ONZE EILANDEN van 17 OCTOBER 1908. de omwenteling zonder bloedstorting tot stand bracht, staat wel voor zeer groote moeilijkheden. Het is de vraag maar of het in staat zal zijn den toestand te beheerschen en de opgewondenheid, die natuurlyk onder de Turken heerscht, binnen de perken zal weten te houden. Hetzelfde geldt voor den nieuwbakken koning, Ferdinand van Bul garije. De stemming onder zijn volk is zeer oorlogszuchtig en naar men meldt heeft Bulgarije aan Turkije het ultimatum gesteld binnen drie dagen Bulgarije's onafhankelijk heid te erkennen. Het is te hopen, dat dit bericht maar een loos alarm is, want anders zullen de vredeskansen er niet op rijzen. Toch staat het oorlogsgevaar nog niet drei gend voor de deur en is de waarschijnlijk heid groot, dat alle kwesties door een con ferentie langs den vreedzamen weg zuilen worden opgelost. Voor Oostenrijk's handel nemen de zaken in Konstantinopel een minder pleizige wen ding. Steeds meer wint de boycot van Oostenryksche goederen veld. De stoomboo- ten der Oostenryksche Lloyd kunnen bijna geen goederen of reizigers meer meekrijgen. Wanneer men nagaat, dat uit Oostenrijk voor niet minder dan 43 millioen kronen in Turkije wordt ingevoerd, begrijpt men, welk een onaangenamen indruk deze boycot in Oostenrijk moet maken. DeOostenrijksche gezant moet zich dan ook reeds by den Turkschen grootvizier zeer hebben beklaagd, doch deze moet vrij stug geantwoord hebben, dat hy het Turkscbe volk niet dwingen kan dingen te koopen, die het blijkbaar niet hebben wil. Intusschen profiteeren vooral de Engelscben als handige zakenmenschen in de allereerste plaats van den boycot, wat alweer bewijst, dal het spreekwoord opgaatEik vischt op zyn gety i De Engelsche kiesrechtvrouwen doen wel al het mogelijke om zich onpopulair te maken. Het Engelsche Parlement was bezig de nieuwe Kinderwetten te behandelen, waarbij o. a. betrooken van kinderen straf baar wordt gesteld en het doodliggen van jonge kinderen door dronken moeders, wat in Londen veel voorkomt, eveneens streng wordt gestraft. Te midden der beraadsla gingen was er buiten het gebouw een be tooging van kiesrechtvrouwen aan den gaug. Eensklaps vloog er een het gebouw binnen en riep. „Houd op met te praten over de kinderen, geeft de vrouwen het Stemrecht." Zooiets is nu in het Engelsche parlement als 't ware een heiligschennis. Een vrouw mag daar de debatten slechts van achter een stevig traliewerk volgenDe dames gaan spyt gevangenis en boete stilletjes haar gang. Zy weigeren belasting te betalen, houden betoogingen en als de rechter haar veroordeelt, verwaardigen ze zich niet eens zich te komen verdedigen, doch gaan kalm de gevangenis in. Men moet erkennen, dat de dames wel veel voor haar stemrecht over hebben, meer dan zoovele mannen, die van de stembus steeds thuisblijven. Een zeer belangrijke samenkomst had dezer dagen in de Zuid-Afrikaansche plaats Durban plaats. 32 vertegenwoordigers van de Engelsche Zuid Afrikaansche koloniën Natal, Trans vaal, Oranje-en Rivier-kolonie en Rhodesie zyn bijeengekomen om te beraadslagen over een ontwerp voor een grondwet voor de Vereenigde Staten van Zuid-Afrika. Dat deze bijeenkomst geen gemakkelijk werk 2al hebben, behoeft niet gezegd. Elk der koloniën toch heeft op zichzelf ver schillende belangen en belangetjes, in strijd vaak met die der zusterkoloniënterwijl het bevolkingsverschil (Natal bv. is over wegend Engelsch en voelt maar zeer weinig voor de Afrikaansch-Hollandsche Boeren) de regeling van een definitieve nauwere aaneensluiting ook al niet gemakkelijk maakt. Niettemin al zal ook wellicht niet dadelijk het ideaal een vereenigd Zuid Afrika bereikt worden, de bijeenkomst te Durban zal toch zeker middellijk reeds nu d't goede resultaat hebben, dat zij de groote Zuid-Afrikaansche voormannen weer eens allen te zamen vereenigt en gemeen schappelijke bespreking der Afrikaner be langen mogelijk maakt. In het geheel zullen er 32 afgevaardigden aan de conferentie deelnemen. Gisteren waren er reeds 30 te Durban aangekomen. President Steyn en sir Milton, van Rodesië, hadden tegenspoed op reis gehad. Binnenland. Kamerverkiezing Ommen. In een advertentie in de Zwolsche Ct. roept het bestuurder Cbrist.