udsche heidenen van het jaar
ne prediking, waarzegansch
aersenen treft en harten, toch
tot alle kwaad en onmaeh-
goedDoch een stelsel ook,
rde eenzijdigheid het moderne
jjne uitingen - staat, maat-
;ezin, wetenschappelijk onder-
vatting verwringt naar de
Oostersche wetgevers van
oor Christusstelsel, dat bezig
in hangers eene verbastering
oordeel te kweeken, dat hen
prjjven doet het helsche vuur,
:aarten duivel gestookt, als
tegenstander, even letterlijk
als wij spreken van de ver-
bnnehitte in de Sahara. Zoo
nden onder ons, in toom ge-
j de wet, met eene natuur
gelukkig gaat boven de leer,
van ijver om het stelsel als
niddel op te leggen aan het
Alles geformuleerd in termen,
een deel ook aan de taal
a Testament, met dit jammer-
lat woorden als Christus,
isten, gebed, genade, zonde-
meêgesleept in den partjj-
kt als leuzen, bezoedeld door
eigengerechtigheid, in zulk
eene aansluiting geworden
ige raenschen ze schier niet
gebruiken; anderen, in arren-
woorden ook de zaak zelve
j hebben.
vaar voor onze volkséénheid
t genoeg ware, hebben deze
vast verbond gesloten met
iroep van katholieken, die in
en andersdenkenden opdriu-
iere praemissen uitgaande,
i eene diepe klove tusschen
:.n het ééue volk, en voeden
caat „katholieke", gelijk de
„christelijke" de afscheiding
tijk levensgebied. De toene-
j'ing der geesten bedreigt den
/an 's lauds zaken, verlamt
>ogen, geloof en kerkrichting
1 by de aanstelling van den
'aal tot den brievengaaider
1 ware vroomheid, roomsch
I zich bedroefd en beschaamd
jreeuwen op de markten do
'dzaligheid en zweepen de
net woorden als nu ein-
cht getrokken hebben. Nog
in het vuur der tweedracht
lerteerl den band van den
doen niet slechts alle
;zinnigen maar allen, wier
en voor het groote gevaar?
laten meesleepen op nood-
fen ook vau onze zijde den
roepen. Verdraagzaam bly-
3t van Prins Willem, hoog-
.orie, maar, als hy, niet tot
van zelfvernietiging toe. Bij
II te Geortruidenberg zeide
machtigden van Don Juan,
Ihen hem te ver gingen: „wjj
as wilt uitroeien, maar wij
eroeid worden.* En lateri3
en beginsel door burgemees-
nend uitgedrukt: „niemand
6nlie bezwaren, maar een
:ijne vrijheid laten, zooveel
t perijkel van de gemeene
ijekerdheid van 't land mag
:el van de gemeene rust. zijn
er midden in. Hier echter
esten alleen. De juiste weg
jnden maar duidelijk is
,1 eeno nieuwe leuze eene
zich vormen moet. Die
het onverdeelde vaderland;
bond van Nederlanders,
b door hun Nederlander-
3, van wat kerk of partij
ftlles willen verlost worden
merrie, die ons de keel toe-
rkelyk gebied mogelyk is,
itzelfde Dordrecht ons een
•eeld gegeven, voorbeeld in
•rnide Kerk allereerst na te
die oprecht en door daden
een met hunne veroutwaar-
iongste schandaal. Over de
ar quaestie mogeu deskun-
Maar voor eene toenadering
groote gevaar derantithose
?énbeid zien, zijn de tijden
de stem, die aan de Merwe
wel velen uit hun rust
grootheid van ziel en de
die zoo diep door hem werd
insje, die hem altijd zoo
>oeD, voelt ook dit met hem
welling van haar ouden,
Jior, zegt zy „Luister eens
p Rödershof ontbreekt de
baenschen van 't dorp, en
dat kan men aan alles
geducht de handen uit de
steken, heel wat meer dan
gonnen, want nu hebben
drie erfgenamen. En zoo
t staat het bizonder slecht
geest maar mogen erven,
rde en trouw ze hebben
t dan d&t
wil je nu nog beginnen
tientjes te maken
n wygoede reis I Zorg,
mogelijk weer thuis kunt
1herhaalt hij. En het is
tof hy thans voor de eerste
st zeggen wil, het woord
ONZE EILANDEN
De Kauicrverslaggever vau deN. R.C.schrjjR
over de Vergadering vau Vrijdag 2 December:
Het woord, dat aau de voorzijde vau het Bin-
uenhof op veler lippen heeft gezweeld, maar
uooit is gesproken, is thans in de Tweede Kamer
vernomen; De zaak-Van Heeckeren is in wezen
een zaak-lvuyper, Achter deze gansche, vage,
troebele, duistere kwestie zit, in het weefsel
zyner eigen fantasieën verstrict, éeu persoon.
