ZUID De verliefd ONZE EILANDEN van 1 JANUARI 1910. bijna algemeen vrij, terwijl integendeel de meerendeels als conservatief geldende ele menten uit winkels etc. gebonden zijn en de bemiddelde klassen voor een groot deel zich aan sportvermaak overgeven. De Westminster Gazette voert hier echter tegenover aan, dat ook in 1906 de derde Zaterdag in het nieuwe jaar als eerste ver kiezingsdag is genomen. Er werd toen in slechts één district op den Vrijdag daaraan voorafgaande gestemd. Deze datum-kwestie is vooral hierom van belang, omdat de ondervinding heeft ge leerd, dat de uitslagen der eerste verkie zingen van grooten invloed zijn op de ver kiezingen daarna. Uit een opgave in de Westminster Gazette zien wij, dat er toch nog in 22 districten „driehoeks gevechten" geleverd zullen wor den tusschen een unionist, een liberaal en een arbeiders-candidaatin enkele andere staat er naast den liberaal en den unionist nog een candidaat der S. D. P. Voor de re geering is het zeker te betreuren, dat althans tusschen liberalen en arbeiderspartij geen algeheele minnelijke regeling is getroffen kunnen worden. De unionisten blijven in tusschen met gretigheid het „Duitsehe gevaar" propagee- ren. Blatchford's brieven in de Daily Mail zullen in brochure-vorm, ad vijf cents ver krijgbaar worden gesteld en op veuzenschaal over het gekeele land worden verspreid. Het is wel merkwaardig, dat dezelfde uni onisten, voor wie een socialist tot nu altijd niet veel minder dan een nachtmerrie was, thans van Blatchford's ophitsend geschrijf zoo gretig gebruik maken en van hem zelfs spreken als van „onzen" BlatchfordZelfs de „algemeene dienstplicht", schrikt dezen conservatieven thans niet af, nu zij politieke propagandamunt eruit meenen te kunnen slaan. Niet onvermakelijk is een prent van Gould in de W. G. Men ziet er een klein hertogje op, voor zich uit torsend een „Blatchford Teddy-beertje", dat in zijn hand heeft een vlaggetje met 't opschrift „Het (Duitsehe) invasie-gevaar". Daaronder staat: „Als gij een kleinen hertog zoet wilt houden, geef hem dan voor Kerstmiscadeau een Blatchford Teddy beertje-" Een hertogin heeft dit onlangs zeer warm aanbevolen. Zy zei: „Hij zal er misschien in 't begin wat bang voor zijn, maar dat went wel en dan is er niets wat hem zóó zoet kan houden." Koning Albert I van Belgié heeft zoowel in als buiten zijn land, wat men noemt „een goede pers". Zoo schryffc de radicale, democratische Expres, te Luik verschijnend, o. a.„De regeering van den nieuwen koning begint goed. Zyn woorden geven aanleiding om het beste van hem te hopen en bewijzen, dat hij met uitstekende bedoelingen be zield is." Van de buitenlandsche pers verdient na tuurlijk het oordeel der Engelsche bladen vooral vermelding, met 'toog op de anti- Kongoleesche actie in Engeland. Dit oordeel getuigt van een merkwaardig goeden wil jegens Albert I. Zoo geeft b.v. de Times, een blad welks Jingoisme bekend is, haar „algeheele bewondering over de troonrede van den nieuwen vorst te kennen en ver klaart, „dat de verwezenlijking der aange kondigde nieuwe politiek een heugelijke en eervolle bladzijde zal zijn in de geschie denis van Belgié." Een uitlating als deze, van een blad als de Times, moet in Belgié goede verwach tingen wekken en dat te meer waar zij overeenstemt met hetgeen vrijwel degeheele Engelsche pers schrijft. Voor Belgié is het te hopen, dat men hier met méér te doen heeft dan met de uiting van een oogenblik- kelijke Kerstmis stemming. Over den jongsten aanslag op den Peters- burgschen chef