BERICHT.
ONZE EILANDEN van 4 DECEMBER 1909.
3
van milliciens spoorloos verdwenen zijn en
het onderzoek Daar den diefstal eveneens
zonder resultaat zijn gebleven.
Bij den heer J. Wersta te Snoek had
een hevige gasontploffing plaats.
Door gaalucht in de alcoof werd bemerkt,
dat de leiding niet in orde was en de hulp
ingeroepen van een deskundige.
Niet vermoedende, dat de gasuitstrooming
zoo erg was> ontstak deze in tegenwoordig
heid van den heer Wierstra en diens ecbt-
genoote het licht, waarop een hevige ont
ploffing volgde, die groote schade aanrichtte.
De heer Wierstra kwam er nog al goed af.
Minder goed is het echter gesteld met zyne
echtgenoote, die ernstig aan het hoofd is
gebrand, terwijl haar haren grootendeels
verschroeid zijn. Ook de „deskundige be
kwam vrij ernstige brandwonden aan het
hoofd.
Een tuinstad.
Het voor eenigen tyd hier te lande opge
lichte Tuinstad-Comité is er - volgens 't
Volk - in geslaagd in het midden des
lands een groot grondgebied in één hand
te vinden, omstreeks 450 bunder beslaande,
Waaraan men zal pogen de flnancieele uit
voerbaarheid van een tuinstad-stichting te
demonstreeren. Het comité is overtuigd, dat
dit terrein als weiDig andere aan het doel
dienstbaar gemaakt kan worden. Door de
hulpvaardigheid van den eigenaar, die met
de beweging sympathiseert, is het grond
gebied in kaart gebracht en afdrukken hier
van zullen aan een tiental architecten wor
den gezonden, van wie reeds eenigen toe
zegden, dat zy zich opgewekt gevoelden
tot een belangloozen arbeid om een ontwerp-
tuinstad samen te stellen.
Een grondbezitter te Kloetinge by Goes,
die nog een massa aardappelen in den grond
heeft, maar ze door gebrek aan werkkrach
ten niet gerooid Jheeft kunnen krygen, heeft
nu bekend gemaakt, dat ieder, die wil, de
aardappelen mag rooien en behouden. Velen
hebben van dat aanbod reeds gebruik ge
maakt.
Slinksche 'verhoögingen van bestellingen
door reizigers. Het is van algemeene bekend
heid, dat sommige „actieve" reizigers en
„goede verkoopers" soms allerlei „eigenaar
dige" middelen te baat nemen, om de orders,
die zij opnemen, te „verbeteren." Hoe vaak
gebeurt het niet dat men een veel grootere
leverantie gezonden krijgt, dan men heeft
opgegeven en dat by onderzoek blijkt, dat
men inderdaad voor die grootere boeveel
heid heeft geteekend. De reiziger heeft een
voudig op het ter onderteekening voorge
legde orderbriefje een grootere hoeveelheid
ingevuld dan werd opgegeven en men heeft,
niet verdacht op dergelijke streken, verzuimd
het comtnissiebriefje vooraf nog eens te
doorlezen en het argeloos onderteekend.
Gewoonlijk komt men eerst achter den
truc wanneer de bezending arriveert en men
tot de onaangename ontdekking komt, dat
er meer wordt toegezonden dan men meent
te hebben besteld. Op klachten hierover ont
vangt men dan van den leverancier door
gaans het koele bescheid, dat de toegezonden
hoeveelheid conform is aan de door den
reiziger ingeleverde geteekende opdracht.
Dan eerst begrijpt men dat de reiziger meer
moet hebben genoteerd dan men hem op
gaf, en dat men van deze manoeuvre de
dupe is geworden.
Behalve dit eenvoudigste geval, worden
nog allerlei andere kunstgrepen aangewend,
om de gedane bestelling te verhoogen, bijv.
door de bestelling zoo in te kleeden,datzy
voor meer dan één uitlegging vatbaar is.
Een reiziger bijv. biedt pepermunt aan, met
de toelichting, dat deze verkocht wordt in
kistjes van 3 Kilo. Beat, zegt de winkelier,
noteer maar 3 kilo. De reiziger vult in
drie pepermunt en de afnemer teekent op
het doortrek-orderboekje deze bestelling.
