ONZE EILANDEN van 3 OCTOBER 1908. Te St. Willebrord, by Rozendaal, is Maan dagavond bij een vechtpartij zekere J.door V. met vyf messteken levensgevaarlijk gewond. De monteur uit Oostenrijk, die verleden week by zyn werkzaamheden in de suiker fabriek te Breda van een stelling is gevallen, is aan de gevolgen in het gasthuis overleden. Van een wonderdokter! In Dordrecht houdt op bepaalde dagen een waterdokter zitting, die aan tal van inge zetenen van Sliedrecht, Giesendam, Har dingsveld en omstreken zijn adviezen geeft aangaande hun kwalen alleen op vertoon van een fleschje urine. Op die dagen kan men 's morgens aan de gasfabriek een vrouw op de boot zien stappen rijkelyk van flescbjes met het genoemde vocht voorzien. Eenige dagen later ontvangt de patiënt de medicijnen per post uit den Haag. De heer D. Vis, te Giesendam, vroeg aan zijn huisdokter, welke waarde hij moest hechten aan de praktijk van dezen wonder dokter. De arts (dr. Graftdijk), die volkomen gezond is, vult een medicynflescbje met zyn eigen urine, vermengt deze met twee drup pels rooden inkt en laat dit mengsel bij den dokter bezorgen. Het advies volgde spoedig en luidde: „Zijn bloed zit aan het water. Gal en lever aangedaan, de koorts en zwaar in de zijde. Het is onbegrijpelijk, dat iemand met zulk water nog buiten loopt. 24 Uur later komt per post een groote flesch medicijnen voor D. Vis. Onkosten f245. Zou het publiek misschien iets kunnen leeren uit deze geschiedenis D. Gt. De heer Henri Polak „gepost." Gelijk men zich herinneren zal, liet de AlgemeeneNe- derlandsche Diamantbewerkersbond de zoo genaamde clandestiene leerlingkweekers posten, eveneens de bestuursleden van de onafhankelijke organisatie in de diamant industrie. Om nu eens „leer om leer" te spelen ging een dezer dagen de heer Bonnist, een dia mantbewerker die wel eens van wege den A. N. D. B. gepost was, den heer Henri Polak, den Bondsvoorzitter, posten. De heer Bonnist ging heen en weer loopen voor het huis van den heer Polak, te Laren, in het Gooi, en bespiedde al de bewegingen van den president der groote arbeiders-or ganisatie. 't Duurde net zoolang totdat 't den heer Polak begon te vervelen. Deze liep zijn huis uit en wist den poster te verwij deren, door gebruik te maken van het recht van den sterkste. Er is over deze kwestie heel wat te doen geweest. De tegenstanders van den Algem, Ned. Diamantbewerkersbond juichten. Zy verheugden zich er van harte over, dat heer Polak ook eens gevoeld heeft, wat het zeggen wil gepost te worden. Zelfs wordt er nu voortgegaan met het posten van den heer Polak. Dat blykt uit een bericht in „Het Volk" van gisteravond, Het blad meldt: „Het posten voor Polak's woning te Laren werd gisteren door de „onafhankeljjken" herhaald. Nu echter waren er geen 2, maar 15 a 16 man, onder wie o. a. de bekende leerling-kweeker Kootje Laguna. Zy kwamen •in den loop van den ochtend en drentelden wat heen en weer, doch hadden niet veel succes van hun poging om het Polak onaan genaam te maken. Deze sloot eenvoudig aan de zyde van den weg de gordijnen en de heeren trokken toen, blijkbaar zeer te leurgesteld 's namiddags tegen halfdrie af." Boe is het mogelijkEen zeer bekend in- dustreël in Florence, Ciani. fabrikant van brandkasten, kwam er door een toeval ach ter, dat zyn beeldschoons jonge