ONZE EILANDEN van 3 OCTOBER 1908.
Te St. Willebrord, by Rozendaal, is Maan
dagavond bij een vechtpartij zekere J.door V.
met vyf messteken levensgevaarlijk gewond.
De monteur uit Oostenrijk, die verleden
week by zyn werkzaamheden in de suiker
fabriek te Breda van een stelling is gevallen,
is aan de gevolgen in het gasthuis overleden.
Van een wonderdokter!
In Dordrecht houdt op bepaalde dagen
een waterdokter zitting, die aan tal van inge
zetenen van Sliedrecht, Giesendam, Har
dingsveld en omstreken zijn adviezen geeft
aangaande hun kwalen alleen op vertoon
van een fleschje urine.
Op die dagen kan men 's morgens aan de
gasfabriek een vrouw op de boot zien stappen
rijkelyk van flescbjes met het genoemde
vocht voorzien.
Eenige dagen later ontvangt de patiënt
de medicijnen per post uit den Haag.
De heer D. Vis, te Giesendam, vroeg aan
zijn huisdokter, welke waarde hij moest
hechten aan de praktijk van dezen wonder
dokter. De arts (dr. Graftdijk), die volkomen
gezond is, vult een medicynflescbje met zyn
eigen urine, vermengt deze met twee drup
pels rooden inkt en laat dit mengsel bij den
dokter bezorgen.
Het advies volgde spoedig en luidde:
„Zijn bloed zit aan het water. Gal en lever
aangedaan, de koorts en zwaar in de zijde.
Het is onbegrijpelijk, dat iemand met zulk
water nog buiten loopt.
24 Uur later komt per post een groote
flesch medicijnen voor D. Vis. Onkosten f245.
Zou het publiek misschien iets kunnen
leeren uit deze geschiedenis D. Gt.
De heer Henri Polak „gepost." Gelijk men
zich herinneren zal, liet de AlgemeeneNe-
derlandsche Diamantbewerkersbond de zoo
genaamde clandestiene leerlingkweekers
posten, eveneens de bestuursleden van de
onafhankelijke organisatie in de diamant
industrie.
Om nu eens „leer om leer" te spelen ging
een dezer dagen de heer Bonnist, een dia
mantbewerker die wel eens van wege den
A. N. D. B. gepost was, den heer Henri
Polak, den Bondsvoorzitter, posten.
De heer Bonnist ging heen en weer loopen
voor het huis van den heer Polak, te Laren,
in het Gooi, en bespiedde al de bewegingen
van den president der groote arbeiders-or
ganisatie. 't Duurde net zoolang totdat 't
den heer Polak begon te vervelen. Deze liep
zijn huis uit en wist den poster te verwij
deren, door gebruik te maken van het recht
van den sterkste.
Er is over deze kwestie heel wat te doen
geweest. De tegenstanders van den Algem,
Ned. Diamantbewerkersbond juichten. Zy
verheugden zich er van harte over, dat
heer Polak ook eens gevoeld heeft, wat het
zeggen wil gepost te worden.
Zelfs wordt er nu voortgegaan met het
posten van den heer Polak. Dat blykt uit
een bericht in „Het Volk" van gisteravond,
Het blad meldt:
„Het posten voor Polak's woning te Laren
werd gisteren door de „onafhankeljjken"
herhaald. Nu echter waren er geen 2, maar
15 a 16 man, onder wie o. a. de bekende
leerling-kweeker Kootje Laguna. Zy kwamen
•in den loop van den ochtend en drentelden
wat heen en weer, doch hadden niet veel
succes van hun poging om het Polak onaan
genaam te maken. Deze sloot eenvoudig
aan de zyde van den weg de gordijnen en
de heeren trokken toen, blijkbaar zeer te
leurgesteld 's namiddags tegen halfdrie af."
Boe is het mogelijkEen zeer bekend in-
dustreël in Florence, Ciani. fabrikant van
brandkasten, kwam er door een toeval ach
ter, dat zyn beeldschoons jonge vrouw bij
afwezigheid van haar echtgenoot, een pu
bliek huis bezocht.
