NIEUWS- EI ADVERTENTIEBLAD.
ZÜID-HOLLiNDSCM IN ZDWSCHE ÏIIANDIN.
ONZE EILANDEI
voor de
Dit Blad verschijnt eiken Zaterdagmorgen.
Prijs per kwartaalf 0,50/
Afzonderlijke nummers- 0,05
No 45
Zaterdag 3 October 1908 15E Jaargang
Alle voor de Redactie en Administratie bestemde stukken en Advertentiên worden uiterlijk
Vrijdagmorgen ingewacht bij de Administratie te Middelharnis.
Prijs per advertentiên van 1—5 regels f 0,50
Iedere regel meer- 0,10
Groote letters naar plaatsruimte.
Buitenlandscli Overzicht.
Indien onze tijd in later eeuwen een tijd
perk van verkwisting op elk gebied zal
worden genoemd, zal bet moderne Rusland
als voorbeeld van deze verkwisting in haar
sterksten en weerzinwekkenden vorm kun
nen dienen. Want naast de verspilling van
menschenlevens en menschenkracbt, die
een gevolg is van de economische toestan
den, onder welke thans alle beschaafde vol
ken leven, heeft men in Rusland baldadige
vernieling als gevolg van een groote politieke
en sociale gisting. Re onafzienbare, overvolle
treinen, die het beste bloed, de beste hersens,
de meest ontwikkelde geesten van de natie
naar den grooten vuilnishoop Siberië ver
voeren, het groote vondelingengesticht te
Moskou, waaruit naar men zegt duizenden
slachtoffers geworpen worden in de rivier
die langs hare fondamenten stroomt; het
ontelbare aantal verhongerde en daklooze
boeren, de brandende dorpen en kasteelen
de steeds terugkeerende uitbarsting van
bloeddorstig godsdienstig fanatisme door
politieke intriges aangezet, gericht tegen de
ongelukkige, verachte kinderen van Israël,
de woordvoerders voor recht en broeder
schap zelve, die zich met de meest doodende
werktuigen wapenen en hun nieuwe maat
schappij zoeken te grondvesten door hun
tegenstanders in de lucht te doen vliegen,
zijn dit niet alle bewijzen van onnoemelijke
verspilling van leven, rijkdom of verstand,
van het materiaal, waaruit de toekomst zal
worden opgebouwd Aldus vangt een artikel
aan in de Wetenschappelijke bladen.
Het is een bewerking van een beschouwing
van den bekenden Engelschen schrijver
Wildover Johnson over Rusland. Uit zijn
artikel blijkt vooral hoe oppermachtig de
brute reactie zich in het rijk van „Vadertje"
voelt. „Naar het schijnt, zoo zegt Johnson,
heeft de reactie haar doodende hand op
iedere belofte van vooruitgang, op iedere
hoop voor de toekomst gelegd, hetgeen wel
moge blijken uit de veranderde stemming
in de toongevende kringen, die steeds van
de politieke atmosfeer afhangt. Rat blijkt
uit het volgend staaltje dat Johnson ver
haalt. „De moeder van een mijner vrienden
was op een groot diner. Natuurlijk had men
het over de politiek van Rusland en over
de pogingen tot schrikaanjaging van de
revolutionairen. Hoe zou die beweging kun
nen gestuit worden? was de vraag en de
meerderheid was van meening dat voor
lederen politiedienaar die gedood werd 5,
voor iederen hoogeren beambte 10 en voor
iederen gouverneur '20 moesten worden op
gehangen. Raarna de boerenkwestie. De
moeder van mijn vriend, misschien de eenige
aanwezige met liberale denkbeelden zweeg.
Op een gegeven oogenblik vroeg haar de
gouverneur der provincie of zij wel eens
last had gehad van haar boeren. Jawel, van
tijd tot tijd, antwoordde zij. In dat geval,
denk er aan, is er maar één ding te doen.
FEUILLETON.
Uit het leven mijner oude
vriendin.
XXIII.