De auteur intellectuel van den Keizerlijken brief
van de dreigementen met bezetting, van de
gansche opzienbarende Van Lieeckeren-episode
is de politicus, op wien steeds aller blikken zich
richten, als in ons rustige staalkundige leven
iels abnormaals, iels dictatoriaals is geschied,
of dreigt te geschieden, is de minister-president
uit de jaren 1901 tol 1905.
Het was de heer Patijn, die in een meester
lijke redevoering op deze zyde der Van Heecke-
reu-kwestie hel volle liehl wierp, del kwam niet
in zijn hoold op, goed te praten al hetgeen de
heer Van Heeckeren gezegd ol'geschreven heeft,
hy constateerde in het optreden van dezen ex-
gezaul een bedenkelijk gebrek aan beleid. Maai
de grondtoon van zyn beloog was locb, dal deze
gewezen senator „er ingeloopen", „een slaclit-
oll'er" is, en dat de slagen in de Eerste Kamer
op z|jn boofd neergekomen, den minst schuldige
der verspreiders vau de onrustbarende geruchten
gelroll'eu hebbeu. Eu met vurige welsprekend
heid riep hjj uit„Laat de minister, die zoo lel
tegen den heer Van Heeckeren is opgetreden,
uu ook de holen van zijn loom uitstorten over
deugene, die voortgegaan is, den indruk in het
land te vestigen, dat in weerwil van 's minis
ters geruststellende verklaringen in 1904 wel
degeljjk iels gebeurd!"
Deze afstraffing, die zoo ten volle verdiend
zou zyn geweest, heeft voor zooveel van
minister Van Swinderen afhing lieden niet
plaats gehad. Het is huiten kjjf, dat niet de
iulerruptie „het zou hem zyn portefeuille kosten",
een interruptie, welke de boven geciteerde
woorden aau een der sociaal-democratische leden
ontlokten, het juiste motiel' behelst voor
's ministers zwijgen in dit opzicht. Wy kennen
dat motief niet en zullen ons niet in gissingen'
verdiepen. Maar zoo minister Van Swinderen de
kastijdende hand niet ophief, evenmin sprak hjj
voor dr. Kuyper het verlossende woord. Niet de
minste roeping gevoelde hij blijkbaar, een protest
te doen hooreu tegen het vernietigende oordeel,
door den heer Paljjn over den formateur van
eeu geestverwant kabinet uitgesprokenhy, die
de verzekering gaf, de zaak lol in alle détails
te kennen, dong geen syllabe af op de lezing,
door den afgevaardigde voor Zierikzee betref
fende de door dr. Kuyper gespeelde rol gegeven.
Hjj hel zich over die rol niet uit; hjj giug dit
punt stilzwijgend voorbjjzjju feitenkennis gaf
hem geen materiaal, zyn rechtvaardigheidszin
geen prikkel om tegen 'heeren Patijn's voor
stelling op te komen. Hetgeen een vorig jaar
hjj de decoratiegescbiedenis gebeurde herhaalde
zich thans op nog sprekender wjjze: de regee
ring liet ganschelyk na, den „van God gegeven"
leider de reddende hand toe te steken.
De ex-minister-president zelf moet ouder
's heeren Patjju's redevoering minder aangename
oogenbükken hebben beleefd. Aau de rechterzijde
van den afgevaardigde voor Zierikzee gezeten
zag hjj zichzelf hel object van eeu politieke en
psychologische vivisectie, met meesterlijke hand
door den liberalen spreker uitgevoerd. Geen
enkele maal werd in de speech van den heer
Paljjn ook maar de naam .Kuyper" vermeld;
telkens keerde hel neutrale woord „minister
president" terug. Zonder één oogeublik klein-
persoonlijk te worden verstond deze redenaar
het, zyn hooghartige woorden te doen striemen
als moreele geeselslagen, zijn waardeering voor
andere staatslieden te uiten als een levend ver-
wjjt voor den aangevallene.
