ELSDIJK.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
ZUID-HOLLANDSGIE EN ZEEUWSGHE EILANDEN.
EDE te LEUR
ende Goederen, enz.
nyyiiiHimaiiii&iaiibrii
terij.
9 voor één loterij.
hofstede
'HEEKBANK
Liefde en Tirannie.
1 met f 1.- per maand.
qs gelijk 1/20 Staatslot.
loten der 397e Staatsloterij.
6-4
en bij h.h. AGENTEN.
ïdelharnis bij L. Vroeg in de
A. v. d. Werf te Dirksland
hltgensplaat bij A. N. Hobbel
iereede by P. Struykte den
ns; te Ouddorp by B. Goede-
WIJCHEN.
bare inschrijving
jaren verhuurd worden
Heerlijkheid LEUK,
oestaande uit
schuren, koren-
I hectaren bouw-
ectaren weiland,
"'je met arbeiderswoning en
wland is beste zavelgrond
li tot het Leelen van alle
weiland is Maasklei, alles
uur gaans van het Spoor-
Kjchen, bekende groote vee
rt Gelderland,
len 1 Mei 1912 met genot
ifgewas der bouwlanden,
K weilanden en 4/8 bouw-
anuari van dat jaar huur-
ïgsvoorwaarden liggen ten
den ondergeteekende te
nj NIJMEGEN eikenMaan-
1 uren ter lezing,
/ingsbiljetten moeten vóór
g 28 Augnstus e.k. 's mid-
i, overeenkomstig bij den
de te verkrijgen model, te
ingeleverd zijn, alwaar de
;ij de opening der biljetten
woordig zijn.
verhuring kunnen alleen
»ieke, werkkrachtige en
iouwers, die met steun van
e gewenschte landverbete-
nd kunnen brengen,
is uitsluitend te bezichti-
Vlaan-, Dins- en Woensdag
ags 9 tot 's namiddags 5
eiding van den opzichter
N te LEUR bij WIJCHEN,
ts een afschrift der verhu-
den ter inzage ligt, terwijl
en de toegang gesloten is.
zoek aan ondergeteekende,
stoomtram naar de halte
te UBBERGEN. bij het
n Nijmegen vertrekt om
42.05, 1.25, 2.50,3.35, en
3-1
HIEBENDAAL,
;eir van Je Heerlijkheid Leur
ubbergen.
prechtsche
te DOHJDFtEOHT.
latschappelijk Kapitaal
waarvan gestort f 200.000,—.
jent Geld onder eerste
verband tegen billijke
geeftlenA'/zpCt Paud-
a stukken van f 1000,
O.
EILAHDEN
VOOR DE
Dit Blad verschijnt eiken Zaterdagmorgen.
Prijs per kwartaalf 0,50
Afzonderlijke nummers- 0,05
No. 38
Zaterdag 12 Augustus 1911 18e Jaargang
Alle voor de Redactie en Administratie bestemde stukken en Advertentiën worden uiterlijk
Vrijdagmorgen ingewacht bij de Administratie te Middelharnis.
Prijs per advertentiën van 45 regels f 0,50
Iedere regel meer- 0,10
Groote letters naar plaatsruimte.
Buitenlandsch Overzicht.
Met een volharding, een betere zaak waar
dig, trachten een deel der conservatieve lords
van het Hoogerhuis, zich tot het uiterste
te verzetten tegen elke inperking van de op
permacht van het bolwerk van conserva
tisme en grootkapitalisme. De regeering
heeft, zoo men weet, een wet, de vetobill,
ingediend, door welke de voorrechten van
het Hoogerhuis zeer worden beperkt. Het
Lagerhuis heeft die wet reeds tweemaal met
overgroote meerderheid aangenomen. Het
Hoogerhuis heeft er onmogelijke wijzigingen
ingebracht. Volgens Engelsche gewoonte
ging de wet daarop terug naar het Lager
huis, dat onmiddellijk de wijzigingen onge
daan maakte. De wet ging daarop weer terug
naar 't Hoogerhuis. De unionistische lord
Lansdowne wil de vetobill aanvaarden, mits
de regeering een paar amendementen aan
vaard. Deze heeft daartegen geen bezwaar.
Lord Lansdowne weet wel, dat de regeering
by een nieuwe verwerping door hef Hooger
huis een waar paardenmiddel zal toepasseD.
