ONZE EILANDEN van 1 OCTOBER 1910. 3 zouden we ten einde zijn, nog drie nachten en ook deze onze diensttijd was voorbijge vlogen als een grooten droom met véél prettige, met minder aangename herinne Plaatselijk Nieuws. MIDDELHARNIS- Door de welwillendheid van den heer J. Knöps is de voetbalclub Voorwaarts" in staat gesteld hun oefenin gen te houden op de klampenmeet aan den Steenenweg, waarvoor de leden van ge noemde club bü dezen den heer Knöps open lijk hun dank betuigen. Met ingang van heden zijn de buslich tingen voor de gemeente vastgesteld als volgt Richting Rotterdam v.m. 8,25,11,36, n.ra. 2,36, en 9,07. Richting Ouddorp Ooltgensplaat v.m. 6J)Ó, 8,65, n.m. 3,05, en 6,50, terwijl de brievenbus op het Zandpad zal gelicht worden v.m. 8,24, 11,80, n.m. 2,00 en 8,45. Maandagmorgen wist de hit van den landbouwer C. v. Eek aan zyn geleider te ontsnappen. Nadat v. Eek zijn koeien op het Gors had gemolken, zou hij te gelijk een koe mede naar huis nemen. Van die gelegenheid maakte de hit gebruik, om er van door te gaan. Hij werd aan den Sasdijk door J. Aupperlee gegrepen die hem daarna aan zijn baas over gaf. In den nacht van Woensdag op Don derdag zijn uit den tuin van den heer J. v. d. Meulen eenige peeren ontvreemd. Donderdagmiddag omstreeks 123/4 uur werd ons dorp opgeschrikt door het luiden der klok. Daar alleen de kleine klok werd geluid begreep men al spoedig dat het buiten de kom der gemeente of in onze naburige gemeente Sommelsdyk moest zijn. Terstond bleek het laatste. Een der brandspuiten rukte ter assistentie uit, die om half vier in de gemeente terugkeerde. Onze dorpsgenoot J. van Strien had zich bij den brand te Sommelsdyk zoo ver dienstelijk gemaakt, dat hem nietalleende kleeding aan zijn ly f verbrandde, doch ook bekwam hij nog een brandwond op zijn rug. Gelukkig werden de vlammen van zijn klee ding nog intijds gebluscht. Die Jan is onmisbaar, bij is overal Jantje de voorste, en biedt gaarne de behulpzame hand. Woensdag had het zoontje van D. Blok bet ongeluk, terwijl hij over het ijzeren bek van de landsluis aan de kaai hing, zyn evenwicht te verliezen, en in de kaai te vallen. Door toegeschoten hulp werd hij op het droge gebracht. Herhalingsonderwijs. Zy, die wenschen deel te nemen aan het Herhalingsonderwijs alhier, kunnen zich tusschen 1 en 15 Oct. aanmelden by de Hoofden der Openbare Scholen. SO SI M ELS DIJK. Donderdagmiddag om streeks kwart na twaalven werd onze ge meente opgeschrikt door het luiden der brandklok. In een der oude schuren aan den weste lijken achterweg, eigendom van den Heer M. van Driel, was brand ontstaan, in een oogenblik stond niet alieen de geheele schuur in lichte laaie, doch ook de aan de overzijde staande oude schuur met rieten dak deelde hetzelfde lot, spoedig gingen nu ook de twee achter den schuur staande huisjes bewoond door Jac. Nelisse en J. Troost in brand, terwijl nog voordat de spuiten goed en wel water gaven reeds de brand meer dere schuren had aangetast. Om kwart voor één stonden dan ook reeds zes schuren, in gebruik by de Heeren M. van Driel, C. Joppe, L. v. d. Broek, L. Joppe, A. v. d. Sluys en Peekatok in vollen vlam, zoomede de bovengenoemde huisjes. Een geweldige vuurzee was het, beslaande een oppervlakte van eenige honderden vier kante meters. De spuiteD, die, omdat de spuitgasten voor het grootste deel in het land werkzaam waren, niet zoo spoedig ter plaatse waren dan we dat van de Sommels- dyksche brandweer gewoon zyn, werkten echter met weinig mannen uit alle macht, en het was de brandgasten aan te zien, dat zij door het gemis van hunne makkers, dubbel hun best deden om te redden wat te redden viel. De spuit van Middelharnis werd ontboden en verscheen dan ook om ongeveer één uur, ook hierbij was het grootste deel der brand spuitgasten vervangen door welwillende handen, die