LSDIJK.I ZUID-HOILANOSCEE 10 ZEEÜWSCHB EILANDEN. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. Veerhuis". OP, P'S CAO de Goederen, enz. M&figJiiiiktiiiia the Boekhandel, -eo andere Kerkboeken iappelert, 43. Ie beste i de bil- itsluitend :onen, Zaterdag 13 Mei 1911 18E Jaargang Juffertje Onnut. 380 Mid delhar ii Is ig een groote partij zonder overslag, p elk gebied voor Jon en Meisjes. L Kinderspelen, Portret- ht-, Zwartjesalbums en de soorten en prijzen. >orten apier, Kasboeken, Mu» iozen Luxe post, allo iz. ligdheden voor de Am- ondteekenschool. Ver- rten Bordpapier, alle soorten Mode-, Dag- Week-, 9n Leerboeken. ertentien n- en buitenlandsche p verhooging van prijs, idres van alle soorten 011 BINDWERK, nsicht-, Fantasie- en ten, enz. ens. op boeken worden 3gen Uitgeversprijzen 'elend, Y 'fcwa Schenk. otterdam. LLIJlili PRIJZEN. M. MULDER. lemmerolie. isterdam wilt zenden, 10 Cent per mud. o f0,421/, 0,18 erkrijgbaar. ONZE EILANDEN voor de Dit Blad verschijnt eiken Zaterdagmorgen. Prijs per kwartaalf 0,50 Afzonderlijke nummers- 0,05 No. 25 Alle voor de Redactie en Administratie bestemde stukken en Advertentiën worden uiterlijk Vrijdagmorgen ingewacht bij de Administratie te Middelharnis. Prijs per adv ortentiën van 45 regels f 0,50 Iedere regel meer- 0,10 Groote letters naar plaatsruimte. Oflicieele Mededeelingeu. BEKENDMAKING. BUROEMEESTER en WETHOUDERS van Middelharnis maken b6kend, dat heden is aangeplakt en gedurende 14 dagen ter ge meentesecretarie voor een ieder is neerge legd de herziene lijst, bevattende de namen der inwoners, die voor het verleenen van inkwartiering en onderhoud van het krijgs volk in aanmerking komen, met aanduiding van de mate, waarin ieder hunner naar gelang van de beschikbare ruimte zijner woning en de gebouwen en getimmerten, voor stalling bruikbaar, geacht wordt, daar in te kunnen voorzien. Middelharnis, 11 Mei 1911. De Secretaris, De Burgemeester, NIJGH. ULBO J. MIJS. Een halve stuiver. 't Is bitter weinig, een luttel bedrag. "Maar toch kunnen wij ons voorstellen, dat door de veel schoolgaande kinderen die vele kleintjes een groote worden, die in het arbeiders gezin moeilijk gemist kan worden. Vooral by een arbeidsbevolking zooals bij ons op Plakkee, waar in den winter de verdiensten bijna geheel stil staan. Dan is een gulden of een daalder school geld in de maand een ramp voor de vrouw van den arbeider. Want als de man niet verdient, heeft de vrouw geen geld en zij moet toch in de eerste plaats de uitgaven regelen. Dan kunnen we ons voorstellen, dat vrij stelling een heelo uitkomst zou zijn. Maar bovendien, bijna do helft van alle kinderen in 't geheele land die de Open bare School bezoeken gaan gratis. De wet geeft aan het dagelijksch bestuur het recht om vrijstelling te verleenen aan on en min vermogende. Dan maakt de Sommelsdijksche school een schitterend figuur zooals we in 't vorige stukje al deden uitkomen. Maar dan nog wat. Zoo'n halve stuiver kan spoedig groeien. Hoe vindt ge het lezer, als een arbeider door nood gedrongen gaat vragen om vrij stelling en de volgende maand inplaats van 10 cent per kind 20 moet betalen? Dit is volgens onze meening een spotten met arbeidersleed. Ma^r 't is waar, wjj houden er geen rekening mee dat ge „rijke arbeiders" zy't. Niet waar, dat zegt men tegenwoordig van u? Gelukkig dat „Volksonderwijs" er is, om daar, waar het op de belangen der arbeiders en burgers aankomt, een woordje mee te spreken. Gelukkig, dat, „Volksonderwijs" waakt, om zulke toestanden te voorkomen en ervoor FEUILLETO IfcT. 22 Dat is dus uitgemaakt. De luitenant komt bij mij," besloot de oude heer, waarop hij heenging. Je zult hem toch van het station af halen, nietwaar?" begon Rika, toen zy met haar pleegdochter alleen was. „en hem erop voorbereiden, dat er in het huis zyner pleegmoeder geen plaats voor hem is Ja! Wat heb jij in den laatsten tyd een barschen toon aangewend, Julia 1 Men ziet er