Asquith immers heeft van den kODing de
belofte verkregen het aantal Lords met zoo
veel liberale dito's uit te breiden, dat in het
Hoogerhuis een meerderheid wordt gevon
den voor de vetobill. Daarvoor zyn de lords
doodsbang. Een deel hunner echter, wil in
zyn onverzoenlijke houding volharden. De
leiders dier onverzoenlyken zijn lord Hals-
bury en lord Willoughby de Broke. Het gaat
hun echter niet voorspoedig.
De twee onverzoenlijke leiders mogen bij
manifest en in open brieven het menschdom
voor de zooveelste maal duidelijk maken,
dat zy en hun volgers alleen de ware be
schermers van de kroon en de constitutie
zyn, dat wat de regeering thans gaat doen
pure revolutie, is, dat zelfs de uitslag van
twee verkiezingen haar niet recht geeft den
„gevestigden regeeringsvorm" onderstebo
ven te werpen, dat zy de „real conservati
ves" z\jn, die het land van den ondergang
zullen redden het baat hun niet. Zelfs
de geestdriftige stem van Austen Cham
berlain, de zoon van zyn grooten vader,
weet geen nieuwe bezieling te brengen in
de gelederen der wankelmoedige peers:
steeds grooter wordt de lyst van de namen
der peers, die den moed der vertwijfeling
blijken te missen, niet; in de laatste schans
wenschen te sneven en in godsnaam maar
liever de veto-bill tot wet willen helpen,
maken, dan een 4 rt 500 „parvenus" op
eens als gelijkgerechtigde standgenooten te
moeten erkennen, het hoogerhuis tot een
liberaal inplaats van een conservatief bol
werk te maken, met al de ontzettende,
directe gevolgen daarvan.
Met spijt moeten wel de onverzoenlijke
Lords de lijst dei aanhangers van Balfour
en Lansdowne, de opportunisten, die be
rustie prediken om erger te voorkomen,
in de dagbladen eiken dag grooter zien
worden. Eerst waren het slechts een 240;
PEtriLLETOlT.
tingen worden verstrekt
>n door den heer
EN, Notaris, MIDDELHARNIS.
Mr. F. N. SICKENGA.
H. PHILIPSE, Directeuren.
Daar stond het rijtuig stil. Sidderend
stapte zy uit en betaalde. De honende blik
van den koetsier scheen haar te vervolgen
wist hij, waar zij heengiDg? Moest iedereen
het haar niet aanzien, waar zy heen wilde
gaan? Door duizend angsten gekweld sloop
zij langs de muren tot aan het bewuste
huis, bevend opende zy de deur en steeg
stap voor stap de trappen op, totdat een wit-
porcelein naambordje haar onder het oog
viel „von Selchow, Ritmeester".
Die letters dansten voor haar oogen. Zy
moest zich aan den muur vasthouden om
niet ineen te zakken. Een siddering door
liep al haar ledematen. Wat deed zy wat
kwam zy hier doen Was het werkelijk
zoo geheel zonder gevaar, zooals zij zich
sinds vele dagen trachtte diets te maken,
deu vreemden, den „wilden Selchow" te
bezoeken, al noemde zy hem dan ook dui
zendmaal haar vriend
Op de trappen vernam zy schreden boven
haargeheel buiten haar zinnen van angst,
trok zy aan de schel, waarvan het geluid
schril en smartelijk in haar ooren weer
daarna 300, toen 325 en nu reeds wordt
het getal 350 opgegeven.
De meerderheid der Lords begint blijk
baar steeds meer in te zien dat het zelfs
met den Britschen heldenmoed nietonver-
eenigbaar is tegenover het onvermijdelijke
van een eerlijken strijd te bukken en door
zoo voordeelige voorwaarden van overgave,
de gevolgen der nederlaag althans tot zoo
gering mogelyke afmetingen terug te
brengen.
Echtereen onverzoenlijke minderheid
blyft er, en de wyze waarop deze de laatste
dagen tegen de eigen, doch opportunisti-
scher aangelegde partijgenooten optreedt,
doet de vraag stellen of de veto-bill ten
slotte ook nog niet een scheuring in de
conservatieve Tory-party ten gevolge zal
hebben.
Er zyn nl. Lords geweest, die o. a.
