2
ONZE EILANDEN van 1 AUGUSTUS 1908.
of acht millioen pond sterling voor de ouder-
domspensioneering ging besteden om
Duitschland te laten zien, waartoe het finan
cieel wel in staat was. Tegenover de con
servatieve lords met hun groote kapitalen
doet het weldadig aan van achter de regee-
ringstafel zulke woorden te hooren.
Engeland is de eerste Europeesche staat,
die ouderdomspensioneering zonder premie
betaling invoerd. Wie weet of dit voorbeeld
er niet toe zal leiden dat eindelijk ook in
ons land een minister den moed zal hebben
een dergelijk voorstel te doen. Als hij maar
durft ingrijpen in de dikke buidels der
groote lieeren, is het geld wel te vinden.
We hooren onze brave Eerste Kamer, vooral
meneer v. d. Biesen al kermen en weekla
gen!
In België is een wetsontwerp ingediend,
waarin verschillende verbetering der volks
scholen voorkomen o.a. verplichte aangifte
van elke besmettelijke ziekte, verplichte
inenting en herinenting. Hoe noodigzoo'n
wet is en hoe de clericale regeering de
scholen heeft verwaarloosd, blijkt uit het
geen de Vlaamsche Gazette schrijft:
„Vooral in de scholen zullen de kanton
nale opzieners van hygiëne werk hebben.
Op den buiten zijn de klassen broeinesten
van allerlei aanstekelijke ziekten vooral van
oogziekten, kroep en scharlakenkoortsen
zonder dat men zich zelts de moeite doet
de scholen te sluiten en de gebouwen te
ontsmetten en te kalken, wegens de
kosten! Om eenige franken verkiest men
dat de kinderen elkander die kwaadaardige
ziekten overzetten.
Wij kunnen het geval eener gemeente
eens aanhalen waar de openbare tusschen-
komst van een volksvertegenwoordiger
noodzakelijk is geweest om het plichtig ge
meentebestuur te dwingen de scholen te
doen ontsmetten. Zoo ver ging het, dat het
kind van een der onderwijzers reeds door
de kroep aangetast was en de school bleef
bijwonen, terwijl uit zijn keel fluimen op
den lessenaar vielen, waaraan nog andere
kinderen zaten.
In eene meisjesschool van dezelfde ge
meente speelden of beter mengden kinderen,
die aan scharlakenkoortsen leden, op dezelf
de koer zich onder de leerlingen.
Sommige scholen bevatten klassen die
ook met de hygiëne overhoop liggen.
De kwestiön: afzondering van zieken,
beer-, teer- en waterputten, wegvloeien van
riool- en brouwerijwater, ongezonde volks
wijken en bouwvallige huizen, staande
wateren en vuile beken en grachten, enz.
zullen eveneens den komiteiten van bygiëne
veel bezigheid leveren.
Op den buiten is, uit hygiënisch oogpunt,
nog schier alles te verrichten.''
Hoe veilig is toch het onderwijs in clericale
handen
Binnenland.
Een koe gestikt in eenpaling 1 Zater
dag werd een koe van den heer v. L. te Al
phen (Geld.) weidende langs de Maas, ziek en
stierf spoedig aan hevige benauwdheden. By
het slachten vond men in den strot van het
dier een ponds-paling.
Een gevaarlijk lieer
Een bewoner van de Hoefkade te 's Gra-
venhage, een gewezen kellner, maakte het
sedert enkele weken zijn huisheer, die de
eerste étage bewoont van het bovenhuis,
waarvan hij de tweede in huur had, lastig,
omdat deze weigerde te laten witten. Gis
termorgen vroeg was hij weer aan het ru
ziemaken en toen zijn benedenwoner hen
vroeg, zich rustig te houden, loste hij van
boven af, terwijl de huiseigenaar onder de
taap stond, achtereenvolgens twee revolver
schoten, waarvan het eerste met los kruit.
