ZUID-HOLLANDSCHE IN ZEEUWSGHI EILANDEN.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
ONZE EILANDEN
voor de
Dit Blad verschijnt eiken Zaterdagmorgen.
Prijs per kwartaalf 0,50
Afzonderlijke nummers- 0,05
No. 37 Zaterdag 8 Augustus 1908 15E Jaargang
Alle voor de Redactie en Administratie bestemde stukken en Advertentiën worden uiterlijk
Vrijdagmorgen ingewacht bij de Administratie te Middelharnis.
Prijs per advertentiën van 15 regels f 0,50
Iedere regel meer- 0,10
Groote letters naar plaatsruimte.
Buitenlandsch Overzicht.
In Duitschland is nagenoeg de gansche
bevolking vol belangstelling voor degroot-
sche uitvinding van graaf Zeppelin. De uit
vinding van het bestuurbare luchtschip is
een voldongen feit. 'tWas nu de groote
vraag of het den uitvinder zou gelukken
een tocht van 24 uur achtereen te kunnen
maken. Gelukt hem dit, dan neemt de
Duitsche regeering het schip over.
Dinsdag heeft graaf Zeppelin een grooten
tocht ondernomen.
Te halfzeven 's morgens zweefde de ballon
boven het stadje Friedrichshafen. Te 12 uur
werd zy te Straatsburg gezien na een waren
triomftocht langs den Rijn. Jong en oud
stroomde uit om het luchtschip geestdriftig
te begroeten. Ja, zelfs werd te Karlsruhe
de zitting der Eerste Kamer geschorst op
het bericht, dat het luchtschip in aantocht
was. De leden der beide Kamers trokken
in een extratrein naar Mainz om den ballon
voorbij te kunnen zien zweven. Overal werd
vrijaf gegeven. De geestdrift langs den Rijn
moet geweldig geweest zijn. Het moet dan
ook een indrukwekkend schouwspel geweest
zijn het reusachtige schip met een snelheid
Yan gemiddeld 60 60 K.M. per uur te zien
zweven, luisterend naar den geringsten
druk van den stuurman. Duitschland boven
alles, heeft één van de Duitsche dichters
gezongen. Vol geestdrift hieven de duizen
den toeschouwers dit lied aan, toen de ballon
voorbijvloog. De Duitsche trots is zeker
rechtmatig. Geen enkel land, ook Frankrijk
niet, heeft het zoover in de luchtscheep
vaart gebracht. Zeppelin heeft den voorge
schreven tocht van 24 uur evenwel nog
niet kunnen volbrengen. Bij het stadje
Oppenheim kreeg de motormachine een
defect. Toch schijnt dit niet ernstig geweest
te zijn. want reeds 's avonds te 11 uur
passeerde de ballon wederom Mainz.
Denkelijk is deze tocht slechts een proef
tocht geweest en zal spoedig de groote 24-
uursreis plaats hebben, waarnaar heel
Duitschland met zooveel spanning uitziet.
Te Londen is deze week het internationale
vrijhandelscongres geopend. Uit alle deelen
der wereld zijn afgevaardigden gekomen.
Het congres gaat uit van een vereeniging,
die naar den grooten staatsman, die Enge
land tot een vrij-handelsland maakt, de
Cobdenclub heet. In het geheel zijn er 500
afgevaardigden, waaronder zeer vele man
nen van grooten naam. Uit Nederland zijn
slechts drie afgevaardigden namens de ver
eeniging Het vrije ruilverkeer. Het congres
werd geopend met een rede van minister
Winston Churchill.
Engeland leerde volgens Winston Chur
chill, hoe een volk een vrijhandelspoli
tiek kan volgen en toch machtig en voor
spoedig blijven. Zestig jaren lang was er
door Engeland geen enkelen tarieven-oorlog
gevoerd, en nog thans bracht het zijn waren
FEUILLETON.
Uit het leven mijner oude
vriendin.
xv.