vrouw bij afwezigheid van haar echtgenoot, een pu bliek huis bezocht. Buiten zich zelf van vertwijfelinghaastte Ciani zich naar huis en loste een revolver schot op zyn echtgenoote. Daarna holde hij de straat op en wilde zich onder een electri sche tram werpen. Voorbijgangers wisten dit te voorkomen. De zwaar gewonde jonge vrouw is moe der van vier kinderen. Aan de hand van de woorden uit Joh. 146 „Je suis la vie" (ik ben het leven), sprak mr. Le Cornu Zondagmorgen in de Waalsche kerk te Zwolle over „Le Boud- dhisme et le Christianisme", waarby hy de geheel eenige beteekenis van den Christus en diens leer vergeleek by den filosoof uit Benares en zijn leer uiteenzette. De woorden „Je suis la vie" zei spreker zijn een van die uitdrukkingen uit den Bybel, die gelijken op de roos van Jericho, welke dor uitziende, wanneer ze vochtig wordt gemaakt, weer opnieuw begint te bloeien. „Je suis la vie" is het woord, dat rap jongen, ga nu, ik mocht ik wil hy voltooide den zin niet, er scheen plot seling een gedachte bij hem op te komen, en mij in het gelaat ziende, vervolgde hij „Jongen, je zult my naar ik hoop niet het verdriet aandoen, en je voormalige beminde huwen Beloof my dat, dan zul je myn vaderlijke genegenheid behouden. Ja, Gre- tha is een engelachtig meisje, maar laat haar in den stand waarin ze geboren is" „En nu, Gretha, laat het je niet verdrieten, dat ik je dezen wensch van myn oom zoo openhartig meedeel. Want myn antwoord daarop, zal tevens een vraag aan u wezen, Gretha. Ik zeide namelijk tot hem „Dat k a n ik niet belooven oom, want mijn eerste stap zal zijn, haar om vergiffenis te smeeken, die ik zoo diep beleedigd en ge krenkt heb, en haar te vragen, of ze thans nug myn vrouw wil worden „Gretha, bekommer je niet om 'tgeen myn oom daarop geantwoord heeft, en zeg jy „Ja" op myn nederig verzoek. Schenk mij vergiffenis, en word de mijneIk bied je een tehuis, waar ik mijn jeugd door leefde, aan den Kyn, den schoonen Ryn, willen wy wonen, en alles wat je gelukkig kan maken, wat je mond kan doen lachen, wat je schoone oogen kan doen stralen, wil ik doen, opdat gij den hangen tijd, dien ge door my beleefd hebt, moogt vergeten. "Vraag het je hart, Margaretha; nietwaar, de eeuwen beheerst, gelijk de Mont-Blanc de Alpen. Is Buddha de profeet van den dood, Jezus Christus opent wyd de poorten, niet van het Nirwana (het eeuwige niets) .piaar van den hemel, 't huis des vaders. Buddha wil ontvluchting van 'tleven, daar voor hem alles, wat op aarde verschijnt, geen reali teit is, Christus zocht het leven op. Hy hield zich bezig met alles, wat van belang was in Zyn tijd. Zelfs verloor Jezus in de meest tragische uren de hoop niet. H(j ge loofde altijd, dat het leven is. De beteekenis van 't woord „liefde" bij den Buddha is negatief, geen kwaad te doen aan mensch of dier, by den Christus is 't actieve liefde. *t Buddhism# leidt door de extase tot ver mindering van intelligentie en wil, terwijl by' 't Christendom intelligentie en wil worden ontwikkeld, 't Buddhisme is egoisme, Christendom leert door zyn incarnaties en veranderingen de vernietiging van'tleven. Het handelt by Christus niet om een schoo nen droom, maar om zekerheid. De gedachte dat niets ons kan scheiden van de liefde Gods, maakt in het Christendom, dat de hoop eindeloos is. Kort geformuleerd