sloot Engeland verdragen
met Amerika en Japan. Een drietal jaren
terug kon men dan ook zeggen, dat Duitsch
land vrijwel alleen stond. Daarin is echter
verandering gekomen. Tusschen Rusland en
Duischland is een verdrag gesloten, dat naar
de artikelen der Duitsche bladen te oordee-
len van groot gewicht moest worden ge
acht voor de internationale verhoudingen.
Zoo schrijft de Börsen-Courier o. a.
„Russische diplomaten zullen wel alles
in het werk stellen, om te laten uitkomen,
dat deze Duitsch-Russische overeenkomst
geen invloed uitoefent op de goede betrek
kingen tusschen Frankrijk en Rusland. Maar
hoe dan ook, geen enkele diplomaat zal
durven beweren, dat de internationale po
litieke positie van Duitschland nog zoo zwak
is als een jaar of drie geleden. Voor ons
beteekent deze Russisch-Duitsche overeen
komst, dat de wereldvrede beter dan ooit
verzekerd is"
Onder alle voorbehoud deelt dit blad ver
der mede, dat de Rusissche regeering tegelijk
met de ondeiteekening van het verdrag de
verzekering heeft gegeven, dat Rusland zich
t6genover Duitschland verplicht, zich niet
te mengen in een eventueel conflict tus
schen Frankrijk en Duitcshland over Ma
rokko.
Het door de B. C. hiermede gemaakte
voorbehoud zal inderdaad wel niet over
bodig zijn. Indien het juist ware, zou het
geheele Fransch-Russische verbond, ook
een der „hoeksteenen van den wereldvrede,,
vrijwel waardeloos zijn geworden. Een meer
of minder officieus démenti van Duitsche
zijde zal dan ook wel niet lang op zich
laten wachten.
Het Berl. Tageblatt begroet de ondertee-
kening van het verdrag op het huidige
kritieke punt (Marokko) met groote instem
ming vooral hierom, wijl zij juist thans
heeft plaats gehad. „Niet dat wij schrijft
dit blad dit verdrag beschouwen als een
wezenlijke versterking van Duitschland's
positie tegenover de bondgenooten van
Frankrijk, maar omdat door de ondertee-
kening een einde gemaakt werd aan de
veronderstelling als zouden de Duitsch-
Russische onderhandelingen gebruikt wor
den om in de Marokkaansche kwestie ten
gunste van Frankrijk pressie uit te oefenen".
De Voss Ztg. oordeelt eenigsziDs anders.
Dit blad meent, dat de onderteekening der
^ETJXXJXJETO XT.
10
Daar is hijzeide Mevrouw von Holm,
en keek ter zijde naar de glazen deur, die
de eetzaal met de restaurafiezaal verbond;
hij schijnt niet jn het hotel te logeeren, daar
hij niet aan de table d'hóte dineort".
Aan een der tafeltjes in de naastbygele-
gen zaal had zich een heer van hooge ge
stalte nedergezet, en doorliep de spijskaart.
Thea wendde haar hoofd om en werd
plotseling doodsbleek. „Daar, daar is hij
riep zij plotseling met gesmoorde stem uit.
Jawel, maar, mevrouw, wat overkomt
UT vroeg Mevrouw von Holm, die haar
angstig aanzag.
Thea beheerschte zich met geweld. „O
niets, mevrouw, ik verschrok slechts een
weiDig, zoo onverwacht hier een bekende
te ontmoeten".
Kent U hem dan het is juist die heer,
dien ik zooeven bedoelde; dat treft wel
uitstekend
Ja, nietwaar I" brachtThea met moeite
uit. Zij verloor bijna haar zinnen. Hoe
kwam Herbert zoo plotseling hier? Waarom
had hij niets van zijn aankomst geschreven
Duitsch-Russische overeenkomst van inter
nationale politieke beteekenis is en een
geweldige sensatie teweeg zal brengen te
Parijs en te Londen, omdat zij op een oogen-
blik plaats vond, dat de Fransch-Duitsche
onderhandelingen over Marokko tijdelijk
afgebroken zijn en speciaal ook, daar Frank
rijk en Engeland dit verdrag van Duitsch
land met Rusland zeer ongaarne zien.
De beteekenis van het verdrag is volgens
de Voss Ztg. deze:
dat het ideaal van Koning Edward,
de isolatie van Duitschland, voorgoed ver
vlogen is en verder, dat de politiek van
Iswoisky, door Sassonow,in 't voordeel van
Duitschland veranderd is. Het blad citeert
daarbij de woorden van den rijkskanselier,
den lOen December 1910 in den Rijksdag
gesproken, waarbij deze verklaarde, te kun
nen mededeelen, dat als gevolg der keizer-
ontmoeting te Potsdam opnieuw vastgesteld
werd, dat noch Duitschland, noch Rusland
zich zou willen inlaten met een politiek,
die gericht zou zjjn tegen een de? beide
landen.