Dit trof den benedenstaanden man aan het
hoofd boven het oog, zonder hem evenwel
te verwonden. Het tweede schot miste en
beschadigde den wand van den corridor.
De voormalige kellner werd gearresteerd.
De voetballer Van O. te Breda had Zon
dag onder het voetballen op de Gasthuis-
velden zijn jas even neergelegd. Na afloop
van het spel bleek zy'n horloge verdwenen.
Maandagochtend hoorden een bewoner van
het Broederenkerkplein te Zutfen uit zijn
kelder den benauwden kreet„Ik wil er
uit!"
De man durfde niet te gaan kijken en
baalde politie.
Toen bleek, dat zekere N. J. in den kelder
zat, doch hij wist niet op te geven hoe en
wanneer hij daarin was gekomen.
De eenige mogelijkheid is dat de man door
een nauw gat, van 20 bij 20 cM. den kelder
in 't rond onwillekeurig dook ik nög dieper
in de schaduw... Plotseling verstomde het
zacht gedruis der menigte men hoorde een
rijtuig naderen 't was of mijn hart stil
stond. Aller oogen richtten zich op de deur
ik vernam een zacht gefluister van bewon
dering, he^ orgel dreunde, en nu schreden
zij langzaam voorwaarts, de breedgeschou
derde, slanke man in schitterende uniform,
en aan zijn arm het hemelsch schoone
schepsel in haar wit met zilver doorweven
kleed, met de fonkelende brillanten op het
donkerbruine haar, dat door een krans van
oranjebloesems omlijst wasgelijk een door
schijnende wolk golfde de sluier om de
betooverende gedaante. Als verblind staarde
ik haar aan. Ach, een schoonere bruid kon
er op aarde niet bestaan
Ik hoorde niets van de rede die de inze
gening voorafgingik zag slechts het
bruidspaar. Toen zij echter nederknielden,
snelde ik als waanzinnig de kerk uit, ik
zou het „Ja", dat zijn mond nu wilde uit
spreken, niet kunnen aanhooren I Ik
vluchtte in onzen kleinen tuin, in het oude
verwilderde beukenboschje, waar ik zoo
vaak als kiDd gezeten had; daar bleef ik
tot laat in den nacht. De lucht was zoo
zacht en bedwelmend, de DachtegaalzoDg
met heldere, langgerekte tonen, er heerschte
een geheimzinnige bedrijvigheid in de na
tuur de lente zong haar oude lied van
is ingekropen, vermoedelijk onder den in
vloed van de warmte.... of wat anders!
Bijna verdronken.
Een kind van den Smid S.te Hoofddorp
was in een onbewaakt oogenblik in het
water gevallen van de Hoofdvaart.
Toen een jongen van 13 jaar, Van de R.,
kwam aanloopen, zag hy twee beentjes
boven water uitsteken.
De jongen sprong terstond in de Hoofd
vaart en had het geluk het kind van een
wissen dood te redden, daar het al bewus
teloos was, maar toch spoedig werd byge
bracht.
Een dappere wagenbestuurder. Tusschen
Haarlem en Halfweg, ter hoogte van de
Vinkenburg, zag, aldus vertelt het „N. v. d.
D." een bestuurder an de electrische spoor,
die met zijn wagen uit de richting Haarlem
kwam, een meisje aan den kant der vaart
staan, dat schreiend om hulp riep. Er liep
geen sterveling op dit gedeelte van den
zonnigen Haarlemmerweg. De bestuurder,
J. J. van Gils geheeten, stopte dadelijk en
sprong van den wagen. Nu zag hij, dat er
een meisje in het water lag, het kind was
al aan het zinken. Fluks sprong hij gekleed
te water en bereikte spoedig het drenke
lingentje. De man kon echter lastig aan wal
komen met het kind, dat nogal spartelde.
Daarop begaf de heer J. E. A. R. van Hel
ten, inspecteur der Electrische Spoorweg
maatschappij, zich ook gekleed te water
en met diens hulp kwamen alle behouden
aan wal. Aan de oplettendheid van Van
Gils heeft het meisje haar leven te danken.