-hist. kiesvereeni- ging te Nijverdal de leden der Herv. Kerk uit het vertrek. Toen ik op het punt stond de deur te sluiten, hoorde ik een der heeren vragen, wie ik was Luid en tóch met zekere aarzeling in zyn stem, antwoordde daarop de baron„Dat is de dame, die zijn kind ter verpleging had." Ook dkt verdroeg ikhet griefde my niet, ik was 6r zelfs geheel niet door beleedigd. Een verachtelijke lach mocht wel om myn mond gespeeld hebben, wegens deze ver loochening mijner rechten, door een man, dien ik als een vader had lief gehad, en die ook mij boven velen genegen was; zjjn hoogmoed liet zich zelfs in 't aangezicht van een zoo wreeden dood, niet in toom houdenTerstond klonk echter een an dere stem „Pardon mijnheerindien deze dame mejuffrouw Margaretha Siegismund is, dan heeft onze brave kameraad Eberhardt ons reeds voor geruimen ty'd kennis gegeven, dat hij zich met haar verloofd had; dat is genoegzaam bij ons allen, zijne mede-offi cieren bekend, en wij gelooven geheel in den geest van onzen dierbaren vriend te handelen, door, na hèm onzen laatsten broederlijken groet gebracht te hebben,— terstond zijne, door hem zeer beminde bruid, onze deelneming te gaan betuigen!" Nu kwam er in waarheid een lach, doch een van mijner ziele zaligheid, op mijn gelaat I op om trouw op hun post te zijn, zich door niets te laten afscheiden om niet te gaan stemmen, „maar met vereenigde kracht hun stem uit te brengen op onzen waardigen can- didaat: Mr. Tb. H. de Meester." In een ingezonden stuk in hetzelfde blad constateert de voorz. van genoemde kiesver- eeniging, dat met aigemeene stemmen beslo ten is niet de candidatuur van dr. Kuyper maar krachtig de candidatuur te steunen van mr. Th. H. de Meester. Het was trouwens", zegt hij, „van ons Christ-Historischen, allen leden en voorstan ders der Herv. Kerk, ook niet anders te verwachten, want als wij maar even inden ken hoe dr. Kuyper in 1836 de groote dole antie in onze Herv. Kerk bewerkte, dan hebbeD wy al meer dan genoeg om nooit aan iemand, die zoo wreed onze vaderland- sche kerk vaneen seheurde, onzen steun te geven." Dr. Kuyper gekozen. In Sneek is Dinsdag dr. A. Kuyper bij enkele candidaatstelling tot lid der Tweede Kamer gekozen. Het is echter waarschijnlijk dat dr. Kuy per gebruik zal maken van den bedenktijd, hem bij de Wet toegestaan, en voorloopig dus niet in de Kamer verschijnen zal. Strenge winter te wachten. Er zyn reeds wilde ganzen op den trek waargenomen en weerprofeten willen, dat het wijst op een te wachten strengen winter. Maar de koekoek die anders einde Augustus reeds vertrekt, is de vorige week, op het eind van Septem ber, nog met zijn geroep gehoord. Solidariteit van jeugdige kermisgasten. Een manifestatie met uitstekenden afloop, had deze week op een morgen plaats voor Wolffs stoomcaroussel te Zalt-Bommel. DejoDgelui werden vorige jaren door den caroussel- houder Vincken in de gelegenheid gesteld een doorloopend abonnement voor de kermis te koopen. De eigenaar Wolffs deelde echter mede, dat hij geen doorloopende abonne menten verstrekte en dit viel niet in den smaak der leerlingen van H. B. S. en andere inrichtingen. De koppen bij elkaar gestoken en besloten gedurende de geheele kermis geen voet te zetten in de tent, zoo Wolffs niet bereid was abonnement te verstrekken. Bij de opening der kermis prachtige orgel muziek: het gesnor der raderen getuigt van het in werking zijn van het caroussel, doch geen jongelui er in. Daar