Het blad zegt ten slotte: „Bismark's
woorden worden thans bewaarheid, dat het
in het belang van Engeland is, dat het
Duitsche Rijk in vijandschap met Rusland
leeft en dat het in het eigen belang van
Duitschland is, op vriendschappelijken voet
te staan mot zyn oostelijken nabuur."
In Oostenrijk gaan stemmen op voor een
krachtiger koloniale politiek. De Weener
„Reichspost", het blad dat met den troon
opvolger in nauwe connectie staat, schrijft
o.m. het volgende:
Door de uitbreiding van de Oostenrijksche
vloot worden wij eindelijk iu staat gesteld
paal en perk te stellen aan de drukkende
Middellandsche Zee-politiek van Frankrijk
en Engeland. Wij zijn het moe als een
„quantité-négligeable" beschouwt te worden
en steeds achter het net te visschen door
de onbekwaamheid van onze diplomaten.
In Duitschland zal men onze koloniale
aspiraties met vreugde begroeten. In over
weging wordt genomen of Portugal niet een
gedeelte van zijn Afrikaansche koloniën
wil afstaan. Oostenrijk zou zeer gaarne een
nieuwe verdeeling van Afrika zien.
Het blad meent ten slotte, dat het voor
Oostenrijk absoluut noodzakelijk is een
nieuw afzetgebied voor zijn overproductie
te zoeken.
De zelfde gevaarlijke loop dus der dingen
als elders: eerst moet er een krachtige
vloot zyn om de bestaande belangen, kolo
niale en niet-koloniale, der natie te bescher
men. Is de vloot er, dan moet zjj haar goed
recht van bestaan o. a. bewijzen door een
„krachtiger" koloniale politiekder regeering,
wat in duidelijk Hollandsch beteekent, ver
meerdering van koloniaal bezit. En dan is
een internationaal conflict natuurlijk nog
maar een kwestie van zeer korten tijd
Overigens schijnt ook dit artikel weer te
wijzen op een gevaar, dat wy dezer dagen
reeds in 't licht hebben gesteld: het gevaar
of er haar op een of andere wijze mede in
kennis gesteld Een buitengewone angst be
klemde plotseling haar reeds zoo bewogen
harthaar pols bonsde heftighet was haar,
alsof er voor haar een ernstige beslissing
op handen was. Zijn onverwachte tegen
woordigheid deed haar tot het bewustzijn
komen, dat het haar voortaan onmogelijk
was, zichzelf te bedriegen, en dat deze
vriendschap een leugen was. Alles in haar
kwam in verzet tegen deze waarheid, die
tegelijkertijd de verplichting in zich sloot,
Herberts omgang te ontvlieden. Hiertoe
gevoelde zy zich echter de kracht niet 1
Een grievende smart overstelpte haar. „O
God, wat heeft hy met mij gedaan 1 waartoe
heeft hy mij gebracht!"
In haar hulpeloosheid gevoelde zy haar
eigon machteloosheid tegenover dien ijzeren
wil. Wat zou deze wil haar voorschrijven?
Een siddering doorliep haar leden.
Het dessert was geëindigd stoelen werden
verschoven, en ook Thea stond onwillekeu
rig op. Zy verwijderde zich van de overige
badgasten, en verliet door een zijdeur het
hotel, om de frissche lucht te gaan genieten.
Meermalen ging zij langs de helder verlichte
vensters van de gelijkvloers liggende res
tauratiezaal, om zich te vergewissen of hij
het toch werkelijk wasen iederen keer
zag zjj Herbert zitten in de ongedwongen
sierlijkheid van zijn .burger-costuum. Zij
dat er schuilt in de militaire, eerzuchtige
en weinig vredelievende bedoelingen en
streven van aartshertog Ferdinand, den ver-
moedelyken troonopvolger van Keizer Frans
Jozef.
