I1 EN KJ NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. ZÜID-BOLLANDSCEE IN ZEEÜWSGHE MANDEN. 1 I bekende 'RINS 48 centen. IEDMGEW. Goederen, enz. Boekhandel, Boekhandel, Uere Kerkboek De verliefde Peetoom. Passementen, |xe-Artikelen, ere prijzen. Middelharnis. den nieuwe Abon- pmen op eerde bladen k; f3,— per jaar, 3,75. aers ff ra nis. DËtt SCHENK. ckeesche dels drukkerij ilhamis, KWERKEN tegen prijzen. 0 Mid (iel ham'9. len groote partij der overslag, k gebied voor Jon- Meisjes. iderspelen, Portret- Zwartjesalbums en poorten en prijzen. §sr, Kasboeken, Mu n Luxe post, al'e heden voor de Am- Steekenschool. Ver- Bordpapier. soorten de-, Dag- Week-, .eerboeken. •teutten Pen buitenlandsche irhooging van prijs, s van alle soorten BINDWERK. :ht-, Fantasie- en enz. enz. p boeken worden h Uitgeversprijzen nd, van der Schenk. ONZE EILANDEN voor de Dit Blad verschijnt eiken Zaterdagmorgen. Prijs per kwartaalf 0,50 Afzonderlijke nummers- 0,05 No. 11 Zaterdag 5 Februari 1910 17E Jaargang Alle voor de Redactie en Administratie bestemde stukken en Advertentiën worden uiterlijk Vrijdagmorgen ingewacht bij de Administratie te Middelharnis. Prijs per advertentiën van '1—5 regels f 0,50 Iedere regel meer- 0,10 Groote letters naar plaatsruimte. Buitenlandsch Overzicht. Amerika is het land der protectie bij uit nemendheid. Sinds lang worden daar de klachten gehoord, die altyd het gevolg zijn van een stelsel van beschermende rechten nl. dat de levensmiddelen zoo duur worden. Toch was het vorig jaar de oogst in de Vereenigde Staten zeer overvloedig. Niette min zyn de pryzen van tarwe, mais, vleesch, boter, eieren, van de noodzakelijkste levens behoeften in den laatste jaren zeer toegeno men. Zoo zijn te NewYork eetinrichtingen, waar men een voldoend middagmaal voor 6 Amerikaansche centen, dus 121/2 c011' iQ Nederlandsche munt. Door de stijging dei- prijzen moeten die inrichtingen hun tarief met 20 pCt. verhoogen, willen ze kunnen blijven bestaan. Door zoo'n verhooging wor den natuurlijk allereerst de mindere standen getroffen. Voor de duizenden kantoorbedien den is het salaris hetzelfde gebleven, voor hen beteekent de prysverhooging daarom vermindering hunner koopkracht. In vele bedrijven zijn de arbeidsloonen in de laatste jaren gestegen doch de arbeiders beweren dat die stijging niet opweegt tegen hetgeen het levensonderhoud thans meer kost. De staathuishoudkundigen geven allerlei rede nen op voor de prijsverhooging der waren. De één zoekt de oorzaak in de belangrijke toename van den grondvoorraad door de ontdekking van de vele mijnen in de laatste jaren. Daardoor kreeg het goud als ruilmid delen minder waarde en verminderde dus de hoeveelheid waren, die voor eenzelfde hoeveelheid goud ais vroeger kon worden gekocht. Een ander zoekt de oorzaak in de trusts, de groot-kapitalistische maatschap pijen, die alles opkoopen om het te verkoo- pen tegen door hen vastgestelde prijzen, de arbeiders als moderne slaven behandelen, den middenstand tot de loondienaren der ka pitalisten maken en schatten rooven van de volkswelvaart. De strijd tegen die monsters baat nog niet veel. Roosevelt en Taft hebben beiden wel getracht door middel der wet geving de vaak schandelijk misbruikte over macht der trusts te fnuiken, doch er zyn zoovelen, die belang hebben by bet voortbe- slaan dier trusts en Koning Dollar regeert in Amerika zoo oppermachtig dat de strijd byna wanhopig is. Het eenige wat kan helpen, is een krach tige volksbeweging. De boycott van de uit zuigende vleeschtrusts wyst er op, dat er een krachtig verzet komt tegen die moderne roofridders, die als trustkoningen millioenen stelen van de burgers en de meest geweten- looze middelen niet ontzien om het geld bijeen te schrapen. 