ELSDIJK. ZUID-HOLLANDSCEE BN ZBEUWSGHE EILANDEN. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. mi STST stuums TBODE rHEEKBANK Rotterdam Nl@elkalk e en Goedereede" lljUjllJIIillplplilliilpll ende Goederen, enz. Juffertje Onnut. »e, eding. l en hooger. n prachtige in te komen g maakt U akvol, goed >r dag en nacht) l dienst te treden, de 20 jaar, bij C. VAN •rksland. 3—2 drechtsche y O Ft D RECHT. f Mr. F. N. SICKENGA. I H. PHILIPSE. leent Geld ondpr eerste verband tegen billijke en geeft i pCt Pand- van f 1000, van f 600, van f 60. worden verstrekt door de den heer IREH, Hotaris, MIDDELHARHIS. Opgericht in 1855 TRAS, enz. UWENSTEEG. thode. .AP. -WS CRDAM visa versa. ere aankondiging. f ROTTERDAM. nm. 2.15| agennm- 3/i5| ^d-a^erL. 3 5 JUNI (2e Pinksterdag). namis vm. 7.— in plaats van 5.30; lam nm. 3.45 2.1- d geldig. voor 20 enkele reizen SÊÉÉÉMÉÉiM ONZE EILANDEN voor de Dit Blad verschijnt eiken Zaterdagmorgen. Prijs per kwartaalf 0,50 Afzonderlijke nummers- 0,05 No. 20 Zaterdag 8 April 1911 18E Jaargang Alle voor de Redactie en Administratie bestemde stukken en Advertentiên worden uiterlijk Vrijdagmorgen ingewacht bij de Administratie te Middelharnis. Prijs per adv ;rtentiën van 15 regels f 0,50 Iedere regel meer- 0,10 Groote le Iters naar plaatsruimte. Officieele Mededeelingen. Waterschap „De Dekring Flakkee", BEKENDMAKING. HET BESTUUR VAN HET WATERSCHAP „DE DIJKRING FLAKKEE", maakt bekend, dat, I tot nadere aankondiging, van het beweiden zullen I zijn uitgesloten, de navolgende verhoogde of 1 'e dijken of gedeelten daarvan. lo. de zeedi de zeedijk it beweiding polder Diederik. den polder Rozeniese. den polder Oud Herkingen. ik van den polder Klinkerland. k van den polder Battenoord. .^k van den polder Zuiderland. ijk van den polder Suyspolder. 'ik van den polder Lodewijkspolder. den polder den Bommel. den polder Uitslag. jk van den polder Oude Stad. 'k van den polder Nieuwe Stad. k van den polder Westplaat Flakkee. :n polder Kraayestein. ieu w opgehoogde dij ken is be- ÏBchadiging van'werken, dienende tot waterkeering, welk misdrijf kan worden gestraft volgens art. 367 Wetboek van Strafrecht. Art. 361 Wetboek van Strafrecht luidt als volgt Hij die spoorweg- of telegraafwerken, werken werken, leidingen of riolen ten algemeenen Dutte gebezigd worden, opzettelijk en wederrechtelijk vernielt, beschadigt of onbruikbaar maakt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie Jaren. Op het beschadigen van eteenwerk zal ook boven- I staand artikel van toepassing zijn. Middelharnis 6 April 1911. Het bestuur van het Waterschap „De Dijkring I Flakkee", De Secretarie, De Voorzitter, l Buitenlandsch Overzicht. Na den Engelschen minister Grey heeft thans ook de Duitscbe Rijkskanselier Bethmann Hollweg zijn voordeel over de 'apeningsvermindeiing en de scheidsrech terlijke beslissing gezegd. Zijn rede wordt door de Duitsche vrijzinnige pers een groote jteleurstelling genoemd. Men had bij den Rijkskanselier, ook al jerkent men zijn recht om met de feiten Irekening te houden, wat meer warmte ver langd in zijn uitlatingen over de ontwape- 'ningsidee. De liberalen meenen, dat v. tBetbmann toch wel even welwillend had [kunnen spreken als andere staatslieden, Jdie toch ook wel weten dat het ontwape- ■ningsvraagstuk, om de termen der „Köln. |Ztg." te gebruiken, heel veel van dat der cirkelkwadratuur heeft,. Dat blad vindt dan ook dat v. Bethmann best wat meer tegemoetkoming had kunnen toonen dan ware veel critiek