der geheime politie Karpof, weet de Novoje Wremja te berichten dat de dader, „Woskressenski", in revolutionaire kringen verdacht werd van een politiespion te zijn, en dat men hem voor de keus had gesteldof door een flinken daad te bewij zen, dat hij dit niet was, bf de dood. "Wos kressenski had het eerste gekozen. Karpof was reeds lang door het Parijsche comité ter dood veroordeeld. In een correspondentie uit Petersburg vinden wy' een feit gemeld, dat er op wijst hoe ver de Russische revolutionairen het reeds in de technische vervolmaking van hun vernielingswerktuigen hebben gebracht. Bij een huiszoeking in de woning van een revolutionair vond de politie o.m. een vest, met watten gevoerd, en waarin een zeer vernuftig samengestelde machine was ver borgen, die verbonden met een electrische geleiding, het den drager mogelijk maakte met zijn roode dienstpet alles onveran derd I Mijn komst was onverwacht en ik besloot het allereerst naar het hotel te rijden, maar daarop kwam ik op een andere gedachte. De schokkende hotel-omnibus kende ik nog al te goed van vroeger om haar niet voor zichtig uit den weg te gaan; die oude ram melkast zag er nog even vóórhistorisch uit als toen. Ik zette er daarom Karei maar in, den koffer' er boven op, en slenterde in de sche mering van een warmen October-namiddag te voet verder. Het was haast om te lachen alles was nog hetzelfde; hoogstens dat de hagen en struikjes om het station wat hooger waren opgegroeid anders was alles precies zoo als vroeger. DAar de kleine vijver, waar langs de straatweg loopt, dddr de „Ham burger Poort," die uit twee ruw opgetrok ken pilaren bestaat, waartusschen aaneen ketting de petroleum-lantaarn bengelt, en dóór, in de schaduw van de half ontbla derde boomen, het „logement en uitspan ning De Zeven Linden"- De uitgebeten paardenruiven staan nog altijd voor het huis en de met turf beladen ladderslede wordt voortgetrokken door dezelfde stoere boerepaarden die, naar 't my toescheen, altijd met datzelfde baantje waren belast. Misschien was de boer, die daar nu zijn zich zelf en allo personen in zijn omgeving op een gegeven oogenblik in de lucht te laten springen Aan doodsverachting ontbreekt het den Russischen revolutionairen zeker niet Er wordt in de Duitsehe pers den laatsten t(jd zeer veel geschreven en gepolemiseerd over de Pruisische kiesrechthervormiDg. Het heet dat de regeering inderdaad bij de her opening van den Pruisischen Landdag een ontwerp hiertoe zal indienen, Indien echter de inhoudsopgave, door de "WeserZtg. hier over gegeven, juist is, behoeven de conser vatieven en agrariërs zich voorloopig voor het behoud van hun politieke macht in dezen Bondsstaat nog niet bezorgd te maken. Dit blad verneemt, toch uit Berlijn, dat de „hervorming", zooals de regeering haar zal indienen, hierin zal bestaan, dat het drie-klassen kiesrecht blijft; van een recht vaardige districts-verdeeling, of van instel ling van een algemeen en geheim kiesrecht als voor den Rijksdag, zal geen sprake zijn. Alleen zou het indirecte kiesstelsel opge heven worden, de belastinggrenzen der kies gerechtigden eenigszins verschoven, en een combinatie van het meervoudig kiesstelsel en dat der evenredige vertegenwoordiging voorgesteld worden. Plaatselijk Nieuws. 