nadert een gan- sche schare, van veertig h vijftig knapen en meisjes, op pet en hoed bevestigd een wit papier, bedrukt met de woorden „leve de abonnementen" in de hand een kermis- trompet, en dit gezelschap posteert zich voor de tent en begint luidruchtig te toeteren. De talryke schare heeft haar doel bereikt, de eigenaar Wolffs deelt mede, dat over één uurtje de abonnementsbewyzen verkrijgbaar zullen zyn en onder luide hoera's ontbindt zich de troep. Een eeuwenoude kist. In een handel in antiquiteiten speelt het toeval een groote rol. Zoo was het ook door een toeval, dat de antiquair P. v. Beek, O. Molstraat 28, te 's Gravenhage, eigenaar werd van een ijzeren geldkist, waarvan met allen grond kan vas tgesteld worden, dat zy dateert uit de 17e eeuw. Dit iridt men o.a. af uit het voorkomen in het deksel van het in kleuren uitgevoerd wapen der O.-Indische Compagnie. De buitenwanden der kist zyn in ver schillende vakken verdeeld, welke ver moedelijk door den Hoornschen schilder Herman Herstenbergh beschilderdzynmet vlinders, rupsen, bloemen en Chineezen. Door verschillende omstandigheden is 't vermoeden gewettigd, dat de kist in het bezit is geweest van J.Pz. Coen en gediend beeft tot bewariDg en overbrenging van waarden van voornoemde Compagnie. De kist, welke dus een historische waarde heeft, is voor oudheidkenners een bezichti ging zeer zeker waard. Ongeloofelijke waaghalzerij. Twee knapen van Sappemeer (Gron.) waagden zich bij een particulieren overweg tusschen de sta tions Hoogezand en Sappemeer-Oost op de spoorbaan tusschen de rails, toen de trein kwam aangereden. De snaken wilden eens zien of de trein ook voor hen zou stoppen. Daarin kregen ze hun wensch vervuld want de wakke» e machinist stopte even voor de plek waar een der knapen was blijven staan Nog een oogenblik en beide waren overgereden en vermorseld. De trein had door deze schandelijke bal dadigheid eenige minuten oponthoud. De jongens vluchten het veld in, toen het treinpersoneel op hen toekwam. Aanmoediging voor vrijwilligers. Ter be vordering van het vrijwillig verblijf onder Ik hoorde nog, hoe zijne kaïneraden hem in roerende taal vaarwel zeiden, en hem dankten voor zijn ridderlijke vriendschap toen sloeg ik myn doek om en wilde mij verwijderen, hoewel ik niet wist, waar heen. Het zou mij echter onmogelijk geweest zijn, naar betuigingen van rouwbeklag te luis teren, hoe oprecht die ook gemeend mochten zijn. Daar kwam Frits by mij, en bracht me mijn portret en Eberhardt's portefeuille, die hy uit zyn tunica genomen had. Ik vroeg hem, of by niet wist waar ik tot na de teraarde-bestelliDg kon blijven „Wacht een oogenblik, juffrouw," ant woordde hy. Na een poosje kwam hij terug in gezel schap van de huishoudster, die my met betraande oogen, tot morgen-avond een ka mer aanbood. Met groote dankbaarheid nam ik bet aan; zy bracht, mij er heen, en daar zat ik nu met myn smart alleen. Den nacht bracht ik op de sofa door, en den volgenden morgen sloop ik reeds zeer vroeg naar be neden, om zyn lief gelaat nog eens te zien. De kist was echter reeds gesloten ik ging dus weêr naar boven, en zat wachtend in het kleine vertrek. Plotseling hoorde ik den gelykmatigen stap van marcheerende soldaten, comman do's, het gonzend geluid van een groote menigte sprekende menschen, ik trad aan de wapenen van miliciens bij de bereden korpsen worden premiën toegekend van 1 15 voor elko drie maanden in werkelyken dienst doorgebracht. Voor zooveel die mili ciens zich verbonden hebben tot een onaf gebroken vrijwillig verblijf van tenminste drie maanden, wordt hunne soldy niet met 5 doch met 7 ets. per dag verhoogd. De aigemeene regel, dat alle boomvruch ten, ook de late, met half October binnen dienen te zijn kan vooral dit jaar heel goed worden opgevolgd, omdat het prach tige najaar ze veel beter heeft doen rijpen, dan