ONZE EILANDEN van 25 JfINI 1 910. 3 directeur van de nieuwe gasfabriek en ande- ^Het gebeele complex was in een uur tijds uitjfgbQorZl'ak is tot nu toe onbekend. Een en ander was verzekerd. Fen gedeelte van den inboedel heeft men sjechts knnnen redden. Er waren in hel jjotel nog geen gasten. tjevre dienstbode I %ea weduwe te IJlst die door haar 20-jarige jjsjistbode, met wie zij ongenoegen kreeg, een kleedje in het gezicht geslagen, heeft dientengevolge haar oog moeten mis sen. 't Zal door een kunstoog worden ver vangen. Door een hondje gered Toen de winkelier De W. aan den Molen dijk te Oud-Beierland zich voor zijn winkel bevond, trok het zijn aandacht, dat zijn hondje blaffend kwam aanloopen en hem als 't ware naar het Achterspui wilde mee nemen. In de meening, dat 't diertje ratten wilde vangen, ging de heer De W. mee en vond tot zjjn schrik een kleinen jongen in 't water liggen. Spoedig wist hij nu den kleinen snaak op 't droge te brengen. "Ware 't hondje er niet geweest, dan zou de kleine groot gevaar geloopen hebben van te verdrinken, aangezien er niemand in de omgeving was. Een postduif verdwaald geraakt. Den vori- gen dag Donderdag ving de heer A. Wy- benga, te Oldeboorn, in de buurt een post duif, die doodelijk vermoeid, niet meer kon vliegen. Hij verzorgde haar tot Zondag, toen liet hij het diertje, met een briefje aan den hals, waarop een korte vermelding van het gebeurde. Den volgenden" morgen ontving hij een schrijven van den heer Bolman, Emmaka- de te Leeuwarden, waarbij deze hem, onder dankbetuiging, voor zijne handeling, mede deelde dat de duif in den vroegen morgen van 12 Juni was opgelaten te Tours in Frankrijk. Door de onweders, welke dien dag aldaar heerschten, is het dier waar schijnlijk den kluts kwijtgeraakt en afge dwaald. Eindelijk is zjj toch weer op de oude til terechtgekomen, na een afstand van onge veer 1000 kilometer te hebben afgelegd. Een verwoest leven. Vrijdag 17 dezer ont ving de hoofdcommissaris van politie in Den Haag een brief van een predikant van een klein dorpje in de provincie Drenthe met eenige aanwijzingen omtrent een 18- jarig meisje dat de ouderlijke woning had verlaten en waarschijnlijk in verkeerde om geving was gekomen. De recherche werd aan 't werk gezeten in den morgen van den 18en Juni was het meisje aan 't hoofdbureau eD verhaalde 't volgende Zjj was met weinig geld in Utrecht geko men en na aldaar een nacht te hebben ge logeerd, had ze nog 50 cent. In Utrecht ronddolende, werd ze aange sproken door een vrouw, die haar gaarne wilde helpen. Deze, een beruchte koppelaar- Ster uit Den Haag, nam haar mee naar haar woonwagen, waarmee ze op dat oogenblik in Utrecht was. Tusschen Utrecht en Am sterdam werden verschillende dorpen be zocht en afgebedeld met allerlei negotie. Gedurende de Julianafeesten was het ilustre gezelschap te Amsterdam en vandaar ver trok het terug naar den Haag, waar het arme kind overgeleverd werd in handen dei- dochter van de koppelaarster, die haar in Utrecht had opgepikt. Deze vrouw, zoo mogelijk nog dieper ge zonken dan haar moeder, en evenals deze een verdierlykt schepsel, dwong het nog onnoozele kind, tot ontucht, en toen deze zich verzette, werd ze mishandeld. De gevolgen van een en ander openbaar den zich al spoedig in een vreeselyke ziekte tengevolge waarvan ze in het Academisch ziekenhuis te Leiden werd opgenomen. Niet genezen ontslagen, kwam ze weer te den Haag, en zoo werd ze in deerniswaardigen toestand door de politie gevonden ten huize van de koppelaarster. Schamel gekleed, ziek en ellendig, zóó dat ze haast niet kon loopen, kwam ze op het hoofdbureau van politie, waar zij vrien delijk werd ontvangen, en met een kop koffie en een boterham werd verkwikt. Bitterlijk schreiende, werd ze door een rechercheur gebracht naar een arts, die dadelijke opname in het Gem. Ziekenhuis noodzakelijk achtte. Daar was echter geen plaatst en door de verdere bemoeiingen der politie is ze