ZUID
De verliefd
ONZE EILANDEN van 1 JANUARI 1910.
bijna algemeen vrij, terwijl integendeel de
meerendeels als conservatief geldende ele
menten uit winkels etc. gebonden zijn en
de bemiddelde klassen voor een groot deel
zich aan sportvermaak overgeven.
De Westminster Gazette voert hier echter
tegenover aan, dat ook in 1906 de derde
Zaterdag in het nieuwe jaar als eerste ver
kiezingsdag is genomen. Er werd toen in
slechts één district op den Vrijdag daaraan
voorafgaande gestemd.
Deze datum-kwestie is vooral hierom van
belang, omdat de ondervinding heeft ge
leerd, dat de uitslagen der eerste verkie
zingen van grooten invloed zijn op de ver
kiezingen daarna.
Uit een opgave in de Westminster Gazette
zien wij, dat er toch nog in 22 districten
„driehoeks gevechten" geleverd zullen wor
den tusschen een unionist, een liberaal en
een arbeiders-candidaatin enkele andere
staat er naast den liberaal en den unionist
nog een candidaat der S. D. P. Voor de re
geering is het zeker te betreuren, dat althans
tusschen liberalen en arbeiderspartij geen
algeheele minnelijke regeling is getroffen
kunnen worden.
De unionisten blijven in tusschen met
gretigheid het „Duitsehe gevaar" propagee-
ren. Blatchford's brieven in de Daily Mail
zullen in brochure-vorm, ad vijf cents ver
krijgbaar worden gesteld en op veuzenschaal
over het gekeele land worden verspreid.
Het is wel merkwaardig, dat dezelfde uni
onisten, voor wie een socialist tot nu altijd
niet veel minder dan een nachtmerrie was,
thans van Blatchford's ophitsend geschrijf
zoo gretig gebruik maken en van hem zelfs
spreken als van „onzen" BlatchfordZelfs
de „algemeene dienstplicht", schrikt dezen
conservatieven thans niet af, nu zij politieke
propagandamunt eruit meenen te kunnen
slaan.
Niet onvermakelijk is een prent van Gould
in de W. G. Men ziet er een klein hertogje
op, voor zich uit torsend een „Blatchford
Teddy-beertje", dat in zijn hand heeft een
vlaggetje met 't opschrift „Het (Duitsehe)
invasie-gevaar".
Daaronder staat: „Als gij een kleinen
hertog zoet wilt houden, geef hem dan
voor Kerstmiscadeau een Blatchford Teddy
beertje-" Een hertogin heeft dit onlangs
zeer warm aanbevolen. Zy zei: „Hij zal
er misschien in 't begin wat bang voor zijn,
maar dat went wel en dan is er niets wat
hem zóó zoet kan houden."
Koning Albert I van Belgié heeft zoowel
in als buiten zijn land, wat men noemt
„een goede pers". Zoo schryffc de radicale,
democratische Expres, te Luik verschijnend,
o. a.„De regeering van den nieuwen koning
begint goed. Zyn woorden geven aanleiding
om het beste van hem te hopen en bewijzen,
dat hij met uitstekende bedoelingen be
zield is."
Van de buitenlandsche pers verdient na
tuurlijk het oordeel der Engelsche bladen
vooral vermelding, met 'toog op de anti-
Kongoleesche actie in Engeland. Dit oordeel
getuigt van een merkwaardig goeden wil
jegens Albert I. Zoo geeft b.v. de Times,
een blad welks Jingoisme bekend is, haar
„algeheele bewondering over de troonrede
van den nieuwen vorst te kennen en ver
klaart, „dat de verwezenlijking der aange
kondigde nieuwe politiek een heugelijke
en eervolle bladzijde zal zijn in de geschie
denis van Belgié."
Een uitlating als deze, van een blad als
de Times, moet in Belgié goede verwach
tingen wekken en dat te meer waar zij
overeenstemt met hetgeen vrijwel degeheele
Engelsche pers schrijft. Voor Belgié is het
te hopen, dat men hier met méér te doen
heeft dan met de uiting van een oogenblik-
kelijke Kerstmis stemming.
