ZUID-HOLLANDSGEI EN ZEEUWSCHE EILANDEN. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. ONZE EILANDEN voor de Dit Blad verschijnt eiken Zaterdagmorgen. Prijs per kwartaalf 0,5U Afzonderlijke nummers- 0,05 No. 48 Zaterdag 24 October 1908 15E Jaargang Alle voor de Redactie en Administratie bestemde stukken en Advertentiën worden uiterlijk Vrijdagmorgen ingewacht bij de Administratie te Middelbarnis. Prijs per advertentiën van 15 regels f 0,50 Iedere regel meer 0,10 Groote letters naar plaatsruimte. Drankbestrij ding. Geheel-onthouding. lil. In mijn vorig opstel heb ik aangetoond dat Geheel-onthouding volstrekt niet iets onzinnigs is, maar integendeel iets heel wel mogeliks. In hetgeen nu volgt, hoop ik U duidelik- te kunnen maken, dat Onthouding niet alleen mogelik, maar ook goed is. Goedin de allereerste plaats uit een geldelik oogpunt. Gelukkig is het alkohol- verbruik in de laatste jaren iets gedaald. Maar 't was; dan ook meer dan erg. Tach tig millioen gulden werd jaarliks door het Nederlandsche volk besteed aan alkoholiese dranken. Tachtig millioen, weet ge, wat dat zeg gen wil? Dat betekent, dat er ieder uur in ons land voor bijna tienduizend gul den door het dorstige keelgat gaat. lien duizend gulden per uur dat is 150 gulden in de minuut, dat is een rijksdaalder per sekonde. Dus dag en nacht wordt er met iedere tik van de sekonde-slinger in ons land f 2.50 aan drank uitgegeven. Dal gaat zo maar door, dag in, dag uit, jaar in, jaar uit. Tik een rijksdaalder. Tik, alweer één. En de rijksdaalders stape len zich op tot hopen, tot bergen, tot tachtig millioen gulden in één jaar, tot acht honderd millioen in tien jaar, tot vijf duizend millioen in een mensenleven. Duizelt het U niet bij zulke grote getallen waarvan gij noch ik zelfs maar een flauwe voorstelling kunt hebbeD? Ieder jaar voor tachtig millioen guldens, die een gewicht hebben van acht hon derdduizend kilogrammen, dat is even veel als tienduizend volwassen mannen wegen. Tachtig millioen, die voor het grootste deel ontstolen worden aan de zakken van onze |arbeidei svrouwen en aan de magen van haar kinderen. Tachtig mil lioen, die alleen één enkele stand (ge zwegen van de schatkist), die der brou wers, herbergiers en hun personeel ten goede komen, terwijl ze in bijna alle andere standen der maatschappij armoe de en ellende veroorzaken. Tachtig mil lioen gulden, wat al armoede kon hier mee gelenigd worden, wat al honger gestild, wat al tranen gedroogd. En dat al dat geld als weggegooid beschouwd FEUILLETON. Uit het leven mijner oude vriendin. Slot. Ruth trad voor de derde maal in het huwelyk, met den jongen vorst Bodresky, en daar dit huwelijk kinderloos bleef, adop teerde de vorst later zijn stiefzoon. Hij werd in 't Katholiek geloof, waartoe ook zijne moeder overging, opgevoed, en schijnt het geheele verkwistende en lichtzinnige karakter zijner moeder geërfd te hebben. Thans is hij reeds lang gehuwd, en heeft het slechts aanzijn vorstelijk vermogen en de enorme bruidschat zijner vrouw te danken, dat het hem tbch nog niet gelukt is, zich te ruïneeren. Ach, vaak denk ik, of, indien God zijn eigen vader had laten loven en wij hem tezamen hadden opgevoed, er niet een braaf en edel mensch zooals Eberhardt was, uit hem gegroeid zou zijn. Maar kon het zoo, door de buitensporige weelde waarmede zijne moeder hem omgaf, verwend, in de handen van gewetenlooze gouverneurs, wel anders komen Ik bleef dus standvastig en ging niet naar Bendeleben, hoewel Hannah het mij bjjna kwalijk nam. Tot mevrouw Renner, de eenvoudige oprechte vrouw, die mij vriend schappelijk een verblijf in hare woning. moet worden weggegooid door mensen, die het met geen mogelikheid kunnen missen. We zullen hierover nu niet verder uitweiden, 'k Hoop U genoegzaam te