De jongste Marokko-affaire, dezooveelste,
kenmerkt zich door een zeldzame lengte en
onzekerheid. Zes weken lang hebben Oam-
bon, de Fransche gezant, en Von Kiderlen
Wachter, de Duitsche minister van buiten-
landsche zaken, tezamen onderhandeld, ge
marchandeerd ais men wil, over de „ver
goedingen", met een resultaat dat vrywel
nihil schynt te zyn. Cambon is weer naar
Parijs teruggekeerd, en zal daar aan den
binnenkort in buitengewone zitting bijeen
te roepen ministerraad het verloop der on
derhandelingen uiteenzetten, om dan, naar
bet heet, met nieuwe instructies opnieuw
naar Berlijn te vertrekken. En zeldzaam
onzeker is de affaire niet minderwat er
geboden en gevraagd is door beide partijen
weet met zekerheid niemand; het
blijft alles in een geheimzinnig duister ge
huld. Het eenige wat vast staat is dat de
onderhandelingen niet zyn afgebroken
wat wellicht als een niet al te kwaad tee-
ken kan opgevat worden.
Deze onzekerheid bestaat natuurlijk niet
voor een aantal persorganen. Zy weten van
alles, geheel of ten naasteby, het naadje van
de kous. Doch het feit dat zij, de een na
den ander, elkaar en zichzelf vierkant in
hun berichtgeving tegenspreken, doet ons
met een gerust journalistiek geweten al die
onthullingen voor 't oogenblik negeeren,
evenals de felle chauvinistische artikelen,
Duitsche en Fransche, waarmede vele dag
bladredacties de regeering van hun land
tot „energiek optreden", tot „flink op haar
stuk staan" willen bekeeren zonder dat
zij natuurlijk in 't minst weten of niet
werkelyk die regeering by voorbaat aan
hun wensch reeds voldoet.
Belangrijker dan al dit geschrijf in het
wilde rond, is een algemeene vergadering
gisteren door het bestuur der sociaal-demo
cratische kies Yereenigingen van Groot Berlijn
belegd, welke haar beteekenis vooral hieraan
ontleent, dat zij het standpunt der Duitsche
sociaal-democratische partij ten opzichte
der Marokko-affaire en een mogelijk daaruit
voort vloeiendoorlogsgevolgaangeeft, althans
voor zoover betreft de in deze party nog
overheerschende Marxistische richting. Ter
wyl ook verder op dit congres dingen zijn
gezegd, die, door hun juistheid, vermelding
verdienen.
Het belangrijkste uit deze vergadering,
in de groote zaal van het Germaniagebouw,
bijgewoond door een duizendtal gedele
geerden uit Groot-Berlyn, verder door ver
scheiden duizenden vrouwelijke en manne
lijke partygenooten, waaronder de Rijksdag
afgevaardigden Stadthagen, Strübel, Lede-
boer en ook Bernstein, de bekende revisio
nist, was bet referaat gehouden door den
rapporteur Daumig. Deze begon, na ook op
de groote onzekerheid en geheimzinnigheid
gevoelde zich, ondanks haar vrees, onwe
derstaanbaar tot hem getrokken. Zij waagde
het echter niet op hem te wachtenzy
wist zelfs niet of hem dit aangenaam zou
zijn, daar hij haar niet van zyn overkomst
verwittigd had.
Zij bracht den nacht in koortsachtige
opgewondenheid door en meer en meer
werd zy bevangen door een ontzettende
vrees voor dezen man, aan wien zy zich
geheel overgeleverd gevoelde.
Zwakke zuchten ontsnapten aan haar
beklemde borst; zy streed tegen het onbe
reikbare dat haar al vaster en vaster om
klemde; het was te laat om het uit haar
hart te rukken nu zy zoo lang en zoo on
bedacht met het vuur gespeeld had. Geheel
haar leven, haar opvattingen, haar opvoe
ding verzetten zich tegen het schrikwek
kend verlangen, wat zij niet meer in staat
was te bestryd3D.
Gedurende deze dagen, welke zij alleen
met haar man hier doorgebracht had, had
zy zich als het ware tot een nieuw leven
opgewekt gevoeldzijn goedheid en zijn
voorkomendheid hadden haar zachtaardig
gestemd, en by haar het verlangen doen
ontstaan, haar leven naar het zijne te
schikken en te regelen.
Daar kwam hij nu weder, die rampzalige
hartstocht, en bracht alles in verwarring
Herbert was, met dezelfde macht van vroe-
te hebben gewezen, waarin men nog altijd
ten opzichte der te Berlijn gevoerde onder
handelingen verkeerde de nationalistische
pers, geducht de les te lezen. Deze, aldus
Daumig ongeveer, doet haar best het volk
wy's te maken, dat Duitschland zyn machts
positie in de wereld versterken en vergroo-
ten moet, omdat het noodig is een land te
hebben waarheen het overschot der Duitsche
bevolking kan emigreeren en een bestaan
vinden. Daarom moet Z.-Marokko geannex
eerd worden. Bovendien heeft, volgens die
pers, Duitschland steeds meer ruwe stoffen
noodig, met name katoen. En dat was ook
in Zuid-Marokko te krijgen.