Over den jongsten aanslag op den Peters-
burgschen chef der geheime politie Karpof,
weet de Novoje Wremja te berichten dat
de dader, „Woskressenski", in revolutionaire
kringen verdacht werd van een politiespion
te zijn, en dat men hem voor de keus had
gesteldof door een flinken daad te bewij
zen, dat hij dit niet was, bf de dood. "Wos
kressenski had het eerste gekozen. Karpof
was reeds lang door het Parijsche comité
ter dood veroordeeld.
In een correspondentie uit Petersburg
vinden wy' een feit gemeld, dat er op wijst
hoe ver de Russische revolutionairen het
reeds in de technische vervolmaking van
hun vernielingswerktuigen hebben gebracht.
Bij een huiszoeking in de woning van een
revolutionair vond de politie o.m. een vest,
met watten gevoerd, en waarin een zeer
vernuftig samengestelde machine was ver
borgen, die verbonden met een electrische
geleiding, het den drager mogelijk maakte
met zijn roode dienstpet alles onveran
derd I
Mijn komst was onverwacht en ik besloot
het allereerst naar het hotel te rijden, maar
daarop kwam ik op een andere gedachte.
De schokkende hotel-omnibus kende ik nog
al te goed van vroeger om haar niet voor
zichtig uit den weg te gaan; die oude ram
melkast zag er nog even vóórhistorisch
uit als toen.
Ik zette er daarom Karei maar in, den
koffer' er boven op, en slenterde in de sche
mering van een warmen October-namiddag
te voet verder.
Het was haast om te lachen alles was
nog hetzelfde; hoogstens dat de hagen en
struikjes om het station wat hooger waren
opgegroeid anders was alles precies zoo
als vroeger. DAar de kleine vijver, waar
langs de straatweg loopt, dddr de „Ham
burger Poort," die uit twee ruw opgetrok
ken pilaren bestaat, waartusschen aaneen
ketting de petroleum-lantaarn bengelt, en
dóór, in de schaduw van de half ontbla
derde boomen, het „logement en uitspan
ning De Zeven Linden"- De uitgebeten
paardenruiven staan nog altijd voor het
huis en de met turf beladen ladderslede
wordt voortgetrokken door dezelfde stoere
boerepaarden die, naar 't my toescheen,
altijd met datzelfde baantje waren belast.
Misschien was de boer, die daar nu zijn
zich zelf en allo personen in zijn omgeving
op een gegeven oogenblik in de lucht te
laten springen
Aan doodsverachting ontbreekt het den
Russischen revolutionairen zeker niet
Er wordt in de Duitsehe pers den laatsten
t(jd zeer veel geschreven en gepolemiseerd
over de Pruisische kiesrechthervormiDg. Het
heet dat de regeering inderdaad bij de her
opening van den Pruisischen Landdag een
ontwerp hiertoe zal indienen, Indien echter
de inhoudsopgave, door de "WeserZtg. hier
over gegeven, juist is, behoeven de conser
vatieven en agrariërs zich voorloopig voor
het behoud van hun politieke macht in dezen
Bondsstaat nog niet bezorgd te maken.
Dit blad verneemt, toch uit Berlijn, dat
de „hervorming", zooals de regeering haar
zal indienen, hierin zal bestaan, dat het
drie-klassen kiesrecht blijft; van een recht
vaardige districts-verdeeling, of van instel
ling van een algemeen en geheim kiesrecht
als voor den Rijksdag, zal geen sprake zijn.
Alleen zou het indirecte kiesstelsel opge
heven worden, de belastinggrenzen der kies
gerechtigden eenigszins verschoven, en een
combinatie van het meervoudig kiesstelsel
en dat der evenredige vertegenwoordiging
voorgesteld worden.
Plaatselijk Nieuws.
3IEL1SSANT- Donderavond gaf het muziek
gezelschap in het lokaal van den heer van
der Werff een goedgeslaagde uitvoering.
- Het suppletoir kohier van den hoofde-
lijken omslag, ligt gedurende 5 maanden ter
gemeente secretarie voor belanghebbende
ter inzage.
Met de werkzaamheden der 10 jarige
volkstelling is een aanvang gemaakt. Aau
de ingezetenen zijn de noodige telkaarten
uitgereikt.