Een enkel voorbeeld. Een citaat uit De Tjjd,
die 'sheeren Kuyper's verklaring (De Stan
daard), dat het kabinet van l'JOI tot 1905 is
afgetreden zonder tot volkomen zekerheid be
treffende het al-ol-niet-bestaan van den zooge-
naamden brie! van den Duitschen keizer te zjjn
gekomen, „verbijsterend" noemde, werd voor
den heer Patjjn hel uitgangspunt van een schit
terende passage. Hoe 1 riep hij uit. In 1904, lydeus
den Russisch-Japanschen oorlog, toen gansch
Europa in spanning verkeerde, toen Spanje,
Denemarken, ons eigen vaderland maatregelen
namen om de neutraliteit te handhaven, achtte
het toenmalige kabinet het geenszins onmogeljjk
dat de Koningin een in politiek opzicht uiterst
gewichtig schrjjveu vau den Duilschen keizer
had ontvangen, en liet het nochtans na, betzjj
vau dien briel inzage te vragen hetzij op staan-
den voet collecliel ontslag te nemen! Wat te
denken van een ministerie-, dal in zoodanige
mate het vertrouwen der Koningin scheen te
ontberen en dat nochtans mir nichts dir nichls
nog anderhalt jaar lang de verantwoordelijkheid
durfde te bljjven dragen! En is ook zelfs na do
Marokkocrisis van 1905 hel kabinet rustig blijven
voort-vegeteeren zonder te weten, of daar ginds
op het Loo een dreigende brief van den Duit
schen keizer lag? Hoe weinig vleiend ook schijnt
een dergeljjke veronderstelling voor het hoold
van den slaat, wier plicht het is, met een zoo
ernstig feit de verantwoordelijke ministers on
middellijk in kennis te stellen t Ons gansche
coustitutioneele stelsel zou op die wjjze uit zjjn
voegen gerukt worden, ja „onbestaanbaar" zyn.
Maar en de stem van den redenaar kreeg
een anderen klank, de tot dusver veroordeelende
toou werd warm en waardeerend maar zijn
wjj tot die veronderstelling, waartoe. De Stan
daard ons noopt, gerechtigd? Zaten er niet in
dal kabinet van 1901 „mannen van eer", „man
nen van plicht", een De Marez Oyens, een Loeff,
een Bergansius, een Ellis!
Er was een sympathieke stjjging van welwil
lendheid en zachtheid in deze passage, doch de
warme woorden vielen als hagelsteenen neer op
hem, die naast mr, Patjjn gezeten was en wiens
naam nochtans naast dien der mannen van eer
en van plicht niet genoemd was geworden. En
daneen nieuwe wending, de klank van de
stem werd koel, ja hard en sujjdend. Washier
niet die geest van onwaarachtigheid werkzaam
geweest, die ons publieke leven vergiftigde, die
met onwaarheden moest trachten uit de impasse
te geraken De namen van zooeven waren ver
geten, aller blikken richtten zich op den heer
Kuyper. En zulk een zware doem, zulk een ver
nietigend vonnis schenen de laatste woorden,
dat de voorzitter geheel vergetend, dat daar
geen onparlementair woord gesprokeD, geen
naam op afkeurende wjjze genoemd was naar
den banier greep en den heer Patjjn verzocht
zich te maligen. Vele leden der linkerzjjde
protesteerden tegen deze voorzitterljjke tusschen-
komst en terecht 1 Maar niets had beter kunnen
bewjjzen dan deze zenuwachtige onhandigheid,
dal niemand in de gansche vergadering twjjfelde,
wie die geest der onwaarachtigheid, die bron
van alle fantasieën en geruchten was.
volkomen en voorgoed weg te nemen. Want
geschiedde dit niet, het gevaar zou niet denk
beeldig zijn, dat een anti-Duilsche gezindheid
hier te lande wortel schoot, dat het kuslver-
dedigingsvoorstel een ontwerp, dat overigens
allerminst 's heeren Patijn's sympathie heelt
zou worden bestreden als een vrucht van buiten-
laudsche pressie, als het teekeu onzer slaal'sch-
heid en afhankelijkheid. En legen die verkeerde
opvatting weuschte de heer Patijn reeds thans
met kiem te protesteeren.
Minister Van Swinderen heelt inderdaad heden
een verklaring afgelegd, die er toe kan mede
werken, het bestaande gevoel van onzekerheid
en onveiligheid weg te nemen. Nadat hij de
verzekering had gegeven, dat zjjne bekende
verklaring in de Eerste Kamer van lO Februari
jl. niet met de arglistige blikken van den „Ueber-
diplomat" behoorde te worden bekeken (gelijk
de heer Hugenholtz gedaan Had), constateerde
hij met nadruk„Er zjjn geeu leiten, die wjjzen
op eenige inmenging van een vreemde mogend
heid in onze binnenlandsche aangelegenheden."
Deze woorden, voegde hjj er aan toe, als om
allen achterdocht weg te nemen, zjjn „stante
pede gesproken", zjj zjjn door mjj met op een
goudschaaltje gewogen ;meu behoeft niet angst
vallig te speuren, ol er wellicht „een diploma
tiek kommaatje" ontbreekt.
