ELSDIJK. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. ZUID-HOLLANDSGIE EN ZEEUWSGHE EILANDEN. EDE te LEUR ende Goederen, enz. nyyiiiHimaiiii&iaiibrii terij. 9 voor één loterij. hofstede 'HEEKBANK Liefde en Tirannie. 1 met f 1.- per maand. qs gelijk 1/20 Staatslot. loten der 397e Staatsloterij. 6-4 en bij h.h. AGENTEN. ïdelharnis bij L. Vroeg in de A. v. d. Werf te Dirksland hltgensplaat bij A. N. Hobbel iereede by P. Struykte den ns; te Ouddorp by B. Goede- WIJCHEN. bare inschrijving jaren verhuurd worden Heerlijkheid LEUK, oestaande uit schuren, koren- I hectaren bouw- ectaren weiland, "'je met arbeiderswoning en wland is beste zavelgrond li tot het Leelen van alle weiland is Maasklei, alles uur gaans van het Spoor- Kjchen, bekende groote vee rt Gelderland, len 1 Mei 1912 met genot ifgewas der bouwlanden, K weilanden en 4/8 bouw- anuari van dat jaar huur- ïgsvoorwaarden liggen ten den ondergeteekende te nj NIJMEGEN eikenMaan- 1 uren ter lezing, /ingsbiljetten moeten vóór g 28 Augnstus e.k. 's mid- i, overeenkomstig bij den de te verkrijgen model, te ingeleverd zijn, alwaar de ;ij de opening der biljetten woordig zijn. verhuring kunnen alleen »ieke, werkkrachtige en iouwers, die met steun van e gewenschte landverbete- nd kunnen brengen, is uitsluitend te bezichti- Vlaan-, Dins- en Woensdag ags 9 tot 's namiddags 5 eiding van den opzichter N te LEUR bij WIJCHEN, ts een afschrift der verhu- den ter inzage ligt, terwijl en de toegang gesloten is. zoek aan ondergeteekende, stoomtram naar de halte te UBBERGEN. bij het n Nijmegen vertrekt om 42.05, 1.25, 2.50,3.35, en 3-1 HIEBENDAAL, ;eir van Je Heerlijkheid Leur ubbergen. prechtsche te DOHJDFtEOHT. latschappelijk Kapitaal waarvan gestort f 200.000,—. jent Geld onder eerste verband tegen billijke geeftlenA'/zpCt Paud- a stukken van f 1000, O. EILAHDEN VOOR DE Dit Blad verschijnt eiken Zaterdagmorgen. Prijs per kwartaalf 0,50 Afzonderlijke nummers- 0,05 No. 38 Zaterdag 12 Augustus 1911 18e Jaargang Alle voor de Redactie en Administratie bestemde stukken en Advertentiën worden uiterlijk Vrijdagmorgen ingewacht bij de Administratie te Middelharnis. Prijs per advertentiën van 45 regels f 0,50 Iedere regel meer- 0,10 Groote letters naar plaatsruimte. Buitenlandsch Overzicht. Met een volharding, een betere zaak waar dig, trachten een deel der conservatieve lords van het Hoogerhuis, zich tot het uiterste te verzetten tegen elke inperking van de op permacht van het bolwerk van conserva tisme en grootkapitalisme. De regeering heeft, zoo men weet, een wet, de vetobill, ingediend, door welke de voorrechten van het Hoogerhuis zeer worden beperkt. Het Lagerhuis heeft die wet reeds tweemaal met overgroote meerderheid aangenomen. Het Hoogerhuis heeft er onmogelijke wijzigingen ingebracht. Volgens Engelsche gewoonte ging de wet daarop terug naar het Lager huis, dat onmiddellijk de wijzigingen onge daan maakte. De wet ging daarop weer terug naar 't Hoogerhuis. De unionistische lord Lansdowne wil de vetobill aanvaarden, mits de regeering een paar amendementen aan vaard. Deze heeft daartegen geen bezwaar. Lord Lansdowne weet wel, dat de regeering by een nieuwe verwerping door hef Hooger huis een waar paardenmiddel zal toepasseD. Asquith immers heeft van den kODing de belofte verkregen het aantal Lords met zoo veel liberale dito's uit te breiden, dat in het Hoogerhuis een meerderheid wordt gevon den voor de vetobill. Daarvoor zyn de lords doodsbang. Een deel hunner echter, wil in zyn onverzoenlijke houding volharden. De leiders dier onverzoenlyken zijn lord Hals- bury en lord Willoughby de Broke. Het gaat hun echter niet voorspoedig. De twee onverzoenlijke