Lord Winchelsea iu een brief aan de Times—
openlijk te kenneu hebben gegeven, dat zy
zoo noodig zelfs, vóór de -veto bill, in
haar oorspronkelijken vorm (dus zonder
Landsdowne's amendementen) in laatste
instantie zullen stemmen, indien dit noodig
mocht blijken om een peerschub te voor
komen. D. w. z. in geval er in het Hooger
huis een grooter aantal onverzoenlijke Hals-
buryanen mocht blijkon t© zijn dan liberale
peers (70 80) in welk geval onthouding
der Lansdownianen niet voldoende zou zyn.
Dit nu heeft in de gelederen der laatste
schansers een geweldige verontwaardiging
en woede gewekt, waarvan o. a. het onder
staande in de Observer, van de hand van
den zéér strijdbaren unionitischen redacteur
van dit blad, Garvin, de uiting is:
„Sommige peers op Lord Lansdowne's
lyst zoo heet het in dit orgaan be
ramen een georganiseerde schanddaad van
een unionistische stemming voor de veto
bill. Laten zy die willen, zoo stemmen. Zy
zullen bewijzen, dat Lloyd George velen
dezer peers beter heeft gekend en beoor
deeld dan wy. Hun namen, in zwarte om
lijsting, als de namen van mannen, die
politiek dood en vervloekt zijn, zullen in
elke unionistische club worden opgehangen.
Zy zullen uit elke unionistische bijeenkomst
verbannen worden. Hun.daad van het aller
ellendigst verraad, zal de volmaakte recht
vaardiging zijn van Lord Halsbury en zijn
volgers, en zal de geheele toekomst der Uni
onistische party absoluut in de handen leg
gen van de „no surrender"-bewegiDg en
haar leiders"
Natuurlijk spot de liberale pers niet weinig
met deze bedreiging van het verwoede uni
onisten-orgaan aan het adres van zyn par
ty genaoten, die niet willen wat de onver
zoenlyken willen. Zy vragen of altemet Lord
Lansdowne en Lord Balfour óók op de
zwarte lijst geplaatst zullen worden. Lords
Lansdowne en Balfour, die toch óók in gods
naam de veto bill maar door het Hooger
huis willen laten aannemen, om erger te
voorkomen, en waarvan de eerste thans
zelfs zyn eigen amendementen daarvoor
weer om hals wil brengen
klonk. Als men haar eens zag 1 De schreden
kwamen nader. Een ijskoude rilling over
viel haar. Daar opende Herbert zelf de
deur, hy vinghaar, bijna der bewusteloosheid
nabij en halfdood van schrik en schaamte,
in zijn armen op. Met groote teederheid
ondersteundo hij de weenende, en geleidde
haar het vertrek binnen. Haar angst en
ontroering scheen hij niet te bemerken.
Wilt gij nu de kleine huisvrouw spe
len en de thee gereed maken, by my arme,
eenzame Hier is al het benoodigde. Ik ben
hiertoe ongeschikt en draag dit ambt vol
vertrouwen over in waardiger handen. En
om u niet te storen, zal ik uw werk met
een kleine phantasie begeleiden".
Onmiddellijk zette hij zich aan de piano
en deed onder zijn vingers harmonische
tonen opruischeu. Zoete melodieën zweefden
door bet vertrek, het was een der zeldzame
inspiraties waarbij zuchten en lachen el
kander afwisselend opvolgen, en vol wei
felende vleugelslagen naar de oneindigheid
opstijgen. Herbert was een uitstekend di
lettant. Alle schoone kunsten streelden zijn
onrustigen geest, van alles plukte hy den
bloesem des genots. Maar van ijverige stu
die was hy afkeerigspelend moest hem
alles gelukken, en by zijn uitgebreide be
gaafdheid versplinterde by zich zelf en zyn
geesteskrachten. Niets had liy werkelijk
grondig geleerd, toch kon hy alles. Slechts
De positie en het standpunt van deze beide
leiders wordt door den bekenden carricatu-
rist-Gould in de Westminster Gazette van
gisteren geestig als volgt geteekend. Een
klein dik Lordje, Halsbury, met de herto
gelijke kroon op 't hoofd en een dievenlan
taarntje in de hand, springt met den moed
der vertwijfeling in het water. Balfour en
Lansdowne staan rustig aan den wal en
kyken toe. „Komaan I" roept Halsbury,
„waarom, voorden drommel, springen jullie
me niet na?" Waarop de beide toekijkers
„Dank je wel! We zyn al vergenoeg. Uw
manier van voorlichten en leiden heeft al
kwaad genoeg gesticht!"