- Bij den landbouwer A. van Nieuwen-
huize alhier had Dinsdag een treurig ongeluk
plaats. By het spelen meteen boonenbreber
geraakte de linkerhand van den 14jarigen
A. Koppenaal tusschen de machine die de
hand half afklemde. Naar men verneemt is
de hand reeds afgezet.
STELLENDAM- Door den heer K. v. d.
Linde te Brouwershaven is onderstaand
adres gezonden,
Aan
Zijne Excellentie den Minister vanFinantiën
te 's-Gravenliage.
Geeft eerbiedig te kennen de ondergetee-
kende, K. v. d. Linde, Directeur dei- Brou-
wersche Inmakery, wonende te Brouwers
haven
dat hem uit het hem uitgereikte afschrift
van het Koninklijk besluit van 29 Sept.
1909 (Staatsblad No. 326) is gebleken, dat
de accynsvrydom voor zout, gebezigd in
garnalenzouteryen aan den wal, is beperkt
tot ruw zeezout;
dat hij in zijne inrichting op grond der
Ministeriöele resolutie van 18 Mei '09, No. 11
(acc.) gedurende eenige maanden, accijnsvrij
ruw zeezout heeft gebruikt, tot zouting van
naar 't buitenland gezonden gepelde
garnalen
dat de resultaten van dit gebruik echter
van dien aard zijn, dat de afnemers in het
buitenland weigeren nog langer met ruw
zout gepelde garnalen te ontvangen, daar
gebleken is, dat het ruwe zout een ongun-
stigen invloed op den smaak der garnalen
uitoefent;
dat h\j dientengevolge verplicht is, ge r a f-
f i n e e r d zout in zijne inrichting te gebrui
ken
dat toch, ter conserveering der garnalen,
een sterke zouting noodig is, daar invoer
van garnalen, geconserveerd met boorzuur,
in Engeland, Frankryk en Belgié is verbo
den, welk verbod sterk wordt gehandhaafd
dat het hem bekend is, dat ook andere
garnalenzouteryen in Nederland verplicht
zijn geraffineerd zout te gebruiken.
Reden, waarom hy' tot Uwe Excellentie
het verzoek richt, het zoo mogelijk daarheen
te willen leiden, dat ook geraffineerd
zout met vrijdom van den accijns in zyne
inrichting kan worden ingeslagen.
't "Welk doende,
(gel.) K. van der Linde.
Brouwershaven, 27 Dec. 1909.
Zouden onze garnalenvisschers hetzelfde
bezwaar niet ondervinden, en zouden zij
dan nu ook weer niet krachtig samenwer
ken voor hun groot belang, door eenzelfde
adres te zenden aan Z.Ex. den Minister
van Finantién.
glaasje „donker" drinkt, ook dezelfde stam
gast van jaren herwaarts.
En toch zyn achttien jaren voorbijge
gaan!
Een machtige, geweldige storm is over
Duitschland gevarenhet heeft zich uitge
breid in omvang en in beteekenis, alleen
gij, myn oude vaderstad, zyt even beschei
den en eenvoudig gebleven. Wanneer er
gezichten zijn, die de ouderdom niet in staat
ia te veranderen, dan hebt ook gij een der
gelijk 1
Het deed my aan, zoo langs die straten
te wandelen en ik weetniet, hoe het kwam,
dat ik den weg naar ons oude familiehuis
insloeg, ofschoon ik alleen op de voorbij
ga ngers lette.
Niemand kende mij meer, zelfs niet de
oude vrouw van den dominee, die precies
als vroeger aan het venster zat met een
kopje koffie vóór zich. Zou dat nog zoo'n
babbelaarster wezen Ik groette haar en
zij drukte zich byna den neus plat tegen
bet glasruit, maar zy herkende in den
zwaargebouwden man in burger kleeding
niet meer den springintveld, over wien zy
zich altyd zoo boos maakte, als hij met
kletterende sabel een paar maal haarhuis
voorbijging, juist als zy na den maaltijd
een uiltje wilde knappen.
OUDDORP- Als een zeldzaamheid kan ge
meld worden dat by A. de Kluiver alhier
een pereboom in vollen bloei staat.
Binnenland.
Aankomst van H. M. de Koningin in
den Ilaag.
