'NDER unie en Trouw. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. sch veerhuis: ERSCHOEflWERK. sulaire Hypotheekbank Rotterdam. 3-EBR. BOER, Bericht straat, Schiedam. •iek. Driedubbel geweven. schillende kwaliteiten. 'en enz. raag. }e Flakkeesche en Handelsdrukkerij Mooij Kz., Ouddorp, ve Weikschoenen. K. Let op No. 3. TIEMAÜ 1ARN1S BIJ: VINK. ROTTERDAM. F. M. MULDER. ROTTERDAM. VOOR DE No. 26 ZATERDAG 23 MEI 1908 15E Jaargang Kameroverzicht. Uit het leven mijner oude vriendin. Buitenlandsch Overzicht. L. l'TÉ- en GRANIET DESSINS, e kwaliteiten. (ill. te Middelharnis, alle DRUKWERKEN tegen matige prijzen. /KAARTJES en BRIEVEN. DSUIKERS los of klaar gemaakt s tegen voordeelige prijzen, ing van ADVERTENTIËN in iranten, enz. ing van alle voorkomende DRUKWERKEN, jvelend, Boek- en Papierhandel. vste modellen en kleuren UINE en ZWARTE CHAGRIN VINE en ZWARTE CHAGRIN .EEREN DAMES MOLLIERES OPLAARZEN f 3,—. KALFS- TIEK BOTTINES f 3,25. Prima ilESLAARZEN in alle modellen t. iLDER Ik del. 1,08, 1,3 •7. 1,80 en f 0,90 per 0,60 0,72 0,80 ben slechts 32,- 0,90 0,99 0,90 n 1,17 n to a Contant. m koers van 100 0 0 verkrijgbaar en, te Oude Tonge bij den heer °er J. P. de Wilde, te Dirksland heer M. Breur, te Oud Beierland Iaringvliet bij den heer E. II. de irige jaarverslagen en circulaires leeld, mogen zij voor eene solide 1.233.850. 1.272.250. De Directie: Mr. D. VAN DER VLIET. 1867. - BILLIJKE PRIJZEN. X3Za,a.rlerrj.m.erolie. Electrische Steenhouwerij 109, Jonkert'ransstraat 111, ILEFOON 194-6. TELEFOON 1946 ONZE ETLANDEfi ZUID-HOLLANDSCHE EN ZEEUWSGHE EILANDEN. Dit Blad verschijnt eiken Zaterdagmorgen. Prijs per kwartaalf 0,50 Afzonderlijke nummers- 0,05 Alle voor de Redactie en Administratie bestemde stukken en Advertentiën worden uiterlijk Vrijdagmorgen ingewacht bij de Administratie te Middelharnis. Prijs per advertentiën van 1—5 regels f 0,50 Iedere regel meer- 0,10 Groote letters naar plaatsruimte. De lezers van „Vooruitontvan gen het blad geregeld, hetwelk hun GRATIS zal worden toegezonden. De Administratie van ONZE EILANDEN. Na vijf jaar wachtens is dan eindelijk de motie Bos omtrent Staatsexploitatie der Spoorwegen ingediend namens de vrijzinnig- democratische Kamerclub bij de Kamer in behandeling gekomen. Natuurlijk was het woord alleerst aan den voorsteller, die op heldere wijze in het licht stelde, hoe nood zakelijk het is tot exploitatie vanwege den Staat over te gaan. Behandelde deze uitstekende spreker het sociale en het economische gedeelte, profes sor Treub behandelde in een scherp gear gumenteerde rede de financieele kwestie. Beiden wezen op de groote geldverspil ling, die het gevolg is van dubbele ljjnen. Daardoor immers is dubbel materieel, per soneel enz. enz. noodig. Leidde de concur rentie tusschen de twee bestaande maat schappijen er nu nog toe, dat het publiek er door werd gebaat, hetzij door sneller vervoer hetzij door lage tarieven, dan was er nog iets voor het stelsel te zeggen. Doch dit is het geval niet. Waar de maatschap pijen enkele faceliteiten als kilometerboekjes en vacantiekaarten heeft toegestaan, ge schiedde dit deels door de concurrentie van het buitenland deels door de mededinging van de waterwegen. Bovendien zijn er heele streken, die aan één maatschappij zijn toe bedeeld, waar het concurrentie-argument der tegenstanders van Staatsexploitatie niet kan worden aangevoerd. Twee maatschap pijen is een dwaasheid, die zelfs vele tegen standers van 't Staatsbedrijf inzien. Zij zou den