Op zekeren avond was ik weêr op 't
kasteel, en deed mijn best om oplettend
naar een lang bericht omtrent de aardap
pelenoogst te luisteren, toen de barones
plotseling opstond en zeide„We krijgen
bezoek." Inderdaad vernamen we reeds
stemmen op 't portaal; en in 't volgend
oogenblik trad Ruth door haar man gevolgd,
in het salon.
Ik kon niet meer vluchten, als vastge
nageld bleef ik staan en keek hem aan;
ook hij verbleekte toen hy mij zag, terwijl
de schoone vrouw geen notitie van mij
scheen te nemen, en haastig haar mantel
afwerpend en hare moeder omhelzend,
schier toornig uitriep:
„Mama, u moet een strijd beslechten.
Denk eens, de oude gravin Satewski te
Weenen is overleden. Nu heeft men my
geschreven dat het wenschelyk is, dat ik
by de opening van het testament tegen-
even goed als eenig ander land op alle
markten ter wereld 1
Engeland heeft geen invoerrechten en
nochtans had het een rijke en vruchtbare
inlandsche markt, terwijl het in staat bleef
nog tweemaal zooveel uit te voeren als welk
land oofe! Na zestig jaren lang belasting
voor alle andere landen te hebben betaald
zooals de protectionisten beweerden
was Engeland nog altijd zonder berouw,
dreef het een handel op reusachtige schaal
met geheel de wereld, werd de finantieële
toestand van het Ryk steeds beter en be
schikte het zelfs over een behoorlijk appeltje
voor een mogelijk komenden dorst
Minister Winston Churchill legde er ver
der nadruk op, dat de protectie de volkeren
van elkander scheidt, tweedracht, nay ver
en vijandschap zaait, terwijl de vrijhandel
daarentegen, de naties vreedzaam tot elkan
der brengt.
Vrijhandel maakt de oorlogskans minder.
„Vermenigvuldig steeds meer de handels
wisseling, zeide hy, en gy vermeerdert daar
door de goede verstandhouding der naties
onderling en als gevolg daarvan de inter
nationale zekerheid. Daarom was het ook
de plicht van iederen vrijhandelaar alle
vormen van nationale jalousie te doen ver
dwijnen en in de allereerste plaats de al
lergevaarlijkste vorm daarvan, die tot den
internationalen bewapeningsnajjver voerde.
Iedere vrijhandelaar moet krachtig strijder
zy'n voor vermindering van oorlogstoebe
reiding.
De voorzitter had in zijn korte openings
rede er op gewezen, dat in den laatsten tyd
wolken aan den Engelschen vryhandelshe-
mel waren verschenen. De minister erkende
dit, doch niettemin was hy nog nooit zoo
vol vertrouwen geweest op de zegepraal
van den vrijhandel op de geheele wereld.
Er was een onweerstaanbaar vereenigings-
proces onmiskenbaar „dat alle volken na
der tot elkaar bracht zonder verlies van
nationale traditie. Aan een dreigenden oor
log geloof de minister allerminst. Was er
al niet meer dan 20 jaar een dreigende oor
log geweest, zonder dat deze uitbrak? En
zoo zouden ook de komende 20 jaar voor
bijgaan zonder oorlog. Aldus eindigde de
minister onder daverend applaus.
De berichten uit Turkije zyn haast te
mooi om ze geheel voor waarheid aan te
nemen.
De Sultan, die jarenlang als een gruwe
lijk despoot regeerde, zou zich plotseling
ontpopt hebben als een verlicht heerscher
die het volk alle gewenschte vrijheden
toestaat. 350 Soldaten zoo meldt men, trok
ken van Adrianopel naar Constantinopel
om den Sultan dank te zeggen voor afkon
diging van de grondwet en hem de ver
zekering te geven van hun trouw. De sul
tan verscheen aan het venster van zijn pa
leis en sprak tot den aanvoerder: „Ik ben
zeer bly u gezien te hebben. Ik groet
soldaten, myne kinderen, en verzoek hun
aan hun kameraden mijn groeten over te
brengen." Och, hoe lief, is men geneigd uit
te roepen. Onder de troepen heerscht overal
groote geestdrift voor de nieuwe orde van
zaken en voortdurend wordt den sultan
duidelijker gemaakt, dat een terugkeer tot
het oude bedenkelijke gevolgen zou hebben.
