ONZE EILANDEN van 25 JfINI
1 910.
3
directeur van de nieuwe gasfabriek en ande-
^Het gebeele complex was in een uur tijds
uitjfgbQorZl'ak is tot nu toe onbekend. Een
en ander was verzekerd.
Fen gedeelte van den inboedel heeft
men sjechts knnnen redden. Er waren in
hel jjotel nog geen gasten.
tjevre dienstbode I
%ea weduwe te IJlst die door haar 20-jarige
jjsjistbode, met wie zij ongenoegen kreeg,
een kleedje in het gezicht geslagen,
heeft dientengevolge haar oog moeten mis
sen. 't Zal door een kunstoog worden ver
vangen.
Door een hondje gered
Toen de winkelier De W. aan den Molen
dijk te Oud-Beierland zich voor zijn winkel
bevond, trok het zijn aandacht, dat zijn
hondje blaffend kwam aanloopen en hem
als 't ware naar het Achterspui wilde mee
nemen. In de meening, dat 't diertje ratten
wilde vangen, ging de heer De W. mee en
vond tot zjjn schrik een kleinen jongen
in 't water liggen. Spoedig wist hij nu den
kleinen snaak op 't droge te brengen.
"Ware 't hondje er niet geweest, dan zou
de kleine groot gevaar geloopen hebben
van te verdrinken, aangezien er niemand
in de omgeving was.
Een postduif verdwaald geraakt. Den vori-
gen dag Donderdag ving de heer A. Wy-
benga, te Oldeboorn, in de buurt een post
duif, die doodelijk vermoeid, niet meer kon
vliegen. Hij verzorgde haar tot Zondag, toen
liet hij het diertje, met een briefje aan den
hals, waarop een korte vermelding van het
gebeurde.
Den volgenden" morgen ontving hij een
schrijven van den heer Bolman, Emmaka-
de te Leeuwarden, waarbij deze hem, onder
dankbetuiging, voor zijne handeling, mede
deelde dat de duif in den vroegen morgen
van 12 Juni was opgelaten te Tours in
Frankrijk. Door de onweders, welke dien
dag aldaar heerschten, is het dier waar
schijnlijk den kluts kwijtgeraakt en afge
dwaald.
Eindelijk is zjj toch weer op de oude til
terechtgekomen, na een afstand van onge
veer 1000 kilometer te hebben afgelegd.
Een verwoest leven. Vrijdag 17 dezer ont
ving de hoofdcommissaris van politie in
Den Haag een brief van een predikant van
een klein dorpje in de provincie Drenthe
met eenige aanwijzingen omtrent een 18-
jarig meisje dat de ouderlijke woning had
verlaten en waarschijnlijk in verkeerde om
geving was gekomen.
De recherche werd aan 't werk gezeten
in den morgen van den 18en Juni was het
meisje aan 't hoofdbureau eD verhaalde 't
volgende
Zjj was met weinig geld in Utrecht geko
men en na aldaar een nacht te hebben ge
logeerd, had ze nog 50 cent.
In Utrecht ronddolende, werd ze aange
sproken door een vrouw, die haar gaarne
wilde helpen. Deze, een beruchte koppelaar-
Ster uit Den Haag, nam haar mee naar haar
woonwagen, waarmee ze op dat oogenblik
in Utrecht was. Tusschen Utrecht en Am
sterdam werden verschillende dorpen be
zocht en afgebedeld met allerlei negotie.
Gedurende de Julianafeesten was het ilustre
gezelschap te Amsterdam en vandaar ver
trok het terug naar den Haag, waar het
arme kind overgeleverd werd in handen dei-
dochter van de koppelaarster, die haar in
Utrecht had opgepikt.
Deze vrouw, zoo mogelijk nog dieper ge
zonken dan haar moeder, en evenals deze
een verdierlykt schepsel, dwong het nog
onnoozele kind, tot ontucht, en toen deze
zich verzette, werd ze mishandeld.