Buiten zich zelf van vertwijfelinghaastte
Ciani zich naar huis en loste een revolver
schot op zyn echtgenoote. Daarna holde hij
de straat op en wilde zich onder een electri
sche tram werpen. Voorbijgangers wisten
dit te voorkomen.
De zwaar gewonde jonge vrouw is moe
der van vier kinderen.
Aan de hand van de woorden uit Joh.
146 „Je suis la vie" (ik ben het leven),
sprak mr. Le Cornu Zondagmorgen in de
Waalsche kerk te Zwolle over „Le Boud-
dhisme et le Christianisme", waarby hy de
geheel eenige beteekenis van den Christus
en diens leer vergeleek by den filosoof uit
Benares en zijn leer uiteenzette.
De woorden „Je suis la vie" zei spreker
zijn een van die uitdrukkingen uit den
Bybel, die gelijken op de roos van Jericho,
welke dor uitziende, wanneer ze vochtig
wordt gemaakt, weer opnieuw begint te
bloeien. „Je suis la vie" is het woord, dat
rap jongen, ga nu, ik mocht ik wil
hy voltooide den zin niet, er scheen plot
seling een gedachte bij hem op te komen,
en mij in het gelaat ziende, vervolgde hij
„Jongen, je zult my naar ik hoop niet het
verdriet aandoen, en je voormalige beminde
huwen Beloof my dat, dan zul je myn
vaderlijke genegenheid behouden. Ja, Gre-
tha is een engelachtig meisje, maar laat
haar in den stand waarin ze geboren is"
„En nu, Gretha, laat het je niet verdrieten,
dat ik je dezen wensch van myn oom zoo
openhartig meedeel. Want myn antwoord
daarop, zal tevens een vraag aan u wezen,
Gretha. Ik zeide namelijk tot hem „Dat
k a n ik niet belooven oom, want mijn eerste
stap zal zijn, haar om vergiffenis te
smeeken, die ik zoo diep beleedigd en ge
krenkt heb, en haar te vragen, of ze
thans nug myn vrouw wil worden
„Gretha, bekommer je niet om 'tgeen
myn oom daarop geantwoord heeft, en zeg
jy „Ja" op myn nederig verzoek. Schenk
mij vergiffenis, en word de mijneIk bied
je een tehuis, waar ik mijn jeugd door
leefde, aan den Kyn, den schoonen Ryn,
willen wy wonen, en alles wat je gelukkig
kan maken, wat je mond kan doen lachen,
wat je schoone oogen kan doen stralen,
wil ik doen, opdat gij den hangen tijd, dien
ge door my beleefd hebt, moogt vergeten.
"Vraag het je hart, Margaretha; nietwaar,
de eeuwen beheerst, gelijk de Mont-Blanc
de Alpen.
Is Buddha de profeet van den dood, Jezus
Christus opent wyd de poorten, niet van
het Nirwana (het eeuwige niets) .piaar van
den hemel, 't huis des vaders. Buddha wil
ontvluchting van 'tleven, daar voor hem
alles, wat op aarde verschijnt, geen reali
teit is, Christus zocht het leven op. Hy
hield zich bezig met alles, wat van belang
was in Zyn tijd. Zelfs verloor Jezus in de
meest tragische uren de hoop niet. H(j ge
loofde altijd, dat het leven is. De beteekenis
van 't woord „liefde" bij den Buddha is
negatief, geen kwaad te doen aan mensch
of dier, by den Christus is 't actieve liefde.
*t Buddhism# leidt door de extase tot ver
mindering van intelligentie en wil, terwijl
by' 't Christendom intelligentie en wil worden
ontwikkeld, 't Buddhisme is egoisme,
Christendom leert door zyn incarnaties en
veranderingen de vernietiging van'tleven.
Het handelt by Christus niet om een schoo
nen droom, maar om zekerheid. De gedachte
dat niets ons kan scheiden van de liefde
Gods, maakt in het Christendom, dat de
hoop eindeloos is. Kort geformuleerd
Buddha is de boodschapper van het niet
(nu nèant), Jezus de profeet van het leven,
de overwinnaar van den dood.