„Ha, goeden morgen, mijn vriend riep
ze mij op volkomen onbevangen toon toe,
begroette den geestelijke, viel Jhem, by zijne
waarlijk treffende toespraak, voortdurend
in de rede, en klapte haar parasol open en
dichtten laatste begon ze luid te geeuwen,
en zei
„Ja, ziet u Eerwaarde, dat is alles heel
mooi en goed, maar 't helpt tóch niets
alles blijft bij 'toude. Wy hebben nu een
maal geen zin meer in elkander is 't niet,
Eberhardt
„En uw zoontje?" vroeg de geestelijke,
door dit onbescheiden antwoord diep belee-
digd. „Wilt gy het kind, dat God u heeft
toevertrouwd, niet liever onder de hoede
van beide ouders zien opgroeien Zal dat
kind den zegen van een behoorlijk familie
leven moeten missen O, denk toch na
„O, myn zoon wordt door zyn papaatje
mier bemind, dan tien moeders dat zouden
Zend my direct een boodschap en ik zal
eenige dorpen voor u laten verbranden.
Wat zou dat nu geven De stakkerds
zouden my mogelijk in myn bed vermoor
den. Dit antwoord scheen den gouverneur
te vermaken en te prikkelen tevens: Ik
verzeker u, dat u in een dwaling verkeert,
werkelijk, wat ik u voorstel, is een probaat
middel. Ik heb het verschillende malen be
proefd en steeds heeft het uitstekend vol
daan.
Is het niet verschrikkelijk, dat in de 20e
eeuw de bestuurders van het Russische ryk
zulke denkbeelden hebben
Johnson wijst vervolgens op de tallooze
moedige, in diepe ellende gestorte vrouwen,
die niet alleen blijmoedig hun leven hebben
gewaagd, maar ook haar eer, haar meer
waard dan haar leven, voor de zaak der
vrijheid ten offer hebben gebracht, vrouwen
voor het meerendeel van fyne beschaving
en intellect, waarvan er thans duizenden,
tien bij elkaar in de kleine cellen van de
groote gevangenissen van Rusland half
liggen te verrotten.
Wat zal de toekomst baren voor Rusland
Geen enkele instelling, hoe fraai ook aan
gekondigd, kan van eenig nut voor Rus
land zyn, zoolang de alleen heerschappij
van „vadertje" Czaar gehandhaafd blyft.
Johnson is over de Doema al heel slecht
te spreken. Volgens hem heeft dat lichaam
twee diensten aan de regeering bewezen,
lo Heeft het haar in de gelegenheid gesteld
leeningen te sluiten en 2e de minst ver
lichte en vastberaden mannen op den voor
grond geplaatst vanwaar ze dan gemakkelijk
naar Siberië kunnen worden gezonden.
Een teeken der tijds is verder de toename
der roofbenden, die het land afloopen en
waarvan deserteurs uit het leger een niet on
belangrijk aandeel vormen. De meest beruch
te van die benden is bekend onder den naam
van „de Broeders van het Woud" die zich
in den Oeral ophouden. De aanvoerder is
Lbow, een boer van reusachtige gestalte, die
artillerist was in den Japanschen oorlog.
Als deelnemer aan de onlusten van 1905
op 1906 werd hy door zyn reuzengestalte
spoedig opgemerkt.
Hij vlacbte naar de bergen, vanwaarujthy
zijn aanvallen op de politie begon te organi-
seereu en beslag liet leggen op de gouverne
mentsgelden. Maar hij deed meer. Het volk
in den omtrek had herhaaldelijk by het gou
vernement aangedrongen op de sluiting der
drankwinkels, die zoo'n ontzenuwenden in
vloed op het Russische volk uitoefenen.
Lbow nu viel die drankwinkels aan en zoo,
dat hy er het district van gezuiverd heeft.
En waar de boer voorgaat in actie, moet
het leger wel volgen, want het leger is een
deel van den boerenstand onder de wapenen.
Ieder jaar komer er 250000 recruten op. De
officieren zyn meerendeels reactionair door
hun opvoeding. Doch onder de jongeren zyn
velen revolutionair.