De gevolgen van een en ander openbaar
den zich al spoedig in een vreeselyke ziekte
tengevolge waarvan ze in het Academisch
ziekenhuis te Leiden werd opgenomen. Niet
genezen ontslagen, kwam ze weer te den
Haag, en zoo werd ze in deerniswaardigen
toestand door de politie gevonden ten huize
van de koppelaarster.
Schamel gekleed, ziek en ellendig, zóó
dat ze haast niet kon loopen, kwam ze op
het hoofdbureau van politie, waar zij vrien
delijk werd ontvangen, en met een kop
koffie en een boterham werd verkwikt.
Bitterlijk schreiende, werd ze door een
rechercheur gebracht naar een arts, die
dadelijke opname in het Gem. Ziekenhuis
noodzakelijk achtte.
Daar was echter geen plaatst en door de
verdere bemoeiingen der politie is ze Maan
dag jl. in het R. K. Ziekenhuis opgenomen.
Bij het verhoor, waarvan proces verbaal
is opgemaakt, bleek, dat de vrouw, die haar
in Utrecht aansprak en meenam dezelfde is,
die door de rechtbank in 1908 is veroordeeld
tot een jaar gevangenisstraf-wegens koppe
larij en tot heden reizend onder een anderen
naam, van plaats tot plaats gaande zich
aan de ten uitvoerlegging van het vonnis
wist te onttïekken.
De rechercheur heeft dadelijk een van
haar bekwaamste mannen uitgezonden om
de beruchte koppelaarster te arresteeren.
Gisteren is ze te Rijnsburg aangehouden en
naar het huis van bewaring te Den Haag
overgebracht. Een woord van lof mag de
politie in deze niet worden onthouden. De
wiize waarop de zaak is behandeld, de snelle
afwikkeling en de toon waarop tegen het
arme ongelukkige kind werd gesproken,
heeft ons bijzonder getroffen, zegt de be
richtgever van de „Ned.", waaraan wij dit
verhaal ontleeneD, en die ongeveer 30 jaar in
de strijd tegen de prostitutie een werkzaam
aandeel had en als zoodanig op verschillende
plaatsen met justitie en politie in aanraking
kwam.
Daar kan de brandweer niets aan doen I
Dat de brandweer in Amsterdam voor
vele dingen geschikt geacht wordt is be
kend en de Amsterdammers schromen dan
ook gewoonlijk niet alarm te maken, als
zij denken, dat de kranige brandweer hulp
kan verleenen.
Maar Zaterdagmiddag is ze opgeroepen
voor i een geval tot dusverre éónig in de
annalen van het korps:
Een juffrouw in de Vrolikstraat verkeerde
in blijde verwachting. De jonge echtgenoot
had zooiets nog niet meegemaakt en toen
het oogenblik daar was, waarop de ooievaar
het raam zou komen binnenvliegen, was de
juffrouw" nog niet gekomen om het vrachtje
van het beest bij het binnenvliegen aan te
nemen. De aanstaande pa was hierdoor zoo
verbouwereerd, dat hij alarm maakte en de
brandweer spoedig met het noodige materiaal
aanwezig was.
Dat de officier opkeek en gewoon paf
stond, spreekt vanzelf en 'twas den papa
in spó vlug aan 't verstand gebracht, dat
hier geen koolzuurspuit of Magirusladder
kon helpen. Niettemin kwam er spoedig
afdoende hulp.
Een lastig meester.
De dienstbode M. had zich in Januari
1909 verhuurd bij den ingenieur M. H. C.
K., te Zwolle, haar koffer met kleederen
enz. bracht zjj mede. Verschillende redenen
waren oorzaak, dat zjj na een paar dagen
dien dienst weder verliet, waarbij haar
meester toen weigerde haar de goederen,
die zij mede had gebracht, te laten volgen.
Toen het meisje zonder haar kleederen op
straat stond, ging zij naar den commissaris
van politie bij wien reeds vroeger door ver
trokken dienstboden over een gelijk gedrag
van dezen meester was geklaagd, en ditmaal
bleef hij zelfs weigeren op verzoek der
politie.