Buddha is de boodschapper van het niet (nu nèant), Jezus de profeet van het leven, de overwinnaar van den dood. Erwten en boonen in turfstrooise) laten kiemen. De zomer is nog niet voorbij of men denkt al aan het komende voorjaar en dan zyn erwten en boonen alweer onder de eer sten, die aan den grond worden toever trouwd. Zoo heel gevoelig zyn ze niet voor de kou en men kan ze dus al vroeg beginnen te leggen. Toch, om ze een voorsprong te geven, is het beter om ze eerst, hetzij in een bakje, hetzij binnenshuis, te laten kie men, om ze, als ze de eerste blaadjes hebben, buiten uit te planten. En daarbij kan men met voordeel van turfstrooisel, desnoods van zaagmeel, gebruik maken. Een paar gewone bloempotten worden tot een halve handbreed onder den rand hiermee gevuld nadat het met warm water verzadigd is zonder dat het vocht er nog onder uit loopt. Nu worden de erwten en boonen er op gelegd tamelijk dicht bij elkander en met eenzelfde laagje toegedekt. Op een warm plekje gezet, zullen ze al heel gauw beginnen te zwellen, wortels maken en kiemen. Ze blyven hier doch op een koel plekje, totdat ze hun eerste karakteristieke blaadjes gemaakt hebben. Dan wordt de pot omgekeerd, de heele inhoud valt er uit en de turfmolm is van fyne wortelharen als doorweven. Voorzich tig worden de plantjes er één voor één uitgehaald, ieder behoudt het stukje turf, waarmee hy vergroeid was en zoo worden ze buiten iuitgeplant, ter plaatse, die voor hen bestemd was. Als een ander er nog niet aan denkt om de zaden te leggen, dan zyn deze al boven den grond. Ze hebben dus een heelen voorsprong. Daarby komt nog, dat ze door dit verplanten wel is waar niet zoo hoog worden als anders, maar veel eerder gaan bloeien en minstens veertien dagen eerder voor het gebruik gereed zyn dan men met het zaaien ter plaatse reiken kan. (Buitenleven. Te Weert (Limburg) is gistermiddag de 24-jarige Anna Gielen, dienstbode in Duitsch land, die de kermis in het ouderlijk huis doorbracht, door haar 12-jarig broertje spe lende met een geweer zoodanig gewond, dat zy terstond een lyk was. Nog een wonderdokter Op een klein dorp in Noord-Holland was een jong boerenarbeider, die hooge inspi raties had. Hy wist een betrekking te krijgen by de gemeentereiniging te Zaandam. Daar vond hy een paar oude geneeskundige werken onder den opgehaalden rommel, ging ze „bestudeeren" en thans gaat hy een paar dagen in de week hooggehoed en zwartgejast naar Amsterdam en houd „zit ting. En te oordeelen naar 'smans uiterlijk schynt het hem voor den wind te gaan, dank zij het aantal patiënten dat ook dezen „won derdokter" opzoekt. A.v.d.p. Vuurwerk Een heer, wonende te Nieuwe Kyk in 't Jatstraat te Groningen miste telkens sigaren uit zh'n droogtrommel als de werkvrouw was geweest. Hy ging de overgebleven sigaren eens tellen en jawel, Vrijdagsavonds miste hy er weder vyf. Dat was verdacht. Hy liet nu vyf klapsigaren maken, welke uiterlijk niets verschilden van die in het kistje Deze vijf werden tusschen de andere sigaren ingelegd. Den volgenden Vrijdag kwam de werk vrouw terug. Zy was echter stil en het kistje was onaangeroerd gelaten Onlangs is melding gemaakt van een ont- slag-quaestie by de Staatsspoor. Een werkmeester, in dienst van genoem de Maatschappij, zekere M, was ontslagen op voordracht van een ingenieur