Met deze plaat is de positie, waarin de
unionistische party thans verkeert, juist en
duidelijk geteekend. Twee stroomingen, een
berustende en een onverzoenlijke, fel en
scherp tegenover elkaarmet alle kans, dat
een definitieve scheuring in de partij straks
zal volgen.
Intusschen volgt de regeering natuurlijk
met groote belangstelling dezen strijd in het
oppositie-kamp. Doch tegelijk neemt zy er
ook indirect deel aan. Zy onderhandelt met
Lansdowne en Balfour over de „waarbor
gen", die dezen kunnen geven, dat straks,
wanneer de veto-bill wederom in höt Hoo
gerhuis wordt gebracht, voor de laatste be
slissing, aanneming daarvan verzekerd zal
zyn. M. a. w. de zekerheid, dat de meerder
heid der conservatieve peers zich van stem
ming zullen onthouden, doch er tevens nog
zooveel bereid zullen zyn vóór de wet te
stemmen als noodig blijkt om de stemmen
der onverzoenlyken te neutraliseeren.
Want de Engelsche regeering moge dan
van den Koning de toezegging hebben ge
kregen, dat hij zooveel liberale peers zal
benoemen, als noodig mocht blijkenzy
gevoelt natuurlijk ook zeer goed de bezwa
ren en nadoelen verbonden aan zulk een
kunstmatige creatie van Lords, wellicht bij
honderdtallen tegelijk. Zij zal dan ook alleen
in den uitersten nood van deze toezegging
gebruik willen maken. Vandaar de onder
handelingen die thans tusschen haar en
Lansdowne en Balfour worden gevoerd.
En uit hetgeen o.a. een man als Lord
Winchelsea in de Times schreef, schijnt wel
opgemaakt te kunnen worden, dat deze
onderhandelingen tot een voor haar bevre
digend einde zullen leiden.
In Perzië, dat aan voortdurende burger
twisten ten prooi is, heeft de afgezette en
verbannen Sjah Mohammed Ali de wanorde
nog vermeerderd, doordat hy een inval heeft
gedaan om zyn rijk weer te veroveren. De
Perzische regeering heeft een prijs op het
hoofd van den genezen Sjah gesteld, 't
Schynt, dat men daar nog in de dagen van
Alva en Philips II leeft I Het heette, dat
Mohammed Ali daarop uit vrees voor zyn
hoofd Perzie is ontvlucht. Nader berichten
spreken dit echter beslist tegen en melden,
dat hij met zyn aanhangers in drie richtin
gen op de stad Teheran aanrukt en is er
bitter weinig kans, dat de 1500 of 2000 man
in ééne zaak was hy een meester: in de
liefde 1
Thea luisterde in verrukking toe, en vond
weldra haar innerlijke rust weder, die Her-
bert haar juist door haar eerst aan zich
zelf over te laten, wilde terugschenken.
Is de thee gereed vroeg hij onder het
spelen door, terwijl hy tot een andere
melodie overging.
Zoo aanstonds, maar och, speel nog
een weinig 1"
Met flinke hand bracht Thea de theetafel
in orde. Het water stoomde lustigzy schonk
op, en luisterde daarna aandachtig naar de
heerlijk ruichende tonen.
Plotsel\jk brak Herbert met een schril
valsch accoord af, en sprong op. „Hoe jam
mer 1 zeide Theazingt gij ook
Op verlangen doe ik alles, maar eerst
zou ik gaarne myn thee uit uw lief handje
ontvangen!"
Thea reikte hem een geyulden kop over,
en hy beschouwde vergenoegd haar beval
lige bewegingen. Hoe bekoorlijk is zy 1
dacht hij by zich zelf. In den beginne nog
een weinig bedeesd, herstelde zy zich weldra
geheel en al, en praatte nu over alles,
mogelijks en onmogelijks. Herbert was in
alles thuis. Hy had veel gelezen, bezocht
druk theaters en concerten, en zyn scherp
verstand trok overal gevolgtrekkingen uit,
die hem veroorloofden over ieder onderwerp
die hem uit Teheran tegemoet zijn gezonden
hen zullen kunnen keeren.