Waar politiehulp niet baten mocht en
zelfs op een schrijven van het bureau van
consultatie om in der minne aan die arme
dienstbode haar kleederen terug te geven,
een onbeusch antwoord werd ontvangen,
werd langs civiel-rechtelijken weg een vor
dering tot teruggave ingesteld. Hiertegen
verweerde de meester zich door te zeggen
lo. dat de rechtbank te Zwolle waarvoor
hij gedaagd was, niet bevoegd was om van de
zaak kennis te nemen, omdat deze zaak tot
de competentie van den kantonrechter zou
behooren2o. dat hij tot het teruggeven
niet verplicht was, en 3o. dat hij in geen
geval schade behoefde te vergoeden, zooals
mede gevraagd was, omdat eischeres in het
geheel geen schade zou hebben geleden.
Haar procureur voerde voor haar aan, dat
zy wel degelijk schade geleden had, doordat
zij alles miste wat zij bezat, alles wat zij
noodig had en alles wat haar lief was, haar
kleederen, haar bijbeltje en haar weinige
sieraden, betgeen alles door hard werken
verkregen was en hetwelk nu wel door den
rijken meester .prullen" genoemd werd,
doch voor het meisje vormde haar „hebben
en houden".
Door de rechtbank te Zwolle werd 30
Juni van het vorig jaar de vordering toe
gewezen, doch ook, na dit vonnis, gaf de
veroordeelde de eigendommen niet af, maar
hield deze terug en kwam inmiddels van het
veroordeelend vonnis in hooger beroep voor
het Gerechtshof te Arnhem.
Thans deed het Hof op dit Hooger be
roep uitspraak en met bevestiging van het
vonnis der Zwolsche rechtbank, werd de
plagerige meester thans opnieuw veroor
deeld, om aan zijn gewozen dienstbode do
haar toebehoorende kleederen en verdere
goederen af te geven aan deze veroordee
ling kracht bijzettend, door hem tevens te
veroordeelen tot een schadevergoeding van
f 260 en met zy'n verwijzing in de kosten
van het geheele proces, die wel ongeveer
f 600 zullen bedragen. T ij d.
Een zeer eigenaardig geval doet zich in
een van de werkplaatsen van de Gasfabriek
te Groningen voor:
Door de daar dagelijks zich bevindende
werklieden werd n.l opgemerkt, dat een
zwaluwenpaar vijf jongen had gekregen,
zonder dat ze waren uitgebroed. Wel
kwamen de ouders dagelijks de eitjes keeren.
Door een in de nabijheid liggende stoomketel
heerschende er doorloopend tamelijke
warmte.
Gevaarlijk goedje
Aan het Schuitendiep te Groningen was
Maandag een heele consternatie
Daar was de koopman B. Z. bij het oude
metalenpakhuis van den heer Roosenboom
gekomen om een partij oud ijzer te verkoo-
pen. De meesterknecht Muller, die den
koopman te woord stond en het ijzer woog
kreeg met den verkooper verschil over de
vaag, of een der stukken wel ijzer was.
Men besloot de vraag op te lossen door
het stuk te slaan.
Het voorwerp bleek hol te zijn en toen
het kapot geslagen was, kwamen er gassen
te voorschijn, die blijkbaar een vergiftigende
uitwerking hadden. Althans de meester
knecht Muller en drie andere knechts, die
in de nabijheid werkten, werden onpasselijk
en kwamen, nadat zij eer3t frisch afgewas
sen waren, weer bij.
De heer Rosenboom wilde het bedenkelijke
goedje niet in zijn bergplaats hebben en liet
het weer op den wagen van Z leggen, die
nu de wagen naar het schuitendiep reed.
Maar nog niet alle gassen waren vervlogen.
Want de vrouw van een schipper, die daar
met zijn schip ligt, werd nu bedwelmd,
maar kwam, na door dr. Van Calcartezijn
behandeld, weer bij.
Ook ondervonden de omwonenden groo-
ten last van de bedenkelijke dampen. On
der anderen kregen twee kinderen het zoo
benauwd, dat zij naar het ziekenhuis moes
ten worden gebracht, waar zij werden bij
gebracht.