3IEL1SSANT- Donderavond gaf het muziek gezelschap in het lokaal van den heer van der Werff een goedgeslaagde uitvoering. - Het suppletoir kohier van den hoofde- lijken omslag, ligt gedurende 5 maanden ter gemeente secretarie voor belanghebbende ter inzage. Met de werkzaamheden der 10 jarige volkstelling is een aanvang gemaakt. Aau de ingezetenen zijn de noodige telkaarten uitgereikt. - Bij den landbouwer A. van Nieuwen- huize alhier had Dinsdag een treurig ongeluk plaats. By het spelen meteen boonenbreber geraakte de linkerhand van den 14jarigen A. Koppenaal tusschen de machine die de hand half afklemde. Naar men verneemt is de hand reeds afgezet. STELLENDAM- Door den heer K. v. d. Linde te Brouwershaven is onderstaand adres gezonden, Aan Zijne Excellentie den Minister vanFinantiën te 's-Gravenliage. Geeft eerbiedig te kennen de ondergetee- kende, K. v. d. Linde, Directeur dei- Brou- wersche Inmakery, wonende te Brouwers haven dat hem uit het hem uitgereikte afschrift van het Koninklijk besluit van 29 Sept. 1909 (Staatsblad No. 326) is gebleken, dat de accynsvrydom voor zout, gebezigd in garnalenzouteryen aan den wal, is beperkt tot ruw zeezout; dat hij in zijne inrichting op grond der Ministeriöele resolutie van 18 Mei '09, No. 11 (acc.) gedurende eenige maanden, accijnsvrij ruw zeezout heeft gebruikt, tot zouting van naar 't buitenland gezonden gepelde garnalen dat de resultaten van dit gebruik echter van dien aard zijn, dat de afnemers in het buitenland weigeren nog langer met ruw zout gepelde garnalen te ontvangen, daar gebleken is, dat het ruwe zout een ongun- stigen invloed op den smaak der garnalen uitoefent; dat h\j dientengevolge verplicht is, ge r a f- f i n e e r d zout in zijne inrichting te gebrui ken dat toch, ter conserveering der garnalen, een sterke zouting noodig is, daar invoer van garnalen, geconserveerd met boorzuur, in Engeland, Frankryk en Belgié is verbo den, welk verbod sterk wordt gehandhaafd dat het hem bekend is, dat ook andere garnalenzouteryen in Nederland verplicht zijn geraffineerd zout te gebruiken. Reden, waarom hy' tot Uwe Excellentie het verzoek richt, het zoo mogelijk daarheen te willen leiden, dat ook geraffineerd zout met vrijdom van den accijns in zyne inrichting kan worden ingeslagen. 't "Welk doende, (gel.) K. van der Linde. Brouwershaven, 27 Dec. 1909. Zouden onze garnalenvisschers hetzelfde bezwaar niet ondervinden, en zouden zij dan nu ook weer niet krachtig samenwer ken voor hun groot belang, door eenzelfde adres te zenden aan Z.Ex. den Minister van Finantién. glaasje „donker" drinkt, ook dezelfde stam gast van jaren herwaarts. En toch zyn achttien jaren voorbijge gaan! Een machtige, geweldige storm is over Duitschland gevarenhet heeft zich uitge breid in omvang en in beteekenis, alleen gij, myn oude vaderstad, zyt even beschei den en eenvoudig gebleven. Wanneer er gezichten zijn, die de ouderdom niet in staat ia te veranderen, dan hebt ook gij een der gelijk 1 Het deed my aan, zoo langs die straten te wandelen en ik weetniet, hoe het kwam, dat ik den weg naar ons oude familiehuis insloeg, ofschoon ik alleen op de voorbij ga ngers lette. Niemand kende mij meer, zelfs niet de oude vrouw van den dominee, die precies als vroeger aan het venster zat met een kopje koffie vóór zich. Zou dat nog zoo'n babbelaarster wezen Ik groette haar en zij drukte zich byna den neus plat tegen bet glasruit, maar zy herkende in den zwaargebouwden man in burger kleeding niet meer den springintveld, over wien zy zich altyd zoo boos maakte, als hij met kletterende sabel een paar maal haarhuis voorbijging, juist als zy na den maaltijd een uiltje wilde knappen. OUDDORP- Als een zeldzaamheid kan ge meld worden dat by A. de Kluiver alhier een pereboom in vollen bloei staat. Binnenland. Aankomst