De Koningin is Dinsdagmiddag met Prinses
Juliana, na het langdurig verblijf van het
Hof op het Loo, in de Residentie terugge
keerd voor het jaarlijksch winterverblijf in
de Hofstad.
Een allerhartelijkste ontvangst is Moeder
6n Dochtertje door de Haagsche bevolking
bereid. Reeds geruimen tijd voor de aan
komst van den Koninklijken trein, welke
op 1 uur 47 min. was vastgesteld, hadden
zich honderden een plaatsje weten te ver
schaffen op het perron van het Staatsspoor
station, achter de houten hekafsluiting,
welke door doeltreffende maatregelen van
den stationschef zoodanig was gesteld, dat
de menigte tot vry dicht bij de Koninklijke
wachtzaal kon postvatten.
Slecht enkele bevoorrechten, mochten een
plaatsje op het plankier zelf innemen. Maar
die menigte op het perron was niet te ver
gelijken bij die, welke in de geheele Rijn
straat, en natuurlijk het dichtst nabij den
uitgang van den Koninklijken salon, de aan
komst van onze Vorstin en de Prinses ver
beidden.
Precies op tijd stoomde de Koninklijke
trein, welks locomotief met de vaderlandsche
vlaggen was versierd, binnen en begaven
zich de autoriteiten, die gewoonlijk Hare
Majesteit bij Haren terugkeer in de Residen
tie ontvangen, op het gedeelte van het met
tapijt belegde plankier vóór de koninklijke
zaal. Het waren de burgemeester der Resi
dentie baron Sweerts, de gouverneur der
stad, generaal De Meester, en de opperstal
meester, baron Bentinck.
Nauwelijks passeerde het salonrijtuig,
waarin zich H. M. bevond, de menigte, die
aan één zijde van bet perron stond en die
dus bet eerst Hare Majesteit opmerkte, of
een luid gejubel steeg op, dat zich zoo krach
tig mogelijk, doch nu van twee kanten, her
haalde. Toen de verpleegster met Prinses
Juliana op den arm uitsteeg en het kind,
waarvan het gelaatje nog bedekt was door
een langen wollen sluier, behoedzaam legde
in de armen van de hofdame, belast met de
opvoeding van de Prinses,jonkvrouwe Van
de Poll, toen eerst verliet de Koningin onder
hoera's zoo krachtig als zelden gehoord, het
compartiment, vreindelyk groetend naar alle
2yden als dank voor de hartelijke ontvangst.
Op het plankier 2elf had slechts een zeer
vluchtige begroeting der autoriteiten plaats,
waar H. M. blijkbaar de Prinses zoo spoedig
mogelijk in de verwarmde wachtzaal wilde
zien gebracht. Maar daar onderhield Hare
Majesteit zich nog geruimen ty'd met boven
bedoelde overheidspersonen, wien zij het
Prinsesje ieder afzonderlijk toonde.
Buiten stonden gewone hofrijtuigen ge
reed. Ook bet rijtuig voor H. M. bestemd,
•was ditmaal geen galakoets. Toen H. M.
met j'onkvrouwe Van de Poll, die nog steeds
de Prinses droeg, was ingestegen en de
Koningin zich overtuigd bad dat het portier
joed gesloten was, nam de Vorstin de
Prinses zelf op den schoot en ontdeed het
gezichtje van den sluier.
Toen was het een oogenblik een onbe
schrijfelijke geestdrift in de Rijnstraat onder
die opeengepakte menigte, want nu kon
iedereen het aardig blozende gezichtje van
Prinses Juliana zeer duidelijk zien zooals
het zich met de verbaasde gioote oogjes
achter het breede portierraam vertoonde.
Niet dan met groote moeite slaagde de politie
er in de opgetogen menschenmassa in be-
dwang te houden.
Nu reed het rijtuig langs de menigte, die
ook kon zien, hoe Hare Majesteit van ty'd
tot tijd het handje der Priuses vatte en het
de volksmassa deed toewuiven. Ook de
straten langs welke het koninklijk rijtuig
het koninklijk paleis bereikte, stonden dicht
met menschen bezaaid.