Wat is er nu evenwel besteld Dit uit te
maken hangt geheel van reiziger of lever
ancier af en het staat vrijwel vast, dat de
besteller meer zal ontvangen dan zyn be
doeling was. Eerstens is het mogelijk, dat
hij in pfaats van 1 kistje van 3 kilo, 3
kistjes van 3 kilo ontvangt. Op een desbe
treffende klacht, krygthy dan tenantwoord,
dat het artikel, overeenkomstig usance, prijs
courant enz. verkocht wordt per kistje van
3 kilo, dat 1 kistje dus de eenheid is voor
verkoop en dat de order, luidende 3 peper
munt niet anders is op te vatten, dan dat
3 kistjes zyn bedoeld. Verder, als er in het
artikel sorteeringen bestaan en in welk
artikel bestaan die niet i dan is de order zoo
uit te leggen, dat van elke sorteering 8 stuks
van de gebruikelijke eenheid besteld zyn
en in dat geval ontvangt de kooper mis
schien eenige tientallen kistjes, terwijl hy
op zijn klachten niet dan gelijksoortige ant
woorden als boven heeft te verwachten.
Nu is de algemeene opvatting, dat aan
een dergelijk geval niets is te doen, dat men
verplicht is het gezonden kwantum te accp-
teeren en te betalen. Is dit echter wel zoo
Wanneer een vertegenwoordiger een grooter
kwantum heeft genoteerd dan is opgegeven,
en den kooper dus een opzettelijk onjuist
opgemaakt stuk ter teekening heeft voor
gelegd, dan schy'nt zyn handelwijze niet ver
verwijderd van den vorm van bedrog, aan
geduid in art. 829, 2o der strafwet: „Met
gevangenisstraf van ten hoogste een jaar
wordt gestratt de verkooper, die den kooper
bedriegt2o ten opzichte van den aard, de
hoedanigheid en of de hoeveelheid van het
geleverde, „door het aanwenden van listige
kunstgrepen". Nu is de uitdrukking „listige
kunstgrepen" een technische uitdrukking,
aie in de rechtszaal een vaste beteekenis
heeft gekregen, men verstaat daaronder,
volgens een ministerieele verklaring in de
Tweede Kamer, een handeling, waardoor
men aan leugen of vorm zoodanigen schün
of uiterlyk van waarheid en werkelijkheid
geeft, dat iemand m6t gewone mate van
.omzichtigheid begaaft, en die gewone mate
van omzichtigheid gebruikende, de dupe kan
worden.
4-*w*Üjket waar> dat men, ongezien een
stuk teekenend, niet de gewone mate van
omzichtigheid heeft in acht genomen, maar
njeemt niet weg, dat de vertegenwoor-
-'>drog heeft gepleegd, en een bedrei
ging met aangifte kan hier allicht uitwerken,
dat de bestelling alsnog tot de oorspronkelijk
bedoelde hoeveelheid wordt teruggebracht,
en bovendien, dat de reiziger voorzichtiger
wordt in het toepassen van dezen kunst
greep. In vele gevallen ook zal de leveran
cier misschien bereid zijn tot eenige tege
moetkoming en in dat geval is het misschien
de beste weg. Want in elk geval heeft men,
als men den gerechtelijken weg betreedt, het
geteekende bestelbiljet tegen zich en is men
gedwongen het bewys te leveren, dat men
minder heeft besteld dan de hoeveelheid,
die op het bestelbiljet vermeld staat en dat
de opgave der groote hoeveelheid slechts
met behulp van een listige kunstgreep heeft
plaats gehad.
Hoe dit zy, het blyft het raadzaamst om,
alvorens iets te teekenen wat door een an
der is opgemaakt, vooraf keunis te nemen
van den inhoud. Dit is in elk geval de
zekerste weg om zich te hoeden voor schade
en onaangenaamheden.
Weekblad van den Middenstand.
Sterfte bij Christenenen Joden. „Sobrietas"
heeft een opstel over de sterfte en ziekte
bij Christenen en niet Christenen
Onder niet Christenen zyn dan hoofdza
kelyk bedoeld de Joden, waarvan het bekend
is, dat zij gunstiger statistieken hebben ten
aanzien der ziekte en sterfgevallen dan de
Christenen.