Het was de kleine Betha Lords, oud 11 jaar
wonende in de Pieter Baststraat, te Amster
dam. Zij was met haar vriendinnetje gaan
wandelen en ze waren voorbij Halfweg aan
den kant der trekvaart gaan baden. Zy zijn
met de electrische spoor weer naar Amster
dam teruggebracht en kregen van de reizi
gers geld, om met de gemeente tram verder
naar huis te gaan.
Te Amersfoort geraakt de vrouw van A.
V. in brand; zy werd vreeselijk verminktaan
bovenlijf, armen en hoofd.
De oorzaak was weer roekeloosheid om een
brandend petroleumstel te vullen.
Een Engelsche dame op Marken!
De vorige week, 't was een zonnige mor
gen, reisde 'n vriendelyke Engelsche dame
naar 'teiland Marken. Ze had 'nkiek-toe-
stelletje in de linker- en een Baedeker in
de rechterhand.
Op het eiland, by de aanlegplaats der
boot, stonden 'n 10-tal kleine, frissche Mar-
kerinnetjes: aardige deerntjes, met roode
wangen, gekleed in 't bekende eigenaardige
costuum.
De vriendelyke Engelsche dame vond ze
snoezig, kuste 'n paar van die kleintjes gul-
hartelijk op voorhoofd en wang.
De kindertjes, goed getraind, vroegen om
geld, riepen zoo waar: „money, money".
En de vriendelyke dame gaf centen en
vierduit-stukken en aaide de kinderen en
vond ze lief.
Toen kwam ze op 'n schilderachtig plekje
'n paar Markers met T vrouwen waren aan
't hooien.
De vriendelyke Engelsche lachte geluk
kig, strooide d'r laatste enkele centen voor
de „money"-roepende miniatuur-Markertjes
en richtte d'r kiekstelletje, om te kieken.
Maar nauwelijks hadden de hooiende Mar
kers gezien, dat de vriendelyke dame kieken
wilde, of ze begonnen vreemde gillen uit
te stooten en namen 'n dreigende houding
aan en raapten groote steenen op om de
Engelsche dame te gooien.
Deze, bleek van schrik, niet wetend, wat
ze tegenover het Markervolk (volgens Bae
deker toch zoo goedig) misdeed, liet'r camera
zakken en vluchtte weg, achtervolgd door
gillen en schreeuwen...
Toen de boot weer vertrok, riep de Mar
ker spes-patriae nog steeds om „money....!
money...!
De nieuwe spelling zal in het oostelijk
deel der provincie Groningen op de lagere
scholen worden ingevoerd.
De heer J. C. Wirtz, schoolopziener in
het district Winschoten, heeft eene circulai
re over de Kollewijnsche spelling verzon
den aan de gemeentebesturen en eveneens
aan de besturen der bijzondere scholen.
De heer Wirtz biedt tevens zijn voor
lichting aan over de nieuwe spelling, zoo
die gevraagd wordt, terwijl een gedrukte
lezing over die spelling erby is gevoegd.
De brandweer geschorst.
Ter oorzake van onderlinge tweespalt is
de vrijwillige brandweer te Amersfoort door
het dagelyksch Bestuur der gemeente voor
eenigen tyd geschorst, terwijl het materieel
beminnen en gelukkig zy'nin smachtend
verlangen strekte ik de armen uit naar 't
geluk dat ik bezeten, en thans voor altijd
verloren had ginds op 't kasteel klonk het
feestgedruitsch en i k was verlaten
verlaten
Ook dht ging voorbijde brandende smart,
die zich in die Meinacht nog eens had lucht
gegeven, werd zachter, 't Was alsof ik een
wonde plek aan mijn hart gekregen had,
die by de minste aanraking pijn deed. Mijn
leven vloeide stil en eentoonig verder, myn
vader zat over zijne boekeu, en ik moest
my met het gezelschap der oude Katrien
tevredenstellen. Op 't kasteel kwam ik
slechts zeldenals vrouwe v. Bendeleben
my somwijlen noodig had, liet ze my ont
bieden. Wat zou ik daar anders ook uit
voeren Met de pastorie onderhielden wy
een vriendschappelijk verkeer, de oude me
vrouw Renner hield inderdaad zeer veel van
my. De jonge dominee was wèl terughou
dend, maar toonde zich altijd zeer hulp
vaardig hy leende mij boeken, verschafte
mij bloemzaden voor mijn tuintje, en onder
hield zich gedurende de lange winteravon
den met mijn vader.