niet schroomden om daar nog te helpen redden wat te redden viel, en wer kelijk we gelooven dat de hulp die deze spuit heeft bewezen, groot is geweest, want door gelukkige opstelling stond deze spuit juist daar waar het gevaar voor uitbreiding zeer groot was, immers toen de weeg van de schuur van den heer Peekstok viel, kwam deze terecht tegen de groote steenen schuur van den heer C. Joppe die hoogst waarschijnlijk met behulp van deze spuit behouden is gebleven. De leiding van het blusschingswerk was in zeer goede handen, met kalmte en tact werd opgetreden en we kunnen een woord van lof den hoofdman van de brandweer niet onthouden, die op zoo flinke wyze is opgetreden by den groote ramp, zyn tactvol handelen op het juiste oogenblik heeft wel licht veel grooter onheilen voorkomen. Groote schade is natuurlijk aangebracht, maar het meerendeel echter gedekt door assurrantie. Duizenden menschen kwamen gisteren middag uit de naburige gemeenten om de plaats des onheils te bezoeken en gister avond en zelfs nog heden is Sommelsdyk geheel gevuld met een brandlucht, die zelfs in omliggende plaatsen is waar te nemen. GOKDEREEDE- By Kon. Besluit van 27 dezer is herbenoemd tot burgemeester der gemeenten Stellendam en Goedereede, de Heer J. L. Bosschieter. OUDE TONGE- Alhier is weder gearriveerd de sleepboot teneinde de geladen schepen de haven uit te brengen. Donderdag j .1 heeft zyne Excellentie den heer Commissaris der Koningin in deze provincie een bezoek aan deze gemeente gebracht. De burgemeester heeft namens den commisaris der Koningin bij publicatie de ingezetenen bedankt voor het uitsteken der vlaggen. De beroepen predikant Ds. P. van Toorn te Sprang hoopta.s. Woensdag deze gemeente te bezoeken. Het kantoor van den Rijksontvanger is vanaf heden verplaatst naar Voorstraat A. N°. 27. De heer deGrootheeftzyn benoeming tot hoofd der Openbare School alhier aan genomen. Dinsdag viel A. van den Doel van een wagen, bespannen met 2 paarden. Hy be kwam een diepe snede aan het hoofd en in wendige kwetsuren, waarvoor geneeskun dige hulp werd ingeroepen. Binnenland. Een kind, dat ongeluk brengt De vrouw van den veehouder H. Ebbing aan de Zomervaait te Haarlem verraste haar echtvriend met een kind. Algemeene blijdschap! Zondag zou het kind gedoopt worden en ten einde den tocht naar de kerk te verge makkelijken. werd de brik ingespannen. Het kind werd gedoopt doch op den te rugweg liep een wiel van den wagen. Het gevolg was, dat de familie met de baker en de jong geborene in de Zomervaart te recht kwamen. Algemeene consternatie I Baker werd spoedig opgevischt en de zui geling en papa dito. Het was dus goed afgeloopen. Pa alleen zeide, dat hem deze doopplech tigheid heugen zou, daar zijn kiud nu twee maal gedoopt was. Maar Maandag wachtte den gelukkigen vader een andere strop Toen hij in den morgen van dien dag zyn verdere plichten ten opzichte van het wurm ging volbrengen, n.l. het aangeven als geboren ujj den Burgerlijken Stand ten raadhuize te Halfweg, werd hij onaange naam verrast door de mededeeling, dat er brand by hem ontstaan was. Door het spe len met lucifers van een 6-jarig kind, was op het erf van een hooiberg in brand geraakt De boedery werd ernstig bedreigd door het vuur, doch gelukkig wist de brandweer het woonhuis te beschermen. Niettemin ver brandde de geheele hooiberg, terwijl een 26-tal wagens mede een prooi der vlammen werden. He leelykste is, dat Ebbing zeer laag verzekerd is. Tot heden is er verder niets ongelukkigs meer gebeurd zoo er iets gedaan werd den zuigeling betreffende. Mishandeling van politieagenten. In den nacht van Zaterdag op Zondag, ongeveer twee uur, werden de dienstdoende politieagenten aan de Haarlemmerstraat te Amsterdam gewaarschuwd, dat een tweetal woestaards bezig was rustige burgers te mishandelen en in de