voorkomen, en de ver iudruk ware weggevaagddat [Duitschland zich wapent om der wille van ne wapening zelf. Ook het nat. lib. blad Belooft niet aan een practisch voorstel ivan Engeland of Amerika, maar v. B. H. had de mogelijkheid daarvan kunnen open Baten. Ook het „Berl. Tagebl." begint zijn FETJXXjXJETOIT. |17 Ach, dat hij in Therese's bezit het geluk linde, dat hij hoopt! Haar volkomen herstel moest nog worden fee wacht en dan kon zij het huis verlaten m op eigen beenen te staan. Allen hier Juden immers het oogenblik van haar vertrek zegenen 1 Hoe heerlijk moest het zijn, een eigen Saard te hebben, waar men weet, altijd welkom te zijn, waar meu ontvangen wordt "iet open armen en harten vol toewijding. Hoe goed had een man het toch in de gereld IJa, waar zou Free op dit oogen blik toch wel zijn 1 j Op zekeren dag had hij tante met 'npaar woorden geschreven, dat hij genoeg had *van het garnizoensleven, zijn ontslagaan- had ingediend en een plaatsing als Juicier bij bet koloniaal detachement in itsch Oost-Afrika had verzocht. Zoodra een toestemmend antwoord had verkre- zou hij komen om afscheid te nemen. Jn Nieuwjaar was hjj dan ook voor één naar huis gekomen om de oude dame i regeering den Rijksdag beter moeten en. En al mislukt de vermindering artikel met een verwijzing naar het door den kanselier gememoreerde feit, dat nie mand nog bruikbaar ontwapenings voorstel deed. Beperking der bewapening? vraagt de kanselier. En hij antwoordt er is geen formule gevonden, en de quaestii is onoplosbaar, zoolang menschen menschen en staten staten blijven. Aan algemeene scheidsrechterlijke verdragen gelooft bij ook niet; conclusie: wij blijven ons wapenen tot in 't oneindige. De Regeering blijft zich beroemen op de moeielykheid, om op wereldcongressen even tot ontwapening te besluiten. Alsof men 'n wereldcongres van 100 man zou moeten samenroepen, om zich met Engeland te verstaan 1 roept het „Tageblatt" uit. Laat v. Kiderlen-Wéchter eerst eens met sir Edward Grey praten, laat men zien waarmee moet worden begon nen, om überhaupt verder te komen. De goede wil moet er eerst zijn. Dat die bij de Duitsche Regeering ontbreekt, durft het blad niet te beweren't is brek aan diplomatieke handigheid. Zooals hjj in den Rijksdag antwoordde, zou hij op een voorstel van Engeland niet mogen ant woorden. Wat hij zakelijks aanvoerde, was niet eens steekhoudend. Een contróle van de wapening door spionnen of door wisse ling van regeeringsmededeelingen moge onbetrouwbaar zijn, een met medewerking van de Parlementen ware al beter. Alleen zou inlichten, van wapening, scheidsrechterlijke verdra gen blijven mogelijk. Men zal toch niet willen beweren, dat een verdrag als het Engelsche-Amerikaansche 'n bladpapieren niets meer is? Ten slotte vindt het blad een bewijs van groote gedachtenarmoede der diplomatie in het constante beroep op de ultima ratio. De „Frankf. Ztg." zegt o. a., doelende op v. B. H.'s verwijzing naar de „de harde werkelijkheid, die men in het gelaat moet zien", dat die werkelijkheid misschien minder hard ware als Duitschland haar wat vriendelijk, en niet steeds met krijgshaftig fronzen wilden aanzien. De rede van den kanselier zal er niet toe bijdragen, de Duitsche politiek in de wereld populair te maken. Veeleer is te vreezen, dat zeer toe zal strekken, het geloof te versterken dat Duitschland de eenige mogendheid is, die zich het sterkst tegen het algemeene vredesstreven verzet. Andere staatslieden suffen ook niet, en ze spreken