in alge- meenen dienst, omdat hij naar de meening van dien hoofdambtenaar, ten onrechte f20 voor onkosten der Maatschappij gebracht had. De ontslagen werkmeester hield zyn on schuld vol en kon bewyzen dat bedrag wel degelijk te goeder trouw te hebben gede clareerd. In overleg met het bestuurder Ned. Ver, voor Spoor- en Tramwegpersoneel werd een scheidsgerecht aangevraagd, dat in een zit ting te Arnhem gehouden, de zaak heeft onderzocht en de betrokken personen be nevens verschillende getuigen heeft gehoord. Voorzitter van dat scheidsgerecht was de oud minister mr. Veegens. Het scheidsgerecht deed uil spraak ten gunste van den ontslagen werkmeester en eischte voor hem toekenning van „eervol" ontslag met de hoogste uitkeering, onge veer f 1300. Door de Staatsspoor werd met deze uit spraak genoegen genomen. Thans verneemt de St. Ct., dat de di recteur-generaal, jhr. Kretschmar van Veen, nog verder is gegaan, en den ontslagen werkmeester M. weer in zyn vroegere be trekking in dienst der Maatschappij heeft hersteld. Zouden sommige Flakkeesche Maatschap pijen ook niet goed doen zoo'n scheidsrecht in te stellen Dan komt tenminste het Hoor en Wederboor" tot zyn recht. Plaatselijk Nieuws. gy hebt my nog lief? Men kan immers zoo moeielyk de eerste liefde vergeten, zou dat bij u anders zyn Schryfslechts een „Ja" of een „Neen" op een kaartje, dat Frits mij zal overbrengen; ach, Gretha,en niet-waar, het zal een „Ja" zyn? „Ik heb je alles gezegd, ik heb myn gedrag in geen enkel opzicht vergoëlijkt; o, wees goed, wees toegevend. Margaretha, en word de mijne. Ik tel de uren, tot je antwoord komt, Mocht je de beslissing zwaar vallen, zie dan op mijn kind; wat moet er van hem, wat van m y worden zonder u, Margaretha Wilhelm von Eberhardt." Ja, lk was zeer gelukkig gewordenik had my geen oogenblik bedacht op het antwoord dat ik hem zenden wou, en Frits draafde zeer spoedig nadat ik den grooten, uitvoerigen brief gelezen bad, met een kaartje van my, dat het laconieke „Ja" behelsde, naar stad. De brave soldaat keek my onderzoekend aan, toen ik hem myn boodschap overreikte. Ik moet er wèlzeer gelukkig hebben uitgezien, want hij was niet een vluggen sprong in 't zadel, salueerde en riep, zich nogmaals half op 't paard omwende„Nu eens flink gedraafd, ouwe jongenDe luitenant wacht, alsof ik hem lllODELIIAIti\IS> In het derde kwartaal van het jaar 1908 zyn door de schutsluizen alhier geschut: Binnengekomen 282 vaartuigen met een tonneninhoud van 11090, uitgegaan 299 vaartuigen met een tonneninhoud van 10729 tonnen. Namen der lotelingen voor de lich ting 1909. 1 Jan v. d. Berg (Bd.) 2 H. P. Blok, 3M. Blok, 4 C. W. Boogerman (Bd), 5 P. Born (Lg.) 6 W. Born, 7 J. v. d. Doel, 8 S. van Dongen, 9 Jan Driese, 10 Jac. Driese, 11 J. van Gelder, 12 R. Gouswaart, 13 J. van Gro ningen (Bd), 14M.Jongejan(Bd),15 W.Jon- gejan, 16 J. van Kassei, 17 L. Kattestaart (Lg), 18 Joh. Koote, 19 M. Korteweg, 20 A. W. Korvink, 21 J.Kryger (Bd), 22 D.Kryga man, 23 A. G. Krijtenberg (Bd) 24 P. Lang broek (Lg), 25 L. Leenheer (Lg.) 26 L. v. d. Nieuwendyk, 27 J. P. Nieuwland, 28 N. C. Nieuwland, 29 Joh. Noordijk, 30 A. Ün- derdelinde, 31 A. Peeman, 321. Rooy, 33 A. Slis, 34 Joh, Smit, 35 Eliza v. d. Velde (Bd). P. Verolme, 37 H. de Waard, 88 S. de Waard (Bd). 