1 Wat zal de Engelsche regeering doen, is wel de belangrijkste vraag, die zich thans voordoet na het einde van den verkiezings strijd. Daar de vertroebeling van de vraag punten waarom het had behooren te gaan, kan men niet zeggen dat een bepaalde uit feuilleton. Het was - met uw respect, majoor om 11 «riek te lachen, zooals hy om haar neen drentelde; precies onze bottelaar als t eetLwÜu'atnaar binnen rolt, zei ik tot Jean. Maar omdat mijnheer Radowitztoch wir, clansf' 00 de jonge heeren bijna ruzie mnfa11 6r 0lkaar, ging hy bij degroot- rv,«r,aer .Zltt0n en smeerde die honig om d'r P kij telkens met 'n loensch oogje naar de freule keek. £oed0nmiddag, juffrouw," zei ik, deriving f6" vindende om dien woor denvloed te stuiten, „ik wii nrohfiftren of reia81kmWdagSla,aPie kan pakken- Misschien ft h „n g T d6D °ach"«m verder - ïwete™ °aM te reizen, moet kamer ^p."6 h°t6"rap °p en mijn op het kanapeetafeltje lag een brief van n<2? Ik zat,e m'J °P d0 kanapee noi niS?0."1, en™lop °Pen. maar begon "°g niet te lezen. In mijn brein dwarrelden spraak van de kiezers is verkregen. Het oorspronkelijk geschil over de bevoegdheid van het Hoogerhuis om de begrooting, door het Lagerhuis aangenomen, te verwerpen, is door de conservatieven handig op den achtergrond geschoven en hun schrik aan jagende leuzen over 'tDuitsche gevaar en de onvoldoende sterkte der Engelsche vloot hebben kiezers voor hen doen stemmen. Daardoor is bet er voor de regeering niet gemakkelijker op geworden. Toch zal ze ongetwijfeld trachten de macht der Lords te knotten. Dit kan geschieden, als de kouiug gebrpik maakt van zyn recht om een „Pair schap" in te stellen, d.w.z. zooveel leden aan het Hoogerhuis toe te voegen, dat daar door de aanneming der liberale begrooting in het Hoogerhuis wordt gewaarborgd even als een wet, welke in het Hoogerhuis een meerderheid moet kunnen vinden om de bevoegdheden der Lords te verminderen. De arbeidersafgevaardigden willen maar het liefst het heele Hoogerhuis opdoeken. Dit was misschien wel het verstandigst, doch zoo'n radicalen maatregel zal wel geen minister in lengte van jaren aandurven. Rekenen wy de liberalen en arbeiders afgevaardigden als regeeringsparty, dan heb ben zy samen een meerderheid op de con servatieven, doch hangt alles er van af, wat de 70 Ieren zullen doen. De unionisten flik flooien, wat zy kunnen om die party over te haleD met hen 'mee te gaan en beloven hun zelfs zelfbestuur voor Ierland. Het is bekend, dat zy niet ingenomen zyn met de liberale begrooting, omdat deze de Iersche whiskey- en brandewijnindustrie belast. Staan zy het ministerie Asquith bij, dan zal dit ongetwyfeld met voorstellen komen om het Hoogerhuis aaü banden te leggen. Blij ken zij de party der unionisten te kiezen, dan heeft het liberale kabinet wel het langst geleefd en zullen nieuwe verkiezingen het eenige middel zyn om tot een zuiverder toestand te komen. In Duitschland hangt als een dreigende wolk voor ons land de invoering der rivier- tollen. Pruisen