Het nieuwe ministerie, dat gevormd is,
vond by de jong-Turken weinig instemming.
Daarvoor heeft een deel van het kabinet,
dat als reactionair werd beschouwd, reeds
weer ontslag genomen en is door betrouw
baarder elementen vervangen, die krachtig
willen medewerken tot in voering der grond
wettige regeering. Den 15 November komt
het nieuwe parlement, dat bij geheime stem
ming zal gekozen worden voor het eerst
by'een. Een ander gevolg van de nieuwe toe
standen is dat talrijke ballingen, die Tur
kije ontweken teruggekeerd zijn. Zij vormen
een zeer belangrijke versterking van het
ontwikkelde element, want juist om hun
verlichte denkbeelden werden de meesten
genoodzaakt Turkije te verlaten.
Hoezeer het belang der hervormingen
wordt ingezien, blijkt wel hieruit, dat sedert
de afkondiging van de Turksche Grondwet
bij een minister van koophandel meer dan
300 aanvragen om vergunning voor de op
richting van fabrieken en ijzersmelterijen
zyn ontvangen. Zeven Europeesche maat
schappijen, waaronder twee Duitsche en
een Amerikaansche vragen vergunning voor
den aanleg van een telefoonnet in Constan
tinopel en den omtrek.
Een Weensche maatschappij heeft een
voorstel tot invoering van een omnibus-
dienst ingediend. Zulke berichten bewijzen
hoe in Europa de meerdere bloei van Tur
kije afhankelijk wordt geacht van een de
mocratisch regeeringsstelsel.
woordig zal zyn. Ik moet en wil dus
naar Weenen, maar mijn dierbare echtge
noot" hier wendde zy zich tot Eber-
hardt, „verklaart, dat het onnoodig is,
en wenscht dat ik niet op reis zal gaan,
inplaats my zyn geleide aan te bieden."
„Gaat eerst zitten," zei de baron, „dan
kunnen we overleggen. Welkeredenen heb
je er tegen Wilhelm vroeg hij zijn schoon
zoon, die zyn stoel zoover mogelijk uit mijn
gezichtskring geplaatst had.
„Duizend redenen voor één," zeide hij,
„de hoofdzaak echter is, dat de kleine niet
wel is, hy krijgt zeker tandjes en doet
niets dan schreien. Ook weet ik niet, in hoe
verre Ruth's tegenwoordigheid daar zoo zeer
noodzakelijk zal zijn, ik begryp de zaak niet
goed, en ik acht hare tegenwoordigheid by
'tkind veel noodzakelijker, dan bij de ope
ning van het testament. Het resultaat,
zoo dat werkelijk voor haar bestaat, kan
haar naar hier gemeld worden." Zyn stem
klonk kalm en rustig, en zyn woorden
troffen mij tot in de ziel. Ik wilde opstaan
en my verwijderen.
„Daar komt niets van 1" riep de baron,
„wil je weer ontsnappen? Hier gebleven 1"
en hy drukte my weer op mijn stoel.
Niemand buiten hèm kon bevroeden, met
welke smart ik daar zat.
„Ik moet verklaren, Ruth," vervolgde de ba
ron,„je man scbijntgelyk te hebben. Mogelijk
nité, dat, als de regeering geen troepen had
gestuurd, er Diets zou zyn gebeurd. Doch
hetgeen enkele dagen te voren in dezelfde
dorpen was geschied, toen de stakers daar
allerlei bouwmateriaal in brand trachten te
steken, maakt dit al zeer onwaarschijnlijk.