als de oud-liberale afgevaardigde Mr. Plate de twee tot één willen samensmelten. Het gaat echter niet aan, één zelfstan dige groote maatschappij, die het mono polie van vervoer zou hebben, zoo'n groote macht te laten. Ja maar zeggen velen, de Staatscontrole moet streng zijn. Maar als de Staat loonen en arbeidstijden heeft te regelen, tarieven vast te stellen en dienst regelingen goed te keuren, waartoe dient dan nog de particuliere maatschappij Is het dan niet veel eenvoudiger, dat de Staat zelf het zaakje in handen neemt? Voor wie zorgt zoo'n maatschappij het eerst Natuurlijk voor zijn aandeelhouders. Voor die belangen komt ze het eerst op. Zoolang die samengaan met de publieke belangen, is er geen bezwaar. Doch bij botsing, gaan natuurlijk de belangen der aandeelhouders voor. Voor een monopolistisch bedrijf als het spoorverkeer kan maar één exploitant zijn: dat is de Staat. FEUILLETON. IV. „Terstond, lieve moeder," hoorde ik hem antwoorden. „En kijk me nu eens flink aan," zeide zij, terwijl ze zich tegenover mij in haar leunstoel zette. „Wat ziet ge er lief uitin 't geheel niet, zooals mijn zoon u beschreven heeft." „Och," riep ik Iralf verlegen, „ik was toen juist van een wandelrit teruggekomen; we hadden om 't hardst gereden, en toen was ik wat verhit." „Dan ziet ge er nu zooveel te beter nit Hoe lang denkt ge nog op 't kasteel te blijven Ik wist waarlijk niet, wat ik daaiop moest antwoorden, „ik denkik weet het niet," stamelde ik. Juist trad de jonge dominee binnen heden keek hij mij geheel anders aan. Hij groette beleefd, vroeg hoelang de familie Bende- leben afwezig zou blijven, en verontschul digde zich dat hij verhinderd was geweest, zijn bezoek op 't kasteel te herhalen. Toen Andere tegenstanders zeggen dat de Staat niet zoo voordeelig en snel kan exploitee- ren als een particulier. De ervaring weer spreekt dat. In meerdere landen heeft men de particuliere exploitatie laten varen we gens de vele gebreken die haar aankleefden. Dat heeft men in Italië niet het meest er varen. Een ander nadeel der huidige exploi tatie is de begunstiging van grootfabrikan ten en groothandelaars door het toestaan van verlaagde vrachten. Dat is hoogst on billijk tegen kleinere concurrenten. Wat staat bij de particuliere exploitatie op den voorgrond? Het behalen van winst. Uit de toegestane concessie tracht men voor de gelukkige bezitters der spoorwegaandee- len de meest mogelijke voordeelen te halen en den Staat zooveel mogelijk voor het risico te laten opdraaien. Daar deed professor Treub een boekje van open. Bij de met den Staat gesloten overeenkomst zijn de maat schappijen geheel vrij gelaten in het opmaken van haar balans en de winst- en verlies rekening. Zü zjjn vrij in het sluiten en aflos sen van leeningen. Zij kunnen zelve het bedrag bepalen, die voor reserve en vernieu wing wordt gestort. Zü kunnen financieel deelnemen in nevenbedryven. Diezelfde maatschappü'en kunnen alle nieuwe werken voor hun volle waarde op de balans laten staan? Waarom ze dat doen? De Staat heeft de bevoegdheid het bedrijf te naasten, als gedurende twee jaar niet een zeker procent aan de aandeelhouders uitgekeerd is kunnen worden. Heeft die naasting plaats, dan heeft de Staat een balanswaarde te betalen, die veel hoogeris dan de werkelyke waarde.Elk jaar dat we de naasting uitstellen, kost ons millioenen, zoo heeft Prof. Treub reeds vroeger waarschuwend gezegd. Prof. Treub wees nog op een ander nadeel. Wanneer er belangrijke werken voor het verkeer