In het Noordeinde stond van de Heul-
straat tot vóór het paleis eveneens een
dichte menschenmassa de komst der Vorstin
en van haar Dochter af te wachten. Daar
kondigde het gejuich, dat zich van het Voor
hout tot in het Noordeinde voortzette, het
lang verbeide oogenblik aan. Hoera's na hoe
ra's schalden door de lucht toen het hofry-
tuig zichtbaar werd, en nadat het vóór het
paleis had stilgehouden, klonk nog luider
het gejubel.
De Koningin had het Prinsesje uit de ar
men der hofdame overgenomen en den sluier
oplichtend, die thans by het uitstappen we
der even het gezichtje bedekte, toonde zij
het aan de opgetogen schare, terwijl de ge-
Neen, ik was iedereen vreemd in mijn
geboortestad ik was oud geworden 1
En toch daar hoorde ik achter mij, dat
iemand myn naam riep
- Meneer de luitenant ik wil zeg
gen, meneer de ritmeester meneer de
kolonel neem mü niet kwalijk!.
Neen, maar dat doet my pleizier. U
bent 't immers?
Buiten adem sukkelde een oud vrouwtje
mij achterop, dat ik zooeven ontmoet had.
Dat was „Oude Doortie", do oude moeder
Busch, die als huisbewaarster in het sous-
terrain van ons familiehuis een kamertje
bewoonde.
U bent nou ereis niks, niemendal ver
anderd," schreeuwde zy, „uzieter nog pre
cies zoo uit, alleen 'n beetje dikker 1" En
al meer en meer verdiept zy 2ich in com
plimentjes en verklaart, dat ik er nu veel
deftiger uitzie, waarbij zy uaast mij loopt
en zoo luid spreekt, dat alle menschen ons
nakijken.
Op eens werd zij stil ik had naar tante
Klara gevraagd.
- Ja, lieve God, meneer de luitenant,
ik bedoel meneer de generaal of wat bent
u eigenlijk? Daar is niet veel vroolyks van
te vertellen, de oude mevrouw kan u dat
zelf beter uitleggen. Ziet u, wat meneer de
advokaat was die het alles, z'n geld
en alles, verloren. De menschen zeggen, dat
lokkige moeder het handje van haar doch
tertje al wuivende heen en weer bewoog.
De politie liet toen de dichtopgepakte
menigte tot op het voorplein toe, teneinde
Koningin en Prinses van naby te kunnen
gadeslaan.
Nadat de Koningin, nog steeds in het
rytuig, eenige oogenblikkenhaarkindinde
armen had gehouden, trad zij onder den
steeds aangroeienden jubel der menigte, het
paleis binnen, blijkbaar getroffen door de
hartelijke ovatie bij haar terugkomst in de
Residentie door de duizenden Hagenaars
gebracht. De menigte bleef nog eenigen tijd
wachten, maar verspreidde zich langzamer
hand, druk pratend over den indruk dien
zy van het wederzien van Koningin en Prin
ses had verkregen.
De Middelburgsche gasfabriek geeft een
prachtig voorbeeld van menschlievendheid:
zij heeft den prijs harer geklopte cokes
tijdelijk gesteld op 38 cents per mud, uu
met 10 cents verhoogd tot 4S cents, terwijl
dit in het naburige Vlissingen 65 cents is.
Bovendien beweert men, dat de Middel
burgsche cokes beter zyn, omdat ze met
zoet water worden behandeld, wat te Ylis
singen met zout water geschiedt.
Dr. Kuyper en de eereraad
De Haagsche corespondet van de Tel.
meldt
„Nu mr. Troelstra zijn enquete voorstel
heeft ingediend, heb ik mij tot dr. Kuyper
gewend, met de vraag, of de instelling van
een eereraad nog door hem wordt over
wogen. De heer Kuyper was zoo welwillend,
mij de gevraagde inlichtingen te geven en
antwoordde, dat de besprekingen over een
eereraad nog gaande zyn, en dat hy zich
voor de instelling ervan gereed hield".
Ongeluksrit
Schipper M. te Delft, reed "Woensdag voor
't eerst met een pas door hem gekocht paard
door Delft; Naby de Nederl, Oliefabriek ge
raakte hij met de bespanning in de Pro
vinciale vaarteen 6-jarig zoontje, dat naast
hem op den bok zat, geraakte te water.
