ONZE EILANDEN van 1 OCTOBER 1910.
3
zouden we ten einde zijn, nog drie nachten
en ook deze onze diensttijd was voorbijge
vlogen als een grooten droom met véél
prettige, met minder aangename herinne
Plaatselijk Nieuws.
MIDDELHARNIS- Door de welwillendheid
van den heer J. Knöps is de voetbalclub
Voorwaarts" in staat gesteld hun oefenin
gen te houden op de klampenmeet aan den
Steenenweg, waarvoor de leden van ge
noemde club bü dezen den heer Knöps open
lijk hun dank betuigen.
Met ingang van heden zijn de buslich
tingen voor de gemeente vastgesteld als
volgt
Richting Rotterdam v.m. 8,25,11,36, n.ra.
2,36, en 9,07. Richting Ouddorp Ooltgensplaat
v.m. 6J)Ó, 8,65, n.m. 3,05, en 6,50, terwijl
de brievenbus op het Zandpad zal gelicht
worden v.m. 8,24, 11,80, n.m. 2,00 en 8,45.
Maandagmorgen wist de hit van den
landbouwer C. v. Eek aan zyn geleider te
ontsnappen. Nadat v. Eek zijn koeien op
het Gors had gemolken, zou hij te gelijk
een koe mede naar huis nemen. Van die
gelegenheid maakte de hit gebruik, om er
van door te gaan. Hij werd aan den Sasdijk
door J. Aupperlee gegrepen die hem daarna
aan zijn baas over gaf.
In den nacht van Woensdag op Don
derdag zijn uit den tuin van den heer J.
v. d. Meulen eenige peeren ontvreemd.
Donderdagmiddag omstreeks 123/4 uur
werd ons dorp opgeschrikt door het luiden
der klok. Daar alleen de kleine klok werd
geluid begreep men al spoedig dat het buiten
de kom der gemeente of in onze naburige
gemeente Sommelsdyk moest zijn. Terstond
bleek het laatste. Een der brandspuiten
rukte ter assistentie uit, die om half vier
in de gemeente terugkeerde.
Onze dorpsgenoot J. van Strien had
zich bij den brand te Sommelsdyk zoo ver
dienstelijk gemaakt, dat hem nietalleende
kleeding aan zijn ly f verbrandde, doch ook
bekwam hij nog een brandwond op zijn rug.
Gelukkig werden de vlammen van zijn klee
ding nog intijds gebluscht.
Die Jan is onmisbaar, bij is overal Jantje
de voorste, en biedt gaarne de behulpzame
hand.
Woensdag had het zoontje van D. Blok
bet ongeluk, terwijl hij over het ijzeren bek
van de landsluis aan de kaai hing, zyn
evenwicht te verliezen, en in de kaai te
vallen. Door toegeschoten hulp werd hij op
het droge gebracht.
Herhalingsonderwijs. Zy, die wenschen
deel te nemen aan het Herhalingsonderwijs
alhier, kunnen zich tusschen 1 en 15 Oct.
aanmelden by de Hoofden der Openbare
Scholen.
SO SI M ELS DIJK. Donderdagmiddag om
streeks kwart na twaalven werd onze ge
meente opgeschrikt door het luiden der
brandklok.
In een der oude schuren aan den weste
lijken achterweg, eigendom van den Heer
M. van Driel, was brand ontstaan, in een
oogenblik stond niet alieen de geheele schuur
in lichte laaie, doch ook de aan de overzijde
staande oude schuur met rieten dak deelde
hetzelfde lot, spoedig gingen nu ook de
twee achter den schuur staande huisjes
bewoond door Jac. Nelisse en J. Troost in
brand, terwijl nog voordat de spuiten goed
en wel water gaven reeds de brand meer
dere schuren had aangetast.
Om kwart voor één stonden dan ook
reeds zes schuren, in gebruik by de Heeren
M. van Driel, C. Joppe, L. v. d. Broek, L.
Joppe, A. v. d. Sluys en Peekatok in vollen
vlam, zoomede de bovengenoemde huisjes.
