2 ONZE EILANDEN van 14 DECEMBER 1909. controleert in zoo'n geval. De heerDuysis een slank jongmensch met bruinenkrullebol, klein kneveltje, kleurige wangen, een open, sympathieken, goedigen blik. Hatelijk, prik kelend, tergend, agaceerend is hij nooit.Maar driftig, schreeuwerig, oppervlakkig 1Zijn gade zit, telkens ale hij het woord zal voe ren, op de gereserveerde tribune en bespiedt elk van zijne bewegingen luistert naar elk woord, dat van zijne lippen komt. 't Is de geestelijke wederhelft van dezen jeugdigen vertegenwoordiger, wien zij zelfbeheer- sching, tact, besef dat men in het parlement anders moet doen dan in de vergaderingen der S. D. A. P., moge inscherpen. Lukt dat, zoo kan de heer Duys een even nuttig als sympathiek lid der soc.-democratische Kamerclub wordenevenknie bijv., van den heer Vliegen, die zijne gedachten zoo beza digd en rustig weet te ontwikkelen in de zitting. In de eerste 10 maanden van dit jaar consumeerde Amsterdam 35,000 koeien, 27,000 kalveren, 8000 schapen, 104 bokken en geiten, 50,000 varkens, 5000 paarden en één ezel. Van deze cijfers kan menig vegetariër, die dit lezen zal, vannacht niet slapen. Een aanvaring. Dinsdagavond 6 uur is het stoomschip „Batavier IV" van de Batavieren, komen de van Rotterdam en bestemd voor Lon den, ter hoogte van Maassluis, in aanva ring gekomen met den vischlogger SCH 421 „Admiraal De Ruyter", schipper KI.Pronk, van de firma Jac. Den Duik en Zoon te Scheveningen, welke logger gesleept werd door de sleepboot „Rozenburg". Het voor schip van den logger werd nagenoeg afge sneden. Daar het tchïp in zinkenden staat verkeerde, werd het dadelijk aan den Zuid- wal aan den grond gezet. De opvarenden werden gered door de bemanning van de sleepboot „Kever", van de firma L. Smit en Co. te Maassluis. Door den schok liep de Batavierboot uit haar roer en geraakte eveneens aan den Zuid wal aan den grond, doch kwam mot hoog wator later op don avond vlot. De aanvaring werd waarschijn lijk veroorzaakt door verkeerd begrepen seinen, toen bij de haven van Maassluis een tweede vischlogger, die eveneens door de „Rozenburg" gesleept werd, zich liet slip pen. om Maassluis binnen te loopen. De bemanning van den logger vertrok gisteravond naar Scheveningen. Een handige truc van zakkenrollers. Op de Prinsengracht te Amsterdam waren Maandagavond twee mannen hevig aan het vechten. Een voorbijganger trachtte, be vreesd voor ongelukken, de strijdende par tijen te scheiden, wat hem na eenige moeite gelukte. Maar toen hij den vrede gesticht had en de vechtersbazen zich hadden ver wijderd, bemerkte hij het slachtoffer van een handigen truc te zijn geworden. Een geldzakje met f 17 was hem ontrold. Hij deed bij de politie aangifte. Aanvaring. De bomschuit SCH 172 is gisterenmor gen te IJmuiden binnengekomen met de geheele bemanning van de bomschuit SCH 185. De beide schepen zijn met elkander bij Zandvoort in aanvaring geweest. De manschappen van de SCH dachten, dat hun schip zou zinken en sprongen over. De SCH 135 drijft nabij Zandvoort rond. De Hollandsche pijp 1 Bij de jacht naar nieuwigheden in onzen modernen tyd is het opmerkelijk, hoe toch ook de zin voor het gemoedelijke van den „goeden ouden tijden" steeds levendig blijft. Zoo bestaat te Nijmegen sinds 1 October een rookers-club, die den naam draagt van de „Hollandsche pijp" en ten doel heeft het rooken uit een oud-vaderlandsche pijp in eere te houden, zij beoogt daarbij eenige gezellige avonden te organiseeren. De club avonden worden gehouden des Woensdags en des Zaterdags. Een jonge avonturierster. Het Utr. Dbl. deelt mede, dat Zaterdagnacht bij de Utrecht sche politie kennis was gegeven, dat een 14-jarig meisje de ouderlijke woning had verlaten, 's morgens om 10 uur al, maar daarin niet