hebben aangetoond, dat het geen baga telletje is, wat aan drank besteed wordt, maar een reusachtig groote som. Maar dit is lang niet het eenige, waar om we onthouden een weldaad zouden achten. Drankgebruik verlaagt liet zedelikpeil van het volk. We welen allen heel goed, dat de alkohol de tongen losmaakt, dat iemand, die een borreltje gebruikt heeft, er alles maar „uitflapt." Dingen, waar aan hij nuchter ternauwernood durft denkendurft hij nu wel zeggen. Druilend en schreeuwend hoort men bij kermis of andere feeslelikheden de mensen langs de straten trekken. De schuinste en gemeenste liederen zijn dan nog niet plat genoeg. En dat noemt men dan feestvieren, pret maken Ik geloof, dat de dieren, als ze een klein beetje meer begrip hadden, zich voor zulke mensen zouden schamen. Zijt ge wel eens nuchter in een. met wijn of jenever feestvierend gezelschap gekomen? Ja? Dan hebt ge in het eerst toch ook zeker wel zo iets als walging gevoeld voor dat geschreeuw van stem men door elkaar, voor die hete, benau wende lucht van rook, drank en mensen- adems, die u tegemoet kwam. In het eerst was het u onmogelik, nietwaar, mee te doen als de anderen. Maar na een poosje, als de drank ook hij u z'n uitwerking deed gevoelen, dan kondt ook gij recht vrolik meedoen. In de Duitsche stad Frankfort werd onlangs feestgevierd. De Frankfurter Zeitiug schrijft hiervan „De verwach tingen der brouwerijen worden door „de werkelike omzet verre overtroffen. „Er werd uitgeschonken ongeveer 3200 „Hektoliter bier, 559 Mektoliter'appel- „wijn en twee en zestig duizend flessen wijn." Nuchtere gasten waren er savonds dan ook niet in Frankfort's straten te vinden. De aandrang voorde huizen van ontucht moet bepaald levens gevaarlik geweest zijn! Drankzucht en ontucht, deze twee gaan altijd broederlik samen, en nooit wordt de eerste gang naar een publiek huis gedaan door iemand, die volkomen nuchter is. Alleen wanneer door het gebruik van verscheidene borrels het aanbood, gevoelde ik my aangetrokken. Hoe teeder en met hoeveel toegevendheid ben ik daar behandeld geworden, zoowel door haar, als haar waardigen zoon. Aan zijne woorden had ik het ook te danken, dat ik mü ootmoedig onder Gods bezoekende hand nederboog, in plaats van tegen Hem te morren. Ik werd allengs rustig en gelaten, maar de wonde mijns harten is nimmer genezen, en nog heden, nog in dit oogenblik bloedt zij, zoodra ik aan het verleden, aan mijn eerste en eenige liefde... aan mijn Eberhardt denk! Van de personen, die my in mijne jeugd zoo genegen waren, leeft niemand meer, behalve dominee Renner te Weltzendorf, die, thans een oude man en mijn eenige vriend, zijne dagen wil eindigen in het huis, waar eens zyn vader leefde. De eerste die naar zalige gewesten werd opgeroepen, en wier dood mij met onnoemelijke smart vervulde, was mijn ge liefde Hannah; zeer onverwacht stierf zij aan een epidemische ziekte en liet, nog geen zes-en twintig jaar oud zijnde, haar treu renden echtgenoot met drie kleine kinderen achter. Wij waren van denzelfden leeftijd, en toen vroeg ik opnieuw, waarom de lieve God niet mij had laten 9teiven, in plaats haar op te eischen, die nog zoo onmisbaar was, en wier plaats in het graf, ik zoo innig gaarne zou hebben ingenomen. In hetzelfde jaar werd ook een levens vraag tot mij gerichtdominee Renner bood mij zijn hand aan. Hij had mij reeds sedert lang bemind, reeds toen ik nog het mooi gelukkig meisje was, dat zoo wild te paard zedelik gevoel genoegzaam is afgestompt, heeft men moed genoeg zo'n huis binnen te gaan. Tot schade van lichaam en ziel natuurlik. Heeft dus het gebruik van alkohol al een verlammende werking op het zedelik bewustzijn van de, we zullen maar zeg gen, matige gebruiker, in veel erger mate is dit het geval bij de dronkaard. De dronkaard