Een geweldige vuurzee was het, beslaande
een oppervlakte van eenige honderden vier
kante meters. De spuiteD, die, omdat de
spuitgasten voor het grootste deel in het
land werkzaam waren, niet zoo spoedig ter
plaatse waren dan we dat van de Sommels-
dyksche brandweer gewoon zyn, werkten
echter met weinig mannen uit alle macht,
en het was de brandgasten aan te zien, dat
zij door het gemis van hunne makkers,
dubbel hun best deden om te redden wat
te redden viel.
De spuit van Middelharnis werd ontboden
en verscheen dan ook om ongeveer één uur,
ook hierbij was het grootste deel der brand
spuitgasten vervangen door welwillende
handen, die niet schroomden om daar nog te
helpen redden wat te redden viel, en wer
kelijk we gelooven dat de hulp die deze
spuit heeft bewezen, groot is geweest, want
door gelukkige opstelling stond deze spuit
juist daar waar het gevaar voor uitbreiding
zeer groot was, immers toen de weeg van
de schuur van den heer Peekstok viel,
kwam deze terecht tegen de groote steenen
schuur van den heer C. Joppe die hoogst
waarschijnlijk met behulp van deze spuit
behouden is gebleven.
De leiding van het blusschingswerk was
in zeer goede handen, met kalmte en tact
werd opgetreden en we kunnen een woord
van lof den hoofdman van de brandweer
niet onthouden, die op zoo flinke wyze is
opgetreden by den groote ramp, zyn tactvol
handelen op het juiste oogenblik heeft wel
licht veel grooter onheilen voorkomen.
Groote schade is natuurlijk aangebracht,
maar het meerendeel echter gedekt door
assurrantie.
Duizenden menschen kwamen gisteren
middag uit de naburige gemeenten om de
plaats des onheils te bezoeken en gister
avond en zelfs nog heden is Sommelsdyk
geheel gevuld met een brandlucht, die zelfs
in omliggende plaatsen is waar te nemen.
GOKDEREEDE- By Kon. Besluit van 27
dezer is herbenoemd tot burgemeester der
gemeenten Stellendam en Goedereede, de
Heer J. L. Bosschieter.
OUDE TONGE- Alhier is weder gearriveerd
de sleepboot teneinde de geladen schepen
de haven uit te brengen.
Donderdag j .1 heeft zyne Excellentie den
heer Commissaris der Koningin in deze
provincie een bezoek aan deze gemeente
gebracht. De burgemeester heeft namens
den commisaris der Koningin bij publicatie
de ingezetenen bedankt voor het uitsteken
der vlaggen.
De beroepen predikant Ds. P. van Toorn
te Sprang hoopta.s. Woensdag deze gemeente
te bezoeken.
Het kantoor van den Rijksontvanger
is vanaf heden verplaatst naar Voorstraat
A. N°. 27.
De heer deGrootheeftzyn benoeming
tot hoofd der Openbare School alhier aan
genomen.
Dinsdag viel A. van den Doel van een
wagen, bespannen met 2 paarden. Hy be
kwam een diepe snede aan het hoofd en in
wendige kwetsuren, waarvoor geneeskun
dige hulp werd ingeroepen.
Binnenland.
Een kind, dat ongeluk brengt
De vrouw van den veehouder H. Ebbing
aan de Zomervaait te Haarlem verraste
haar echtvriend met een kind.
Algemeene blijdschap!
Zondag zou het kind gedoopt worden en
ten einde den tocht naar de kerk te verge
makkelijken. werd de brik ingespannen.
Het kind werd gedoopt doch op den te
rugweg liep een wiel van den wagen. Het
gevolg was, dat de familie met de baker
en de jong geborene in de Zomervaart te
recht kwamen.
Algemeene consternatie I
Baker werd spoedig opgevischt en de zui
geling en papa dito.
Het was dus goed afgeloopen.