was teruggekeerd. De ouders waren in grooten angst, hadden aanvanke lijk nog niets kwaads gedacht, doch toen het avond werd en al later en later, begon men toch te vreezen dat er iets gebeurd zou zijn; men informeerde eerst bij de familieleden en toen dat geenerlei licht bracht, riep men de hulp der politie in. Maandagavond tele foneerde de Amsterdamsche recherche, dat het kleine ding in de hoofdstad was aan gehouden als de daderes van een brutalen diefstal. voegde zij er op een zachten toon nog bij, terwijl zy mij even met haar koele vingers over de vochtige oogen streek. „Maar wees overtuigd datik mij verheug in de gedachte, dat jij mij een traan zult wijden, wanneer ik dood ben. Lena! fluisterde ik buiten mijzei ven, terwijl ik haar hand greep. Maar zij wendde zich haastig af en schreed naar de deur. Ik volgde haar, bevend als een koortslijder. Haar man, het gelaat verhit door den wijn, kwam ons tegemoet en legde haar arm in den zijne. Ik kon het niet aanzienik kon dat geheele uitgelatene doopgezelschap niet meer verdragen, greep in de vestibule man tel en sabel en verliet het huis. De dageraad vond mij nog in uniform, zittende voor mijn schrijfbureau ik had mijn rekwest om overplaatsing geschreven, vergezeld van een verzoek om verlof Toen ter tijd was mijn zwager adjudant van een hooggeplaatst opperofficier en ik had mij daarom tevens tot mijn zuster ge wend en haar verzocht, zoo diskreet mo gelijk haar invloed op haar man uit te oefenen om het gewenschte voor mij te verkrijgen. Op den dag na het doopmaal vertrok ik en keerde eerst terug nadat de overplaatsing In een goudsmidswinkel aldaar werd zij door een winkelier betrapt, toen zij pro beerde eenige gouden ringen te verduisteren. Aan het „Utr. Dbl. is gebleken, dat het meisje, in de dagen dat „Jhr. Leonhard" zooveel opgang maakte met zijn fameuze oplichtingspraktijken, ijverig de couranten had gelezen en toen de lust in zich had voelen ontwaken om ook eens een dergelijk iets uit te halen. Ze liep eenigen tijd met dat plan rond, maar dorst het toch op stuk van zaken niet in Utrecht uit te voeren. Daarom reisde ze er voor naar Amsterdam Waar geschiedde, watjhierbo ven is vermeld. Verdronken. Gisterenvoormiddag had te Dordrecht een droevig ongeluk plaats. De 17-jarige P. Siglé, wonende aan den Noor- dendijk No. 23a aldaar, in dienst bij den rijwielhandelaar J. L. de Kluizenaar aan de Museumstraat, was bezig een motorboot, liggende in de Yoorstraatshaven achter het pakhuis No, 69 aan de Voorstraat, schoon te maken. Bij het aan boord gaan stapte hy mis, viel in het water en verdween terstond in de diepte. Onmiddellijk sprongen de heeren J. L. en G. W. de Kluizenaar, twee ervaren zwemmers, die daarnaast wonen, gekleed te water, maar het gelukte hun niet den drenkeling te vinden. Kort daarna werd deze door een melk boer met een boothaak opgehaald en in de bakkerij der heeren de Kluizenaar gebracht, waar de inmiddels ontboden geneesheer, dr. v. Kammen, al het mogelijke in het werk stelde om de levensgeesten weer op te wek ken. Na een half uur daarmee te zijn bezig geweest, moest hij die pogingen opgeven en kon hij slechts den dood constateeren. Het lijk is door de zorg der politie per raderbrancard naar de ouderlijke woning gebracht. Aanranding en berooving. Nabij Groningen heeft een brutale straatroovery plaats gehad. De schuitevaarder H. Pinkster van Ost- wold (Oldambt), ging Dinsdagavond te halfzes per fiets van Groningen naar Hooge- zand. Nabij Waterhuizen werd P. met een of ander voorwerp een slag op het hoofd toege bracht, waardoor hij van de fiets viel en in den onderwal van het Winschoterdiep tui melde. Toen hij wilde opstaan, bemerkte hij, dat eenige personen op hem lagen. P. werd vervolgens bij de keel gegrepen en hem werd een slag toegebracht. Later toen de personen zich verwijderd hadden, vermiste P. zijn portefeuille met 250 gulden. Hoe zal d&t afloopen? In de kazerne van het 4e reg. infanterie te Assen waren naar aanleiding van het Koninklijk Besluit 3 sergantenfourier wegens het bezitten der geschiktheid voor s.