Wjj nemen van deze woorden met voldoe
ning akte. Niettemin scheen het gewenscht, dat
minister Van Swinderen zich in tweeden termijn
nog duidelijker eu nog algemeeuer uitlaat. Want
dat er ook nu nog twyfelaars zjjn, bleek uil de
tweemaal herhaalde vraag van den heer Ter
Laan; „Is de kustverdediging een binnenland
sche aaugelegenheid" eeu vraag, waarop de
minister geen antwoord gaf, wellicht omdat hjj
ze niet verstond. Misschien ook vindt de minis
ter er wat op, om zelfs den heer Ter Laan
tevreden te stellen.
Wel zal men ook kunnen bljjven gelooven,
dat er in 1904 inderdaad iets is voorgevallen,
maar met den heer Van Idsinga zal men dan
dat „iels" (ofschoon niet ten volle bekend) als
geenszins onrustbarend kunnen beschouwen.
Reeds in 1904 vertelde de heer Van Heeckeren
mjj 1), aldus de afgevaardigde voor Bodegraven,
dat hij van den ministerpresident had vernomen,
dat een naburig souvereiu zich uitlatingen over
onze defensie veroorloofd had en dat die uitla
tingen ter kennis waren gebracht van onze
Koningin, die daarover eenigszins bezorgd was.
De heer Van Heeckeren voegde daaraan de
niet-bewezen gevolgtrekking toe, d^t die nabu
rige souvereiu de Duilsche Keizer was, en uit
die gevolgtrekking kwam hij weer tot deze
andere, dat er dan zeker wel een brief was.
Maar dat zoo'n brief er in waarheid nooit ge
weest was, konden wjj nu wel als zeker uun-
nemen, meende de heer Van Idsinga. Welnu,
dan blijft er slechts deze doodonschuldige zaak
over, dat een naburig souverein zich heeft uit
gelaten over onze defensie en dat dit toevallig
is overgebracht.
Er is een en ander voor deze opvatting te
zeggen, al achten wjj van de treurige Van
Heeckeren-episode dit de goede zyde, dat
ons volk duidelijk te kennen gegeven heeft,
van eenigszins onkiesche uitlatingen len
onzen koste liever verschoond te willen blijven.
Maar wy moeten er nog even den nadruk op
leggen, dat bljjkbaar de heer Kuyper terecht
door den oud-gezant is aangewezen als de man,
die bjj hem de door den heer Van Idsinga ge
wraakte gevolgtrekkingen heeft doen ingang
vinden. Is er wel iemand in ons land, vroeg
lerecht de beer Patjjn, die betwjjfelt, dat tus
schen de heeren Kuyper en Van Heeckeren
hierover gesprekken hebben plaats gehad En
is daar niet voegen wjj er aan toe de
allermerkwaardigste houding van den Stan
daar d-redacteur, die eerst sprak van een
„pure verzinning" en ten slotte zjjn heil moest
zoeken in een hyper-scholatische interpretatie
van hel woord „verzekeren"?
De heer Kuyper zelf heeft, na zich onder den
verschen indruk van 's heeren Patijn's requisi
toir, van de sprekerslijst te hebben laten schrap
pen, ten slotte nog eenige woorden te zijner
verdediging gezegd. Maar zwakker kon hel bjjDa
niet. De heer Kuyper is zoo beweert hij
door zjjn ambtsgeheim gebonden, anders ware
de gansche zuak in minder dan vjjf minuten
uitgemaakt. Maar verhinderde zyn ambtsgeheim
hem dan niet, allerlei tendentieuse en tot mis
verstand aanleiding gevende berichten iD zjjn
ljjfblad te plaatsen? En was het voor hun abso
luut onmogelijk, in deze volgens hemzelf onbe
duidende zaak van H. M. de Koningin een
machtiging tol spreken te erlangen
Duideljjk is heden weder aan het licht gekomen,
hoezeer gelijk de heer De Beaufort in deu
aanvang zijner boeiende redevoering constateer
de ons buitenlandsch beleid in de jaren 1901
tot 1905 ontwricht en gedesorganiseerd was.