De verklaring hiervan ligt niet alleen in
de taaiheid van het Joodsche ras, dat zich
byna niet vermengt met de volken, waaron
der het toevallig verblijft.
De schrijver begint met eenige cijfers te
geven
„Van 1000 Christen stierven in Pruisen
in de periode 1893—1897 21.84 personen en
van duizend Joden slechts 14.73. In Amster
dam stierven in het jaar 1901 van 1000 Jo
den 11.8 personen en van de Christenen was
dit cijfer 15.7
Zeer hooge sterftecijfers voor Christenen
en niet Cristenen levert Budapest. Van
1885—1893 bedroeg daar de sterfte per dui
zend en per jaar bij deR. Katholieken 72.2,
Lutherschen 78.8, Protestanten 62.6 Calvi
nisten 55.9 en by de Joden slechts 37.6.
van 1890 is de „Expectation of life" (kans
op levensduur) voor een pasgeboren kind
bij de Joden 57 jaar, voor een pasgeboren
kind by de overigen 41 jaar."
Tal van besmettelijke ziekten (longont
steking, typhus, malaria, pest. roodvonk,
pokken enz.) treffen de Christenen meer of
treden onder heftiger verschijnselen op dan
bij de Joden.
Dit geldt ook voor de tuberculose en vol
gens meerdere waarnemers ook voor sy
philis.
De schrijver zoekt dan naar de verklariDg.
Hy meent, dat in de strengere spijswetten
der Joden de sleutel niet mag worden ge
zocht, hoewel wy voor ons die toch niet zoo
min zouden aanslaan.
De wetgeving van Mozes is ook onder
hygiënisch opzicht een meer dan mensche-
lyk meeaterstuk geweest, blijk gevend van
een inzicht in de hygiene, zooals men niet
toen, maar hoogstens thans zou verwachten,
nu de nieuwere wetenschap met haar ken
nis van de kleine organismen de wijsheid
der Mozaïsche wetgeviDg is komen beves
tigen.
De groote factor evenwel, waardoor de
Joden zooveel gunstiger sterftecijfer hebben,
moet worden gezocht ten eerste in de voor
beeldige zorg der Joodsche moeders voor
haar kleine kinderen en vervolgens in de
algemeen bekende matigheid.
De schrijver in „Sobrietas" zegt daarover
het volgende
„Het krachtig ontwikkelde familieleven,
de zorg voor het gezin en de kinderen ver
klaren reeds veel. De schandelijke verwaar-
loozing, waaraan zoo talloos vele Christen
gezinnen en kinderen door vader of moeder
of beiden worden overgeleverd, behoort bij
de Joden tot de zeer hooge, zeldzaame uit
zonderingen, ja komt by'na niet voor. En
wat is in den regel de oorzaak dezer ver-
waarloozing? Laten hier de Vincentianen
spreken en hun boeken blootleggen. Zouden
niet in verreweg de meeste gevallen de
ouders gezin en kroost verwaarloozen ten
gevolge van alcoholmisbruik En is het geen
algemeen, trouwens door statistiek onder
zoek vastgesteld feit, dat alcoholisme onder
de Joden zeer weinig voorkomt?
Hiermede heb ik het genoegen mede tedeelen,
dat vanaf heden bij mij verkrijgbaar zijn:
Koloniale waren en alle tot het kruideniersvak
behoorende artikelen; benevens tarwebloem,
lijnkoek en lijnzaadmeel. Alles uitsluitend
prima kwaliteit en concurreerende prijzen.
Met aanbeveling,
OFFICIER.
Voorstraat A 9, MIDDELHARNIS.
Bij nadere ontleding der cyfers komt dan
het belangryk verschijnsel aan het licht dat
de geringste sterfte bij de Joden vooral be
neden den 15-jarigen leeftijd wordt waar
genomen, wat wyst op aangeboreninvloeden
Een zeer sterk bewys voor de taaiheid of
het weerstandsvermogen van het Joodsche
ras is het feit. dat het veel minder afhan
kelijk is van sociale omstandigheden daD de
Christenen.
In de ongezonde wyken van Londen neemt
men een sterftecijfer waar van 35 d 40 per
duizend inwoners: merkwaardig is nu,dat
de Joden, wonende onder dezelfde treurige
verhoudingen, een sterftecijfer vertooneD,
dat, vergeleken met aDdere (meer gezonde)
wijken volstrekt niet hoog mag worden
genoemd.