Overschot van bevolking vroeg Ddumig.
Onzin want wanneer dit er inderdaad
was, dan zouden de Duitsche ondernemers
niet noodig hebben anderhalf raillioen bui-
tenlandsche werkkrachten in dienst te hou
den! En bovendien is, juist tengevolge der
industrieele ontwikkeling, het emigratie-
cijfer der laatste jaren aanmerkelijk gedaald.
En wat de boomwol betreft, dat i3 een
evengroote „schwindel" als het zenden van
de Panther naar Agadir om de Duitschers
daar te beschermenwant toen het schip
daar voor anker ging was er zoo goed als
geen enkele Duitscher in geheel Agadir te
bekennen
Volgens D&umig was het dan ook alleen
de „heerschende klasse", met name de
pantserplaatfabrikanten, de leveranciers van
het leger, officieren en hooge ambtenaren,
die uit egoïstische ^overwegingen het licht
zinnige Marokko-spel speelden, dat meteen
oorlog zou kunnen eindigen.
Hoe staan de arbeiders hiertegenover, zij
die dan het gelag zullen hebben te betalen
Het ismogelyk, aldns Daumig, dat het heele
krijgsgeschreeuw alleen wordt aangeheven
om een verkiezinhsleus te hebben, waarme
de de conservatieven even goede zaken
hopen te maken als in 1906 by de "Hotten-
totten-verkiezingen". Maar het is ook moge
lijk dat er werkelyk gevaar dreigt, en dat
inderdaad op een oorlog wordt aangestuurd.
Wat zullen de sociaal-democraten dan doen
Er is gezegd, aldus beantwoordde Daumig
deze vraag, dat de sociaal-democraten alleen
aan een aanvallenden oorlog niet zullen
meedoen, wèl aan een verdedigingsoorlog.
Doch de tijden, waarin de Kozakken naar
Duitschland kwamen om hier roofbuit te
halen, zyn voor altijd voorbij. In zulk een
geval zou elk Duitsch sociaal-democraat het
geweer op den schouder nemen. Doch het
is vaak zeer moeilijk te'onderscheiden wat
een aanvallende, wat een verdedigingsoorlog
is. Wij staan principieel op het standpunt,
dat wy geen oorlog willen en wij zullen
alles doen wat in ons vermogen is om dien te
verijdelen. Mocht het echter toch zoover
komen, dan zullen wij het niet bij woorden
laten, doch tot daden overgaan (hier gaf de
vergadering met luide toejuichingen haar
by val te kennen) Een mobiliseering zou
voor de Duitsche arbeiders onmetelijke scha
de beteekenen. De vakvereenigingen zouden
verlamd worden en voor de sociaal-demo-
ger, in haar nabijheidzijn enkele aanblik
was reeds voldoende geweest om haar te
overweldigen, en sidderend moest zij bij
zichzelf erkennen, dat hij haar volkomen
beheerschte, zooals slechts een man een
vrouw beheerschen kan.
Voor de eerste maal vervulde de gedachte
aan haar toekomst haar met ontzetting.
Wat moest dit alles ten gevolge hebben
Verdrietig en weenend vleide zy haar hoofd
op de kussens neder.
Professor Hellwig richtte zich op. „Wat
scheelt er toch aan Thea
Zy wendde zich vol schrik naar hem toe,
en zeide„Ik droomde I ik ben blij dat gij
mij gewekt hebt. Maar de professor werd
door dit herhaalde tranen storten ongerust.
Hij stond op en ontstak een licht.
Heb toch wat meer vertrouwen in mij,
Thea, en zeg my eens wat u zoo hindert,"
zeide hij op vrieudelyken, aanmoedigenden
toon, terwijl hy zich op den rand van het
bed nederzette. Maar zij week voor hem
terug, dook ineen alsof zij door grievende
pijnen gekweld werd, en antwoordde niet,
Hellwig keek haar ernstig in het gelaat.
Ik zie dat er iets is, dat u diep ont
roert en zou u gaarne eenige verlichting en
opbeuring schenken! Spreek op, lief kind,
het zal u goed doen 1" zeide hy meer en
meer vertoederd.
Thea begon opnieuw te weenen. Ten
cratische party zou het gaan om te zijn of
niet te zijn.