Erwten en boonen in turfstrooise) laten
kiemen. De zomer is nog niet voorbij of men
denkt al aan het komende voorjaar en dan
zyn erwten en boonen alweer onder de eer
sten, die aan den grond worden toever
trouwd. Zoo heel gevoelig zyn ze niet voor
de kou en men kan ze dus al vroeg beginnen
te leggen. Toch, om ze een voorsprong te
geven, is het beter om ze eerst, hetzij in
een bakje, hetzij binnenshuis, te laten kie
men, om ze, als ze de eerste blaadjes hebben,
buiten uit te planten. En daarbij kan men
met voordeel van turfstrooisel, desnoods
van zaagmeel, gebruik maken. Een paar
gewone bloempotten worden tot een halve
handbreed onder den rand hiermee gevuld
nadat het met warm water verzadigd is
zonder dat het vocht er nog onder uit loopt.
Nu worden de erwten en boonen er op gelegd
tamelijk dicht bij elkander en met eenzelfde
laagje toegedekt. Op een warm plekje gezet,
zullen ze al heel gauw beginnen te zwellen,
wortels maken en kiemen. Ze blyven hier
doch op een koel plekje, totdat ze hun eerste
karakteristieke blaadjes gemaakt hebben.
Dan wordt de pot omgekeerd, de heele
inhoud valt er uit en de turfmolm is van
fyne wortelharen als doorweven. Voorzich
tig worden de plantjes er één voor één
uitgehaald, ieder behoudt het stukje turf,
waarmee hy vergroeid was en zoo worden
ze buiten iuitgeplant, ter plaatse, die voor
hen bestemd was. Als een ander er nog
niet aan denkt om de zaden te leggen, dan
zyn deze al boven den grond. Ze hebben
dus een heelen voorsprong. Daarby komt
nog, dat ze door dit verplanten wel is waar
niet zoo hoog worden als anders, maar veel
eerder gaan bloeien en minstens veertien
dagen eerder voor het gebruik gereed zyn
dan men met het zaaien ter plaatse
reiken kan. (Buitenleven.
Te Weert (Limburg) is gistermiddag de
24-jarige Anna Gielen, dienstbode in Duitsch
land, die de kermis in het ouderlijk huis
doorbracht, door haar 12-jarig broertje spe
lende met een geweer zoodanig gewond,
dat zy terstond een lyk was.
Nog een wonderdokter
Op een klein dorp in Noord-Holland was
een jong boerenarbeider, die hooge inspi
raties had. Hy wist een betrekking te krijgen
by de gemeentereiniging te Zaandam. Daar
vond hy een paar oude geneeskundige
werken onder den opgehaalden rommel,
ging ze „bestudeeren" en thans gaat hy
een paar dagen in de week hooggehoed en
zwartgejast naar Amsterdam en houd „zit
ting.
En te oordeelen naar 'smans uiterlijk
schynt het hem voor den wind te gaan, dank
zij het aantal patiënten dat ook dezen „won
derdokter" opzoekt. A.v.d.p.
Vuurwerk
Een heer, wonende te Nieuwe Kyk in 't
Jatstraat te Groningen miste telkens sigaren
uit zh'n droogtrommel als de werkvrouw was
geweest. Hy ging de overgebleven sigaren
eens tellen en jawel, Vrijdagsavonds miste
hy er weder vyf. Dat was verdacht.
Hy liet nu vyf klapsigaren maken, welke
uiterlijk niets verschilden van die in het kistje
Deze vijf werden tusschen de andere sigaren
ingelegd.
Den volgenden Vrijdag kwam de werk
vrouw terug. Zy was echter stil en het kistje
was onaangeroerd gelaten
Onlangs is melding gemaakt van een ont-
slag-quaestie by de Staatsspoor.
Een werkmeester, in dienst van genoem
de Maatschappij, zekere M, was ontslagen
op voordracht van een ingenieur in alge-
meenen dienst, omdat hij naar de meening
van dien hoofdambtenaar, ten onrechte f20
voor onkosten der Maatschappij gebracht
had.