Maan dag jl. in het R. K. Ziekenhuis opgenomen. Bij het verhoor, waarvan proces verbaal is opgemaakt, bleek, dat de vrouw, die haar in Utrecht aansprak en meenam dezelfde is, die door de rechtbank in 1908 is veroordeeld tot een jaar gevangenisstraf-wegens koppe larij en tot heden reizend onder een anderen naam, van plaats tot plaats gaande zich aan de ten uitvoerlegging van het vonnis wist te onttïekken. De rechercheur heeft dadelijk een van haar bekwaamste mannen uitgezonden om de beruchte koppelaarster te arresteeren. Gisteren is ze te Rijnsburg aangehouden en naar het huis van bewaring te Den Haag overgebracht. Een woord van lof mag de politie in deze niet worden onthouden. De wiize waarop de zaak is behandeld, de snelle afwikkeling en de toon waarop tegen het arme ongelukkige kind werd gesproken, heeft ons bijzonder getroffen, zegt de be richtgever van de „Ned.", waaraan wij dit verhaal ontleeneD, en die ongeveer 30 jaar in de strijd tegen de prostitutie een werkzaam aandeel had en als zoodanig op verschillende plaatsen met justitie en politie in aanraking kwam. Daar kan de brandweer niets aan doen I Dat de brandweer in Amsterdam voor vele dingen geschikt geacht wordt is be kend en de Amsterdammers schromen dan ook gewoonlijk niet alarm te maken, als zij denken, dat de kranige brandweer hulp kan verleenen. Maar Zaterdagmiddag is ze opgeroepen voor i een geval tot dusverre éónig in de annalen van het korps: Een juffrouw in de Vrolikstraat verkeerde in blijde verwachting. De jonge echtgenoot had zooiets nog niet meegemaakt en toen het oogenblik daar was, waarop de ooievaar het raam zou komen binnenvliegen, was de juffrouw" nog niet gekomen om het vrachtje van het beest bij het binnenvliegen aan te nemen. De aanstaande pa was hierdoor zoo verbouwereerd, dat hij alarm maakte en de brandweer spoedig met het noodige materiaal aanwezig was. Dat de officier opkeek en gewoon paf stond, spreekt vanzelf en 'twas den papa in spó vlug aan 't verstand gebracht, dat hier geen koolzuurspuit of Magirusladder kon helpen. Niettemin kwam er spoedig afdoende hulp. Een lastig meester. De dienstbode M. had zich in Januari 1909 verhuurd bij den ingenieur M. H. C. K., te Zwolle, haar koffer met kleederen enz. bracht zjj mede. Verschillende redenen waren oorzaak, dat zjj na een paar dagen dien dienst weder verliet, waarbij haar meester toen weigerde haar de goederen, die zij mede had gebracht, te laten volgen. Toen het meisje zonder haar kleederen op straat stond, ging zij naar den commissaris van politie bij wien reeds vroeger door ver trokken dienstboden over een gelijk gedrag van dezen meester was geklaagd, en ditmaal bleef hij zelfs weigeren op verzoek der politie. Waar politiehulp niet baten mocht en zelfs op een schrijven van het bureau van consultatie om in der minne aan die arme dienstbode haar kleederen terug te geven, een onbeusch antwoord werd ontvangen, werd langs civiel-rechtelijken weg een vor dering tot teruggave ingesteld. Hiertegen verweerde de meester zich door te zeggen lo. dat de rechtbank te Zwolle waarvoor hij gedaagd was, niet bevoegd was om van de zaak kennis te nemen, omdat deze zaak tot de competentie van den kantonrechter zou behooren2o. dat hij tot het teruggeven niet verplicht was, en 3o. dat hij in geen geval schade behoefde te vergoeden, zooals mede gevraagd was, omdat eischeres in het geheel geen schade zou hebben geleden. Haar procureur voerde voor haar aan, dat zy wel degelijk schade geleden had, doordat zij alles miste wat zij bezat, alles wat zij noodig had en alles wat haar lief was, haar kleederen, haar bijbeltje en haar weinige sieraden, betgeen alles door hard werken verkregen was en hetwelk nu wel door den rijken meester .prullen" genoemd werd, doch voor het meisje vormde haar „hebben en houden". Door de rechtbank te Zwolle werd 30 Juni van het vorig jaar de vordering toe gewezen, doch ook, na dit vonnis, gaf de veroordeelde de