Elk lid der party had zich dus, aldus be
sloot Daumig, van den ernst van den toe
stand bewust te zijn, want bij een plotse
linge mobiliseering kunnen de middelen
van verweer niet eerst langs den gewonen
weg van besluiten worden aangegeven. In
1870 hebben de Duitsche sociaal-democrateD
mondeling tegen den oorlog geprotesteerd.
Wat bij de zwakte der party toen een moe
dige daad was, zou thans lafheid en politieke
zelfmoord zijn. Thans kan men niet meer
met platonische vredesbetoogingen volstaan.
Elk lid moet gereed zyn en bedenken, dat
de organisaties niet alleen apparaten zyn
tot voorbereiding van verkiezingen, doch
strijdeenheden.
Daarby komt de vraag van de politieke
massa-staking in een ander licht te staan
als gewoonlyk. Zoo vreedzaam zou zich zulk
een massa-staking niet afspelen. Zoo noodig
moeten ook strijdmiddelen gebruikt worden,
ontleend aan de oude burgerlijke revolutie,
doch aangepast aan de moderne taktiek en
strategie. De angst voor het proletariaat
dringt de regeeringen een va-banque poli
tiek op, zij willen naar de wapens grijpen.
Wanneer het echter zoover mocht komen,
dan zullen wy zorgen, dat de poging een
wereldoorlog te doen ontbranden, ook de
laatste zyn zal.
Na D&umigs, lang en warm toegejuichte
2'ede, werd de gebruikelijke langademige
resolutie aangenomen. Wy kunnen volstaan
met er uit weer te geven, dat zy tegen den
oorlog was gericht, tegen de imperialisten-
koloniale politiek, tegen de kapitalistische
kringen, die de regeering tot deze gevaar
lijke politiek drijven; dat de arbeiders ver
klaren met alle hun ten dienste staande
middelen een oorlog zullen trachten te
voorkomen, en verder een protest tegen
den arbeid der diplomaten die ook nu weer
in de Marokko-onderhandelingen de volks
vertegenwoordiging, den Rijksdag, geheel
uitschakelt, terwijl toch deze en niet diplo
maten-intriges en absolutische willekour
Duitschlands lot moeten bepalen.
Men ziet, door het geheele referaat en
door de resolutie loopt de radicale roode
draad. Geen wonder, dat een nationaal-libe-
raal orgaan als de Köln. Ztg. al ongerust
begint te worden en verklaart dat, als de
vakvereenigingen hiermede accoord blijken
te gaan en werkelyk de algemeeDe staking
in geval van mobiliseering zullen procla-
meeren, er van andere (regeerings-) zyde
te rechter tijd maatregelen getroffen moeten
worden, die voor de vakvereenigingen wel
licht niet aangenaam zullen zijn
Het komt ons voor dat de Köln. Ztg.
boter en sympathieker zou hebben gedaan
óók eens in 't licht te stellen, dat inderdaad
een groote internationale oorlog, met al
zyn bloedige verschrikkingen, alléén tot
behartiging van de belangen van enkele
weinige groot-kapitalisten, een zoo ontzet
tende dolheid zou zijn, dat het daartoe in
geen geval mag komen 1
laatste kwam het langzaam, woord voor
woord, over haar lippen„Ik ben zoo on
gelukkig! zoo ongelukkig 1"
Hellwig zag zielsbedroefd op haar neder,
en streek, als by een kind, met de hand
over haar lokken. --
Kan ik u dan niet helpen,Thea?
Zy schudde het hoofd, haar zuchten nam
toe, en plotseling riep zij uit: „Naargeluk
verlang ik! naar geluk! O kon ik toch
maar één uur, één enkel uur in mijn leven
eens waarlyk gelukkig zijn I"
Zij sliet deze woorden uit in een vlaag
van onbarmhartig egoïsme en sloeg er geen
acht op, ja dacht er zelf niet aan, hoe
gruwelijk zy daardoor dien man moest
kwetsen, die bij deze woorden in het hart
getroffen ineenkromp.
Diep ontsteld staarde hy haar aanmaar
hy begreep helaas dit heet, dit verteereud
verlangen naar geluk niet!
Zij was dus ongelukkig, aan zyn zyde,
en hij, hy had dit nooit gewetennooit
zelfs vermoed! Een zucht ontsnapte aan
zyn lippen. Had hij haar nu in een opwel
ling van heete liefde, verzocht, zich niet
van hem af te wenden, dan ware zijn hu
welijks-scheepje mogelijk nog voor een al
geheels schipbreuk bewaard gebleven. Dit
lag echter niet in zijn natunrhy gevoelde
niet, waar zij naar haakte, alleen welde in
hem een diep medelijden op. Zachtjes, alsof