39 A. L. v, Wezel, 40 L. Witte- koek, 41 A. Witvliet. Donderdag had het dochtertje van J. den Engelsman, terw(JI zy om een boodschap werd uitgezonden, het ongeluk een rijks daalder te verliezen, die kort daarna door een vrouw van Stad aan 't Haringvliet werd gevonden, die, zoodra zy den eige naar wist, de rijksdaalder ter hand stelde. Tegen J. de R. is proces-verbaal opge maakt wegens het ryden met zyn kar, zonder voorzien te zyn van licht, in den daarvoor bestemden tijd. Woensdag verliet schipper C. J. Keizer van Stad aan 't Haringvliet de haven alhier, geladen met ongeveer 4000 H.L. aardap pelen. OUDDOIIP. De volgende jongelingen moe ten deelnemen aan de loting voor de Nat. Militie 1 Magradus Cornelis Akershoek, 2 Aren Bezuiien, 3 Jan van der Bok, 4 Paulus Bos- land, 5 Izaak Breen, 6 Johannis Breen 7 Jacob Flikweert, 8 Johannis van 't Geloof, 9 Jan Grinwis, 10 Wouter Heerschap, 11 Wouter Hoogmoed, 12 Bastiaan v. d. Houten, 13 Hendrik van Hoven, 14 Dirk de Jong, 15 Gerardus Hubertus van der Kemp, 16 Willem Klepper, 17 Leendert Kleyn, 18 Johannis 't Mannetje, 19 Jan Cornelis Meijer, 20 Jan Cornelis Pyl, 21 Jacob Pikaart, 22 Eeuwit Sandifort, 23 Dirk Sper ling, 24 Jacob Sperling, 15 Kommer van Splunder, 26 Bastiaan Tanis, 27 Cornelis Tanis, 28 Jacob Cornelis Tanis, 29 Kemmor Tanis, 30 Willem Tanis, 31 Cornelis Vene man, 32 Jan Visser, 33 Pieter Voogd, 84 Pieter Witte. Ds. J. van Dorp van Zegveld heeft voor het beroep naar deze gemeente bedankt. Van den landbouwer P. K. alhier zyn eenige H. L. ajuin van het land ontvreemd. Zaterdagmorgen vroeg werd ons dorp in opschudding gebracht, daar er een Lucht ballon over ons dorp kwam waarin 3 heeren zaten, die Vrijdagavond 6 uur te Pary's waren opgestegen en in de Middelduinen hier neerkwam. Veel nieuwsgierigen bega ven zich daar heen zelfs zag men halfge- kleede menschen loopen. 's Middags ver trokken de heeren naar Rotterdam. Ingezonden Stukken. (Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.) Aan den Baad der gemeente 't bericht moet brengen, dat hy tot veld maarschalk benoemd is I" Toen was hy ook reeds om den hoek verdwenen. Ik ging in huis, nam het kind in de armen en kuste het. Ik vertelde hem een lange geschiedenis van een mama, die hem zeer lief zou hebben. Katrien zeide niets; zy strekte echter hare oude armen naar my uit, en in de gryze wimpers hingen een paar tranen, de eerste, die ik ooit uit die oogen had zien vloeien. Wat bekommerde ik mij om den baron of om het oordeel der wereld, hy had mü' noodig, en dat was voldoende; voor deze weldoende overtui ging. zonken alle bedenkingen in het niet. En toen volgde de dag, waarop hy kwam, en ik ten tweede male als bruid iu zyne armen lag, en nu was ODze liefde dubbel sterk, en door geen macht der aarde weër te verbreken. O, die uren waren zoo schoon, te schoon, dan dat ik ze zou kunnen beschrijven; indien het mogelijk geweest ware, mijn gel uk nog te vergrooten, dan zou dat een brief van Hannah gedaan hebben, dien Wilhelm voor mij medebracht. Mat kloppend hart opende ik hemhy diende tot antwoord op het schrijven, waarin ik haar had mede gedeeld, dat ik nu toch Eberhardt's vrouw zou worden, wel is waar legen den wil harer ouders iets wat my innig leed deed, - maar dat ik niet anders kon ban- Geeft met verschuldigden eerbied te ken nen de afdeeling Middelharnis en omstreken