Kort na de bruiloft van Ruth werd Ber
gen, als adjudant eener brigade naar M.
overgeplaatst. Dat was weêr een droeve
dag, toen die beide edele nienschen my
vaarwel kwamen zeggen. „Komttoch spoe-
als gemeente-eigendom, zoolang is terug
genomen.
De ongehuwde 27-jarige Rink Kamstra,
uit Goënga (bij Sneek) zou even met zijn
makkers na kerktijd een bad nemen inde
Swette. Pas is hij te water of de jonge man
verdwijnt in de diepte. Toen men hem op
haalde, bleek het leven reeds geweken.
Bedorven vleesch. Welke listen men bezigt
om slecht vleesch in een stad in te voeren,
waar een keuring is, bleek gisteren weer
in Den Haag.
Een schipper kwam met zyn schuit voor
de losplaats van vee en vleesch aan het
Zieke, om varkens te laten keuren. Terwijl
eeD keurmeester daarmee bezig was, zag
deze twee kisten staan op de schuit en
informeerde by den schipper, voor wien
die bestemd waren en van waar ze kwamen.
Toen nu bleek, dat ze afkomstig waren uit
Gouwesluis en de afzender den schipper
onbekend was, terwijl het adres luidde
„Aan een heer Van der Man, Zuid-Buiten
singel 167". waar geen Van der Man woont
verlangde de keurmeester dat de kisten eens
geopend zouden worden. En toen bleken zij
vol met vleesch te zyn, dat by verder on
derzoek ongeschikt werd geacht voor de
consumtie. Het vleesch bleet by den keur
meester en wordt vernietigd: het adres
blijft bewaard, voor 't geval mynheer Van
der Man zich mocht aanmelden.
Een muziekfeest door blinden.
De volgende week zal te Baarn het blin-
denkorps van het „Koninklijk Instistuut
voor doofstommen en blinden" te Woluwe
by Brussel, op verzoek van eenige ingeze
tenen, een avondconcert en een raatinée
komen gevenhet concert op Donderdag
6 Augustus, 's avonds om half acht, de
matinee op 7 Augustus,'s namiddags 2 uur.
Omti'ent de jongste door dit Blindenkorps
gegeven uitvoering, Donderdag j 1. als slot
der nationale feesten in de Belgische hoofd
stad, wordt o.a. het volgende gemeld: „Voor
hen geen lezenaars, g<.en dirigeerstok, die
hen leiddealleen een leermeester, die hun
mondeling aangaf de nuanceering van het
stuk, den tijd waarop zy moesten invallen.
Aan artisticiteit liet het concert niets te
wenschen over en de uitvoering was van
dien aard, dat menig goed geschoold korps
het moeilyk beter, niet eens zoo goed zou
doenhet succes was uitbundig.
En toen zy gespeeld hadden, gingen de
blinden, geleid door hun leermeester, te
midden van het hoerageroep der menigte,
voorzichtig de trappen van de muziektent
af, tevreden, gelukkig misschien over de
bijvalsbetuigingen, richtend, schijnbaar, hun
doffe oogen naar de menigte, die zij niet
zagen, maar wie zy toch een paar genot
volle uren bezorgd hadden.
'n Aardschok?