De ontslagen werkmeester hield zyn on
schuld vol en kon bewyzen dat bedrag wel
degelijk te goeder trouw te hebben gede
clareerd.
In overleg met het bestuurder Ned. Ver,
voor Spoor- en Tramwegpersoneel werd een
scheidsgerecht aangevraagd, dat in een zit
ting te Arnhem gehouden, de zaak heeft
onderzocht en de betrokken personen be
nevens verschillende getuigen heeft gehoord.
Voorzitter van dat scheidsgerecht was de
oud minister mr. Veegens.
Het scheidsgerecht deed uil spraak ten
gunste van den ontslagen werkmeester en
eischte voor hem toekenning van „eervol"
ontslag met de hoogste uitkeering, onge
veer f 1300.
Door de Staatsspoor werd met deze uit
spraak genoegen genomen.
Thans verneemt de St. Ct., dat de di
recteur-generaal, jhr. Kretschmar van Veen,
nog verder is gegaan, en den ontslagen
werkmeester M. weer in zyn vroegere be
trekking in dienst der Maatschappij heeft
hersteld.
Zouden sommige Flakkeesche Maatschap
pijen ook niet goed doen zoo'n scheidsrecht
in te stellen Dan komt tenminste het
Hoor en Wederboor" tot zyn recht.
Plaatselijk Nieuws.
gy hebt my nog lief? Men kan immers
zoo moeielyk de eerste liefde vergeten,
zou dat bij u anders zyn Schryfslechts
een „Ja" of een „Neen" op een kaartje, dat
Frits mij zal overbrengen; ach, Gretha,en
niet-waar, het zal een „Ja" zyn?
„Ik heb je alles gezegd, ik heb myn gedrag
in geen enkel opzicht vergoëlijkt; o, wees
goed, wees toegevend. Margaretha, en word
de mijne. Ik tel de uren, tot je antwoord
komt, Mocht je de beslissing zwaar vallen,
zie dan op mijn kind; wat moet er van
hem, wat van m y worden zonder u,
Margaretha
Wilhelm von Eberhardt."
Ja, lk was zeer gelukkig gewordenik
had my geen oogenblik bedacht op het
antwoord dat ik hem zenden wou, en Frits
draafde zeer spoedig nadat ik den grooten,
uitvoerigen brief gelezen bad, met een
kaartje van my, dat het laconieke „Ja"
behelsde, naar stad. De brave soldaat keek
my onderzoekend aan, toen ik hem myn
boodschap overreikte. Ik moet er wèlzeer
gelukkig hebben uitgezien, want hij was
niet een vluggen sprong in 't zadel, salueerde
en riep, zich nogmaals half op 't paard
omwende„Nu eens flink gedraafd, ouwe
jongenDe luitenant wacht, alsof ik hem
lllODELIIAIti\IS> In het derde kwartaal
van het jaar 1908 zyn door de schutsluizen
alhier geschut:
Binnengekomen 282 vaartuigen met een
tonneninhoud van 11090, uitgegaan 299
vaartuigen met een tonneninhoud van 10729
tonnen.
Namen der lotelingen voor de lich
ting 1909.
1 Jan v. d. Berg (Bd.) 2 H. P. Blok, 3M.
Blok, 4 C. W. Boogerman (Bd), 5 P. Born
(Lg.) 6 W. Born, 7 J. v. d. Doel, 8 S. van
Dongen, 9 Jan Driese, 10 Jac. Driese, 11 J.
van Gelder, 12 R. Gouswaart, 13 J. van Gro
ningen (Bd), 14M.Jongejan(Bd),15 W.Jon-
gejan, 16 J. van Kassei, 17 L. Kattestaart
(Lg), 18 Joh. Koote, 19 M. Korteweg, 20 A.
W. Korvink, 21 J.Kryger (Bd), 22 D.Kryga
man, 23 A. G. Krijtenberg (Bd) 24 P. Lang
broek (Lg), 25 L. Leenheer (Lg.) 26 L. v.
d. Nieuwendyk, 27 J. P. Nieuwland, 28 N.
C. Nieuwland, 29 Joh. Noordijk, 30 A. Ün-
derdelinde, 31 A. Peeman, 321. Rooy, 33 A.