-m.-administrateur en s.-m.- instructeur, bevorderd tot sergeanten le klasse, waaraan een verhooging van soldij zit van f 0.55 per dag. Deze sergeanten-fourier, zeer ingenomen met deze order daar zij eerst na 3 jaar dienst in hun rang aanspraak kunnen ma ken op de hun thans verleende „geschikt heid" gepaard gaande met rangsverhooging en geen hunner reeds 3 jaar dien rang bekleede voorzagen hun kleeding van het vastgesteldonderscheidingsteeken(biesje van gouddraad onder de chevron) en waren thans de meerdere van een sergeant. Doch ziet bij regiments nota van 2 December j.l. werd de toekenning der „ge schiktheid" met de daaraan verbonden hoo- gere soldij en rang, voor de hierbedoelde sergeanten fourier... ingetrokken. Na dus op November te zijn bevorderd in rang, werden zij 3 dagen later weer teruggesteld in rang. De fouriers zullen waarschijnlijk hun belangen bepleiten bij den Minister van Oorlog. De uitslag wordt in militaire kringen met belangstelling tegemoet gezien, temeer daar een sergeant die is bevorderd tot sergeant le kiasse maar niet in het bezit is van een brevet van meester op het geweer, hetgeen een vereischte is, toch in zijn nieuwen, hoogeren rang is gehandhaafd. Een eigenaardig geschenk. Sinterklaas heeft aan de Friesche ge meente Baarderadeel een klok in het nieuwe gemeentehuis te Mantgum gebracht. Allerlei gissingen worden geopperd over de herkomst van het geschenk. Ongewenschte kostganger Maandag bevond zich te Roon een per soon. Hij zeide de vorige week uit Amerika te zijn teruggekomen, wat achteraf bleek niet waar te zijn en nu te Roon of in den omtrek een café te willen beginnen of over nemen. Daarvoor zocht hij een kosthuis om te kunen rondzien. Nadat hij dit had ge was toegestaan, om my by den kolonel nog eenmaal aan te melden. Ik was beroepen naar een garnizoen in Oost-Pruisen. Zooals bij alle andere afscheidsbezoeken verscheen ik ook by de familie Bayer in groot tenue. Toen het kamermeisje my ver telde, dat mynheer voor zaken op reis was, dacht ik even, of 't misschien niet raadza mer was mijn kaartje af te geven, maar toen dacht ikdat ik een afscheids- woordje van haar nog wel mocht mede- nemen in de toekomst vol verlatenheid, ja, dat ik eigenlijk het recht had, als dank voor mijn offer, om haar nog éénmaal de lieve hand te drukken en zoo stond ik een paar minuten later vóór haar. Zij zat in haar kleine boudoir in een leunstoel bij de kachel, het kind hield zij op schoot. Zij zag mij met verwonderde blikken aan. „Je wilt afscheid nemen, Victor" vroeg zij. - Ja, nichtje, antwoordde ik met een zwakke poging om te schertsen, „van jou en van de kleine freule Sabine. Als ik haar weerzie, zal zij, naar ik hoop „Oom" kun nen zeggen. Dat denk ik wel," fluisterde Lena. Ik begon nu over koetjes en kalfjes te praten, kwijtte mij van de opdracht van mijn moeder en zusters om haar te groeten, sprak over myn nieuw garnizoen, kortom, ik kletste als een oude theetante, alleen vonden en overeen was gekomen met kost geld en er 's middags lekker had gegeten, gaf hij voor naar Rotterdam te moeten om zijn koffers van boord te halen. Hy vertrok, maar is tot heden niet teruggekeerd. Het beviel hem zeker niet dat zijn nieuwe kostbaas vooruitbetaling van kostgeld ver langde Aangezien hy waarschijnlijk elders meer dien truc om gratis aan den kost te komen, zal uithalen kan dit als waarschuwing dienen. Kwartjesvinders in den trein! Een Berlyner, die op weg was naar Am