De correspondent van de „Tel," te Pur-
merend schrijft:
Dinsdagmorgen, kwart over zes, werd ik
wakker. Hoogstens een paar minuten daarna
kreeg mijn huis een geweldigen schok, en
schudde myn ledikant. Dit herhaalde zich
om de l1/2 h 2 seconden nog tot 3 malen,
doch steeds belangrijk in kracht afnemend.
Op dat oogenblik passeerde geen bijzonder
zwaar voorwerp miju woning; integendeel,
alles was doodstil.
Wie het keurloon betaalt!
De gemeenteraad van Maastricht heeft
met 13 tegen 7 stemmen besloten dat de
keuring van het vleesch in het stedelijk
slachthuis, welke door de slagers werd be
taald, voortaan ten laste der gemeente zal
komen.
Aanslagen in de bedrijfsbelasting zyn ge
heim!
Door een burgemeester uit een dorp in
Noord-Brabant was zijn wetenschap van
aanslagen in de bedrijfsbelasting, die hy
kende door de afkondiging van het kohier,
dienstbaar gemaakt aan de regeling van
aanslagen in den Hoofdelyken Omslag in
zyn gemeente.
Door den persoon, wiens aanslag tenge
volge daarvan werd verhoogd, is nu een
aanklacht tegen deD burgemeester inge
diend, op grond van art. 47 der wet op de
bedrijfsbelasting,
De betrokken burgemeester en een paar
leden van den Raad zyn reeds op de aan
klacht gehoord.
Een fijne xoraak. De „N. Gr. Ct." gaf het
volgend grappige verhaal
Behanger X. is gezeten burger van Gro
ningen, is eigenaar van een flinke behan
gerszaak en een man, die wat men noemt
flink in de klanten zit. Tot ver buiten Gro
ningen zelfs wonen menschen, die hij onder
zijn cliëntèle mag rekenen. En het was om
dig eens weêr, ach, vergeet mij niet,"
smeekte ik, en deed hen uitgeleide tot voor
'tbordes van het kasteel; ik zou wel mee
naar binnen zijn gegaan, indien er niet
juist een fraaie équipage in de laan ver
schenen ware, waarin ik Eberhardt en Ruth
herkende. Zy mende de paarden. IJlings
sloeg ik een zijlaan inik hoorde nog dat
het rytuig stilhield, en Eberhardt zeide:
„We zijn toch nog gekomenRuth heeft
zich bedacht, en haar pruilhoek verlaten."
Toen klonk Ruth's lach my in 'toor: nog
een laatst wuiven van Hannah en ook
hdar had ik verloren.
Daarna brak er een morgen aan, waarop
ik in vertwijfeling aan 'tbed mijns vaders
stond, al luider en luider zyn naam riep
en toch geen antwoord ontving, waarop
zyn koude hand de mijne niet meer kon
vattenhy was ingeslapen om nimmer weêr
te ontwaken. Toen ik hem zyn ontbijt wilde
brengen, had ik hem dood op zijn bed ge
vonden. Zonder een traan te kunnen storten
liet ik my wegvoeren, en wierp my naast
Katrien op de knieën; de tranen der oude
vrouw vielen op myn haar, en ze hield
hare armen om mij heengeslagen- de
oude, verlamde dienstbode was immers nog
het eenige, wat ik op de wereld bezat.
Ik zie nog, hoe men de onder bloemen
verborgen kist naar het kerkhof droeg.
'tGeheele dorp bewees den geëerden, ouden
een van die verre klanten te bedienen, dat
X. dezer dagen te Haren vertoefde. Hy was
er met zyn jongste knechtje. Het knechtje
was in Haren gekomen, duwend de behan-
gerskar, waarop groote tapijtrollen lagen,
z'n baas had een trammetje genomen. Dht
kan een baas doen. En nadat baas en
knechtje daar in Haren hun zaakjes had
den afgedaan, zouden zy den terugweg
aanvaarden op dezelfde wijze als zij geko
men waren. Toen wachte X. echter een
teleurstelling. De tram van zessen was
juist weg, wachten tot acht uur wilde hy
niet, er bleef dus niets anders over dan
samen naar de stad te wandelerf.