Binnen-Brouwerstraat den boel op stelten zette. Toen de politieagenten daar kwamen en de beschonken kerels aanmaanden, zich te verwijderen, weigerden dezen. Daarop werd één hunner gearresteerd, waarop de andere, een huzaar, één der politieagenten by de keel greep en zeker zwaar mishandeld zou zijn, indien niet één der agenten den huzaar een aabeltouw had toegebracht. De huzaar zette het op een loopen en verdween weldra uit het gezicht. Met het overbrengen van den arrestant ondervond de politie vele moeilijkheden. Bij perceel 5 Binnen Brouwerstraat rukte de kerel, die vrij pootig was, zich los, greep de grootste der agenten aan, wierp hem in een diepen kelder en maakten zich daarna uit de voeten. Daar de beide woestaards echter by de omstanders bekend waren (het zijn de gebroeders B.) werden zij nog dien zelfden nacht van hun bed gelicht en naar het politiebureau Warmoesstraat overge bracht. Na daar verhoord te zijn, werd de ééne vrijgelaten, terwijl de huzaar ter be schikking der militaire autoriteiten werd gesteld. De toestand van de mishandelden is niet ernstig, zoodat zy in politiek dienst kunnen doen. Te Kaatsheuvel kwam een werkwillige van de firma Van Schijndel te Waalwijk, waar hij, door een troep schoenmakers geplaagd en gesard, zich een weinig oneer biedig over den adviseur van den N. R. K. L. A. B. uitliet. Direct werd hy aangegrepen en zoo geschopt en geslagen, dat hij voor dood bleef liggen. Per ry'tuig werd hy onder geleide eener sterke politiemacht naar Waalwijk overge bracht. Ingezonden Stukken. (Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.) Geachte Redactie I In het laatst van Juli van dit jaar kreeg ik in een gezin te Stad aan 't Haringvliet in behandeling twee patiönten, lijdende aan febris typhoïdea, waarvan door my, zooals de Wet op besmettelijke ziekten voorschrijft, werd kennis gegeven aan den burgemeester. Ten overvloede de wet vereischt zulks niet voegde ik er aan toe het verzoek, ten huize der lijders een ton te plaatsen voor berging van |faclalien en urine en de tevens door my er bij genoemde ontsmet tingsmiddelen te verschaffen. Eenige weken later kreeg ik een nieuw geval, gaf hiervan kennis volgens voorschrift der Wet, doch zonder meer, natuurlijk in de veronderstelling levend, dat omtrent de uitwerpselen dezelfde maatregelen zouden genomen worden, daar toch voor elk voor komend geval de eischen dezelfde zyn en een nadere aanduiding alzoo overbodig is. Waar dus gedurende de eerste weken na het optreden der ziekte bij dezen laatsten patient de feacalien in de haven zyn ge worpen, wordt de verantwoordelykheip hiervan in geen enkel opzicht door my aan vaard. - U dankzeggend, Mynheer de Redacteur, voor de verleende plaatsruimte, Hoogachtend, S. KNÖPS, Arts. Geachte Redactie Naar aanleiding van de annonce in uw blad ter aanbeveling van Abdijsiroop, be vattend de onsmakelijke illustratie van iemand, die opgeeft, verzoek ik u in 't belang der volksgezondheid, die naar ik gegronde redenen heb te veronderstellen, gaarne door U bevorderd zal willen worden, opname van de volgende regelen in uw blad. De annonce bevat de brutale bewering dat Abdijsiroop tering kan voorkomen. Zonder met de fabrikanten over deze quaes- tie in discussie te willen treden, wil ik alleen opmerken, dat de ervaring der laatste jaren heeft geleerd dat tering zeer goed kan genezen als men zich maar tijdig onder behandeling stelt en daarvoor is noodig dat de ziekte bijtijds herkend wordt. De zaak is met zooals de annonce luidt dat hoesten en opgeven gevolgd kan worden door tering maar langdurig hoesten en opge ven zijn dikwijls verschijnselen van reeds bestaande tering. 