van H. M. de Koningin in den Ilaag. De Koningin is Dinsdagmiddag met Prinses Juliana, na het langdurig verblijf van het Hof op het Loo, in de Residentie terugge keerd voor het jaarlijksch winterverblijf in de Hofstad. Een allerhartelijkste ontvangst is Moeder 6n Dochtertje door de Haagsche bevolking bereid. Reeds geruimen tijd voor de aan komst van den Koninklijken trein, welke op 1 uur 47 min. was vastgesteld, hadden zich honderden een plaatsje weten te ver schaffen op het perron van het Staatsspoor station, achter de houten hekafsluiting, welke door doeltreffende maatregelen van den stationschef zoodanig was gesteld, dat de menigte tot vry dicht bij de Koninklijke wachtzaal kon postvatten. Slecht enkele bevoorrechten, mochten een plaatsje op het plankier zelf innemen. Maar die menigte op het perron was niet te ver gelijken bij die, welke in de geheele Rijn straat, en natuurlijk het dichtst nabij den uitgang van den Koninklijken salon, de aan komst van onze Vorstin en de Prinses ver beidden. Precies op tijd stoomde de Koninklijke trein, welks locomotief met de vaderlandsche vlaggen was versierd, binnen en begaven zich de autoriteiten, die gewoonlijk Hare Majesteit bij Haren terugkeer in de Residen tie ontvangen, op het gedeelte van het met tapijt belegde plankier vóór de koninklijke zaal. Het waren de burgemeester der Resi dentie baron Sweerts, de gouverneur der stad, generaal De Meester, en de opperstal meester, baron Bentinck. Nauwelijks passeerde het salonrijtuig, waarin zich H. M. bevond, de menigte, die aan één zijde van bet perron stond en die dus bet eerst Hare Majesteit opmerkte, of een luid gejubel steeg op, dat zich zoo krach tig mogelijk, doch nu van twee kanten, her haalde. Toen de verpleegster met Prinses Juliana op den arm uitsteeg en het kind, waarvan het gelaatje nog bedekt was door een langen wollen sluier, behoedzaam legde in de armen van de hofdame, belast met de opvoeding van de Prinses,jonkvrouwe Van de Poll, toen eerst verliet de Koningin onder hoera's zoo krachtig als zelden gehoord, het compartiment, vreindelyk groetend naar alle 2yden als dank voor de hartelijke ontvangst. Op het plankier 2elf had slechts een zeer vluchtige begroeting der autoriteiten plaats, waar H. M. blijkbaar de Prinses zoo spoedig mogelijk in de verwarmde wachtzaal wilde zien gebracht. Maar daar onderhield Hare Majesteit zich nog geruimen ty'd met boven bedoelde overheidspersonen, wien zij het Prinsesje ieder afzonderlijk toonde. Buiten stonden gewone hofrijtuigen ge reed. Ook bet rijtuig voor H. M. bestemd, •was ditmaal geen galakoets. Toen H. M. met j'onkvrouwe Van de Poll, die nog steeds de Prinses droeg, was ingestegen en de Koningin zich overtuigd bad dat het portier joed gesloten was, nam de Vorstin de Prinses zelf op den schoot en ontdeed het gezichtje van den sluier. Toen was het een oogenblik een onbe schrijfelijke geestdrift in de Rijnstraat onder die opeengepakte menigte, want nu kon iedereen het aardig blozende gezichtje van Prinses Juliana zeer duidelijk zien zooals het zich met de verbaasde gioote oogjes achter het breede portierraam vertoonde. Niet dan met groote moeite slaagde de politie er in de opgetogen menschenmassa in be- dwang te houden. Nu reed het rijtuig langs de menigte, die ook kon zien, hoe Hare Majesteit van ty'd tot tijd het handje der Priuses vatte en het de volksmassa deed toewuiven. Ook de straten langs welke het koninklijk rijtuig het koninklijk paleis bereikte, stonden dicht met menschen bezaaid. In het Noordeinde stond