Elke regeering is toch zeker wel verplicht,
de eigendommen en belangen van alle on
derdanen tegen geweldadige vernieling te
beschermen. Zeer begrijpelijk is het dus. dat
minister Clemenceau een aanzienlijke troe
penmacht samen had laten trekken. Dade
lijk na het gebeurde schreef bet Comité
der staking een algemeen neerleggen van
den arbeid voor. Die staking is echter vrij
wel mislukt. De regeering heeft de aansto
kers van den opstand, want anders is het
haast wel te noemen, direct in hechtenis
laten nemen en voor een krachtige troepen
macht gezorgd. Natuurlijk zullen nu wel
weer eenige rumoerige interpellation in de
Fransche Kamer volgen, doch zonder twij
fel zal de meerderheid der leden zich wel
aan den kant der regeering scharen.
In Frankrijk heeft dezer dagen weer een
dier groote stakingen plaats gehad, die als
zoovele voorgaande tot een bloedige bot
sing leidde. Te Parijs was door een Comité,
de Confederation du Travail een algemeene
staking voor de bouwvakken uitgeschreven.
In het nabijgelegen dorp Villeneuve zouden
de stakers een groote betooging houden.
Duizenden trokken erheen. Daar kort tevo
ren allerlei wanordelijkheden in het plaatsje
waien gepleegd, had de Fransche regeering
er eene aanzienlijke troepenmacht samen-
De dreigende houdihg van weerszijden
leidde dra tot een zeer bloedige uitbarsting.
De stakers beweren, dat de troepen het
eerst geschoten hebben. De soldaten daaren
tegen verklaren eerst vuur gegeven te heb
ben, toen er een aantal malen op hen ge
schoten was en verscheidene van hen door
projectielen waren gewond. Het slot van
het treurspel was, dat een zestal dooden en
verscheidene gewonden vielen, waarvan
een 20-tal doodelyk. Nagenoeg alle bladen
keuren het optreden der regeering goed,
behalve natuurlijk de sociaaldemocratische.
Die zoeken nu eenmaal het recht steeds
uitsluitend aan de zijde van stakers. Zoo
zegt het Fransche socialistenblad, de Huma-
President Roosevelt's optreden tegen de
Trusts heeft tot een onaangenaam gevolg
geleid. De regeering heeft scherp gestreden
tegen den grooten trust van den millionair
Harriman. Dezer dagen heeft die trust be
sloten om haar prachtige stoombootendienst
op China en Japan prijs te geven. Waar het
hier een verkeer betreft, waarbij millioeüen
dollars op het spel staan, verwekt dit be
sluit natuurlijk groot opzien. De hoofdbe
weegreden voor deze daad is de onmogelijk
heid met de goedkoope prijzen der Japansche
scheepvaartmaatschappijen te kunnen con-
curreeren. Die Japansche maatschappijen
betalen zeer geringe loonen en genieten van
hun regeering groote subsidies. Door de
verdwijning der Harrimanbooten zal Japan
feitelijk de heerschappij van den Grooten
Oceaan in handen krijgen. Veel zal nu af
hangen van de houding der Amerikaansche
regeering of de strijd op scheepvaartgebied
tusschen Japan en Amerika nog ten voor-
deele van de Vereenigde Staten zal worden
uitgevochten. Men kan er wel zeker van
zijn, dat in tien aanstaanden verkiezingstijd
om den presidentszetel de trustmannen alle
krachten zullen inspannen om de partij van
Roosevelt de nederlaag te bezorgen. Of het
gelukken zal, is eeD andere vraag. Daarvoor
is waarschijnlijk (en gelukkig) de afkeer"
tegen de uitbuiting der millionaire te groot
geworden.
heb je niets dan onaangenaamheden te
Weenen te wachtenmet de familie van
je eersten man heb je by na geen omgang
gehad. Ik zou liever hier blyven, te meer
nu de ongesteldheid van je kind, reeds als
'n zeer geldige reden kan gelden."