Den schipper had men spoedig op den wal
het kind, dat reeds was gezonken, werd
na eenig zoeken ook gevonden en gelukkig
nog levend uit het water gehaald. Het had
een wonde aan het been. Het paard was
inmiddels verdronken.
Op uitnoodiging van de Coöperatieve
Verbruiksvereeniging „Vooruit" hebben te
Langedyk (Noord-Holland) eenige corpo
raties en hervormde predikanten vergaderd,
ten einde besprekingen te houden over de
verregaande drijverij der roomsch-katho-
lieke geestelijkheid aan den Langedyk.
Men meende daarin te zien een streven der
R. K. om de Protestanten niet alleen te
miskennen, maar ten onder te brengen.
Bij de discussies werd o. a. opgemerkt,
dat de aanwezige afgevaardigden geen be
sluit konden nemen, omdat ze hun veroe-
niging niet hadden gehoord, en dat men
van de vereenigingen zelf, die meermalen
ueutraal zijn, niet veel steun moet ver
wachten. Voorgesteld werd daarom, uit de
aanwezigen een voorloopig comité op te
richten, die dan zoo noodig met vereeni
gingen aan den Langedyk in verbinding
kan treden, maar zeker met invloedrijke
personen zal beraadslagen, om daarna te
komen tot een groote vergadering.
Dit voorstel werd aangenomen met op
één na algemeene stemmen. De aanwezigen
namen zitting in het comité, waaruit een
bestuur van 5 leden werd gekozen, dat de
verdere werkzaamheden zal voorbereiden.
Dat is wat anders dan trouwen I
Een dienstbode te Tienray wilde nog dit
jaar trouwen en daarom achtte zij het noo
dig ten nadeele van haar patroon voor
den uitzet maar al vast eeu party kleed
jes, rokjes, speelgoed voor de kleine en een
bedrag aan geld, enz., te ontvreemden.
Doch veldwachter Bovens had er dra de
lucht van en toog met een collega op on
derzoek uit, met gevolg dat ze alle goede
ren in beslag namen en bedoelde dienst
meid ten huize van haar ouders arresteer
den en vervolgens naar Roermond over
brachten. Zy legde een volledige bekente
nis af.
Jachtbuit
Een Goesche jager trok uit op de hazen,
doch was niet bijzonder gelukkig. Terwijl
hij op den loer lag zag hij over het ys van
een nabyzynde sloot iets bewegen, een wa
terrat, naar bjj meende.
Wreedaardig wilde hy het dier ombren
gen. Hy loste een schot en toen hij eens
ging kyken, zag hy, dat hij niet op een
rat, doch op een dikke paling geschoten
had, die nu als jachtbuit werd medegenomen.
ie ongelukkig gespikkeleerd beb. Maar ik
weet niet, meneer de generaal of wat
bent u eigenlijk?
Majoor, vrouw Busch.
Nou, meneer de majoor dan, van mij
weet u niemendal, nietwaar? Ik wil de
oude mevrouw geen verdriet aandoen, en
als zij nu weer in ons huis komt wonen,
zooals de menschen vertellen dat ze van
plan is, en wy moeten by elkaar wonen,
dan moet er vrede wezen. Ik heb niemen
dal ge'zeid 1
Nu, beste vrouw Busch, morgen kom
ik om het huis eens te bezichtigen. 'Goe
denavond!
O meneer, alles is even propertjes I
U kunt op staanden voet meegaan. Bij
Bayer thuis is vandaag veiling geweest,
daar is het nu toch ongezellig!
Dank je well Morgen kom ik, hoor.
Goedenavond, moedertje!
Ik wandelde haastig voort en sloeg weldra
de straat in, waarin het deftige huis van
Bayer stond. Juist, men kou zien dat daar
dien dag publieke vei kooping was gehouden.
Voor de deur stond allerlei huisraad en er
waren menschen bezig het in te pakken
en te vervoeren. De staldeur stoud wagen
wijd open en juist trokken twee mannen
een sierlijken landauer voort. Ik naderde
en keek om naar een gedienstige geest, die
my by tante Klara zou kunnen aandienen.