Aannemelijker dan ooit is ook gemaakt het
geen ook de vrjjliberale afgevaardigde voor
Amsterdam gelooft dat de heer Van Heec
keren een „slachtoffer" is geweest, „meer te
beklagen dan te veroordeelen". Slechts wacht
nog op beantwoording de vraag, door den heer
Patiju tot den minister van buitenlaudsche
zaken gericht, krachtens wiens opdracht de heer
Van Heeckeren in 1904 en 1905 zjjn veelbespro
ken rapport heeft ingediend. Uit de memorie
van antwoord bljjkt, dat dit niet in opdracht
van den loenmaligen minister van buitenland-
sche zaken is geschied, en uit het verband van
voorloopig verslag en memorie van antwoord
valt vrjj zeker op te maken, dat deze rapporten
ook niet eigener beweging zjjn ingediend. Het
is daarom jammer, dat de minister de desbe
treffende vraag onbeantwoord liet, al laat zich
gemakkelijk gissen, hoe een eventueel bescheid
zou uitvallen-
Tot ons leedwezen kunuen wij over de inte
ressante redevoeringen der heeren De Beaufort
(die de neutralileilskwestie op zeer onderhou
dende wjjze behandelde), Van Karnebeek, Van
Idsinga en Van Nispen (Njjmegen) niet veel
meer zeggen. Wellicht komen wjj er na de eerst
volgende vergadering terug. Voorsbands vol
staan wjj met te conslateeren, dat al deze hee
ren de meening zjjn toegedaan, dat Nederland
volkomen gerechtigd is, een fort teVlissingcn
te bouwen (naluurljjk geheel afgezien van de
vraag, of dit wenschelijk zou zjjnl. En eenstem
mig waren zjj ook in hunne uitspraak, dat het
voortbestaan van een onafhankelijk neutraal
België een levensbelang voor Nederland is.
De visscherjjraden zijn met 37 tegen 32 stem
men door de Kamer aanvaard. De linkerzjjde
(op twee leden na) stemde legen, de rechterzijde
behalve de heer Van Idsinga voor.
vlogen de andere de rat na en vielen haar
tegelyk aan, het dier pikkende waar zy
maar konden. De rat kreeg het dan ook zoo
benauwd, dat zjj haar buit losliet en zich
ijlings uit de voeten maakte.
Na de bevrijding waren de musscheu als
't kon nóg levendiger en vroolijker dan
voor den verraderlijken overval.
Bijzonder onderwijs in Noord-Brabant!
Welk een grooten voortgang het bijzon
der onderwijs in Noord-Brabant de laatste
jaren ook maakte, de Langstraat bleef er
nogal vrij van. Thans echter is men druk-
bezig ook dit terrein te bewerken. In Vlij
men is reeds een fraterschool opgericht, in
Baardwijk zal men er .eerlang aan beginnen
terwijl ook Bezooyen zijn bijzondere zal
krijgen. Nog onkele andere plaatsen in de
Langstaaat worden de laatste dageu reeds
aangewezen waar eerlang het openbaar
onderwijs we] zal verdrongen worden. Ook
in Dongen is men druk bezig met de op
richting eeoer confessioneele school.
De tien geboden voor de gezondheid der
vronw
Vensters open bij dag en nacht. Ademen
door den neus, met gesloten mond. Zuiver
water als eenige drank. Langzaam eten,
goed kauwen. Regelmatige gewoonten. Losse
kleeding, de stof iu overeenslemmig met
het jaargetijde. Oefeningen in de buitenlucht
zoo mogelyk in den zonneschyu. Wasschin-
gen van het heele lichaam minstens drie
keer per week.Droge woningen.Nietspuwen.
Een wetsvoorstel om eeu 3'/j pCts. leening
van 50 millioen te sluiten, is bij de Tweede
Kamer ingekomen.
Het bedrag zal in de eerste plaats bestemd
zijn om de tekorten over 1896 1909 te
dekken, vervolgens zullen er uit betaald
worden de vereischte rentegevende voor
schotten van het fonds tot uitvoering van
de Tiendwet. Van de leening neemt de Rijks
postspaarbank 10 millioen, de overige 40
millioen zullen aan het publiek worden aan-
1) Een merkwaardige tijdsbepaling, aangezien de
Standaard in Februari van dit jaur beweerd
beeft, dat het gerucht van Duiteche inmengiDgbier
te lande niet voor 1905 kon gaan loopen. Schreef
niet De Beukelaar: .Het leugenachtige grijnst
u toe, zoo gjj deze dingen naspeurt"?
Verdronken
Meu meldt uit TerapelDe arbeider Starke
wonende te Muunekemoet had Donderdag
morgen het ongeluk door de duisternis niet
op te merken, dat de brug bij de damsluis
afgedraaid was, waardoor hy te water is
geraakt en verdronken. Zjjn lyk is even
later opgehaald.
Berooid teruggekeerd.
Onlangs werd in Den Haag een kantoor-
bediuude uitgezonden tot het by den rijks
betaalmeester in ontvangst nemen van
een bedrag van ongeveer f 800.
K. kwam met dit geld niet terug en was
sinds dien tyd voortvluchtig. Thans heeft
hij zich in berooiden toestand aangemeld
aan het commissariaat van politie aan de
Nieuwe Haven in Deu Haag. Daar vertelde
hy een gedeelte van het geld te hebben
gebruikt ter betaling van speelschulden en
van het overige in het buitenland te heb
ben geleefd.
Hij is ter beschikking vau de justitie ge
steld en in het huis van bewaring opgesloten.