eigendommen niet af, maar hield deze terug en kwam inmiddels van het veroordeelend vonnis in hooger beroep voor het Gerechtshof te Arnhem. Thans deed het Hof op dit Hooger be roep uitspraak en met bevestiging van het vonnis der Zwolsche rechtbank, werd de plagerige meester thans opnieuw veroor deeld, om aan zijn gewozen dienstbode do haar toebehoorende kleederen en verdere goederen af te geven aan deze veroordee ling kracht bijzettend, door hem tevens te veroordeelen tot een schadevergoeding van f 260 en met zy'n verwijzing in de kosten van het geheele proces, die wel ongeveer f 600 zullen bedragen. T ij d. Een zeer eigenaardig geval doet zich in een van de werkplaatsen van de Gasfabriek te Groningen voor: Door de daar dagelijks zich bevindende werklieden werd n.l opgemerkt, dat een zwaluwenpaar vijf jongen had gekregen, zonder dat ze waren uitgebroed. Wel kwamen de ouders dagelijks de eitjes keeren. Door een in de nabijheid liggende stoomketel heerschende er doorloopend tamelijke warmte. Gevaarlijk goedje Aan het Schuitendiep te Groningen was Maandag een heele consternatie Daar was de koopman B. Z. bij het oude metalenpakhuis van den heer Roosenboom gekomen om een partij oud ijzer te verkoo- pen. De meesterknecht Muller, die den koopman te woord stond en het ijzer woog kreeg met den verkooper verschil over de vaag, of een der stukken wel ijzer was. Men besloot de vraag op te lossen door het stuk te slaan. Het voorwerp bleek hol te zijn en toen het kapot geslagen was, kwamen er gassen te voorschijn, die blijkbaar een vergiftigende uitwerking hadden. Althans de meester knecht Muller en drie andere knechts, die in de nabijheid werkten, werden onpasselijk en kwamen, nadat zij eer3t frisch afgewas sen waren, weer bij. De heer Rosenboom wilde het bedenkelijke goedje niet in zijn bergplaats hebben en liet het weer op den wagen van Z leggen, die nu de wagen naar het schuitendiep reed. Maar nog niet alle gassen waren vervlogen. Want de vrouw van een schipper, die daar met zijn schip ligt, werd nu bedwelmd, maar kwam, na door dr. Van Calcartezijn behandeld, weer bij. Ook ondervonden de omwonenden groo- ten last van de bedenkelijke dampen. On der anderen kregen twee kinderen het zoo benauwd, dat zij naar het ziekenhuis moes ten worden gebracht, waar zij werden bij gebracht. Onder politiegeleide werd het bedenkelijke goedje buiten de bebouwde kom gebraeht. Uit een onderzoek bleek, dat het afkom stig is van materiaal, dat bij den bouw van het graanpakhuis van den heer Van Munster gebruikt is voor het produceeren van kunst- licht. Uitgehongerd 1 Zondagavond viel te Nijkerk een net ge kleed voetreiziger op den openbaren weg bewusteloos neer. Men kon dadelijk aan zy n goed verzorgde kleeding zien, dat men niet met een landlooper te doen had. De dokter werd geroepen, die last gaf den vreemdeling per brancard naar het zie kenhuis over te brengen. Alle pogingen het bewustzijn te doen terugkeeren bleven vruchteloos. Eerst Maan dagnamiddag kwam de man weer bij kennis waarbij het vermoeden van den geneesheer werd bewaarheid, dat honger de oorzaak der ongesteldheid was De man was van Meppe"l naar Amster dam geweest om werk. Dit was hem toege zegd en nu zou hij zonder een cent op zak te voet naar vrouw en kinderen gaan om de blijde tijding te brengen. Vrij dag had hij het laatst wat genuttigd. Zijn eergevoel weerhield hem te vragen. Na goed te zijn verpleegdheeft hij nu de reis naar Meppel voortgezet. Ingezonden Stukken. (Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.) Tot inkeer I Men schijnt te Sommelsdijk toch tot in keer te komen! Het gaat nog wel zoo'n gan getje niet, maar het gaat tochWoensdag werd-tegen 's avonds half acht-de vader van één mijner leerlingen bij den burge meester ontboden. Het gevolg van het on derhoud was, dat do kinderen vun dien man de school weer mochten bezoeken en wel voor niets 1 Begrijpt men nu zoo'n houding Waarom heeft de burgemeester