sterdam, reisde Maandag van Den Haag af af samen met een drietal heeren, die in laatstgenoemde plaats waren ingestapt. Het duurde niet lang of een der drie heeren haalde 'n pak kaarten uit zijn zak en begon met de beide anderen het bekende spelletje van één twee, drie klaverenaas te spelen. Er werd met guldens en rijksdaal ders gesmeten of ze geen waarde hadden en ten slotte kwam de gebruikelijke uitnoo- diging aan den Berlijner, of hy ook niet eens wilde raden. Deze bedankte echter voor de eer en bleef ei by, ondanks het aandringen der drie „heeren". Dezen veranderden nu van tactiek en poogden hun medereiziger bang te maken, door hem onbeschoft toe te snauwen en doordat een zich uitgaf voor geheim politie agent Vermoedelijk hoopten ze, hem door vrees geld af te persen. Maar onze Duitscher liet zich niet inti- mideeren. Hy vroeg hem eenvoudig om zyn legimitatiebewijs en toen hy dit niet kon toonen, nam hij verder geen notitie meer van hun praatjes. Toen men te Amsterdam arriveerde, klampte hy echter den hoofdconducteur aan en verzocht hem den zoogenaamden geheimen politieagent vast te houden. In middels gingen eenige reizigers, die van het geval hoorden, de politie waarschuwen en kwamen al spoedig met een paar agenten terug. Ongelukkigerwijze echter had de hoofdconducteur de heeren al laten loopen. Tel. Den leider trouiv. Aan dr. Kuyper werd Dinsdag het volgende telegram gezonden. „De Prov. Bond van Patrimonium-afdee- lingen in Overijssel, te Almelo vergaderd, gevoelt behoefte in deze voor u zoo moeilijke dagen zyn verontwaardiging uit te spreken over de aanvallen op u persoonlijk, met het zeer duidelijke doel ons christenvolk van zyn leider te scheiden zyn onverzwakte aanhankelijkheid te betuigen aan u, wien de christen-werklieden zooveel verschuldigd zjjn en dien zij daarom trouw zullen ter zyde staan, waar hy om des beginsels wille wordt gelasterd; u kracht en sterkte toe te bidden, om onverzwakt de van God u gege. ven roeping tot het einde toe te vervullen„ Men schryft van 't Loo: Omstandigheden, mij bekend, door Hr. Ms. leveranciers aan het Hof en het bezoek van prof. Kouwer op j.l. Zaterdag op het Loo benevens het bezoek van dr. Roessing, schijnen een bevestiging le zyn van het' dezer dagen door buitenlandsche bladen, medegedeelde bericht, dat H. M. de Koningin in blijde verwachting zou verkeeren. Gasbedwelming De dochter van een 50-jarige bewoonster der Albert Cuypstraat, te Amsterdam, vond, toen ze gistermiddag van pianoles thuis kwam, tot haar grooten schrik haar moeder, die alleen thuis was geweest, bewusteloos in de keuken liggen. Politie en geneeskundige dienst werden gewaarschuwd en uit het ingestelde onder zoek bleek, dat de vrouw door het inade men van gas bewusteloos was geworden. Zy had in de keuken aardappelen zitten schillen en de kraan van het gascomfoor opengezet, met de bedoeling dit aan te ste ken. Dit verzuimde zy, het gas ontsnapte, doch de vrouw rook niets doordat zy ver kouden was. Door het gas bedwelmd is zij toen van haar stoel op den vloer gevallen. Met behulp van het zuurstofapparaat van het bijkantoor der gasfabriek in de Albert Cuypstraat mocht het vry spoedig geluk ken de vrouw weder bij te brengen. Zy werd per rijwielbrancard naar het Binnen- Gasthuis vervoerd- Gevolgen van het vestigingsverdrag! Een geval, dat zich vroeger al eens el ders heeft voorgedaan, is naar de Go e- s c h e Ct. meldt ook te Goes voorge vallen. Maandagmorgen werd een Oostenrijker, die daar gevangenisstraf had ondergaan, in vrijheid gesteld. Wyl men den man beschouwt als een ongewenschten vreem om het schrikwekkende, wat in myn hart bonsde, tot zwijgen te brengen. Nu dan, vaarwel, Victor I sprak zy, terwijl zy mij plotseling in de rede viel, als wilde zy het pijnlijke