De baas was echter bet loopen niet ge
wend, klaagde reeds na een kwatiertje, dat
het zoo warm was en zoo vèr, waarop het
knechtje dat als loopjongetje uitstekend
loopen had geleerd, zyn patroon uitnoodigde
dan maar op de kar te gaan zitten. De baas
deed het. Het was stil op den weg, wie
zou hem, geacht ingezetene van Groningen,
hier zien. Tot Helpman kon het best gaan.
En het geschiedde aldus, dat de algemeen
geachte behangerspatroon X. by den Esser-
weg op zyn eigen kar klauterde en zich
door zijn jongsten bediende stadwaarts liet
kruien. Kalm reed het karretje langs den
rijksstraatweg verder. De jongen floot en
de baas floot mee. Standsverschil verdwijnt
gauw op zoo'n gemeenscbappelyken tocht
buiten.
In Helpman, waar vroeger het tolhek
gestaan heeft, wilde de baas afstappen.
Maar toen gebeurde er iets, waarop hy in
't geheel niet had gerekend. Knechtje had
zijn gang versneld, deed alsof hy niets
hoorde, toen de baas het sein tot stilstaan
gaf. Helpman door, de natte brug over, de
kazerne voorbij, steeds ging het op een
sukkeldrafje. De baas kreeg het benauwd,
zag reeds bekenden op den weg, riep,
sehreewde, dreigde tegen zijn bediende.
Niets hielp. En van de in volle
vaart zijnde kar springen durfde de baas
niet.
En steeds harder ging het voort, den
Heereweg langs, waar de menschen bleven
staan kijken, waar zelfs zéér deftige klan
ten hun behanger met verbazing aanstaar
den. De baas schaamde zich en de jongen
gaf het nog maar niet op. Overhit zag hy
er reeds uit, maar steeds nog liep hy door,
gegangmaakt- nu door de kar, waarop zijn
patroon zoo'n prettigen rijtoer maakte. De
jongen toonde „ausdauer", by had een Ma
rathon race kunnen winnen.
Op het Viaduct werd de baas razend van
angst en schaamte. Met zyn hoed achter
tegen het hoofd gedrukt, de handen kramp
achtig vastgehouden aan het latwerk der
kar, zat de geachte, gezeten burger van
Groningen daar met een gezicht alsof hij
minstens het vergaan der wereld nabij
duchtte. In vliegende vaart ging het de
sterke helling af en verder de kanaalbrug
over, rechts langs het Heereplein.
Toen kwam er uitkomst. Een tram, een
kar, een juffrouw en een hond kwamen
tegelijk de kar in den weg, beangst voor
ongelukken, liet de jongen zyn wagen
stranden op een trottoirband de passagier
waagde den sprong, stond op straat, nieuws
gierigen kwamen aanloopen. En de baas
bang zich te blameeren voor eventueel
passeerende klanten, verkropte zyn woede,
hield zich zelf kalm toen de jongen met
een doodonschuldig gezicht informeerde:
„bin je nou nait gauw thoeskomen?"
Kind verkocht voor f 5.
Te Turnhout (België) ontmoetten de gen
darmes van Hamont een kermistroep. Zij
vroegen om de papieren en kregen een
trouwboekje ter inzago.
Daaruit bleek, dat een klein meisje niet
was ingeschreven. De kermisreiziger ver
klaarde dat hy het meisje 2 jaar oud te
Roermond van een onbekende voor f5 had
gekocht.
Een nauwkeurig onderzoek wordt inge
steld.
Op de werf Boele-Pot te Bolnes is heden
nacht J. K. uit Rotterdam, betrapt terwijl
hij bezig was een boot met ijzer te stelen.
Hy is in het arrestantenlokaal opgesloten
en zal naar Dordrecht worden getranspor
teerd.