leiders mogen bij manifest en in open brieven het menschdom voor de zooveelste maal duidelijk maken, dat zy en hun volgers alleen de ware be schermers van de kroon en de constitutie zyn, dat wat de regeering thans gaat doen pure revolutie, is, dat zelfs de uitslag van twee verkiezingen haar niet recht geeft den „gevestigden regeeringsvorm" onderstebo ven te werpen, dat zy de „real conservati ves" z\jn, die het land van den ondergang zullen redden het baat hun niet. Zelfs de geestdriftige stem van Austen Cham berlain, de zoon van zyn grooten vader, weet geen nieuwe bezieling te brengen in de gelederen der wankelmoedige peers: steeds grooter wordt de lyst van de namen der peers, die den moed der vertwijfeling blijken te missen, niet; in de laatste schans wenschen te sneven en in godsnaam maar liever de veto-bill tot wet willen helpen, maken, dan een 4 rt 500 „parvenus" op eens als gelijkgerechtigde standgenooten te moeten erkennen, het hoogerhuis tot een liberaal inplaats van een conservatief bol werk te maken, met al de ontzettende, directe gevolgen daarvan. Met spijt moeten wel de onverzoenlijke Lords de lijst dei aanhangers van Balfour en Lansdowne, de opportunisten, die be rustie prediken om erger te voorkomen, in de dagbladen eiken dag grooter zien worden. Eerst waren het slechts een 240; PEtriLLETOlT. tingen worden verstrekt >n door den heer EN, Notaris, MIDDELHARNIS. Mr. F. N. SICKENGA. H. PHILIPSE, Directeuren. Daar stond het rijtuig stil. Sidderend stapte zy uit en betaalde. De honende blik van den koetsier scheen haar te vervolgen wist hij, waar zij heengiDg? Moest iedereen het haar niet aanzien, waar zy heen wilde gaan? Door duizend angsten gekweld sloop zij langs de muren tot aan het bewuste huis, bevend opende zy de deur en steeg stap voor stap de trappen op, totdat een wit- porcelein naambordje haar onder het oog viel „von Selchow, Ritmeester". Die letters dansten voor haar oogen. Zy moest zich aan den muur vasthouden om niet ineen te zakken. Een siddering door liep al haar ledematen. Wat deed zy wat kwam zy hier doen Was het werkelijk zoo geheel zonder gevaar, zooals zij zich sinds vele dagen trachtte diets te maken, deu vreemden, den „wilden Selchow" te bezoeken, al noemde zy hem dan ook dui zendmaal haar vriend Op de trappen vernam zy schreden boven haargeheel buiten haar zinnen van angst, trok zy aan de schel, waarvan het geluid schril en smartelijk in haar ooren weer daarna 300, toen 325 en nu reeds wordt het getal 350 opgegeven. De meerderheid der Lords begint blijk baar steeds meer in te zien dat het zelfs met den Britschen heldenmoed nietonver- eenigbaar is tegenover het onvermijdelijke van een eerlijken strijd te bukken en door zoo voordeelige voorwaarden van overgave, de gevolgen der nederlaag althans tot zoo gering mogelyke afmetingen terug te brengen. Echtereen onverzoenlijke minderheid blyft er, en de wyze waarop deze de laatste dagen tegen de eigen, doch opportunisti- scher aangelegde partijgenooten optreedt, doet de vraag stellen of de veto-bill ten slotte ook nog niet een scheuring in de conservatieve Tory-party ten gevolge zal hebben. Er zyn nl. Lords geweest, die o. a. Lord Winchelsea iu een brief aan de Times— openlijk te kenneu hebben gegeven, dat zy zoo noodig zelfs, vóór de -veto bill, in haar oorspronkelijken vorm (dus zonder Landsdowne's amendementen) in laatste instantie zullen stemmen, indien dit noodig mocht blijken om een peerschub te voor komen. D. w. z. in geval er in het Hooger huis een grooter aantal onverzoenlijke Hals- buryanen mocht blijkon t© zijn dan liberale peers (70 80) in welk geval onthouding der Lansdownianen niet voldoende zou zyn. Dit nu