bij groote steden gemaakt moeten worden, dan zijn de maatschappijen er niet roor te vinden om daaraan geld te besteden. Zoolang mogelijk zooals te Haarlem worden zulke werken tegengehouden. Bewijs genoeg dat algemeen belang en aandeelhoudersbe- lang met elkaar in strijd komen, waarbij het eerste natuurlijk het loodje legt. By staatsexploitatie zullen voorts streken die thans door de maatschappyen al heel stiefmoederlyk bedeeld zyn, van verkeers wegen kunnen worden voorzien. Ja, zegt een ander tegenstander, alles goed en wel, doch staatsexploitatie zal er toe leiden, dat de Tweede Kamer te veel invloed krijgt op het bedrijf en de regeering omgekeerd van het bedryf te veel zal afhangen. Wie zoo redeneert, vergeet het jaar 1903. Toen moesten de maatschappyen byna geheel onder staatszorg worden gesteld om ten minste eenige orde te scheppen. En hebben die maatschappyen thans niet een grooten invloed op beslissingen der wetgevende macht. Dat is nog veel ongewenschter. Alle andere bezwaren werden door de beide sprekers volkomen wederlegd. Om te voorkomen dat men zou kunnen zeggen verwijderde hy zich, en zag ik hem ons huis weêr binnengaan. Zyne moeder keek hem met stralende oogen na. „Hoe net is 'thier geworden," zeide ik, het zindelijk, gezellig kamertje rondziende. „Bij ons is 't zoo vervallen „O, hier zag 't er nog erger uit," ant woordde de oude vrouw. „Maar, uitwendig hebben de metselaars en timmerlieden het opgeknapt, en van binnen heb ik myn best gedaan gy' weet niet, myn kind, wat won deren een paar door zin voor orde en net heid bestuurde vrouwenhanden kunnen verrichten. Heldere gordijnen voor de ramen, eenige bloempotten, enkele schilderijtjes aan den wand en een zindelyke vloer, dan is de kamer netjes." „Dat is zoo," zei ik, „maar Katrien heeft daar geen begrip van." „Neen, Katrien heeft daartoe te weinig opvoeding genoten. Voor zulke zaken be hoort de vrouw, of de dochter des huizes te zorgen. Huis en kleeding moeten het beeld der vrouw weerspiegelen. Maar, ik zou vergeten, u iets te presenteeren." En zy wilde naar een kast gaan ik stond echter op, en verontschuldigde my, omdat vrouwe v. Bendeleben mij met het toezicht op haar huishouden belast had. 't Spyt mü zeer, dat ge uw bezoek zoo kort maakt!" zeide zy op hartely ken toon. „Ge moet echter eens 'n avondje met uw dat aan de motie-Bos een politiek kantje is, toonde prof. Treub aan door er op te wijzen dat ook de antirevolutionairen by monde van den heer Malefyt en vooral dr. Kuyper zich vroeger voor staatsexploi tatie heeft uitgesproken. Het is uitsluitend het algemeen belang wat de voorstellers tot indiening hunner motie bracht. Na deze redevoeringen ging de Kamer er toe over eenige honderdduizenden guldens in de zakken van eenige grootkapitalisten te werpen. Een nieuw postcontract met de maat schappij Nederland en de Rotterdamsche Lloyd bepaald dat voor 't brievenvervoer naar Indie voortaan aan beide maatschap pyen f 5600 en f 6000 per'reis zal worden betaald. Twee bloeiende maatschappyen, die hooge winsten uitkeeren, krygen met 34 tegen 30 stemmen dit kostelijk geschenk. Voor natuurlyk de heele rechterzijde en een paar liberalen, die hun democratie zeker hadden thuisgelaten. De heer Van Kol noemde deze subsidie een stuk protectio nisme. De N. R. Ct. zegt daarvan: „Wat is hiertegenover aangevoerd? Eigenlyk alleen dit, dat buitenlandsche maatschappyen nog in veel sterker mate beschermd worden dan de Nederlandsche. Maar bestond er, zoolang, blykens hooge