toch heel iders dan v. B. H. Van de Engelsche bladen vindt de „Daily Chron," niets verrassends in v. Bethmann's redezijn wijzen op het ontbreken van enig practisch voorstel behoeft niet ont- loedigend te werken. Gelukkig sluit 's kan seliers uitdrukkelijke weigering van alge meene ontwapening en scheidsrechtelijke beslissing geen afwijzing in van een beperkt voorstel, strekkende tot wederzydsche inlichtingen over den Engelschen en Duit- schen vlootbouw. De „MorningPost" schrijft, dat de Rijksdagzitting nauwkeurige aan- vaarwel te zeggen. Julia herinnerde zich niet, of hij ook haar tot afscheid de hand had gedrukt, toen lag zyjuist met de crisis te worstelen. Tante echter was sinds dien dag naar lichaam en ziel geheel gebroken en alle gedachten vereenigden zich op den ver-verwijderden pleegzoon, die was heen gegaan met de laatste penningen der diep bedroefde vrouw. Had zij nog iets van Therese's ontrouw vernomen Of was dét soms de reden, dat hij Europa den rug had toegekeerd? Was dat zoo, dan was Julia, behalve Therese, de eenige, die deze reden kende, want nooit had zij het geheim hunner verloving ver raden. Waartoe zou zy ook den vrede ver stoord hebben, waartoe het geluk van den niets kwaads vermoedenden Frits vernietigd? Ja, zoo zij de zuster van Frits ware geweest maar nu Zou zij zichzelf niet moeten verdenken van schandelijke zelfzucht, zij, die Frits liefhad? Zoo zweeg zij en zij was ook blijven zwijgen, wanneer hij bij haar ziekbed zat en vol bezorgdheid haar hand in de zijne hield. Zij was blijven zwijgen, toen zij Mina aan tante hoorde vertellen, dat de verloving onmiddellijk na Therese's terugkomst zou worden publiek gemaakt. Zij had niet uitgegild „Frits, het meisje, dat jij liefhebt, is trouweloos, trouweloos in het diepst van haar hart. Ze neemt je slechts, zooals men dacht verdient van de optimisten, die den ken dat een algemeen vredestydperk nabij is (wie denkt dat eingelijk, o pessimistische „Morning Post?") De Rijkskanselier is zegt het Engelsche blad met zijn man nelyke duidelijkheid heengedrongen door de vage pbrasen, die men gebruikt om het gebrek aan helder denken te verbergen, en hij kwam tot de kern van het probleem. Volkomen terecht wees hij erop, dat Enge land de voorwaarde zou stellen, dat het een overwegend groote vloot zou mogen houden. „Zoolang de staten niet bereid zijn, hun souvereiniteit op te geven en de contróle van een sterker macht toe te laten, zijn alle algemeene ontwapeningsverdiagen on mogelijk. Deze waarheid werd ook door president Taft erkend, die het plan te ken nen gaf, zekere quaesties, als b.v. die welke de Monroe-leer betroffen, van elk algemeen scheidsrechtelijk verdrag uit te sluiten.'' Van de behandeling der Ferrer-zaak in de Spaansche Cortes, waarmede de republi keinen hoopten een herziening van het pro ces en van het vonnis te krijgen, dat in de geheele wereld zulk een geweldig protest in het leven had geroepen tegen de rechts verkrachting, aan den Barceloneeschen „anarchist" begaan, kan moeilijk gezegd worden, dat het veel nieuws aan het licht heeft gebracht,. Zij is geweest een groot en heftig duel tusschen de republikeinen eener en de conservatieven anderzijds, wien ei- natuurlijk alles aan gelegen was het Kabi net Maura in deze vry uit te doen gaan. Maar nieuwe bewijzen voor Ferrer's schuld of onschuld zijn niet bijgebrachtde repu blikeinen concentreerden hun geheelen aan val op de militaire rechtbanken, die, van hoogerhand bevelen opvolgend, na een korte