'tld duidelyk dat verlokt door de genoem de annonce lyders aan beginnende tering, in plaats van zich door den dokter te laten onderzoeken, het gaan probeeren met Abdij siroop, langen tyd eenige flesschen gebrui ken, die veel te duur worden betaald en ten slotte gaan lijden aan ongeneeslijke Tuber culose, die niet had behoeven te ontstaan, als de ziekte tijdig herkend was. Dat Abdijsiroop bestaande tering kan genezen is absoluut onjuist, tot dusverre is geen enkel afdoend geneesmiddel tegen tering gevondeneen hygiënische leefwijze, door deskundigen voorgeschreven en nauw lettend toezicht kan tuberculose genezen. Als de fabrikant van Abdijsiroop beweert gevallen van tering te hebben genezen, dan is dit onwaar. Nog geen enkel officieel ge constateerd geval van genezen tuberculose door Abdijsiroop is door iemand waarge nomen evenmin als het klooster Sancta Paulo waar de siroop heet van daan te komen, ergens op de wereld bestaat, zooals onlangs bij informatie gebleken is. Na deze uiteenzetting, geachte redactie doe ik een beroep op uwe medewerking, om het gevaar dat door dergelijke annonces voor de volksgezondheid ontstaat, tot een minimum te beperken, door ook mijne waar schuwing in uw blad op te nemen. 'tLigt dunkt me geheel in de richting die U voorstaat om zoo veel mogelijk het volk, hier voornamelijk de „kleine luyden" te beschermen tegen gevaren voor hunne gezondheid, die door dergelijke annonces bedreigd wordt. Mijne waarschuwing, door U gesteund door plaatsing in uw blad, kan hiertoe het zijne bijdragen. Demophylus d.i. volksvriend. Voor do school. Door de afd. „Middelharnis e. o." van den „Bond van Nederlandsche Onderwijzers" is aan de gemeenteraden van Middelharnis, Sommelsdyk, Dirksland, Herkingen, Nieuwe Tonge en Stad aan 't Haringvliet een adres verzonden, om, zoo als elders plaats heeft, de school te doen profiteeren van genees kundige voorlichting. Het adres ging ver gezeld van de volgende memorie van toe lichting Onder de verbeteringen, die wórden na gestreefd op onderwijsgebied, heeft de aan stelling van den schoolarts veler belang stelling. De „Bond van Nederlandsche On derwijzers" zou de school zeer gebaat ach ten door de benoeming van zulk een'arts. In het jaar 1903 werd aan alle scholen eene circulaire gezonden. De hulp van de onderwijzers werd ingeroepen om een sta tistiek te kunnen opmaken van lyders aan adenoïde vegetaties, f Daarbij werd toegezonden eene brochure over deze kwaal, welke, naar het schynt, velen kinderen tot een last is. In dien tijd hebben de onderwijzers uit die brochure eenige kennis opgedaan over deze ziekte adenoïde vegetaties. Dit heeft het gelukkig gevolg gehad, dat vele kinderen onder be handeling van een' geneesheer gekomen zyn. Die kennis is echter het onderwijzend personeel, dat in 1903 niet in betrekking was, vreemd gebleven. Zeer zeker, zou ten opzichte van deze kwaal het bezoek van den deskundige aan de school in het belang van 't kind zyn. Ten opzichte van eene andere kwaal volge hier een citaat uit een verslag, opgemaakt over de resultaten van het werk van den schoolarts in Berlijn. De arts deed daar, eerder dan in Nederland, zijne intrede in de school. „In elke school gingen dozijnen ouders tot aanschaffing van brillen over, zoodat de kinderen het onderwijs beter konden volgen. Uit de afdeeling van één schoolarts werden 155 kinderen door een'oogarts on derzocht, uit die van een ander werden aan 400 ooglyders er 300 door een specialiteit onderzochteen schoolarts meldtvan 350 ooglyders werd door 80 pCt de raadgevingen opgevolgd" Deze mededeelingen doen ons zien, dat zelfs de schoolarts de hulp van den speci aliteit moest inroepen. Om de lichamelijke belangen van het kind beter te behartigen, moet, naar wij meenen, de medicus te hulp wordeD geroepen. Wy meenen te mogen aandringen op de aan stelling van bedoelden schoolarts, als on betwistbaar in het belaDg van het school gaande kind. In 49 gemeenten is de instelling reeds tot stand gekomenAmsterdam heeft 12 