„'t Is in het geheel zoo erg niet. Eber-
hardt overdrijft evenals altijd," riep ze, hem
met van toorn vlammende oogen aanziende.
„De minne is 'n uitmuntende vrouw, en
bovendien kan hy immers zoo lang hier
by mama zyn."
„Het weer is te slecht om zulk een rit
met het kind te maken," zei de barones.
„Hoe gaarne ik mijn kleinzoontje ook hier
bad, moet ik het ontraden."
„Maar ik zeg u,ik moet naar Weenen 1"
riep zij, en tranen van woede kwamen in
hare oogen. „Ik moe tl"
„Goed, kind, ga op reis ik zal zoolang
de plaats als moeder bekleeden;" vielEber-
hardt haar even koel als straks in derede.
„Wie heeft je dan geschreven, Ruth, dat
je tegenwoordigheid zoo dringend noodig
ia?" vroeg de baron.
„Dat is het juist," gaf Eberhardt in hare
plaats ten antwoord. „Zy zegt, dat ze een
brief uit Weenen ontvangen heeft: maar
van wien Dat heeft men mij niet toever
trouwd."
De schoone vrouw sloeg even hare oogen
neer. „'t Is voldoende dat ik het zeg,"
Binnenland.
Prettig voor burgemeester!
De öeer J. Adams, uit Gasselternijveen,
is in de Vrijdagnamiddag gehouden verga
dering dier gemeente als burgemeester ge
installeerd. De gemeentenaren wenschten
graag den heer J. Kruit als zoodanig en
onomwonden werd den nieuwen burgemees
ter te kennen gegeven, dat men liever een
anderen burgemeester had gehad.
We laten bier de toespraken volgen:
De heer Wolthuis, oudste wethouder:
„Mijnheer de burgemeester! 'tls gewoonte
bij een installatie den nieuwen burgemees
ter toe te spreken, 't Zyn thans echter geen
woorden van welkom en ingenomenheid.
Immers 'tis u reeds lang bekend, dat door
alle raadsleden, kiesvereenigingen enz. in
onze gemeente pogingen zyn gedaan, om
een anderen ingezetene (den heer J. Kruit)
benoemd te krygen. Door al deze personen
is de tyding uwer benoeming met verwon
dering en teleurstelling ontvangen. Mag het
in de toekomst blijken, dat u een geschik
ter burgemeester is dan velen van u ver
wachten, dan zal voorzeker ons oordeel over
u zich wijzigen. Met den wensch dat u,
evenals uw alom geachte voorganger (de
heer Huges) steeds de belangen der gemeente
trouw en eerlijk zult behartigen, overhan
dig ik u het teeken uwer waardigheid".
De burgemeester: Na dank te hebben
gebracht aan de Regeering voor zijn be
noeming, bedankte hy den heer Wolthuis
voor diens welwillende woorden. Z. E. A
hoopte, dat de verstandhouding tusschen
hem en den raad beter zou worden en hij
meer vriendelijkheid mocht ondervinden.
De heer Salomons, lid van den raad, fe
liciteerde den burgemeester met zijn benoe
ming, hoewel hy niet gewenscht, noch ge
wild was. De benoeming legt den raad ech
ter den plicht op, den heer Adams als voor
zitter te erkennen en met hem samen te
werken. Hopen we dat de raad in vrede
met hem mag samenwerken en dat den
heer Adams de wijsheid mag gegeven wor
den om zyn taak te vervullen, nu hem het
ambt gegeven is.
De heer Braam, jongste wethouder sloot
zich geheel aan bij de woorden van de hee-
ren Wolthuis en Salomons.
De heer K. Wichers, raadslid: „Mijnheer
de Voorzitter: Het zal, het kan u bijna niet
onbekend zijn, dat ook ik niet heb meege
werkt, om u als burgemeester te krijgen maar
dat ik veel heb gedaan voor een ander uit
ons midden, die zich ook disponibel had
gesteld en dien ik daarvoor veel geschikter
acht. De benoeming is dan ook voor mij een
teleurstelling en daarom ben ik niet by u ge
weest, om u te feliciteeren.