Pa alleen zeide, dat hem deze doopplech
tigheid heugen zou, daar zijn kiud nu twee
maal gedoopt was.
Maar Maandag wachtte den gelukkigen
vader een andere strop
Toen hij in den morgen van dien dag
zyn verdere plichten ten opzichte van het
wurm ging volbrengen, n.l. het aangeven
als geboren ujj den Burgerlijken Stand ten
raadhuize te Halfweg, werd hij onaange
naam verrast door de mededeeling, dat er
brand by hem ontstaan was. Door het spe
len met lucifers van een 6-jarig kind, was
op het erf van een hooiberg in brand geraakt
De boedery werd ernstig bedreigd door het
vuur, doch gelukkig wist de brandweer het
woonhuis te beschermen. Niettemin ver
brandde de geheele hooiberg, terwijl een
26-tal wagens mede een prooi der vlammen
werden. He leelykste is, dat Ebbing zeer
laag verzekerd is.
Tot heden is er verder niets ongelukkigs
meer gebeurd zoo er iets gedaan werd den
zuigeling betreffende.
Mishandeling van politieagenten.
In den nacht van Zaterdag op Zondag,
ongeveer twee uur, werden de dienstdoende
politieagenten aan de Haarlemmerstraat te
Amsterdam gewaarschuwd, dat een tweetal
woestaards bezig was rustige burgers te
mishandelen en in de Binnen-Brouwerstraat
den boel op stelten zette.
Toen de politieagenten daar kwamen en
de beschonken kerels aanmaanden, zich te
verwijderen, weigerden dezen. Daarop werd
één hunner gearresteerd, waarop de andere,
een huzaar, één der politieagenten by de keel
greep en zeker zwaar mishandeld zou zijn,
indien niet één der agenten den huzaar een
aabeltouw had toegebracht. De huzaar zette
het op een loopen en verdween weldra uit
het gezicht.
Met het overbrengen van den arrestant
ondervond de politie vele moeilijkheden. Bij
perceel 5 Binnen Brouwerstraat rukte de
kerel, die vrij pootig was, zich los, greep
de grootste der agenten aan, wierp hem in
een diepen kelder en maakten zich daarna
uit de voeten. Daar de beide woestaards
echter by de omstanders bekend waren (het
zijn de gebroeders B.) werden zij nog dien
zelfden nacht van hun bed gelicht en naar
het politiebureau Warmoesstraat overge
bracht. Na daar verhoord te zijn, werd de
ééne vrijgelaten, terwijl de huzaar ter be
schikking der militaire autoriteiten werd
gesteld. De toestand van de mishandelden
is niet ernstig, zoodat zy in politiek dienst
kunnen doen.
Te Kaatsheuvel kwam een werkwillige
van de firma Van Schijndel te Waalwijk,
waar hij, door een troep schoenmakers
geplaagd en gesard, zich een weinig oneer
biedig over den adviseur van den N. R. K.
L. A. B. uitliet. Direct werd hy aangegrepen
en zoo geschopt en geslagen, dat hij voor
dood bleef liggen.
Per ry'tuig werd hy onder geleide eener
sterke politiemacht naar Waalwijk overge
bracht.
Ingezonden Stukken.
(Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.)
Geachte Redactie I
In het laatst van Juli van dit jaar kreeg
ik in een gezin te Stad aan 't Haringvliet
in behandeling twee patiönten, lijdende aan
febris typhoïdea, waarvan door my, zooals
de Wet op besmettelijke ziekten voorschrijft,
werd kennis gegeven aan den burgemeester.
Ten overvloede de wet vereischt zulks
niet voegde ik er aan toe het verzoek,
ten huize der lijders een ton te plaatsen
voor berging van |faclalien en urine en de
tevens door my er bij genoemde ontsmet
tingsmiddelen te verschaffen.