heeft in de gelederen der laatste schansers een geweldige verontwaardiging en woede gewekt, waarvan o. a. het onder staande in de Observer, van de hand van den zéér strijdbaren unionitischen redacteur van dit blad, Garvin, de uiting is: „Sommige peers op Lord Lansdowne's lyst zoo heet het in dit orgaan be ramen een georganiseerde schanddaad van een unionistische stemming voor de veto bill. Laten zy die willen, zoo stemmen. Zy zullen bewijzen, dat Lloyd George velen dezer peers beter heeft gekend en beoor deeld dan wy. Hun namen, in zwarte om lijsting, als de namen van mannen, die politiek dood en vervloekt zijn, zullen in elke unionistische club worden opgehangen. Zy zullen uit elke unionistische bijeenkomst verbannen worden. Hun.daad van het aller ellendigst verraad, zal de volmaakte recht vaardiging zijn van Lord Halsbury en zijn volgers, en zal de geheele toekomst der Uni onistische party absoluut in de handen leg gen van de „no surrender"-bewegiDg en haar leiders" Natuurlijk spot de liberale pers niet weinig met deze bedreiging van het verwoede uni onisten-orgaan aan het adres van zyn par ty genaoten, die niet willen wat de onver zoenlyken willen. Zy vragen of altemet Lord Lansdowne en Lord Balfour óók op de zwarte lijst geplaatst zullen worden. Lords Lansdowne en Balfour, die toch óók in gods naam de veto bill maar door het Hooger huis willen laten aannemen, om erger te voorkomen, en waarvan de eerste thans zelfs zyn eigen amendementen daarvoor weer om hals wil brengen klonk. Als men haar eens zag 1 De schreden kwamen nader. Een ijskoude rilling over viel haar. Daar opende Herbert zelf de deur, hy vinghaar, bijna der bewusteloosheid nabij en halfdood van schrik en schaamte, in zijn armen op. Met groote teederheid ondersteundo hij de weenende, en geleidde haar het vertrek binnen. Haar angst en ontroering scheen hij niet te bemerken. Wilt gij nu de kleine huisvrouw spe len en de thee gereed maken, by my arme, eenzame Hier is al het benoodigde. Ik ben hiertoe ongeschikt en draag dit ambt vol vertrouwen over in waardiger handen. En om u niet te storen, zal ik uw werk met een kleine phantasie begeleiden". Onmiddellijk zette hij zich aan de piano en deed onder zijn vingers harmonische tonen opruischeu. Zoete melodieën zweefden door bet vertrek, het was een der zeldzame inspiraties waarbij zuchten en lachen el kander afwisselend opvolgen, en vol wei felende vleugelslagen naar de oneindigheid opstijgen. Herbert was een uitstekend di lettant. Alle schoone kunsten streelden zijn onrustigen geest, van alles plukte hy den bloesem des genots. Maar van ijverige stu die was hy afkeerigspelend moest hem alles gelukken, en by zijn uitgebreide be gaafdheid versplinterde by zich zelf en zyn geesteskrachten. Niets had liy werkelijk grondig geleerd, toch kon hy alles. Slechts De positie en het standpunt van deze beide leiders wordt door den bekenden carricatu- rist-Gould in de Westminster Gazette van gisteren geestig als volgt geteekend. Een klein dik Lordje, Halsbury, met de herto gelijke kroon op 't hoofd en een dievenlan taarntje in de hand, springt met den moed der vertwijfeling in het water. Balfour en Lansdowne staan rustig aan den wal en kyken toe. „Komaan I" roept Halsbury, „waarom, voorden drommel, springen jullie me niet na?" Waarop de beide toekijkers „Dank je wel! We zyn al vergenoeg. Uw manier van voorlichten en leiden heeft al kwaad genoeg gesticht!" Met deze plaat is de positie, waarin de unionistische party thans verkeert, juist en duidelijk geteekend. Twee stroomingen, een berustende en een onverzoenlijke, fel en scherp tegenover elkaarmet alle kans, dat een definitieve scheuring in de partij