tegen op, je wat te vragen. Was ik vroeger dan anders? Allen klagen erover. Het was ook niet mooi van je, dat je by het dameskransje boven niet een weinig hebt willen helpen. Ik heb van die dingen geen verstand, wi dan Therese mag mij niet lijden Op dat oogenblik werd er geklopt en Therese kwam binnen. Zy was bij het man netje van den Kerstboom geweest zeide zij lachend en bracht wat van hem mee. En onder allerlei grappen haalde zy uit een heele collectie twee pakjes te voorschijn, waarvan zy den beiden dames er elk een overhandigde. ijvert en werkt, daarin verbetering te Ongelukkige kinderen. „Volksonderwijs" heeft aan de Raad der Gemeente Sommelsdyk het verzoekgericht, de eerste klasse der Openbare School te splitsen. Die bevat maar 59 kinderen. Byna zestig leerlingen in een ruimte voor 36 38 leerlingen bestemd. Is dat nu zorg voor het kind van de werkman Wat is het gevolg daarvan? Een groot gedeelte der kinderen kan het onderwijs niet volgen en geraakt achter. By zoo'n groote klas kan de onderwijzer onmogelijk de achterlijken bijwerken. Zoo worden die kinderen het slachtoffer van „cis aanhoudende zorg der regeering". Maar niet alleen de kinderen, ook de arbeiders zelf. Wat is het geval. Nu geeft 't nog niet of een kind niet verhoogd wordt, maar later geeft 't wel, of een leerling de school vroeger kan verlaten. Dan beteekent het de verdienste, die een twaalfjarige jongen in huis brengt. Waar men dus niet zorgt, dat het onderwijs aan het kind van den werkman zoo goed mogelijk is, daar wil men vermindering van verdiensten in het arbeidersgezin. Daar wordt weieens niet aan gedacht, als men 't heeft over 21/2 cent schoolgeld. Maar ieder kan begrijpen, dat 't op die manier veel meer wordt. Ze mogen dan zooveel schrijven als vriend van den arbeider als ze willen, wy zeggen, dat de belangen van het kind en de belangen van den arbeider door op zoo'n manier te handelen, geheel verwaarloosd worden. Als men een honderste deel van de be langstelling toonde, die men voor andere dingen heeft, zou de Openbare School er wel bij varen. Buitenlandsch Overzicht. Wat nu? „De espeditie- Brömond is'', zoo luidt een telegram uit Tanger, „volgens een den 26- sten April uit Fez verzonden bericht, na vier dagen hard vechten, onder geestdrifti ge betoogingeu der bevolking de stad bin nengetrokken. De stad is kalm, het vertrou wen is hersteld hoewel buiten de stad vol slagen anarchie heerscht. Brémond's troepen hebben tot onder de muren van Fez moeten strijden." Met dit telegram is eindelijk de met zoo veel anstige spaning verwachte zekerheid gebracht over het lot van genoemde hulp expeditie, welke den belegerden Sultan Moulez Hafid moest ontzetten en aan de Fransch militaire missie daar de bedreigde veiligheid opnieuw verzekeren. Doch met dit bericht is ook opnieuw deze vraag ac tueel gewordenwat nu D.w.z.wat zal Het was nog nooit gebeurd, dat Therese voor Onnutje eenige opmerkzaamheid over had, Julia keek dan ook verrast op. Voor mij vroeg zij en om haar mond hoeken verscheen vluchtig het oude trekje. Zeker I Toen ijlde de jonge vrouw de deur uit. „Nu," sprak Rika, „nu heb je het bewijs, hoe onbillijk je hebt geoordeeld, toen je zei dat zij je niet lijden mag. Ddardoor? Jylia gaf zich zelfs de moeite niet, het pakje te openen en breide voort, terwijl de zieke met haar stijve vingers het krakend omhulsel losmaakte en zich verheugde over het sierlijke doosje, dat met bonbons gevuld was. Julia's geschenk lag nog onuitgepakt, toen zij de deur reeds was uitgegaan om haar broer van 't station af te halen. Tante Rika zat tusschen haar beide kin deren bij het avondeten. Zy kon van louter vreugde niets naar binnen krijgenonop houdelijk moest zij opzien naar den schoo- nen, krachtigen jonkman, wiens gebronsd gelaat nauwelijks eenig spoor vertoonde van de doorgestane smarten, ofschoon hy den rechterarm nog in een doek droeg. Vriendelijk en geduldig gaf hij antwoord op al de verwarde