Eenige weken later kreeg ik een nieuw
geval, gaf hiervan kennis volgens voorschrift
der Wet, doch zonder meer, natuurlijk in
de veronderstelling levend, dat omtrent de
uitwerpselen dezelfde maatregelen zouden
genomen worden, daar toch voor elk voor
komend geval de eischen dezelfde zyn en
een nadere aanduiding alzoo overbodig is.
Waar dus gedurende de eerste weken na
het optreden der ziekte bij dezen laatsten
patient de feacalien in de haven zyn ge
worpen, wordt de verantwoordelykheip
hiervan in geen enkel opzicht door my aan
vaard. - U dankzeggend, Mynheer de
Redacteur, voor de verleende plaatsruimte,
Hoogachtend,
S. KNÖPS, Arts.
Geachte Redactie
Naar aanleiding van de annonce in uw
blad ter aanbeveling van Abdijsiroop, be
vattend de onsmakelijke illustratie van
iemand, die opgeeft, verzoek ik u in 't belang
der volksgezondheid, die naar ik gegronde
redenen heb te veronderstellen, gaarne door
U bevorderd zal willen worden, opname van
de volgende regelen in uw blad.
De annonce bevat de brutale bewering
dat Abdijsiroop tering kan voorkomen.
Zonder met de fabrikanten over deze quaes-
tie in discussie te willen treden, wil ik
alleen opmerken, dat de ervaring der laatste
jaren heeft geleerd dat tering zeer goed
kan genezen als men zich maar tijdig onder
behandeling stelt en daarvoor is noodig dat
de ziekte bijtijds herkend wordt.
De zaak is met zooals de annonce luidt
dat hoesten en opgeven gevolgd kan worden
door tering maar langdurig hoesten en opge
ven zijn dikwijls verschijnselen van reeds
bestaande tering.
'tld duidelyk dat verlokt door de genoem
de annonce lyders aan beginnende tering,
in plaats van zich door den dokter te laten
onderzoeken, het gaan probeeren met Abdij
siroop, langen tyd eenige flesschen gebrui
ken, die veel te duur worden betaald en ten
slotte gaan lijden aan ongeneeslijke Tuber
culose, die niet had behoeven te ontstaan,
als de ziekte tijdig herkend was.
Dat Abdijsiroop bestaande tering kan
genezen is absoluut onjuist, tot dusverre is
geen enkel afdoend geneesmiddel tegen
tering gevondeneen hygiënische leefwijze,
door deskundigen voorgeschreven en nauw
lettend toezicht kan tuberculose genezen.
Als de fabrikant van Abdijsiroop beweert
gevallen van tering te hebben genezen, dan
is dit onwaar. Nog geen enkel officieel ge
constateerd geval van genezen tuberculose
door Abdijsiroop is door iemand waarge
nomen evenmin als het klooster Sancta
Paulo waar de siroop heet van daan te
komen, ergens op de wereld bestaat, zooals
onlangs bij informatie gebleken is.
Na deze uiteenzetting, geachte redactie
doe ik een beroep op uwe medewerking,
om het gevaar dat door dergelijke annonces
voor de volksgezondheid ontstaat, tot een
minimum te beperken, door ook mijne waar
schuwing in uw blad op te nemen.
'tLigt dunkt me geheel in de richting
die U voorstaat om zoo veel mogelijk het
volk, hier voornamelijk de „kleine luyden"
te beschermen tegen gevaren voor hunne
gezondheid, die door dergelijke annonces
bedreigd wordt.
Mijne waarschuwing, door U gesteund
door plaatsing in uw blad, kan hiertoe het
zijne bijdragen.
Demophylus
d.i. volksvriend.
Voor do school.
Door de afd. „Middelharnis e. o." van den
„Bond van Nederlandsche Onderwijzers" is
aan de gemeenteraden van Middelharnis,
Sommelsdyk, Dirksland, Herkingen, Nieuwe
Tonge en Stad aan 't Haringvliet een adres
verzonden, om, zoo als elders plaats heeft,
de school te doen profiteeren van genees
kundige voorlichting. Het adres ging ver
gezeld van de volgende memorie van toe
lichting
Onder de verbeteringen, die wórden na
gestreefd op onderwijsgebied, heeft de aan
stelling van den schoolarts veler belang
stelling. De „Bond van Nederlandsche On
derwijzers" zou de school zeer gebaat ach
ten door de benoeming van zulk een'arts.