Een ongeluk met doodeljjken atloop.
In de suikerfabriek der firma Do Ram
Co. te Rozendaal is Dinsdagmiddag de
metselaar H. Notenboom van het dak der
pulpdrogery gevallen en zwaar inwendig
gekwest en met gebroken ledematen opge
nomen. Hy is in het gasthuis overleden.
Einde van een avontuurlijk leven. Te Venlo
is in een herberg overleden een 36 jarig
Transvaler, C. Silves genaamd, die aldaar
ziek was aangekomen op zjjn reis naar
Groningen.
Deze man had als commandant eenei
boerenafdeeling den oorlog tegen Engeland
mede gemaakt, inEngelsche krijgsgevangen
schap geraakt, pleegde hy een misdry f, waar
voor hjj ter dood veroordeeld werd. Hem
werd gratie verleend, met oplegging van 15
jaren vestingstraf op St.-Helena.
Onlangs was hjj van daar ontvlucht en
had hij zwemmende een Fransch schip
bereikt, dat hem in een Fransche havenstad
aau wal zette. De beklagenswaardige maD
heeft door ziekte zijn reis moeten onder
breken en is nu gestorven, volgens de ver
klaring der geneeskundigen aan uitputting.
Een moordaanslag. In den nacht van
Maandag op Dinsdag vervoegde zich ten
huize van Harm Drenth, logementhouder
te Winterswijk, de 42-jarige ongehuwde R.
T., gegageerd militair O. Indisch leger, vroe
ger, evenals Drenth, wonende te Zutphen,
thans te Winterswijk. Op de vraag, gaf T.
op, Vos, een kostganger van Drenth, te zijn.
Pas bad daarop Drenth zijn voordeur ge
opend, of T. stiet hem een geopend mes
boven in he.t hoofd, waarna hy zich ver
wijderde. Tusschen T. en Drenth bestond
sinds eenigen tijd een veete. en onkele
malen heeft T. gedreigd, met hem wel eens
te zullen afrekenen.
Drenth heeft een hoofdwonde vaD twaalf
cM. diep. Het parket uit Zutphen heeft hem
's avonds nog kunnen hooren. Zjjn toestand
is zeer bedenkelijk.
T., die meermalen misbruik maakt van
sterken drank, is gevankelijk te Zutphen
binnengebracht.
Moord te Spaarndam. D. R., te Spaarndam
die verdacht is geweest van den moord
aldaar, ia op vrjje voeten gesteld.
Een zonderling Sl. Eicolaas-cadeau. In het
portaaltje van de woning van een weduwe
te Velp (Gr.) is op St. Nicolaasavond een
pak gevonden, waarin een jongetje met een
flesch warme melk.
maaüt. Te Malaga moest het tramverkeer
worden gestaakt, doordat de lijnen onder
water staan. Het stoombootverkeer op de
westkust is geheel gestremd door de stor
men. Bjj Algesiras sloeg, in de haven, een
sloep om waarin 8 zeelieden zaten. Twee
werden gered door het havenpersoneel,
maar de derde verdronk. Zijn lijk is by
Cabrera aangespoeld. De kruiser „Estra
Maduna" heeft voor den storm een toevlucht
moeten zoeken in de haven van Alieante.
Echtscheiding van Parat. Het huwelijk
van Parat, den apotheker uit de rue de
Vaugirard te Parijs, die de gewoonte had
zyn vrouw, wanneer hy uitging, aan den
ketting te leggen, is door echtscheiding
ontbonden. De rechter besliste tevens dat
de 5 kinderen aan de moeder zullen worden
toevertrouwd en dat de vader ze tweemaal
per maand zal mogen zien. Voor het un-
derhoud van zyn gewezen vrouw moet
Parat 100 francs per maand betalen en voor
dat der kinderen 300 francs tot zjj meer
derjarig zyn.
Sneeuwstormen in Rusland. Op den Cen-
traal-Asiatische spoorweg zijn ongeveer 20
goederentreinen ingesneeuwd. De locomotie
ven zijn aan de rails vastgevroren. Aan de
stations staan verscheidene passagierstrei-
nen, die wegens de sneeuw niet verder
kunnen en de reizigers hebben gebrek aan
voedsel. Arbeiders weigeren de spoorwegen
schoon te maken omdat zjj geen voldoende
kleeding hebben. Daarvoor zjjn thans troe
pen ontboden. Langs den Taschkent spoor
weg in de districten Petrowsk en Kane-
linsk zjjn meer dan 100 Kirgiezen en 000
paarden, koeien en schapen doodgevroren.
Koude in Amerika. In de Oostelijke staten
is door sneeuw op verscheidene plaatsen
het spoorwegverkeer gestremd.! Te New-
York werden vele menschen verwond door
yzel.