Slis, 34 Joh, Smit, 35 Eliza v. d. Velde (Bd).
P. Verolme, 37 H. de Waard, 88 S. de
Waard (Bd). 39 A. L. v, Wezel, 40 L. Witte-
koek, 41 A. Witvliet.
Donderdag had het dochtertje van J.
den Engelsman, terw(JI zy om een boodschap
werd uitgezonden, het ongeluk een rijks
daalder te verliezen, die kort daarna door
een vrouw van Stad aan 't Haringvliet
werd gevonden, die, zoodra zy den eige
naar wist, de rijksdaalder ter hand stelde.
Tegen J. de R. is proces-verbaal opge
maakt wegens het ryden met zyn kar,
zonder voorzien te zyn van licht, in den
daarvoor bestemden tijd.
Woensdag verliet schipper C. J. Keizer
van Stad aan 't Haringvliet de haven alhier,
geladen met ongeveer 4000 H.L. aardap
pelen.
OUDDOIIP. De volgende jongelingen moe
ten deelnemen aan de loting voor de Nat.
Militie
1 Magradus Cornelis Akershoek, 2 Aren
Bezuiien, 3 Jan van der Bok, 4 Paulus Bos-
land, 5 Izaak Breen, 6 Johannis Breen
7 Jacob Flikweert, 8 Johannis van 't Geloof,
9 Jan Grinwis, 10 Wouter Heerschap,
11 Wouter Hoogmoed, 12 Bastiaan v. d.
Houten, 13 Hendrik van Hoven, 14 Dirk
de Jong, 15 Gerardus Hubertus van der
Kemp, 16 Willem Klepper, 17 Leendert
Kleyn, 18 Johannis 't Mannetje, 19 Jan
Cornelis Meijer, 20 Jan Cornelis Pyl, 21 Jacob
Pikaart, 22 Eeuwit Sandifort, 23 Dirk Sper
ling, 24 Jacob Sperling, 15 Kommer van
Splunder, 26 Bastiaan Tanis, 27 Cornelis
Tanis, 28 Jacob Cornelis Tanis, 29 Kemmor
Tanis, 30 Willem Tanis, 31 Cornelis Vene
man, 32 Jan Visser, 33 Pieter Voogd,
84 Pieter Witte.
Ds. J. van Dorp van Zegveld heeft voor
het beroep naar deze gemeente bedankt.
Van den landbouwer P. K. alhier zyn
eenige H. L. ajuin van het land ontvreemd.
Zaterdagmorgen vroeg werd ons dorp
in opschudding gebracht, daar er een Lucht
ballon over ons dorp kwam waarin 3 heeren
zaten, die Vrijdagavond 6 uur te Pary's
waren opgestegen en in de Middelduinen
hier neerkwam. Veel nieuwsgierigen bega
ven zich daar heen zelfs zag men halfge-
kleede menschen loopen. 's Middags ver
trokken de heeren naar Rotterdam.
Ingezonden Stukken.
(Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.)
Aan den Baad der gemeente
't bericht moet brengen, dat hy tot veld
maarschalk benoemd is I" Toen was hy ook
reeds om den hoek verdwenen.
Ik ging in huis, nam het kind in de armen
en kuste het. Ik vertelde hem een lange
geschiedenis van een mama, die hem zeer
lief zou hebben. Katrien zeide niets; zy
strekte echter hare oude armen naar my
uit, en in de gryze wimpers hingen een
paar tranen, de eerste, die ik ooit uit die
oogen had zien vloeien. Wat bekommerde
ik mij om den baron of om het oordeel der
wereld, hy had mü' noodig, en dat was
voldoende; voor deze weldoende overtui
ging. zonken alle bedenkingen in het niet.
En toen volgde de dag, waarop hy kwam,
en ik ten tweede male als bruid iu zyne
armen lag, en nu was ODze liefde dubbel
sterk, en door geen macht der aarde weër
te verbreken.