wil ons de kosten van ver betering en kanalisatie der rivieren te be strijden toe heffen op alle groote waterwegen. Zoo heet het in offlcieële taal. De zaak is echter niets anders dan het dry ven der agrariérs en der grondbezitters, die nog niet tevreden zyn, dat ze ontzettend veel nemen uit de zakken van hun medeburgers door middel der afschuwelijke protectie. Tot nu toe boden de Bondsstaten, die in den Bonds raad moeten beslissen over de invoering der rivier toll en, krachtig weerstand aan het dryven der Pruisen. Zy zagen in die tollen een schadelijke belemmering van het ver keer. De eigenlijke bedoeling der voorge stelde heffingen sprak nog onlangs een agrariër, (zoo heeten de adellijke meneeren, die het geld kloppen uit de zakken hunner medeburgers en vooral uit dien hunner pachters)„De groote stroomen brengen den binnenlandschen landbouw nadeel, omdat zy als „Einfallstor" dienen voor de buiten- de gedachten rusteloos dooreen en maakten het mij onmogelijk mijn opmerkzaamheid aan andere onderwerpen te wijden. Ik zag nog altyd dien Radowitz voor my, groot en breed en plomp, naast hem tante Klara in roerende harmonie, en ik hoorde haar zeggen met haar vinnig stemmetje „Bedenk toch, Victor, het kind is arm. dood arm, en Oetzeu is by slot van rekening toch een fatsoenlijk onderkomen. Och, al dat andere gedoe is maar bijzaak, sentimenta liteit." Loopt voor myn part allemaal naar den drommelvloekte ik. „Daar komt nie mendal van. Ik ben er ook nog! En met deze verwensching op de lippen vouwde ik den brief open. „Waarde Brenken! Wel duivekater, wat voer je-tochuit? Je berooft mij en jezelf van de aangenaam ste uren, laat my alleen de reis over den St. Gothard maken en wil je later bij mij voegen! Familie-aangelegenbeden Ik heb je mijn leven lang niet van zoo'n aan gelegenheid hooren sprekeD. Je zuster, die ik te Berlijn sprak, beweert, dat zij er niemendal van af weet. Ik hield na tuurlijk direct myn mond, omdat ik niet wist, wat je eigenlijk in je schild voerde, en bromde zoo iets van een paarden ver- landsche producten, waardoor de groote denkbeelden van onze beschermende politiek gedwarsboomd worden. De bekende agrariër Pappenheim ver klaarde by de bespreking der kanaalwotten ronduit„dat de invoer van graan in de allereerste plaats getroffen moest worden." Hiermede is de beteekenis en bedoeling der scheepvaarttollen duidelijk genoegverklaard. Zy moeten de Pruisische landheeren in staat stellen nog hooger prijzen te maken voor hun landbouwproducten. Dat daardoor mil lioenen zullen moeten bloeden door hooge pryzen der eerste levensbehoeften, daarover bekommeren zulke meneeren zich niet. Zij denken om zichzelf en hun belang. Het ongelukkige is maar, dat die kliek in Prui sen en daardoor in het heele Duitsche rijk regeert. Groote opschudding heeft in den Duitschen Rijksdag een redevoering van den verstoen- den oerconservatieven landjonker Von Oldenburg gewekt. By de behandeling der Oorlogsbegrooting zei deze middeleeuwer o.a. „Het is nu al zoo ver gekomen, dat oSScieren zich met hun militaire nooden tot afgevaardigden wenden 1 Dit gebeurde in m ij n tijd niet 1 Gelukkig heeft zich nie mand to t m ij gewend Van desoldatenmishandelingen sprekend, meende de Januschauwer, dat die wel nooit geheel zouden verdwijnen. Doch hy prees Duitschland gelukkig, dat daar ten minste niet gebeuren kan wat in