Onder politiegeleide werd het bedenkelijke
goedje buiten de bebouwde kom gebraeht.
Uit een onderzoek bleek, dat het afkom
stig is van materiaal, dat bij den bouw van
het graanpakhuis van den heer Van Munster
gebruikt is voor het produceeren van kunst-
licht.
Uitgehongerd 1
Zondagavond viel te Nijkerk een net ge
kleed voetreiziger op den openbaren weg
bewusteloos neer. Men kon dadelijk aan zy n
goed verzorgde kleeding zien, dat men niet
met een landlooper te doen had.
De dokter werd geroepen, die last gaf
den vreemdeling per brancard naar het zie
kenhuis over te brengen.
Alle pogingen het bewustzijn te doen
terugkeeren bleven vruchteloos. Eerst Maan
dagnamiddag kwam de man weer bij kennis
waarbij het vermoeden van den geneesheer
werd bewaarheid, dat honger de oorzaak
der ongesteldheid was
De man was van Meppe"l naar Amster
dam geweest om werk. Dit was hem toege
zegd en nu zou hij zonder een cent op
zak te voet naar vrouw en kinderen
gaan om de blijde tijding te brengen. Vrij
dag had hij het laatst wat genuttigd.
Zijn eergevoel weerhield hem te vragen.
Na goed te zijn verpleegdheeft hij nu de
reis naar Meppel voortgezet.
Ingezonden Stukken.
(Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.)
Tot inkeer I
Men schijnt te Sommelsdijk toch tot in
keer te komen! Het gaat nog wel zoo'n gan
getje niet, maar het gaat tochWoensdag
werd-tegen 's avonds half acht-de vader
van één mijner leerlingen bij den burge
meester ontboden. Het gevolg van het on
derhoud was, dat do kinderen vun dien man
de school weer mochten bezoeken en wel
voor niets 1
Begrijpt men nu zoo'n houding Waarom
heeft de burgemeester den man niet ontbo
den, zoodra de wanbetaling te zijner oore
kwam? Dan was zijn besluit natuurlijk het
zelfde geweest! En dan hadden de kinderen
niet, zooals nu dat zal het gemeentebe
stuur zelf moeten erkennen door zyn
toedoen negen schooltijden noodeloos ver
zuimtA. ROETMAN.
Buitenland.
Een autobus in een afgrond. Bij een plaat
selijk feest te Unquera in Portugal reden
verscheidene automobielen op den weg, die
daarheen voert. De weg loopt over een heu
vel en langs een afgrond en op het gevaar
lijkste punt reden een autobus en een auto
mobiel elkaar aan, met het gevolg dat de
autobus in den 320 voet diepen afgrond
stortte. Van de 12 passagiers, benevens
chauffeur en conducteur, werden er 5 gedood
en alle anderen zwaar gewond.
Opzienbarende arrestaties te Warschau.
Het door senator Neidhardt ingestelde on
derzoek naar de legerintendance te Warschau
werd in ambtenaarskringen reeds lang met
ongerustheid gade geslagen en nu is de bom
gesprongengroot opzien baarden deze week
de op last van Neihardt plaats gehad hebben
dearrestaties van hoofdambtenaren der War
schatter intendanceoverste Luba, kapitein
Lyskaud en hofraad Boutsch-Boydanowsk.
Terstond daarop volgde de arrestatie van den
hoofdingenieur Marschewski, die de leiding
had van den bouw der derde Weichselbrug en
van Eugenjusch Lidenski, onderschef van
Warachauer post en telegraafdistrict. Deze
arrestaties kwamen zeer onverwacht,zoo wel
voor de betrokkenen als voor publiek. Den
beschuldigden intendance ambtenaren wordt
afpersing en verduistering ten laste gelegd.
Zij zijn in verzekerde bewaring en het tegen
hen bijeengebrachte bewijsmateriaal is opge
zonden aan den rechter van instructie in
militaire strafzaken. Tot dusverre zyn geen
bijzonderheden omtrent het hun ten laste
gelegde bekend geworden, doordat het voor
onderzoek onder de strikste geheimhouding
plaats heeft. De feiten, die nu staan onthuld
te worden, zullen evenwel de clou vormen
van het doorNeidhardt ingestelde onderzoek.