straks zal volgen. Intusschen volgt de regeering natuurlijk met groote belangstelling dezen strijd in het oppositie-kamp. Doch tegelijk neemt zy er ook indirect deel aan. Zy onderhandelt met Lansdowne en Balfour over de „waarbor gen", die dezen kunnen geven, dat straks, wanneer de veto-bill wederom in höt Hoo gerhuis wordt gebracht, voor de laatste be slissing, aanneming daarvan verzekerd zal zyn. M. a. w. de zekerheid, dat de meerder heid der conservatieve peers zich van stem ming zullen onthouden, doch er tevens nog zooveel bereid zullen zyn vóór de wet te stemmen als noodig blijkt om de stemmen der onverzoenlyken te neutraliseeren. Want de Engelsche regeering moge dan van den Koning de toezegging hebben ge kregen, dat hij zooveel liberale peers zal benoemen, als noodig mocht blijkenzy gevoelt natuurlijk ook zeer goed de bezwa ren en nadoelen verbonden aan zulk een kunstmatige creatie van Lords, wellicht bij honderdtallen tegelijk. Zij zal dan ook alleen in den uitersten nood van deze toezegging gebruik willen maken. Vandaar de onder handelingen die thans tusschen haar en Lansdowne en Balfour worden gevoerd. En uit hetgeen o.a. een man als Lord Winchelsea in de Times schreef, schijnt wel opgemaakt te kunnen worden, dat deze onderhandelingen tot een voor haar bevre digend einde zullen leiden. In Perzië, dat aan voortdurende burger twisten ten prooi is, heeft de afgezette en verbannen Sjah Mohammed Ali de wanorde nog vermeerderd, doordat hy een inval heeft gedaan om zyn rijk weer te veroveren. De Perzische regeering heeft een prijs op het hoofd van den genezen Sjah gesteld, 't Schynt, dat men daar nog in de dagen van Alva en Philips II leeft I Het heette, dat Mohammed Ali daarop uit vrees voor zyn hoofd Perzie is ontvlucht. Nader berichten spreken dit echter beslist tegen en melden, dat hij met zyn aanhangers in drie richtin gen op de stad Teheran aanrukt en is er bitter weinig kans, dat de 1500 of 2000 man in ééne zaak was hy een meester: in de liefde 1 Thea luisterde in verrukking toe, en vond weldra haar innerlijke rust weder, die Her- bert haar juist door haar eerst aan zich zelf over te laten, wilde terugschenken. Is de thee gereed vroeg hij onder het spelen door, terwijl hy tot een andere melodie overging. Zoo aanstonds, maar och, speel nog een weinig 1" Met flinke hand bracht Thea de theetafel in orde. Het water stoomde lustigzy schonk op, en luisterde daarna aandachtig naar de heerlijk ruichende tonen. Plotsel\jk brak Herbert met een schril valsch accoord af, en sprong op. „Hoe jam mer 1 zeide Theazingt gij ook Op verlangen doe ik alles, maar eerst zou ik gaarne myn thee uit uw lief handje ontvangen!" Thea reikte hem een geyulden kop over, en hy beschouwde vergenoegd haar beval lige bewegingen. Hoe bekoorlijk is zy 1 dacht hij by zich zelf. In den beginne nog een weinig bedeesd, herstelde zy zich weldra geheel en al, en praatte nu over alles, mogelijks en onmogelijks. Herbert was in alles thuis. Hy had veel gelezen, bezocht druk theaters en concerten, en zyn scherp verstand trok overal gevolgtrekkingen uit, die hem veroorloofden over ieder onderwerp die hem uit Teheran tegemoet zijn gezonden hen zullen kunnen keeren. Intusschen heeft bet liberale Perzische comité voor Eenheid en Vooruitgang Endjumani Seadeti" aan den Duitschen Rijksdag een adres gericht, waarin het de aandacht vestigt op de „draconische hande lingen vaD het despotieke Rusland" en waarin o.a. het volgende wordt gezegd „DeRussi schetroepen houden sedert meer dan twee jaren de belangrijkste Perzische steden bezet, onder voorwendsel, dat dit noodig zou zyn ter bescherming der buiten landers, terwijl deze toch volgens de