anders het geval is. De vruchten nog langer laten hangen zou gevaarlijk zijn want verbeteren doen ze niet meer en na half October kan men reeds strenge nacht vorsten krijgen, waarvan afval en waarde vermindering de gevolgen zouden zijn. De stranding van de „Prins Hendrik" Een der passagiers, een Engelschman, die Holland dikwerf pleegt te bezoeken, vertelde ons het gebeurde aldus „De „Prins Hendrik," die Zondagavond te kwart over tienen Queensborough had verlaten liep tegen vyf uur de Zeeuwscüe wateren binnen op weg naar Vlissingen. Het mistte sterk, zoodat het licht van Nieu- wersluis niet kon worden gezien. In de plaats daarvan wordt dan gewoonlijk de misthoorn van Nieuwersluis waargenomen, en daarop afgaande weten de gezagvoerders wel hun weg te vinden. Deze sirene echter was stuk en in de plaats van het gewone geluid, werd nu een ander geluid waargenomen, dat blijkbaar van een handmisthoorn afkomstig was. „Maar de kapitein van de „Prins Hendrik" meende er een signaal van een ander schip in te hooreu, wendde den boeg om uit den weg te gaan en liep toen op het strand onder Nieuwersluis. „Per draadlooze telegrafie werd te Vlis singen adsistentie gevraagd en spoe dig daarna kwam de sleepboot „Direc teur Gerling" in zicht. Door het afioopen van het water kon deze echter niet langszij van de „Prins Hendrik" komen, zoodatde passagiers met hun bagage en de post met sloepen naar de „Directeur Gerling" werden overgebracht. Het was zeer stil op zee. De kapitein en de geheele bemanning traden volkomen kalm en vastberaden op, zoodat alles zeer ordelijk en zonder de minste pa niek verliep. Hiermee waren intusschen een paar uur verioopeii en het feit, dat de dikke mist het terugstoomen naar Vlissingen be lemmerde, was mede oorzaak, dat de pas sagiers, onder wie eenige vrouwen en kin deren, ongeveer 10 uur behouden te Vlis singen arriveerden." Onze passagier, die er op wees, dat hier de schuld niet lag b(j de „Zeeland", maar aan de seinen te Nieuwersluis, die plotse ling een ander geluid gaven, kwam 's mid dags te halfdrie aan bet Weesperpoortsta- tion aan in plaats van 's morgens hal (tien. Hbl. De zoon van den schilder V. te Schoon hoven had het ODgeluk van den ongeveer 2 M._ hoogen havenmuur per flets in de haven te rijden. Gelukkig waren nogal veel wandelaars ter plaatse, die den fietsrijder spoedig op het droge brachten. Trouwlustigen opgepast. Een lezer van de Tel." is zoo welwillend geweest, zyne ervaringen in dit blad mede te deelen, door hem ondervonden by het plaatsen van een huwelijksadvertentie. Onder de vele brieven, die hy ontving, was een schrijven van zekeren H- G. O., die hem om een onderhoud verzocht en het volgende vertelde: Hij kende eene jonge dame in Groningen, in het bezit van f 30.000. Haar broer trachtte op allerlei wijze zich van dat geld meester te maken, en om dat te voorkomen, vond ze de geschiktste gelegenheid, om maar te trouwen en wel zoo spoedig mogelijk. Haar naam wilde hy echter niet noemen. Hy stelde dan voor om methaarin Utrecht te komen, dan kon de trouwlustige oaar met haar kennis maken. Toen deze te kenneD gaf dat Amsterdam hem geschikter voorkwam, had hy daartegen geen bezwaar. Maar toen alles geregeld was, kwam de aap uit den mouw. Hij voor zich had er heelemaal geen belang bij, deed het echter om een familielid te helpeD, maar men moest het niet kwalijk nemen als hy van te voren het reisgeld Am sterdam Groningen retour ontving. De rest is gemakkelijk genoeg te begrijpen. De dame met f30.000 was ontsproten aan het vindingrijke vernuft van den huwelijks makelaar I Maandag tegen den avond wilde de ruim 70-jarige rentenier E J. v. Beek teRens- 't venster, en zag den lijkstoet opgesteld. De officieren van het garnizoen stonden zacht fluisterend in de straat; ik drukte myn brandend voorhoofd tegen de ruiten, en staarde