Zeker had senator Neidhardt zich moeielijk
een dankbaarder taak kunnen kiezen dan
een onderzoek naar alle staats- en andere
openbare instellingen van Polen, want over
al, bijna zonder uitzondering, waar hij ze
slechts aanraakte en dit werd hem door
de geheimzinnige aanwijzingen, die hy dage
lijks ontving, zeer gemakkelijk gemaakt
vond hy diep ingedrongen bederf en verval.
Of het nu de leger-intendance of het gemeen
tebestuur betrof, de stadsbank van leening
waar men b.v, onlangs van 600 verpande
juweelen slechts de leedige etui's vond
of het kerkhofbestuur dat de beenderen
uit de eigen graven eenvoudig wegwierp
om die graven nogmaals te verkoopen
overal bleek het een ware dievenbende te
zijn. Dit openlijk te hebben geconstateerd
en gebrandmerkt is wellicht de eenige ver
dienste van senator's onderzoek. Aan een
verbetering der te Warschau heerschende
toestanden gelooft niemand daar.
Ongelooflijk 1 Te Wünsburg, naby Bellijn,
werd onlangs een 45-jarige lanbouwer, Vosz
genaamd, in een schuur van zyn hoeve
vermoord gevonden. Op grond van verschil
lende aanwijzingen werden hierop de vrouw
van Vosz en haar vader, een 74-jarige grijs
aard, in hechtenis genomen. Tans, na al
weken lang in voorloopige hechtenis te
hebben doorgebracht, heeftde vrouw van
Vosz verklaard, dat niet zij maar haar
moeder mede aan den moord schuldig
is. Bij confrontatie kwam de oude vrouw
inderdaad sterk in verdenking mededa-
deres te zijn, zoodat waarschijnlijk binnen
binnen eenige weken te Berlijn een zeer
bejaard echtpaar wegens vermoording van
hun schoonzoon te recht zal staan.
Prinses Feodora van Sleeswijk—Holstein. t
Prinses Feodora van Sleeswijk Holstein,
de jonste zuster der keizerin van Duitsland,
in den voormiddag te Obersasbach, waar
zij bij Freifrau Roeder op bezoek was aan
hartverlamming overleden.
(Prinses Feodora was de jongste der vier
dochters van Hertog Ernst Gunther van
Sleeswyk—Holstein en werd geboren 3 Juli
1874 Bornstedt by Postdam. De prinses
was ongehuwd).
Wy lezen in de Nieuwe Gazet:
Voor een paar dagen kwam een voerder
van de Brusselsche trams, die des morgens
in de vroegte zijn dienst moest hernemen,
te laat aan de standplaats, waar hy het
tramrijtuig kon aantreffen dat hem ter
besteraming moest brengen. Wat te doen
Telaat komen voor het hernemen van den
dienst wordt streng gestraft. De man wilde
te voet naar deu depot gaan, ongeveer 4
kilometer ver, toen hy een automobiel zag,
gevoerd door een „chauffeur" die eenbree-
den lederen bril droeg. De trambediende
meenende met een gewonen automobiel voer
der te doen te hebben, deed een teeken. De
auto stopte. De „chauffeur" vernam wat de
den trambediende overkomen was, en liet
hem i n den auto. Hy zegde dat de auto
toch voorbij den depot van den tram moest.
Ter bestemming gekomen wilde de tram
voerder den vriendelijken „chauffeur" ver
zoeken „er eentje mee te pakken", toen deze
laaste zyn bril afnam en den man het
lachend gelaat van den koning Albert
toonde
De luchtreis met de „Clouth." Over de
aankomst van het Duitsche luchtschip
Clouth te Brussel lezen wy nog in het „Han
delsblad van Antwerpen"
Zoodra Maandagochtend te Brussel het
nieuws bekend was van de onverwachteaan-
komst van den Duitschen bestuurbaren bal
lon Clouth, was het een algemeen geloop
naar de landingsplaats, te Ebberbeek.