„Dit is", zegt Murphy, „toe te schrijven
aan de grootere zorg, welke de Joden aan
hun gezondheid en die van hun kinderen
besteden en aan hun matigheid."
In New-York bleek, dat het aantal sterf
gevallen in arme en ongezonde districten
dikwijls het dubbele bedroeg van bet gemid
delde aantal over de geheele stad, terwijl
het volk van Israel daarvan zoo goed als
geen invloed ondervond.
In Amsterdam is het niet anders gesteld.
Ofschoon daar in de Jodenwijken de bevol
king veel dichter opeengehoopt woont, dan
in den Jordaan, was toch het aantal sterf
gevallen in de eerste lager dan in de tweede
en bleef zelfs het sterftecijfer van de Joden
in hun ongezonde wijken beneden het ge
middelde cijfer van de heele stad, terwyl
anderzijds de Jordaan met zijn gemengde
bevolking altijd boven dit gemiddelde sterf
tecijfer steeg.
Een ander overal waargenomen verschijn
sel is, dat by Christenen de kindersterfte
en het aantal doodgeborenen grooter is dan
bij de Joden.
Uit het volgende blijkt, dat de Mohame-
danen het nog winnen van de Joden. Op
100 geboorten kwamen in Algiers (1897—
1899) voor3.15 doodgeboren üy Christenen,
2.74 bij Joden, 1.59 by Mohamedannen.
In 1855 leerde reeds een statistiek omtrent,
Frankfort a/M., dat de gemiddelde levens
duur voor den Christen bedroeg 36 11/12
jaar en voor den Jood 48 8/4. Geen kleinig
heid inderdaad
Soortgelijke cijfers heeft men ook elders
verzameld.
„Er bestaan dan ook", zegt Stephan,
„levensverzekering maatschappijen, die met
het oog op dit feit aan de Joodsche candi-
daten een zekere premie-vermindering toe
staan. Volgens de Amerikaansche Census
Daaruit is te verklaren de geringere vatbaar
heid voor besmettelijke ziekten bij Joden.
Daaruit is ook verklaarbaar het geringer
aantal gevallen van lever-en nierziekten by
het Israelietisch ras."
Buitenland.
Een gruwelijk ongeluk. Door onvoorzich
tigheid werd een der oudgediende drukkers
A. Siong, van de firma G. Kolff Co., te
Batavia in de drukkerij der firma in de be
nedenstad, door een afgrijselijk ongeluk ge
troffen.
Op een ladder tegen een pully-as leunende
om een wielband over een der schijven te
leggen, werd de linkerarm van den onge
lukkige plotseling tusschen pully en band
gegrepen, hijzelf eenige malen om de as
geslingerd en ten slotte weggeslingerd, na
dat de arm, even beneden het gewricht
gebroken, en van de romp gescheiden was.
Bewusteloos werd de man opgehaald. On
middellijk ontboden geneeskundige hulp
werd verleend door een der inlandsche art
sen van het stadsverbond.
De wonde was vreeselijk, hetvleesch van
schouder, hals en zijde was weggescheurd.
De afgerukte arm hing boven in den band
gekneld, op vele plaatsen gebroken. Aan
hoofd en ribben was de ongelukkige ook
nog gekneusd. Per brancard werd hij naar
het stadverband gebracht. Er is weinig hoop
dat het leven behouden kan blijven.
Zij het, door onvoorzichtigheid, toch op
zijn post gevallenin bet gunstigst geval,
vreeselyk verminkt 1 B. N.
Een ongename jachtavontuur. De heer B.
uit Emerik, bekend jachtliefhebber, beeft,
zoo wordt aande„Köln.Zeit.„ medegedeeld
op een jachtreis door Perzie de gevolgen
ondervonden van onrust, die in dit land
heerscht.
In vertrouwen nl. opdemededeelingvan
Perzische vrienden, dat buitenlanders geen
speciale vergunning voor de jacht noodig
hebben, was de heer B. bij het dorp Kalugs
14 werst achter Bandargar juist op
de tygerjacht gegaan, toen de plaatselijke
overheid verscheen en hem met twee Rus
sische medegezellen gevangen nam.