De lintjesquaestie
Het voorstel van mr. Troelstra, betref-
rende het instellen eener enquête in de
lintjesquaestie, is thans in druk versche
nen, na den volgenden inhoud:
„Naar aanleiding van hetgeen voorkomt
in 4 van het Voorloopig Verslag en der
Memorie van Antwoord van hoofdstuk I
der Staatsbegrooting voor 1910 ter zake
der decoratie, op initiatief van den toen-
maligen Minister van Binnenlandsche Za
ken, tijdelijk voorzitter van den Minister
raad, dr. A. Kuyper, in 1903 verleend aan
den heer R. Lehmann en de poging van
dienzelfden minister in 1905, om den heer
E. A. Lehmann voor een decoratie by de
Koningin te doen voordragen, heeft onder-
geteekende de eer, ingevolge alt. 129 vgg.
van het Reglement van Orde het voorstel
ie doen, dat de Kamer besluite, een onder
zoek in te stellen als bedoeld in art, 95
der Grondwet, zulks ter beantwoording van
de volgende vragen
„Io. Zyn de gepubliceerde verklaringen
van mej. Mathilda Westmeijer betreffend
bovengenoemde zaken juist en moeten de
brieven in verband daarmede gepubliceerd,
als echt worden beschouwd
„2o. Heeft dr. A. Kuyper ter zake de uit
oefening zyner functie in de Uitvoereude
Macht gebruik gemaakt van de diensten
van voormelde persoon of aan haar, of door
baar bemiddeling aan anderen, in die qua-
liteit diensten bewezen en, zoo ja, van wel
ken aard waren die diensten en waarin be
stond voor beide personen het belang van
hun wederzydsch optreden in deze?
„3o. Heeft de toenmalige minister den
heeren Lehmann aanwijzingen of inlichtin
gen gegeven of doen geven omtrent den
weg, dien zij hadden te volgen om in aan
merking te komen voor een decoratie, of
is hy hun in ander opzicht daartoe behulp
zaam geweest
„4o, Is er, nadat-mej. "Westmeijer bij dien
minister stappen had gedaan ter bekoming
eener decoratie voor de heeren Lehmann,
tusschen hem en deze heeren zoodanige
verhouding ontstaan als waaruit eenige
praestatie hunnerzijds voortvloeide, tenge
volge waarvan de verleende of te verleenen
decoraties het karakter kregen van begun
stiging van bepaalde personen, niet of
niet slechts wegens aan den lande be
wezen diensten, doch wegens diensten be
wezen aan den minister, hetzij persoonlijk,
hetzy in zyn qualiteit van hoofd zijner
partij
„5o. Welke geldelijke bedragen heeft dr.
Kuyper van de heeren Lehmann ontvan
gen op welke tydstippen zyn deze geïnd
voor welke doeleinden waren zij bestemd
of zijn ze gebruikt en dient eenig zoo
ja, welk verband tusschen die gelden
en de verleende of te verleenen decoraties
te worden aangenomen
Een uitvoerige Memorie van Toelichting
is aan dit voorstel toegevoegd.
'tOude liedje 1
Bij den winkelier H. te Lonneker, kwam
een vrouw, vermoedelijk in een woonwagen
thuis hoorende, inkoopen doen.
By het terugontvangen van geld vroeg
zy om eenige dubbeltjes van 'tjaar 1906.
De vrouw van den winkelier ging aan 't
zoeken, daarby ijverig geholpen door be
doelde vrouw. Toen deze vertrokken was,
bemerkte de winkelierster tot haar schrik,
dat zy circa f5 mistte, welke de slimme
dievegge ongemerkt weggenomen schijnt le
hebben 1
Leer om leer. Als historisch vertelt
do Vaderlander:
Voor een der groote manufacturenwinkels
in Gouda houdt een Scheveningsche visch-
vrouw haar wagentje in, loopt naar binnen
en tracht daar iets van haar voorraad visch
te verkoopen. Een dame komt met haar
naar buiten en na eenig geschacher over en
weer, kiest mevrouw een prachtexemplaar
uit. De dame naar binnen en ons vrouwtje
aan de schoonmaak. Daar keert de koopster
terug en vraagt plots aan deScheveningscbe
„Ben je katholiek Eerlijk geantwoord
„Nee." „Dan heb ik ook je visch niet noo
digis het verpletterend antwoord, en reeds
is mevrouw weer in den winkel verdwenen.