is natuurlik niet zó eerloos, dat hy zich zo maar zonder strijd gewonnen heeft gegeven. Hij heeft ogen blikken gehad, waarop hij eigen lafheid en zwakheid heeft verwenst, waarop hij zich stellig voorgenomen heelt in het vervolg sterker te zullen zijn. Maar tel kens en |telkens weer is hij bezweken. Strijd staalt. Maar strijd, die voortdurend met verlies eindigt, verzwakt, maakt moedeloos. En de man, die zich eerst niet gewonnen wilde geven dan na ge worsteld te hebben met z'n verderfelike lusten, geeft zich op't laatst zonder ver zet over. Dan glijdt hij het steile pad natuurlik heel snel at naar de diepte, waar bijna geen redding meer mogelik is. Ieder rechtgeaard man is er trots op, door het werk zijner handen in het onderhoud van vrouw en kinderen te kunnen voorzien. De dronkaard niet. Hij, die elke eergevoel mist, ziet toe, dat vrouw en kinderen armoe lijden, terwijl hij zelf zijn tijd met drinken door brengt. Niemand wil graag bespot of uitge jouwd worden. De dronkaard verdraagt het dikwijls heel kalm, dat anderen een loopje met hem nemen, dat kinderen hem naroepen, soms met vuil werpen. Gij zoudt U vreselik schamen, nietwaar door een paar politieagenten "„opge bracht" te worden. De dronkaard loopt idioot-lachend mee. Alle hogere gevoe lens verdwijnen langzaam, maar zeker bij hem. Zijn enige streven is gericht op het verkrijgen van drank, en om hier aan te voldoen, deinst hij tenslotte voor geen middel terug. Zo wordt de dronkaard vaak een dief. Ben ik te zwart geweest in mijn schil dering? Vraag dan aan de direkteuren van onze gevangenissen, hoeveel van de daarin voor allerlei misdrijven opgeslo- tenen door drankzucht lot diefstal zijn gebracht. En ge zult verschrikt staan over het grote aantal. H, D. Woidt vervolgd.) rfjden, en zoo vroolyk lachen kon. Ik heb een zwaren strijd gestreden tuaschen dankbaarheid en het onvergetelijk aanden ken aan den éénige, dien ik ooit had lief gehad. De oogen der oude vrouw keken mij angstig en vragend aan, en toch, ik k o n er niet toe besluiten, zijne vrouw te worden. Hij had aanspraak op een hart, dat zich in alle oprechtheid aan hem wilde wijden en hem geheel en onverdeeld zou toebehooren, en ik ach, m ij n hart lag immers in het graf I Onder het storten van weemoedige tranen smeekte ik hem, mij niet voor ondankbaar te houden, maar ik kon. ik mocht de zijne niet worden. Hij sprak mij nooit weêr van liefdeik zag hoezeer het hem smartte, maar tbch is hy my zijn geheele leven een trouwe vriend en raadsman gebleven. Twee jaren later stelde hy zijne moeder zyn jonge bruid voor, wier eerlijke oogen vol zaligheid op het ernstig gelaat van haren bruidegom rustten. Het verheugde my te zien, dat zy hem eerde en oprecht beminde. Toen besloten wij, zijn moeder en ik het jonge paar te verlaten, en in myn oud tehuis te gaan wonen. En zoo geschiedde het; wy richtten de pastorie behoorlijk voor het jonge vrouwtje in, en later verheugden we ons, het blonde hoofdje aan 't venster tegenover ons te zien, hoe ze ijverig naaide of spon, of als zy vlug even by moeder kwam „aanwippen" om van haar raad in de een of andere Buitenlandsch Overzicht. Er valt ditmaal zeer weinig nieuws over de Balkancrisis te melden. Zal er oorlog komen, zal het vrede bly'ven Degenen, die het laatste beweren, zullen waarschynlyk wel gelijk krijgen. Immers, hoe langer het conflict hangende blyft, hoe minder kans er is, dat het volk in opgewondenheid naar de wapens zal grijpen. Op het oogenblik wordt de stryd voornamelijk achter de schermen afgespeeld. Turkije, Bulgarije en Oostenrijk schijnen alle moeite te doen om direct met elkander in overleg te treden zonder tusschenkomst eener conferentie. Kunnen de drie belanghebbenden het op die wijze met elkaar eens worden en de eerste onderhandelingen