afscheid zoo kort mogelijk doen duren „Je weet, wie gelukkig zal zijn te vernemen, dat. het jou goed gaat. Ik zal wel niet direct tijding van je krijgen, maar jou moeder en de mijne voeren geregeld correspondentie, en ik zal dus altijd omtrent je toestand op de hoogte blijven tenminste, zoolang ik nog... Zij hield op. Ik had haar hand inmiddels gegrepen en drukte die aan mijn lippen. Vaarwel, Victor! herhaalde zij. „Ik weet waarom je heengaat en dank je daar voor Ik wendde het hoofd om en richtte mijn schreden naar de deur. Toen riep zij mij nog eenmaal. Victor! Zij had het kind in den stoel gelegd, waarvan zij nu was opgezeten. Vergeet je belofte nietsmeekte zy met bevende lippen, terwijl zij haar gevou wen handen naar my uitstak. Nooit, Lena, nooit! Vaarwel dan, Victor! Ik kon niet antwoorden. Nog heden zie ik haar voor mij staan. Zy droeg een lichten, geplooiden peignoir, deling, zou men hem over de grens wil len zetten, doch volgens het vestigingsver drag moet daarover eerst met de Oosten- rijksche regeering worden onderhandeld. Hiermee kunnen nog maanden verloopen en intusschen is de man overgebracht naar het huis van bewaring te Middelburg in afwachting van zyn uitzetting. Zich een postwissel toegeeigend Uit Indie werd dezer dagen ten post kantore te Utrecht een postwissel ontvan gen, geadresseerd aan een juffrouw wonen de in de Kanonstraat aldaar. De brievenbesteller bezorgde den wissel aan het bewuste adres, niet wetende dat de juffrouw inmiddels was verhuisd naar een andere woning en haar perceel door een nieuwe bewoner was betrokken. Deze bewoner vond dus den postwissel in zyn brievenbus en vulde valschelyk aan de achterzijde var den wissel de machti ging in, om het geld in ontvangst te nemen en onderteekende die machtiging met den naam van de juffrouw. Natuurlijk betaalde men het geld, f60 aan het .postkantoor uit. Later, toen de juffrouw navraag kwam doen, bleek het, wat er met den wissel was geschied. De politie werd met het geval in kennis gesteld en deze vervoegde zich ten huize van den man die zich aan de valschheid in geschrifte had schuldig gemaakt. De dader had zich echter reeds met de f 60 uit de voeten gemaakt, maar is thans te Arnhem gearresteerd en naar Utrecht overgebracht. Uit Hoek van-Holland schrijft men De wissellooper van den heer Dirkzwager te Maassluis, de heer Burgersdyk die Dins dag door zijn patroon naar hier gezonden werd om eenige wissels te innen is sedert niet teruggekeerd- Dinsdag is hy hier gezien. Daar men dacht, dat hem misschien een ongeluk was overkomen, heeft men Woens dag overal naar hem gedregd, maar zonder resultaat. Nu heeft men Woensdagavond in de na bijheid Yan den Nieuwlandschen Polder, niet ver van het station, zyn jas gevonden, welke aan alle kanten met een mes stukgesneden was. Op eeu kleinen afstand daarvan lag zyn ledige portefeuille, die, naar men vermoedt, ongeveer f 1150 moet hebben ingehouden. Verder was geen spoor van hem te vin den, zoodat het vermoeden is, dat de man beroofd en daarna uit den weg is geruimd. Naar men zegt zal de justitie uit Den Haag met politiehonden het spoor der daders trachten te vinden. De politie heeft reeds verscheidene per sonen in verhoor genomen. Welvoorziene keukentafel Twee personen bezochten een logement te IJselstein. Op een oogenblik begaven beiden zich naar „zekere plaats" en moes- ten.daarloe de keuken passeeren. Op de tafel lageen portefeuille, inhoudende f 125 aan bankpapier. Zij maakten zich er van meester en gingen er mede vandoor! De landbouwer J. M. te Havelte kwam op een treurige wyze om het leven Overvallen door een zenuwtoeval vond men hem, voorover, den mond nauwelijks onder water, in een greppel, naby zyn wo ning. Het leven was reeds geweken. Inval in Do Elf