Frankrijk was gebeurddat een kapitein een soldaat, die hy in drift had geslagen, openlijk excuus moest vragen En wat de bevoorrechting van den Pruisischer. adel in het leger betrof dat was een recht, op traditie gegrond vest, en het leger had er zich niet slecht by bevonden I Het ware beter, dat de offi cieren zich wat meer om de plichten, aan hun stand verbonden, bekommerdenAls thans een hunner onrecht geschiedt, brengt hij dadelijk een Rijksdaglid of een krant er mede op de hoogte. Dit gebeurde vroeger, teen hy, Von Oldenburg, officier was, n ooi tl Toen gaven de officieren er niet om wat de kranten zeiden of dedenzy vroegen alleen maar wat hun superieuren van hen eischten Meneer Von Oldenburg is van meening dat aan de meening van den Ryksdag te veel gewicht wordt toegekend. De koning van Pruischen en de Duitsche keizer moet in staat zijn om tot eiken luitenant te zeggenneem tien man en sluit den Ryksdag!" Die onzinnige verklaring gaf in den Ryksdag aanleiding tot geweldige betoogen. De con servatieve pers tracht de uitlating van den jonker goed te praten. De vrijzinnige wijst er terecht op, hoe gevaarlijke neigingen blijkbaar heerschen in die jonkerskringen. Het flinkst zegt de bekende Wolff bet in het Berliner TagerblattHy zegt van de treurige figuren als van Oldenburg, zooals men ze in Duitschland by dozijnen telt: kooping. Dat zoo iets eigenlijk beleedigend is om onder „familie-aangelegenheden" te worden gerangschikt, daarop had je zuster, goddank, zoo gauw geen erg. Zeg eens, Brenken, je wilt je toch niet gaan verloven Doe me 'n plezier en kom mij zoo gauw je kunt achterop. Ik zou je welleBerlyn opgewacht hebben, maar als men eenmaal zoo gepakt en gezakt staat, dan heeft men geen rust meer. Daarom gaat deze al te Lucerne op de post. Tegen middernacht ben ik te Genua, ik zal my nederzetten aan het straDd van de zee en vol smach tend verlangen op je wachten. A v a n ti Brenken, de Hemel behoede je voor dwaasheden I Je toegenegen Leeden." De vent is stapeldolriep ik uit. Toen werd het eensklaps kalm in myn hoofd, bizonder kalm. Na een poosje stond ik op en zette my Deer om hetschryven te beantwoorden. „Beste vriend Leeden! Ik veronderstel, dat je 't te Genua ook wel een paar dagen alleen kunt uithouden. Ik kan niet vroeger dan overmorgen van „Deze figuren lijken op den praatzuchti- gen held van de oude Duitsche satire in elk gebaar en in eiken karaktertrek. Hun bedreigingen en hun ijselyk geschreeuw zijn maar een slecht komediantenspel en zij zou den heelernaal haast niet durven spreken en zeer stil worden, indien men de voedende bron der genade een beetje voor hen sloot. Zij heerschen alleen op grond van een kies recht, dat den volkswil vervalscht en zij leveu dikwijls slechts van al de baantjes en voordeeltjes, die het volk betaalt. De meesten van hen hebben bedenkelijk weinig geleerd en met het verloren paradijs zou hun fiere overmoed verdwijnen. Niet eens het Amerikaansche huwelijk, het laatste redmiddel van de Fransche en Engelsche aristocratie, zou hun overblijven, want juist die ophakkersfiguren missen gewoonlijk de noodige taalkennis en de noodige bescha ving. Zoolang zij jong en bezopen zijn, ver nielen zij, met de Bomsche corpspet op het hoofd, een onschuldige tram. Wanneer zy ouder en nuchterder geworden zyn, regee- ren en ruineeren zy den Pruischen staat. Wat is niet deze stand, waarin