Johson meent, dat op den duur kentering
niet kan uitblijven. Het is te hopen. Demoor-
denaarsbent, die Rusland onderdrukt, de beu-
kunnen doen't Zou veel nadeeligei voor
hem zyn, als hy 't zou moeten aanzien, dat
van de ouders de een wil, wat de ander
juist niet wil 't is veel beter zoo."
„Zij stond op en l6gde haar handje op
den arm van den grijsaard, die haar ontsteld
aanstaarde. „Vaarwel. Eerwaarde. Wèl
bedankt voor de moeiteik moet nu nog
eenige boodschappen doen, en daarna nog
voor de heeren rechters verschijnen, tot
straks, mijn vriend!" lachte ze tegen mij,
maakte een gracieuze buiging en huppelde
de deur uit! De oude man keek haar na
met een gelaat, waarop ergernis en droef
heid te lezen stond. Hy had gewis reeds
menig echtpaar in deze situatie voor zich
gehad, en reeds smartelijk berouw en ha
telijke stijfhoofdigheid daarbij leeren ken
nen, maar een zóódanige opvatting was hem
zeker nog nooit voorgekomen. Na eenige
oogenblikken van diep stilzwijgen drukte
hy my de hand, en zeidezachtP'tIs beter
zóó, mijnheerzy heeft gelyk." Voor
de rechtbank ging het ongeveer op dezelfde
wyze; myn advokaat vorderde het kind
voor my, en zy was terstond bereid doch
dat weet ge immers.
„Toen ik eergisteren na een langen,
zwijgenden rit naast mijn tante door den
corridor liep, om my naar de kamer van
myn oom te begeven, hoorden wy piano
spelen een mazurka, zóó onberispelijk, zóó
len en dieven, die in Petersburg als hofkliek
den baas spelen, verdienen niet anders dan
ten spoedigste verjaagd te worden.
De Marokkaansche affaire zag er in ver
leden week maar weer heel leelij kuit. Toen
de Fransc-h-Spaanscbe nota over de erken
ning van Mouley Hafld verschenen was, be
greep Duitschland, dat 't 't best wa8 een
vriendelijk gezicht te zetten en het zond een
uiterst hoffelijk antwoord op de Fransche
nota. Alles liep dus van een leien dakje, toen
een conflict te Casa-Blanca, de bekende Ma
rokkaansche havenplaats, alles weer dreigde
te bederven. Frankrijk werft voor zyn kolo
male troepen soldaten van allerlei nationali
teiten. Het vreemdenlegioen is vaak een toe
vlucht geweest voor tal vanmenschen,die
in hun eigen vaderland geen raad meer wis
ten of iets op hun kerfstok hadden, wat hun
noodzaakte het vaderland te verlaten. Het
is dus geen wonder, dat er ook Duitschers in
die Fransche legioenen dienen. Voor de on
lusten in Marokko werden ook eenige regi
menten van dit vreemdenlegioen naar Casa
blanca gezondeD. Een zestal hunner, Duit
schers van geboorte, waren gedeserteerd. De
Fransche autoriteiten trachten ze natuur
lijk die vrienden weer in hun macht te
krygen. De Duitsche Consul echter trachte
hen te helpen naar Duitschland te ont
komen.
Gevolg natuurlijk een verschrikkelijke
ruzie. Er zyn twee lezingen van het geval.
De Fransche bladen vertellen, dat Vrijdag
voor acht dagen soldaten van het legioen
vermist werden. Ze waren verborgen bij
Duitsche kooplui. Dien Vrijdag stapten ze
bedaard naar de haven, begeleid door den
Duitschen onderconsul en een consulaatsol
daat om zich in te schepen op een vertrek
kend stoomschip. Op 't oogenblik, dat de
gendarmes naar het strand liepen, sloeg de
boot om. De gendarmes haalden de deser
teurs er uit en namen hen in hechtenis. De
Duitsche onderconsul gelastte hen in vrij
heid te stellen en betwistte den Franschen
het recht om soldaten van Duitsche natio
naliteit in hechtenis te nemen. Toen men
zich niet aan hem stoorde, ontstak hy in
üeftigen toorn en dreigde de gendarmes met
dwangmaatregelen. Toen daarop de haven
kapitein, eenFransch zeeofficier, de menigte
wilde verstrooien, hief de Consulaatsoldaat
zijn stok boven den officier op, doch werd
dadelijk ontwapend. De onderconsul verwij
derde zich, luid roepende, dat hy zich bij
den Duitschen gezant zou beklagen.