schoolartsen, Arnhem 3, Leiden 2, Schie dam 2. Mogen wy in verband met deze kwestie de aandacht van UEdelachtbaren vestigen op de oprichting eener afdeeling Goeree Overflakkee van het „Centraal Genootschap voor Kinderherstellings- en Vacantiekolo- nies"? Deze afdeeling heeft in 1909 en 1910 telkens eenige kinderen kunnen uitzenden en hoopt haar inkomsten te zien stijgen, zoodat ze in staat zal zyn, dat aantal uit gezonden kinderen te doen groeien. Het doel nu, dat deze afdeeling van het Centraal Genootschap zich stelt, zou gebaat zyn met het oordeel van den deskundige. De arts heeft o. ra. op den onderwijzer nog dit voor, dat hy door zijne praktijk met den gezond heidsstaat van vele kinderen beter op de hoogte is. Gegeven de onmogelijkheid van een'spe- cialen schoolarts voor de gemeente meent de afdeeling, dat niet anders dan gunstig kan werken, eene regeling, waarbij door samenwerking van de gemeenten, b. v. op Goeree—Overflakkee de benoeming van een specialen arts verkregen kan worden. Wy zien immers in vele gemeenten eene rege ling, waarbij de geneesheer, naast zyne practyk de functie van schoolarts vervult. Hetwelk doende. Namens de afd. Middelharnis, (w. g.) VOOGD, Voorzitter G. v. d. KOOI, Secretaris. •f- Adenoïde vegetaties is een geleerde naam voor eene ziekte van de klieren in de neua-keelholte. Gevolgen zijn o. a., dat het kind door de mond gaat ademhalen in plaats van door den neus, het slaapt met open mond. Komt ze voor in ergen graad, dan. krijgt het gezicht eene uitdrukking van onnoozel- heid. Erger nog is, |dat ze JvolgenB doctoren een1 ongunstigen invloed heeft op liet leeren. Behande ling door een geneesheer kan, indien 't niet volko men verholpen wordt, toch verbetering brengen. Landbouw. De weide. I. Wanneer het najaar is aangebroken, de oogst in de schuur of naar de fabriek is, wanneer de wintergewassen verzorgd zyn, dan is het tijd om naar de weide te gaan en daaraan de noodige zorg te besteden. De meening, dat de weide geen verzorging en geen voedsel, dus geen bemesting noo dig heeft, heeft plaats gemaakt voor een heel ander en gezonder oordeel. Allerwege ziet men tegenwoordig meer zorg besteden aan de graslanden, zoowel aan de weiden als aan de hooilanden. Daar een doelmatige bemesting van de graslanden niet alleen op de hoeveelheid, maar ook op den aard der grassen invloed uitoefent, de hoedanigheid van het gras namelijk zeer verbetert, heeft de bemesting indirect weder invloed op de hoeveelheid van het vee. Dat inderdaad de graslanden soms te weinig voedende bestanddeelen bevatten, blijkt wel uit het feit, dat van 125 onder zochte graslanden er slechts 46 waren, die in 1000 kg. meer dan 5 kg. kalk bevatten, 56 waarin genoeg jphosphorzuur voorkwam en slechts 36, waarin genoeg kali werd ge vonden. Alle landbouwers, niet alleen zy, die meer speciaal veehouder zyn, doch ook de gewone boer, die een gemengd bedrijf heeft en zoo zyn de meesten hebben 't groot ste belang bij den vooruitgang hunner weiden. Daarom draait eigenlijk het heele bedryf. Ik wil daarom in eenige opstellen het een en ander over de bemesting der weide mededeelen en meer speciaal handelen over de kalibemesting. Deze toch vormt met de phosphorzuurbemesting het voornaamste gedeelte der herfstbemesting der weiden. Achtereenvolgens zullen wy nagaan lo, Waarom een kalibemesting op de weide noodzakelijk is; 2o. Wanneer de kali aan de weide moet gegeven worden, en 3o. Hoeveel kali en in welken vorm deze moet gegeven worden. In de eerste plaats dus: waarom een kalibemesting? Tusschen de talrijke planten op een gras land wordt een strijd om het beslaan gevoerd, krachtige en aterke planten onder drukken de zwakkere. Wordt het grasland bemest, dan wordt in het algemeen de groei der planten bevorderd, maar daar de ver schillende meststoffen niet op gelijke