In het jaar 1903 werd aan alle scholen
eene circulaire gezonden. De hulp van de
onderwijzers werd ingeroepen om een sta
tistiek te kunnen opmaken van lyders aan
adenoïde vegetaties, f
Daarbij werd toegezonden eene brochure
over deze kwaal, welke, naar het schynt,
velen kinderen tot een last is. In dien tijd
hebben de onderwijzers uit die brochure
eenige kennis opgedaan over deze ziekte
adenoïde vegetaties. Dit heeft het gelukkig
gevolg gehad, dat vele kinderen onder be
handeling van een' geneesheer gekomen
zyn. Die kennis is echter het onderwijzend
personeel, dat in 1903 niet in betrekking
was, vreemd gebleven. Zeer zeker, zou ten
opzichte van deze kwaal het bezoek van
den deskundige aan de school in het belang
van 't kind zyn.
Ten opzichte van eene andere kwaal volge
hier een citaat uit een verslag, opgemaakt
over de resultaten van het werk van den
schoolarts in Berlijn. De arts deed daar,
eerder dan in Nederland, zijne intrede in
de school.
„In elke school gingen dozijnen ouders
tot aanschaffing van brillen over, zoodat
de kinderen het onderwijs beter konden
volgen. Uit de afdeeling van één schoolarts
werden 155 kinderen door een'oogarts on
derzocht, uit die van een ander werden aan
400 ooglyders er 300 door een specialiteit
onderzochteen schoolarts meldtvan 350
ooglyders werd door 80 pCt de raadgevingen
opgevolgd"
Deze mededeelingen doen ons zien, dat
zelfs de schoolarts de hulp van den speci
aliteit moest inroepen.
Om de lichamelijke belangen van het kind
beter te behartigen, moet, naar wij meenen,
de medicus te hulp wordeD geroepen. Wy
meenen te mogen aandringen op de aan
stelling van bedoelden schoolarts, als on
betwistbaar in het belaDg van het school
gaande kind.
In 49 gemeenten is de instelling reeds
tot stand gekomenAmsterdam heeft 12
schoolartsen, Arnhem 3, Leiden 2, Schie
dam 2.
Mogen wy in verband met deze kwestie
de aandacht van UEdelachtbaren vestigen
op de oprichting eener afdeeling Goeree
Overflakkee van het „Centraal Genootschap
voor Kinderherstellings- en Vacantiekolo-
nies"? Deze afdeeling heeft in 1909 en 1910
telkens eenige kinderen kunnen uitzenden
en hoopt haar inkomsten te zien stijgen,
zoodat ze in staat zal zyn, dat aantal uit
gezonden kinderen te doen groeien. Het
doel nu, dat deze afdeeling van het Centraal
Genootschap zich stelt, zou gebaat zyn met
het oordeel van den deskundige. De arts
heeft o. ra. op den onderwijzer nog dit voor,
dat hy door zijne praktijk met den gezond
heidsstaat van vele kinderen beter op de
hoogte is.
Gegeven de onmogelijkheid van een'spe-
cialen schoolarts voor de gemeente meent
de afdeeling, dat niet anders dan gunstig
kan werken, eene regeling, waarbij door
samenwerking van de gemeenten, b. v. op
Goeree—Overflakkee de benoeming van een
specialen arts verkregen kan worden. Wy
zien immers in vele gemeenten eene rege
ling, waarbij de geneesheer, naast zyne
practyk de functie van schoolarts vervult.
Hetwelk doende.
Namens de afd. Middelharnis,
(w. g.) VOOGD, Voorzitter
G. v. d. KOOI, Secretaris.
•f- Adenoïde vegetaties is een geleerde naam voor
eene ziekte van de klieren in de neua-keelholte.