schijnen goed op te schieten, dan is het houden van een conferentie vrijwel overbodig. Alleen zou ze de goedkeuring der Europeesche groot machten aan den geschapen toestand kunnen geven. Als men nagaat hoe wei nig eenheid de mogendheden nu al toonen by de verschillende kwestie's zyn van een in ternationale conferentie niet heel veel resul taten te wachten. Dat ze trouwens in vele opzichten met dan een ydele vertooning zou zijn, bewijst de manier, waarop Oosten rijk het tractaat van Berlijn eenvoudig als scheurpapier heeft gebruikt. De Russische minister Iswolski, die alles doet om een Conferentie byeen te roepen, blijft aan dat plan voortarbeiden. Reeds heeft hy Londen en Berlyn bezocht om de goedkeuring der buitenlandsche regeeringen op de Russische plannen te verkrijgen. Ander belangrijk nieuws is er niet te melden. Alleen tusschen Oostenrijk en den kleinen heffer Montenegro is het conflict aanmerkelijk scherper geworden. Een Montenegrijnsch generaal, Voekovitsj, was als bijzonder gezant van den vorst van Montenegro naar koning Peter van Servie gezonden. Te Agram werd hij door de Oos- tenryksche politie aangehouden, zijn bagage werd doorsnuffeld en hijzelf een zevental uren gevangen gehouden. Eerst door tus schenkomst van minister Aerenthal werd by vrijgelaten. Voor de Serviërs was dat een mooie aanleiding om den generaal in de hoofdsstad Belgrado heel geestdriftig te ontvangen en natuurlijk is de stemming tegen Oostenrijk er door dit conflict niet beter op geworden. De berichten uit dat staatje luiden nog steeds oorlogszuchtig. De oorlogsgezinden beschouwen als hun aanvoerder den kroonprins, een meneertje, dat nog weinig goeds van zich heeft laten hooren en voortdurend heel oorlogszuchtige redevoeringen houdt. Daardoor moet hy nog al overhoop liggen met vader Peter, die geen oorlog wil. De toestand blijft daardoor zorg wekkend, want het volk, opgehitst door den huishoudelijke aangelegenheid in te winnen. Zoo leefden wij beide vrouwen stil en rustig, en alleen wanneer de heiannei-ing aan vervlogen tijden in ray opkwam, kou ik weêr babbelendan dankte ik God, dat ik zooveel schoons eens mocht beleven. Op zekeren dag werd ik op het kasteel ontbodende baron was ernstig ziek. Ik heb hem vyf weken achtereen dag en nacht verpleegd heb hem de oogen dichtgedrukt, die mij nog eens voor 't laatst dankbaar aankeken, en heb minstens een klein ge deelte van de schuld vereffend, die my de erkentelijkheid voor vroegere gelukkige tyden oplegde. De weduwe was ontroosbaar. By de ter aarde bestelling zag ik ook Bergen en Ruth weder, beiden met hunne zonen. Willy, thans vorst Bodresky, was een beeld- schoone jongen geworden; donker van uit zicht, vurig en wild, terwijl Wilhelm von Bergen het karakter van zijn vader had, oprecht en ongekunsteld, maar töch ver standig en doortastend, Ruth was nog de kokette, levendige verschijning van vroeger, maar een leven vol gestadige opwinding en afwisseling, had den gloed der jeugd t e vroeg van het wonderschoon gelaat doen verdwijnen zij zag er in sommige oogen- blikken, niettegenstaande haar dertigjarigen leeftyd, vermoeid en verouderd uit. Van my nam zij niet de minste notitie, en wat mij het meeste leed deed zy hield den zoon opzettelijk van my verwijderd. De aardige jongen was schuw en vreemd jegens my. Bergen was des te hartelijkerwij spraken kroonprins, kon de regeering wel eens dwin gen tot daden, waartoe zy thans niet bereid is. Uit Turkije komt bericht dat de Jong- Turken zeer bevreesd zijn voor bet opnieuw veld winnen der reactie, welke party zich steeds ernstiger doet gelden. De Jong- Turken nemen daarom maatregelen van tegenweer en zullen wellicht een militaire dictatuur instellen, tot het nieuwe regee- ringsstelsel in Turkye hecht gevestigd is. De inwoners