Op een telegraphisch verzoek aan de
Perzische regeering en het Duitsche gezant
schap te Teheran werd geen antwoord ont
vangen en nu kregen de jagers een gewa
ande wacht voor het huis en werd hun
verboden te vertrekken, voordat het ant
woord gekomen was. Daar zelfs bij een po
ging om met de menschen voor de deur te
onderhandelen uit een hinderlaag geschoten
werd bleef den mannen niets anders
over dan zich met het geweer in de hand
door hunne bewakers heen te slaan en met
achterlating van hun paarden en hun bagage
zich te voet naar Bandager terug te begeven.
Van daar uit hebben zoowel de Duitscher
als beide Russen bij hunne gezantschappen
een eisch tot schadevergoeding ingesteld.
Fransche politiebeambten als helpers van
dieven. Voor de rechtbank te Bordeaux
stonden 3 mannen terecht, beklaagd van
diefstallen uit goederenwagens der spoor
wegen. Twee hunner werden veroordeeld
tot 21/2 jaar gevangenisstraf, maar de 3e,
Renand genaamd is vrygssproken, omdat
hy verklaarde dat politiebeambten hen bij
de diefstallen hebben geholpen om de buit
weg te brengen en daarvoor 600 francs be
looning van hen hebben ontvangen. De door
hem aangewezen beambten, drie, zijn ge
arresteerd en zullen nu terechtstaan, waar
bij Renand tegen hen als getuige zal op
treden.
Dr. Cook. Dr. Cook heeft zyn plan om
lezingen te houden over zyn Noordpoolreis
moeten opgeven wegens ziekte. Hy is ze-
nuwlydende tengevolge van al de onaange
naamheden, (ondervonden in verband met
de reis. De man, die zegt, in de eenzaam
heid, koude en ontberingen te hebben ver
dragen, schijnt niet bestand tegen de ver
denkingen en teleurstelligen, welke hy ont
moet in de wereld der beschaafden.
Nader wordt gemeld, dat Cook heimelijk
naar Italië is vertrokken in plaats, zooals
hy beloofd had, te bewijzen dat hij werkelijk
den top van den Mac-Kialeyberg had be
klommen. Zyn reis wordt te New-York als
een vlucht beschouwd.
Bedelaarsstreek. In Parijs is onlangs een
bedelaar aangehouden, die de virtuositeit in
zijn vak zóó ver gedreven had, dat de po
litie hem strafbaar achtte.
De bedelaar speelde de volgende komedie
Hy slofte in armoedige plunje de straat
af, op een aanzienlijken afstand door een
grooten New-Foundlander bond gevolgd. Bij
het zien van een been of een korst brood,
snelde de bedelaar daar heen, doch de hond
sprong hem achterna en trachtte hem den
afval te ontrukken. Een hevig gevecht ont
stond, eindigende met de overwinning van
den hond, die met het been in zijn bek
vluchtte. En de uitgeputte arme man lag
snikkend op straat.
Dan waren er altyd medelijdende voorbij
gangers, die hem opbeurden, en met zyn lot
begaan, geld bijeen brachten, om den hon
gerige in de gelegenheid te stellen, wat eten
te koopen in plaats van het door den hond
weggenomen been.
De dagelijksche inkomsten van dezen be
delaar bedroegen ongeveer 50 fr., waarvan
zoowel hy zelf als zyn goed-gedresseerde
viervoetige handlanger ruim konden leven.
Doch de straatvertooning liep in de gaten,
zoodat bedelaar en hond voortaan een
nieuw nummer zullen moeten instudeeren.
Vreemde talen in het Engelsche leger. Het
Britsche ministerie van oorlog heeft een
bekendmaking gepubliceerd, waarbij die
Britsche officieren, die vreemde talen zóó
leeren, dat ze ze vloeiend kunnen spreken,
in 't vervolg belooningen in geld zullen
ontvangen. Voor de verschillende talen is
ook de hoogte der prijzen verschillend. Voor
Fransch bedragen ze 24, voor Duitsch 50,
voor Hollandsch, modern-Grieksch, Portu-
geesch, Tsjechisch en Kroatisch 30 en voor
Russisch 50 pond sterling. Verder zullen
ieder jaar vier officieren ondersteuning
genieten, die bereid zijn naar Japan te gaan,
om de Japansche taal te-Ieeren en eveneens
vier die naar China willen gaan.