procedure, die alle rechtsregelen met voeten trad, Ferrer ter dood veroordeelden terwijl de conservatieve sprekers, met name de oud-minister la Cierva uit hetKabinetMaura, de gevolgde rechtsprocedure als een volko men rechtvaardige verdedigde, alle pressie van hoogerhand op den krijgsraad met beslistheid afwees en verklaarde, dat d6 regeering, destijds tegenover de revolutie staande, niets dan haar plicht had gedaan. De regeering volgde deze debatten met de belangstelling van een toeschouwer. Haar zelve raakten zy dan ook niet direct. Zij waren aanvallen op en verdediging van Maura's beleid. Slechts heel even mengde zy er zich in. Canalejas legde de verklaring af betreffende de bewijsgronden -en de mili taire rechtspraak, welke eergisteren door ons is weergegevende militaire rechtspraak dezer krijgsraden was ongetwijfeld niet vol maakt, zij was voor verbetering vatbaar, maar zóó treurig als de republiekeinsche sprekers haar hadden afgeschilderd was zij niet. Van opheffing kon dan ook geen sprake zijn, alleen van verbetering. Niettegenstaande deze bijna algeheele onthouding van inmenging is toch de Ferer zaak voor het kabinet-Canalejas oorzaak geworden van een ministerieele crisis, die een nieuwe japon koopt omdat je i n de mode bent." Het mocht wel 'n wonder heeten, dat zij by zulk harteleed nog genas, dat zij nu weer in het tuintje stond, in de frissche lucht, dat zij de vlag daar zoo lustig kon zien wapperen. Iedere wending van het kleppe rend dundoek volgde zy met de oogenzij zag, over den lagen muur heen, de koetsier een rozenguirlande boven de deur ophan gen; zjj zag hoe tante Mina een sierlijk bloemenmandje met hoogst eigen handen bezorgde, als een welkomstgroet voor Therese. Langzaam ging zjj weer naar binnen, zy had teveel van haar krachten gevergd. Daar klonken klokketonen de doods klok luidde Luister!" hoorde zy Mina'e stem, luister, Louise, de jonge Norban wordt be graven. Wat 'n jammer, dat hy niemand achterlaat, die van hem erftNu zit zijn oude moeder alleen met al dat geld Ja," antwoordde Louise. „Als juffrouw Julia hem genomen hadwat 'n ryke weduwe zou zy nu zijn, wat had zij een ;elukkig leven kunnen beginnen! En wat ïeeft zy nu Onnutje lachte, terwijl zy met inspanning de trap opging. Ja, wat had zy nu Dien dag kreeg zy Frit3 niöh te zien, voor haar eind vond in de ontslag-aanvrage van het geheele kabinet. Na Maura en Moret schee» Canalejas als derde minister-presi dentieel slachtoffer der Ferrer-zaak te zullen vallen. Deze eenigszins wonderlijk en op het eerste oog niet volkomen begrijpelijke ministerieele crisis immers zij stond niet in de minste betrekking tothetregee- ringsbeleid of tot eenig programpunt der tegenwoordige regeering wordt in hoofdzaak verklaart door twee factoren. In de eerste plaats was zelfs Canalejas' kabinet voor een deel nog afhankelijk van de conservatieven. Tot nu hadden dezen echter, onder Maura's leiding, een vrij wel willende houding tegenover de nieuwe regeering aangenomen, met name met be trekking tot het hoofdpunt van haar program: de regeling van het orde-vraag stuk. Deze welwillendheid was natuurlijk het gevolg van gevoel van eigen onmacht, na de débacle van het eigen regeeringsbe- leid en daarnaast van een anti-clericale tendens, die zich ook in de party open baarde. Doch deze welwillendheid eindigde natuurlijk zoodra een essentieel punt van Maura's eigen regeeringsbeleid in conflict kwam met dat der huidige regeering. D. w. z. zoodra bleek dat Canalejas