den man niet ontbo den, zoodra de wanbetaling te zijner oore kwam? Dan was zijn besluit natuurlijk het zelfde geweest! En dan hadden de kinderen niet, zooals nu dat zal het gemeentebe stuur zelf moeten erkennen door zyn toedoen negen schooltijden noodeloos ver zuimtA. ROETMAN. Buitenland. Een autobus in een afgrond. Bij een plaat selijk feest te Unquera in Portugal reden verscheidene automobielen op den weg, die daarheen voert. De weg loopt over een heu vel en langs een afgrond en op het gevaar lijkste punt reden een autobus en een auto mobiel elkaar aan, met het gevolg dat de autobus in den 320 voet diepen afgrond stortte. Van de 12 passagiers, benevens chauffeur en conducteur, werden er 5 gedood en alle anderen zwaar gewond. Opzienbarende arrestaties te Warschau. Het door senator Neidhardt ingestelde on derzoek naar de legerintendance te Warschau werd in ambtenaarskringen reeds lang met ongerustheid gade geslagen en nu is de bom gesprongengroot opzien baarden deze week de op last van Neihardt plaats gehad hebben dearrestaties van hoofdambtenaren der War schatter intendanceoverste Luba, kapitein Lyskaud en hofraad Boutsch-Boydanowsk. Terstond daarop volgde de arrestatie van den hoofdingenieur Marschewski, die de leiding had van den bouw der derde Weichselbrug en van Eugenjusch Lidenski, onderschef van Warachauer post en telegraafdistrict. Deze arrestaties kwamen zeer onverwacht,zoo wel voor de betrokkenen als voor publiek. Den beschuldigden intendance ambtenaren wordt afpersing en verduistering ten laste gelegd. Zij zijn in verzekerde bewaring en het tegen hen bijeengebrachte bewijsmateriaal is opge zonden aan den rechter van instructie in militaire strafzaken. Tot dusverre zyn geen bijzonderheden omtrent het hun ten laste gelegde bekend geworden, doordat het voor onderzoek onder de strikste geheimhouding plaats heeft. De feiten, die nu staan onthuld te worden, zullen evenwel de clou vormen van het doorNeidhardt ingestelde onderzoek. Zeker had senator Neidhardt zich moeielijk een dankbaarder taak kunnen kiezen dan een onderzoek naar alle staats- en andere openbare instellingen van Polen, want over al, bijna zonder uitzondering, waar hij ze slechts aanraakte en dit werd hem door de geheimzinnige aanwijzingen, die hy dage lijks ontving, zeer gemakkelijk gemaakt vond hy diep ingedrongen bederf en verval. Of het nu de leger-intendance of het gemeen tebestuur betrof, de stadsbank van leening waar men b.v, onlangs van 600 verpande juweelen slechts de leedige etui's vond of het kerkhofbestuur dat de beenderen uit de eigen graven eenvoudig wegwierp om die graven nogmaals te verkoopen overal bleek het een ware dievenbende te zijn. Dit openlijk te hebben geconstateerd en gebrandmerkt is wellicht de eenige ver dienste van senator's onderzoek. Aan een verbetering der te Warschau heerschende toestanden gelooft niemand daar. Ongelooflijk 1 Te Wünsburg, naby Bellijn, werd onlangs een 45-jarige lanbouwer, Vosz genaamd, in een schuur van zyn hoeve vermoord gevonden. Op grond van verschil lende aanwijzingen werden hierop de vrouw van Vosz en haar vader, een 74-jarige grijs aard, in hechtenis genomen. Tans, na al weken lang in voorloopige hechtenis te hebben doorgebracht, heeftde vrouw van Vosz verklaard, dat niet zij maar haar moeder mede aan den moord schuldig is. Bij confrontatie kwam de oude vrouw inderdaad sterk in verdenking mededa- deres te zijn, zoodat waarschijnlijk binnen binnen eenige weken te Berlijn een zeer bejaard echtpaar wegens vermoording van hun schoonzoon te recht zal staan. Prinses Feodora van Sleeswijk—Holstein. t Prinses Feodora van Sleeswijk Holstein, de jonste zuster der keizerin van Duitsland, in den voormiddag te Obersasbach, waar zij bij Freifrau Roeder op bezoek was aan hartverlamming overleden. (Prinses Feodora was de jongste der vier dochters van Hertog Ernst Gunther van Sleeswyk—Holstein en werd geboren 3 Juli 1874 Bornstedt by Postdam. De