Gevolgen zijn o. a., dat het kind door de mond gaat
ademhalen in plaats van door den neus, het slaapt
met open mond. Komt ze voor in ergen graad, dan.
krijgt het gezicht eene uitdrukking van onnoozel-
heid. Erger nog is, |dat ze JvolgenB doctoren een1
ongunstigen invloed heeft op liet leeren. Behande
ling door een geneesheer kan, indien 't niet volko
men verholpen wordt, toch verbetering brengen.
Landbouw.
De weide. I.
Wanneer het najaar is aangebroken, de
oogst in de schuur of naar de fabriek is,
wanneer de wintergewassen verzorgd zyn,
dan is het tijd om naar de weide te gaan
en daaraan de noodige zorg te besteden.
De meening, dat de weide geen verzorging
en geen voedsel, dus geen bemesting noo
dig heeft, heeft plaats gemaakt voor een
heel ander en gezonder oordeel.
Allerwege ziet men tegenwoordig meer
zorg besteden aan de graslanden, zoowel
aan de weiden als aan de hooilanden. Daar
een doelmatige bemesting van de graslanden
niet alleen op de hoeveelheid, maar ook
op den aard der grassen invloed uitoefent,
de hoedanigheid van het gras namelijk zeer
verbetert, heeft de bemesting indirect weder
invloed op de hoeveelheid van het vee.
Dat inderdaad de graslanden soms te
weinig voedende bestanddeelen bevatten,
blijkt wel uit het feit, dat van 125 onder
zochte graslanden er slechts 46 waren, die
in 1000 kg. meer dan 5 kg. kalk bevatten,
56 waarin genoeg jphosphorzuur voorkwam
en slechts 36, waarin genoeg kali werd ge
vonden.
Alle landbouwers, niet alleen zy, die
meer speciaal veehouder zyn, doch ook de
gewone boer, die een gemengd bedrijf heeft
en zoo zyn de meesten hebben 't groot
ste belang bij den vooruitgang hunner
weiden.
Daarom draait eigenlijk het heele bedryf.
Ik wil daarom in eenige opstellen het
een en ander over de bemesting der weide
mededeelen en meer speciaal handelen over
de kalibemesting. Deze toch vormt met de
phosphorzuurbemesting het voornaamste
gedeelte der herfstbemesting der weiden.
Achtereenvolgens zullen wy nagaan
lo, Waarom een kalibemesting op de
weide noodzakelijk is;
2o. Wanneer de kali aan de weide moet
gegeven worden, en
3o. Hoeveel kali en in welken vorm deze
moet gegeven worden.
In de eerste plaats dus: waarom een
kalibemesting?
Tusschen de talrijke planten op een gras
land wordt een strijd om het beslaan
gevoerd, krachtige en aterke planten onder
drukken de zwakkere. Wordt het grasland
bemest, dan wordt in het algemeen de groei
der planten bevorderd, maar daar de ver
schillende meststoffen niet op gelijke wijze
op de planten werken zoo zal het aantal
planten verminderen. Volgens waarnemin
gen vaD bekende landbouwkundigen verdwij
nen uit 't grasland alle klavers, alle vlinder
bloemige planten in 't algemeen, als men
eenige jaren achtereen slechts met stifstof-
houdende meststoffen besmest en kali, kalk
en phosphor onthoudt. Omgekeerd zullen bij
bemesting alleen met kalk en phosphor-
zuurhoudende meststoffen gaandeweg de
grassen vermindereu en de klaver toenemen.
Daar het voor elke goede weide noodzake
lijk is, dat er en grassen en klavers in
groeien, zoo is daarmede de noodzakelijk
heid van de kali voor de weide aangetoond
zonder kali geen klaver. Doch er is meer.
Indirect werkt een bemesting met kali ook
op de hoeveelheid stikstof in den grond.'
De vlinderbloemigen leggen de stikstof uit
de lucht vast in den grond. De stikstof
vormt een kapitaal, dat straks na het scheu
ren der weide zal aangesproken worden.