Ingezonden Stukken.
(Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.)
Is u dat? Ja hoor, dat is u!
Met instemming neemt de redaksievan de
Maas in haar nummer van Woensdag een
artiekeltje o\er uit de N. Pr. G. Ct. Er staat
boven: „Al ongeveer gelijk." En het be
gint zó
„Mr. Troelstra vertelde met smaak een
staaltje van z.g. geestelijken dwang, die
by de verkiezing in Gulpen zou zyn ge
constateerd. Zoo zou een pastoor tot zyn
parochianen gezegd hebben„Als gij in
het stemhokje staat, ziet u God. Gaat in
den loop van het jaar koe of varken dood,
dan weet ik, op wien gij gestemd hebt."
Zoo'n dreigement is natuurlijk zeer af
keurenswaardig."
„Zo'n dreigement is natuurlik zeer af
keurenswaardig"! Ja, ja, de redakteur gaat
het op Flakkee een beetje anders aanleggen
Hy merkt wel, dat je hier de mensen niet
meer, als de pastoor in Gulpen, kan lijmen
met „de wrekende hand van God"l
Doch zó komt de kristelike redakteur er
niet afl Ik vraag ook voor het twede
deelte van het artiekeltje even de aandacht
„Maar terecht merkt de „Rotterdam
mer" op
In Rotterdam is dezen zomer wel
gedreigdals ge op de kerkelyken stemt,
gaan al de schepen uit de havens, en
beleeft ge den ondergang van ons bloe
iend Rotterdam I
Dat beeldde men zelfs af op prentjes.
En wat is dan ergerhet verlies van
een koe of varken, dan wel de dood
van een heele handelsstad
De Limburgsche verkiezingszeden zijn
erg genoeg. Maar zou't overbodig zijn, als
de menschen, die steeds opzoosmadelij-
ken toon van geestelijke dwang spreken,
de hand eens in eigen boezem staken?"
Er wordt hier over twee dreigementen
gesproken.
In de eerste plaats over het dreigement
van de pastoor.
In de twede plaats over het dreigement
van de liberalen in Rotterdam.
Laat ik dit nog eens even noemen:
„Als ge op de kerkeliken stemt, gaan al
de schepen uit de havens, en beleeft ge de
ondergang van ons bloeiend Rotterdam!"
En al liegt de Maas, dat de dreigementen
„al ongeveer gelijk" zyn, toch nemen wy
de vrijheid, om te wijzen op het verschil,
dat tussen beide bestaat.
De liberalen hebben gedreigd met de, huns
inziens onvermydelike gevolgen der kerke-
like politiek.
In het distrikt Gulpen waren twee katho
lieken en één sociaal-demokraat gekandie-
neerd.
Maar de pastoor heeft niet durven zeggen,
dat de dood van koe of varken, zyns inziens
een noodwendig gevolg zou wezen van de
polietiek van één der twee katholieken of
van de sociaal-demokraat.
Neen, hy heeft gedreigd met „de wrekende
hand van God".
En dat deden de liberalen nieti
De redakteur heeft het dreigement van
de pastoor „zeer afkeurenswaardig" ge
noemd. Ik dacht, dat hy eerlik geworden
was. Daarom vroeg ik al: „Isudat?"Doch
toen my later bleek, dat het hele artiekeltje,
oudergewoonte, staat in het teken van het
volksbedrog, toen heb ik deze kristelike man
herkend. En ik heb er aan toegevoehd„Ja
hoor, dat is uA. ROETMAN.
Landbouw.
Hoe staat het met de Landbouw-
Ongevallenverzekering
IL
In ons vorig artikel hebben wy gezegd,
dat de landbouwers in ons land zich gereed
maken de landbouw-onge vallen verzekering
zelf ter hand te nemen. Zy doet dit, omdat
aan de Hoofdbesturen van de Provinciale
Landbouwmaatschappijen is gebleken, dat
op deze wijze de knechts het best zullen
geholpen worden zonder dat het bedryf hier
door al te zwaar zal worden belast.