wijze op de planten werken zoo zal het aantal planten verminderen. Volgens waarnemin gen vaD bekende landbouwkundigen verdwij nen uit 't grasland alle klavers, alle vlinder bloemige planten in 't algemeen, als men eenige jaren achtereen slechts met stifstof- houdende meststoffen besmest en kali, kalk en phosphor onthoudt. Omgekeerd zullen bij bemesting alleen met kalk en phosphor- zuurhoudende meststoffen gaandeweg de grassen vermindereu en de klaver toenemen. Daar het voor elke goede weide noodzake lijk is, dat er en grassen en klavers in groeien, zoo is daarmede de noodzakelijk heid van de kali voor de weide aangetoond zonder kali geen klaver. Doch er is meer. Indirect werkt een bemesting met kali ook op de hoeveelheid stikstof in den grond.' De vlinderbloemigen leggen de stikstof uit de lucht vast in den grond. De stikstof vormt een kapitaal, dat straks na het scheu ren der weide zal aangesproken worden. Het is duidelyk, dat alleen dan, wanneer voor een voldoende kalibemesting gezorgd wordt, die hoeveelheid niet kan tegenvallen. Het nadeeligste onkruid onzer graslanden is de moeraspaardestaart, ook Hermoes, Roobol (Equisetum Arveux) geheeten. Na- deelig vooral ook omdat het de melk der runderen (ook als het in het hooi voorkomt) slymig en blauw en soms bitter maakten aanleiding geeft tot allerlei ziekten by het rundvee, zooals het afzetten van het kalf, bloedpissen, buikloop opblazen van den darm enz. Misschien is het gemakkelijkste middel om zulke weiden te verbeteren een sterke kainietbemestingin elk geval is in de laatste jaren ondervonden, dat by over vloedige kainietbemesting het Hermoes ver dwynt. Wy kuDneD dus als redenen voor een kalibemesting noemen lo. De kali geeft aan alle weideplanten een onontbeerlijk voedsel 2o. Zij vermeerdert de klaver tusschen het gras 3o. Zy vermeerdert daardoor indirect den voorraad stikstof in den bodem; 4o. Zy doet de schadelijke onkruiden uit het grasland verdwijnen. Ministerie van Landbouw, Nijverheid en Handel. Directie van den Landbouw. OOGSTOVERZICHT VAN 10 SEPTEMBER 1910. Het onderstaand overzicht van den stand der landbouwgewassen op 10 September 1910 is, met medewerking van de Rijks- landbouwleeraren, samengesteld naar ge gevens, verstrekt door de correspondenten van de Directie van den Landbouw. Konden in het oogstoverzicht van 15 Juli jl. in het algemeen gunstige verwachtingen ten aanzien van den oogst der meeste gewas sen worden uitgesproken, thans blijkt.meer en meer, dat de uitslag niet aan deze ver wachtingen beantwoordt. De voedergewassen uitgezonderd, valt de oogst van 1910 alge meen zeer tegen. De maand Juli kenmerkte zich door lage temperatuur en sterken regonval. De tem peratuur was gemiddeld 2° beneden sterken normaal. De -neerslag was buitengewoon groot, vooral in het zuiden en oosten des lands. Alleen in het midden der maand kwamen er eenige droge, zonnige dagen voor. In Augustus week de temperatuur weinig van de normale af, al kwamen zomersche, warme dagen weinig voor. De neerslag was algemeen en vooral in het noorden gering. Over het geheele land genomen bedroeg de maandsom slechts de helft van de normale hoeveelheid. Zware onweders kwamen niet voor. In de eerste dagen van September was het weer meest regenachtig. Hebben de vele regens in Juli ongetwijfeld veel schade veroorzaakt, het groeizame weer in Juni en het gunstige oogstweer in Augus tus, waardoor de oogst vroeg en over het geheel in goeden toestand binnen kwam, in aanmerking genomen, zou men vooral op de klei, ongetwijfeld een beteren oogst hebben verwacht dan feitelijk is verkregen. Dit moet waarschijnlijk worden toegeschreven aan den slechten toestand van den bodem, als gevolg van de hevige regens en het uitblijven van vorst in den winter van 1909/1910. Dientengevolge hebben vele ge wassen zich onvoldoende