tantièmes en dividenden, niet onze mede dingende landgenooten daarvan de dupe worden, aanleiding met millionairs-geba- ren in den zak te tasten ten bate van bloeiende stoomvaartmaatschappyen Ons dunkt van neen." Wy zyn het met de conclusie volkomen eens! De lezer, die mocht meenen, dat uit het stilzwygen over Rusland in een overzicht, mag afgeleid worden, dat het in het Czaren- rijk beter toegaat en orde en rust zijn weer gekeerd, zou zich zeer vergissen. De toe stand is er even treurig als ze ooit was. Men zie de volgende droevige cyfers maar eens. In 'tgouvernement Kief werden in de eerste 3 maanden van dit jaar 1 op elke 41000 inwoners ter dood gebracht, in Odessa 1 op de 52000 enz. Zoo is het in alle gou vernementen. Van 1 Jan. 1908 af zyn ge middeld eiken dag 8 menschen ter dood ge bracht door de bende der reactie! De sta tistiek over het gevangeniswezen is al even treurig. Op 1 Maart waren in de Russische gevangenissen 161830 menschen opgesloten, terwyl er slechts plaats is voor ruim 100000 menschen. In enkele gevangenissen is de verhouding van het aantal gevangenen tot de aanwezige ruimte buitensporig hoog. In Kief waar plaats is voor 690 gevangenen waren er 2207 opgeborgen, in Odessa met ruimte voor 840 menschen worden er 1610 geplaatst. De gevangenen moeten zelfs op den grond, onder de britten, ja zelfs in de gangen slapen, in Odessa zelfs zittende. breiwerk komen, dan halen we uw vader, en babbelen gezellig met elkaar zult ge 't doen Hoewel ik er niet den minsten lust voor gevoelde, zei ik natuurlyk „ja", en ging, omdat de dominee bij vader was, niet nog even naar huis, doch regelrecht naar het kasteel. Door mijne vele belangrijke werkzaam heden als „huishoudster" (die zich echter tot lezen, pianospelen en zingen bepaalden kon ik er eerst na tien dagen toe besluiten, myn gewonen wandelrit te maken en be sloot, op den terugweg ook myn vader weer te gaan bezoeken. Evenals altijd was hij, hoe verdiept in zyn studie, zeer verheugd toen hy my zag. „Dag, kind," zeide hy, „kom je eindelyk weer eens kyken, hoe je oude vader 't maakt Maar wat is er straks voorge vallen Katrien sloeg weêr met de deuren, dat het huis ervan dreunde „Och pa, ze is boos dat ik weer te paard in 't dorp ben gekomen, en wilde evenmin als mijnheer de dominee, die spottend zei, dat hy bang is voor damespaarden,— myn Suleika vasthouden, zoodat ik eerst naar het kasteel terug moest, om een jockey te halen." Zonder daarop te antwoorden, wees myn vader my een plaats op de Bofa aan, en zei: „Ik heb je wat meê te deelen. Gretha. Het gevolg van die misstanden is natuurlyk ziekte en nog eens ziekte. Zoo heerschter b. v. in 65 gevangenissen epidemie. De hos pitalen en ziekenhuizen zyn propvol zoodat voor de zieke gevangenen geen plaats is, waardoor deze verplicht zyn tusschen de gezonden in de cellen te verblyven. Als men daar nu eens tegenoverstelt, wat aan gouverneurswoningen wordt besteed b.v. voor den gouverneur van Moskou 36 dui zend roebel, voor licht en verwarming 30000 roebel, stalling 11000 roebel, schoon maken 1500 roebel dan vraagt men zich af, hoe in het rijk van vadertje Czaar zulke schreewende onrechtvaardigheden nog zoo kalm worden gedragen. Het schynt dat Stolypin die het zoo lang zamerhand aardig met de Doema weet te klaren, nu met de Ryksraad opgespannen voet zal komen. In dat lichaam hebben de ultra-reactionairen verre de meerderheid. Die meerderheid is tegen een troetelkindje van Stolypin n.l. tegen de aanleg van een spoorweg door