prinses was ongehuwd). Wy lezen in de Nieuwe Gazet: Voor een paar dagen kwam een voerder van de Brusselsche trams, die des morgens in de vroegte zijn dienst moest hernemen, te laat aan de standplaats, waar hy het tramrijtuig kon aantreffen dat hem ter besteraming moest brengen. Wat te doen Telaat komen voor het hernemen van den dienst wordt streng gestraft. De man wilde te voet naar deu depot gaan, ongeveer 4 kilometer ver, toen hy een automobiel zag, gevoerd door een „chauffeur" die eenbree- den lederen bril droeg. De trambediende meenende met een gewonen automobiel voer der te doen te hebben, deed een teeken. De auto stopte. De „chauffeur" vernam wat de den trambediende overkomen was, en liet hem i n den auto. Hy zegde dat de auto toch voorbij den depot van den tram moest. Ter bestemming gekomen wilde de tram voerder den vriendelijken „chauffeur" ver zoeken „er eentje mee te pakken", toen deze laaste zyn bril afnam en den man het lachend gelaat van den koning Albert toonde De luchtreis met de „Clouth." Over de aankomst van het Duitsche luchtschip Clouth te Brussel lezen wy nog in het „Han delsblad van Antwerpen" Zoodra Maandagochtend te Brussel het nieuws bekend was van de onverwachteaan- komst van den Duitschen bestuurbaren bal lon Clouth, was het een algemeen geloop naar de landingsplaats, te Ebberbeek. De Clouth is een klein luchtschip van 142 m. lengte, eenen diameter van 8 m. 26 en eenen inhoud van 2000 k m. Geheel het luchtschip weegt 1320 kilo en kan 4 personen meenemen. De Clouth is dus wat grooter dan de Zodiac, die wy verleden jaar te Antwerpen zagen. Toen het luchtschip boven den koer der kazernen passeerde, liet het een briefje vallen, waarin men eenige soldaten vroeg voor de landings-manoeuver. Onmiddellijk werd een detachement'naar het plein ge zonden. De drie inzittenden waren dood af, want buiten de rexs Keulen—Brussel in 5 uren afgelegd, hadden zij nog den avond te voren gedurende 5 uren boven den omtrek van Keulen gekruist, en 't is waar toen zij zagen, dat alles in den haak zat, dat zij plotseling besloten te middernacht naar Brussel te vertrekken. Een zoon Clouth en zyn schoonmoeder deden de reis per auto, doch kwamen lang na den ballon te Brussel aan. Senator Lannelongue heeft bij den Senaat een voorstel ingediend om de ontvolkingvan Frankrijk tegen te gaan met behulp van de volgende maatregelen: vermeerdering van militaire plichten voor ongehuwde mannen boven negen-en-twintig jaar; verplichting voor alle staats-, departementale en gemeen te ambtenaren om gehuwd te zijn op 25- jarigen leeftijd. Ambtenaren, die minstens drie kinderen hebben, zullen geldelijke voordeelen genieten in hun betrekking en ook bij hun pensionneeringopheffing van de bepalingen in bet burgerlijk wetboek betreffende de beschikbare gedeelten eener nalatenschap, met de bedoeling, dat het recht van den vader van een gezin om vrij te beschikken over zijn ouderlijk erfdeel geen vrees kan doen ontstaan voor ver brokkeling der fortuinen door het toenemen van het aantal kinderen. Een Romantisch huwelijk. De Engelgche bladeu vertellen van een romantisch huwe lijk. Een graaf Lewenhaupt, luitenant in het Zweedsche leger, wou te Edenburg trouwen wet een juffr. Weiss, een Duitsche. Daar hoorde hy, dat hy eerst drie weken in de stad moest wonen, maar zyn verlof zou vóór dien om zyn. Dus moest er wat op verzonnen worden. Een advocaat wist een uitweg. Hij kon dadelijk trouwen buiten Engelands territorale wateren. Er werd een sleepboot gehuurd en in de Forlh-baai, drie my'l uit de kust, sloot een Schotsch predi kant het huwelijk. Drie menschen verdronken. Een treurig on geluk heeft op het meer van Neufchütel plaats gehad. Toen Maandageen booten verhuurder voor de haven van Alban een tochtje op het meer maakte in een motorboot, bemerkte hy een zeilboot, met volle zeilen, zonder dat er echter iemand in was. Hij stuurde er heen en vond er kleeren in, die hij herkende als