Intusschen heeft bet liberale Perzische
comité voor Eenheid en Vooruitgang
Endjumani Seadeti" aan den Duitschen
Rijksdag een adres gericht, waarin het de
aandacht vestigt op de „draconische hande
lingen vaD het despotieke Rusland" en
waarin o.a. het volgende wordt gezegd
„DeRussi schetroepen houden sedert meer
dan twee jaren de belangrijkste Perzische
steden bezet, onder voorwendsel, dat dit
noodig zou zyn ter bescherming der buiten
landers, terwijl deze toch volgens de ver
klaring van alle Europeesche diplomatieke
agenteD, nooit in eenig gevaar hebben ver
keerd.
Rusland had beslist beloofd de troepen
terug te zullen trekken, zoodra de orde weder
hersteld zou zyn, in plaats echter van zich
aan die belofte te houden, blijft het onrust
stoken, met het doel een aanleiding te vin
den voor een blijvende bezetting.
De roover Rahim Khan, die naar Rusland
gevlucht was, is naar Perziö teruggekeerd
om de provincie Erdebil te plunderen en te
brandschatten. Thans helpt Rusland den
gewezen Sjah, in strijd met de gemeen
schappelijk met Engeland gegeven verzeke
ring dat het te Odessa een wakend oog op
hem zou houden, om in Perzié binnen te
dringen, nadat hy eerst van Bakoe uit wa
pens en munitie daarheen had gezonden.
Het adres noemt de verschillende feiten
op we hebben ze reeds vermeld waar
uit duidelijk de hulp blijkt van Rusland aan
den es-Sjah en eindigt met te verklaren
ten slotte, dat het Perzische volk van het
liberale Europa geen materieele ondersteu
ning verlangt, maar moreele aanmoediging
in zyn strijd tegen den Russischen land-
honger, van welken zich de driewerf mein-
eedige Sjah bedient om in Perziö elke uiting
vaD vrijheid en vooruitgang te onderdruk
ken.
Of het adres veel helpen zal?
Het gaat pijnlijk langzaam met de Ha-
rokkaansche onderhandelingen te Berlijn.
Zoo langzaam, dat de Fransche bladen er
mede opgehouden hebben allerlei onthul
lingen uit „betrouwbare" bron over buiten
sporig hooge eischen van Duitschland
wereldkundig te maken en te becritiseeren
en by'na algemeen op een nieuwe internati
onale conferentie aandringen. Motief heet
daarbij, dat Duitschland, blijkens zijn optre
den, de Algeciras-acte van nul en geenerlei
waarde verklaard wil zien. Of over eenige
jaren van .den arbeid der thans gevraagde
nieuwe conferentie niet hetzelfde resultaat
verwacht kon worden, hetzij dan Duitsch
land of een andere mogendheid als verbre
ker der „definitieve" regeling optreedt?
Intusschen luiden de laatste berichten
uit Berlijn weer wat gunstiger. Er is einde
lijk weer eens zoo iets als een officieels
mededeeling over den stand der onderhan
delingen verschenen„dat er op beginsel
kwesties toenadering heeft plaats gehad,
op treffende wyze, hoe paradosaal ook, te
oordeelen of te redeneeren.
Ook by Thea bemerkte hy die bewonde
ring die de vrouwen hem steeds bereidwillig
toedroegen, die hy verwachtte en die hij
verlangde. Hy las haar in de van geluk
stralende oogeu die tot hem opzagen, in de
heldere vergenoegde gelaatstrekken van
haar gelaat en in hare schuchtere opmer-
Daar hy Thea verstandelijk verre over
trof, was het hem zeer gemakkelijk haar
belangstellingwakker te houden, haar steeds
iets nieuws mede te deelen, haar gedachten
te verstrooien, en als het ware met een nieuw
leven te bezielen.
Thea luisterde vergenoegd naar hem. Dat
was het nu, waarnaar zij zoo zeer verlangd
hadeen man die haar verstandelijke ver
mogens aantrok, haar tot nadenken dwong I
Hoe zeker en besluitvol was zyn oordeel
welk een juiste opvatting had hy van kunst
en levenhoe had hy de menschen door
zien, herkend en begrepenvan dit alles
leverde hij haar in den loop van het gesprek,
vooral toen hij meer bepaald tot persoon
lijkheden overging, het meest doorslaande
bewijs.
Dat gy u onbevredigd, ja ontevreden
moet gevoelen, is volstrekt geen wonder!"
zoo begon hij. „Er is te vee! wanordelijks
in uwe gedachten, en oogenschijnlyk is er
en dat men nu bezig is met de uitwerking
der bijzonderheden".