Een droevig ongeluk had Zondag te Mal
den plaats:
Terwijl de ouders naar de kerk waren,
was hun eenig zoontje vau lOjaaraanhot
koe hoeden en had bet touw om zyn lichaam
gebonden. Het anders zoo makke dier sloeg
op hol en sleepte het kind een 60 pas mee
over den ongelyken weg. Bewusteloos werd
de jongen opgenomen en terstond genees
kundige hulp ingeroepen.
Zijn toestand is zeer zorgwekkend.
Geld.
herder de laatste eer; de menschen ween
den en snikten, en ik stond nog altijd zonder
tranen aan mijn venster, en keek hem na;—
nu was ik vader- èn moederloos. Toen
kwam de baron en wilde my weêr op 't
kesteel nemen, ik sloeg zyn aanbod echter
met beslistheid af, en wees hem op Katrien.
Wat moest er zonder mij van haar worden?
Er bestond immers nog één wezen dat
behoefte aan my had, en van deze taak
wilde ik geen afstand doen. Wie weet, hoe
lang ik die weldoende overtuigingdat ik
voor iemand onmisbaar ben, nog zal mogen
bezitten
„Je moogt hier niet alleen blyven, je
kwynt hier weg," zei de baron. „Ik eer je
gehechtheid, maar je moet minstens eenige
keeren per week op bepaalde dagen by ons
komen. Je gaat hier in je stille smart ten
gronde; je ziet er meer dood dan levend
uit."
„Laat my" antwoordde ik. „Ik blijf u altijd
dankbaar thans niet, misschien later, ik
kan immers niet
EeDigen tyd lieten ze mij inderdaad met
ruBt, doch toen kwam de baron weêr. „Nu
ga je in elk geval vandaag met mij meê,"
zeide hy. „ik kan het niet verantwoorden,
dat ik mij zoo weinig om je bekommer;
ik ben thans je voogd, en gebied het."
Tegen wil en dank liet ik mij meênemen.
Dien avond zat ik geduldig naast vrouwe
Duur bollenland. Te Noordwyk is dezer
dagen een tuin verkocht, löOORynlandsche
roede groot, voor dertig duizend vijfhonderd
gulden. In 1881 kocht de verkooper dit stuk
grond voor achttien duizend gulden en ieder
een sprak van het gepeperde stuk grond. Er
worden bloembollen op gekweekt.
Dure zitting. De schorsing der zitting van
de Staten van Zuid-Holland, tot Dinsdag,
omdat de vorige Woensdagavond een lid
ontbrak aan het getal, vereischt om te mo
gen beraadslagen of stemmen, kost aan de
provinciale kas pl.m. f 1000 aan reis- ver
blijfkosten enz. voor het houden dezer ver
gadering.
Het Statenlid, dat de stemming, die de
onvoltalligheid aan het licht bracht, had
aanbod gedaan, die kosten in de provinciale
kas terug te storten, maar van die royale
aanbieding is geen gebruik gemaakt.
Afdreiging!
Zondag arriveerden te Breda drie perso
nen, van wie de een opgaf portier te zyn
aan een groot hotel in Den Haag, nummer
twee lid van een detectivebureau en nuni
mer drie bylooper.
Deze drie heerschappen hebben zich Dins
dag vertoond bij de echtgenoote van een
zeeofficier, wonende te Ginneken. Zy hebben
deze dame gedreigd met openbaarmaking
van zaken, welke zy omtrent den zeevaren
de beweerden te weten, of zy moesten geld
hebben.
De heer Doorman, gepensioneerd commis
saris van politie van Zaandam, die tegen
woordig ook in Ginneken woont, heeft zich
met de zaak bemoeid en een onderhoud
met de drie bezoekers gehad. Daarop is
aangifte gevolgd by de marechaussee. Deze
hebben het drietal gezocht en door inlich
tingen van den agent van politie Van Rijs
wijk hen gevonden in het Oranje-Hotel.