van de Heul- straat tot vóór het paleis eveneens een dichte menschenmassa de komst der Vorstin en van haar Dochter af te wachten. Daar kondigde het gejuich, dat zich van het Voor hout tot in het Noordeinde voortzette, het lang verbeide oogenblik aan. Hoera's na hoe ra's schalden door de lucht toen het hofry- tuig zichtbaar werd, en nadat het vóór het paleis had stilgehouden, klonk nog luider het gejubel. De Koningin had het Prinsesje uit de ar men der hofdame overgenomen en den sluier oplichtend, die thans by het uitstappen we der even het gezichtje bedekte, toonde zij het aan de opgetogen schare, terwijl de ge- Neen, ik was iedereen vreemd in mijn geboortestad ik was oud geworden 1 En toch daar hoorde ik achter mij, dat iemand myn naam riep - Meneer de luitenant ik wil zeg gen, meneer de ritmeester meneer de kolonel neem mü niet kwalijk!. Neen, maar dat doet my pleizier. U bent 't immers? Buiten adem sukkelde een oud vrouwtje mij achterop, dat ik zooeven ontmoet had. Dat was „Oude Doortie", do oude moeder Busch, die als huisbewaarster in het sous- terrain van ons familiehuis een kamertje bewoonde. U bent nou ereis niks, niemendal ver anderd," schreeuwde zy, „uzieter nog pre cies zoo uit, alleen 'n beetje dikker 1" En al meer en meer verdiept zy 2ich in com plimentjes en verklaart, dat ik er nu veel deftiger uitzie, waarbij zy uaast mij loopt en zoo luid spreekt, dat alle menschen ons nakijken. Op eens werd zij stil ik had naar tante Klara gevraagd. - Ja, lieve God, meneer de luitenant, ik bedoel meneer de generaal of wat bent u eigenlijk? Daar is niet veel vroolyks van te vertellen, de oude mevrouw kan u dat zelf beter uitleggen. Ziet u, wat meneer de advokaat was die het alles, z'n geld en alles, verloren. De menschen zeggen, dat lokkige moeder het handje van haar doch tertje al wuivende heen en weer bewoog. De politie liet toen de dichtopgepakte menigte tot op het voorplein toe, teneinde Koningin en Prinses van naby te kunnen gadeslaan. Nadat de Koningin, nog steeds in het rytuig, eenige oogenblikkenhaarkindinde armen had gehouden, trad zij onder den steeds aangroeienden jubel der menigte, het paleis binnen, blijkbaar getroffen door de hartelijke ovatie bij haar terugkomst in de Residentie door de duizenden Hagenaars gebracht. De menigte bleef nog eenigen tijd wachten, maar verspreidde zich langzamer hand, druk pratend over den indruk dien zy van het wederzien van Koningin en Prin ses had verkregen. De Middelburgsche gasfabriek geeft een prachtig voorbeeld van menschlievendheid: zij heeft den prijs harer geklopte cokes tijdelijk gesteld op 38 cents per mud, uu met 10 cents verhoogd tot 4S cents, terwijl dit in het naburige Vlissingen 65 cents is. Bovendien beweert men, dat de Middel burgsche cokes beter zyn, omdat ze met zoet water worden behandeld, wat te Ylis singen met zout water geschiedt. Dr. Kuyper en de eereraad De Haagsche corespondet van de Tel. meldt „Nu mr. Troelstra zijn enquete voorstel heeft ingediend, heb ik mij tot dr. Kuyper gewend, met de vraag, of de instelling van een eereraad nog door hem wordt over wogen. De heer Kuyper was zoo welwillend, mij de gevraagde inlichtingen te geven en antwoordde, dat de besprekingen over een eereraad nog gaande zyn, en dat hy zich voor de instelling ervan gereed hield". Ongeluksrit Schipper M. te Delft, reed "Woensdag voor 't eerst met een pas door hem gekocht paard door Delft; Naby de Nederl, Oliefabriek ge raakte hij met de bespanning in de Pro vinciale vaarteen 6-jarig zoontje, dat naast hem