van den Bond van NederJandsche Onder wijzers, goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 28 Maart 1890 No 28, dat zy Uw College in overweging geeft, de vyf steenen vloeren in de openbare lagere school te doen over leggen met houten en wel in de beide eerste vacanties van het volgende jaar, dat zy Uw College daarom verzoekt, op de voor dat jaar vast te stellen begrooting het daarvoor benoodigde bedrag te noteeren. Hetwelk doende Namens de afdeeling: G. van Eok Az. Voorzitter, A. Roetman, Secretaris. MEMORIE VAN TOELICHTING. Bij de behandeling van ons verzoek van dezen zomer, om in de vacantie de steenen vloeren van voornoemde school te doen overleggen met houten zeide de voorzitter van Uw College, om het aan te houden tot de begrooting voor het volgende jaar zou wor den vastgesteld. Begrypelykerwyzo is het vorige jaar slechts gerekend op één vloer. Eén der bezwaren tegen ons voorstel was dan ook, dat Uw College dit jaar te weinig geld te zyner beschikking meende te heb ben, om tot de volledige uitvoering van ons voorstel te besluiten. Welnu, wy zyn nu zoover, dat de begroo ting voor het jaar 1909 vastgesteld wordt. Het is daarom, dat wy zoo vrij zyn, Uw College er op te wijzen, dat het nu de ge legenheid heeft, om in eens het bedrag uit te trekken, dat voor de bevloering der vijf overige lokalen noodig is. Het andere bezwaar tegen ons verzoek was, dat in de zomervacantie de tyd ont brak, om de zeven steenen vloeren alle tegelijk te doen overleggen met houten. In de eerste plaats willen wy er op wijzen, dat het volgende jaar niet alleen de zomerva cantie, maar ook de Paaschvacantie een gelegenheid is, om met de bevloering voort te gaan. En in de tweede plaats hebben wy in dit verband nog een opmerking. Van het timmerwerk, dat voor rekening der gemeente moet worden uitgevoerd, pro- fiteeren alle timmerlieden, doordat dit werk telkens voor een Jaar wordt opgedragen aan hem, die daarvoor volgens rooster in aanmerking komt. Mocht dus Uw College nog van meening zyn, dat ook in de beide vacanties de tijd te kort is, om de vijf vloeren alle tegelijk te doen aanbrengen door één timmerman, welnu, dan staat Uw College de weg open om ook die timmerlieden aan het werk te stellen, die daarvoor anders de volgende jaren in de termen zouden vallen. Hiermee meenen wjj te kunnen volstaan Wy zyn er van overtuigd, dat bij Uw College van bezwaren geen sprake zal zijn. Met des te meer reden mogen wij vertrou wen, dat het snel verbeteren zal, waar de toestand der school om snelle verbetering roept. Volksfeesten of Kermis Met het oog op de zonde die er mede gepaard gaat, dient de kermis te worden afgeschaft, zoo redeneert den een; aange zien de kermis een verouderd gebruik is, en door de vele en verbeterde verkeers middelen geen reden van bestaan meer heeft: weg met de kermis, een ander: Best, maar geef er iets anders voor in de plaats, zorg voor een jaarlijks volksfeest, weer een derde. Ik zeg; menschen wat maak je je toch druk voor niks, terwijl ge ziet dat de ker missen een teringachtig bestaan lijden en hun einde naderen. Bevorder welvaart en ontwikkeling niet voor enkelen, maar voor een ieder en de kermissen houden van zelf op te be delen, omdat ik hem zoo met geheel mijn hart en ziel bemindeDe goede, lieve Hannah schreef my nu zoo teeder, zoo hartelijk, en zond mij ook namens haren echtgenoot, de oprechtste gelukwenschen. Zy trooste my wegens het boos zyn harer ouders en hoopte, dat alles zich nog een maal tot aller tevredenheid zou schikken. „Doe uw plicht," schreef zy nog ten laatste, „maak den armen Eberhardt en zyn kind gelukkig; voor anderen hebt ge thans niet te zorgen, dat ligt in Godes hand!"