naar omlaag op de bonte menigte, die hem de laatste eer bewees. En ik dacht, dat i k nu zoo verlaten was, dat van al die velenniemand hemzoo na aan 'thartgelegen had als ik, en dat zich evenwel niemand om mij bekommerde toen plotseling de deur geopend werd, en ik, mij haastig om wendend, in het oude, vriendelijk gelaat van mevrouw Renner staarde 1 De trommen roffelden, de treurmarsch ruischte, en de stoet zette zich in beweging; ik echter keek de onder bloemen begraven lijkkist na, en omklemde krampachtig de handen der oude vrouw, tot hy voor eeuwig aan mijn oog neen, aan mijn ziel ont trokken was! Toen keerde ik mij om, en zei met de hand naar boven wuifend... „Vaarwel, vaarwel 1 nu is alles voorbij I" De oude dame trok mij op de sofa, sloog hare armen liefderijk om mij heen, en wilde sprekende tranen verstikten echter haar geluid. En zóó zaten wij daar, terwijl men hèm gindsch op het kerkhof in 't kille, duistere graf liet dalen, hèm, myn geluk, mijn leven, myn alles! Plotseling sprong ik verschrikt overeind de schetterende tonen van een vroolijken woude, nog een fietstochtje doen. Sleehts enkele minuten later vond men hem even buiten het dorp dood naast zyn rijwiel lig gen. Zeldzame blindheid. Een geval van zeldzame blindheid heeft zich gisteren voorgedaan by een zwerver, een jongeman die in Utrecht doolde zonder middel van bestaan. Gisteravond sprak hy op straat de voor bijgangers aan om hem te willen leiden, wijl hij plotseling het gezichtsverfnogen had verloren, Een agent nam den zwerver mee naar het hoofdbureau van politie, waar de man vertelde, geregeld iederen dag bij het duis ter worden niet meer te kunnen zien, vol slagen blind te zyn, om by het aanbreken van den dag weder het gezichtsvermogen terug te krijgen en dan goed te kunnen zien. Men twijfelde aanvankelijk aan de waar heid van 's mans beweren, maar moest het ten slotte wei gelooven, omdat geen enkele omstandigheid kon worden ontdekt, die in dit geval het vermoeden van simula tie wettigde. Menschenredders. Men zal zich herinneren dat 6 weken geleden de loodskweekelingen 2e kl. Jacob Don en Emanuel Frederik Vogelaar met levensgevaar {in 't Engelsche Kanaal de bemanning van de Engelsche sleepboot „Sidney" hebben gered en dat over hun moed en beleid in de Engelsche kranten maar één roep opgiDg. Voor die kloeke daad is aan beiden door H. M. de Koningin een groote gouden eeremedaille met loffelijk getuigschrift toegekend. Aan den heer Don werd gisterenmiddag op het stoomloodsvaartuig No. 2 (Jan Span jaard), liggende in 't Voornsche Kanaal, te Hellevoetsluis, door den kap.-luit. ter zee I. T. Van Slooten, inspecteur van 't loods wezen in het 4e en 5e district, onder een zeer hartelijke toespraak, een en ander overhandigd, in tegenwoordigheid van 't loodspersoneel, voor zoover dit tegenwoordig kon zijn. Plaatselijk Nieuws. MIDDELHAllNIS Lijst van brieven geadres seerd aan onbekenden over le helft Octo ber 1909. Uit MIDDELHARNIS. Jan de Later 's-Gravenhage Zonder verandering zullen Dinsdag a. s. de eerste vischsloepen Johanna Hen- drika, sch. A. de Koning, en Paul Kruger, scb. H. Langbroek, ter schelvischvangst uitzeilen. Daar de nieuw benoemden Directeur van het postkantoor alhier binnen eenige dagen zijn woning wil betrekken, zal het secretarie nog tijdelijk worden overge plaatst naar de consistoriekamer. Op initiatief van den heer W. de Jong eerste onderwijzer aan de Openb. jongens schooi alhier, en daartoe in staat gesteld door steun der ingezetenen zal hedenmid dag ten behoeve van de leerlingen der Openb. lagere scholen eene voorstelling worden gegeven in het alhier staande circus. Aan de loffelijke bemoeiingen van den beer De Jong en het streven om de jeugd dit genot te verschaffen brengen wy spre kende namens de ouders gaarne hulde. Heden. Zaterdagmiddag zullen de kin deren der