De Duitsche lezing van het geval luidt
heel anders. Volgens de Duitsche bladen
sloeg de boot om, toen de gendarmes de
deserteurs gevangen wilden nemen. De
Consulaatssoldaat werd zeer mishandeld
en gekneveld, de onderconsul kreeg een
gevoeligen klap op 't gezicht, terwijl zijn
kleeren stuk werden getrokken. De soldaat
werd eerst vrijgelaten, toen de consul dit
dringend eischte.
Sommige Duitsche bladen noemen de ge
vangenneming der Duitsche deserteurs on
zwierig, als alleer Ruth dezen bekoorlijken
Poolschen dans weet te spelen. Ik zag haar
in mijn geest daar zitten, met vlammende
oogen ,en het betooverend lachje om den
kleinen mond. Vrouwe v. Bendeleben bleef
onwillekeurig staan, en drukte hare handen
tegen het hart. Ze was doodsbleektoen
vroeg ze den ouden Johann, die onstegemoet
kwam, sedert wanneer de jonge mevrouw
teruggekeerd, en of er bezoek in de zaal
was. Nog eer de lakei echter kon antwoor
den, verstomde de muziek, en Ruth's zil
ver-heldere stem zong een dier kleine
Fransche lichtzinnige chansons, die in een
opgewonden gezelschap uit den mond eener
zoo schoone vrouw, een bedwelmende uit
werking hebben, doch dat op hatelijke
wyze in stryd was met den toestand van
't oogenblik een lange „triller" die op een
schalksche lach geleek, besloot het gezang.
Ik kende dat lied meer dan mij lief was;
Ruth had het vaak in haar salon gezongen
en juist dit lachend, kokette slotaccoord,
had hare gasten altijd in de hoogste ver
rukking gebracht. Dezen keer bracht het
echter een tegenovergestelde uitwerking
teweeg. Vrouwe v. Bendeleben rukte de deur
open en stond plotseling met zóó dreigende
houding tegenover hare dochter, dat
vroolijke, zonnige uitdrukking byna van 't
schoone gelaat verdween. Ik zag nog
slechts, hoe ze het muziek-boek, waarin zij
rechtmatig. Volgens de wet, zeggen zy,
hebben alle Duitschers recht op bescherming
van het rijk tegenover het buitenland, Casa
blanca is geen Fransch gebied, dus mochten
de gendarmes daar geen gevangenen maken.
Dat is een zeer gezochte redeneering. In
Casablanca heerscht een oorlogstoestand.
Dat de Fransche bezetting verloop der troe
pen door desertie belet, zal ieder natuurlijk
vinden. Dat sommige Duitsche bladen Frank-
rijk's daad als onrechtmatig trachten voor
te stellen, kan dan ook alleen voorkomen
uit de vooropgezette bedoeling Frankrijk
onaangenaam te zyn. Gelukkig zullen de
regeeringen zoo wijs zijn de kwestie in der
minne te regelen. Men wil ze namelijk
brengen voor het Haagsche Hof van Arbi
trage. Dat is wel de beste oplossiDg en zy
getuigt voor het ernstig streven om elk
oorlogsgevaar af te wenden.
Op den Balkan heeft ook een kwestie
tusschen Turkije en zijn vroegeren vazal
staat Bulgarije byna tot een dreigend con
flict geleid. Bulgarije heeft reeds lang ge
tracht zijn onafhankelijkheid te verkrijgen.