De Clouth is een klein luchtschip van
142 m. lengte, eenen diameter van 8 m. 26 en
eenen inhoud van 2000 k m.
Geheel het luchtschip weegt 1320 kilo en
kan 4 personen meenemen.
De Clouth is dus wat grooter dan de
Zodiac, die wy verleden jaar te Antwerpen
zagen. Toen het luchtschip boven den koer
der kazernen passeerde, liet het een briefje
vallen, waarin men eenige soldaten vroeg
voor de landings-manoeuver. Onmiddellijk
werd een detachement'naar het plein ge
zonden. De drie inzittenden waren dood af,
want buiten de rexs Keulen—Brussel in 5
uren afgelegd, hadden zij nog den avond te
voren gedurende 5 uren boven den omtrek
van Keulen gekruist, en 't is waar toen zij
zagen, dat alles in den haak zat, dat zij
plotseling besloten te middernacht naar
Brussel te vertrekken.
Een zoon Clouth en zyn schoonmoeder
deden de reis per auto, doch kwamen lang
na den ballon te Brussel aan.
Senator Lannelongue heeft bij den Senaat
een voorstel ingediend om de ontvolkingvan
Frankrijk tegen te gaan met behulp van de
volgende maatregelen: vermeerdering van
militaire plichten voor ongehuwde mannen
boven negen-en-twintig jaar; verplichting
voor alle staats-, departementale en gemeen
te ambtenaren om gehuwd te zijn op 25-
jarigen leeftijd. Ambtenaren, die minstens
drie kinderen hebben, zullen geldelijke
voordeelen genieten in hun betrekking en
ook bij hun pensionneeringopheffing van
de bepalingen in bet burgerlijk wetboek
betreffende de beschikbare gedeelten eener
nalatenschap, met de bedoeling, dat het
recht van den vader van een gezin om vrij
te beschikken over zijn ouderlijk erfdeel
geen vrees kan doen ontstaan voor ver
brokkeling der fortuinen door het toenemen
van het aantal kinderen.
Een Romantisch huwelijk. De Engelgche
bladeu vertellen van een romantisch huwe
lijk. Een graaf Lewenhaupt, luitenant in
het Zweedsche leger, wou te Edenburg
trouwen wet een juffr. Weiss, een Duitsche.
Daar hoorde hy, dat hy eerst drie weken in
de stad moest wonen, maar zyn verlof zou
vóór dien om zyn. Dus moest er wat op
verzonnen worden. Een advocaat wist een
uitweg. Hij kon dadelijk trouwen buiten
Engelands territorale wateren. Er werd een
sleepboot gehuurd en in de Forlh-baai, drie
my'l uit de kust, sloot een Schotsch predi
kant het huwelijk.
Drie menschen verdronken. Een treurig on
geluk heeft op het meer van Neufchütel
plaats gehad.
Toen Maandageen booten verhuurder voor
de haven van Alban een tochtje op het
meer maakte in een motorboot, bemerkte
hy een zeilboot, met volle zeilen, zonder dat
er echter iemand in was. Hij stuurde er heen
en vond er kleeren in, die hij herkende als
toebehoorende aan een drietal broeders, die
Zondagmorgen om 11 uur uit Neuseh&tel
waren vertrokken. Waarschijnlijk zyn zy
gaan zwemmen midden in het meer en is
de boot door den stroom afgedreven. On
middellijk werden maatregelen genomen om
de ongelukkigen op te sporen. Doch zonder
resulaat. Het meer is op de plaats van het
ongeluk te diep. Men heeft dan ook de hoop
opgegeven, de lijken te zullen terugvinden.
Een neger gelyncht. Het gepeupel te
Dollas, Texas, heeft dezer dagen een neger,
die beschuldigd werd een blank meisje t6
hebben vermoord, gelyncht.