Openbare Scholen gezamenlijk het Circus bezoeken. De burgerij stelde hun in de gelegenheid dit pretje te genieten. Immers op eene lijst, die de jonge dames N. van der Plaat en T. Dylcers zoo vrien delijk waren te presenteeren, werd genoeg geteekend om met welwillende hulp van de heeren leden der Schoolcommissie en onzen kindervriend den heer D. Slis P.Lz. niet te vergeten, de kosten te betalen. Een woord van .hartelyken dank aan allen, die dit genot aan de kinderen ver schaften, is zeker op zyn plaats. Neilerlandsch circus. Roberti Altkoff. Dat was een beele gebeurtenis voor ons dorp, de aankomst van een paardenspel. Al dagen van te voren was't circus het onder werp van het gesprek. Wat zou het zyn? Een armoedig kermistentje met een paar afgerichte knollen? Toen Dinsdag de toe bereidselen werden gemaakt, bleek het alras, dat het circus Althoff er mocht zijn, wat de grootte betreft. Op 't weiland aan den Steenenweg was Woensdag de tent reeds opgebouwd. Door de welwillende invitatie marsch troffen mijn oor; zij keerden van de begrafenisplechtigheid terug 1 En altijd luider, en altijd nader klonken de blyde, lustige melodieën. Ach, dit was zyn lieve- lings-maisch geweest; vroolijk marcheerend was hu destijds Bendeleben binnengetrok ken, en had hy mü eens zoo levenslustig en lachend in de oogen gekeken, toen de muziek van zijn regiment ons op hel voor plein van 't kasteel, een serenade bracht. „O, de jeugd, het leven is toch heerlijk schoon 1" had hy toen gezegd, en ik had daarmede ingestemd, en met hem meêge- darteld; zelfs toen hij voor de laatste maal in mijn nederige woning naast my zat, neuriede hy deze melodie, en liet daarbij zijn kind op zijn knie ryden O, hoe troffen my deze herinneringen, hoezeer bewezen my die beelden uit het verleden, hoeveel zoel geluk ik verloren had 1 Maar wat het vreeselyk heden niet vermocht, dat deed de herinnering aau het 2alig verleden! ik wierp mij aan de borst der oude vriendin, en snikte en weende uit de diepste diepte van mijn gepijnigde ziel. „God zij dank, zy weent J" was al wat de oude vrouw zeide. En nu, mijn lieve, jongevriendin, heb ik nau welijks nog iets van mü te zeggenmet hèm was immers alles wat my waarde aan het leven had doen hechten, ten grave gedaald wat nu volgde, was geen leven meer, het der directie werd de pers in de gelegenheid gesteld Donderdag de openingsvoorstelling by te wonen. Het ruime circus ziet er van binnen uitstekend uit. Verlicht door petro- leumgloeilicht maakt het een zeer prettigen indruk en de net onderhouden tent mag dan ook door ieder gezien worden. De talrijke aanwezigen, die de voorstelling van Donder dag bijwoonden, waren zonderonderscheid vol lof over 't geen hun werd aangeboden. Want in één woord Circus Roberti A Ithoff verdient een druk bezoek. Wy hebben met groote ingenomenheid de keurige voorstelling bijgewoond en wat er te zien wordt gege ven van uitstekende paardendressuur wekte van ieder de bewondering. De voorstelling van Donderdag vingaan met een Voltique a la Richard. De gezusters Roberti gaven magnifieke sprongen op en af het paard te zien. Met haar beiden staande op één paard, werd lenigheid aan bevalligheid gepaard. De stan den te paard, met de beenen achterwaarts gestrekt en het achterwaarts afspringen lokten terecht toejuichingen uit. De heer Roberti presenteerde daarna drie paarden, allen even goed onder dressuur. Rosa draaide om op commando, knieide, ais de directeur het gebood, stapte op de maat der muziek en gehoorzaamde onberispelyk aan de wenken des directeurs. Over de hindernissen, die daarop werden aange bracht, stapte en sprong het paard zonder mankeeren, terwijl het vervolgens over vier hindernissen ging en onmiddellijk terug weer dezelfde moeilykheden overwon. Prins was niet minder goed gedresseerd. Hy liep keurig op de achterpooten, knielde om