Provinciën. Donderdagmiddag 2 uur had te Amster dam in „De Elf Provinciën", Krijgsdienst Uitzet- en Levensverzekering Mij., gevestigd te Amsterdam en Leeuwarden, een inval plaats door den Jsubstituut-officier van justi- titie Bruyn, den rechtercommissaris Quintin en 6 rechercheurs. Op de boeken werd be- lag gelegd. Als toelichting diene. Men herinnert zich dat in een der Am sterdamsche dagbladen eenige maanden ge leden het bericht voorkwam, dat blijkens een bij de rechtbank afgelegde verklaring het kapitaal van bovengenoemde N.V.een verlies van 50 pCt. heeft ondergaan. Intus- sehen schijnt het dat de onderneming reeds jaren wrak stond en dat, zoo voegde dit blad er by, met de boeken vreemd scbynt te zyn omgesprongen. Zoo moet de post „Oprichtingskosten", die 31 December 1899 f 12,228.04 bedroeg, zonder tegenwaarde zyn opgevoerd tot f 83.223.45 op de balans van 31 Dec. 1908. Verder bestaat er een post „onkosten re serve" van f 8446.50, blijkbaar om geleden verlies te doen verdwijnen. Eigenaardig is ook o. a. dat, terwijl op de balans van 31 De cember 1908 het kassaldo voorkomt met f 1653.39 het kasboek zelf een saldo van f 13.653.39 aanwijst. Van hetaandeelenka- haar tengere gestalte had iets bovenaardsch, zooals zij daar stond tegen den donkeren achtergrond. En die enkele maal zochten onze oogen elkander zóó hardnekkig, alsof er geen en kele hinderpaal bestond, welke deze blik tot een zonde maakte. Wie zulk een blik kent, weet, dat hy pijnlijker is dan alle andere smarten der wereld; die weet, dat men dien blik voelt branden zoolang men leeft. En het gevoel, dat men, ondanks dien blik, vrij is van ieder verwy't, ach, dat is eerst dan een troost, wanneer de eerste weeén overwonnen zijn. In dat oogenblik heb ik het niet ondervonden als een lafenis Ik wist, dat ik haar nooit zou wederzien. Hl. Vijf jaar later, in het oorlogsjaar 1870 ontving ik de treürmare van haar overlijden Vijf lange jaren had zij dus noodig gehad om te sterven 1 Tante Klara had het mij ge schreven de brief was bijna onleesbaar door de tranen, die het papier gedrenkt hadden. In den grooten brief gevouwen lag een klein briefje. pitaal ad f 500.000 is f 378 000 geplaatst, waarop echter nog f 340.000 gestort moest worden. Te Telegraaf voegde hieraan toeZoo wy ons niet vergissen, bedraagt de wiskundige reserve (hetgeen dus voor de verzekerden voorhanden zou moeten zijn) meer dan f 65.000 De directeur, de heer F. W. Schae- fers, heeft bij deurwaarders-exploit tegen 20 October zijn ontslag genomen. De heer Schaefers schreef in een daarop- opvolgend nummer van de Telegraaf naar aanleiding van bovengenoemd bericht. Het zal u bekend zijn, dat de heer Zee handelaar, zoolang hy directeur der maat schappij was, het beheer voerde en dat commissarissen levendig deelnamen aan het bestuur. Na het onverwacht overlyden van mijn mede-directeur heb ik zyn werk ter hand genomen, maar aanstonds ontstond tusschen mij en commissarissen groote strijd, die my verplichtte advies bij anderen te nemen. Om voor den vorm aan de statuten te voldoen, werd inmiddels de president-com missaris, B. Jonker, wonende te Tornaard in Friesland, tot mede-directeur benoemd, maar hij bleef rustig tehuis zitten en wei gerde alle overleg, zoodat ik hem per deur- waardersexploit moest oproepen, om ten minste den eersteD plicht van het directeur schap te volvoeren Mij werd voorgelegd het ontwerp van een balans, dat in geenen deele aannemelijk was en waarop door my is gevraagd het advies van een zeer ervaren en bekend le klasse accountant, die my verder de oogen opende en mij voor de gevolgen waarschuw de. Ik h6b mij verplicl t gerekend, bij do griffie der arrondissementsrechtbank de ver klaring af te leggen, dat de maatschappij een verlies van meer dan 50 