De beschuidige zou onder geleide van den
scheriff en een aantal soldaten naar de ge
vangenis worden gebracht, maar de stoet
werd onderweg aangehouden door een troep
van 200 man, die zich van den beschuldigde
meester maakte. De sheriff bood slechts
geringen tegenstand, maar zond een der
soldaten heen om versterking te halen.
In tusschen had de menigte den gevangene
yselyke folteringen doen ondergaan en deze
bekende eindelijk een meisje te hebben ver
moord. Er werd toen een brandstapel opge
worpen, die met parafine werd besmeerd, en
daaroy werd de gevangene verbrand.
Het complot in de West!
De correspondent van het H b 1. te Para
maribo schrijft van 1 Juni jl.:
Heden heeft in het fort Zeelandia een
omstandig verhoor plaats gehad van Kil-
linger, door den procureur-generaal en den
advokaat-generaal, bijgestaan door den
commissaris van politie.
Killinger heeft bekend, dat zyn complot
op touw was gezet om het gezag in Suriname
omver te werpen. Een tiental personen, zoo
geeft by op, was door hem ingewyd in zyr
plannen, en had opdracht een zoo groot
mogelijk aantal handlangers aan te werven.
Men weet reeds van een 150 personen die
in de zaak betrokken zyn.
Killinger beweert, dat de bedoeling was
de „omwenteling" zonder bloedvergieten te
doen plaats vinden. Alleen de ingewijden
zouden in den nacht van deh aanslag voor
zien worden van revolvers. De overige
volgelingen zouden met speciaal voor dit
doel vervaardigde zware stokken worden
gewapend. (Na Killinger's mededeelingen
heeft inderdaad hedenmiddag de politie 146
stokken gevonden, die onder den grond
waren begraven.)
De aanslag zou altijd volgens Killinger's
mededeelingen ongeveer als volgt worden
afgespeeld.
In den bewusten nacht, wanneer de in
specteur van politie met zyn ploeg man
schappen de wacht had, zou op twee plaatsen
in de stad valsch brandalarm worden ge
maakt. Een deel der militairen zou dan als
gebruikelijk, met een brandspuit uitrukken.
Op het politiebureau blijven op zoo'n oogen
blik slechts weinig manschappen achter.
Killinger en zijn manschappen zouden dus,
wat het politiebureau betreft, vrij spel
hebben. Van bet bureau zou men oprukken
naar het fort Zeelandia, de schildwachten
met dekens overrompelen en onschadelijk
maken. De mannen zoowel van de politie als
de troepenmacht, die niet tot Killinger's
volgelingen behoorden, zouden zooveel
mogelijk door opsluiting onschadelijk wor
den gemaakt. Daarna zou de Gouverneur
aan de beurt zyn, die onmiddellijk zou
worden afgezet, waarna men Suriname tot
vrystaat zou verklaren onder patronaat van
Nederland. In Suriname zou men dan een
vrede8taat stichten zonder militairen, a la
Bertha Von Suthner. Dat verder de telefoon
draden zouden worden doorgesneden, het
telegraafkantoor bezet, enz. zyn bizonder-
heden, bij wyze van kruiding der spijze.
Er is in deze „bekentenis" veel zonder
lings, wat tot reserve maant. Vooral die
vredesidyllesvan een man die steeds dweepte
met al wat militair is, komt mij vreemd
voor.
Hoewel een duurzame verordering van 't
gezag, door een avonturier als Killinger
moeilijk denkbaar is, is het toch wel zeker
dat het complot tot veel moeilijkheden had
kunnen lijden. Het is gebleken dat Kittinger
pogingen deed om ook de plantage-immi
granten in de zaak te betrekken. Was't
doel een opstand op verschillende plantages
uit te lokken, zoodat een deel der troepen
macht daarheen gezonden had moeten
worden Dat het verder werkelijk de bedoe
ling was om brandalarm te maken en om
geen menschenlevens op te offeren, is iets
waarachtig ik my veroorloof eveneens een
vraagteeken te plaatsen.
De slachtoffers van de ramp der Pluvióse
zyn gisteren met groote plechtigheid te
Calais begraven. In de stad waren de bran
dende lantarens met rouwkrip omfloerst.