Het is dit wel inderdaad, doch in naam is
het nog een vazalstaat van den Turkschen
sultan. By een feestmaal te Konstantinopel
werd onlangs de Bulgaarsche agent, (of ge
zant) gepasseerd, terwijl de overige vertegen
woordigers van vreemde landen werden uit-
genoodigd. Van Turksch standpuDt dat
Bulgarije als deel van 'tTurksche rijk be
schouwd, zeer verklaarbaar. De Bulgaren
waren woedend over wat zij een beleediging
noemden en eischten voldoening. Ongeluk
kig voor Burgarye voelen de groote mogend
heden al heel weinig lust door die onaf
hankelijkheidsverklaring zich in een Turksch
wespennest te steken, waar 't Marokkaan
sche beestje zoo leelyk steekt. Daarbij komt
dat de Bulgaarsche regeering haar eigen
zaak bedorven heeft. Een der spoorwegen
over haar gebied behoort aan een Turksche
maatschappij. Zonder vorm van proces heb
ben de Bulgaren die lijn verbeurd verklaard,
zich beroepende op het nationaal belang.
Die daad wordt algemeen afgekeurd, zoo
dat de Bulgaren wel in hun schulp zullen
moeten kruipen en de lyn teruggeven.
In het zuidelyk gedeelte der stad New
York bevinden zich dicht by elkaar de wij
ken der vreemdelingen d. z. de uit Rusland
en Oost-Europa gekomen landverhuizers, de
Chineezen en de Italianen. De wyk der
laatsten herinnert levendig aan hun vader
land. Men kan, er komende,zich gemakkelijk
in een Italiaansche stad verplaatst denken.
De Italiaan neemt naar den vreemde al
zyn gebruiken mede. Hij zuigt zyn Macca-
roni, vergeet zijn stilet, zyn dolk niet en
behoudt bovenal zijn zucht voor geheime
vereenigingen, de mafia en vooral
Zwarte Hand." De laatste geheime ver-
eeniging verheugt zich in New York in
een buitengewonen bloei. Het is inderdaad
ongehoord, boe brutaal die vereeniging,
bestaande uit een troep vermetele schur-
zat te bladeren, op den vleugel wierp, en
hoorde vrouwe v. Bendeleben's hijgende,
bevende stem: Jy kunt vandaag zingen
Daarna werd de deur gesloten, ik verwijderde
mij snel, en ging naar de kamer van mijn
oom.
„Ik reikte hem de hand, zeide hem dat
ik van af heden niet meer zijn zoon, en
wettelijk van Ruth gescheiden was, en ver
zocht hem, my als oom niet alle genegen
heid te onttrekken, die ik voorheen in zoo
ruime mate bezeten had. Hy zag er aan
gedaan uit en antwoordde zacht, dat hij
gehoopt had, dat het niet tot dit uiterste
zou komen; dat hy er nog op gerekend
had, dat ons wegens het kind deze stap te
zwaar zou vallen, daar geen van ons beiden
het toch zeker zou willen missen. Ik zag,
dat hy nog niet wist, hoedanig de beslissing
daaromtrent was uitgevallen. „Hebt u Ruth
dan sedert hare terugkomst uit de stad, nog
niet gesproken vroeg ik. - „Neen ik
ben eerst een half uur geleden thuis geko
men," antwoordde hij. „ik weet in 't geheel
niet, dat ze weër terug is; ik dacht dat zy
eerst tegen den avond zou thuiskomen,—
ook omdat ik wist, dat gij heden namiddag
hier zoudt zyn."
„O," hernam ik, „wij zyn in de b<
vriendschap van elkander gegaanRuth
was nog nooit zoo toegevend als heden, in
tegenwoordigheid der rechters."
ken, durft optreden. Alleen in de eerste
drie maanden van 1908 komen op rekening
van „de Zwarte Hand" 3 ontvoeringen met
het doel geld af te persen, 22 overvallingen,
2 brandstichtingen, 74 inbraken, 63 dief
stallen, 11 doodslagen, 11 roofaan vallen,
14 bomaanslagen en 101 andere misdaden.
Volgens een statistiek der politie plegen
de Italianen 20 van alle in New York
voorkomende misdaden.