op den bok zat, geraakte te water. Den schipper had men spoedig op den wal het kind, dat reeds was gezonken, werd na eenig zoeken ook gevonden en gelukkig nog levend uit het water gehaald. Het had een wonde aan het been. Het paard was inmiddels verdronken. Op uitnoodiging van de Coöperatieve Verbruiksvereeniging „Vooruit" hebben te Langedyk (Noord-Holland) eenige corpo raties en hervormde predikanten vergaderd, ten einde besprekingen te houden over de verregaande drijverij der roomsch-katho- lieke geestelijkheid aan den Langedyk. Men meende daarin te zien een streven der R. K. om de Protestanten niet alleen te miskennen, maar ten onder te brengen. Bij de discussies werd o. a. opgemerkt, dat de aanwezige afgevaardigden geen be sluit konden nemen, omdat ze hun veroe- niging niet hadden gehoord, en dat men van de vereenigingen zelf, die meermalen ueutraal zijn, niet veel steun moet ver wachten. Voorgesteld werd daarom, uit de aanwezigen een voorloopig comité op te richten, die dan zoo noodig met vereeni gingen aan den Langedyk in verbinding kan treden, maar zeker met invloedrijke personen zal beraadslagen, om daarna te komen tot een groote vergadering. Dit voorstel werd aangenomen met op één na algemeene stemmen. De aanwezigen namen zitting in het comité, waaruit een bestuur van 5 leden werd gekozen, dat de verdere werkzaamheden zal voorbereiden. Dat is wat anders dan trouwen I Een dienstbode te Tienray wilde nog dit jaar trouwen en daarom achtte zij het noo dig ten nadeele van haar patroon voor den uitzet maar al vast eeu party kleed jes, rokjes, speelgoed voor de kleine en een bedrag aan geld, enz., te ontvreemden. Doch veldwachter Bovens had er dra de lucht van en toog met een collega op on derzoek uit, met gevolg dat ze alle goede ren in beslag namen en bedoelde dienst meid ten huize van haar ouders arresteer den en vervolgens naar Roermond over brachten. Zy legde een volledige bekente nis af. Jachtbuit Een Goesche jager trok uit op de hazen, doch was niet bijzonder gelukkig. Terwijl hij op den loer lag zag hij over het ys van een nabyzynde sloot iets bewegen, een wa terrat, naar bjj meende. Wreedaardig wilde hy het dier ombren gen. Hy loste een schot en toen hij eens ging kyken, zag hy, dat hij niet op een rat, doch op een dikke paling geschoten had, die nu als jachtbuit werd medegenomen. ie ongelukkig gespikkeleerd beb. Maar ik weet niet, meneer de generaal of wat bent u eigenlijk? Majoor, vrouw Busch. Nou, meneer de majoor dan, van mij weet u niemendal, nietwaar? Ik wil de oude mevrouw geen verdriet aandoen, en als zij nu weer in ons huis komt wonen, zooals de menschen vertellen dat ze van plan is, en wy moeten by elkaar wonen, dan moet er vrede wezen. Ik heb niemen dal ge'zeid 1 Nu, beste vrouw Busch, morgen kom ik om het huis eens te bezichtigen. 'Goe denavond! O meneer, alles is even propertjes I U kunt op staanden voet meegaan. Bij Bayer thuis is vandaag veiling geweest, daar is het nu toch ongezellig! Dank je well Morgen kom ik, hoor. Goedenavond, moedertje! Ik wandelde haastig voort en sloeg weldra de straat in, waarin het deftige huis van Bayer stond. Juist, men kou zien dat daar dien dag publieke vei kooping was gehouden. Voor de deur stond allerlei huisraad en er waren menschen bezig het in te pakken en te vervoeren. De staldeur stoud wagen wijd open en juist trokken twee mannen een sierlijken landauer voort. Ik naderde en keek om naar een gedienstige geest, die my by tante Klara zou kunnen aandienen. De lintjesquaestie Het voorstel van