toebehoorende aan een drietal broeders, die Zondagmorgen om 11 uur uit Neuseh&tel waren vertrokken. Waarschijnlijk zyn zy gaan zwemmen midden in het meer en is de boot door den stroom afgedreven. On middellijk werden maatregelen genomen om de ongelukkigen op te sporen. Doch zonder resulaat. Het meer is op de plaats van het ongeluk te diep. Men heeft dan ook de hoop opgegeven, de lijken te zullen terugvinden. Een neger gelyncht. Het gepeupel te Dollas, Texas, heeft dezer dagen een neger, die beschuldigd werd een blank meisje t6 hebben vermoord, gelyncht. De beschuidige zou onder geleide van den scheriff en een aantal soldaten naar de ge vangenis worden gebracht, maar de stoet werd onderweg aangehouden door een troep van 200 man, die zich van den beschuldigde meester maakte. De sheriff bood slechts geringen tegenstand, maar zond een der soldaten heen om versterking te halen. In tusschen had de menigte den gevangene yselyke folteringen doen ondergaan en deze bekende eindelijk een meisje te hebben ver moord. Er werd toen een brandstapel opge worpen, die met parafine werd besmeerd, en daaroy werd de gevangene verbrand. Het complot in de West! De correspondent van het H b 1. te Para maribo schrijft van 1 Juni jl.: Heden heeft in het fort Zeelandia een omstandig verhoor plaats gehad van Kil- linger, door den procureur-generaal en den advokaat-generaal, bijgestaan door den commissaris van politie. Killinger heeft bekend, dat zyn complot op touw was gezet om het gezag in Suriname omver te werpen. Een tiental personen, zoo geeft by op, was door hem ingewyd in zyr plannen, en had opdracht een zoo groot mogelijk aantal handlangers aan te werven. Men weet reeds van een 150 personen die in de zaak betrokken zyn. Killinger beweert, dat de bedoeling was de „omwenteling" zonder bloedvergieten te doen plaats vinden. Alleen de ingewijden zouden in den nacht van deh aanslag voor zien worden van revolvers. De overige volgelingen zouden met speciaal voor dit doel vervaardigde zware stokken worden gewapend. (Na Killinger's mededeelingen heeft inderdaad hedenmiddag de politie 146 stokken gevonden, die onder den grond waren begraven.) De aanslag zou altijd volgens Killinger's mededeelingen ongeveer als volgt worden afgespeeld. In den bewusten nacht, wanneer de in specteur van politie met zyn ploeg man schappen de wacht had, zou op twee plaatsen in de stad valsch brandalarm worden ge maakt. Een deel der militairen zou dan als gebruikelijk, met een brandspuit uitrukken. Op het politiebureau blijven op zoo'n oogen blik slechts weinig manschappen achter. Killinger en zijn manschappen zouden dus, wat het politiebureau betreft, vrij spel hebben. Van bet bureau zou men oprukken naar het fort Zeelandia, de schildwachten met dekens overrompelen en onschadelijk maken. De mannen zoowel van de politie als de troepenmacht, die niet tot Killinger's volgelingen behoorden, zouden zooveel mogelijk door opsluiting onschadelijk wor den gemaakt. Daarna zou de Gouverneur aan de beurt zyn, die onmiddellijk zou worden afgezet, waarna men Suriname tot vrystaat zou verklaren onder patronaat van Nederland. In Suriname zou men dan een vrede8taat stichten zonder militairen, a la Bertha Von Suthner. Dat verder de telefoon draden zouden worden doorgesneden, het telegraafkantoor bezet, enz. zyn bizonder- heden, bij wyze van kruiding der spijze. Er is in deze „bekentenis" veel zonder lings, wat tot reserve maant. Vooral die vredesidyllesvan een man die steeds dweepte met al wat militair is, komt mij vreemd voor. Hoewel een duurzame verordering van 't gezag, door een avonturier als Killinger moeilijk denkbaar is, is het toch wel zeker dat het complot tot veel moeilijkheden had kunnen lijden. Het is gebleken dat Kittinger pogingen deed om ook de plantage-immi granten in de zaak te betrekken. Was't doel een opstand op verschillende plantages uit te lokken, zoodat een deel der troepen macht daarheen gezonden had