niet van plan was zich als verdediger op te werpen van Maura's politiek in den dreigenden revolutie-tijd van Juni 1909, dech zich bepaalde de militaire rechtspraak, en dit dan nog met groot voorbehoud, in bescher ming te nemen, keerden zy zich tegen de regeering. De tweede factor was het militaire element. Dit was door Canalejas'verklaring al evenmin bevredigend als de conservatie ven. De officieren voelden zich beleedigd door de erkenning van den minister-president, dat de militaire rechtspraak verbetering behoefde. Dat was een beleediging, hun stand aangedaan, en een officier, die tijdeus Canalejas' rede in de Cortes van de publieke tribune had geprotesteerd en daarna uil de zaal was verwijderd, ontving in enkele dagen huldebetuigingen van niet minder dan 700 collega's. Een algemeene opwinding open baarde zich in de militaire kringen en steeds luider werd daarin de eisch, dat de regeering nieuwe verklaringen, die volkomen genoeg doening aan de eer der officieren schonken, zou afleggen. Deze opwinding, op zichzelf reeds bedenkelijk in een land, waar het leger ook een machtige politieke factor is, werd nog gevaarlijker voor het Kabinet, toen de minister van Oorlog, op ostentatieve wjjze, vóór de geheele Kamer, den conser vatieven oud-minister la Cierva met zijn hierboven bedoelde rede gelukwenschte. Aldus werd door de Ferrer-zaak in de Cortes de regeeringspositie opeens verzwakt, kwam er ten duidelijk gebrek aan homo geniteit tusschen de ministers zei ven tot uit drukking en openbaarde zich daarbuiten een bedenkelijke gisting tegen de regeering. Canalejas heeft onmiddellijk begrepen, dat wilde hy de verwezenlijking van zyn eigen de eerste maal gedurende haar ziekte. Hy stuurde haar alleen een paar sinaasappelen en een nieuw boek. Ze moest haar veront schuldigen, dat hy niet kwam, maar hy had 't zoo druk, liet hy zeggen. Nu zat zjj by het venster en keek naar de rivier en telde de schepen en staarde in de zon, die bloedrood onderging, en zeide by zichzelve: Nu moeten ze komen." Beneden was 't doodsiil en ook mevrouw Roettger scheen uit te zyn. Misschien vier den zij dien dag al de verloving, misschien had Therese wel daar ginds aan dat blauwe meer in het zuiden aan haar vader bekend, dat zij Frits Roettger liefhad en gevraagd of hij met den schoonzoon genoegen nam? En Julia meende het van blijdschap stralend gelaat van den ouden heer te zien en zyn vroolijken lach te hooren„Ja, my'n doch tertje, d i e n, d i e n in Godsnaam ge hebt een goede keus gedaan Daarop had Therese getelegrafeerd ja, zóó zou 't welwezen en nu lag het jonge paar elkander in de armen en vergoten vader Krautner en moeder Roetger daarbij tranen van aandoening en kuste Frits zyne verloofde. Julia kreeg op eens een geweldige hart klopping. En chirp chirp I riepen de spreeu wen buiten en vlogen blij en gelukkig met elkaar naar hun nesten. En ginds aan den Ryn stond het dienstmeisje van tante Mina politiek programma niet in de waagschaal stellen, ingrijpend optreden noodig was. Een ministerraad werd gehouden en het resultaat wasindiening van het collectieve ontslag der regeering. De groote vraag was nu slechts hoe koning Alfonso tegenover deze demissie-aanvrage zou staan. Men weet dat hy tot nu steeds zonder voorbehoud zyn goedkeuring heeft gehecht aan Canaleja's regeeringsprogram democratische en sociale hervormingsarbeid en een krachtige, vrijzinnige politiek ten opzichte van het kloostervraagstuk. Doch— de koning is opperbevelhebber van bet