Men schat het aantal Italianen in die
stad op 600.000. Onder lien treft men vele
groote kooplieden bankiers enz. aan. Men
schat dat de Italianen jaarlijks minstens
60 millioen dollar verdienen. Daarvan strijkt
de Zwarte Hand er minstens 6 millioen op.
Dooi de hulp van tallooze spionnen is de
bende van eiken Italiaan geheel op de hoogte.
Heeft er een een dreigbrief gekregen, dan
waagt hy 't niet de politie daarvan kennis
te geven, want hij weet, dat hem dan on
vermijdelijk de dood wacht.
De politie staat vry wel machteloos. De vrees
voor de bende zit er zoo diep in, dat nie
mand tegen hen durft getuigen. Het komt
meermalen voor, dat getuigen in de recht
zaal plotseling een hardnekkig stilzwijgen
bewaren. Een hand is achter hen opge
stoken, die de beweging van worgen maakt,
dat is de reden der zwijgzaamheid I Komt
een lid der bende in 't gedrang, dan knapt
een bekwaam advocaat het zaakje wel op.
Een lief land, dat Amerika, met al zyn
wonderen van bouwkunde en industrie!
Binnenland.
De godsdienstoefening, die Zondagmorgen
in de Hollandsche kerk te Londen werd
gehouden, kenmerkte zich door een droevig
incident
Juist tegen het einde toen de predikant
dr. Baart de la Faille, het „Onze Vader"
uitsprak, zakte een oude verpleegde uit de
Hollandsche stichting voor ouden van
dagen, ineen en gaf, zittende in zyn bank
den geest. De politie werd in de kerk geroe
pen en het lijk door haar naar de „mortuary"
gebracht.
't Spreekt vanzelf dat het plotseling sterf
geval op de aanwezigen een diepen indruk
maakte.
Een milicien met verlof te Nieuw-Vennep
thuis zijnde, had edn paar geweerpatronen
meegebracht. Zijn broeder klemde er een van
tusschen een bankschroef en sloeg ze met
een hamer af. Het gevolg was, dat de huls
met bracht uit elkaar sloeg en de stukben
er van voor een groot deel in een zyner han
den kwamen.
Oogenblikkelyk werd de hulp ingeroepen
van den geneesheer, die een aantal stukjes
koper uit de hand moest verwijderen, waar
na deze verbonden werd.
Ook bekwam de onvoorzichtige enkele
verwondingen in 't gelaat.
Door 't ongeval is hy bovendien tot wer
keloosheid gedoemd.
„En het kind vroeg de baron haastig.
„Behoort m ij oom
„Dht is onmogelijk
„En tóch is het zoo," sprak vrouwe v.
Bendeleben, die juist binnenkwam, „en zelfs
heeft Ruth, zooals ze mij zooeven zeer
kalm verklaarde, vry willig afstand van het
kind gedaan I"
Arme oomDit bericht trof hem even
onverwacht, als het straks zijne vrouw had
getroffen. Hy staarde eerst mij, en toen weer
zijn vrouw aan, alsof hij het niet vatten
kon. Vrouwe v. Bendeleben had de lippen
vast op elkander geperst, en keek met een
trotsche, gedwongen onverschilligheid uit
het venster. Een poos bleef alles stil, toen
vroeg de baron aarzelend; „Waar is Ruth,
ik wenschte haar te spreken."
„Vergeefsche moeite. Bernhard, laat haar,"
zei de barones, en legde haar hand op den
arm van haren man. „'tls beter zóó; het
kind blyft by Wilhelm wy zullen weldra
weër geheel alleen zijn. Bernhard, want
zy wil morgen reeds naar Weenen
vertrekkenHaar stem beefde bij die laatste
woorden, en toen rolden een paar groote
tranen uit hare oogen, zij keerde zich
haastig om, en verliet het vertrek. De baron
zat onbeweeglijk in zyn fauteuil en staarde
strak voor zich uit, er lag een pijnlijke
trek om zijn mondeindelyk stond hy op,
en reikte mij de band„Dat God je behoede,
--