er betere elementen zyn maar deze kliek A11 e s. Wat moest zy zyn Niets!" Het is scherp gezegd, doch dat is tegen zulke „heeren" noodig. Op den Balkan dreigen nog steeds con- flincten. Het zou tusschen Turkije en Bul garye op 't oogenblik zeer spannen, zoo zelfs dat een oorlog niet onmogelijk zou zijn. Zoowel aan Turksche als aan Bulgaarsche zyde zou men den laatsten tijd met koorts achtige haast militaire maatregelen nemen om op alle gebeurlijkheden voorbereid te zyn. De oorzaak van de ontstemming tusschen de beide landen, die nog slechts kort gele den, op weg schenen zulke goede vrienden te worden, zou gelegen zyn in bet optreden der Turken tegen de Bulgaren in Macedonië. Dit optreden zou tegenover de Bulgaren en tegen de Bulgaarsche benden krasser en partijdiger zijn dan met de vriendschap tusschen de regeering van beide landen was overeen te brengen. Ook in Griekenland blijft het voortdurend woelig. Koning George heeft aan den Atheen- schen correspondent van de „Times" zyn ernstige bezorgdheid te kennen gegeven over de bijeenroeping van de nationale vergadering, een grondwetswijziging, waarin hy heeft moeten toestemmen. De bijeen roeping volgde zonder parlementsbesluit, omdat men vreesde dat énkele afgevaar digden de deelname van Kreta aan de ver kiezingen zouden eischen. Na bijeenroeping der nationale vergade ring zal men een jaar langgeen Kamerzitting houden, hetgeen moeilijkheden met 't bui tenland kon geven, wanneer leeningen ge sloten moeten worden. De regeering zou er toe gedwongen kunnen worden alle moeilijkheden te voorkomen door een dikta- hier vertrekken, wantik naar ik hoop is het je niet onaangenaam—ben van plan myn peetdochtertje, een nichtje van acht tien jaar, mee te brengen. Zy zal ons niet hinderen, de kleine, zij is allerliefst. Zy moet direct vertrekken. Waarom, dat zal ik je wel vertellen, dat zijn juist de fami lie aangelegenheden. Bestel maar vast 'n paar mooie kamers. Van myn komst zal ik je wel telegrafisch inlichten. Vriendschappelijk Brenken." Natuurlijk, dacht ik, terwy'J ik het adres schreef, zóó zal 't gaan. Waartoe dient an ders dat oomschap Ik kan mij hier toch niet gaan vestigen als een gouvernante, om haar te beschermen tegen Radowitz Ik zal haar dat gedurende den overtocht wel kalmpjes aan het verstand brengen. Zij mag zich niet hals over kop storten in het on geluk. ik wil zeggen in een huwelyk, alleen om mevrouw haar grootmama een zorgen vrij bestaan te verzekeren zy moet aan den huwelyk stichtenden invloed van die oude dame onverwijld worden onttrokken, voor langen tijd en voor goed. Na haar terugkeer uit Italië zal ik haar naar myn zuster bi en- gen. Daar, te Berlyn, zal het aan de gele genheid. om een goede party te doen, niet mankeereD, als zij dan met alle geweld aan den man moet. I tuur in te stellen. De koning betuigde met grooten tegenzin de bijeenroeping der nati onale vergadering te hebben goedgekeurd, maar stelde de voorwaarde dat de officieren- bond zou worden ontbonden. Maar't ergste is dat de nationale vergadering, die zich de wetgevende macht aanmatigt, nog erger zou zijn dan 't voortbestaan van den offi- cierenbond. Koning George voorziet voor zijn land dan ook ernstige moeilijkheden. Haaysche Brieven. LIX. Zie zoo, het is er. Het is gauwer gegaan, dan ik had durven hopen en daarom is een vreugdetoon niet misplaatst. Met geringe