— Dat was het juiste woord geweest, en ik stelde al mijn doen en laten onder de bescherming van onzen hemelschen Vader, en boog my ootmoedig onder den last van het geluk, dat mij byna deed duizelen. Ach, die dag, hij bleef het glanspunt van myn levenIk zie my nog in de kleine kamer naast Eberhardt op de sofa, en tus schen ons beiden het bekoorlijk kind met den bruinen krullebolhij had een arm om zyn kleinen lieveling geslagen, de andere hand rustte in de mijne, en zoo sprak hij van zyne plannen voor de toekomst. Ka trien, die by mij de plaats der moeder of eere dame(I) vervulde, zat altijd op haar plaats bij de kachel en knikte bij alles wat hij zeide, toestemmend met het grijze hoofd. Met Nieuwjaar hoopte hy zyne overplaat sing te verkrijgendaarna wilde hy van Kertsmis af verlof nemen, en op den derden Werkt mede om da „kuddemenschen" op te heffen tot hoogere menschen en het is met kermissen en volksfeesten gedaan. Ja ook volksfeesten! Althans zooals we die nu kennen. In welk welk opzicht ver schillen ze van een kermis? Ik acht ze nog zedeloozer dan kermis sen, omdat bij het organiseeren er van behalve met wat ze met kermissen gemeen hebben - een massa huichelarij wordt gekweekt. Niet waar, hoevelen nemen niet noode gedwongen zitting in buurt en andere commissies uit berekening of maatschap pelijke positie, hoevelen teekenen niet op de circuleerende lijsten om den broode, of door directe of in directe pressie. Ik maak me sterk dat by het burge- meestersfeest te O. T. liberalen dapper heb ben meegeholpen, terwijl ze dien burge meester best op de Mokerheide wenschten. Allemaal huichelarij dus. En waarom orgiuiseert men volks fees ten? Is men zoo begaan met het lot van „het volk?" Welnu men houde op met dat volk op allerlei wijzen te bestelen, men geve het de volle opbrengst van zijn ar beid, en het zal reden hebben om vrolijk te zijn, thans niet. Op zyn best hebben duizenden by over- matigen arbeid een sober bestaan, terwijl nogmaals duizenden werkloos en ontberend ronddwalen by al den overvloed en weelde die we aanschouwen. Wat kan het by dat alles het volk schelen of een Koningin verjaart, een burgemeester een jubeleum viert? De feestvreugde bij die gelegenheden is dan trouwens ook maar imitatie, maakwerk van enkele welvoldane bourgeois-gangmakers, die het balletje aan 't rollen maken, zakenmenschjes en jenever doen de rest wel. Feestvieren, myn meening is dat geen weldenkend mensch in den tegenwoordigen tyd reden heeft om uitge laten van zyn vreugde te doen blijken, en vooral niet om ombenulligheden als vor sten verjaardagen, burgemeesterjubeleums, traraaangelegenheden, enz. Veeleer moet men er zich over verbazen, dat het volk niet in massa's optrekt, om te nemen van den overvloed, die op zoo kwistige wijze allerwege wordt ten toon gesteld, evenwel die weg gaat het op. In myn gedachten zie ik al deze of gene lezer meesmuilen en naar de pen grijpen, om me eens even af te straffen. Beste