ver klaring van alle Europeesche diplomatieke agenteD, nooit in eenig gevaar hebben ver keerd. Rusland had beslist beloofd de troepen terug te zullen trekken, zoodra de orde weder hersteld zou zyn, in plaats echter van zich aan die belofte te houden, blijft het onrust stoken, met het doel een aanleiding te vin den voor een blijvende bezetting. De roover Rahim Khan, die naar Rusland gevlucht was, is naar Perziö teruggekeerd om de provincie Erdebil te plunderen en te brandschatten. Thans helpt Rusland den gewezen Sjah, in strijd met de gemeen schappelijk met Engeland gegeven verzeke ring dat het te Odessa een wakend oog op hem zou houden, om in Perzié binnen te dringen, nadat hy eerst van Bakoe uit wa pens en munitie daarheen had gezonden. Het adres noemt de verschillende feiten op we hebben ze reeds vermeld waar uit duidelijk de hulp blijkt van Rusland aan den es-Sjah en eindigt met te verklaren ten slotte, dat het Perzische volk van het liberale Europa geen materieele ondersteu ning verlangt, maar moreele aanmoediging in zyn strijd tegen den Russischen land- honger, van welken zich de driewerf mein- eedige Sjah bedient om in Perziö elke uiting vaD vrijheid en vooruitgang te onderdruk ken. Of het adres veel helpen zal? Het gaat pijnlijk langzaam met de Ha- rokkaansche onderhandelingen te Berlijn. Zoo langzaam, dat de Fransche bladen er mede opgehouden hebben allerlei onthul lingen uit „betrouwbare" bron over buiten sporig hooge eischen van Duitschland wereldkundig te maken en te becritiseeren en by'na algemeen op een nieuwe internati onale conferentie aandringen. Motief heet daarbij, dat Duitschland, blijkens zijn optre den, de Algeciras-acte van nul en geenerlei waarde verklaard wil zien. Of over eenige jaren van .den arbeid der thans gevraagde nieuwe conferentie niet hetzelfde resultaat verwacht kon worden, hetzij dan Duitsch land of een andere mogendheid als verbre ker der „definitieve" regeling optreedt? Intusschen luiden de laatste berichten uit Berlijn weer wat gunstiger. Er is einde lijk weer eens zoo iets als een officieels mededeeling over den stand der onderhan delingen verschenen„dat er op beginsel kwesties toenadering heeft plaats gehad, op treffende wyze, hoe paradosaal ook, te oordeelen of te redeneeren. Ook by Thea bemerkte hy die bewonde ring die de vrouwen hem steeds bereidwillig toedroegen, die hy verwachtte en die hij verlangde. Hy las haar in de van geluk stralende oogeu die tot hem opzagen, in de heldere vergenoegde gelaatstrekken van haar gelaat en in hare schuchtere opmer- Daar hy Thea verstandelijk verre over trof, was het hem zeer gemakkelijk haar belangstellingwakker te houden, haar steeds iets nieuws mede te deelen, haar gedachten te verstrooien, en als het ware met een nieuw leven te bezielen. Thea luisterde vergenoegd naar hem. Dat was het nu, waarnaar zij zoo zeer verlangd hadeen man die haar verstandelijke ver mogens aantrok, haar tot nadenken dwong I Hoe zeker en besluitvol was zyn oordeel welk een juiste opvatting had hy van kunst en levenhoe had hy de menschen door zien, herkend en begrepenvan dit alles leverde hij haar in den loop van het gesprek, vooral toen hij meer bepaald tot persoon lijkheden overging, het meest doorslaande bewijs. Dat gy u onbevredigd, ja ontevreden moet gevoelen, is volstrekt geen wonder!" zoo begon hij. „Er is te vee! wanordelijks in uwe gedachten, en oogenschijnlyk is er en dat men nu bezig is met de uitwerking der bijzonderheden". Veel is het niet, dat men hierdoor te weten komt, doch het is al vast voldoende om allerlei sensatie-berichten over een ongunstig verloop der onderhandelingen (o.a. heette het reeds, dat in verband daar mede