pCt. heeft on dergaan. Omdat ik met den mede-directeur Jonker en met commissarissen tot geen samenwer king of overleg kon komen, heb ik nu per deurwaarders-exploit tegen 20 October a.s. ontslag genomen als directeur der „Elf Provinciën". (w. g.) F. W. SCHAËFERS. Door den jachtopziener H.t te Zeist, is waarschijnlijk een groot onheil voorkomen: Het viel hem op, dat van een goederen trein op de lyn Utrecht Arnhem, even voorbij Bunnik, de laatste wagen zoozeer slingerde, dat hij by na omviel. Toen hij zich op de lijn begaf, zag hy dat een vrij groot gedeelte van de rails was verplaatst, zoodat passeeren voor een trein zoo goed als onmogelijk was geworden. Zich in de richting van het station Driebergen begevende, wist hy een hem tegemoetko- menden personentrein tot stilstand te bren gen, waarna hy het personeel op 't gevaar opmerkzaam maakte. Met eenig oponthoud kon de trein, nadat de rails waren hersteld, de reis voortzetten. Een drama op Zee. Omtrent de ramp, die de Nederlandsche tjalk „Ora et Labora" in den storm van jl. Donderdag trof, vinden wy eenige aan grijpende bijzonderheden in de „Köln. Ztg.", welke dit blad uit Hamburg werden mede gedeeld. Aan boord bevonden zich de schip per Schmidt, zyn vrouw, zyn kind en zijn broeder. De Duitsche reddingboot „Vegesack" trachtte hen te redden. Zy kwam dan ook met de schipbreukelingen aan boord tot aan het Minsener Sand, by de mond van de Elbe. Inmiddels was de storm ontzettend in hevigheid toegenomen, terwijl de geredden zoo uitgeput waren, dat zij meer dood dan levend in de boot lagen,zoodat op hun hulp niet te rekenen viel. Het gevaar was zoowel voor de redders als de geredden zoo nijpend, dat der bemanning van „Vegesack" niets overbleef dan te trachten de vooruit springende vuurbaak te bereiken. De eerste, die het waagstuk door de branding aan durfde, moest zijn poging met het leven boeten, vóór hy de baak had bereikt, zouk hy ineen en verdween in de golven. Zijn makkers brachten het er beter afzy slaag den er in het land te bereiken. Inmiddels was echter de „Vegesack" af gedreven en Zaterdagnacht werd zy opge pikt door den Geestemünder stoomtrawler „Berlin", die tot de treurige ontdekking kwam, dat zich zeven lyken aan boord bevonden, namelijk die van de familie Schmidt en drie andere, waarschijnlijk van schippers van een andere in nood verkee rende tjalk die door de zieltogenden van de „Ora et Labora" werden opgenomen. In den trouwring van een der mannen stond de naam Klaver gegrift. Ik weet nog heel duidelijk, waar my die droeve tijding bereikte. By groote smarten vergeet men de bijkomende omstandigheden evenmin als bij groote vreugde. Het was op Kerstavond, in het salon van een kasteel in den omtrek van Parijs. Het behangsel was van de wanden gescheurd en de meubelen stonden in de grootste wanorde door elkaar. Voor de ontstemde piano zat een jonge kameraad eeu zwaar moedig lied te zingen een stalemmer, ge vuld met sneeuw en ijs, stond op den grond en een oppasser stond er voor en draaide de champagneflesschen in het rond. De rook van sigaretten en pijpen vulden het vertrek, terwyl een aantal officieren, lachend en druk doorelkander pratende, een denne boom tot kerstboom promoveerden, of, gelijk ik, bezig waren de brieven te lezen, die de veldpost hun gebracht had. Ik had slechts zelden een brief van tante Klara ontvangen, zoodatik haar handschrift niet kende. Het postmerk was onleesbaar. Ik keerde den brief een tijdlang in mijn handen om, toen het was in het schemer uur - zette ik mij voor een der beide groote salonhaarden neder, waarin groote houts blokken opvlamden, om te lezen, en met groote moeite ontcijferde ik bij het flikke rende haardvuur de woorden (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1909 | | pagina 2