Vischvrouw woest af...
Volgende week wandelt de Schevening
sche den winkel binnen, en vraagt stalen
te zien voor een rok. Verschillende stukken
stof bedekken de toonbank, als zeeindelyk
baar keus doet. „Geeft u mij' maar 7 el van
dit goed", klinkt het goedmoedig. De juf
frouw handelt als gevraagd is, en zal alles
nog even netjes inpakken. „Maar da's waar
ook", zegt onze vischvrouw, „u is toch katho
liek Juffrouw bekent: „Zeker." „Dan heb
ik jelui goed niet noodig"en met een vrien
delijk „goeden morgen" stapt de vischvrouw
de straat op.
Maar ik zag niemand anders dan een man
met een lederen schootsvel voor, die een
menigte wijnflesschen op een handkar
laadde.
Kunt u mij niet zeggen, vroeg ik, waar
ik het kamermeisje of de keukenmeid kan
vinden
Die zult u nergens vinden, mijnheer,
want ze zijn gisteren uit haar dienst ont
slagen. Er worden hier geen dienstboden
meer gehouden. Wanneer u echter de oude
mevrouw wilt spreken, dan ik geloof,
dat ik haar een uur geleden de trap heb
zien opgaan.
Met bezorgdheid in het hart liep ik de
trap op, maar boven bleef ik staan en sloeg
een tooneel gade, dat op de voorplaats werd
afgespeeld en in alle opzichten merkwaar
dig was.
In de lichte schemering stond de slanke
gestalte van een jong meisje, bijna nog een
kind, gekleed in een engsluiteDd rouwja
ponnetje. Zy stond met den rug naar mij
toe en keek met veel oplettendheid naar twee
dashondjes, die bezig waren hun maal met
een verslindenden honger en in niet geheel
volkomen onderlinge harmonie tot zich te
nemen, want van ty'd tot tyd beten zy el
kaar in de lange hangoren.
(Wordt vervolgd;.
Dit Blad verschijnt
Pi-ijs per kwartaal
Afzonderlijke numme
De Accijnsv
II.
De Ned. Ver. toi
Alkobolische Dranke;
Tweede Kamer een v
diend, waarin gevraa
gestelde accijnsverho
tilleerd niet aan te r;
Natuurlijk behoef i
tellen, dat dit nietgc
pers ter wille te zijn.
onthouders, hebben
angst gemaakt over
kasteleins. Dat wordt
een grief aangereken
ons gezegd, datwedi
uit de mond nemen,
helemaal waar is, \v;
alkoholhoudende dn
van andere, die me
verkocht worden, is
aan. Maar men mot
blind wezen, of tolas
beroofd, om ons
van te maken. Toe
doodstraf werd afges<
zonder werk. Maar
een ogenblik aan,
met de beul de dood
Zo ook is de aanlej
onberekenbare schrn
talrijke huurkoetsiex
Maar ter wille van
die duizende mensei
tram verstoken blij
strijd is van belai
belangen tegenover
het mindere doodge\
dere wijken. Dat is
regeert. Ook in de
slaan. En wanneer v
der weegt: aan dee
van de lappers enz.
kan t de belangen van
die door de drank t
aantal dronkaards ii
50.000 geschat 1)v;
vrouwen, die doord
man ongelukkig woi
kinderen, wier jeugi
voorbijgaat, die de
straat slenteren en
erger opgroeien; v
schappij, die doo
bruik onberekenbar
rokkend, wanneer vi;
deze tegenstrijdige b<
weegt, dan kan ons
felachtig zijn. Daaro
ders rustig voort
van hun denkbeeldi
dat hun doel goed
„WelDrommeltj
frissche, jeugdig® ste
ongenadig op je ko
lekkerste voor z'n sr
Deze woorden liet
*dd gaan met het e
hondenzweep over d<
leuke mormels, maa
heid, dat zelfg njet
vel werd aangeraakt
lage pootjes bekomm
heel weinig om dat
maar vochten lustig
Nu ging het meisj
t0n en scheen het li
ster op haar blond t
gensmanier geknipt
Haha, dat is zekei
Een veelbelovende ie
zeggen I J
Nu begon zy, terwijl
met hen tc spreken,
zend als tot eeu kin