O, die uren waren zoo schoon, te schoon,
dan dat ik ze zou kunnen beschrijven;
indien het mogelijk geweest ware, mijn gel uk
nog te vergrooten, dan zou dat een brief
van Hannah gedaan hebben, dien Wilhelm
voor mij medebracht. Mat kloppend hart
opende ik hemhy diende tot antwoord op
het schrijven, waarin ik haar had mede
gedeeld, dat ik nu toch Eberhardt's vrouw
zou worden, wel is waar legen den wil
harer ouders iets wat my innig leed
deed, - maar dat ik niet anders kon ban-
Geeft met verschuldigden eerbied te ken
nen de afdeeling Middelharnis en omstreken
van den Bond van NederJandsche Onder
wijzers, goedgekeurd bij Koninklijk besluit
van 28 Maart 1890 No 28, dat zy Uw College
in overweging geeft, de vyf steenen vloeren
in de openbare lagere school te doen over
leggen met houten en wel in de beide eerste
vacanties van het volgende jaar,
dat zy Uw College daarom verzoekt, op
de voor dat jaar vast te stellen begrooting
het daarvoor benoodigde bedrag te noteeren.
Hetwelk doende
Namens de afdeeling:
G. van Eok Az. Voorzitter,
A. Roetman, Secretaris.
MEMORIE VAN TOELICHTING.
Bij de behandeling van ons verzoek van
dezen zomer, om in de vacantie de steenen
vloeren van voornoemde school te doen
overleggen met houten zeide de voorzitter van
Uw College, om het aan te houden tot de
begrooting voor het volgende jaar zou wor
den vastgesteld. Begrypelykerwyzo is het
vorige jaar slechts gerekend op één vloer.
Eén der bezwaren tegen ons voorstel was
dan ook, dat Uw College dit jaar te weinig
geld te zyner beschikking meende te heb
ben, om tot de volledige uitvoering van ons
voorstel te besluiten.
Welnu, wy zyn nu zoover, dat de begroo
ting voor het jaar 1909 vastgesteld wordt.
Het is daarom, dat wy zoo vrij zyn, Uw
College er op te wijzen, dat het nu de ge
legenheid heeft, om in eens het bedrag uit
te trekken, dat voor de bevloering der vijf
overige lokalen noodig is.
Het andere bezwaar tegen ons verzoek
was, dat in de zomervacantie de tyd ont
brak, om de zeven steenen vloeren alle
tegelijk te doen overleggen met houten. In
de eerste plaats willen wy er op wijzen, dat
het volgende jaar niet alleen de zomerva
cantie, maar ook de Paaschvacantie een
gelegenheid is, om met de bevloering voort
te gaan.
En in de tweede plaats hebben wy in
dit verband nog een opmerking.
Van het timmerwerk, dat voor rekening
der gemeente moet worden uitgevoerd, pro-
fiteeren alle timmerlieden, doordat dit werk
telkens voor een Jaar wordt opgedragen
aan hem, die daarvoor volgens rooster in
aanmerking komt.
Mocht dus Uw College nog van meening
zyn, dat ook in de beide vacanties de tijd
te kort is, om de vijf vloeren alle tegelijk
te doen aanbrengen door één timmerman,
welnu, dan staat Uw College de weg open
om ook die timmerlieden aan het werk te
stellen, die daarvoor anders de volgende
jaren in de termen zouden vallen.
Hiermee meenen wjj te kunnen volstaan
Wy zyn er van overtuigd, dat bij Uw
College van bezwaren geen sprake zal zijn.
Met des te meer reden mogen wij vertrou
wen, dat het snel verbeteren zal, waar de
toestand der school om snelle verbetering
roept.
Volksfeesten of Kermis
Met het oog op de zonde die er mede
gepaard gaat, dient de kermis te worden
afgeschaft, zoo redeneert den een; aange
zien de kermis een verouderd gebruik is,
en door de vele en verbeterde verkeers
middelen geen reden van bestaan meer
heeft: weg met de kermis, een ander:
Best, maar geef er iets anders voor in de
plaats, zorg voor een jaarlijks volksfeest,
weer een derde.
Ik zeg; menschen wat maak je je toch
druk voor niks, terwijl ge ziet dat de ker
missen een teringachtig bestaan lijden en
hun einde naderen.