vragen van de oude vrouw; tot viermaal toe vertelde hjj de geschiede nis van zijn verwonding; hy prees den Frankrijk nu doen Waaraan zich dan vanzelf deze, van internationaal standpunt, nog veel belangrijker vraag vastknoopt: wat zal Duitschland doen, indien Frankrijk met dit succes van Frankryk's wapenen Frankryks officieren en instructeurs toch hebben de bevrijdende meballah aangevoerd niet tevreden blijkt, in dit succes nog geen voldoenden waarborg ziet voor de ver dere handhaving der orde en veiligheid in Marokko, doch de voorbereide espeditie uit Casablanca en Algiers toch nog laat optrek ken tot „pacificatie" van het opstandig ge bied, bezetting wetlicht van Fez, de hoofd stad Veel zal voor de beantwoording van deze beide vragen natuurlijk afhangen van de uitwerking, die Brémond's ontzet van Fez op de opstandige stammen maakt. Blijkt deze zóó sterk, dat de Sultan er als met ëén slag zijn gezag door ziet hersteld dan zal aan de Fransche regeering natuurlijk alle aanleiding tot verdere militaire interventie met eigen, Fransche, troepen ontnomen zijn. Doch zulk een verreikend resultaat zal ze ker zelfs de meest optimistische vredes- vriend van Brémond's intocht binnen Fez' muren wel niet verwachten. Integendeel: bovenstaand telegram deelt het reeds uit drukkelijk mede: buiten de stad heerscht nog volkomen anarchie. Dat wil zeggen, dat de stammen dér Berbers en Boni Hassen, en hoe zy verder mogen hoeten, er nog niet aan denken hun verzet tegen den „Franschen" sultan op te goven. En zoo zal nu de Fransche regeering, indien zy dat wil, op nog wel voldoende wanorde en onveiligheid in Marokko kunnen wijzen, om een voortgezette interventie althans schijnbaar te motiveeren. Indien zy dat wil. Want daar hangt by slot van rekening alles van af. M. a. w. of zy zal gehoor geven aan den drang van de Fransche zoowel als Algiersche kapitalis ten, die belang hebben bij een economische ontsluiting van Marokko's geweldige mine rale en andere rijkdommen. Een ontslui ting, waarvan na een nieuwe zegevierende militaire expeditie van Fransche militairen het Fransche kapitaal in hoofdzaak de vruchten zou plukken. De Marokkaansche geschiedenis na de Algeciras-acte staat er borg voor, dat dit gevolg ook nu niet zou uitblijvenonder den schijn van politieke belangou [Algiers] maakt Frankrijk van zijn bevoorrechtte positie in Marokko ge bruik dit rijke land economisch voor zyn belanghebbende landgenooten te veroveren. Een vreedzame doordringing die vrij wat minder kostbaar en even voordeeligisalseen verovering of kolonisatie in optima forma. In Duitschland heeft men echter deze mo derne verovering van dit deel van N.-Afrika, met zijn rijkdom aan mineralen en zijn groote ontwikkelingsmogelijkheden ook op landbouwgebied, met stijgende ongerustheid gevolgd. Men heeft de blijvende verdringing van het Duitsche kapitaal, van den Duit schen ondernemerin Marokko voorzien. En het jonge krachtige ryk, dat juist vóór alles karper en den Ry'nwyn en zeide aan z'n zuster, dat hy vond, dat zij mooi was ge worden, een echte Romeinsche unaRomana di Roma. Hy noemde het „all right*, dat hy bij deu „ouden baas" daarnaast zou wonen. Boven, ja juist, daar woonde tegen woordig Frits met z'n jonge vrouw en met beleefde belangstelling luisterde hij naar de opgewonden beschrijving, die tante Rika in de vreugde haars harten van „'t kleine kereltje" gaf. Ja, Free, besloot zy. „hierboven woont 'n gelukkig paar. Zy zijn nu al drie jaar getrouwd en zijn nog even verliefd als in de wittebroodsweken." Julia had niet den moed haar broeder aan te zien. Morgen wil je ze zeker wel gaan be zoeken," ging zij voort, en tante Mina ook, nietwaar Je zult je dan met eigen oogen kunnen overtuigen, hoe do jonkheid bloeit en het oude allengs verdwijnt. Je hadt niet veel later moeten terugkomen, dan had je mij niet meer aangetroffen." Zij werd zenuwachtig en om haar wat af te leiden, begon Free weer te vertellen. Opeens