Bloedbad in de gevangenis. Te Charkof
(Rusland) is een oproer uitgebroken in
een tuchthuis. Drie spitsboeven vermoorden
twee opzichters met breekijzers, maakten
zich meester van de sleutels en de revolvers
en vluchten naar buiten, waar zij een derden,
bewaker doodden en twee andere doode-
lyk verwondden. By hun poging over den
muur te klimmen werden de boeven neer
geschoten. De overige 96 gevangen hielden
zich rustig. De orde in de gevangenis is
weer hersteld.
De overstroomingen. De regen blijft over
vloedig stroomen en de Fransche rivieren,
die reeds buiten haar oevers zijn geteden,
ondervinden de gevolgen. Vooral het gebied
van de Garonne, bijzonderlijk de streek van
de Lozère en de Tarn ljjdt onder het hooge
water.
De Hérault is buiten haar oevers getreden
en heeft de vlakte van Montagnac, Duselas,
Hérault, Lezignan en Lapepe geheel en al
over; Lroomd.
De prefect van Gard bezoekt de over
stroomde streken: ook de bisschop van Ni-
mes is naar Comps gegaan om hen, die
van de overstroomingen te ljjden hebben
by te staan.
De toestand te Nantes en in hetgeheele
overstroomde gebied der Beneden-Loire
blyft ernstig. Men meent dat het niet erger
kan worden daar zoowat alle djjken in het
gebied voor den drang van het water zijn
bezweken.
Guisthau, de onder-staatssecretaris van
marine, heeft per boot het ondergeloopen
gedeelte van Nantes bezocht en er de zwaar
geteisterde bewoners moed ingesproken.
Puech, de Minister van Openbare Werken,
wordt te Nantes verwacht.
Tusschen Saiut-Mathurin en la Bohalle
in het Loire-gebied heeft het water den spoor
weg bedekt, zoodat de treinenloop is ge
stoord Alle reizigers uit Parijs naar Angers
moeten te Saumur afstappen. De bevolking
van Saumur schijnt intusschen weer moed
te hebben, velen, die hun woningen hadden
verlaten, keerden weer terug.
De Fransche Kamer heeft met algemeene
stemmen een bedrag van 15,800,000 fres.
beschikbaar gesteld voor de slachtoffers der
overstroomingen.
Een gemeene streek. Een 33-jarige gouver
nante, die'op reis was van Rusland naar
Zwitserland, maakte onderweg kennis met
een jongen man, die voorgaf plantagebezit-
ter te zyn en haar overhaalde hem als zijn
vrouw te volgen. Ergens op de doorreis zou
het huwelijk gesloten worden. Onder voor
wendsel van eenige voorbereidende maat
regelen te treffen, verliet de man het hotel
waarin het paar was afgestegen en nam hij
die gelegenheid tevens het koffertje van
zijn aanstaandiwaarin haar geheele spaar
pot, tot een bedrag van 18000 mark, en
eenige kostbare sieraden, mede. De politie
is den oplichter nog niet op het spoor.
Inbrekers in de lykenkamer. Te Dort
mund braken 3 dieven iu het Ziekenhuis in
Zy kwamen in de lijkenkamer en toen
zij daar licht aanstaken, zagen zij zich door
da dooden omringd. Twee hunner kozen het
hazenpad, maar de derde was zoo door schrik
bevangen, dat hy niet meer vluchten kon
en door het personeel van het ziekenhuis
aan de politie werd overgeleverd.
Juweelendieven 1
De politie te Hamburg heeft 5 jongelui
gearresteerd, die by 3 juweliers diefstallen
hadden gepleegd tot een gezamenlijke waar
de van 186,000 maik, daarvan is voor een
waarde van 90,000 mark teruggevonden De
dieven hadden nl. een aantal kostbaarheden
in een groeutebus begraven op het Ohsls-
doffer kerkhof.
Vergiftiging. Te Dordtmund is een geheel
De overstroomitigen. Het gebied van
de Boven-Loire, dat tot nu toe gespaard
was, begint in zeer ongelukkigen toestand
te geraken. De voortdurende regens der
laatste dagen doen overal alle stroomen
buiten hun oevers treden. In het gebied
vaD Ardèche, Chassezac Lignon en laBeau-
me blyft het slechte weer voortduren. De
rivieren wassen onrustbarend.
De Ardèche is buiten haar oevers getre
den en heeft aanzienlijke schade aangericht.
Op enkele punten reikt het water tot
aan de daken der boeienwoningen.
Minister Puech van openbare werken,
heeft met de plaatselijke autoriteiten in
een automobiel de omstreken van Angers
bezocht, waar de Loire, de Authion en de
Louvet een waterplas vormen van 4 KM.2.