mr. Troelstra, betref- rende het instellen eener enquête in de lintjesquaestie, is thans in druk versche nen, na den volgenden inhoud: „Naar aanleiding van hetgeen voorkomt in 4 van het Voorloopig Verslag en der Memorie van Antwoord van hoofdstuk I der Staatsbegrooting voor 1910 ter zake der decoratie, op initiatief van den toen- maligen Minister van Binnenlandsche Za ken, tijdelijk voorzitter van den Minister raad, dr. A. Kuyper, in 1903 verleend aan den heer R. Lehmann en de poging van dienzelfden minister in 1905, om den heer E. A. Lehmann voor een decoratie by de Koningin te doen voordragen, heeft onder- geteekende de eer, ingevolge alt. 129 vgg. van het Reglement van Orde het voorstel ie doen, dat de Kamer besluite, een onder zoek in te stellen als bedoeld in art, 95 der Grondwet, zulks ter beantwoording van de volgende vragen „Io. Zyn de gepubliceerde verklaringen van mej. Mathilda Westmeijer betreffend bovengenoemde zaken juist en moeten de brieven in verband daarmede gepubliceerd, als echt worden beschouwd „2o. Heeft dr. A. Kuyper ter zake de uit oefening zyner functie in de Uitvoereude Macht gebruik gemaakt van de diensten van voormelde persoon of aan haar, of door baar bemiddeling aan anderen, in die qua- liteit diensten bewezen en, zoo ja, van wel ken aard waren die diensten en waarin be stond voor beide personen het belang van hun wederzydsch optreden in deze? „3o. Heeft de toenmalige minister den heeren Lehmann aanwijzingen of inlichtin gen gegeven of doen geven omtrent den weg, dien zij hadden te volgen om in aan merking te komen voor een decoratie, of is hy hun in ander opzicht daartoe behulp zaam geweest „4o, Is er, nadat-mej. "Westmeijer bij dien minister stappen had gedaan ter bekoming eener decoratie voor de heeren Lehmann, tusschen hem en deze heeren zoodanige verhouding ontstaan als waaruit eenige praestatie hunnerzijds voortvloeide, tenge volge waarvan de verleende of te verleenen decoraties het karakter kregen van begun stiging van bepaalde personen, niet of niet slechts wegens aan den lande be wezen diensten, doch wegens diensten be wezen aan den minister, hetzij persoonlijk, hetzy in zyn qualiteit van hoofd zijner partij „5o. Welke geldelijke bedragen heeft dr. Kuyper van de heeren Lehmann ontvan gen op welke tydstippen zyn deze geïnd voor welke doeleinden waren zij bestemd of zijn ze gebruikt en dient eenig zoo ja, welk verband tusschen die gelden en de verleende of te verleenen decoraties te worden aangenomen Een uitvoerige Memorie van Toelichting is aan dit voorstel toegevoegd. 'tOude liedje 1 Bij den winkelier H. te Lonneker, kwam een vrouw, vermoedelijk in een woonwagen thuis hoorende, inkoopen doen. By het terugontvangen van geld vroeg zy om eenige dubbeltjes van 'tjaar 1906. De vrouw van den winkelier ging aan 't zoeken, daarby ijverig geholpen door be doelde vrouw. Toen deze vertrokken was, bemerkte de winkelierster tot haar schrik, dat zy circa f5 mistte, welke de slimme dievegge ongemerkt weggenomen schijnt le hebben 1 Leer om leer. Als historisch vertelt do Vaderlander: Voor een der groote manufacturenwinkels in Gouda houdt een Scheveningsche visch- vrouw haar wagentje in, loopt naar binnen en tracht daar iets van haar voorraad visch te verkoopen. Een dame komt met haar naar buiten en na eenig geschacher over en weer, kiest mevrouw een prachtexemplaar uit. De dame naar binnen en ons vrouwtje aan de schoonmaak. Daar keert de koopster terug en vraagt plots aan deScheveningscbe „Ben je katholiek Eerlijk geantwoord „Nee." „Dan heb ik ook je visch niet noo digis het verpletterend antwoord, en reeds is mevrouw weer in den winkel verdwenen. Vischvrouw woest af... Volgende week wandelt de Schevening sche den winkel binnen, en vraagt stalen te zien voor een rok. Verschillende stukken stof bedekken de toonbank, als zeeindelyk baar keus doet. „Geeft u mij' maar 7 el van dit goed", klinkt het goedmoedig. De juf frouw handelt als gevraagd is, en zal alles nog even netjes inpakken. „Maar da's waar ook", zegt onze vischvrouw, „u is toch katho liek Juffrouw bekent: „Zeker." „Dan heb ik jelui goed niet noodig"en met een vrien delijk „goeden morgen" stapt de vischvrouw de straat op. Maar ik zag niemand anders dan een man met een lederen schootsvel voor, die een menigte wijnflesschen op een handkar laadde. Kunt u mij niet zeggen, vroeg ik, waar ik het kamermeisje of de keukenmeid kan vinden Die zult u nergens vinden, mijnheer, want ze zijn gisteren uit haar dienst ont slagen. Er worden hier geen dienstboden meer gehouden. Wanneer u echter de oude mevrouw wilt spreken, dan ik geloof, dat ik haar een uur geleden de trap heb zien opgaan. Met bezorgdheid in het hart liep ik de trap op, maar boven bleef ik staan en sloeg een tooneel gade, dat op de voorplaats werd afgespeeld en in alle opzichten merkwaar dig was. In de lichte schemering stond de slanke gestalte van een jong meisje, bijna nog een kind, gekleed in een engsluiteDd rouwja ponnetje. Zy stond met den rug naar mij toe en keek met veel oplettendheid naar twee dashondjes, die bezig waren hun maal met een verslindenden honger en in niet geheel volkomen onderlinge harmonie tot zich te nemen, want van ty'd tot tyd beten zy el kaar in de lange hangoren. (Wordt vervolgd;. Dit Blad verschijnt Pi-ijs per kwartaal Afzonderlijke numme De Accijnsv II. De Ned. Ver. toi Alkobolische Dranke; Tweede Kamer een v diend, waarin gevraa gestelde accijnsverho tilleerd niet aan te r; Natuurlijk behoef i tellen, dat dit nietgc pers ter wille te zijn. onthouders, hebben angst gemaakt over kasteleins. Dat wordt een grief aangereken ons gezegd, datwedi uit de mond nemen, helemaal waar is, \v; alkoholhoudende dn van andere, die me verkocht worden, is aan. Maar men mot blind wezen, of tolas beroofd, om ons van te maken. Toe doodstraf werd afges< zonder werk. Maar een ogenblik aan, met de beul de dood Zo ook is de aanlej onberekenbare schrn talrijke huurkoetsiex Maar ter wille van die duizende mensei tram verstoken blij strijd is van belai belangen tegenover het mindere doodge\ dere wijken. Dat is regeert. Ook in de slaan. En wanneer v der weegt: aan dee van de lappers enz. kan t de belangen van die door de drank t aantal dronkaards ii 50.000 geschat 1)v; vrouwen, die doord man ongelukkig woi kinderen, wier jeugi voorbijgaat, die de straat slenteren en erger opgroeien; v schappij, die doo bruik onberekenbar rokkend, wanneer vi; deze tegenstrijdige b< weegt, dan kan ons felachtig zijn. Daaro ders rustig voort van hun denkbeeldi dat hun doel goed „WelDrommeltj frissche, jeugdig® ste ongenadig op je ko lekkerste voor z'n sr Deze woorden liet *dd gaan met het e hondenzweep over d< leuke mormels, maa heid, dat zelfg njet vel werd aangeraakt lage pootjes bekomm heel weinig om dat maar vochten lustig Nu ging het meisj t0n en scheen het li ster op haar blond t gensmanier geknipt Haha, dat is zekei Een veelbelovende ie zeggen I J Nu begon zy, terwijl met hen tc spreken, zend als tot eeu kin

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1910 | | pagina 2