het Amoergebied. Het zou best kunnen zijn dat juist deze bespotting van een volksvertegenwoordiging een kink in de kabel zal geven en het kabinet zal doen struikelen. Wonderlyk toch dat juist die Rijksraad, die bedoeld is als rem tegen de vooruitgang, nu 't eerst de regeering van „vadertje" de voet dwars zal zetten. Van het kiesstelsel, dat nog in Pruisen geldt, heeft Bismarck eens gezegd, dat het het ellendigste van alle kiessysteemen is. Toch heeft het zich spyt alle oppositie er tegen niet alleen weten te handhaven doch den eersten tijd is er geen kyk op, dat er verandering in zal komen. Het is voor het Pruisische Conservatisme immers veel te voordeelig. Het ligt de macht iD handen van het welgestelde deel der burgerij en maakt dat de democratische partyen daar onder in de eerste plaats de sociaaldemo cratische niets te zeggen hebben in de volks vertegenwoordiging nl. den Pruisischen Landdag. Wel hebben de democratische partyen dit jaar een krachtige actie voor kiesrechtverandering op touw gezet, doch van Bülow heeft kortweg elke verandering geweigerd. Even erg is de toestand in Saksen. Daar bestond tot in 1896, een census kiesrecht, dat aan ieder man boven 25 jaar, die f 1,80 belasting betaalde, stemrecht gaf. Dank zy dit kiesrecht wisten in 1895 de sociaal de mocraten 14 zetels in den Saksischen Land dag te veroveren. Toen ging de conserva tieve meerderheid tot een onverdedigbare daad over. Zij besloot het kiesrecht danig in te krimpen. In een kiesontwerp werd bepaald er een 3 klassenstelsel zou worden ingevoerd met indirecte verkiezingen. De belastinggrens werd zoo hoog opgevoerd, dat geen arbeider het kiesrecht kon ver- krygen. Dat wreekte zich by de Ryksdagverkiezin- gen in 1903. Toen veroverden de sociaal democraten byna alle Saksische mandaten voor die vertegenwoordiging. Dat leidde weer tot nieuwe kiesrechtvoorstellen in Je kunt zeker nog wel eenigen tyd op het kasteel blijven „Ja vadertje, ik denk het wel." „Mocht dat echter n iet zoo zyn,dan heeft mevrouw Renner hierover, my aangeboden, je tot zich te nemen." „Maar waarom zou dat noodig zyn?" „Ik wil gaan reizen, myn kind, om de musea der groote steden te bezoekenik zal geruimen tyd afwezig bly'ven, en zou je natuurlijk onder vertrouwd toezicht wil len weten." „U kunt gerust op reis gaan, vader," ver zekerde ik, „het spreekt immers van zelve, dat ik op Bendeleben blijfik weet niet, hoe u op de gedachte komt, dat ik daar weg zou moeten." ,,'tZou toch kunnen gebeuren dat Hannah te Weenen bleef, of dat de geheele familie voor langen tijd op reis gaat, in elk geval vindt ge hierover een vriendschappelyk tehuis." „Nooit zal ik daar gebruik van maken; liever blijf ik dan alleen met Katrien riep ik, en de tranen kwamen my in de oogen „De jonge dominee mag my nietlyden,en ook zyne moeder slaat de handen ineen, omdat ik paard ryd. Is het dan een zonde, te paard te zitten Katrien zegt, dat ze zich om my schaamt! Doe ik dan kwaad?" „Schrei niet, myn kind," troostte myn vader. „Katrien bedoelt alleen, dat het je 1907, uit dit ontwerp blykt louter de drang om de democratie te nekken en haar stem in het Saksische parlement te smoren. Volgens dit reactionaire wetje krijgt ieder 25 jarige, die twee jaar in Saksen heeft ge- gewoond en zyn belasting heeft betaald, één stem. Een tweede stem krijgen le) die onroerende goederen bezit ter waarde van minstens f 4800 2e) die 50 jaar is geworden 3e) die zelfstandig patroon is en 2 knechts heeft 4e) die minstens f 1080 verdient. Wie