moeten worden Dat het verder werkelijk de bedoe ling was om brandalarm te maken en om geen menschenlevens op te offeren, is iets waarachtig ik my veroorloof eveneens een vraagteeken te plaatsen. De slachtoffers van de ramp der Pluvióse zyn gisteren met groote plechtigheid te Calais begraven. In de stad waren de bran dende lantarens met rouwkrip omfloerst. Werkplaatsen en kantoren waren gesloten en alle straten, waar de lijkstoet door moest rijden, waren met zand bestrooid. Langs den geheelen weg was een rouwversiering aan gebracht. In, den nacht waren de lijkkisten, waarin het stoffelijk hulsel der omgekome nen rustte, naar het gemeentehuis overge bracht, waarvan de groote vestibule tot rouwkapel was herschapen. De eerbewijzen aan de omgekomen opvarenden der Pluvióse bewezen, omvatten drie ceremoniëneen burgerlijke in het gemeentehuis, een gods dienstige in de kathedraal en een laatste i een eveneens tot rouwkapel ingerichte loods, waar de lijkkisten geplaatst werden tot de beaarding of tot ze naar elders vervoerd worden, om daar ter aarde besteld te worden. Om kwart voor twaalven kwam de trein aan, die de onder-voorzitters van Senaat en Kamer en delegaties uit beide lichamen aanbracht. Om twaalf uur kwam president Fallières aan, in gezelschap van minister Briand, vice-admiraal Boué de Lapeyrère, minister van marinegeneraal Brun, minis ter van oorlog; Sarraut, onder-staatssecre taris van oorlogMollard, directeur van het protokol, e. a. in plechtigen stoet, waarin ook de vertegenwoordigers van de Engel- sche, de Duitsche, de Russische, de Ame- rikaansche, de Japansche en de Bulgaarsche marine vertegenwoordigd zyn, gaat het naar het gemeentehuis. Dadelyk nadat de auto riteiten daar zijn aangekomen, wordt begon nen de lijkstoet op te stellen, die zich om één uur in beweging stelt. Eerst gaan gen darmen te paard, muziekkorpsen en een eskadron kurassiers. Dan volgen, in de hand gedragen, de kransen van den President der republiek, van den Senaat, de Kamer, den algemeenen raad van het departement Pas- de-Calais en den gemeenteraad van Calais. Vervolgens komen rijtuigen beladen met kransen en palmen, waaronder er een is van den heitog van Orleans en hier achter komen de zeven-en-twintig affuiten, die volgens rangorde de lijkkisten der omgeko menen dragen: eerst de gewone matrozen, commandant Parat het laatst. Vervolgens de open rijtuigen der officieele personen, aan wier hoofd president Fallières en gevolgd door een eskadron dragonders met den stan daard. Hier achter komen de betrekkingen der verongelukte zeelieden, in wier midden admiraal Bellue gaat meteen commandant van de vloot van onderzeeörs, dien van de vloot van Calais, de gezagvoerders van de onderzeeërs Ventóse eD Germinal, generaal Davignon, e. a. Ook zij, die het moeilijke werk volbracht hebben om de lyken uit de Pluvióse boven te brengen, gaan in den stoet. Het zijn dokters der marine, oude matrozen, ingenieurs, enz. In de scboone kathedraal heeft een indruk wekkende korte plechtigheid plaats. De bis schop van Arras verleent er absolutie. Dan wordt de stoet weer gevormd en men be geeft zich naar de tot rouwkapel ingerichte hal, waar de lijkkisten neergezet worden. Hier worden toespraken gehouden. Het eerst voert de burgemeester van Calais het woord dan spreekt de minister van marine en tot slot president Fallières. De droeve plechtigheid was hiermede ge ëindigd. Buiten de hal heeft president Fal lières het ridderkruis van het legioen van eer overhandigd aan dr. Savidan, die met gevaar voor eigen leven de lyken der om gekomenen uit de Pluvióse naar boven heeft gebracht. De adjudant Lemonnier ontving dezelfde onderscheiding. In den nacht heeft een spoortrein vyf-en- twintig van de zeven-en-twintig lijkkisten weggevoerd. ZÜ bevatten het stoffelijk over schot van hen, die op verlangen der familie elders begraven worden. N. R. C.

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1910 | | pagina 3