Veel is het niet, dat men hierdoor te
weten komt, doch het is al vast voldoende
om allerlei sensatie-berichten over een
ongunstig verloop der onderhandelingen
(o.a. heette het reeds, dat in verband daar
mede v. Kiderlen Wachter zou heengaan,
omdat hy zijn ingenomen standpunt niet
wilde wijzigen) weer voor eenigen tijd den
kop in te drukken, en tot allerlei optimis
tische verwachtingen aanleiding te geven.
Intusschen komt het volgend Reuter-
telegram uit Parijs, dat wel officieus-gein-
spireerd zal zijn, daarover opnieuw een
koude douche storten.
„In den loop der onderhandelingen over
Marokko tusschen Frankrijk en Duitsch
land heeft zich geen nieuw feit voorgedaan.
Naar het schijnt, is er eenige kans op ver
betering van den toestand daar Duitschland
terug is gekomen van de opvatting, dat
zy eerste eischen gehandhaafd moesten
blijven.
Men mag zich echter niet onveizen, dat
er nog een zeer groote afstand is tusschen
de eischen van Duitschland en de conces
sies, die Frankrijk bereid is te doen. Men
doet er dus wel aan, hoewel er reden is
tot blijdschap over de wending, die de on
derhandelingen hebben genomen, zich te
onthouden van overdreven optimisme en te
wachten, totdat uit de verdere onderhande
lingen de toenadering duidelijk gebleken
zal zyn."
De geheele internationale pers heeft by
't begin der onderhandelingen te Berlijn tot
„kalmte en bezadigheid" aangemaand.
„Geduld" had er waarlijk ook wel bij ge
noemd mogen worden
Op den Balkan schijnt vrij onverwacht
een einde gekomen te zyn aan de moeilijk
heden, die tusschen Montenegro en Turkije
dreigden door den opstand in Albanië. De
Malissoren, de oproerige bewoners derpro-
vincio Albaniö hadden in massa een toevlucht
gezocht op het grondgebied van Montenegro.
Dat gaf aanleiding tot conflicten tusschen
Turkije en het bergrykje, dat de partij dei-
oproerlingen koos.
Turkije heeft toegegeven, heeft velerlei
concesssies gedaan en de Albaneezen heb
ben zich bereid verklaard hunne woonplaat
sen weder op te zoeken.
Het zal voortaan den Malissoren geoor
loofd zftn wapenen te dragen, behalve in
steden en op marktpleinen. Twee jaar lang
blijven de Malissoren vrij van belasting.
De belasting op schapen bedraagt slechts
9 jasher per hoofd en achterstallige bedragen
zullen niet worden geïnd. De ambtenaren
moeten Albaneescli kennen.
In het ministerie van buitenlandsche
zaken rekent men er op, dat de Malissoren
leeds hedenavond terug zullen komen. De
ministerraad besloot aan de teruggekeerde
Malissoren voorloopig dadelijks een halve
kilo maïs en verdere ondersteuningen te
geven. Bij de grensregeling zullen dewen-
niemand in uwe omgeving, die zich de
moeite wil getroosten, daarin eenige in
nerlijke harmonie te brengendaarom
juist zyt gy niet en kunt gij niet gelukkig
zyn! Uw echtgenoot heeft geen tijd, en
geluk komt den menschen slechts door
menschenontwerp mij eens een beeld van
uw leven, opdat ik wete hoe ik uhelpen kan".
Thea zweeg.
Wilt gy niet welnu dan zal ik het
doen, en als het valsch is, wys er mij dan
op. Vóór alles verveelt gy u, omdat gy nooit
hebt geleerd, u zelve onledig te houden, en
uwe gade anderzijds bezig wordt gehouden.
Hij is zeer goed voor u maar veelte nalatig,
en ondanks deze goedheid bedankt gij kern
met niets, wjjl zy u niet verwarmt. Gy
leeft naast elkander als grootvader en groot
moeder, in hartelijke eendracht, maar wat
eigenlijk liefde is, weet gij beiden evenmin.
Uw gade denkt hier in het geheel niet aan,
daar zijne beroeps-bezigheden hem druk
bezighouden, maar gij denkt er wel aan,
en zucht er voortdurend over, daar der
vrouwen leven liefde is."
Met schrik hoorde de jeugdige vrouw zyn
woorden aan. Haar geheele houding drukte
instemming uit. Herbert wist genoeg.
Hoe laat moet gy weder tehuis zyn?"
vroeg hij plotseling.
Om acht uren ongeveer 1" zeide Thea
haastig.