minstens f 2200 mark belasting betaalt, krijgt er een derde stem bij Men behoeft niet te vragen wat het doel van dit prullig geknutsel is. Daarby vergeleken is van Houten's wet nog een meesterstukje. Uit Rome komt een bericht, dat opnieuw getuigt hoe onverzoenlyk de Paus gestemd blyft tegenover de Fransche scheidingswet. De Fransche regeering had vereenigingen willen oprichten, welke ten doel hadden aan de onbillykheid, die de scheidingswet in sommige opzichten in het leven had geroepen, tegemoet te komen. De ouder- domspensioenkassen der geestelykheid, te zamen ongeveer 20 millioen bedragende en door de Scheidingswet aan den Staat gekomen, zouden daardoor teruggegeven worden aan de geestelijkheid. De legaten voor missen enz. zouden eveneens aan de hulpvereenigingen komen en deze zouden dan voor de nakoming der legaatvoor- waarden kunnen zorgen. Deze legaten hebben een gezamenlyke waarde van 20 tot 30 millioen francs. De paus heeft thans aan de Fransche kardinalen een schrij ven gericht, waarbij hy de oprichting dezer vereenigingen, beslist afwyst. De Fransche regeering zal dit bericht zeker leed doen. De besliste onverzoenlykheid van hetvati- caan bewijst, dat men in Frankrijk van Rome niet de minste tegemoetkoming heeft te verwachten. In Marokko, het wespennest voor de groote mogendheden betwist nog steeds de preten dent Monley Hafid aan den Sultan Abdul- Azes den troon. Mag men de laatste berich ten gelooven, dan staan de kansen van Mon ley gunstig. Het leger van Abdel zou zoo nauw ingesloten zijn door vyandige stam men, dat het niet voor of achteruit kan en zelfs reeds onderhandelt om zich hy Mon ley aan te sluiten. De laatste heeft door Europa gezanten gestuurd om de mogend heden gunstig voor hem te stemmen. Licht te begrypen, dat die heeren overal met de noodige voorzigtigheid worden ontvangen, want in Marokko liggen voetangels en klem- men. Of het Monley inderdaad zal gelukken zich van de heerschappy meester te maken, waar Abdul de bescherming van Frankryk geniet, zal wel grootendeels er van afhan gen of hij gansch Marokko weet op te zwee- pen tegen de vreemdelingen. Frankryk heeft intusschen nog weinig plezier van het Marokkaansche avontuur. niet past, omdat je geen voorname dame zyt. Zy meent het tóch goed Kom, lach nu weerik zou je zoo gaarne vroolyk van my zien gaan. Ik denk overmorgen te ver trekken. Kom dus morgen nog eens by my. Als zoo'n oude man op reis gaat, weet men niet, of men hem wel ooit wederziet. Kom, schrei nu niet, myn lieveik breng je ook iets zeer fraais mee Zóó had mijn vader nog nooit tot my gesproken. Een onuitsprekelijk weemoedig gevoel maakte zich van my meester. Zou 't het afscheid zyn, dat hem zoo weekmoedig maakte Hy hield nog steeds zyn arm om mü heen geslagen, terwijl ik smeekte„Ach, ga niet heen, blijf hier; ik wil immers gaarne bü u komen, en 'tu zoo behaagly'k mogely'k maken." „Neen kind, als ik weêrkom, zult ge bü mü blüven. Ik moet reizen, om müne wetenschappelüke werken te voltooien. Leef gü intusschen voort op het kasteel en wees vroolük, zooals het je leeftyd toekomt. Kom morgenmiddag nog eens hier, thans heb ik nog veel te schrijven. Wilt ge Hü sloot mü opnieuw in zijne armen, en ik ging. Toen ik op de trap was, volgde hü mü- „Ik moet je toch óók eens te paard jsien, Gretha," lachte hy'. „Gü goede, lieve vaderriep ik, en alle Katriens ter wereld trotseerend, sprong ik stralend van geluk op mün i

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1908 | | pagina 1