„We zijn een groote ervaring rijker gewor
den dat er zyn die een bemoening tot bur
gemeester meer invloed schijnen te kunnen
uitoefenen dan verschillende autoriteiten en
vereenigingen der betrokken gemeente. Deze
ervaringen zal voor my steeds een groote
grief blyven in deze geschiedenis". De heer
Wichers eindigde met de woordenIk hoop
dat het moge blyken, dat ik mij vergist heb,
toen ik verklaarde, dat ik u niet geschikt
achtte om aan 't hoofd eener gemeente te
staan".
N w s.
Ter waarschuwing. Dezer dagen zocht te
Zevenbergschen Hoek eeu meisje bescher
ming bij de politie. Zij was aan het station
Lage Zwaluwe hare geleidster ontvlucht, die
antwoordde ze toen. „Men heeft my ge
schreven, en ik ga op reis in elk geval. -
Papa, mag ik morgen myn reiskoets eens
nazien Zij is destijds hier geblevennaar
ik hoop, zal ik haar nog wel kunnen ge
bruiken 1"
„Dat zal wel," zei de baron. „Wanneer
zal 't er dan op los gaan?"
„Zoo spoedig mogelijkik denk - over
morgen."
Eberhardt was opgestaan. „Willen we in
uw kamer een sigaar gaan rooken, papa?"
vroeg hy, waarop de beide heeren zich
verwijderden.
Zoodra zij de kamer verlaten hadden,
brak er een storm van verwijten wegens
haren man los uit den mond der jonge
vrouw, tot in mijn ziel troffen mij hare
heftige woorden, en gelyk een bliksemstraal
stond plotseling de verschrikkelijke zeker
heid voor my, dat hy niet gelukkig was.
Waar was nu de stralenkrans der volmaakt
heid gebleven, die dit schoone paar omgaf,
toen zy ginds in 't kleine kerkgebouw voor
het altaar stonden De gulle lach der te
vredenheid was van zyn gelaat verdwenen,
een vermoeide trek lag om den trotscheD
mond, en zy zy moest inderdaad zeer
vertoornd op hem zyn, dat ze in mijne
tegenwoordigheid zoo zonder hem te ont
zien, zijne gebreken en ondeugden, zooals
zy zich uitdrukte, aan het licht bracht. De
drift deed haar alle bezinning verliezen, -
of vreesde zij niets meer van het bleek,
droefgeestig meisje, dat met ontsteld gelaat
de harde woorden mede aanhoorde
„Ik zeg u, mama, ik kan het niet uit
houden! O, dat plat-burgerlijke leven, die
deugdzame, domme gansjes van kamera-
den-vrouwen, die koffie-kransjes, waar ze
met breikousen zitten, slappe koffie drinken
en over dienstmeisjes en kinderpap spreken
Telkens wanneer er zulk een verwenschte
invitatie komt en ik refuseeren wil, dan
is 't: „Je moet er heen gaan, de vrouw
van den majoor of de vrouw van den ka
pitein zou 't kunnen kwalyk nemen." Bo
vendien zien die domme ganzen my aan,
alsof ik een wonderdier was, en spreken
over bevordering, enz. O hemel, wat heb
ik vroeger toch geheel anders geleefdAch
mijn Weenen, mijn schoon, geliefd Weenen,
en nu misgunt men mij nog de reis daar
heen
„Maar, Ruth, je bent buiten je zelve, en
weet niet meer wat je spreekt. Jy uioest
evenzeer belang stellen Id het dienstboden-
vraagstuk, en nóg meer in kindervoeding.
Wat kan je dan wèl behagen, als het belaDg
van je kind je niet boven alles gaat?"
„Nu ja," antwoordde de jonge vrouw,
„de jongeniszeer passable en mooi, maar
ik kan hem niet vergoden als Eberhardt,
die wél van m(j zou verlangen, dat ik den