wijzigingen heeft de Gemeenteraad het uit breidingsplan, zooals Berlage het maakte, zonder hoofdelijke stemming deze week goedgekeurd. In hoofdlijnen staat dus vast, hoe bij nieuwen aanbouw en uitbreiding onzer stad de toestand zal worden. De vast stelling van dit plan wijst van te voren aan, welke terreinen voor bebouwing, welke voor straten, 'welke voor plantsoenen enz. in aan merking komen. Het geeft daardoor aan ons dagelijksch bestuur, geheel overeenkomstig de Woningwet, de macht in handen, onge- wenschte bebouwing te verhinderen, ondoel matige stratenaanleg te voorkomen enz. De Raad heeft getoond, dat zij toch ook wel vlug kan werken. Wel zijn nog heel wat uren volgepraat over bijzonderheden, doch het zal velen zijn meegevallen, dat het uit breidingsplan nu reeds is goedgekeurd. Die snelle afdoening moge navolging vinden, zooals reeds gebleken is omtrent't optreden tegen de speelclubs. De minister van Jus titie heeft nog onlangs als zijn meening medegedeeld, dat de wet zoo weinig gele genheid geeft om tegen die holen op te treden. Onze Haagsche politie en wel in de eerste plaats de burgemeester, hebben thans bewezen, dat men volstrekt niet machteloos behoeft te staan tegen die inrichtingen. Voortdurend zijn verschillende dier inrich tingen, die zich tooien met namen als de jockey-club, Deli-club, Gentlemen-club, Hee- rensocieteit enz. door politieagenten gepost. Elk minderjarige werd de toegang gewei gerd. By het herhaald bezoek der inspec teurs van politie werden de beroepsspelers, die behalve Monaco, Spa enz. tegenwoordig ook den Haag met hun bezoeken vereeren, zeer beleefd over de grenzen gezet. En het gevolg? Dat de meeste clubs reeds zyn ge sloten, enkele huizen reeds zyn ontruimd en de speelholen op afdoende wijze uit de residentie worden verbannen. Sommige bladen mogen nu al in twijfel trekken of de maatregelen onzer politie nu wel geheel overeenkomstig de strenge letter der wet zyn, tegenover zulke uitwassen der samenleving, meen ik, dat men niet al te angstvallig moet zijn met krachtdadig in grijpen. Als hetkwaad diep heeft ingevreten, moet nu eenmaal het mes diep in de wonde Terwijl ik mijn overjas aantrok, verwon derde ik mij erover, dat ik niet reeds vroe ger op die gedachte was gekomen. - Neen, m'n waarde Leeden, zeide ik, terwijl ik op mijn borstzak tikte, waarin ik diens brief had weggeborgen, neeD, vriend, die grap zul je niet beleven, dat ik mij als bruigom aan je kom voorstellen. Achter m'n ooren zitten al 'n paar gryze haartjes. Neen, jongen, je zult mij nu eens leeren kennen in optima forma. Misschien 'n beetje pedant, wat streng, in 't bizonder tegen eventueele huwelykscandidaten. En fin hm 1 Ik maakte dat ik de deur uitkwam, want ik wilde zoo spoedig mogelijk met tante Klara spreken. Bovendien, moest het al laat zijn, want de avondduisternis was reeds geheel ingevallen. Maar neen, het was pas halfzes, en om zeven uur zou ik komen. Ik slenterde met mijn brief naar de post, ging daarop naar een bloemenmagazijn waar ik een krans kocht, voor Lena's graf en begaf mij ten slotte naar bet kerkhof waar ik die geurige hulde neerlegde op de zerk, waaronder zij sliep. Ja, ja, Lena, ik zorg voor haar, dacht ik daarby, ik waak over haar, want zij is m ij n kind, myn dochterzy zal niet verkocht worden zooals jij

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1910 | | pagina 1