hield hy op boven werd pianp Dat is Treesje," zeide tante. „Zij speelt Yoor haar ventje." Angstig zag Onnutje haar broeder aan. Van boven klonk een zwaarmoedige me- bij zijn steeds toenemende bevolking een afzetgebied van noode heeft, is blijkbaar niet van plan daarin zonder meer te be rusten. Hierin schuilt het groote gevaar, dat Marrokko internationaal in zich heeft, een gevaar dat thans wederom min of meer dreigend is geworden. De bekende officieuze verklaring der Nordd. Allg. Ztg.. een zachte, viiendelyke waarschuwing, maar dan toch altijd een waarschuwing, aan Frankrijk's adres, is er een aanwijzing voor geweest. En de animo waarmede de laatste dagen verschillende Duitsche bladen, ook die welke anders geen chauvinistische Al-Duitsche politiek voor staan, lange beschouwingen wijden en groo te stukken opnemen, waarin wordt gewezen op het groote gevaar, dat den Duitschen handel en den Duitschen ondernemings geest dreigt, en hoe de toch reeds in 1910 van 15 milioen op 13'/2 mihoen terugge brachte Duitsche handel op Marrokko nog verdere vermindering zal ondergaan, wan neer aan Frankrijk opnieuw door een mili taire expeditie versterking van zyn econo misch overwicht wordt toegestaan, toont nog duidelijker aan hoe in Duitschland althans een krachtige strooming bestaat, die van een verdere Fransche „vreedzame doordringing" met behulp van Fransche soldaten, niets wil weten. Reeds het commentaar dat een blad als de Duitsche Köln. Ztg. geeft op het be richt van Fez' ontzetting door Brémond is in deze beteekenisvol. Men weet, dat reeds eenige dagen particuliere correspondenten de bevrijding der Marokkaansche hoofdstad berichtten, zonder dat echter door de Fran sche regeering eenige officieele bevestiging biervan werd ontvangen. Ook deze bericht gevers stelden den datum der ontzetting op 26 April, evenals thans het officieele be richt. Welnu, commenteert de Köln. Ztg. venijnig: blijkbaar is dit officieele bericht reeds eerder ontvangen, doch zoolang op zettelijk achtergehouden om de reeds uit Sjawia vertrokken troepen een zoo'n grooten voorsprong te geven, dat terugroeping niet meer mogelijk was Zoo is de Marokkaansche kwestie met Brémond's aankomst te Fez weer in een kritiek stadium getreden. In Duitschland volgt men vol argwaan Frankrijk'soptreden. En het schijnt wel vast te staan, dat de regeering te Berlijn, wanneer zij slechts eenigermate op een herstel van orde en rust in Marokko kan wijzen, zich verzetten zal tegen de beraamde Fransche expedities naar Fez en Zuid-Marokko, die dan hand having van des Sultan's gezag ten doel mogen heeten te hebben, in werkelijkheid Marokko nog meer tot een zuiver Eransche „kolonie" zullen maken, waarin het beginsel der „open deur" slechts in theorie bestaat. Alles hangt er dus nu van af, wat Frankrijk gaat doen. Een deel der pers, het chauvinistische deel, spreekt natuurlijk met groote woorden van Frankryks be- schavingstaak, en van de ondankbaarheid, dat Frankrijk zich de wetten zou laten lodie„Een wandelaar nam zyn staf ter hand". Het lievelingslied van Frits," zeide Julia en ze begon met veel geraas de borden op te ruimen. Maar de oude, thans over gelukkige vrouw volgde de muziek. Toen klonk van boven de wals uit Gou nod's „Faust" Hij stond op. Goeden nacht. Wij zijn allen vermoeid. Morgen vertel ik u wel meer, tante. Wel te rusten. Den weg ken ik nog. Neen, ik ga met je mee." sprak Julia. Met hun beiden volgden zy het besneeuwde pad door den tuin. Zeg, Juul, de oude vrouw is geducht afgevallen Ha, mijnheer Krautner Hoe maakt u 't? Het doet my genoegen, dat u zoo gastvry uw huis voor my open stelt Hoe staat 'termee? Juila, die zich wilde verwijderen, hoorde Krautner nog zeggen: „Welkom,luitenant. Hoe gaat 't En wat solieder geworden Maar kom binnen 1 Op 't portaal kwam Julia den dokter te gen, die juist zijn studeerkamer verliet. Zeg eens, Onnutje," vroeg hij, vergiste ik my of speelde Therese daar werkelijk