Bevorder welvaart en ontwikkeling niet
voor enkelen, maar voor een ieder en
de kermissen houden van zelf op te be
delen, omdat ik hem zoo met geheel mijn
hart en ziel bemindeDe goede, lieve
Hannah schreef my nu zoo teeder, zoo
hartelijk, en zond mij ook namens haren
echtgenoot, de oprechtste gelukwenschen.
Zy trooste my wegens het boos zyn harer
ouders en hoopte, dat alles zich nog een
maal tot aller tevredenheid zou schikken.
„Doe uw plicht," schreef zy nog ten laatste,
„maak den armen Eberhardt en zyn kind
gelukkig; voor anderen hebt ge thans niet
te zorgen, dat ligt in Godes hand!"— Dat
was het juiste woord geweest, en ik stelde
al mijn doen en laten onder de bescherming
van onzen hemelschen Vader, en boog my
ootmoedig onder den last van het geluk,
dat mij byna deed duizelen.
Ach, die dag, hij bleef het glanspunt
van myn levenIk zie my nog in de kleine
kamer naast Eberhardt op de sofa, en tus
schen ons beiden het bekoorlijk kind met
den bruinen krullebolhij had een arm om
zyn kleinen lieveling geslagen, de andere
hand rustte in de mijne, en zoo sprak hij
van zyne plannen voor de toekomst. Ka
trien, die by mij de plaats der moeder of
eere dame(I) vervulde, zat altijd op haar
plaats bij de kachel en knikte bij alles wat
hij zeide, toestemmend met het grijze hoofd.
Met Nieuwjaar hoopte hy zyne overplaat
sing te verkrijgendaarna wilde hy van
Kertsmis af verlof nemen, en op den derden
Werkt mede om da „kuddemenschen"
op te heffen tot hoogere menschen en het
is met kermissen en volksfeesten gedaan.
Ja ook volksfeesten! Althans zooals we
die nu kennen. In welk welk opzicht ver
schillen ze van een kermis?
Ik acht ze nog zedeloozer dan kermis
sen, omdat bij het organiseeren er van
behalve met wat ze met kermissen gemeen
hebben - een massa huichelarij wordt
gekweekt. Niet waar, hoevelen nemen niet
noode gedwongen zitting in buurt en andere
commissies uit berekening of maatschap
pelijke positie, hoevelen teekenen niet op
de circuleerende lijsten om den broode, of
door directe of in directe pressie.
Ik maak me sterk dat by het burge-
meestersfeest te O. T. liberalen dapper heb
ben meegeholpen, terwijl ze dien burge
meester best op de Mokerheide wenschten.
Allemaal huichelarij dus.
En waarom orgiuiseert men volks fees
ten? Is men zoo begaan met het lot van
„het volk?" Welnu men houde op met dat
volk op allerlei wijzen te bestelen, men
geve het de volle opbrengst van zijn ar
beid, en het zal reden hebben om vrolijk
te zijn, thans niet.
Op zyn best hebben duizenden by over-
matigen arbeid een sober bestaan, terwijl
nogmaals duizenden werkloos en ontberend
ronddwalen by al den overvloed en weelde
die we aanschouwen.
Wat kan het by dat alles het volk schelen
of een Koningin verjaart, een burgemeester
een jubeleum viert? De feestvreugde bij
die gelegenheden is dan trouwens ook maar
imitatie, maakwerk van enkele welvoldane
bourgeois-gangmakers, die het balletje aan
't rollen maken, zakenmenschjes en jenever
doen de rest wel. Feestvieren, myn meening
is dat geen weldenkend mensch in den
tegenwoordigen tyd reden heeft om uitge
laten van zyn vreugde te doen blijken, en
vooral niet om ombenulligheden als vor
sten verjaardagen, burgemeesterjubeleums,
traraaangelegenheden, enz.
Veeleer moet men er zich over verbazen,
dat het volk niet in massa's optrekt, om
te nemen van den overvloed, die op zoo
kwistige wijze allerwege wordt ten toon
gesteld, evenwel die weg gaat het op.