Daar zijn zy gearresteerd en overgebracht
naar den politiepost aan het station, waar
een voorloopig verhoor is afgenomen. Het
drietal is vervolgens overgebracht naar de
marechaussee kazerne, waar een der drie is
losgelaten; de andere twee blyven voorloopig
zitten.
Een Nederlandsch grondwerker, K. ge
naamd, heeft te Bochum (Westfalen) zyn
18-jarige vrouw doodgeschoten. Hy is voort
vluchtig.
Een 16-jarige jongen, T. genaamd, ging
te Arnhem in den Ryn zwemmen, tegen
over de remise van de stoomtram. Hy ge
raakte in de diepte en zonk. Zyn makkers,
die hem niet konden redden, haalden hulp,
doch te laat. Een half uur later is zyn ly'k
opgehaald.
Nederland en Venezuela.
Men meldt uit Nieuwediep
Het pantserschip Heemskerck vertrekt 11
Augustus naar West-Indië onder bevel van
den kapitein ter zee Snethlage.
Gemeene kwajongenstreek
Op de Garenkokerskade te Haarlem liep
een jongen met een hengel, waaraan een
vischje bengelde.
Daar zag hy een kat en dacht: ik zal je
eens tracteeren en poes, belust op een lek
ker hapje, had het vischje spoedig veror
berd, doch tevens ook den haak, waaraan
het bevestigd was.
Nu hing in plaats van het vischje de kat
aan den haak
Het arme dier ging danig te keer en de
jongen, verschrikt over z'n wreede daad,
liet den hengel los en zette 't op een loopen.
De kat heeft haar gulzigheid met den
dood moeten boeten.
Plaatselijk Nieuws.
MIDDELHAILMS. Dinsdag namiddag ge
raakte het SV2 Jarig zoontje van Kr. Schel-
lius aan den Oostdyk in een onbewaakt
oogenblik in de sloot achter de woning.
Kort daarna werd het er levenloos uit ge
haald, de te hulp geroepen geneesheer kon
slechts den dood constateeren.
Vrijdagmorgen werden de gemeente-
fairbanken van wege de suikerfabrikanten-
bond door den heer J. Molenschot na gezien
en in goeden staat bevonden.
De heer L. Buurveld is by inschy ving
aannemer geworden van de te verrichten
werkzaamheden aan het raadhuis alhier voor
de som van f 2741.
A.s. Maandagavond zal ter gelegenheid
der verjaardag .van H. M. de Koningin
moeder, de muziekvereeniging „Appollo"
van Nieuwe Tonge alhier een concert geven
in de muziektent,
v. Bendeleben, en liet my vertellen van
Hannah, en dat Ruth een flinken zoon had.
Voorloopig bestond er nog een geschil
wegens de voornamen Ruth wilde, dat hy
Stanislaus zou heeten, en Eberhardt had
gezegd, dat hy den dominee wel schriftelijk
den naam zou opgeven.
De baron bepaalde de dagen, waarop ik
op het kasteel moest verschijnen. „Ik zal
mij overtuigen, Gretha," voegde hy er bij,
„of je verontschuldiging, als je niet
komt gegrond is. Je moogt je niet zoo
aan je smart overgeven, daar ben je nog
veel te jong voor, 'tgeheele leven ligt nog
voor je."
'tGeheele leven! Ik schrok er werkelijk
van en dat zóó moeten doorworstelen
Ontzettende gedachte! Lag ik toch maar-
ginds naast mijne ouders't G6heele leven
hoe lang is wel zoo'n menschenleven „Onze
levensdagen zijn zeventig jaren" en ik
was juist pas twintig geworden. Maar God
is barmhartig, dacht ik, 't kan immers niet
zoo lang duren!
Ik was gehoorzaam, kwam stipt op 't
kasteel, speelde schaak met den baron en
las de courant voor, en by dag zat ik thuis,
verpleegde mijn oude Katrien en bestierde
myn klein huishoudenik deed alles, doch
zonder vreugde, met gestorven hart.
(Wordt vervolgd.)