van Constantinopel wapenen zich, zoo zelfs, dat in alle wapen winkels de voorraden wapenen en ammunitie uitver kocht zijn. De boycot van Oostenryksche waren wordt in de Turksche hoofdstad nog steeds toegepast. Bladen, die advertentiën voor Oostenryksche winkelsplaatsen, worden op straat verscheurd en de bevolking opgewekt zoo'n blad niet meer te koopen. Het is merkwaardig, hoe alle mogend heden er overigens alle moeite voor doen toch vooral op goeden voet te geraken met de Tursche regeering. Engeland, dat aardig in de gunst stond, heeft in de laatste dagen die gunst byna verspeeld. Dat kwam door het bekend worden van het conferentiepro gram, waarbij Engeland, zoo 't heette, zou voorstellen den toegang door de Dardanellen naar de Zwarte zee voor de Russische marine open te stellen. Dat wekte in Turkije groote ergernis en één der voornaamste Turk sche bladen, de Hoekoeki-Oemoemi, schreef een belangwekkend artikel tegen Engeland. Engelands bondgenoodschap met Rusland Frankryk en Japan, zoo schry ft het blad, zal Turkye niet tot zegen strekken. Het bond genootschap wendt zich zelfs tegen Turkye om veranderingen in de kaart te brengen. Men moet wantrouwen koesteren omtrent de afspraken, die Engeland en Rusland hebben gemaakt omtrent de conferentie, want er is beraadslaagd op welke wyze men Turkye kan benadeelen. Als Turkije Engeland's liefdoen vertrouwt, wee dan het Ottomaanscbe ryk Engeland's zoogenaamde vriendschap is niet zonder politieke neven bedoelingen. Ook de politiek der liberale Engelschen is niet vriendschappelijk tegen over de Turken. Het conferentieprogram bewijst, dat Enge land Turkye wil opofferen om dichter by Rusland te komen. Want het tegen Turkye gerichte voorstel van de vrye vaart voor de aan de Zwarte Zee gelegen landen door de zeeëngten is uit Engelands koker gekomen onder voorwendsel, dat het Turkye voordeel zou aanbrengen. Omdat Turkije 50 jaar geleden een politiek voerde, die Engeland gunstig was, is dit geen reden, dat het die heden ten dage nog moet voeren. De politiek verandert dagelyks. Dit openhartig artikel gaf de Engelsche pers direct aanleiding om te verklaren, dat Engeland nimmer de Dardanellenkwestie op de proppen zou brengen en voorts veel over Hannah en den schoonen tijd van vroeger, ook Eberhardt herdachten wij, en in zyne tegenwoordigheid gaf ik myn hart weêr eens in tranen lucht; h ij wist immers het beste, hoeveel ik geleden had. Kort na de begrafenis, en vooral op Ruth's aandringen, werden er maatregelen geno men voor den verkoop van Bendeleben De barones zou meê naar Weenen verhuizen, want vorst Bodresky wenschte het landgoed niet te aanvaarden. Bergen bezat daartoe niet het noodige kapitaal en was ook te veel met hart en ziel soldaat, en volgens Ruth kon men niet wachten tot een der zoons meerderjarig zou zyn, omdat indien tyd gewetenlooze pachters de bezitting ge ruïneerd zouden hebben. En zoo duurde het dan ook niet lang, of de barones Yon Ben deleben trok met hare dochter, de vorstin, naar het schitterende Weenen, en in het oude, aristocratische slot, ging nu onder het trotsche wapen der familie Von Bendeleben, een burgerlijk, welgesteld bezitter in en uit. In de statige, hooge vertrekken, waar sedert eeuwen slechts Bendelebens gelachen en getreurd hadden, speelde nu een troep vlas harige kinderen, die zelfs met p 1 en boog naar de veelkleurige goden en godinnen aan 't plafond van de eetzaal schoten, tot de flinke vader en zyn wakkere vrouw, teneinde niet voortdurend naar die stukge schoten neuzen en doorboorde oogen te kyken, den verver deden komen, en al dat antiek en kostbaar schilderwerk, met een stevige laag loodwit lieten bedekken My kromp het hart ineen, toen ik vreemde

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1908 | | pagina 1