Ja, zy speelde. Vreemd," mompelde hy En is je broer goed thuis gekomen Ja," antwoordde zy kortaf, stellen door een andere mogendheid, by de uitoefening van zijn by internationale overeenkomsttoegekende rechten. Een ander deel is verstandiger en spreekt de ver wachting uit, dat Frankrijk zich niet noodeloos zal begeven in een avontuur, waarvan de gevolgen, zoowel in Marokko de heilige oorlog 1 - als in Europa niet zijn te overzien. Hopen wy voordenEuropeeschen vrede, dat de Fransche regeering zich bij haar Marokkaansche politiek in de eerstkomende dagen, door deze verstandige overweging zal laten leiden, en niet door de ophitsende taal van chauvinisten en kapitalistische belanghebbenden. Lloyd George, de strijdbaarste onder de democratische Engelsche ministers is na een langdurige ongesteldheid, voor het eerst weer in het Lagerhuis verschenen, luidde en hartelijk op alle banken begroet. Een weinig bleek nog, doch voller in het gelaat, en forscher, blijkbaar geheel hersteld van de groote inspanning die de verkiezingsstrijd van hem overal had gevergd, en opnieuw in staat zyn welbeproefde en groote krach ten te geven aan den strijd van democratie tegen conservatisme, aan de moreele, gees telijke en economische opheffing van zyn volk. Daarvan getuigde al dadelijk de ener gieke wyze waarop hy eenzelfden dag voor het overvolle en met groote aandacht luis terende Huis zyn toelichting gaf op het regeerings-ontwerp betreffende verzekering tegen ziekte en werkloosheid, waarvan de indiening slechts op zyn herstel en terug komst heeft gewacht. Met de aanneming van dit ontwerp welke vrijwel vast schijnt te staan by den algemeenen bijval, die het heeft ondervon den, ook van conservatieve zy de: Engelsche conservatieven zijn nu eenmaal niet geheel gelijk aan de vastelandsche—zal de liberale, democratische regeering, na de knotting der erfelijke Hoogerhuis-macht, in korten tijd een practisch resultaat van arbeid hebben verkregen, waarop andere landen met naijver mogen zien. Van het pauperisme in Engeland, aldus Lloyd George in de toelichting van zyn wets ontwerp is een groot deel te wijten aan ziekte en aan werkloosheid. Een groot deel der arbeiders had zich hier tegen trachten te wapenen door een verzekering tegen deze drie kwaden tegen dood, tegen ziekte en tegen werkloosheid, by particuliere maatschappijen. Tegen den dood liepen er op 't oogenblik in Engeland 42 millioen polissenbijna elk huishouden was een verzekering in een of anderen vorm tegen sterfgeval. Daarom, en ook om de „friendly societies" niet in haar uitnemend werk te hinderen, had de regeering geen verzekering tegen overly den in haar ontwerp opgenomen. Anders stond het echter met de verze kering tegen ziekte. In het geheel waren er slechts 6 millioen personen in Engeland tegen ziekte verzekeid. Daarbij beantwoord- deze verzekering lang niet overal en Toen verdween zy achter de deur. Boven in haar boudoir vond Frita zyn vrouw gejaagd heen en weer loopen. - Goed, dat je komt," zeide zy. „Ik heb zoo'n angstig voorgevoel, zeker door den wind O, jou kleine wijsheid I" spotte hy. „Buiten roert geen windjehet sneeuwt dichte vlokkenAl iets gemerkt van onzen Afrikaan Ik Neen Wat heb ik met hem te maken Niemendal, natuurlijk. Maar ik vond het zoo aardig, dat je weer eens piano hebt gespeeld, vrouwtje. Zy antwoordde niets. ZESTIENDE HOOFDSTUK. De luitenant was nu al drie weken thuis. Het viel niet te ontkennen, dat hij „wat leven in de brouwerij" had gebracht, zooals de dokter eens goed geluimd tot zijn vrouw zei. De antipathie tusschen de oude speelka meraden scheen geheel verdwenen te zyn. Al vlogen zij elkaar nog niet om den hals, was toch wederzijdsche achting in de plaats van de vroegere terughouding gekomen beiden beschouwden elkaar als mannen. De vroegere aanmatiging van den officier was voor een beminnelijke bescheidenheid

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1911 | | pagina 1