menschen, spaar de moeite, als je het niet met me eens bent, weet ik allang wat je te zeggen hebt, al naai mate de positie die ge bekleedt of wel de zaken die ge doet. Utrecht, 21 Sept. '08 J. C. BRESIJN. Buitenland. Het ongeluk op den electrischen spoorweg te Berlijn. Zaterdagmiddag heeft te Berlyn een ont zettende ramp plaats gehad, Op de „hoog- bftttiT', oon elecfcrioclien spoorweg, die over een viaduct door de stad loopt, was juist een nieuwe lyn geopend: Leipzigerplatz— Spittelmarkt. Deze lijn moest op zeker punt de ljjnnen, die van de Potsdamerplatz en van de Bulowstrasse loopen, kruisen en daar had men een driehoekspoor gelegd, dat als een meesterstuk van ingenieurskunst gold. Electrische |wissel-omzetters en signa len zouden ongelukken daar zoo goed ala onmogelijk maken. Helaas, den eersten dag dat de nieuwe lyn voor het verkeer ge opend was, had er een ongeluk plaats, dat verscheidene menschenlevens kostte. Om halftwee kwam een trein van de Leipziger platz, die naar de Möckenbrug zou rijden en het driehoekspoor passeeren moest. Het sein stond „halt", maar de bestuurder schynt. dit niet te hebben gezien, althans hy reed door. Op hetzelfde oogenblik kwam een trein van de Potsdamerplatz, die eerst had moeten passeeren, eer de trein van de Leip zigerplatz mocht doorryden. Doordat laatst genoemde niet gewacht had, ontmoette de treinen elkaar op het kruispunt. De bestuur der van den trein Potsdamerplatz remde uit alle macht toen hy den anderen trein zag naderen, maar hy kon de botsing niet meer beletten en reed den motorwagen van den anderen trein in de flank aan, waarop zyn eigen wagen ontspoorde. De motorwagen van de Leipzigerplatz viel om en stortte tegen het hek van de viaduct. Dit kon den schok niet doorstaan en bezweek, zoodat de wagen van de 6 meter hooge viaduct op de straat viel De. 2e, een bijwagen, bleef in het hekwerk van de viaduct hangen, de 2 overige wagens zyn in de rails gebleven. De wagen, die van de viadnct viel, draaide in zyn val om en kwam op het dak neer. feestdag zou dominee Renner ons voor altijd sa&m verbinden. Katrien zou onder de ver zorging van onze trouwe dienstbode en het toezicht van raevronw Renner, in mijns vaders huis blynen wonen, en ik zou myn echtgenoot naar zyn nieuwe standplaats Als ik er aan dacht, de oude trouwe ziel te verlaten, werden my de oogen vochtig; ik had echter geen keuze meer, ik behoorde hèm immers voor eeuwig. Wij zouden haar elk jaar komen bezoeken Och, als men die oude, gebrekkige gedaante aan keek, dan kon men wel aan een afscheid doch bezwaarlijk aan een weerzien denken 1 Eberhardt en ik besloten, voorloopig al leen schriftelijk met elkander te cor- respondeeren. Frits zou elke week een keer naar hier ryden en een brief brengen en halen, zien wilden we elkander niet zoo vaak, om onnoodig „gepraat" der buiten wereld te voorkomen, 't Was immers nog slechts twaalf weken voor Kertsmis, en dan zouden we elkaar voor altijd bezittendus moest het ook geduldig verdragen worden, dat we ons tot zoolang niet zoo vaak kon den zien en spreken. Er was immers ook zoo veel voor mij te doen, en een fraai, net uitzet, moest ik óók nog in orde bren gen mijn vader had reeds bij zyn leven een voldoende som daarvoor bestemd. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1908 | | pagina 2