Geld zal een landbouw-ongevallenverze-
kering, hetzij die van Rijkswege het zij die
door de boeren zelf wordt ingevoerd, altyd
kosten, dat spreekt vanzelf, maar het scheelt
nog verbazend veel hoe de uitvoering van
zoo'nlandbouwongevallenverzekeiing wordt
geregeld. Hoe minder ambtenaren er by
betrokken worden, hoe goedkooper. Daarom
is de basis, waarop de Landbouw-Onderlinge
rust deze
alles, wat de landbouwers zelf kunnen doen,
moeten zij ook zelf doen, opdat dit met zoo
weinig mogelyke kosten geschiede.
De Landbouw-Onderlinge zou wel hon
derden ambtenaren over het land kunnen
verspeiden, die het werk zouden moeten
doen, dat van de landbouwers zelf zal wor
den gevraagd, doch die ambtenaren zouden
moeten worden gesalarieerd en dat salaris
zouden de landbouwers weer moeten betalen
zoodat de onkosten aanmerkelijk zouden
worden verhoogd.
De Landbouw-Onderlinge is dan ook niet
van plan, trouwens het ligt geheel buiten
bare bedoeling, om overal in den lande
inspecteurs en agenten aan te stellen zoo-
als de premie-maatschappijen dat doen,
want het groot aantal ambtenaren bezwaart
door het salaris de uitgaven.
Het vereenigings-leven onder de landbou
wers is in de laatste jaren zeer sterk ont
wikkeld, op ieder dorp is minstens één,
soms zijn er twee of meer landbouwers-
vereenigingen, overal zullen dan ook wel
mannen te vinden zyn, die genoeg ervaring
hebben om met succes deel te kunnen nemen
aan de uitvoering van de landbouw-onge-
vallenverzekering.
Bovendien, zoo'n heksenwerk is het ook
niet. Dat hebben de tuinbouwers al bewezen,
die sedert 1 Juli 1909 aangesloten zijn by
„de Tuinbouw-Onderlinge", eene vereeniging
die voor de knechts in den tuinbouw reeds
doet, wat de landbouwers voor hun knechts
nu ook gaan doen.
„De Tuinbouw-Onderlinge" loopt goed en
van niemand is nog een klacht gehoord,
dat de uitvoering voor de tuinbouwers te
moeilijk is.
Eenvoud is het kenmerk van het ware.
Het zou ook wel een beetje al te mal
zyn, als het helpen en steunen van een
knecht, die een ongeval heeft gekregen, zoo
ingewikkeld was, dat een gewoon mensch
dat niet zou kunnen doen.
Wy willen daarom thans de vraag beant
woorde Hoe zit een Provinciale Landbouw-
Onderlinge in elkander
In eene vergadering, bijeengeroepen door
de provinciale landbouw-maatschappy, is
een bestuur gekozen, dat uit 6 of 7 leden
bestaat. Dit bestuur heeft voor de geheele
provincie de hoofdleiding, doch omdat de
bestuursleden allen hun gewone dagelijk
sche bezigheden hebben, laat dit bestuur
zich bijstaan door een administrateur. Het
provinciale bestuur regelt en beslist alles
en de administrateur voert het uitde lei
ding van het geheel is dus in handen van
de landbouwers en de administrateur is
niets meer dan een beambte, die, zoo hy
niet voldoet, ontslagen kan worden.
Stellen wy ons nu voor, dat op een dorp
b. v. b. 100 landbouwers zich aansluiten
by de Provinciale Landbouw-Onderlinge,
hoe gaat het dan
In overleg en onder goedkeuring van het
provinciaal bestuur der Landbouw-Onder
linge wordt op zoo'n dorp door de land
bouwers uit hun midden een Plaatselijke
Ongevallen-Commissie aangewezenleden
van deze commissie zullen dus zyn land
bouwers.
En wat zullen deze Commissies nu moe
ten doeD
lo. Moeten zy uitmaken of het ongeval,
dat een knecht is overkomen, werkelijk
gebeurd isj toen de knecht voor zijn patroon
werkzaamheden verrichtte, welke onder de
verzekering vallen.
2o. Houden zy het oog op de geneeskun
dige behandeling van den getroffen arbeider.
3o. Stellen zij vast hoeveel uitkeering aan
een knecht toekomt voor ongevallen, die
hoogstens 2 maanden duren. Ongevallen,
die langer dan 2 maanden duren regelt de
Administrateur.