ontwikkeld, zy hebben weinig stroo gegeven en de opbrenst valt algemeen tegen. Waar de ongunstige invloed dit jaar vooral in den bodem was gezeteld, loopen de opbrengsten zeer uiteen en wel niet alleen op de verschillende grondsoorten, maar ook in denzelfden streek en onder schijnbaar de zelfde omstandigheden. Over het geheel geven de lichtere gronden betere oogsten dan de zware. De granen geven weinig stroo, terwijl de opbrengst aan graan per schoof evenzeer niet groot is. De oogst van tarwe, gerst en haver kan dooreengenomen hoogtens vrij goed worden genoemd. De roggeoogst is ook belanrijk minder dan in 1909, toen dit gewas zeer hooge opbrengsten gaf. De uitkomsten wisselen thans van vrij goed tot goed. De qualiteit van het graan is, dank zy hot gunstige oogstweer, over het geheel veel beter dan in 1909. Koolzaad gaf slechts eene vrij slechte tot matige opbrengst. De uitkomsten van de teelt van bruin mosterdzaad waren goeddie van karwij vrij goed tot goed. Yan bruine boonen was de oogst in Zeeland goed, in Noord- en Zuidholland vrij goed. Vlas was van goede hoedanigheid, doch de opbrengst per H. A. valt zeer tegen. Van het erwtengewas is al heel weinig terechtgekomen. Op vele plaatsen moet men van een mis gewas spreken. De oogst was op de klei over het geheel vrij slecht. Op het zand, waar echter weinig erwten geteeld worden, waren de resultaten beter. Ook de boonen gaven weinig bevredigende opbren- sten. In Groningen, waar veel boonen ver bouwd worden, isde oogstslecht tot wij slecht-, elders is hy vrij goed. Ten aanzien van de late landbouwgewas sen valt het volgende op te merken. Gonsumtieaardappelen. De aardappeloogst geeft weinig redenen tot tevredenheid. Waarschijnlijk vooral ten gevolge van den ongezonden toestand van den bodem en door de vele regensin Juli wordt er veel geklaagd, dat de aardappelen te vroeg zyn afgestorven en dat de ziekte zeer schadelijk is geworden, hoewel de toestand zelf in de zelfde streek sterk uiteenloopt. Uit verschillende provicién wordt bericht, dat het bespuiten met Bordeausche pap dit jaar uitmuntende uitkomsten heeft gegeven. Behalve de gewoone ziekte is ook de krul- ziekte in meerdere streken sterk opgetreden. In Groningen zijn de aardappelen over het geheel klein van stuk, doch goed van smaak. Het gewas was sterk door de ziekte aangetast. De stand wisselt van matig tot goed. Uit Friesland word bericht, dat opbrengst 6D qualiteit der aardappelen sterk uiteen- loopen, dooreengenomen kunnen zy op de klei goed, op het zand vrij goed worden ge noemd. De qualiteit van de |Borgers (Eigen heimers) munt boven die van de Blauwen en Munsterschen uit. Evenals andere jaren is men over de eerste soort (die verreweg het meest verbouwd wordt), tevreden, de qualiteit aan de laatste is daarentegen over het geheel slechts zeer matig. In Drenthe is de stand der aardappelen op het zand, goed-, in Overijssel slechts matig tot vrij goed. Zeer onbevredigd is voorts de oogst in .Gelderland. Algemeen wordt bericht, dat de knollen ten gevolge van het te vroeg afster ven van het loof, niet goed uitgegroeid en te klein van stuk gebleven zyn. Vooral de oude sooi'ten zijn te vroeg afgestorven, de opbrengst van de nieuwe is belangrijk beter. Bovendien zijn vele aardappelen ziek. Op de hoogere gronden is de toestand aan merkelijk beter dan op de lagere, waar tot de helft der knollen ziek is. In Utrecht treed de ziekte sterk op. De Blauwen, die hier het meest verbouwd wor den, gaven minder goede uitkomsten dan de Bravo's en Eigenheimers Opbrengst en qualiteit waren slechts matig. In Noordholland is de stand op de klei en het veen goed, op het zand matig. De qualiteit is daar goed. In Zuidholland liepen opbrengst en qua liteit sterk uiteen, over het geheel is de

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1910 | | pagina 3