Vervolgens bezocht de minister het dal van
de Authion, dat geheel onder water staat.
De toestand is even ongunstig in het ge
bied van de Hérault en in de Gard waar
de Rhöne blyft stijgen.
In Spanje zyn eveneens verscheidene ri
vieren overstroomd. Malaga is van 't spoor
wegverkeer afgesloten, doordat de spoorlijn
ondergeloopen is. Ook het station staat on
der water. De rivier Guadiella heeft Sevil-
la en het omliggende land overstroomd.
Ook de Engelsche rivieren zyn buiten
haar oevers getreden. Het district Egbam
and Staines is voor een groot gedeelte door
de Theems overstroomd. Vele landgoederen
in het district Egham staan onder water,
eveneens de weg naar Windsor.
De Severn heeft groote vlakten in Glou
cestershire overstroomd. De armenwijken
in Gloucester staan onder water. Groote
landerijen in Wales zjjn door water be
dekt. De nieuwe brug over de Dee by
Llangollen is bijna ingestort.
AlweerJohann Orth. 'n Brusselsch blad
komt weer met 't nieuwtje dat Johan Orth,
de doodgewaande aartshertog Frans Salva-
tor van Oostenrijk, nog leeft en te Brussel
vertoeft, 't Laatst werd het verblijf van den
vreemdsoortigen aartshertog in Zuid Ame
rika ontdekt, nu is hjj plotseling, onder den
naam van baron H. te Brussel opgedoken.
De vroegere aartshertog zou nu minister
van Oorlog van een Zuid Amerikaanschen
staat zjjn. 't Wordt steeds fraaier, maar
't wordt er niet geloofwaardiger op.
Lafargue gevallen.
Dinsdag deed Lafargue een vlucht boven
't vliegterrein te Bordeaux. Juist toen hy in
zweving van een hoogte van ongeveer 10
meter wilde dalen, kantelde zyn Hanriot-
toedekker.
Het vliegtuig werd verbrijzeldde vlieger
kwam met eenige onbeteekenende kneuzin
gen vrjj.
De vliegdame.
!ej. Dutrieu is niet tevreden met het
Maandag door haar behaalde succes.
Zooals men zich zal herinneren, heeft zij
toen met een vlucht van 60 K. M. in luur
9 sec. het record van vliegsters op haar
naam gebracht. Zjj heeft thans het voorne
men, een vlucht van 3 uur, zonder dalen
te maken.
Een gram radium. De directeur van het
radium instituut te Londen heeft in opdracht
van den Londenschen bankier Cassel, die
het den staat schonken wil, te Weenen een
gram radium gekocht voor ongeveer
f 216.000. De bereiding zal een paar maan
den duren.
Ingezonden Stukken.
(Buiten verantwoordelijkheid der Redactie).
Rotterdam, 3 Dec. 1910.
Aan
de Redactie van Onze Eilanden
te Middelharnis.
Geachte Redactie.
Naar aanleiding van het ingezonden stuk
van den heer M, van Oostenbrugge te
Ooltgensplaat, in het nummer van heden,
verzoeken wij u beleefd hem in uw geacht
blad van antwoord te mogen dienen.
De heer van Oosteubrugge heeft niet
zyn ontslag gevraagd doch gekregen zoodat
wjj er niet aan kunnen denken onze be
kendmaking te herroepen.
Welke oorzaken aanleiding gaven tot het
gegeven ontslag meenen wjj in s' mans
eigen belang voorals nog niet te moeten
publiceeren.
U dankzeggend voor de verleende ruimte.
Hoogachtend
De Directie der N. V. „De Tijdgeest"
M. IBURG Hzn.
Aan „SOLIDE."
Uit 't schrijven van mjjn vriend „Solide"
blijkt, dat de Kerkeraad bestaat uit man
nen, die den Dominé niet beïnvloed hebben
de woorden te spreken, welke hem (Solide)
naar de pen deden grjjpen.
't Verheugt me zeer.
Weet „Solide" ook, of de Kerkeraad den
DomiDé onderhouden heeft over de bewuste
woorden en hem beleidvol gewezen heeft
op zjjn dure roeping, vooral geen verdeeld
heid te brengen, maar zooveel mogelyk
vrede te stichten
De Kerkeraad zal dit wel gezien hebben.
Hoe jammer daarom, dat hjj niet gerug
steund wordt, door een Kiescollege, dat
n ziel en ééu zin met hem is.
Solide schreef ook nog, dat de Kerkvoog
den en Notabelen zich, wat die verbouwing
betreft, niets te verwijten hebben.
Beteekent dit, dat de verbouwing der
pastorie buiten hen om geschied is
Dit dient Solide op te helderen.