de voorpooten. Om een achttal stan daards draaide hy in korten kring handig heen. Hij sprong flink over hooge beletsels en volbracht even goed den sprong over twee achtereen. Nauwelyks over de éëne wendde hij zich om en ging correct weder om over de hindernis heen. Rigolet gaf werkelijk mooie toeren uit de hoogere rijschool te zien. Zyn hoogeschool galop en zijn galop op de plaats gaven een uitstekenden indruk van de dressuur van den heer Roberti. Daarna strengelde het paard de voorpooten om elkaar en draaide vervolgens in een cirkel daarom rond. Alleraardigst liep het vervolgens met de voorpooten over de balustrade om de manige. Op commando ging het daarna op den rug liggen met de vier pooten gestrekt. Tot slot duwde 'tin draf den directeur het circus uit. Daverende toejuichingen be loonden Rigolet 's mooie toeren. Vervolgens deed Clown Charles zijn intree. Die mag er wezen, hoor. Wy maken hem gaarne openlijk een compliment om zyn aardige grappen, die steeds gepast bleven. Zyn snaaksche en vaak geestige gezegden lokten terecht telkens een daverend gelach uit. Clown Charles bleek evenwel nog meer te kunnen. Eerst maakte hy een sprong over één persoon en volbracht een salte- mortale onder zyn sprong. Toen moest een tweede „portie" aangevoerd worden in den vorm van een circusbediende, op wiens gladde schedel onze „Charles" niet naliet glossen te verkoopeD. Over de 3de ging hi) met glans en zelfs over negen man, achter elkaar geplaatst, volbracht by weer met een magnifieke aalte mortals zyn kolos salen reuzensprong. Zonder overdrijving kan gezegd worden, dat Zoo iets eenig is in den circus Roberti. Als no. 6 van 't program trad op mej- Cela als parforce-rijderes. Deze bevallige actrice toonde zich een uitstekende school- rijdster. Over banderoles sprong zü zeer gracieus heen. Haar touwjesnringen te paard voor- en achterwaarts was eenig. Haar prachtige evenwichtsstanden lokten dave rende toejuichingen uit. Het nummer van mej. Cela is een glanspunt. der voorstelling. Iskoman, een Isabellahengst, liet zeer aardige staaltjes van apporteerkunst zien. Niet alleen apporteerde hü correct een zak doek, doch ook een dubbeltje en Zelfs een speld. Handig maakte hy een zakdoek van zyn achterpoot los en ging daarna allerleukst op zyn derrière zitten met de voorpooten op de knieën van Clown Charies om een versnapering op te peuzelen. De Danseinlage van Gez. Roberti was een aardige afwisseling tusschen de paarden- nummers. Hun bevallige standen en gra cieuss passen maakten een zeer aardig effect. De Matroos voor en na de schijrireuk, een was een voortbestaan zonder eenige be langstelling. Nog menigen zwaren slag heb ik te ver duren gehad, maar de welkome gastde vreugde, heeft nooit zijn intrek weêr bij mü genomen. Wél heeft menig mensch mü nog hartelijke genegenheid betoond, en, nadat ik de eerste droeve jaren doorstaan had- leerde ik die hartelükheid en vriendschap ook waardeeren, maar ik zelve ik kon my niet meer verheugen, dat had ik in die verschrikkelü'ke uren voor altijd verleerd Kort daarop had ik, nu van al mijne lieven verlaten, by Katrien's grafheuvel gestaan, nog zoo jong en niet in staat om een beschermster, al was zy ook nög zoozwak, teonlberen. Toen had men mij op Bendele ben een tehuis aangeboden, te meer omdat Eberhardt's kind nog lang om my weende; ik zou hem opvoeden, zei vrouwe v. Ben deleben, ik wees dit aanbod echter be leefd van de hand. 't Was wel een weinig trotsch van my ik wilde echter geen gou vernante zyn in het huis, waar ik op het punt gestaan had, de moeder van zyn kind te wordenBovendien vreesde ik, week hartig te zullen worden, en eens, wanneer het zyne moeder mocht invallen hem naar Weenen op te eischen, dat nieuwe gemis niet te kunnen verdragen. En ik had goed

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1908 | | pagina 2