In myn gedachten zie ik al deze of gene
lezer meesmuilen en naar de pen grijpen,
om me eens even af te straffen.
Beste menschen, spaar de moeite, als je
het niet met me eens bent, weet ik allang
wat je te zeggen hebt, al naai mate de
positie die ge bekleedt of wel de zaken die
ge doet.
Utrecht, 21 Sept. '08
J. C. BRESIJN.
Buitenland.
Het ongeluk op den electrischen
spoorweg te Berlijn.
Zaterdagmiddag heeft te Berlyn een ont
zettende ramp plaats gehad, Op de „hoog-
bftttiT', oon elecfcrioclien spoorweg, die over
een viaduct door de stad loopt, was juist
een nieuwe lyn geopend: Leipzigerplatz—
Spittelmarkt. Deze lijn moest op zeker punt
de ljjnnen, die van de Potsdamerplatz en
van de Bulowstrasse loopen, kruisen en
daar had men een driehoekspoor gelegd,
dat als een meesterstuk van ingenieurskunst
gold. Electrische |wissel-omzetters en signa
len zouden ongelukken daar zoo goed ala
onmogelijk maken. Helaas, den eersten dag
dat de nieuwe lyn voor het verkeer ge
opend was, had er een ongeluk plaats, dat
verscheidene menschenlevens kostte. Om
halftwee kwam een trein van de Leipziger
platz, die naar de Möckenbrug zou rijden
en het driehoekspoor passeeren moest. Het
sein stond „halt", maar de bestuurder schynt.
dit niet te hebben gezien, althans hy reed
door. Op hetzelfde oogenblik kwam een
trein van de Potsdamerplatz, die eerst had
moeten passeeren, eer de trein van de Leip
zigerplatz mocht doorryden. Doordat laatst
genoemde niet gewacht had, ontmoette de
treinen elkaar op het kruispunt. De bestuur
der van den trein Potsdamerplatz remde
uit alle macht toen hy den anderen trein zag
naderen, maar hy kon de botsing niet meer
beletten en reed den motorwagen van den
anderen trein in de flank aan, waarop zyn
eigen wagen ontspoorde. De motorwagen
van de Leipzigerplatz viel om en stortte
tegen het hek van de viaduct. Dit kon den
schok niet doorstaan en bezweek, zoodat
de wagen van de 6 meter hooge viaduct
op de straat viel De. 2e, een bijwagen, bleef
in het hekwerk van de viaduct hangen, de
2 overige wagens zyn in de rails gebleven.
De wagen, die van de viadnct viel, draaide
in zyn val om en kwam op het dak neer.
feestdag zou dominee Renner ons voor altijd
sa&m verbinden. Katrien zou onder de ver
zorging van onze trouwe dienstbode en het
toezicht van raevronw Renner, in mijns
vaders huis blynen wonen, en ik zou myn
echtgenoot naar zyn nieuwe standplaats
Als ik er aan dacht, de oude trouwe ziel
te verlaten, werden my de oogen vochtig;
ik had echter geen keuze meer, ik behoorde
hèm immers voor eeuwig. Wij zouden
haar elk jaar komen bezoeken Och,
als men die oude, gebrekkige gedaante aan
keek, dan kon men wel aan een afscheid
doch bezwaarlijk aan een weerzien denken 1
Eberhardt en ik besloten, voorloopig al
leen schriftelijk met elkander te cor-
respondeeren. Frits zou elke week een keer
naar hier ryden en een brief brengen en
halen, zien wilden we elkander niet zoo
vaak, om onnoodig „gepraat" der buiten
wereld te voorkomen, 't Was immers nog
slechts twaalf weken voor Kertsmis, en dan
zouden we elkaar voor altijd bezittendus
moest het ook geduldig verdragen worden,
dat we ons tot zoolang niet zoo vaak kon
den zien en spreken. Er was immers ook
zoo veel voor mij te doen, en een fraai,
net uitzet, moest ik óók nog in orde bren
gen mijn vader had reeds bij zyn leven
een voldoende som daarvoor bestemd.
(Wordt vervolgd.)