Het is duidelyk, dat alleen dan, wanneer
voor een voldoende kalibemesting gezorgd
wordt, die hoeveelheid niet kan tegenvallen.
Het nadeeligste onkruid onzer graslanden
is de moeraspaardestaart, ook Hermoes,
Roobol (Equisetum Arveux) geheeten. Na-
deelig vooral ook omdat het de melk der
runderen (ook als het in het hooi voorkomt)
slymig en blauw en soms bitter maakten
aanleiding geeft tot allerlei ziekten by het
rundvee, zooals het afzetten van het kalf,
bloedpissen, buikloop opblazen van den darm
enz. Misschien is het gemakkelijkste middel
om zulke weiden te verbeteren een sterke
kainietbemestingin elk geval is in de
laatste jaren ondervonden, dat by over
vloedige kainietbemesting het Hermoes ver
dwynt.
Wy kuDneD dus als redenen voor een
kalibemesting noemen
lo. De kali geeft aan alle weideplanten
een onontbeerlijk voedsel
2o. Zij vermeerdert de klaver tusschen
het gras
3o. Zy vermeerdert daardoor indirect den
voorraad stikstof in den bodem;
4o. Zy doet de schadelijke onkruiden
uit het grasland verdwijnen.
Ministerie van Landbouw, Nijverheid
en Handel.
Directie van den Landbouw.
OOGSTOVERZICHT
VAN 10 SEPTEMBER 1910.
Het onderstaand overzicht van den stand
der landbouwgewassen op 10 September
1910 is, met medewerking van de Rijks-
landbouwleeraren, samengesteld naar ge
gevens, verstrekt door de correspondenten
van de Directie van den Landbouw.
Konden in het oogstoverzicht van 15 Juli
jl. in het algemeen gunstige verwachtingen
ten aanzien van den oogst der meeste gewas
sen worden uitgesproken, thans blijkt.meer
en meer, dat de uitslag niet aan deze ver
wachtingen beantwoordt. De voedergewassen
uitgezonderd, valt de oogst van 1910 alge
meen zeer tegen.
De maand Juli kenmerkte zich door lage
temperatuur en sterken regonval. De tem
peratuur was gemiddeld 2° beneden sterken
normaal. De -neerslag was buitengewoon
groot, vooral in het zuiden en oosten des
lands. Alleen in het midden der maand
kwamen er eenige droge, zonnige dagen
voor.
In Augustus week de temperatuur weinig
van de normale af, al kwamen zomersche,
warme dagen weinig voor. De neerslag was
algemeen en vooral in het noorden gering.
Over het geheele land genomen bedroeg de
maandsom slechts de helft van de normale
hoeveelheid. Zware onweders kwamen niet
voor. In de eerste dagen van September
was het weer meest regenachtig.
Hebben de vele regens in Juli ongetwijfeld
veel schade veroorzaakt, het groeizame weer
in Juni en het gunstige oogstweer in Augus
tus, waardoor de oogst vroeg en over het
geheel in goeden toestand binnen kwam, in
aanmerking genomen, zou men vooral op
de klei, ongetwijfeld een beteren oogst hebben
verwacht dan feitelijk is verkregen. Dit
moet waarschijnlijk worden toegeschreven
aan den slechten toestand van den bodem,
als gevolg van de hevige regens en het
uitblijven van vorst in den winter van
1909/1910. Dientengevolge hebben vele ge
wassen zich onvoldoende ontwikkeld, zy
hebben weinig stroo gegeven en de opbrenst
valt algemeen tegen.
Waar de ongunstige invloed dit jaar vooral
in den bodem was gezeteld, loopen de
opbrengsten zeer uiteen en wel niet alleen
op de verschillende grondsoorten, maar ook
in denzelfden streek en onder schijnbaar
de zelfde omstandigheden. Over het geheel
geven de lichtere gronden betere oogsten
dan de zware.