Werkplaatsen en kantoren waren gesloten
en alle straten, waar de lijkstoet door moest
rijden, waren met zand bestrooid. Langs den
geheelen weg was een rouwversiering aan
gebracht. In, den nacht waren de lijkkisten,
waarin het stoffelijk hulsel der omgekome
nen rustte, naar het gemeentehuis overge
bracht, waarvan de groote vestibule tot
rouwkapel was herschapen. De eerbewijzen
aan de omgekomen opvarenden der Pluvióse
bewezen, omvatten drie ceremoniëneen
burgerlijke in het gemeentehuis, een gods
dienstige in de kathedraal en een laatste i
een eveneens tot rouwkapel ingerichte loods,
waar de lijkkisten geplaatst werden tot de
beaarding of tot ze naar elders vervoerd
worden, om daar ter aarde besteld te worden.
Om kwart voor twaalven kwam de trein
aan, die de onder-voorzitters van Senaat en
Kamer en delegaties uit beide lichamen
aanbracht. Om twaalf uur kwam president
Fallières aan, in gezelschap van minister
Briand, vice-admiraal Boué de Lapeyrère,
minister van marinegeneraal Brun, minis
ter van oorlog; Sarraut, onder-staatssecre
taris van oorlogMollard, directeur van het
protokol, e. a. in plechtigen stoet, waarin
ook de vertegenwoordigers van de Engel-
sche, de Duitsche, de Russische, de Ame-
rikaansche, de Japansche en de Bulgaarsche
marine vertegenwoordigd zyn, gaat het naar
het gemeentehuis. Dadelyk nadat de auto
riteiten daar zijn aangekomen, wordt begon
nen de lijkstoet op te stellen, die zich om
één uur in beweging stelt. Eerst gaan gen
darmen te paard, muziekkorpsen en een
eskadron kurassiers. Dan volgen, in de hand
gedragen, de kransen van den President der
republiek, van den Senaat, de Kamer, den
algemeenen raad van het departement Pas-
de-Calais en den gemeenteraad van Calais.
Vervolgens komen rijtuigen beladen met
kransen en palmen, waaronder er een is
van den heitog van Orleans en hier achter
komen de zeven-en-twintig affuiten, die
volgens rangorde de lijkkisten der omgeko
menen dragen: eerst de gewone matrozen,
commandant Parat het laatst. Vervolgens de
open rijtuigen der officieele personen, aan
wier hoofd president Fallières en gevolgd
door een eskadron dragonders met den stan
daard. Hier achter komen de betrekkingen
der verongelukte zeelieden, in wier midden
admiraal Bellue gaat meteen commandant
van de vloot van onderzeeörs, dien van de
vloot van Calais, de gezagvoerders van de
onderzeeërs Ventóse eD Germinal, generaal
Davignon, e. a. Ook zij, die het moeilijke
werk volbracht hebben om de lyken uit de
Pluvióse boven te brengen, gaan in den stoet.
Het zijn dokters der marine, oude matrozen,
ingenieurs, enz.
In de scboone kathedraal heeft een indruk
wekkende korte plechtigheid plaats. De bis
schop van Arras verleent er absolutie. Dan
wordt de stoet weer gevormd en men be
geeft zich naar de tot rouwkapel ingerichte
hal, waar de lijkkisten neergezet worden.
Hier worden toespraken gehouden. Het eerst
voert de burgemeester van Calais het woord
dan spreekt de minister van marine en tot
slot president Fallières.
De droeve plechtigheid was hiermede ge
ëindigd. Buiten de hal heeft president Fal
lières het ridderkruis van het legioen van
eer overhandigd aan dr. Savidan, die met
gevaar voor eigen leven de lyken der om
gekomenen uit de Pluvióse naar boven heeft
gebracht. De adjudant Lemonnier ontving
dezelfde onderscheiding.
In den nacht heeft een spoortrein vyf-en-
twintig van de zeven-en-twintig lijkkisten
weggevoerd. ZÜ bevatten het stoffelijk over
schot van hen, die op verlangen der familie
elders begraven worden. N. R. C.