v. Kiderlen Wachter zou heengaan, omdat hy zijn ingenomen standpunt niet wilde wijzigen) weer voor eenigen tijd den kop in te drukken, en tot allerlei optimis tische verwachtingen aanleiding te geven. Intusschen komt het volgend Reuter- telegram uit Parijs, dat wel officieus-gein- spireerd zal zijn, daarover opnieuw een koude douche storten. „In den loop der onderhandelingen over Marokko tusschen Frankrijk en Duitsch land heeft zich geen nieuw feit voorgedaan. Naar het schijnt, is er eenige kans op ver betering van den toestand daar Duitschland terug is gekomen van de opvatting, dat zy eerste eischen gehandhaafd moesten blijven. Men mag zich echter niet onveizen, dat er nog een zeer groote afstand is tusschen de eischen van Duitschland en de conces sies, die Frankrijk bereid is te doen. Men doet er dus wel aan, hoewel er reden is tot blijdschap over de wending, die de on derhandelingen hebben genomen, zich te onthouden van overdreven optimisme en te wachten, totdat uit de verdere onderhande lingen de toenadering duidelijk gebleken zal zyn." De geheele internationale pers heeft by 't begin der onderhandelingen te Berlijn tot „kalmte en bezadigheid" aangemaand. „Geduld" had er waarlijk ook wel bij ge noemd mogen worden Op den Balkan schijnt vrij onverwacht een einde gekomen te zyn aan de moeilijk heden, die tusschen Montenegro en Turkije dreigden door den opstand in Albanië. De Malissoren, de oproerige bewoners derpro- vincio Albaniö hadden in massa een toevlucht gezocht op het grondgebied van Montenegro. Dat gaf aanleiding tot conflicten tusschen Turkije en het bergrykje, dat de partij dei- oproerlingen koos. Turkije heeft toegegeven, heeft velerlei concesssies gedaan en de Albaneezen heb ben zich bereid verklaard hunne woonplaat sen weder op te zoeken. Het zal voortaan den Malissoren geoor loofd zftn wapenen te dragen, behalve in steden en op marktpleinen. Twee jaar lang blijven de Malissoren vrij van belasting. De belasting op schapen bedraagt slechts 9 jasher per hoofd en achterstallige bedragen zullen niet worden geïnd. De ambtenaren moeten Albaneescli kennen. In het ministerie van buitenlandsche zaken rekent men er op, dat de Malissoren leeds hedenavond terug zullen komen. De ministerraad besloot aan de teruggekeerde Malissoren voorloopig dadelijks een halve kilo maïs en verdere ondersteuningen te geven. Bij de grensregeling zullen dewen- niemand in uwe omgeving, die zich de moeite wil getroosten, daarin eenige in nerlijke harmonie te brengendaarom juist zyt gy niet en kunt gij niet gelukkig zyn! Uw echtgenoot heeft geen tijd, en geluk komt den menschen slechts door menschenontwerp mij eens een beeld van uw leven, opdat ik wete hoe ik uhelpen kan". Thea zweeg. Wilt gy niet welnu dan zal ik het doen, en als het valsch is, wys er mij dan op. Vóór alles verveelt gy u, omdat gy nooit hebt geleerd, u zelve onledig te houden, en uwe gade anderzijds bezig wordt gehouden. Hij is zeer goed voor u maar veelte nalatig, en ondanks deze goedheid bedankt gij kern met niets, wjjl zy u niet verwarmt. Gy leeft naast elkander als grootvader en groot moeder, in hartelijke eendracht, maar wat eigenlijk liefde is, weet gij beiden evenmin. Uw gade denkt hier in het geheel niet aan, daar zijne beroeps-bezigheden hem druk bezighouden, maar gij denkt er wel aan, en zucht er voortdurend over, daar der vrouwen leven liefde is." Met schrik hoorde de jeugdige vrouw zyn woorden aan. Haar geheele houding drukte instemming uit. Herbert wist genoeg. Hoe laat moet gy weder tehuis zyn?" vroeg hij plotseling. Om acht uren ongeveer 1" zeide Thea haastig.

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1911 | | pagina 1