De granen geven weinig stroo, terwijl de
opbrengst aan graan per schoof evenzeer
niet groot is. De oogst van tarwe, gerst en
haver kan dooreengenomen hoogtens vrij
goed worden genoemd. De roggeoogst is ook
belanrijk minder dan in 1909, toen dit gewas
zeer hooge opbrengsten gaf. De uitkomsten
wisselen thans van vrij goed tot goed. De
qualiteit van het graan is, dank zy hot
gunstige oogstweer, over het geheel veel
beter dan in 1909.
Koolzaad gaf slechts eene vrij slechte tot
matige opbrengst. De uitkomsten van de
teelt van bruin mosterdzaad waren goeddie
van karwij vrij goed tot goed. Yan bruine
boonen was de oogst in Zeeland goed, in
Noord- en Zuidholland vrij goed. Vlas was
van goede hoedanigheid, doch de opbrengst
per H. A. valt zeer tegen.
Van het erwtengewas is al heel weinig
terechtgekomen. Op vele plaatsen moet men
van een mis gewas spreken. De oogst was
op de klei over het geheel vrij slecht. Op
het zand, waar echter weinig erwten geteeld
worden, waren de resultaten beter. Ook de
boonen gaven weinig bevredigende opbren-
sten. In Groningen, waar veel boonen ver
bouwd worden, isde oogstslecht tot wij slecht-,
elders is hy vrij goed.
Ten aanzien van de late landbouwgewas
sen valt het volgende op te merken.
Gonsumtieaardappelen. De aardappeloogst
geeft weinig redenen tot tevredenheid.
Waarschijnlijk vooral ten gevolge van
den ongezonden toestand van den bodem
en door de vele regensin Juli wordt er veel
geklaagd, dat de aardappelen te vroeg zyn
afgestorven en dat de ziekte zeer schadelijk
is geworden, hoewel de toestand zelf in
de zelfde streek sterk uiteenloopt.
Uit verschillende provicién wordt bericht,
dat het bespuiten met Bordeausche pap dit
jaar uitmuntende uitkomsten heeft gegeven.
Behalve de gewoone ziekte is ook de krul-
ziekte in meerdere streken sterk opgetreden.
In Groningen zijn de aardappelen over
het geheel klein van stuk, doch goed van
smaak. Het gewas was sterk door de ziekte
aangetast. De stand wisselt van matig tot
goed.
Uit Friesland word bericht, dat opbrengst
6D qualiteit der aardappelen sterk uiteen-
loopen, dooreengenomen kunnen zy op de
klei goed, op het zand vrij goed worden ge
noemd. De qualiteit van de |Borgers (Eigen
heimers) munt boven die van de Blauwen
en Munsterschen uit. Evenals andere jaren
is men over de eerste soort (die verreweg
het meest verbouwd wordt), tevreden, de
qualiteit aan de laatste is daarentegen over
het geheel slechts zeer matig.
In Drenthe is de stand der aardappelen
op het zand, goed-, in Overijssel slechts
matig tot vrij goed.
Zeer onbevredigd is voorts de oogst in
.Gelderland. Algemeen wordt bericht, dat de
knollen ten gevolge van het te vroeg afster
ven van het loof, niet goed uitgegroeid en
te klein van stuk gebleven zyn. Vooral de
oude sooi'ten zijn te vroeg afgestorven,
de opbrengst van de nieuwe is belangrijk
beter. Bovendien zijn vele aardappelen ziek.
Op de hoogere gronden is de toestand aan
merkelijk beter dan op de lagere, waar tot
de helft der knollen ziek is.
In Utrecht treed de ziekte sterk op. De
Blauwen, die hier het meest verbouwd wor
den, gaven minder goede uitkomsten dan
de Bravo's en Eigenheimers Opbrengst en
qualiteit waren slechts matig.
In Noordholland is de stand op de klei
en het veen goed, op het zand matig. De
qualiteit is daar goed.
In Zuidholland liepen opbrengst en qua
liteit sterk uiteen, over het geheel is de