leger en zou ook by niet zich scharen aandezyde der officieren en Canelejas' verdediging van de militaire rechtspraak in dit leger be schouwen als onvoldoende? De koning blijkt gelukkig een breeder opvatting van officiereneer gehad te hebhen dan zijn verontwaardigde collega's van minderen rang. Hij heeft ingezien dat niet om de Ferrerzaak, de arbeid van jeen nieuwe regeering die werken wil aan den geestelijken en materieelen opbouw van Spanje, onderbroken mocht worden. Hij heeft, Canelejas gehandhaafd, doch hem tegelijkertijd gemachtigd in zijn kabinet die veranderingen te brengen, die deze noodig zal oordeelen. Hiermede kan de ministerieele crisis als geëindigd beschouwd woTden. Hoe baar op lossing in bizonderheden zal zijn welke veranderingen in het kabinet |zullen plaats hebben, hoe Canalejas straks in de kamer de opwinding in het leger zal trachten te bedaren is nog niet bekend. Doch het gevaar dat Canalejas' arbeid door een nieuwe, en dan natuurlijk conservatieve, regeering weer te niet zou gedaan worden, is voorbij. Wanneer straks de zaak Ferrer, hoe dan ook, in de Cortes is afgehandeld, zal de Spaansche ministerpresident zijn taak als sociaal hervormer en bestrijder van het clericalisme kunnen voortzetten. Dezer dagen wordt het Vatikaan over stroomd met telegrammen van deelneming uit alle landen van Europa en zelfs daar buiten, waarin de getrouwen der kerk vaak op zeer beleedigenden toon over het jubi- leerende Koninkrijk spreken. De Italiaansche Rijkstelegraaf brengt deze telegrammen trouw over. Boos maakt men zich nooit. Het meest liberaal betoont zich echter de Italiaansche Regeering, waar zij de honderden antwoorden van het Vaticaan ieder telegram tot den Paus gericht, wordt onmiddellijk beantwoord voor héér rekening verzendt, daar het Va ticaan vrij mag telegrafeeren. Ongeveer een week geleden was het de naamdag des Pausen. Terwyl deze dag buiten Italië in R. Katholieke kringen met veel luister werd gevierd, was, zooals te begrijpen is, de geestdrift in het Vaticaan niet zeei groot. Aan den vooravond van den naamdag, werden de gezamenlijke kardinalen in audiëntie ontvangen. □aast haar vrijer en kletste hem lachend een handvol water in het gezicht, toen hij haar wilde kussenhun uitbundig gelach drong tot boven toe door. En beiden genoten zoo volop van dat uurtje lachen en praten in den avondstond, en toen Louise eindelyk met haar mand frisch gewasschen spinage op het hoofd naar huis trok, riepen ze elkaar nog: Tot weerziens!" toe en hoorde Julia het meisje een oogenblik daarna in de keu ken lustig zingen. Zyzelve zat daar, moe en afgemat, maar nog altijd met dien stillen glimlach om de lippen, totdat het avond rood buiten verbleekte, totdat beneden de deur geopend werd en de haastige schreden van mevrouw Roetger op de trap weerklon ken om in tante Riekje's kamer op te houden. Nu stond zy op en ging ook daarheen. Ze wilde zekerheid, eindelyk zekerheid want tot het laatst toe gelooft de mensch aan het een of ander wonder, zooals in de sprookjesal wil hij 't zichzelf niet be kennen. De deur stond aan en ze kwam juist bij tyds om mevrouw Roetger te hooren zeggen „Ge kunt niet gelooven, hoe gelukkig die twee zijn als kinderen, Riekje, als en geltjes 1 En de oude man drukt nil Frits de hand en kust dén weer zijn dochter I en in Mei zullen ze trouwenOch, dat's toch eindelijk eens een zonnestraal na zooveel tegenspoed en beproeving!"

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1911 | | pagina 1